BELEIDSPLAN GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING ONDERBANKEN 2012-2015.
1.
Aanleiding.
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) treedt per 1 juli 2012 in werking, met uitzondering van artikel 5 en 11. De wet regelt dat het college van burgemeester en wethouders de verantwoordelijkheid krijgt voor integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente. De gemeenteraad krijgt de verplichting voor een periode van vier jaar, met de mogelijkheid van tussentijdse bijstelling, een beleidsplan vast te stellen dat op hoofdlijnen richting geeft aan de schuldhulpverlening. Met onderhavig beleidsplan wordt uitvoering gegeven aan deze wettelijke verplichting.
2.
De wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Een belangrijk uitgangspunt van de wet is het voorkomen en wegnemen van drempels die de participatie van burgers belemmeren. Het is economisch niet verantwoord en uit sociaal oogpunt niet wenselijk dat mensen buiten de samenleving komen te staan. Er wordt daarom veel geïnvesteerd in maatregelen die de mogelijkheden tot participatie vergroten, waarbij participatie op de arbeidsmarkt voorop staat. Een belemmering bij arbeidsparticipatie zijn (problematische) schulden. Daarom is het van groot belang om (problematische) schulden te voorkomen of op te lossen. Hiervoor zijn schuldenaren en schuldeisers in de eerste plaats zelf verantwoordelijk. Als mensen toch hulp nodig hebben, kunnen zij bij de gemeente terecht. Het is aan de gemeente om hen snel, effectief en het liefst zo vroeg mogelijk te helpen, maar dit wordt er niet gemakkelijker op. Door de economische crisis raken steeds meer mensen in financiële problemen en veranderen aard en omvang van de schulden. Schuldhulpproblematiek wordt hierdoor complexer. Om schuldhulpverlening effectiever te maken, is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ontwikkeld. Daarmee krijgen gemeenten expliciet de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening uit te voeren.
Belangrijke onderdelen van de wet zijn: 1.
Gemeenten moeten beleidsplannen maken die richting geven aan integrale schuldhulpverlening. Preventie is een onderdeel waaraan in ieder geval aandacht moet worden besteed.
2.
De plannen voor een integrale aanpak van de schuldhulpverlening worden per gemeente voor een periode van maximaal vier jaar opgesteld.
3.
De schuldhulpverlening moet breed toegankelijk zijn: er worden geen groepen mensen op voorhand uitgesloten.
4.
Er gelden regels voor wacht- en doorlooptijden: de maximale wachttijd bedraagt 4 weken. Voor bedreigende schulden geldt een maximum van 3 werkdagen. De gemeente geeft globaal inzicht in de doorlooptijd. Dat wil zeggen: het aantal weken tussen het eerste gesprek en het bereiken van resultaat.
3.
Gemeentelijk beleidsplan.
Conform de wet gemeentelijke schuldhulpverlening moet de gemeenteraad voor een periode van vier jaren een beleidsplan vaststellen (tussentijdse wijziging mogelijk). Ingevolge de wet moet dit plan de hoofdzaken bevatten van het door de gemeente te voeren beleidbetreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen dat personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen. In dit beleidsplan moet in ieder geval zijn opgenomen: 1.
Een beschrijving van de resultaten die de gemeente wenst te behalen;
2.
Een beschrijving van de maatregelen die worden genomen om de kwaliteit te borgen en de wijze aangeven waarop de integrale uitvoering gestalte krijgt;
3.
Het maximaal aantal weken wachttijd dat een gemeente nastreeft;
4.
Een beschrijving van hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met kinderen vormgegeven wordt.
Het College van Burgemeester en Wethouders is belast met de uitvoering.
2
4.
Missie en visie.
4.1.
Missie.
De burger van Onderbanken is zelf verantwoordelijk voor zijn financiële huishouden. Indien de burger financiële problemen of schulden heeft kan hij een beroep doen op de gemeentelijke schuldhulpverlening. De gemeentelijke schuldhulpverlening is er op gericht de burger te ondersteunen bij het vinden van een (duurzame) oplossing voor zijn of haar financiële problemen en bij het vinden van een oplossing voor de oorzaken hiervan. De schuldhulpverlening richt zich daarnaast op het voorkomen van problematische schulden. 4.2.
Visie.
Wij zijn van mening dat iedereen zoveel mogelijk mee moet kunnen doen in de samenleving. Het hebben van schulden is een ernstige hinderpaal die mensen belemmert om maatschappelijk volwaardig te kunnen deelnemen en die kan leiden tot sociale uitsluiting. Het hebben van schulden kan bijvoorbeeld de re-integratie van werklozen naar de arbeidsmarkt belemmeren omdat er geen financiële prikkel meer uitgaat van werkaanvaarding. Tenslotte brengen schulden hoge maatschappelijke kosten met zich mee zoals de kosten van huisuitzettingen en de kosten van opvangvoorzieningen. Schuldhulp maakt hierdoor deel uit van het bredere sociale beleid dat erop gericht is burgers volledig en volwaardig te laten participeren. 5.
Beschrijving van te behalen resultaten.
5. 1.
Schuldhulpverlening staat open voor alle inwoners van de gemeente Onderbanken, behoudens de hierna in de wet genoemde mogelijke weigeringsgronden.
De gemeente Onderbanken biedt alle inwoners met schulden de mogelijkheid op begeleiding om de schuldsituatie beheersbaar te krijgen en zo mogelijk toe te werken naar een duurzaam schuldenvrij bestaan. Daarbij blijft de verantwoordelijkheid voor het welslagen van het traject liggen bij de schuldenaar en de schuldeiser(s). De eigen verantwoordelijkheid van de schuldenaar is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle schuldhulpverlening. In de wet is daarom ook een algemene medewerkingsverplichting opgenomen.
3
De gemeente voert de regie over de samenwerking van meerdere instanties die samen voorzien in een totaalpakket op maat. In 2008 is op uitvoeringsniveau de regie en poortwachtersfunctie (het loket) schuldhulpverlening opgedragen aan het CMWW Brunssum-Onderbanken. Het CMWW is een laagdrempelige lokale voorziening die herkenbaar en makkelijk toegankelijk voor onze inwoners is. In principe is schuldhulpverlening voor iedereen toegankelijk en wordt op voorhand niemand uitgesloten voor schuldhulpverlening. In de wet schuldhulpverlening is een aantal mogelijke weigeringsgronden opgenomen die wij zullen overnemen. Het betreft: -
Recidive: indien een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening en telkens weer verwijtbare nieuwe schulden maakt.
-
Fraude: een schuldenaar dient aannemelijk te maken dat het onstaan van de schulden te goeder trouw is gebeurd. Als het gaat om schulden uit fraude, misdrijf of verwijtbare overbesteding komt de schuldenaar niet voor schuldhulpverlening in aanmerking.
-
Vreemdelingen: alleen vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven komen voor schuldhulpverlening in aanmerking. Illegalen komen dus niet voor schuldhulpverlening in aanmerking.
-
Dak-en thuislozen: Alleen ingezeten die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie in onze gemeente zijn ingeschreven komen voor schuldhulpverlening in aanmerking. Dak- en thuislozen worden opgevangen door de centrumgemeenten. In ons geval is dat de gemeente Heerlen. Dak- en thuislozen worden daarom doorverwezen naar de gemeente Heerlen.
-
Zelfstandigen: zij kunnen een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Als de ondernemer niet in aanmerking komt voor een Bbzkrediet omdat het bedrijf niet levensvatbaar is, is het niet zinvol om schuldhulp aan te bieden. De zelfstandige doet er beter aan te stoppen om grotere financiële problemen te voorkomen. Wel stellen wij schuldhulpverlening open voor natuurlijke personen die schulden hebben in verband met de liquidatie van een onderneming mits de activiteiten van de onderneming van de natuurlijke persoon feitelijk gestopt zijn.
4
5.2.Schuldhulpverlening heeft een integraal karakter. Problematische schulden worden zoveel mogelijk voorkomen (preventie). Financiële problemen zijn succesvol en duurzaam bestreden waarbij de achterliggende problemen eveneens zijn opgepakt. Financiële problemen en het hebben van schulden staan zelden op zich. Vaak liggen er andere (niet-financiële) oorzaken aan ten grondslag. Schuldhulpverlening in Onderbanken omvat zowel het voorkomen van problematische schulden (preventie), het helpen van de schuldenaar bij het vinden van een oplossing voor zijn problematische schulden als het voorkomen van terugval in de oude situatie. Schuldhulpverlening heeft een integraal karakter. Zowel materiële als immateriële aspecten maken onderdeel uit van schuldhulpverlening. Integrale schuldhulpverlening is een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met zorg gericht op zowel de financiële als psychosociale en andere oorzaken van schulden. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de gezinssituatie en problemen als bijvoorbeeld verslaving. 6. Beschrijving van de maatregelen die worden genomen om de kwaliteit te borgen en de wijze aangeven waarop de integrale uitvoering gestalte krijgt. 6.1.
Integrale uitvoering.
Om het integrale karakter te waarborgen hebben wij op uitvoeringsniveau de regierol en de poortwachtersfunctie schuldhulpverlening opgedragen aan het CMWW BrunssumOnderbanken. Het CMWW draagt zorg voor een integrale aanpak van de schuldhulpverlening waarbij de klant centraal staat en maatwerk het uitgangspunt is. In paragraaf 5.2 is verwoord wat wij onder integrale aanpak verstaan. De integrale aanpak van het CMWW is met name gericht op het voorkomen van problematische schulden (preventie). Het daadwerkelijke schuldhulpverleningstraject begint met de melding van de burger voor hulp bij schulden. Ook kan doorverwijzing plaatsvinden door anderen waarmee het CMWW afspraken heeft gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan de woningverenigingen. Na de melding wordt de klant uitgenodigd voor een intakegesprek. Tijdens het intakegesprek wordt de schuldensituatie geïnventariseerd. Er wordt nagegaan wat de omvang is van de totale schuldenlast, hoe hoog het inkomen van de klant is en welke mogelijkheden er zijn om het inkomen te vergroten. Er wordt gekeken of de schuldenaar meer uren kan gaan werken en of de schuldenaar gebruik maakt van alle beschikbare 5
inkomensondersteunende landelijke en gemeentelijke regelingen zoals zorg- of huurtoeslag via de Belastingdienst, bijzondere bijstand of langdurigheidstoeslag. Nadrukkelijk wordt ingegaan op de financiële redzaamheid van de schuldenaar. Is hij in staat om te budgetteren, verleidingen en reclames te weerstaan en zich aan afspraken te houden? Tenslotte worden de onderliggende oorzaken van de schulden onderzocht. Wanneer de burger met schulden zich tijdig heeft gemeld en er nog geen sprake is van problematische schulden kan het CMWW doorgaans volstaan met één of meerdere adviesgesprekken om de problemen op te lossen. De burger kan hierbij eventueel worden ondersteund met een training budgetbegeleiding. Bij problematische schulden en een stabiele situatie verwijst het CMWW de cliënt/case door naar de Kredietbank Limburg wat het financieel technisch traject betreft. De cliënt blijft in begeleiding bij het CMWW vanwege de integrale aanpak (psychosociale hulpverlening, leren budgetteren e.d.). Bij problematische schulden waarbij de situatie nog niet stabiel is werkt het CMWW met de cliënt aan stabilisatie om daarna alsnog te verwijzen naar de Kredietbank Limburg. Hiertoe sluiten wij jaarlijks een dienstverleningsovereenkomst met de Kredietbank Limburg af. Mocht de situatie niet te stabiliseren zijn dan wordt een aanbod op maat aangereikt. Dit kan bijvoorbeeld een verwijzing naar een ander orgaan (bewindvoering, advocatuur e.d.) zijn, het opzetten van een betalingsregeling met de cliënt of langer durende psychosociale begeleiding.
6.2
Kwaliteitsborging.
Het CMWW,afdeling maatschappelijk werk en schuldhulpverlening, is gecertificeerd conform het HKZ-model (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector). De HKZ-normen hebben betrekking op zowel de kwaliteit van het zorgproces als op de organisatorische kwaliteit. Ze stellen eisen aan het primaire proces: intake/indicatie, de uitvoering van de diensten en evaluatie/nazorg. De Kredietbank Limburg is lid van de NVVK (Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren). Dit is koepelorganisatie van schuldhulpverlenende instanties in Nederland. De NNVK heeft gedragcodes ontwikkeld waarin richtlijnen voor goede schuldhulpverlening zijn opgenomen. Deze zijn bindend voor zijn leden en waarborgen de kwaliteit van de schuldhulpverlening. 6
7.
Het maximaal aantal weken wachttijd.
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) schrijft voor dat binnen vier weken na aanmelding voor schuldhulpverlening het eerste gesprek dient plaats te vinden waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Indien er sprake is van een bedreigende situatie dient het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld plaats te vinden binnen drie werkdagen. Onder bedreigende situatie wordt verstaan: gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van nutsvoorzieningen (gas, water, licht) of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering. Uiteraard nemen wij de bovengenoemde wettelijke wachttijden in acht. Wij streven er echter naar om de wachttijden te verkorten en het eerste gesprek om de hulpvraag vast te stellen zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. In bedreigende situaties streven wij ernaar het eerste gesprek per ommegaande te laten plaatsvinden. Wij zullen de aanmeldingen, de wachttijden, de aard en de oorzaken van de schulden en de resultaten van de schuldhulpverlening permanent monitoren. Het CMWW is opgedragen hierover per kwartaal verslag uit te brengen. Op deze manier kunnen wij snel inspelen op een eventuele toenemende vraag aan schuldhulpverlening als gevolg van de economische crisis en (aanstaande) veranderingen in het sociale domein. 8.
Beschrijving van hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met kinderen vormgegeven wordt.
De visie op schuldhulpverlening is voor deze doelgroep in principe niet anders dan hierboven omschreven Bij de schuldhulpverlening staat de klant centraal en is maatwerk het uitgangspunt. Zo ook bij gezinnen met kinderen. In afwijking van de bij 6. genoemde wachttijden geven wij gezinnen met kinderen tot 18 jaar voorrang. Wij streven ernaar om de wachttijd voor deze gezinnen tot een minimum te beperken en het eerste gesprek om de hulpvraag vast te stellen binnen een week na aanmelding te laten plaatsvinden.
7
9.
Financiële middelen.
Het rijk stelt gemeenten geen extra financiële middelen ter beschikking voor uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). In de gemeentebegroting 2012 en de meerjarenraming is hierop geanticipeerd en is het budget schuldhulpverlening structureel met 8,0 duizend euro verhoogd om te kunnen voldoen aan de Wgs. Het budget schuldhulpverlening bedraagt hierdoor 36,0 duizend euro structureel.
8