Zaaknummer: 00025849
Geurmetingen aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de Reststoffen Energie Centrale B.V.
Locatie: Lange Lijnbaan 14 te Harlingen
Projectcode:
te Harlingen, d.d. 15 april 2015
EM-15-10 Aan R. Dirksma / W. Rodenhuis - FUMO Kopie aan Archief Milieumetingen Datum 06 mei 2015 Auteur Ing. R.D. Schaddenhorst
Omgevingsdienst Regio Arnhem Eusebiusbuitensingel 53 6828 HZ Arnhem Postbus 9200 Goedgekeurd door:
Autorisatie:
6800 HA Arnhem
F.W.T. te Pas
C.J. Fledderus
T 026 – 377 16 00
Coördinator bureau Milieumetingen
Afdelingshoofd Advies en Ondersteuning
E
[email protected] www.odregioarnhem.nl
Datum
: 30 april 2015
Datum
: 06 mei 2015
Paraaf
:
Paraaf
:
KvK 57137528 IBAN NL92BNGH0285158813 BTW NL 8524.52.998.B.01
Omgevingsdienst Regio Arnhem is een samenwerkingsverband van de gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en provincie Gelderland.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 2 van 12
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 3 van 12
INHOUD
Samenvatting
5
1.
Inleiding
7
1.1
Algemeen
7
1.2
Doel van het onderzoek
7
2.
Opzet en uitvoering van het onderzoek
7
2.1
Toetsingskader
7
2.2
Meetprogramma
8
2.3
Beoordeling bemonstering en meetstrategie
8
2.3.1
Beoordeling bemonsteringspunten
8
2.3.2
Meetstrategie
8
2.3.3
Beoordeling veldblanco’s en/of doorslagen
9
2.3.4
Afwijkingen van de meetnorm
9
3.
Omrin Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen
9
3.1
Procesbeschrijving
9
3.2
Procesomstandigheden tijdens het onderzoek
10
4.
Meetresultaten
10
5.
Toetsing aan de emissie-eisen
11
5.1
Algemeen
11
5.2
Toetsing van de meetwaarden aan de emissie-eisen
11
6.
Conclusie
12
BIJLAGEN:
Bijlage 1:
Beoordeling meetpunten
Bijlage 2:
Overzicht meetgegevens
Bijlage 3:
Meetmethoden
Bijlage 4:
Analyseresultaten
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 4 van 12
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 5 van 12
Samenvatting Bureau Milieumetingen van de Omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA) heeft in opdracht van de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO) op 15 april 2015 geurmetingen uitgevoerd bij de Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen. De geurmetingen zijn uitgevoerd aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de afvalverbrandingsinstallatie. De metingen zijn uitgevoerd ter controle op naleving van de emissie-eis uit voorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning. De metingen zijn uitgevoerd tijdens representatieve bedrijfsomstandigheden. Uit de resultaten van de geurmetingen van 15 april 2015 aan de afgassen van de centrale schoorsteen bij REC te Harlingen blijkt, na correctie voor de meetonzekerheid, dat de emissieeis voor geur op deze emissiebron niet wordt overschreden. Hiermee wordt het vigerende vergunningvoorschrift 5.1.1 voor de emissie van geur via de schoorsteen nageleefd.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 6 van 12
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 7 van 12
1.
Inleiding
1.1
Algemeen
Op 15 april 2015 is in opdracht van de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO) door Bureau Milieumetingen van Omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA) bij de Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen (hierna REC) een geuronderzoek verricht. De geurmetingen zijn uitgevoerd aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de afvalverbrandingsinstallatie. De metingen zijn uitgevoerd ter controle op naleving van de emissie-eis uit voorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning. Bureau Milieumetingen van Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) voert onafhankelijk milieuonderzoek uit in dienst van de overheid. Ze voert een kwaliteitssysteem conform de NEN-EN-ISO/IEC 17020. Het bureau is voor de inspectie van emissies naar de lucht (concentratie en vracht) van geur als inspectie-instelling geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie (RvA) onder nummer I-168.
1.2
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek is de controle op de naleving van de geuremissie-eis van de centrale schoorsteen van de REC aan voorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning met kenmerk 00907403.
2.
Opzet en uitvoering van het onderzoek
2.1
Toetsingskader
De metingen zijn uitgevoerd aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de afvalverbrandingsinstallatie bij REC. De relevante geurvoorschriften volgens de vigerende vergunning luiden als volgt:
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 8 van 12
2.2
Meetprogramma
In tabel 2.2.1 is het meetprogramma van de emissiemetingen aan de centrale schoorsteen bij de REC weergegeven. Tabel 2.2.1: Meetprogramma van de emissiemetingen d.d. 15-04-2015. component
bemonsteringsmethode
*
meetmethode
Q
olfactometrie
Q
meetstrategie
** conform norm
meetfrequentie & meetduur
monsterneming via geur
verwarmde leiding op de traverse punten via
Q
NEN-EN 13725
3 x 30 min.
NEN-EN 15259
1-voud
ISO 10780
3-voud
verdunningsprincipe meetvlak-
meting van v en T op
beoordeling
traversepunten
debiet
snelheids-, temperatuur- en vochtmeting
Q
S-pitot en K-koppel psychrometrie
*
: De monsterneming valt onder de accreditatie van Bureau Milieumetingen (RvA I168);
**
: De uitgevoerde analyses (uitbesteding) vallen onder de accreditatie van het uitvoerend laboratorium.
De geuranalyses zijn uitbesteed aan het geurlaboratorium van Witteveen & Bos te Deventer. Zij is voor de analyse van geur conform de NEN-EN 13725 geaccrediteerd door de RvA. Het certificaat van deze analyses is opgenomen in bijlage 4. Vooraf, tijdens en na de emissiemetingen zijn conform het normvoorschrift ISO 10780 het debiet, de temperatuur en het vochtgehalte van het afgas bepaald.
2.3
Beoordeling bemonstering en meetstrategie
2.3.1 Beoordeling bemonsteringspunten Het bemonsteringspunt van de centrale schoorsteen bevindt zich in het horizontale gedeelte van het afgaskanaal. In bijlage 1 wordt de beoordeling van het meetvlak weergegeven. Het meetvlak voldoet aan de eisen zoals die in het normvoorschrift ISO 10780 zijn gesteld.
2.3.2 Meetstrategie Gasvormige componenten: Conform de NEN-EN 15259 dient voor de bepaling van de meetstrategie voor de bemonstering van gasvormige componenten een meetvlakbeoordeling met betrekking tot de homogeniteit van het afgas bekend te zijn. Deze meetvlakbeoordeling is uitgevoerd door Tauw B.V. te Deventer en weergegeven in rapport R006-4763224RHD-pws-V02-NL. Op basis
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 9 van 12
van deze beoordeling kan worden geconcludeerd, dat de concentraties van gasvormige componenten in het meetvlak homogeen zijn verdeeld. Om die reden kan de bemonstering van geur op een willekeurig punt in het meetvlak worden uitgevoerd. Om de nauwkeurigheid/kwaliteit van de geurmetingen te verhogen zijn de metingen over één as op zes van de acht punten getraverseerd. Het eerste punt (0,09 m) is niet bemonsterd in verband met de onderdruk en wandinvloeden en het achtste punt eveneens niet in verband met de maximale lengte van de meetsonde.
2.3.3 Beoordeling veldblanco’s en/of doorslagen Het resultaat van de veldblanco aan geur bij de REC is licht verhoogd, maar voldoet aan het criterium uit de NTA 9065 [2012 ‘Geurmetingen - Meten en rekenen geur’ (vervangt het Document Meten en rekenen geur uit 1994)].
2.3.4 Afwijkingen van de meetnorm De bemonstering van geur is uitgevoerd conform normeisen. Er is niet afgeweken van de meetnorm.
3.
Omrin Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen
Omrin haalt uit het huishoudelijk restafval de herbruikbare producten en materialen, die als grondstof worden gebruikt voor nieuwe producten. Het afval dat overblijft is nietherbruikbaar, maar wel brandbaar. De Reststoffen Energie Centrale te Harlingen verbrandt dit afval en wekt hierbij energie op, waaronder warmte die geleverd wordt aan een naastliggend bedrijf.
3.1
Procesbeschrijving
Brandbaar afval bestaat uit verschillende stromen. De belangrijkste stromen zijn huishoudelijk restafval, bedrijfsafval, digestaat (een restproduct van vergisting) en grof huishoudelijk afval. Met de verbranding van niet-herbruikbaar afval wordt in de REC bijna 95 megawatt energie gemaakt. De verbrandingsoven in de REC kan dagelijks circa 684.000 kilo afval verwerken, waarbij de temperatuur oploopt naar 1.100 graden Celsius. In de ketel wordt vervolgens water verhit en de stoom die vrijkomt wordt in de warmtekrachtcentrale omgezet in energie. De rookgassen, die bij de verbranding vrijkomen worden in vier stappen in de rookgasreiniging behandeld. De eerste stap is het gebruik van een elektrostatisch filter waarmee circa 90% van het stof (vliegas) uit de rookgassen gehaald wordt. De tweede stap in de reiniging is het toevoegen van natriumbicarbonaat en actief kool. Natriumbicarbonaat zorgt voor opname van zure verbindingen zoals zoutzuur, zwaveldioxide en waterstoffluoride. Het actief kool zorgt voor opname van zware metalen en organische verbindingen zoals dioxinen en furanen. De derde stap in de reiniging is een doekenfilter waarin het stof en de additieven uit de rookgassen worden gefilterd. Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 10 van 12
De vierde stap in de reiniging is een zogenaamde katalysator die ervoor zorgt dat stikstofoxiden door middel van een ammoniakoplossing uit de rookgassen wordt verwijderd. De gereinigde rookgassen van de REC worden via een schoorsteen op een hoogte van 44 meter geëmitteerd.
3.2
Procesomstandigheden tijdens het onderzoek
De hieronder weergegeven data geven aan onder welke bedrijfs- en procesomstandigheden de geurmetingen aan de afgassen van de verbrandingsinstallatie bij de REC te Harlingen zijn uitgevoerd. Tabel 3.2.1: procesinstelling REC te Harlingen op 15-04-2015. Time Afval t/h Ammonia l/h Actief Kool kg/h Bicar kg/h 10:00 - 10:30 10:30 - 11:00 11:00 - 11:30 11:30 - 12:00 12:00 - 12:30 12:30 - 13:00 13:00 - 13:30 13:30 - 14:00 14:00 -14:30 14:30 - 15:00 15:00 - 15:30 15:30 - 16:00
28 31 31 34 36 28 27 29 29 29 32 30
90 93 99 108 131 122 115 108 94 102 93 89
15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0
620 671 685 713 702 710 765 682 632 540 651 644
Stoom t/h
Temp.
Flow m³/h
119 119 120 120 121 120 121 116 119 119 119 120
148,4 148,5 148,7 148,3 148,4 147,9 147,6 146,6 147,5 147,9 148,3 148,8
227457 227052 231824 231209 233393 229286 228126 217814 225673 225432 226679 229625
Druk hPa 1013,9 1013,7 1013,8 1013,7 1013,8 1014,0 1013,8 1013,9 1013,9 1013,9 1013,9 1013,8
Tabel 3.2.2: Emissiemonitoring REC te Harlingen op 15-04-2015. Time
HCL mg/Nm3 SO2 mg/Nm3 NOx mg/Nm3
10:00 - 10:30 10:30 - 11:00 11:00 - 11:30 11:30 - 12:00 12:00 - 12:30 12:30 - 13:00 13:00 - 13:30 13:30 - 14:00 14:00 -14:30 14:30 - 15:00 15:00 - 15:30 15:30 - 16:00
4.
6,8 7,1 6,9 7,2 6,9 7,0 7,2 7,3 7,0 6,8 7,4 7,0
3,0 3,1 2,6 2,9 3,4 3,7 3,3 3,2 2,7 2,1 2,7 3,1
58,2 58,6 62,5 60,8 64,3 54,2 56,3 53,0 56,5 60,0 53,5 59,7
CO mg/Nm3 NH3 mg/Nm3 CxHy mg/Nm3 HF mg/Nm3 2,7 2,8 3,1 3,1 1,7 2,0 1,5 1,8 2,8 1,9 2,4 3,3
0,04 0,02 0,04 0,03 0,03 0,03 0,04 0,04 0,04 0,05 0,04 0,03
0,04 0,04 0,03 0,03 0,03 0,04 0,04 0,05 0,04 0,04 0,04 0,04
O2 Vol%
CO2 (vol%)
H2O vol%
9,6 9,6 9,3 9,3 9,1 9,3 9,2 9,8 9,5 9,6 9,6 9,5
7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,9 7,9 7,8 7,8 7,7 7,7
15,2 14,9 15,6 15,1 15,6 14,5 14,6 12,9 14,2 14,4 14,3 14,8
0,17 0,19 0,20 0,18 0,17 0,17 0,17 0,15 0,16 0,20 0,23 0,23
Meetresultaten
In de tabel 4.1 wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de geurmetingen aan de centrale schoorsteen van de REC te Harlingen op 15 april 2015.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 11 van 12
Tabel 4.1: Resultaten geurmetingen centrale schoorsteen REC te Harlingen op 15-04-2015.
concentratie component
meting
geur
vracht
3
tijd
6
[OUE/m ]
[10 OUE/uur]
1
12:58
-
13:28
3.100
760
2
13:45
-
14:15
1.800
430
3
15:13
-
15:43
2.900
690
2.500
610
gemiddelde
5.
Toetsing aan de emissie-eisen
5.1
Algemeen
In overeenstemming met het document 'Meten en Rekenen geur' en de NTA 9065 dient het meetkundige gemiddelde van de gemeten concentraties verminderd met de meetonzekerheid van de meetmethode te worden getoetst aan de emissie-eis. Als maat voor de meetonzekerheid van de meetmethode wordt het tweezijdig 90% betrouwbaarheidsinterval van de meetmethode gehanteerd. Voor geur is dit bepaald op een factor 2. Een in de vergunning vastgelegde emissie-eis wordt nageleefd, indien het resultaat van het geometrisch (meetkundig) gemiddelde van drie deelmetingen gedeeld door de factor 2 de emissie-eis niet te boven gaat. In tabel 5.1.1 is een overzicht gegeven van de totale meetonzekerheden bij een betrouwbaarheid van 90%. Tabel 5.1.1: Meetonzekerheden.
5.2
meetmethode
meetonzekerheid (90% BI)
geur
factor 2
Toetsing van de meetwaarden aan de emissie-eisen
In tabel 5.2.1 wordt de toetsingswaarde van de drie deelmetingen vergeleken met de emissie-eis voor geur van de schoorsteen, zoals opgenomen in het vergunningsvoorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning met kenmerk 00907403. Tabel 5.2.1: Toetsing geurresultaten bij REC te Harlingen op 15-04-2015. component
eenheid
geur
[10 OUE/uur]
6
toetsingswaarde
emissie-eis
toetsingsresultaat
305
495
voldoet
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 rapportnr. EM-15-10 Pagina 12 van 12
6.
Conclusie
Bureau Milieumetingen van de Omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA) heeft in opdracht van de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO) op 15 april 2015 geurmetingen uitgevoerd bij de Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen. De geurmetingen zijn uitgevoerd aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de afvalverbrandingsinstallatie. De metingen zijn uitgevoerd ter controle op naleving van de emissie-eis uit voorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning. De metingen zijn uitgevoerd tijdens representatieve bedrijfsomstandigheden. Uit de resultaten van de geurmetingen van 15 april 2015 aan de afgassen van de centrale schoorsteen bij REC te Harlingen blijkt, na correctie voor de meetonzekerheid, dat de emissieeis voor geur op deze emissiebron niet wordt overschreden. Hiermee wordt het vigerende vergunningvoorschrift 5.1.1 voor de emissie van geur via de schoorsteen nageleefd.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10
Bijlage 1:
Beoordeling meetpunten
Tabel 1a: Beoordeling meetvlak centrale schoorsteen bij de REC conform de ISO 10780 voor de debietmetingen. voldoet / voldoet beoordeling meetvlak eis uit de norm niet gassnelheid
5 m/s < v < 50 m/s
voldoet
richting gasstroom
< 15° t.o.v. de lengteas van kanaal
voldoet
fluctuaties drukverschil per meetpunt
< 2,5 mm H2O / 24 Pa
voldoet
verhouding snelheid per meetas
≤ 5% van het gemiddelde
voldoet
onverstoorde lengte up-stream
> 5 dH
voldoet
onverstoorde lengte down-stream
> 2 dH
voldoet
onverstoorde lengte down-stream
> 5 dH (end of pipe)
voldoet
richting
geen negatieve luchtsnelheden
voldoet
verhouding temperatuur
≤ 5% van het gemiddelde
voldoet
dynamische druk
p > 0,5 mm H2O / 5 Pa
voldoet
oppervlakte meetvlak
2
> 0,07 m
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
voldoet
06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10
Tabel 1b: Beoordeling meetvlak centrale schoorsteen bij de REC conform EN 15259. beoordeling
voldoet / voldoet niet
eis uit de norm
situering afgaskanaal onverstoorde lengte up-stream
aanbeveling > 5 dH*
voldoet
onverstoorde lengte down-stream
aanbeveling > 2 dH*
voldoet
onverstoorde lengte down-stream
aanbeveling > 5 dH* (end of pipe)
voldoet
positionering afgaskanaal
aanbeveling
voldoet
verticaal
afgaskarakteristieken richting gasstroom
< 15° t.o.v. de lengteas van kanaal
voldoet
richting
geen negatieve luchtsnelheden
voldoet
dynamische druk
p > 0,5 mm H2O / 5 Pa
voldoet
verhouding gassnelheden
vmax/ vmin ≤ 3
voldoet
homogeniteit afgas [EN 15259]
ctravers < 10% cgem of GRID-meting
punt
configuratie van de installatie voor voldoende menging van de afgasstroom t.b.v. homogene concentratie in het meetvlak geschiktheid meetbordes / platform en meetopeningen aantal meetassen
2
voldoet
hoek van de meetassen
90 °
voldoet
aantal meetopeningen
benodigd**: 3
grootte van de meetopeningen
aanbeveling
diepte van het meetbordes t.o.v. schoorsteen
dH + 1,5 meter***
voldoet niet
hoogte meetopeningen t.o.v. meetbordes
1,2 ~1,5 meter
voldoet niet
obstructies lanzen (bijv. door railing)
geen obstructies
voldoet niet
grootte van het meetbordes
voldoende ruimte
voldoet niet
bereikbaarheid
eenvoudig en veilig
transportmogelijkheden indien bordes op hoogte
aanbeveling
vrije ruimte om te hijsen
aanwezig
voldoet
hitte
afwezig
voldoet
stof
afwezig
voldoet
overdruk afgas
afwezig
voldoet
weersinvloeden
aanbeveling: overkapping / verwarming
voldoet niet
verlichting
aanwezig
voldoet niet
aanwezig: 5 3 inch
lift, takel
voldoet voldoet
voldoet niet aanwezig
werkomstandigheden op het bordes:
* ** ***
dH = hydraulische diameter = 4 maal oppervlakte meetvlak / omtrek kanaal voor het gelijktijdig kunnen uitvoeren van diverse metingen behalve bij 2 tegenover elkaar liggende meetopeningen
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10
Foto 1c: Meetvlak centrale schoorsteen REC te Harlingen
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10
Bijlage 2:
Overzicht meetgegevens
Geurmeting
Omrin Reststoffenenergiecentrale Harlingen Centrale Schoorsteen
Certificaat Witteveen&Bos
15A056
Apparatuur: PGMM Thermokoppel
447/448/269
Temperatuuropnemer
104
Drukmeter Barometer
204 357
Pitotbuis
269
O2-analyser
374
Zeepvliesmeter
348
Verwarmde sonde Insteltemp. sonde
404
Verwarmingsregelaar
404
Diluter stacksampler
420
materiaal
Insteltemp. diluter Verwarmingsregelaar Diluter instack/outstack
170
°C
170
°C
68 outstack
Algemeen; meting
1
2
3
monstercode datum
R2 15-apr-15
R3 15-apr-15
R4 15-apr-15
starttijd
[h:mm]
12:58
13:45
15:13
duur meting
[h:mm]
0:30
0:30
0:30
analyseconcentratie
[ouE/m 3]
261
147
237
verdunningsfactor concentratie in afgas
[ouE/m 3]
12,0 3144
12,0 1771
12,0 2855
toetsing (90% B.I.)
[ge/m 3] [ouE/m 3]
6288 1572
3541 885
5710 1427
vracht in afgas
[ge/m 3] [106 ouE/uur]
3144 762
1771 429
2855 692
toetsing (90% B.I.)
[106 ge/uur] [106 ouE/uur]
1524 381
859 215
1384 346
[106 ge/uur]
762
429
692
diameter kanaal
[m]
2,60
oppervlak kanaal
[m 2]
5,31
statischedruk kanaal
[Pa]
-115
-125
-120
gemiddelde rookgassnelheid temperatuur
[m/s] [oC]
18,1 147,0
17,8 145,2
18,2 145,8
vochtgehalte
[%]
16,5
16,1
16,0
rookgasdichtheid
[kg/m 3]
0,819
0,824
0,823
bedrijfsdebiet debiet (101,3 kPa, 20 o C, nat)
[m 3/h] [m 3/h20,nat] [m 03/h]
345221 240488 187195
341016 238558 186585
348497 243454 190524
Meetresultaten;
veldb lanco 41
Afgasgegevens
debiet (101,3 kPa, 0o C, droog)
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10
Bijlage 3:
Meetmethoden
Meetmethode geur (verdund) Voor het bepalen van de geurconcentratie wordt op een of meerdere punten die representatief zijn voor het afgaskanaal (conform EN 15259), gedurende een vastgestelde tijd een deelstroom van het afgas aangezogen en in een bekende verhouding verdund met geurvrije stikstof. Een deelstroom van het gasmonster wordt opgevangen in een nalophane monsterzak. De opstelling die bij de monsterneming wordt gebruikt is schematisch weergegeven in de onderstaande figuur.
Waarin: 1 : 2 : 3 : 4 :
verdunningssonde voorzien van een kwartswol filter drukmeter 5 : verdunningsgas temperatuurregelaar 6 : capillaire restrictie drukregelaar/reduceerventiel 7 : nalophane monsterzak
Het geurmonster wordt door een door de RvA geaccrediteerd laboratorium geanalyseerd conform de NEN-EN 13725 (forced choice methode). De analyse wordt binnen 30 uur na de monsterneming uitgevoerd. De gevolgde werkwijze is vastgelegd in het interne werkvoorschrift: WVM-020. Bij handhavingsmetingen dient in overeenstemming met het document ‘Meten en rekenen geur’ en de NTA 9065 het meetkundig gemiddelde van de gemeten concentratie verminderd met de meetonzekerheid van de meetmethode te worden getoetst aan de emissie-eis. Als maat voor de meetonzekerheid van de meetmethode wordt het tweezijdig 90% betrouwbaarheidsinterval van de meetwaarde gehanteerd. Voor geur is deze bepaald op een factor 2.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10
Meetmethode debiet en afgasparameters Voor de bepaling van het debiet in een afgaskanaal wordt op een aantal punten, die representatief zijn voor het doorsnede-oppervlak van het afgaskanaal, een drukverschilmeting uitgevoerd. De drukverschilmeting wordt uitgevoerd met behulp van een pitotbuis. De dichtheid van het afgas wordt berekend uit de samenstelling, absolute temperatuur en -druk en het vochtgehalte van het afgas. Uit de gemeten drukverschillen en de afgasdichtheid wordt de lokale snelheid van het afgas berekend. Uit het gemiddelde van de berekende afgassnelheden per meetpunt en het oppervlak van het afgaskanaal wordt het afgasdebiet berekend. De temperatuur van het afgas wordt vastgesteld met behulp van een thermokoppel en een uitleesunit. Het vochtgehalte wordt op een van de volgende wijze bepaald: de natte- en droge- bol temperatuursmeting (set van thermokoppels één met en één zonder (schone witte) katoenen kous), volgens NEN-EN 14790, zie bijlage 3 van WVM001; de gravimetrische methode conform NEN-EN 14790. De opstelling die bij de monsterneming wordt gebruikt is schematisch weergegeven in onderstaande figuur. Waarin: 1 temperatuurmeter 2 thermokoppel 3 thermokoppel met kous 4 pitotbuis 5 drukmeter
Voor de bepaling van de afgassnelheid geldt een minimum drukverschil [∆P] van 5 Pa, gemeten met een pitot- of Prandtlbuis. De meetmethode is conform de ISO 10780. De gevolgde werkwijze is vastgelegd in het interne werkvoorschrift: WVM-001.
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10
Bijlage 4:
Analyseresultaten
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10
Dit rapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.