SCHRIJNWERKER Preventie en Interim
1.
Uitleg
1.1. Taakomschrijving De schrijnwerker is de persoon die hout, de daarvan afgeleide en aanverwante materialen (bv. spaanplaten, vezelplaten, gelijmd gelamelleerd hout), PVC en aluminium op zelfstandige wijze bewerkt. Hij oefent zijn beroep zowel op de bouwplaats als in de werkplaats uit. Hij moet dus polyvalent zijn, want schrijnwerkerij is een veelomvattend domein. Meer en meer specialiseert de schrijnwerker zich in een specifiek vakgebied (bvb. schrijnwerker-timmerman). Er wordt onderscheid gemaakt tussen: 1. buitenschrijnwerk: vervaardiging en plaatsing van deuren, vensters, ramen, veranda’s, luiken, lichtkoepels, dakgebinte, … 2. binnenschrijnwerk: vervaardiging en plaatsing van binnendeuren, inbouwkasten, keukens, trappen, parket, valse plafonds, scheidingswanden, … Twee erg verwante beroepen: - de meubelmaker is de persoon die meubels en interieurobjecten uit hout of uit van hout afgeleide materialen vervaardigt (van planstudie tot afwerking) en herstelt - de houtsnijder is gespecialiseerd in het ontwerpen en vervaardigen van ornamenten (decoratieve afwerking) voor architectuur, decoratie en meubilair
1.2. Opleiding Een basisopleiding schrijnwerk kan gevolgd worden in het kader van: - het technisch secundair onderwijs (TSO), bv. houtindustrieel technicus - het beroepssecundair onderwijs (BSO), bv. schrijnwerker, meubelmaker, houtsnijder, interieurinrichting, … - het deeltijds beroepsecundair onderwijs (DBSO) georganiseerd in de Centra voor deeltijds onderwijs (CDO): 2 dagen theorie en 3 dagen in het bedrijf, bv. schrijnwerker-timmerman - volwassenenonderwijs, bv. schrijnwerker, meubelmaker, meubelrestaurateur, … De VDAB (www.vdab.be) en Syntra (www.syntra.be) organiseren eveneens schrijnwerkersopleidingen (bv.: opleiding tot aannemer-schrijnwerker).
LET OP : Wanneer de uitzendkracht moet werken op de bouwplaats (bouwsector PC124), moet hij in het bezit zijn van een attest dat bewijst dat hij een veiligheidsopleiding van minstens 16 uur gevolgd heeft georganiseerd door een instelling erkend door het NAVB (Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in de bouw). Dit attest is echter niet vereist wanneer de uitzendkracht: - reeds houder is van een attest afgeleverd op het einde van de studies of door het NAVB - in het bezit is van een VCA-attest - kan bewijzen dat hij reeds een veiligheidsopleiding specifiek voor de bouwsector gevolgd heeft - een bewijs kan voorleggen van minstens 5 jaar ervaring in de bouwsector in de loop van de voorbije 15 jaar
1
SCHRIJNWERKER
1.3. Werktuigen en machines 1.3.1 Handgereedschap Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: 1. afschrijfgereedschap (potlood, meter, winkelhaak, passer, …)
2. slagwerktuigen (hamer, houten of rubber hamer, drevel, …)
3. snijgereedschap (zaag, schaaf, beitel, verstekbak, …)
4. gereedschap voor (de)montage (schroevendraaier, combinatietang, nijptang, …)
5. afwerkingsgereedschap (grove vijl, vijl, schuurpapier, …)
1.3.2 Houtbewerkingsmachines Voor elk type bewerking zijn er houtbewerkingsmachines, zowel vaste (werkplaats) als draagbare (in hoofdzaak gebruikt op de bouwplaats).
1. Zagen: bewerking die erin bestaat hout door te korten of in te snijden Elektrisch handgereedschap De cirkelzaag wordt gebruikt om rechte zaagsnedes te leggen. Er bestaan verschillende zaagbladen: met grote tanden voor het grove werk en met kleinere tanden voor meer precieze zaagsnedes Schuin verstelbare verstekzaag, uitgerust met een van 0 tot 45° verstelbaar zaagblad, laat alle mogelijke precisiesnedes toe
2
De decoupeerzaag/wipzaag wordt gebruikt voor alle soorten zaagsnedes: rechte, kromme, schuine, …
De tafelcirkelzaag/formaatcirkelzaag wordt gebruikt om grote hoeveelheden massief hout of houten plaatmaterialen te verzagen (horizontale rechte doorkorting)
De lintzaag is bedoeld om houten werkstukken te verzagen volgens rechte en gebogen lijnen
De paneelzaag wordt gebruikt om grote houten platen horizontaal of verticaal te verdelen
De radiale cirkelzaag wordt gebruikt voor rechte of schuine (0 tot 45°) zaagsnedes
Het paneel wordt horizontaal verplaatst
SCHRIJNWERKER
Vaste machines
De zaag wordt horizontal of vertical verplaatst
2. Schaven: bewerking die erin bestaat het hout op een bepaalde dikte te brengen of het oppervlak van een werkstuk gelijk te maken Elektrisch handgereedschap De elektrische schaafmachine wordt gebruikt om een houtoppervlak vlak te maken door materiaal af te nemen Vaste machines De vlakschaafmachine wordt gebruikt om het oppervlak van een werkstuk recht en vlak te maken en/of te kantrechten (in een rechte hoek te snijden)
De vandikteschaafmachine wordt gebruikt om het hout op de gewenste dikte te brengen
3. Frezen: bewerking waarin een werkstuk, dat met de hand of automatisch wordt aangevoerd, bewerkt wordt met een snel ronddraaiend mes of frees Elektrisch handgereedschap De bovenfreesmachine is een machine die horizontaal verplaatst wordt nadat men het freesmesje in het hout gedreven heeft. Met deze machine kunnen sierlijsten, groeven, schuine afkantingen, … gerealiseerd worden 3
SCHRIJNWERKER
Vaste machines De bovenfreesmachine is een machine waarmee enkel de bovenzijde van een werkstuk bewerkt kan worden
De freesmachine wordt gebruikt om een bepaalde zijde van een houten werkstuk te bewerken (met de geleider of aan de spil)
De pennenbank is een machine waarmee pennen vervaardigd worden, dit zijn uitstekende delen op het uiteinde van een werkstuk, die in een overeenkomstig hol gedeelte ( = gat) gepast kunnen worden
4. Boren: bewerking om cirkelvormige en niet-cirkelvormige openingen te maken Pneumatisch handgereedschap De boormachine maakt ronde gaten
Vaste machines: cirkelvormige opening De kolomboormachine maakt het mogelijk gaten aan te brengen met een boor of een frees
De langgatboormachine hiermee kunnen gaten (doorkijkopeningen) gemaakt worden in houten werkstukken met een boor
Vaste machines: niet-cirkelvormige opening De kettingboormachine wordt gebruikt om rechthoekige openingen te maken in houten werkstukken met een ketting
De beitelboormachine kan, in één arbeidsgang, één of meer rechthoekige openingen maken in een houten werkstuk met een beitel
5. Schuren: bewerking die erin bestaat een dunne laag hout weg te nemen om een glad oppervlak te verkrijgen Handgereedschap Bandschuurmachine
4
Schijfschuurmachine
Bandschuurmachine, uitgerust met een lange schuurband, wordt over het algemeen gebruikt om vlakke panelen te schuren (zijkanten)
De breedbandschuurmachine wordt gebruikt voor het al dan niet gelijktijdig schuren van de boven- en onderzijde van houten werkstukken
6.Verbindingen: handeling die erin bestaat houten werkstukken in elkaar te zetten Handgereedschap Pneumatische nietmachine
Pneumatische nagelmachine
Lijmpistool
Schroefmachine
Lijmschroef
SCHRIJNWERKER
Vaste machine
Vaste machines De kantenaanlijmmachine wordt gebruikt om kantbekledingsmateriaal te lijmen op de smalle zijde van een houten werkstuk
De kaderpers wordt gebruikt om houten werkstukken tegen elkaar te drukken om ze vervolgens te verlijmen. De kaderpers kan manueel, pneumatisch of hydraulisch zijn
5
SCHRIJNWERKER
1.4. Werkomgeving Werkruimte - De werkruimte mag niet te vol staan (orde en netheid!) of te klein zijn (goede schikking van de machines, waarbij de doorgangswegen niet smaller mogen zijn dan 1 m) - Er moet genoeg ruimte zijn rond de machine om plaats te bieden aan de houten werkstukken die courant bewerkt worden
Vloer - De vloer dient in goede staat te zijn, antislip, opgeruimd en niet bestrooid met houtafval
Verlichting - Een goede verlichting van de werkplaats is noodzakelijk voor een goed zicht (de machines dienen zo te worden geplaatst dat er geen zones zijn met te weinig of teveel licht) - Aangezien een schrijnwerkatelier erg stofferig is, zal men de verlichtingsinstallaties regelmatig moeten onderhouden en reinigen
Geluid - Het geluid geproduceerd door de meeste houtbewerkingsmachines ligt tussen 90 en 100 dB(A) - Men kan de geluidshinder beperken, bijvoorbeeld door versleten onderdelen te vervangen, door werktuigen te gebruiken die weinig geluid produceren (zoals geluidarme zaagbladen), door de installaties geheel of gedeeltelijk te omkasten, door de werkzaamheden die de grootste geluidshinder produceren in een afzonderlijke ruimte uit te voeren, enz. - Gehoorbescherming is aanbevolen vanaf 80 dB(A) en verplicht vanaf 85 dB(A)
Ventilatie - Een lokaal afzuigsysteem (bij de bron) voor houtstof en zaagsel dient te worden voorzien - Er moet vodoende ventilatie voorzien worden bij het gebruik van lijmen, lakken, verven, …
6
2.1. Algemeen Risico’s
Gevolgen voor Preventie en Bescherming de gezondheid Collectief Persoonlijk
Tips
• Stof inademen
• Ademhalingsstoornissen • Irritatie van de slijmvliezen • Conjunctivitis • Astma • Rhinitis • Neusbloedingen, …
• Aangepaste ventilatie • Stofafzuiging aan de bron
• Stofmaskers
• Start steeds de stofafzuiging vooraleer de machine aan te zetten
• Contact met het mes of met de draaiende onderdelen (riemen, werktuigspillen, …)
• Snijwonden • Kwetsuren • Scheuringen • Amputaties
• Veiligheidsvoorzieningen (beschermingskap, omkasting, geleider, enz.)
• Een duwhout gebruiken
• Handen op afstand van de zaaglijn houden
• Uiteenspringen van zaagblad
• Snijwonden • Kwetsuren
• Veiligheidsvoorzieningen (beschermingskap, omkasting, geleider, enz.)
• Het juiste snijgereedschap kiezen in functie van de houtsoort • Scherp snijgereedschap gebruiken
• Terugslag van het hout
• Snijwonden • Kwetsuren • Scheuringen • Amputaties
• Spouwmes (aangepast aan dikte en diameter van het zaagblad) • Anti-terugslagstop
• Aangepast en snijdend gereedschap gebruiken
• Risico om meegesleept te worden door een onderdeel van de machine
• Snijwonden • Kneuzingen
• Beschermingsmaatregelen
• Geschikte, nietloshangende kleding dragen
• Omgaan met en blootstelling aan chemische producten (impregneerproducten, lijmen, verven, ...)
• Intoxicatie • Irritatie van slijmvliezen • Astma • Eczeem • Huiduitslag
• Ontvlambare producten stockeren in een afzonderlijke en verluchte ruimte • Schilder- of verniswerken uitvoeren in een verluchte ruimte of in een spuitcabine in onontvlambare materialen • Pictogram voorzien
• Aangepaste filterende bescherming van de luchtwegen • Beschermingshandschoenen • Aangepaste werkkledij
• Blootstelling aan stof van tropisch hout, behandeld hout, enz.
• Ademhalingsstoornissen • Irritatie van slijmvliezen • Allergie
• Regelmatige afvoer van zaagsel en spaanders uit de werkplaats • Houtafvalsilo’s buiten opstellen of in een afzonderlijke ruimte
• Stofmasker
• Houtdeeltjes en stof springen in de ogen
• Oogletsels
• Pictogram voorzien
• Veilgheidsbril
• Vallende voorwerpen
• Verplettering • Breuken
• Pictogram voorzien
• Veiligheidsschoenen
• Schadelijke geluiden boven 80 dB(A)
• Gehoorverlies • Doofheid • Stress
• Gedeeltelijke of volledige omkasting van de installaties • Gebruik van geluidarme zaagbladen • Pictogram voorzien
• Oorbeschermers (oordoppen, oorschelpen)
SCHRIJNWERKER
II. Risico’s en voorzorgsmaatregelen
• Haar vastmaken, geen juwelen dragen
• Versleten onderdelen vervangen (zaagbladen, frezen, …)
7
SCHRIJNWERKER
2.2. In het bijzonder Bijzondere risico’s • Vallen • Struikelen (bijvoorbeeld als gevolg van ophoping van spaanders op de grond, …)
• Kneuzingen • Breuken
• Antislipvloer
• Veilheidsschoenen met antislipzolen
• Manipulatie
• Rugletsels
• Hulpmiddelen: rolwagen • Machine met verschuifbare tafel
• Aangepaste heftechniek toepassen
• Brandrisico’s (houtstof, ontvlambare producten zoals vernis, verf, lijm, …)
• Intoxicatie • Brandwonden
• Pictogram voorzien • Brandblussers gemakkelijk toegankelijk • Stofafzuiging aan de bron
Bijzondere risico’s op de werf
8
Gevolgen voor Preventie en Bescherming de gezondheid Collectief Persoonlijk
• Kneuzingen • Kwetsuren • Breuken
• Blootstelling aan weersomstandigheden bij buitenwerk
• Verkoudheden • Griep
• Val van een hoogte van meer dan 2 meter
• Kneuzingen • Breuken
Collectief
Persoonlijk
• Pictogram voorzien
• Veiligheidshelm • Veiligheidsschoenen
• Werkkledij aangepast aan de weersomstandigheden (warme kledij, regenkledij, veiligheidsvest, …) • Aangepaste collectieve bescherming op basis van de risico-analyse (borstweringen, hoogwerker, stellingen, veiligheidsnetten, …)
• Vloeren regelmatig reinigen • Doorgangswegen en toegang tot werkplaatsen vrijhouden
• Veiligheidsvoorschriften naleven: niet roken, … • Zaagsel en spaanders regelmatig uit de werkplaats verwijderen • Vloeren en wanden regelmatig reinigen
Gevolgen voor Preventie en Bescherming de gezondheid
• Vallende voorwerpen
Tips
• Harnasgordel bij gebrek aan collectieve bescherming
Tips
Gehoorbescherming: verplicht vanaf 80 dB(A)!
Veiligheidshelm: verplicht op de bouwplaats
Stofmasker: sterk aangeraden bij de vorming van houtstof
Veiligheidsbril: sterk aangeraden bij het voorkomen van houtstof, meer bepaald bij het gebruik van vlakschaaf, freesmachine, …
SCHRIJNWERKER
2.3. Uitrusting voor individuele bescherming
Handschoenen
Veiligheidsschoenen verplicht!
RAADGEVINGEN: - Vermijd het dragen van kleding die slecht aansluit of los hangt (bv. een sjaal), juwelen (armband, ketting, …) die kunnen blijven haken in bewegende onderdelen - Wanneer u een persoon die zich op ongeveer 1 meter van u bevindt niet kan horen, betekent dit dat het geluidniveau te hoog is! Draag dan uw gehoorbescherming! - Draag handschoenen: - wanneer u chemische producten gebruikt (zoals lijm en verf) - bij het vervangen van werktuigen, zaagblad, … - wanneer u hout vastneemt, om splinters te vermijden MAAR NOOIT in de buurt van bewegende zaagbladen of draaiende machines waarin zij kunnen vasthaken. 9
SCHRIJNWERKER
2.4. Veiligheidsvoorschriften • Algemene voorschriften Vóór elk gebruik van de machine: - Gebruik altijd machines met het CE-merk en waarvoor u een passende opleiding inzake werking en veiligheid hebt gekregen - Vraag de specifieke geschreven handleiding voor het gebruik van de machine. Wanneer u twijfelt over het gebruik van een machine of een gereedschap, aarzel niet om de verantwoordelijke van de werkplaats of de bouwplaats om uitleg te vragen - Zorg ervoor gereedschap te gebruiken dat proper is en in goede staat (cfr. onderhoudsboekje) - Kijk na of de snijwerktuigen, messen of frezen goed geslepen zijn - Kijk na of het houten werkstuk geen enkele spijker, schroef of andere vreemde voorwerpen bevat.. Indien dit het geval is, verwijder ze dan met een platte tang, nijptang, … - Zorg ervoor dat de start- en stopsckakelaar van de machine zich binnen handbereik bevinden - Kijk altijd waar, op vaste machines, de noodstop staat - Zorg ervoor dat er voldoende plaats is rond de machine om het werkstuk dat u gaat bewerken in alle veiligheid te hanteren
Tijdens het gebruik van de machine: -
Vermijd om in de as van het houten werkstuk te gaan staan Zorg ervoor steeds uw handen buiten de snijlijn te houden Zet de afzuiginstallatie aan telkens dit mogelijk is Gebruik een duwhout om het werkstuk voort te bewegen in het snijgebied Laat een machine nooit draaien zonder ze te gebruiken Leid uw collega’s niet af wanneer ze aan een houtbewerkingmachine werken
Na elk gebruik van de machine: - Reinig de machine en de onmiddellijke omgeving zodat de werkplek proper blijft en zonder hindernissen
OPGELET: - Kijk altijd na of de veiligheidsvoorziening (beschermkap, geleider, …) geplaatst is, in goede staat is en de gevaarlijke onderdelen van de machine behoorlijk afdekt.Verwijder VOORAL niet de bescherming wanneer u aan de machine werkt! - Alvorens een machine te reinigen, een mes, een frees te deblokkeren, te wisselen of in te stellen: • moet u wachten tot de machine volledig stilstaat • moet u voorkomen dat de machine wordt heropgestart door een derde of door onoplettendheid, bijvoorbeeld door het snoer van het handgereedschap uit te trekken, door de stroom van de vaste machine af te zetten (vergrendeling van de startschakelaar, …) - Verwijder houtzaagsel of –spaanders nooit met de hand terwijl de machine draait: • zet eerst de machine stil en wacht tot zij ophoudt met draaien (= volledige stilstand!!!) • gebruik een stuk hout of een borstel . Gebruik NOOIT perslucht om zaagsel van de machine of kleding te verwijderen!
10
Elektrisch handgereedschap - Gebruik indien mogelijk werktuigen met een stofafzuigsysteem, gebruik anders een stofmasker - Gebruik materiaal van klasse II, met het merkteken van dubbele isolatie - Kijk na of de stekkers, stroom- en verlengkabels in goede staat zijn - Zorg ervoor dat de elektrische draden niet zo gelegd zijn dat men er zou over kunnen struikelen
Cirkelzaagmachine - Kies een zaagblad aangepast aan het uit te voeren werk - Kijk na of het toerental van het zaagblad (afhankelijk van de diameter) aangepast is aan het te verzagen materiaal om terugslag van het werkstuk te vermijden - Controleer de goede montage en de staat van het spouwmes en kijk na of het is aangepast aan het zaagblad - Ga steeds buiten de snijlijn van het zaagblad staan om niet verwond te geraken ingeval het werkstuk terugslaat
SCHRIJNWERKER
• Specifieke voorschriften
- Gebruik een duwhout voor de smalle werkstukken en vermijd geïmproviseerde duwstukken (zonder handvat, houtafval, enz.)
Lintzaag - Controleer of het lint (= het zaagblad) geschikt is voor het uitgevoerde werk, de houtsoort en de dikte van het werkstuk - Respecteer de optimale draaisnelheid van het zaagblad en wacht tot de lintzaag de optimale snelheid bereikt heeft alvorens te beginnen zagen - Voer het werkstuk niet te snel aan - Gebruik een duwhout op het einde van de bewerking - Vermijd oververhitting van het zaagblad
Vlakschaafmachine Om een zichtvlak (breedste zijde van een houten werkstuk) vlak en haaks te schaven : - Kies de zijde die moet vlak geschaafd worden (bij voorkeur de holle zijde) - Laat het werkstuk, met uw linkerhand plat erop, tegen matige en constante snelheid onder de bescherming glijden - Verplaats uw linkerhand zodra het hout 10 tot 15 cm onder de bescherming uitkomt, terwijl u het werkstuk blijft voortduwen met uw rechterhand - Blijf met uw linkerhand druk uitoefenen op het houten werkstuk achter de bescherming - Neem het werkstuk vast door het van onder de bescherming weg te trekken
11
SCHRIJNWERKER
Om een kant (smalste zijde van een houten werkstuk) vlak en haaks te schaven: - Controleer de positie van de geleider - Kies de kant die moet vlak geschaafd worden (bij voorkeur de holle zijde) - Druk de zichtzijde stevig tegen de geleider - Beweeg het werkstuk voort door druk uit te oefenen met de linkerhand en de bescherming wordt automatisch opzij geduwd - Neem het werkstuk vast door het van de bescherming weg te trekken
LET OP: - Gebruik een duwhout wanneer de vlak te schaven werkstukken kleine afmetingen hebben - Wanneer de werkstukken te smal zijn, gebruik dan een houten hulpgeleider die u aan de geleider vastmaakt en beweeg het werkstuk voort tussen de hulpgeleider en de beschermer
Freesmachine - Kies altijd een gepast en goed geslepen freeswerktuig - Neem de frezen nooit vast met de scherpe zijkanten - Gebruik altijd een afscherming aangepast aan de uit te voeren bewerking (afscherming voor rechte stukken, gebogen stukken, lamellengeleider, …)
- Respecteer het toelaatbare toerental van de frezen of de werktuigspillen - Maak zoveel mogelijk gebruik van het automatisch aanvoerapparaat om alle risico van contact van de handen met het snijgereedschap te vermijden - Vermijd om het hout in dezelfde richting te duwen als de draairichting van het snijwerktuig - Vermijd brutaal contact van het werkstuk met de frees - Gebruik het duwhout voor het einde van de bewerking of de speciale voorzieningen (bijv. drukstukken) voor kleine werkstukken
12
Vraag : wordt er op de werkpostfiche een voorafgaande gezondheidsbeoordeling of inenting vereist? Ja
Neen
Heeft de werknemer een formulier van gezondheidsbeoordeling en een inentingskaart? Ja
SCHRIJNWERKER
III. Gezondheidstoezicht
Neen
Kijk de geldigheid na van: • het formulier van gezondheidsbeoordeling (datum + typefunctie + bijzondere risico’s) • de inentingskaart
Ja
Neen
Aanvraag gezondheidsbeoordeling en/of inenting Is de uitzendkracht geschikt EN is hij ingeënt?
Ja
De werknemer kan aan het werk gezet worden
Neen
Niet geschikt voor DIT werk
* Schrijnwerkers dienen een gezondheidscontrole te ondergaan indien ze blootgesteld zijn aan een risico op beroepsziekten (Regelgeving welzijn op het werk, Titel I, Hoofdstuk IV) : - Geluidshinder: jaarlijks gehooronderzoek (audiometrie : éénmaal per jaar) - Inademen van stof : jaarlijks onderzoek van de ademhalingswegen (spirometrie : éénmaal per jaar) - Vaccinatie: tetanos - Bijzondere gevallen: • Gebruik van tropisch hout: spirometrie en X-stralen groot formaat (éénmaal per jaar) • Gebruik van solventen, verven, lijmen: urine- of bloedonderzoek op basis van MSDS-fiches (fiches met veiligheidsgegevens) • Manueel dragen van lasten met risico op rugletsels: - elk jaar indien ≥ 45 jaar - om de 3 jaar indien < 45 jaar 13
SCHRIJNWERKER
IV. Bedrijfsbezoek Volgende vragen laten u toe de gebruiker te helpen een werkpostfiche op te stellen en duidelijke afspraken te maken.
Algemeen • In welke talen zijn de instructies beschikbaar? • Wie verzorgt het onthaal in de onderneming (evacuatierichtlijnen, EHBO, sanitair, refter, …) Wanneer? (voor aanvang van werk)? Duur van het algemeen onthaal? • Wie is de preventieadviseur? Hoe contacteren? • Wie geeft de bijzondere veiligheidsinstructies gebonden aan de arbeidspost ? (verboden werkzaamheden, arbeidsmiddelen, vuurvergunning, … ) • Op welke wijze zal de uitzendkracht zijn instructies ontvangen (individueel, film, vergadering, … )? • Welke procedure wordt gevolgd bij arbeidsongeval of incident? • Op welke specifieke punten wordt de uitzendkracht geëvalueerd?
Specifieke vragen • Met welke werktuigen of houtbewerkingsmachines moet de uitzendkracht werken? • In welke omgeving wordt er gewerkt? Werkplaats, bouwwerf, woning? Afgesloten ruimtes of buiten? • Is een bijzondere veiligheidsopleiding vereist? Wie verzorgt de verplichte veilgheidsopleiding van 16 uur indien de uitzendkracht in de bouwsector (PC 124 arbeiders bouw) tewerkgesteld wordt? • Is het niveau van het omgevingslawaai hoger dan 80dB(A)? • Moet hij werkzaamheden in de hoogte uitvoeren? Op welke hoogte, op steigers, op een hoogtewerker? Moet hij gebruik maken van ladders? • Moet hij chemische producten gebruiken (bv. houtbehandelingsproducten, verven, vernissen, lijm, solventen, …)? Over welk soort product gaat het ? Op welke manier worden de producten aangebracht: borstel, spuitpistool, onderdompeling, …? • Moet de uitzendkracht manueel lasten behandelen? Moeten zware lasten getild worden? • Wie stelt de arbeidsmiddelen en de persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking : -
14
veiligheidshelm beschermbril stofmasker gehoorbescherming handschoenen werkkledij veiligheidsschoenen
De risicozoektocht
SCHRIJNWERKER
V.
15
SCHRIJNWERKER 16
Oplossingen 1. Een werknemer werkt aan een houtbewerkingsmachine zonder dat zijn haar keurig samengebonden is 2. Beschermkap van de cirkelzaag wordt niet gebruikt 3. De grond is bezaaid met houtspaanders en schaafkrullen 4. Een werknemer leidt de aandacht af van een andere werknemer die aan het boren is 5. Een werknemer draagt geen veiligheidsbril 6. Een werknemer verwijdert houtspaanders aan een draaiende machine 7. De brandblusser bevindt zich niet onder het pictogram dat de plaats van een brandblusser aangeeft