schoon genoeg halfjaarlijkse uitgave van de Schone Kleren Kampagne
nummer 6
Noodklok voor Bangladesh Opnieuw tientallen doden in Bengaalse kledingindustrie Schone
e
leren Kampagn
• mei 2006
Colofon
Redactioneel
Colofon Redactie Christa de Bruin, Floris de Graad, Marcella Kraay Eindredactie Peter Noordermeer Tekst Maggie Robbins, Kathleen Vickery Beeld Jenneke Arens, Bas Baltus, Carole Crabbé, Ton van der Heij, Connexion (coverfoto Ton van der Heij) Vormgeving Maaike Pfann, www.kunstenmakerij.com Druk PrimaveraQuint ISSN nummer 1574-9800
Deze Schoon Genoeg is grotendeels gewijd aan het thema Bangladesh. De keuze voor het thema werd ingegeven door het feit dat het inmiddels ruim een jaar geleden is dat de Spectrum-kledingfabriek in Bangladesh instortte. Bij het drama vonden vierenzestig mensen onder het puin de dood. Het leek een goed moment om de balans op te maken en te kijken welke stappen de verantwoordelijke partijen gemaakt hebben om dergelijke rampen in de toekomst te voorkomen. Maar de afgelopen maanden vielen er in Bangladesh opnieuw bij verschillende fabrieksdrama’s honderden doden. De conclusie is dus volstrekt duidelijk. Er is nog veel en veel te weinig gebeurd om de levens van de Bengaalse arbeiders veilig te stellen. Het is na een serie van zulke rampen ook duidelijk dat halve maatregelen hier niet volstaan. De Schone Kleren Kampagne deed daarom op 11 april, precies een jaar na instorten van de Spectrum-fabriek, in Amsterdam een demonstratieve ‘kledingcheck’. Inspecteurs van de Schone Kleren Kampagne vroegen winkeliers of de kleding in hun winkel uit Bangladesh kwam en zo ja, of zij de veiligheid van de Bengaalse arbeiders kunnen garanderen. U kunt in deze Schoon Genoeg lezen dat hier door de filiaalhouders onwennig en ontwijkend op werd gereageerd. Ernstig, want de verbetering van de veiligheid van de Bengaalse arbeiders duldt geen uitstel. Wordt vervolgd.
KOM IN ACTIE
Schoon Genoeg is een uitgave van de Schone Kleren Kampagne. Het blad verschijnt twee maal per jaar. De Schone Kleren Kampagne richt zich op verbetering van de arbeidssituatie in de kleding- en sportgoederenindustrie wereldwijd en op bewustwording van arbeidsrechten. Zo’n 250 organisaties en tienduizenden individuen in elf verschillende landen steunen het internationale netwerk dat georganiseerd is onder de naam Clean Clothes Campaign. We werken onder meer samen met vakbonden en NGO’s die arbeiders vertegenwoordigen in de producerende landen. Meer en meer consumenten vinden verantwoord ondernemen net zo belangrijk als de kwaliteit en de prijs van een product. Ze hechten er belang aan dat arbeidsrechten worden gerespecteerd.
FOTO CAROLE CRABBÉ
schoon genoeg
Gedrukt op 100% gerecycled papier
Voor meer informatie of voor suggesties en opmerkingen over schoon genoeg kun je contact opnemen met het secretariaat:
[email protected] www.schonekleren.nl T 020 4122785 • F 020 4122786 Postbus 11584 • 1001 GN • Amsterdam
2
Floris de Graad redactie schoon genoeg
De Schone Kleren Kampagne is afhankelijk van donateurs. U kunt uw bijdrage overmaken op giro 39.27.802 t.n.v. Schone Kleren Overleg, Amsterdam.
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
mei 2006
Inhoud P.13
FOTO TON VAN DER HEIJ
FOTO CAROLE CRABBÉ
FOTO JENNEKE ARENS
P.12
P.04
P.04 Rampmaand voor Bengaalse kledingarbeiders Februari 2006 was voor Bengaalse kledingarbeiders een nachtmerrie. Er vonden vier ernstige ongelukken plaats waarbij vele tientallen doden vielen.
P.07 Internationaal nieuws Scandinavische Schone Kleren groepen bijeen. Mexicaanse arbeidsrechtenactivist met dood bedreigd. Hermosa.
P.08 Seksegebonden behandeling in kledingindustrie Arbeiders en arbeidsters in de kledingindustrie hebben het zwaar. Risico’s zijn echter niet gelijkelijk over beide geslachten verdeeld. Vrouwen in de kledingindustrie lopen door seksegebonden regels andere en vaak grotere risico’s voor hun gezondheid dan mannen in dezelfde werkplaats.
P.12 Inspectieteam bezoekt kledingwinkels Op 11 april vond in Amsterdam een demonstratieve ‘kledingcheck’ plaats.In diverse kledingwinkels werd onderzocht welke kleding uit Bangladesh komt en wat het bedrijf daar aan verbetering van de veiligheid doet.
P.13 Op bezoek bij Scapino Nura en Jahangir herkennen in Scapino de kleding zoals zij die zelf maakten.
P.14 Kort nieuws SKK vraagt prins om olympische prestatie .
P.15 Brandende vraag... Draagt mijn buschauffeur schone kleding?
P.16 Vooruitblik De film ‘China Blue’ weet op aangrijpende wijze de barre omstandigheden in de Chinese kledingindustrie weer te geven.
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
mei 2006
3
TEKST FLORIS DE GRAAD FOTO’S JENNEKE ARENS EN CAROLE CRABBÉ
Een rampmaand voor Bengaalse kledingarbeiders
Februari 2006 Februari 2006 was voor Bengaalse kledingarbeiders een nachtmerrie. Er vonden vier ernstige ongelukken plaats waarbij vele tientallen doden vielen. De ongelukken verlopen veelal volgens een vergelijkbaar patroon. Het gebouw stort in of er ontstaat brand, meestal door een gebrekkige elektrische installatie. De arbeiders die in de fabriek werkzaam zijn, worden onder het puin bedolven of komen om in het gedrang bij de nooduitgang. De brand die in februari de fabriek KTS Textile Industry in de havenstad Chittagong in as legde, is daarom geen uitzondering. In de avond van 23 februari brak er brand uit in de fabriek waar op dat moment ongeveer duizend arbeiders aan het werk waren. Belangrijke uitgangen waren zoals gebruikelijk afgesloten, officieel om diefstal te voorkomen. Het aantal arbeiders dat bij het gedrang omkwam, was ditmaal ook weer hoog. Drieënzestig arbeiders lieten volgens officiële cijfers in het drama het leven, maar arbeiders zeggen veel meer collega’s te zijn kwijtgeraakt. In 2005 werden al twee elektriciens in dezelfde fabriek geëlektrocuteerd. Het zijn tragedies die wel shockeren maar niet verbazen. Volgens officiële statistieken deden zich in Bengaalse fabrieken tussen 1995 en 2004 23.989 ongelukken voor waarbij 163 doden te betreuren vielen. Het werkelijke aantal doden ligt veel hoger. Volgens onafhankelijke schattingen vielen er de afgelopen vijftien jaar alleen al in de kledingindustrie meer dan driehonderd doden.
smeergeld op. De inspecteurs kunnen met een aantal stevige wetten dreigen. Zo kan een fabriekseigenaar die minder dan het minimumloon uitbetaalt, tot maximaal één jaar gevangenisstraf worden veroordeeld. Tot een zaak komt het vrijwel nooit, tot verbetering van de veiligheid evenmin. Bij de bouwinspectie is het verhaal al niet anders. Overheidsbronnen geven zelf toe dat meer dan 95 procent van de gebouwen afwijkt van het oorspronkelijke bouwplan.
de bouw beginnen, hebben we een apart potje voor de inspecteurs, dus we kunnen alles aan het gebouw aanpassen.’ (anonieme ondernemer, Daily Star 26 februari 2006) De grondprijzen in het centrum van de hoofdstad Dhaka zijn vergelijkbaar met die in Londen, waardoor er voor de huisvesting van fabrieken wordt uitgeweken naar minder geschikte locaties. Veel kledingfabrieken zijn gehuisvest in gebouwen die daar nooit voor bedoeld zijn en nieuwbouw vindt plaats in de alom aanwezige moerassen. Ook de Spectrum-fabriek in Savar werd op moerasgrond gebouwd. Toen de fabriek op 11 april 2005 instortte, werd aanvankelijk gedacht dat dit de oorzaak was.
Zodra de bouw begint, wijken de meeste ontwikkelaars willens en wetens af van het oorspronkelijke bouwplan. Ze weten dat de bouwinspectie alleen langs komt om het smeergeld in ontvangst te nemen. ‘Als we met
De arbeidsinspectie ziet zich voor een onmogelijke maar lucratieve taak gesteld. De Bengaalse krant Daily Star meldt dat er twintig inspecteurs zijn aangesteld om de 50.000 geregistreerde fabrieken te controleren. Het feit dat er met deze beperkte middelen nog heel ‘mooie’ prestaties worden geleverd, wordt vooral in verband gebracht met de in Bangladesh welig tierende corruptie: iedere inspectie levert in potentie Een slachtoffer van de ramp bij KTS Textiles
4
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
mei 2006
Belangrijke uitgangen waren zoals gebruikelijk afgesloten, officieel om diefstal te voorkomen. Uiteindelijk bleek een ander mankement het gebouw fataal te zijn geworden: de fabriek werd zonder vergunning met een aantal extra verdiepingen uitgebreid. Door onvoldoende uitharding van het beton stortte de fabriek in. Vierenzestig arbeiders vonden onder het puin de dood. De eigenaar van de fabriek, Sayed Shahriyar, werd vastgezet maar al snel op borgtocht vrijgelaten. De relaties met mensen in overheidsfuncties zal hierbij hebben geholpen. De schoonvader van Shahriyar is parlementslid, zijn vrouw rechter aan het Hoger Gerechtshof. De overheid is niet erg geneigd om op harde maatregelen ter verbetering van de veiligheid aan te dringen. Veel ministers en parlementsleden zijn zelf fabriekseigenaar.
Vezelakkoord De Bengaalse kledingarbeider is de speelbal tussen de belangen van de lokale elite en de westerse kledingmerken. De Bengaalse kledingindustrie is daarmee bij uitstek een voorbeeld van de schaduwzijde van de globalisering. De kledingindustrie is sinds begin jaren tachtig sterk gegroeid en is daarom veel minder gereguleerd dan de oudere industrietakken zoals de textielindustrie. Inmiddels draagt de kledingindustrie voor meer dan driekwart bij aan het bruto nationaal product. Er werken maar liefst anderhalf miljoen arbeiders in de kledingindustrie. Tien miljoen mensen zijn er indirect afhankelijk van. Bangladesh heeft tot begin 2005 gebruik gemaakt van de ruime quota aan kledingproductie die haar in het kader van het internationale Vezelakkoord waren toebedeeld. Na het aflopen van deze overeenkomst per 1 januari 2005 bestond wereldwijd de angst dat China de productie van alle kleinere kledingproducerende landen zou opslokken. Maar de Bengaalse overheid en werkgevers zeggen de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Angst om door de ongebreidelde groei van de Chinese kledingindustrie van de markt gedrukt te worden is er nauwelijks, en als die angst er al was dan is ze door de jongste groeicijfers gelogenstraft.
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
Het puin van de ingestorte Spectrum kledingfabriek
Geen wonder, Bangladesh behoort tot de allerarmste landen van Azië. Waar China zich een positie op de wereldmarkt weet te bevechten met een combinatie van redelijk lage lonen en een goed georganiseerde infrastructuur, is het lage loon de enige troef van Bangladesh. Het loon van een Bengaalse arbeider is nog niet de helft van zijn Chinese collega. Voorlopig is dit lage loon voldoende om opdrachten in de wacht te slepen waarbij kwaliteit en levertijd niet van doorslaggevend belang zijn. De Bengaalse werkgeversorganisatie weet dan ook een flink aantal verbeterpunten op te noemen. De infrastructuur is slecht, waardoor er lange levertijden ontstaan. De arbeidsproductiviteit is laag, terwijl er veelvuldig sprake is van arbeidsonrust. Tegelijkertijd heeft één op de drie kledingfabrieken regelmatig moeite om de deadlines te halen door het uitvallen van de elektriciteitsvoorziening. Niet iedere fabriek beschikt over een eigen generator. Ten slotte ontbreekt het Bangladesh aan een eigen textielindustrie, waardoor de stoffen voor kledingproductie tegen hoge prijzen uit het buitenland moeten worden geïmporteerd.
|
nummer 6
|
mei 2006
Arbeidsomstandigheden Ook in Bangladesh is ruim driekwart van de arbeiders in de kledingindustrie vrouw. Dit in tegenstelling tot andere sectoren zoals de voedingsmiddelenindustrie en de elektronicaindustrie waar ongeveer de helft van de werknemers vrouw is. De meeste vrouwen zijn migranten van landloze plattelandsfamilies, naar de steden gedreven door de armoede op het platteland. Een kleinere groep trekt naar de stad om door werk de studie van kinderen te kunnen bekostigen. In de kledingfabrieken kunnen ze aanvankelijk alleen in de allerlaagste functies aan de slag. De werktijden zijn lang, vaak wordt er een twaalfurige werkdag gedraaid. De beloning is laag, maar gebrek aan alternatieven maakt het werk in de fabriek noodzakelijk. Althans, als het loon wordt uitbetaald. Meer dan een kwart van de kledingarbeiders neemt ontslag vanwege het uitblijven van betaling. Ook de werkplek laat veel te wensen over. Een klein aantal op de export gerichte grotere fabrieken zijn in nieuwbouw gevestigd en voorzien van voldoende ventilatie en licht. In de duizenden kleinere fabrieken en werkplaatsen is de situatie veel slechter.
5
lees verder
Ook de meest goedkope en eenvoudige maatregel, de arbeiders laten oefenen en hen instrueren hoe te handelen bij brand, wordt vrijwel nooit genomen. knokploegen tegen vakbondsactivisten ingezet. De overheid wordt er vaak van beschuldigd dat ze bewust bijdraagt aan het hinderen van het goed functioneren van vakbonden. Een verdenking die eenvoudig rijst, aangezien veel ministers en parlementsleden zelf eigenaar van een kledingfabriek zijn.
Arbeidsters demonstreren na de fatale ongelukken
De veiligheidssituatie laat over de hele linie veel te wensen over. Dit geldt zowel voor de constructie van de gebouwen als voor brandpreventie en -bestrijding. Het is niet ongebruikelijk dat het fabrieksmanagement alleen voor het moment dat er voor vergunningen wordt gecontroleerd brandblussers huurt of leent. In geval van brand is het vaak niet mogelijk om de fabriek te verlaten omdat de nooduitgang is afgesloten of geblokkeerd. Veel werkplaatsen bevinden zich daarbij op locaties die voor de brandweer niet of moeilijk te bereiken zijn. Ook de meest goedkope en eenvoudige maatregel, de arbeiders laten oefenen en hen instrueren hoe te handelen bij brand, wordt vrijwel nooit genomen.
Vakbonden Er is dus meer dan genoeg reden om verbetering van de arbeidsomstandigheden te eisen. In Bangladesh bestaat vakbondsvrijheid, waarvan, gezien het aantal vakbonden, ook volop gebruik wordt gemaakt. Er zijn acht geregistreerde landelijke vakbondsfederaties, veertien federaties die alleen in een kleiner aantal sectoren actief zijn en nog eens zes ongeregistreerde vak-
6
bondsfederaties. Veel van deze vakbonden zijn echter gebonden aan partijpolitiek en maken zich niet altijd even sterk voor hun leden. De praktijk is voor een actieve vakbond weerbarstiger dan de theorie. Het is moeilijk om op de werkvloer arbeiders te organiseren omdat ze vaak voor kortere tijd in een fabriek werken om daarna naar een beter betalende werkgever over te stappen. Ook de lange werktijden en het ontbreken van vrije dagen maakt het voor arbeiders moeilijk om aan vakbondsactiviteiten deel te nemen. Het spreekt voor zich dat het voor arbeiders moeilijk is om van hun hongerloon ook nog de contributie te betalen. Terwijl het mogelijk is om buiten de fabriek van burgerlijke vrijheden gebruik te maken, is het opzetten van een vakbond binnen de fabriek juist erg problematisch. Fabriekseigenaren zijn niet geneigd om een vakbond op hun werkvloer toe te laten. Werknemers die lid zijn van een vakbond, worden ontslagen of onder druk gezet om te vertrekken, bijvoorbeeld door intimidatie of door hen het overwerk te weigeren, wat een noodzakelijke aanvulling op de magere lonen vormt. In enkele gevallen worden er
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
Waar moeten de Bengaalse kledingarbeiders hun hoop op richten? De armoede en corruptie stemmen weinig optimistisch. Nura en Jahangir, overlevenden van het instorten van de Spectrum-fabriek, waren hier bij hun bezoek aan Nederland in februari duidelijk over. Men moet in Bangladesh alles in het werk stellen om tot betere arbeidsomstandigheden te komen, maar de sleutel tot verbetering ligt deels bij de westerse afnemers van kleding. De westerse kledingmerken hebben als opdrachtgever een sterke onderhandelingspositie. Het heeft weinig zin als deze bedrijven de zoveelste eis op papier zetten en verder voldaan achterover leunen. Dat zou voorbijgaan aan de praktijk in een land als Bangladesh. Het is van belang dat westerse kledingmerken er op toe laten zien dat basale arbeidsrechten worden gerespecteerd en hierbij nu eens wel de arbeiders om wie het gaat aan het woord laten. Dat kan bijvoorbeeld door zich aan te sluiten bij een initiatief als de Fair Wear Foundation, een organisatie waarin zowel bedrijven als vakbonden en maatschappelijke organisaties zijn vertegenwoordigd. Gezien de regelmaat waarmee in Bangladesh fabrieksongelukken plaatsvinden, is het echter urgent dat er onmiddellijk wordt begonnen met een grondige en onafhankelijke inspectie van de Bengaalse kledingfabrieken. Dit is een maatregel die geen uitstel duldt en waar de gehele kledingindustrie zich achter zou moeten scharen. De kledingmerken zijn een partij met grote invloed en ook nog eens de grootste speelruimte hebben om maatregelen te nemen. Per slot van rekening strijken zij het leeuwendeel op van het geld dat in Bangladesh tot in de late uurtjes wordt verdiend. schoon genoeg
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
mei 2006
Internationaal nieuws TEKST MARCELLA KRAAY EN FLORIS DE GRAAD BEELD CCC
Scandinavische Schone Kleren groepen bijeen Zo’n vijftien jaar geleden werd de Schone Kleren Kampagne in Nederland opgericht. Ondertussen zijn er in negen Europese landen Schone Kleren Kampagne-netwerken. De Zweedse Schone Kleren Kampagne, Rena Kläder, heeft in januari een bijeenkomst georganiseerd van Scandinavische groepen om ervaringen uit te wisselen en samenwerking te bevorderen. Vertegenwoordigers van verschillende Zweedse, Noorse en Finse vakbonden en non-gouvernementele organisaties maakten kennis met elkaar en het werk van de Schone Kleren Kampagne. De bijeenkomst leidde tot serieuze plannen om ook in Noorwegen en Finland Schone Kleren Kampagnes op te zetten.
Hermosa
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
re toeleveranciers van deze bedrijven aan de slag te laten gaan. U kunt via de internationale website van de Schone Kleren Kampagne een brief sturen waarmee u de betrokken kledingmerken op hun verantwoordelijkheden wijst: www.cleanclothes.org/appeals.htm
Mexicaanse arbeidsrechtenactivist met dood bedreigd Eind vorig jaar werd de voorzitter van de mensen- en arbeidsrechten commissie van Tehuacan Valley in Mexico, Martin Barrios Hernández, gearresteerd en gevangen gezet. Hij werd beschuldigd van chantage van een kledingfabriekeigenaar. Op dat moment speelde er een conflict met het management van de fabriek dat 163 arbeiders had ontslagen omdat zij staakten. Na een storm van protest, nationaal en internationaal, tegen Barrios’ ongegronde detentie, werd hij op 12 januari vrijgelaten. Kort daarop ontving Barrios van verschillende kanten waarschuwingen dat zijn leven en dat van zijn familieleden en medewerkers gevaar loopt. De Schone Kleren Kampagne roept iedereen op om een brief te schrijven aan de gouverneur van Puebla State in Mexico en aan te dringen op het garanderen van de veiligheid van Martin Barrios. Verschillende kledingmerken die kleding in de fabriek laten maken, waaronder Levis en Gap, hebben al een brief geschreven. Kijk voor een voorbeeldbrief en meer informatie (in het engels) op de website: www.cleanclothes.org/urgent/06-03-08.htm.
mei 2006
KOM IN ACTIE
Al langere tijd stond de Hermosa-kledingfabriek in San Salvador (El Salvador) bekend om de onregelmatige en onvolledige betalingen van het salaris. Rond kerst 2004 vormden de arbeiders een vakbond. Na druk van de arbeiders bij het ministerie van Arbeid beloofde de eigenaar de achterstallige lonen op korte termijn uit te betalen. Het tegenovergestelde gebeurde echter: dezelfde week liet de eigenaar stoffen en machines naar zijn andere, recent geopende fabriek overbrengen. De Hermosa-fabriek zou worden gesloten. Een 28 dagen durende bezetting van de bedrijfskantine werd door de rechter onrechtmatig verklaard. Nadat de bezetting werd opgeheven sloot de fabriek voorgoed haar poorten. Inmiddels is duidelijk dat de fabriekseigenaar de op het salaris ingehouden sociale premies nooit heeft afgedragen. Er zijn talrijke schuldeisers en hij wordt beschuldigd van fraude. De getroffen arbeiders lieten het er niet bij zitten en hielden meerdere demonstraties, onder andere bij het ministerie van Arbeid en de tweede fabriek van de eigenaar. Tot nog toe zonder succes. Er zijn zelfs aanwijzingen dat de protesterende arbeiders op een zwarte lijst zijn geplaatst die onder het management van andere fabrieken in de regio verspreid is. Een aantal bekende merken liet in de Hermosa-fabriek produceren waaronder Nike, Reebok, Adidas, Rusell en Wall-Mart. Met uitzondering van Wall-Mart, dat het volledig laat afweten, hebben de genoemde bedrijven vertegenwoordigers gestuurd die onderzochten hoe de opbrengst van de boedel van Hermosa nog aan de arbeiders ten goede zou kunnen komen. De mogelijkheden hiervoor bleken echter beperkt. Hiermee mag de zaak natuurlijk niet afgedaan zijn. De Schone Kleren Kampagne roept de kledingmerken die in de fabriek lieten produceren op om een steunfonds voor de arbeiders in te stellen en waar mogelijk Hermosa-arbeiders bij ande-
schoon genoeg
7
TEKST MAGGIE ROBBINS EN KATHLEEN VICKERY VERTALING PETER NOORDERMEER FOTO’S CCC
De gevolgen van seksegebonden regels in de kledingindustrie
Ziek en vermoeid De arbeidsomstandigheden voor arbeiders in de kledingindustrie zijn berucht om hun onmenselijk karakter, zowel jegens mannen als vrouwen. Mannen en vrouwen in het bijzonder maken veel uren voor weinig geld. Ze zijn dikwijls blootgesteld aan stof en giftige stoffen in lawaaiige volle ruimtes met weinig ventilatie en verlichting. Door slechte ergonomische omstandigheden, de aard van het werk en overwerk lopen arbeiders en arbeidsters in de kledingindustrie kans op grote werkdruk en kwalen als gevolg van te grote inspanning. Deze risico’s zijn echter niet gelijkelijk over beide geslachten verdeeld. Vrouwen in de kledingindustrie lopen door seksegebonden regels andere en vaak grotere risico’s voor hun gezondheid dan mannen in dezelfde werkplaats.
Arbeidster in een Poolse kledingfabriek
Op veel plaatsen worden jonge vrouwen geworven en in dienst genomen juist wegens de sociale opvattingen over hun ervaring, vaardigheden, vrouwelijk temperament, en hun plicht leidinggevende mannen te gehoorzamen. In de ogen van de bazen is een ‘goede’ kledingarbeidster gezeglijk, onvermoeibaar en van nature ge-
8
inderdaad vaak, omdat hen is geleerd niet te zeggen wat ze voelen en omdat ze weten dat ze dan worden genegeerd of gestraft.
schikt om met haar handen steeds dezelfde dingen te doen. Vrouwen zouden ongemakken lang kunnen verdragen, zelfs ernstige pijn, wanneer hun is geleerd dat pijn er nu eenmaal bij hoort. Wanneer vrouwen hun mond opendoen, kunnen ze worden berispt door mannen die vinden dat vrouwen horen te zwijgen. En vrouwen zwijgen
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
Armoede, het grootste gezondheidsrisico Hoewel vrouwen in de kledingindustrie in de meerderheid zijn, verdienen ze op de meeste plaatsen minder dan mannen, zelfs
|
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
mei 2006
Zelfs in een huishouden met een werkloze man, mogen mannen weigeren om te koken, schoonmaken, voor de kinderen zorgen en ander ‘vrouwenwerk’. voor gelijk werk als geschoold arbeider. Vrouwen worden vaak gewoonweg uitgesloten van hoger betaalde functies, en ook voor scholing en promotie, wat wordt veroorzaakt door diep ingesleten geslachtsgebonden normen in samenlevingen waarin ‘vrouwenarbeid’ niet als waardevol wordt gezien en waar gezinshoofden en publieke gezagsdragers traditioneel allemaal mannen zijn. Ongelijke beloning betekent dat vrouwen meer kans lopen op ondervoeding en slechte huisvesting, ze minder toegang hebben tot de gezondheidszorg en openbare voorzieningen als schoon drinkwater en gezondheidszorg. Ongelijke beloning betekent ook dat vrouwen harder en langer moeten werken om rond te kunnen komen, wat leidt tot uitputting en beschadigingen door stress en overwerk, ziektes als gevolg van de aantasting van hun immuunsysteem en langere herstelperiodes na verwondingen of ziektes.
Eisen aan de werkplek voor vrouwen worden genegeerd Gereedschappen, machines en fabrieksmeubilair worden zelden ontworpen met de gedachte aan vrouwen. Slechte ergonomische omstandigheden – hoe pas je de manier van werken aan aan het lichaam van een arbeider – gecombineerd met lange werkdagen en niet afnemende druk productiequota te halen, leiden tot druk op de ogen, vermoeidheid en de gezondheid ondermijnende klachten door overinspanning, die zelden worden gediagnosticeerd noch worden behandeld. In plaats van gereedschappen en taken aan te passen om kwetsuren te voorkomen, negeren bazen routinematig klachten van arbeiders over pijn en ongemakken, en ontslaan arbeidsters die de productie niet kunnen bijhouden. Ze worden ook ontslagen als ze vrij nemen om naar de dokter te gaan of te herstellen van een verwonding of een ziekte. In december 2002, tijdens langdurig nachtwerk, kwam de rechter duimnagel van Mon, een naaister bij SGD Corporation in Angono (Filippijnen) onder de machine die knopen aan kleren zet. Mon (35) gebruikte haar tanden om de knoop van
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
Arbeidster in een Chinese kledingfabriek
haar nagel af te bijten en kwam tot de ontdekking dat de machine een gat in haar duim had geslagen. ‘Neem twee tabletten amoxicillin en ga weer aan het werk,’ zei haar leidinggevende haar nadat ze om hulp had gevraagd. ‘Wanneer er orders zijn die onmiddellijk moeten worden verscheept, kun je geen nachtwerk weigeren, ook al voel je je niet goed,’ vertelde Mon. Drie dagen later kwam een vinger van haar linkerhand onder de machine, net als haar duim die nog steeds was gezwollen en erg pijn deed. In veel fabrieken krijgen arbeidsters geen schoon drinkwater en mogen ze alleen naar het toilet als het echt nodig is. Vrouwen zijn gevoeliger voor blaasontstekingen dan mannen, wanneer ze niet genoeg drinken of vaak genoeg een plas doen. Vrou-
|
nummer 6
|
mei 2006
wen moeten ook regelmatig naar het toilet kunnen waar zeep en water is, wegens hun persoonlijke hygiëne tijdens hun menstruatie of hun zwangerschap. Maar deze voorzieningen ontbreken in veel kledingfabrieken. In de drieëntwintig fabrieken die de Clean Clothes Campaign in Zuidelijk Afrika bezocht en daar verslag over deed, kwam bij bijna de helft toiletbezoek als heikel punt naar voren. Bij één fabriek waren de toiletten alleen open op bepaalde tijden, en had maar één toilet op elke vijfenveertig werknemers. Weer een andere fabriek had één toilet voor vrouwen, één voor mannen en één voor het management, op een totaal van 920 arbeiders. En dan was er nog een fabriek waar werd bijgehouden hoe vaak de vrouwen naar het toilet gingen en hoe lang ze daar bleven. lees verder
9
Arbeidster demonstreren in Bangkok
briek ontslagen, om te voorkomen dat de fabriek moet betalen voor zwangerschapszorg. Een bekende manier van het dwarszitten van zwangere arbeidsters is onder meer onvriendelijke verbale bejegening, in combinatie met hogere productiequota, langere werkdagen en zwaarder werk, zoals staand werk in plaats van zittend en overplaatsing naar afdelingen waar het veel heter is. Filippijnse vakbonden rapporteren dat zwangere arbeidsters in de vrijhandelszone Cavite werden gedwongen over te werken, ook ’s nachts. In een andere kledingfabriek had een arbeidster een miskraam op een toilet in het bedrijf nadat haar was verboden verlof te nemen.
Twee diensten achter elkaar Werkgeverscontrole over seksualiteit en voortplantingsvermogen Zelfs slecht betaalde fabrieksarbeid biedt veel jonge vrouwen een unieke kans op sociale en economische onafhankelijkheid. Dat wil overigens niet zeggen dat ze hun mogelijkheden voor een huwelijk en het krijgen van kinderen vaarwel zeggen. Maar
Deze toestanden maken een inbreuk op gelijke arbeidsrechten voor vrouwen en op hun recht zelf te beslissen of ze zwanger willen worden of niet. Ze hebben ook ernstige gevolgen voor de gezondheid van arbeidsters en hun kinderen. Arbeidsters die in verwachting raken, proberen dat zolang mogelijk verborgen te houden, wat ertoe
In de ogen van de bazen is een ‘goede’ kledingarbeidster gezeglijk, onvermoeibaar en van nature geschikt om met haar handen steeds dezelfde dingen te doen. in veel gevallen worden vrouwen – alleen vrouwen – gedwongen dat wel te doen om werk te krijgen en te houden. De invloed van de werkgevers op de vrouwelijke seksualiteit en op haar al dan niet krijgen van kinderen is gewoonlijk een van de aanstellingsvoorwaarden. In sommige kledingfabrieken wordt vrouwen die komen solliciteren, gevraagd of ze getrouwd zijn, uitgaan met mannen, van plan zijn kinderen te krijgen en of ze voorbehoedsmiddelen gebruiken. Soms moeten ze betalen voor een zwangerschapstest. Zwangere vrouwen en vrouwen die de test weigeren, worden niet aangenomen. In sommige fabrieken moeten vrouwen elke maand bevlekt maandverband laten zien ten bewijze dat ze niet in verwachting zijn. Kledingarbeidsters in LatijnsAmerika worden gewoonlijk gedwongen een zwangerschapstest te ondergaan.
10
leidt dat ze verstoken blijven van de juiste voeding, onvoldoende prenatale zorg krijgen en een grote kans op blootstelling aan gevaarlijke arbeidsomstandigheden die kunnen leiden tot aangeboren defecten, voortijdige geboorte, te kleine baby’s en andere gezondheidsproblemen. Het gezonde vermogen om kinderen voort te brengen bij zowel mannen als vrouwen, en de gezondheid van hun kinderen, kunnen worden beschadigd door blootstelling aan giftige stoffen, hitte, lawaai, overwerk en uitputting. In fabrieken waar zwangere vrouwen mogen blijven werken, kan nog steeds van hun worden geëist dat ze werken in een onveilige omgeving. Hoewel ze vaak worden gedwongen ontslag te nemen, is de werkgever niet verplicht te betalen voor zwangerschapsverlof en andere wettelijke voorzieningen. In China worden zwangere arbeidsters in een schoenenfa-
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
Voor en na lange werkdagen en -nachten in de fabriek moeten veel vrouwen gewoon hun rol vervullen als onbetaald verzorger voor hun kinderen en andere gezinsleden. Zelfs in een huishouden met een werkloze man, mogen mannen weigeren om te koken, schoon te maken, voor de kinderen te zorgen en ander ‘vrouwenwerk’. De extra verantwoordelijkheid voor het welzijn van anderen eist een zware tol van de fysieke en psychische gezondheid van arbeidsters. Sociale normen en het personeelsbeleid in de meeste kledingfabrieken dragen alleen maar bij aan die belasting. Werkgevers treffen doorgaans geen voorzieningen ter plaatse voor borstvoeding of de verzorging van kinderen. In een onderzoek onder negen toeleveranciers voor Nike (zeven schoenfabrieken, een voor toestellen, een voor sportattributen en accessoires) zegt meer dan de helft van de 4000 ondervraagde arbeidsters dat de verzorging van kinderen erg belangrijk voor hen was, hoewel geen van de fabrieken ook maar één vorm van dagopvang had voor kinderen. ‘Deze vrienden die kinderen hebben, spijt het zeer dat ze nooit tijd hebben om met hun kinderen door te brengen en ze niet kunnen zien opgroeien,’ zegt Laila, die werkt in een Indonesische fabriek die sportkleding maakt voor zeven bekende sportmerken. Een arbeidster in een andere fabriek voegt daaraan toe: ‘Wanneer we lang achtereen moeten overwerken, krij-
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
mei 2006
Demonstratie Bangladesh naar aanleiding van de Spectrum ramp
gen de mensen die kinderen hebben de kans niet die te zien. De kinderen slapen al wanneer ze thuiskomen, en slapen nog steeds wanneer ze ’s ochtends weer naar hun werk gaan.’
Pesten en geweld Er wordt vaak met geweld gedreigd en het wordt tegen arbeidsters gebruikt door opzichters, werkgevers, de politie, staatsveiligheidsdiensten, stakingsbrekers en anderen om de stelselmatige schending van arbeidersrechten aan de gang te houden. Mannen en vrouwen worden vaak getreiterd, geslagen en soms gedood wanneer ze zich organiseren en betere arbeidsomstandigheden eisen. Daarenboven zijn vrouwen vaak het slachtoffer van vernederende handtastelijkheden, verbaal en fysiek geweld en seksuele intimidatie op de werkplek, en hangt de constante dreiging van lichamelijk geweld en verkrachting in hun leefgemeenschap boven het hoofd. In een fabriek in Lesotho die werd bezocht door de CCC, vertelden vrouwen dat ze elke dag bij het verlaten van de fabriek (door vrouwen) werd gefouilleerd. Sommige vrouwen werden gedwongen hun kleren uit te doen, en menstruerende vrouwen moesten hun maandverband wegnemen om te laten zien dat ze niets hadden gestolen. Verscheidene vrouwen werden onderweg naar huis na lang overwerken verkracht, maar het management weigerde vervoer te regelen voor arbeidsters die laat moesten werken. Indonesische arbeidsters rapporteerden dat ‘mooie’ meisjes altijd worden lastiggevallen door de mannelijke leidinggevenden. Ze komen naar de meisjes toe, roepen hen in hun kantoren, fluisteren in hun oren, raken hen aan, kopen hen om en dreigen hen met ontslag als ze geen seks met hen willen hebben.’ Door dit systematische geslachtgebonden geweld staan arbeidsters overal ter wereld bloot aan een reeks kwetsuren en emotionele stress-gebonden ziektes die mannen niet treffen.
Samen opkomen voor de gezondheid en veiligheid van vrouwen In veel kledingfabrieken en hun leefgemeenschappen eromheen maken ge-
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
slachtsgebonden rolpatronen zich los van de sociale normen. Deze kloof tussen aan de ene kant houdingen en opvattingen over de rechten van mannen en vrouwen,
ger arbeidsomstandigheden, en een eind aan discriminatie en seksuele intimidatie. In de meeste vakbonden en andere arbeidersvriendelijke organisaties moeten vrou-
Indonesische arbeidsters rapporteerden dat ‘mooie’ meisjes worden lastiggevallen door de mannelijke leidinggevenden. hun vaardigheden en hun status in de groep, en aan de ander kant de omstandigheden waarin arbeiders leven en werken, is zowel een bron van conflicten als een mogelijkheid voor meer gelijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen. De solidariteit onder arbeiders in exportbedrijven ontstaat niet zelden met het bevechten van gezondheidsnormen, zoals het recht op de gang naar het toilet en het verschoond blijven van seksuele intimidatie. Omdat groepen arbeidsters gewoonlijk staan tegenover een ordening die is ingesteld en wordt bewaakt door een groep mannen, is elke eis of verzet in het algemeen ook een confrontatie met het rolpatroon tussen mannen en vrouwen. Arbeidsters stellen voortdurend gewoontes en stereotiepe opvattingen op de proef en organiseren zich op verschillende manieren om voor hun rechten op te komen, gelijk loon voor gelijk werk te eisen, veili-
|
nummer 6
|
mei 2006
wen ook de strijd aanbinden tegen de taaie hindernissen die hun volledige deelneming aan de maatschappij en hun leiderschap in de weg staan. Campagnes voor arbeidsrechten en gezondheid en veiligheid kunnen niet beantwoorden aan de noden van alle arbeiders, tenzij arbeidsters direct worden betrokken bij het stellen van prioriteiten en bij het nemen van besluiten over de te volgen strategieën en te voeren acties. Ten slotte is de gezondheid en veiligheid van vrouwen ook afhankelijk van de verantwoordelijkheid van regeringen, niet alleen van het afdwingen van arbeidswetten en -normen, maar ook voor het handhaven en naleven van vrouwenrechten, het vergroten van de kansen voor vrouwen op onderwijs en politieke deelname, en het beëindigen van geweld tegen vrouwen. Voor meer informatie: www.hesperian.org
schoon genoeg
11
TEKST FLORIS DE GRAAD FOTO TON VAN DER HEIJ
Inspectieteam bezoekt kledingwinkels
Kledingcheck Op 11 april vond in Amsterdam een demonstratieve ‘kledingcheck’ plaats. Er trok die dag een bonte stoet mensen door de Nieuwendijk en de Kalverstraat. Een sambaband trok de aandacht en er werden stapels folders uitgedeeld. Een aantal ‘inspecteurs’ in fluorescerende gele hesjes liep met een notitieblok in de hand op de stoet vooruit. Het was die dag precies een jaar geleden dat de Spectrum-kledingfabriek in Bangladesh instortte. Hierbij vielen 64 doden. In februari dit jaar volgde een nieuwe reeks ongelukken in Bengaalse fabrieken, waarbij opnieuw vele tientallen doden vielen. Het is duidelijk dat er nog steeds geen structurele maatregelen genomen zijn om de veiligheidssituatie in de Bengaalse kledingindustrie te verbeteren. Kledingbedrijven geven over het algemeen weinig openheid over de plek en omstandigheden waaronder hun kleding geproduceerd wordt. Reden voor de Schone Kleren Kampagne om met de ‘kledingcheck’ de proef op de som te nemen en in de winkels zelf te onderzoeken welke kleding uit Bangladesh komt en wat het bedrijf daar aan verbetering van de veiligheid doet. De sambaband houdt daarom op gezette tijden halt bij filialen van bekende kledingwinkels. Terwijl buiten een brandweervrouw met helm en megafoon het passerende publiek op de hoogte brengt van de onveilige situatie in de Bengaalse kledingindustrie, gaan de inspecteurs het filiaal binnen. Kleding wordt uit de rekken genomen en op herkomst gecontroleerd, de toesnellende filiaalleiding wordt uitgebreid bevraagd. Tijdens de inspecties blijkt dat maar weinig labels het land van productie vermelden. De filiaalleiding van de grotere ketens zoals Hema, C&A en WE weigert ieder commentaar. Men blijkt strak geïnstrueerd en verwijst door naar de voorlichter van het concern,
met uitzondering van de bedrijfsleider van WE die in een vlaag van agressieve paniek tegen de inspecteurs tekeer gaat. De voorlichter van C&A blijkt telefonisch niet bereikbaar. In de winkels van de wat kleinere ketens zoals Perry Sport en Coolcat waren personeel en filiaalleiding vaak wel tot een gedachtewisseling bereid, al konden ze over de omstandigheden bij de productie van hun kleding maar weinig concreets vertellen. In het algemeen werd ook hier verwezen naar het hoofdkantoor. Het inspectieteam liet daarom in de winkel een brief aan de concernleiding achter met het verzoek terug te rapporteren aan de Schone Kleren Kampagne. Natuurlijk worden op het hoofdkantoor de uiteindelijke beslissingen genomen. Toch is maatschappelijk verantwoord ondernemen iets wat het hele bedrijf aangaat, dus ook het winkelpersoneel. Informatie over het beleid van het bedrijf ten aanzien van de arbeidsomstandigheden van kledingarbeiders zou daarom zowel voor personeel als voor publiek eenvoudig beschikbaar moeten zijn. Tijdens de kledingcheck was daar nog weinig van te merken. Aansluitend op de actie heeft de Schone Kleren Kampagne een twaalftal grote Nederlandse kledingwinkels en –merken aangeschreven met de vraag wat hun beleid is ten aanzien van de veiligheid van de Bengaalse arbeiders die hun kleding maken. De resultaten van deze rondvraag zullen op de website van de Schone Kleren Kampagne worden gepubliceerd.
schoon genoeg
Ook C&A geeft geen openheid
12
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
mei 2006
TEKST FLORIS DE GRAAD FOTO TON VAN DER HEIJ
Overlevenden ingestorte Spectrum-fabriek in Nederland
Op bezoek bij Scapino Op 11 april 2005 stortte de Spectrum-kledingfabriek in Bangladesh tijdens de nachtdienst in. Vierenzestig arbeiders vonden de dood, vierenzeventig arbeiders raakten gewond. Onder hen Nura (29) en Jahangir (24). Begin februari waren zij in Europa om de westerse afnemers van de Spectrum-fabriek op hun verantwoordelijkheden te wijzen. Nura en Jahangir herkennen in Scapino de kleding zoals zij die zelf maakten
Het Nederlandse programma omvatte een gesprek met Scapino, één van de afnemers van de fabriek, en een voorlichtingsdag in het Textielmuseum in Tilburg. Hier vertelden ze over hun achtergrond, de ramp en wat het betekent om kledingarbeider in Bangladesh te zijn. De arbeidsomstandigheden in de Spectrum-fabriek waren slecht, maar naar Bengaalse begrippen niet uitzonderlijk. Er werd minimaal twaalf uur per dag gewerkt, zeven dagen in de week. Toen het negen verdiepingen tellende gebouw om één uur ’s nachts instortte, werd er al enkele dagen achtereen nachtdienst gedraaid. Jahangir werd na zes uur na het ongeluk onder het puin vandaan gehaald en naar een ziekenhuis overgebracht waar hij dertien dagen verlamd is geweest. Hij heeft nierproblemen aan het drama overgehouden en kan niet meer langdurig staan. Nura werd na zestien uur bevrijd, lag drieënhalve maand in het ziekenhuis en mist sindsdien een arm. Het ongeluk is niet alleen een ramp voor Nura en Jahangir, die voor hun leven getekend zijn, maar ook voor de familie die door hen werd onderhouden. Nura zorgde voor de inkomsten voor zijn vrouw en kind, moeder, twee broers en twee zussen. Zijn vrouw heeft geen werk kunnen vinden, deels omdat ze zorg moet dragen voor Nura’s verwondingen en hun kind. Nura ontving kort voor zijn vertrek naar Europa zijn achterstallig loon. Om in de toekomst het hoofd boven water te houden, heeft hij een lening van 30.000 taka (ongeveer 380 euro) moeten afsluiten. Al zijn hoop is gericht op schadevergoeding van de westerse afnemers.
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
Jahangir heeft twee broers, een zus, zijn beide ouders en zijn vrouw te onderhouden. Zijn vader heeft grote gezondheidsproblemen en moet door Jahangir en zijn broers worden verzorgd. Van de eigenaar van de Spectrum-fabriek heeft hij geen enkele hulp gekregen. Hij kreeg wat geld uit het noodfonds dat door één afnemer was ingesteld, maar moest toch twee koeien verkopen. Als er niet snel een oplossing komt, moet hij wellicht ook land verkopen waarop de familie nu nog wat voedsel verbouwt. Jahangir maakt zich zorgen over zijn zieke vader die meer zal moeten gaan werken. Jahangir ziet in hogere prijzen voor de productie van kleding een belangrijke sleutel tot verbetering. Een bezoek aan een filiaal van Scapino in Utrecht bevestigde hun standpunt. Hier liggen kledingstukken in de schappen zoals zij die
|
nummer 6
|
mei 2006
maakten. Hun salaris was slechts een fractie van de uiteindelijke verkoopprijs. De betrokkenheid van westerse afnemers lijkt zich te beperken tot controles op de fabrieksvloer. Ook de Spectrum-fabriek werd twee maanden voor het instorten door een inspectieteam bezocht. De controles worden van te voren aangekondigd zodat het management de fabriek snel kan opknappen, brandblussers bij de buren kan lenen en een handdoek in het toilet kan hangen, lichtte Jahangir toe. De arbeiders worden van te voren geïnstrueerd wat ze de inspecteurs mogen vertellen. Nura en Jahangir verwachten terug in Bangladesh geen repercussies, tenzij westerse afnemers bij de overheid gaan klagen. Maar als hun tour door Europa het lot van de 1,8 miljoen Bengaalse kledingarbeiders kan verbeteren, hebben ze dat er voor over. schoon genoeg
13
Kort nieuws TEKST FLORIS DE GRAAD EN MARCELLA KRAAY FOTO BAS BALTUS
SKK vraagt prins olympische prestatie Prins Willem-Alexander kreeg tijdens de Olympische Winterspelen bezoek bij zijn villa in Wassenaar en bij paleis Noordeinde. Op 17 februari vroegen de Oranjesupporters van de Schone Kleren Kampagne het IOC-lid om zich in te zetten voor het gebruik van eerlijke sportkleding op de Olympische Spelen. Bij de villa in Wassenaar werd een stappenplan bezorgd dat aangeeft hoe er tijdens de Spelen van 2008 in eerlijke kleding kan worden gesport. Nog altijd staan de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie op gespannen voet met de sportieve waarden van de Olympische Spelen. De bedrijfstak wordt gekenmerkt door langdurig overwerk, onderbetaling en soms zelfs kinderarbeid. De Olympische gedachte staat voor eerlijk spel en eerlijke kansen. Kleding met het Olympische logo wordt nu gemaakt onder omstandigheden waar dat absoluut niet voor geldt. Het Internationaal Olympisch Comité heeft tot nog toe nauwelijks actie ondernomen om er voor te zorgen dat de kleding met haar logo in waardigheid is gemaakt. Het stappenplan werd al tijdens de Spelen van 2004 in Athene gepresenteerd door een internationale coalitie van maatschappelijke organisaties. In Nederland maakt de Schone Kleren Kampagne deel uit van deze coalitie. De voornaamste eisen aan het IOC zijn dat de productie van kleding met een Olympisch logo moet voldoen aan internationaal erkende arbeidsnormen en dat het respecteren van arbeidsrechten deel uit moeten maken van de ethische code van het IOC. schoon genoeg
Protestbrievenschrijvers gezocht!
In april heeft de Stichting Schone Kleren Overleg haar jaarverslag 2005 uitgebracht. In het verslag worden onder andere de activiteiten van de organisatie beschreven en worden de inkomsten en uitgaven in 2005 uiteengezet. Voor 2006 heeft de Schone Kleren Kampagne opnieuw veel activiteiten gepland. Het Nederlandse secretariaat zal activiteiten in het kader van de projecten “Empowering Workers in a Globalised Industry” en “Groen Licht voor Schone Kleding” ondernemen. Het internationale secretariaat zal de campagne “Right to organize, Right to know” verder voeren. Voor de verschillende onderdelen zijn de volgende bedragen begroot:
Eén van de activiteitenvan de Schone Kleren Kampagne is de oproep aan consumenten om protestbrieven te schrijven aan kledingmerken die het bij de productie van hun kleding niet zo nauw nemen met arbeidsrechten. Wie zich heeft opgegeven als protestbrievenschrijver ontvangt een paar maal per jaar een voorbeeldbrief om naar het betreffende kledingbedrijf door te sturen. Via de website en onze circulaire word je vervolgens van de verdere ontwikkelingen op de hoogte gehouden.
Pers en publieke beinvloeding Nederland Buitenland
e 98.350,e 157.400,-
Campagnes Nederland Buitenland
e 32.800,e 360.600,-
Het jaarverslag 2005 is te lezen op www.cleanclothes.org/ftp/annual2005.pdf. Een papieren versie is te bestellen bij het secretariaat (zie colofon voor contactgegevens). schoon genoeg
14
Schrijven helpt. De afgelopen jaren zijn er bij een aantal kledingbedrijven stappen naar verbetering gezet. Maar ook als het schrijven van een protestbrief niet meteen tastbaar resultaat oplevert sterkt het de kledingarbeiders in hun strijd om een menswaardig bestaan.
KOM IN ACTIE
Jaarverslag 2005
Geef je op per e-mail:
[email protected], per telefoon: 020-412 2785 of per post: Postbus 11584, 1001 GN in Amsterdam. schoon genoeg
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
mei 2006
Brandende vraag... TEKST FLORIS DE GRAAD FOTO CONNEXION
Draagt mijn buschauffeur schone kleding ? De kans is groot dat er nu nog een luchtje aan het uniform van uw buschauffeur of conducteur zit. Maar als het een beetje meezit, is dat binnenkort anders. De Schone Kleren Kampagne lanceert halverwege dit jaar de campagne ‘Groen licht voor Schone Kleding’. Deze campagne richt zich op de werknemers in de openbaar-vervoersector. Het is de bedoeling dat ze naar aanleiding van de campagne zelf om schone kleding vragen. De campagne is daarmee een vervolg op de Schone Kleren Gemeenten-campagne. Deze campagne begon in 2003. Het was in deze campagne onder meer de bedoeling dat gemeenten een motie aannamen waarin specifiek werd vermeld dat er nog slechts ‘schone kleding’ aangekocht zou worden. Van de leverancier wordt verwacht dat de werkkleding volgens de arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) wordt gefabriceerd. Bovendien zou de controle op de handhaving van deze normen moeten plaatsvinden in samenspraak met lokale arbeidersorganisaties. In de praktijk betekende deze serie van eisen dat de leverancier lid van de Fair Wear Foundation moet zijn. Dit is een organisatie waarin kledingbedrijven, maatschappelijke organisaties en vakbonden zijn vertegenwoordigd. De campagne was erg succesvol. Ongeveer achttien gemeenten namen een motie aan waarin om schone kleding werd gevraagd. Baanbrekend was het werk van de gemeente Enschede die vanaf begin 2005 alle gemeentelijke kleding betrekt van een bedrijf dat zich bij de Fair Wear Founda-
S ch o n e K l e r e n Ka m p a g n e
|
s ch o o n g e n o e g
|
nummer 6
|
tion heeft aangesloten. Inmiddels kunnen we dan ook tevreden vaststellen dat 80 procent van de door Nederlandse bedrijven geproduceerde beschermende werkkleding door bij de Fair Wear Foundation aangesloten bedrijven wordt geproduceerd. Tijd dus om naar aanleiding van dit succes de bakens te verzetten. De nieuwe doelstelling van de Schone Kleren Kampagne is dat nu ook de leveranciers van representatieve kleding zich bij de Fair Wear Foundation aansluiten. Het uniform van de buschauffeur is een voorbeeld van representatieve kleding. De openbaar-vervoersector is met ongeveer 50.000 werknemers een belangrijke afnemer van representatieve kleding. Het zou dan ook een grote stap vooruit zijn wanneer de werknemers in deze branche zelf om schone uniformen vragen. Veel inkopers zijn zich er niet van bewust dat het niet erg moeilijk is om eisen te stellen aan de arbeidsomstandigheden tijdens de productie van representatieve kleding. Bij de campagne wordt vooral geprobeerd om via de ondernemingsraad het onderwerp op de agenda te krijgen. Om ook de campagne met persaandacht te ondersteunen, zal er eind 2006 een tot naaiatelier verbouwde bus langs de hoofdvestigingen van een aantal belangrijke openbaar-vervoerbedrijven gaan. Bent u werknemer bij een openbaar-vervoerbedrijf en wilt u het onderwerp schone kleding ook op de agenda van uw bedrijf krijgen, neem dan contact op met de Schone Kleren Kampagne.
mei 2006
schoon genoeg
15
[email protected] www.schonekleren.nl T 020 4122785 F 020 4122786 Postbus 11584 1001 GN Amsterdam
Vooruitblik TEKST FLORIS DE GRAAD FOTO TON VAN DER HEIJ
True Blue De film ‘China Blue’ weet op zeer aangrijpende wijze de erbarmelijke omstandigheden in de Chinese kledingindustrie weer te geven. In de documentaire staat het jonge meisje Jasmine centraal. Ze is uit armoede van het platteland naar de fabriek getrokken. De documentaire laat beelden zien uit het harde dagelijks leven in en om de fabriek. Ook de fabriekseigenaar, een illegale vakbondsleider en een arbo-inspecteur komen aan het woord. De film heeft de kracht van een manifest. Eind 2005 won de film de Amnesty International-Doen award en aansluitend op de vertoning op het Amnesty International Film Festival werd onder leiding van Felix Meurders een publieksdebat gehouden over kledingproductie in China. De Schone Kleren Kampagne was hier vanzelfsprekend bij aanwezig. Half september zal de film in de Nederlandse filmhuizen voor een breed publiek te bekijken zijn. Verschillende maatschappelijke organisaties die actief zijn op het gebied van kleding en arbeidsomstandigheden, hebben daarom de hoofden bij elkaar gestoken en het project ‘True Blue’ opgezet. De doelstellingen van het project ‘True Blue’ is om een aantal bestaande activiteiten van maatschappelijke organisaties rond de film en het thema kleding zo te verbinden dat het voor het grote publiek duidelijk wordt dat het hier om hetzelfde thema en dezelfde problematiek gaat. De Schone Kleren Kampagne zal in het kader van ‘True Blue’ rond het uitkomen van de film vertegenwoordigers van Chinese arbeiders uitnodigen om de situatie van de Chinese kledingarbeiders voor het Nederlandse publiek toe te lichten. Een speciale ‘True Blue’-website zal nader berichten welke activiteiten de deelnemende organisaties binnen het project ontplooien. schoon genoeg
Schone
e
leren Kampagn