Uitgever
Met dank aan: Iedereen die aan dit nummer heeft meegewerkt. AUDREY RAKKÉ 248media werkt uitsluitend met Hoofd- en beeldredacteur freelancers. Abonnementen: Aanmelden via www.248media.nl. EDDIE VAN DER WERELD
Columnist
JEANNETTE BAKKER
Kindercoach / docent
EGBERT KLASENS
Redacteur
MARJOLEIN LOLKEMA
Redacteur
KARIN RAKKÉ
Redacteur
JUDITH REMMERTS
Redacteur
PAULIEN ZUIDERHOEK
Redacteur
PETER VAN DE WIEL
Cartoonist
RUUD BAAS
Grafische vormgeving
Abonnementsgeld dient bij vooruit betaling te worden voldaan. Abonnementen gelden tot weder opzegging en worden zonder opzegging automatisch met een jaar verlengd. Beëindigen van het abonnement dient per e-mail minimaal vier weken voor afloop van de abonnementsperiode te geschieden bij
[email protected]. Prijzen: Jaarabonnement (zes nummers per jaar) € 42,00. Losse nummers € 7,95. Abonnementen buiten Nederland: prijs op aanvraag. Wijzigingen voorbehouden. Advertentieverkoop: Raymond van der Knaap, Tel. 06 - 44 99 00 71
[email protected] Kinderwijz is een uitgave van: 248media uitgeverij – www.248media.nl Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De namen en foto’s van de kinderen in de artikelen zijn fictief en hebben geen betrekking op de inhoud van het artikel. ISSN: 2212-2095
© 2011 248media uitgeverij, Steenwijk © 2011 kinderwijz magazine, Steenwijk
VOORWOORD VAN RAYMOND
RAYMOND VAN DER KNAAP Verschijnt zes maal per jaar
Als je de cijfers hoort, schrik je ervan: maar liefst vijftien
procent van alle kinderen tot en met 12 jaar krijgt te maken met pesten. Met alle negatieve gevolgen voor de ontwik keling van het kind van dien.
Ik ben vroeger ook gepest. Een van de redenen was mijn kleding. Terwijl mijn klasgenoten rondliepen in modieuze kleding van trendy boetieks, liep ik rond met praktische kleding van grote warenhuizen. Mijn moeder had het
beste met mij voor: ik mocht ook geen modieuze of sportschoenen dragen, want die zouden slecht zijn voor
mijn rug. Daar liep ik dan op mijn dikke leren schoenen
met witte spekzolen. Ik voelde mij daardoor ongemakke lijk: rijp om gepest te worden.
Misschien vind ik daarom schooluniformen wel zo’n ge weldige uitvinding. De Britten waren de eersten die het schooluniform invoerden, waarna dit fenomeen door het
kolonialisme zich verder verspreidde. Er zijn in de wereld meer landen met dan zonder schooluniformen. Oud-wethouder on derwijs van Utrecht
– en nu burgemees
ter van Goes – René Verhulst stelde in 2004 nog voor om
in Nederland een schooluniform
schooluniform zou pestgedrag verminderen
in
te voeren. Het is er toen niet van gekomen. Op de basis school Bizzie Kids Basic in Almere is sinds september dit
jaar een schooluniform verplicht. Zij zijn, na The British
School in Den Haag, de tweede school in Nederland waar een schooluniform wordt gedragen.
Uit recentelijk onderzoek blijkt dat bijna zeventig procent
van de drieduizend vrouwen die ondervraagd werden, een schooluniform wil instellen in Nederland, omdat dit
het pestgedrag zou verminderen. Tegenstanders vinden
echter dat een schooluniform de ontwikkeling van de eigen identiteit van het kind zou belemmeren.
In dit nummer van Kinderwijz is het hoofdthema Pesten. Een onderwerp dat je op verschillende manieren kunt benaderen. Zo heb je in het onderwijs te maken met
regels of protocollen. Bibi Schreuder geeft aan dat wan
neer we via een systemische bril naar pesten kijken, we kunnen zien dat het pestgedrag dienstbaar is aan het
grotere geheel. ‘Iets’ is niet in orde. Er zijn meerdere me
thodes om kinderen te begeleiden. Zo heeft ook Jeannette Bakker-Stam een mooie methode ontwikkeld (KOM OP)
en gebruikt pestdeskundige Theo Klungers in zijn casus de methode STA STERK.
Als deze methodieken er in mijn tijd waren geweest, had ik vast minder last gehad van mijn kleding‘keuze’…
kinderwijz . 1
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 1
23-10-11 22:03
Logischerwijz
Jeannette Bakker-Stam
Kom op
voor kinderen die te maken hebben met pesten Op een dinsdagavond om tien uur zit onze 10-jarige zoon intens verdrietig bij ons op de bank. Snikkend vraagt hij of hij naar een andere school kan of mag blijven zitten op school. Hij voelt zich onveilig in de klas en heeft het gevoel er alleen voor te staan. ‘Ze moeten mij altijd hebben en niemand komt voor mij op!’ Het afgelopen jaar zijn er meerdere incidenten geweest waardoor onze zoon een groeiend gevoel van eenzaam heid kreeg. Hij heeft er thuis echter nooit over gepraat. Als kindercoach heb ik de nodige ervaring met kin deren die gepest werden, maar als moeder is het een heel andere ervaring. Ons manneke zo intens verdrietig daar te zien en te horen welke oplossingen hij alleen nog maar kon zien was hartverscheurend. De emoties die daarbij horen zijn haast niet te beschrijven. En hier speelt nog een extra factor mee. Het verhaal van onze zoon loopt namelijk parallel aan mijn eigen verhaal. Ook ik ben als kind gepest en buitengesloten, met de daarbij horende gevolgen. Tijd dus om al deze ervaringen bij elkaar te voegen en hier iets mee te doen. Ik ben op onderzoek gegaan en heb de afgelopen periode meerdere ouders gesproken van kinderen die te maken hadden met pesten. Er bleek een grote over eenkomst bij alle verhalen.
Zodra een kind te maken krijgt met pesten, stappen de meeste ouders in eerste instantie naar de leer kracht of de school van hun kind. Er zijn op veel scho len wel pestprotocollen, maar er is vrij weinig bekend bij leerkrachten over passende en effectieve hulp en begeleiding. Waar kunnen ouders terecht als ze hulp zoeken voor hun kind? Welke hulp is goed voor een kind om te ‘herstellen’ van de ervaringen rondom pestgedrag? Welke informatie hebben ouders nodig om hun kind te kunnen begeleiden? En vooral: wat kunnen de o uders doen? De werkwijze die ik naar aanleiding van dit onder zoek en mijn ervaringen heb ontwikkeld, heet KOM OP voor kinderen die te maken hebben met pesten. Een werkwijze voor hulpverleners die met kinderen werken die te maken hebben met pesten, gericht op het coachen van kinderen en het adviseren en onder steunen van ouders.
2 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 2
23-10-11 22:03
Jeannette Bakker-Stam (1969) is getrouwd en moeder van drie kinderen. Als kinder- en onderwijscoach werkt ze voor en met kinderen. Tevens is ze trainer-docent bij een opleidingsinstituut voor kindercoaching en bedenkster van Stichting Adiona, professioneel platform voor kindercoaching. In februari 2011 zijn haar boek COACHEE! Handboek voor kindercoaching en het COACHEE!-spel verschenen.
kinderwijz . 3
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 3
23-10-11 22:03
Logischerwijz
K waliteit en Kracht O vertuigingen M aatje O efenen P raten en Plezier! Kwaliteit en Kracht
Op het moment dat een kind echt last heeft van het pestgedrag van anderen, gaat hij geloven dat hij min der is dan de ander. Daarom is het belangrijk dat een kind de eigen kwaliteiten en kracht (weer) ontdekt. Dit kan hij ontdekken met hulp van de volwassenen om hem heen. Zodra volwassenen hem echter als slachtoffer bestempelen en hem zielig gaan vinden, wordt alle kracht bij hem weggehaald. En daarmee help je hem van de regen in de drup. Maak het kind geen slachtoffer, maar help hem bij het herstellen. Daar hebben kinderen echt wat aan!
‘Je kan een mens niets leren; je kan hem alleen helpen het zelf te ontdekken in zichzelf.’ Galileo Galilei Italiaans natuurkundige (15641642) Er zijn leuke oefeningen die kinderen hun kracht laten erva ren. Een voorbeeld daarvan is de familieboom. Laat een kind gewoon staan en geef hem een zacht duwtje tegen de arm, zodanig dat hij uit balans raakt. Laat hem nu benoemen welke spieren hij allemaal gebruikt om niet om te vallen. Oefen dit een paar keer. Visualiseer daarna samen met het kind dat hij een grote boom is. Met grote tak ken, een stevige stam en wortels die heel diep in de aarde gaan. De wortels zijn van het kind. Het zijn wortels van zijn vader, zijn moeder, zijn opa’s en oma’s, al zijn voorouders en iedereen die bij hem horen. En door die wortels gaat een heel krachtige levensstroom via de voeten het lichaam in. En door het lichaam gaat de energie ook weer naar de wor tels, zodat het blijft stromen. Duw na de visualisatie weer tegen het kind, op dezelfde
manier als de eerste keer. Kinderen ervaren zich vaak veel sterker dan voor de visualisatie. Ditzelfde principe kun je ook toepassen door het kind op te tillen. Vaak laat ik dit door de ouders doen. Ga achter het kind staan. Pak hem onder de oksels door om zijn mid del vast en til hem langzaam en voorzichtig op. Laat hem daarna weer de boom visualiseren en til hem vervolgens op dezelfde wijze weer op. Het optillen zal nu veel moeilijker gaan. Kinderen ervaren op deze manier een enorme kracht in zichzelf. En dat geeft zelfvertrouwen. Het is dan ook fijn voor kinderen die gepest worden om hiermee te oefenen. Ook krachtsporten zoals judo, karate en aikido zijn heel fijn voor kinderen als ze hier behoefte aan hebben.
Overtuigingen
De volgende stap in het herstelproces is het werken met de overtuigingen van kinderen. Kinderen hebben namelijk een negatief oordeel over zichzelf als ze erva ren dat ze gepest worden. Op het moment dat een kind gelooft dat hij bijvoorbeeld ‘dom’ is omdat de pesters dit beweren en de ouders zeggen ‘nee hoor, je bent hart stikke slim’, dan heeft dat laatste nauwelijks effect. Als kindercoach neem ik datgene wat het kind over zichzelf zegt helemaal serieus. Jij vindt dat je dom bent? Oké! En vertel eens, wat is dom precies? Wat bedoel jij hiermee? En wanneer merken anderen dat je dom bent? Door er serieus op in te gaan kan een kind ontdekken of de gedachte over zichzelf klopt of juist helemaal niet klopt. Zo leert hij zich bewust te worden van de eigen overtuigingen en kan hij hier zelf iets mee doen. Daar mee vinden kinderen dan ook hun eigen oplossingen en strategieën, en dat is vele malen effectiever dan de op lossingen die de volwassenen aandragen. Ouders kunnen dit zeker begeleiden, maar ik heb er varen dat de meeste ouders door de verstrikking in de emoties rond hun kind het fijn vinden dat iemand mee kijkt en meedenkt. De hulp van bijvoorbeeld een kinder coach is dan heel prettig. Het geeft een bepaalde rust voor de ouders.
Maatje
Als een kind wordt gepest, voelt hij zich vaak eenzaam. Een maatje is dan ook heel belangrijk. Een maatje kan een vriendje zijn, maar zeker ook een dier of een knuffel. En een dagboek kan ook heel handig zijn. Iemand waar je al je verhalen tegen kunt vertellen, iemand die je begrijpt en naar je luistert. Iemand die je ziet zoals je bent. Of iemand die hetzelfde heeft meegemaakt als jij. Ouders zijn in dit geval géén maatje. Ouders blijven ouders en zij moeten deze rol ook heel bewust op zich nemen. Met het kind ga ik dan ook altijd op zoek naar een maatje. Hij zoekt zelf en kiest ook zelf. Soms zijn er meerdere kinderen
4 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 4
23-10-11 22:03
Foto: Firma Y | Shutterstock.com
KOM OP staat voor:
Filmtip Foto: Firma Y | Shutterstock.com
Als vierde stap is het oefenen belangrijk. Situaties waar kinderen het moeilijk mee hebben als ze worden gepest, kunnen ou ders met hun kinderen gaan uitspelen. In de kindercoachpraktijk doen we dit regel matig. Het kind verdeelt de rollen en legt de situatie uit. De ouders spelen met of zonder het kind de situatie op meerdere manieren uit. Door in de kindercoachprak tijk te oefenen krijgen de ouders een voor beeld en kunnen ze dit thuis ook doen. Het helpt een kind om toe te kijken als regisseur. De meerwaarde daarvan is dat hij afstand kan nemen en meerdere op lossingen kan bedenken voor de situaties.
En door het oefenen met de ouders en eventueel thuis ook met broertjes en zus jes krijgt hij nieuwe vaardigheden en an dere denkstrategieën.
Praten en Plezier
Communicatie is erg belangrijk in het hele proces. Praten en luisteren zijn vaardig heden op zich. Echt luisteren vereist van ouders dat ze hun eigen oplossingen, me ningen en aannames moeten parkeren, en dat is niet makkelijk. Als je kind te ma ken krijgt met pesten, komen er vaak heel wat emoties los. Bij vaders op een andere manier dan bij moeders. Het is belangrijk
De tasjesdief (1995) Deze film vertelt het verhaal van de 12-jarige Alex die door de overvallers van zijn oma wordt gedwongen om damestasjes te stelen en die aan hen te geven. Uit angst voor vergelding durft hij thuis niets over de gebeurtenissen te vertellen en komt hij gaandeweg in een isolement terecht.
Boektip
Oefenen
dat de hulpverlener dit met de ouders bespreekt. Beide rollen, van vader en van moeder, zijn enorm belangrijk. De meeste moeders zullen het gesprek aangaan en zich zorgen maken om de emoties van het kind, terwijl de meeste vaders juist een appel doen op de daadkracht en de weer baarheid van het kind. Beiden zijn nodig. Het is dan ook van belang dat de ouders elkaar hierin ondersteunen. In mijn praktijk koppel ik de twee laatste stappen, het oefenen en het praten, ook aan de factor plezier. Het is vaak zwaar en het kost veel energie. Samen plezier ma ken in het oefenen en praten geeft energie en helpt kinderen in het genezingsproces.
Tot slot
Wellicht vraag je je af hoe het nu met onze zoon gaat. Gelukkig kan ik zeggen dat het heel erg goed gaat met hem. Voor de eer ste stap, het zien van zijn kwaliteiten en het ervaren van zijn kracht, hebben wij een afspraak gemaakt met onze homeopaat. Zij heeft een passend middel voor hem gevonden, wat hem weer een gevoel van basis gaf. Verder heeft hij bij een weerbaar heidscoach geleerd om zich te verdedigen en zijn eigen kracht in te zetten. Hij gaf zelf aan dat hij dit nodig had omdat hij sterker wilde worden. En dus hebben we hiernaar geluisterd. Dit tot grote vreugde van onze zoon, want hij heeft hier veel geleerd en het plezier teruggevonden. Bovendien heeft hij een maatje gevonden om mee te praten. Dit klasgenootje heeft hem op school ook geholpen als hij het niet zag zitten. Verder zijn wij als ouders gaan praten met de ouders van de kinderen die hem gepest hadden. Dit heeft heel goed ge werkt. De ouders van beide ‘partijen’ zijn met de kinderen om tafel gaan zitten en hebben de kinderen met elkaar laten praten. Dit kan helaas niet altijd, maar gelukkig kon dit in het geval van onze zoon wel. Er ontstond wederzijds begrip. En het vertrouwen van onze zoon groeide, waardoor hij weer naar school ging zon der pijn in zijn buik. We zijn hier de ouders van de andere kinderen dan ook zeer dankbaar voor.
Online Iris Boter Ilze wordt gepest op haar nieuwe school. Haar oude vriendinnen die samen op een andere school zijn gegaan, lijken steeds meer met elkáár op te trekken. Daar baalt ze enorm van. Maar dan gaat ze online en leert een lieve vriendin kennen. Vanaf 10 jaar.
Boektip
die hetzelfde meemaken en dan kan het zijn dat we een lotgenotengroepje vor men. Dat kan prettig zijn – maar alleen in overleg en naar behoefte van het kind. Be paal dit niet voor hem, maar laat hem zelf onderzoeken wat of wie bij hem het beste past. Ook dat maakt het kind weer sterker.
Spijt! Carry Slee Jochem voelt zich niet erg gelukkig in de tweede klas. Hij is het mikpunt van getreiter. David doet er niet aan mee, maar hij durft er niks van te zeggen. Op een ochtend krijgen ze van de rector te horen dat Jochem na de klassenavond niet is thuisgekomen. David voelt zich schuldig. Samen met een vriendin gaat hij Jochem zoeken om te zeggen dat het hem spijt. Dan vinden ze Jochems tas in het meer. Misschien is het al te laat... Vanaf 13 jaar. kinderwijz . 5
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 5
23-10-11 22:03
Tekst: Bibi Schreuder
Met de opleiding
Dank aan alle pesters
Systemische Pedagogiek leert Bibi Schreuder deelnemers systemische inzichten in dagelijkse pedagogische situaties toe te passen. Na 25 jaar in het sociaalpedagogisch onderwijs gewerkt te hebben, richtte ze met haar man het Bert Hellinger Instituut Nederland op, waar workshops en opleidingen systemisch werk met opstellingen gegeven worden.
Foto: José Claassen
www.hellingerinstituut.nl
6 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 6
23-10-11 22:03
Als we door een systemische bril naar pesten kijken, zien we dat het pestgedrag dienstbaar is aan het grotere geheel: het wil iets aan het licht brengen dat niet ‘in orde’ is in het grotere systeem. Het kan de functie hebben om het systeem weer compleet te maken, of om een uitstaande schuld in dat systeem te vereffenen. Misschien moeten we pesters eigenlijk wel dankbaar zijn voor wat ze ons willen laten (in)zien. Deze gedachten zijn niet zo makkelijk inpasbaar in de manier van denken waar we aan gewend zijn. ‘Hoezo dankbaar zijn; voor al het leed dat berokkend wordt in het leven van degene die gepest werd? En moeten we die pesters dan maar hun gang laten gaan?’ Nee, maar er zijn meer manieren om met pestgedrag om te gaan dan het direct te willen stoppen. Ik wil je uitdagen om zo’n andere manier van denken, het syste misch denken, toe te laten, al is het alleen maar tijdens het lezen van dit artikel. Systemisch denken houdt in dat je zonder oordelen een individu ziet als een onder deel van een groter geheel, een levend systeem. Bert Hellinger, die het systemisch werk met opstellin gen ontwikkelde, zag dat de werking van systemen door drie principes worden gestuurd: • systemen willen compleet zijn in die zin, dat ieder lid recht heeft op een plek; • systemen hebben een ordening; • ieder systeem zoekt naar balans in nemen en geven. Door systemisch te kijken krijgen we inzicht in hoe on derliggende krachten uit het systeem, bijvoorbeeld het familiesysteem, ons gedrag onbewust beïnvloeden. Wij mensen hebben – als kuddedier – nog een oerinstinct dat onbewust het grotere geheel dient. Een van die in stincten is dat we continu ‘scannen’ of we erbij horen en onbewust: of alles erbij hoort. Vanuit het kuddele ven gezien is het er niet meer bij horen levensgevaar lijk: de eerste de beste leeuw kan je pakken zonder de bescherming van de kudde als geheel. Een kudde ‘weet’ dat ieder zijn plek heeft en ieder weet er zijn functie, en dat waarborgt de veiligheid.
Weten door onderdeel van een systeem te zijn
Al heel vroeg leren we de signalen te herkennen welk gedrag gewenst is, en met welk gedrag we het risico lopen er niet meer bij te horen. Zodra je jezelf over ‘wij’ hoort spreken, weet je dat je onderdeel bent van dat systeem. Je weet – zonder dat dit je ooit verteld hoeft te zijn – hoe het toegaat bij ‘ons’ en dat dat anders is dan bij ‘jullie’.
Voor een kind is het van levensbelang dat het bij de ou ders en bij familie hoort. Het neemt de patronen van die familie over, het is trouw aan de normen en waar den, zo hoort het erbij, en dat geeft een gevoel van on schuld en zekerheid. Zodra je ontrouw wordt, voel je je schuldig en onzeker. In de loop van het leven neem je deel aan steeds meer systemen. Naast het basissysteem van de familie wordt een kind in school, of misschien eerst in de kinder opvang, deel van een ander ‘wij’, een ander systeem, met andere normen en regels die laten merken hoe je er hier bij hoort. Het primaire systeem is echter de familie, en ieder kind is in eerste instantie trouw aan zijn eigen familie. Dit is voor een groot gedeelte een onbewuste loyaliteit. Veel gedrag wordt op een of andere manier gestuurd door de onderliggende krachten van die loyaliteit aan het familiesysteem.
Systemen willen compleet zijn
Soms gebeuren er pijnlijke dingen, waar we liever niet aan denken of over spreken. Verdriet, pijn of schaamte kan het leven zo moeilijk maken dat het ‘er niet meer aan denken’ verder leven mogelijk maakt. Zo kunnen nare gebeurtenissen of het verlies van iemand ver drongen worden. Maar uiteindelijk is het een illusie, de feiten zijn gewoon gebeurd, alleen de emoties of de oordelen en meningen kunnen de feiten op dat mo ment niet aan. Systemen zijn pas compleet als iedere gebeurtenis, ieder systeemlid erbij mag horen.
Gedrag zien als richtingaanwijzer
Het systeem zorgt ervoor dat later – soms generaties later – degene die buitengesloten werd, door het gedrag van een familielid weer in beeld gebracht wordt. Voor kinderen is het van groot belang (dat kudde diereninstinct!) dat er een veilig en dus compleet sys teem is. Ze lijken voelsprieten te hebben voor verstoringen in het systeem. Zodra er in het systeem iets of iemand ontbreekt, of als mensen niet hun eigen plek in het systeem innemen, zullen kinderen daar on bewust op reageren met ‘vreemd’ gedrag.
kinderwijz . 7
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 7
23-10-11 22:03
Ook andere systemen, bijvoorbeeld een schoolorganisatie, willen compleet zijn. Hoewel ieder – anders dan bij je familie – slechts tijdelijk lid is van het systeem school, kunnen er ook in dit systeem mensen of gebeurtenissen buiten gesloten zijn. Mensen die ontslagen zijn om redenen waar maar liever niet meer over gesproken wordt, de schaamte over de leerling die vermist raakte tijdens een schoolkamp, en misschien zijn er gebeurtenissen in de doofpot gestopt door het bestuur, zonder dat iemand van de teamleden of leerlingen daar iets van weet. Dan toch kan het zijn dat leerlingen of het team ‘in dienst genomen worden door het systeem’ om dit buitengeslotene in beeld te brengen.
Misschien dat het pesten van dit meisje haar wil uitdagen om weer in het hier en nu aanwezig te zijn en haar eigen plek in te nemen?
Het onbewuste gedrag van kinderen wijst volwassenen waar ze moeten kijken voor oplossingen. Helaas doen ze dat op een onbeholpen manier, met gedrag dat de aandacht trekt. Daardoor wordt er juist níet gekeken naar wat er in het grotere geheel niet in orde is, maar reageren we met het willen corrigeren van het gedrag. Met een systeemopstelling* komt aan het licht waar het ‘las tige’ gedrag van het individu naar verwijst. Dan wordt opeens helder dat het pestgedrag niet alleen draait om twee kinde ren, maar dat deze kinderen onbewust wijzen op het ontbre ken van iemand, of op een verstoorde ordening van het systeem. Meestal is het gedrag een herhaald patroon. Een patroon dat zijn wortels heeft in het familiesysteem, of mis schien heeft het te maken met de schoolorganisatie.
Ordening Een ervaren lerares doet een opstelling over een klas die ‘haar het bloed onder de nagels vandaan haalt’. Ze voelt zich machteloos en ziet ertegen op om deze klas les te geven.
We kunnen ook zonder een opstelling te doen systemisch kijken. En dat heeft heel veel effect. Als we maar durven kijken zonder oordeel, zonder dat we van tevoren weten wat te doen…
Pesten om iemand te her–inneren
Ieder heeft recht op een plek ‘Liever word ik gepest, dan dat ik er helemaal niet meer bij hoor...’, zei een meisje in een artikel over pestgedrag bij meisjes (‘Koninginnen en krengen’, de Volkskrant, 6 oktober 2006). Deze uitspraak benadrukt hoe belangrijk het kennelijk is om erbij te horen. En, feitelijk gezien, als je slachtoffer bent, weet je zeker dat je erbij hoort; daders bestaan niet zonder slachtoffers, en ook slachtoffers hebben d aders nodig om te bestaan. Naast de neiging om de aandacht op de pesterij te richten is het interessant om te kijken waardoor zo’n meisje het gevoel heeft dat ze er niet bij hoort. Waarschijnlijk werkt ook zij hard om een systeem compleet te maken. Door het ‘er niet bij horen’ her-innert ze, geheel onbewust!, iemand die er in het systeem niet bij mag of mocht horen. Misschien haar moeder, die vroeger ook gepest werd, misschien een tante, die verliefd werd op een Duitser en na de oorlog met pek en veren werd ingesmeerd?
Pesten is een vorm van buitensluiten. Met het herhalen van het patroon laat het pestgedrag iets, of iemand die is buitengesloten, weer in beeld komen. Het buitensluitende pesten her-innert diegene die was buitengesloten. Hoe passend is in dit licht het Engelse woord voor herinneren: to remember: weer lid van het systeem laten worden.
Is pesten iemand helpen om op zijn eigen plek te gaan staan?
De lerares stelt een representant op voor de meisjes in de klas en een voor de jongens en daarna stelt ze zichzelf erbij op. In de opstelling blijkt dat de jongens de macht hebben in deze klas. De lerares, die zelf in de opstelling staat, wordt gevraagd of ze gesteund wordt door de schoolleiding. Ze antwoordt dat ze niet zo veel heeft aan de leiding, ‘die man is niet capabel voor zijn taak’. De representant van de jongens begint hierop hard te lachen. Er wordt een representant voor de schoolleiding bij opgesteld. De jon gens draaien zich nu helemaal van de lerares af. De lerares voelt zich vermoeid en draait zich van de schoolleiding af. Dan vraagt de begeleidster van de opstelling haar om naar de schoolleider te kijken en te zeggen: ‘Ik wil dat je me steunt. Ik kan het niet alleen met deze klas.’ Ze kan het bijna niet zeggen, maar doet het wel na een tijdje. Direct is te zien dat de jongens naast de meisjes gaan staan en gespannen kijken naar de lerares. Als de lerares zich omdraait, kijken de jongens en meisjes haar aan en zeggen dat ze nu wel aan het werk willen gaan. Deze opstelling laat zien dat het pestgedrag van de leerlin gen ‘wijst’ naar verstoorde orde in de organisatie. De lera res had oordelen over de schoolleiding. Daarmee kwam ze systemisch op een positie terecht ‘boven’ de schoolleiding. Door steun te kunnen vragen aan de schoolleiding nam ze weer haar eigen positie in het systeem in.
Wordt iemand gepest om een uitstaande schuld in te lossen?
Balans in nemen en geven Relaties, zowel in werk als in vriendschappen, blijven levendig door een continue uitwisseling. De een geeft, de ander neemt. Het is voelbaar (door gevoelens van
* De ‘systeemopstelling’ is een methode om onderliggende krachten en verbanden in een systeem (familiesysteem, onderwijssysteem, organisatiesysteem) inzichtelijk te maken. De methode maakt gebruik van representanten die, eenmaal opgesteld in de ruimte, informatie ‘weten’ over het systeem dat is opgesteld, zonder dat hun iets erover verteld hoeft te worden. Ons lichaam heeft kennelijk sensoren waarmee we informatie van systemen kunnen opvangen. Albrecht Mahr noemt dit ‘het wetende veld’. Rupert Sheldrake heeft dit beschreven als ‘morfogenetische velden’. 8 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 8
23-10-11 22:03
Foto: Cheryl Casey | Shutterstock.com
Als iemand een uitstaande schuld voor het systeem inlost met gepest worden, houdt diegene zich bezig met het ver leden, en is dus niet meer op de eigen plek in het systeem. Iedere poging om alsnog iets te doen voor het verleden is een ordeverstorende illusie: dat wat eerst was in de tijd was eerst, en daarna komen degenen die daarna le ven. Daarom noem ik het systemisch denken vaak ‘para doxaal denken’: er zijn krachten vanuit het systeem die iemand in dienst nemen om wat incompleet of uit orde is, weer in beeld te brengen, of schulden in te lossen, en datzelfde systeem laat niet toe dat de orde verstoord wordt. Het verleden kan niet hersteld worden. De patro nen worden er alleen maar door versterkt.
Foto: Dawn Shearer-Simonetti | Shutterstock.com
‘schuld en onschuld’) als je meer genomen hebt dan de ander. Dat drijft meestal weer tot geven. Soms blijft er schuld. Dat is in orde, zolang dat gewoon erkend wordt. Maar soms neemt iemand niet de verantwoordelijk heid voor de schuld, het wordt niet erkend als feit, maar bijvoorbeeld met verzachtende omstandigheden om kleed. Sommige mensen vragen zich af waardoor ze zich toch altijd schuldig voelen, zonder dat daar reden toe is. In opstellingen zien we dan dat dit verbonden is met een nog uitstaande schuld die erkend wil worden, bijvoorbeeld van een grootvader die het erfdeel van zijn broer verkwanselde. Ook allerlei gedrag, zoals over matig veel geven aan anderen, of zichzelf als underdog zien, kan de onbewuste drang zijn om een schuld uit het verleden in te lossen. Onbewust kan iemand zo steeds terechtkomen in de slachtofferrol. Als we een gepest kind (of volwassene) zien en onszelf betrappen op de gedachte: ’Ja, nou vraagt ze er ook om!’, zou dit wel eens een signaal kun nen zijn dat hier sprake is van schuldinlossing voor een systeem. Dat als mogelijkheid toelaten geeft al ontspanning.
Erkennen dat het is zoals het is
Net zo paradoxaal voelt het toepassen van systemisch denken: iets kan alleen veranderen door eerst te erkennen dat het is zoals het is. Zonder enig oordeel de feiten zien en erkennen dat het is zoals het is, werkt helend voor het hele systeem, en dat heeft weer een bevrijdende uitwerking op alle leden van dat systeem. Het voelt misschien geforceerd om dat vreselijke pest gedrag te zien als iets ‘positiefs’. Ook wij professionals zijn gebonden aan onze eigen systemen en trouw aan de denkpatronen die daarbij horen. Systemisch kijken is vaak zo anders dan we in ons wes ters denken gewend zijn, dat we met ‘ja, maar…’ liever trouw blijven aan onze vertrouwde denkpatronen. Ik daag je uit om, al is het maar voor één experiment, helemaal zonder oordelen of ja-maren, een pester, maar ook de gepeste, te erkennen voor wat hij of zij mogelijk doet voor het grotere systeem. En dan, nog steeds oordeel loos, af te wachten en te zien welke effecten je merkt. Je kunt bijvoorbeeld in je verbeelding de pester en de gepeste voor je zien en zeggen: ‘Dank je dat jullie op gemerkt hebben dat iets in het systeem niet in orde is. Ook al weet ik nog niet wat, ik zie dat jullie hard werken om het aan het licht te brengen.’ Je hoeft dit dus niet tegen de pester of gepeste te zeggen, liever niet! Het gaat er meer om dat jouw innerlijke houding zich opent voor de grotere gehelen. En alleen dat al heeft effect op alle bewegingen in dat systeem. Het betekent niet dat we niets doen en lijdzaam aan de kant staan. Dit is ook een ‘methode’ om op te treden. We richten alleen niet onze aandacht op een klein onderdeel, of op een symptoom. Met het erkennen van iets wat in het systeem om erkenning vraagt, doen we werkelijk iets actief. Laten we kijken welke effecten we zien, in jezelf, in het pestgedrag, bij de betrokkenen, en in het hele systeem... kinderwijz . 9
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 9
23-10-11 22:03
Per slot van rekening nemen we tot nu toe vaak maat regelen die achteraf geen effect blijken te hebben, dus waarom niet een keer een experiment doen dat moge lijk wel effecten heeft?
Onrust in de klas houdt vaak verband met onrust op een andere plek in de schoolorganisatie: een conflict in het bestuur dat in de doofpot is gestopt, minachtend praten over het ministerie, teamleden die niet door één deur kunnen. Wat verzwegen wordt, wordt buitenge sloten. De kinderen ervaren het incomplete systeem als onveilig en doen hun best (met ‘lastig’ gedrag) om het ontbrekende in beeld te brengen. Ook al hebben we geen idee wat er in het systeem aan de hand is, toch kunnen we ons steeds openstellen voor de mogelijkheid dat ongewenst gedrag een gebaar is ten dienste van het systeem. Dat betekent niet dat ongewenst gedrag goedgepraat moet worden. Maar vaak slaan we een essentiële stap over als we gedrag willen corrigeren: we vergeten het te erkennen. Door direct bezig te zijn met het willen veranderen van het gedrag, sluiten we iets – het feit dat dit gedrag er nou eenmaal is – buiten. En voilà: daar zitten wij in dezelfde dynamiek, en volgen het patroon van buitensluiten. De kunst is dus – en de taak? – om onszelf als professionals een systemische blik te gunnen, en niet in de patronen voort te gaan maar vanuit een oordeelloze houding te luisteren naar wat het systeem ons via het lastige gedrag of pesten te vertellen heeft.
Foto: Jochen Schoenfeld | Shutterstock.com
Het is onze taak als professionals kinderen een veilige omgeving te bieden om zich te kunnen ontwikkelen. Door ons bewust te zijn van onze eigen innerlijke hou ding, en steeds te checken of het systeem wel com pleet mag zijn bij mij, of ik zelf mijn eigen plek inneem, en niet bijvoorbeeld door een oordeel te hebben over iemand mezelf boven diegene stel, dragen we bij aan die veiligheid. Zolang een systeem niet compleet is, of als een kind voelt dat er geoordeeld wordt over zijn ouders of afkomst, zal het kind in beslag genomen wor den om het systeem compleet te maken of te verdedi gen. Al die energie kan niet besteed worden aan leren of vriendschapsrelaties. We kunnen ons trainen in het systemisch kijken door onszelf steeds bloot te stellen aan de mogelijkheid dat ‘lastig’ gedrag misschien voortkomt uit die systeem krachten. Als er in een systeem (ook je eigen systeem!) onrust of een conflict is, kan het helpen je aan de hand te laten nemen door een aantal vragen. Stel jezelf deze vragen zonder oor deel, en zonder dat je een antwoord hoeft te geven:
Aan wie is hij/zij trouw door dit gedrag te vertonen? Wie of wat is mogelijk buitengesloten (in zijn/haar familie, of door mij) dat hij/zij door zijn/haar gedrag nu weer probeert te herinneren? Mag ieder en alles uit het systeem werkelijk een plek hebben bij mij, bij ons? Kan ik erkennen dat wat gebeurd is, ís zoals het is? Is er gedrag of zijn er gebeurtenissen die ik zo veroor deel, dat ik ze liever ‘er niet laat zijn’ dan te erkennen dat de feiten zijn zoals ze zijn? Over wie heb ik oordelen (ook al probeer ik dat niet te laten merken)? Kan ik de ouders van het kind nemen zoals ze zijn?
10 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 10
23-10-11 22:03
Advertentie
Mijn oma is een engel –
Marije Onstenk
De stoere, gekke, maar vooral lieve oma van Jasper is ziek. Heel erg ziek. Ze heeft borstkanker. De gevoelens van Jasper en het ziekteproces van oma worden afgewisseld met herinneringen aan logeerfeesten en uitstapjes. Vanaf 9 jaar | € 15,95 begaafd
Gelukkig hoog
Gelukkig hoogbegaafd Rineke Derksen
Gelukkig hoo gbegaafd
In dit boek geeft de auteur handen en voeten aan de begeleiding van hoogbegaafde kinderen. De wijze waarop zij dit doet, is gebaseerd op haar ervaring dat hoogbegaafde kinderen pas gaan leren en zich ontwikkelen als ze gelukkig zijn. Rineke Derksen
€21,95
603121 9 789079
De consequentie van liefde –
Thea Boven
De consequentie van liefde is een zeer persoonlijk boek. Tegelijkertijd is het een inspirerend werk dat elke lezer een hart onder de riem steekt en hem of haar aanmoedigt om vooral in zijn of haar eigen kracht te gaan staan. Ook is het een boek met spirituele inzichten en diepgang. € 15,95
COACHEE!
Handboek voor kindercoaching Jeannette Bakker-Stam COACHEE! is een methode voor kindercoaching die alle ruimte geeft aan jou als mens met je eigen kwaliteiten, die aanvulling geeft op diverse gebieden en die inzetbaar is in vrijwel alle kindercoachsituaties. € 21,95
Hartsverbinding –
Anita Speelman - ter Heide
Haar zoon was 2 jaar toen de diagnose ‘aan autisme verwante contact stoornis’ en ADHD werd gesteld. Naast de rode draad van haar eigen verhaal, is het boek ook een regelrechte uitnodiging en richtlijn voor iedereen die in verbinding en contact wil komen met hun eigen speciale kind. € 19,95
Niet waar! – Alle boeken zijn o.a. verkrijgbaar bij www.248media.nl/webshop
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 11
Elsbeth de Jager
Bij een scheiding spelen emoties een grote rol. Dat ervaart ook de 10-jarige Naomi als zij te horen krijgt dat haar ouders gaan scheiden. De schok wordt nog groter als ze hoort dat haar vader een vriend heeft en met hem gaat samenwonen. Vanaf 9 jaar | € 15,95
23-10-11 22:03
Tekst: Theo Klungers
Pim zullen we hem noemen in dit artikel; 13 jaar. Op een mooie zonnige dag gaat de telefoon. Zonder haar naam te noemen vraagt een vrouw zachtjes of
Mildheid
ik de therapeut ben die iets met pesten doet. Op mijn ‘ja’ breekt haar stem. Ze noemt haar naam en vertelt dat haar zoon Pim opnieuw gepest wordt. Zijn pestverleden is gestart op de basisschool, toen hij weigerde een ander kind te pesten. Ouders en Pim hadden zo gehoopt dat in de brugklas een nieuwe start gemaakt kon worden. Niet dus. De mentor van school heeft moeder mijn naam gegeven. ‘Misschien kan deze man iets voor Pim doen.’ Een kennismakingsafspraak is snel geregeld.
De kennismaking, zonder wederzijdse verplichtingen, verloopt soepel. Moeder en vader laten Pim zelf vertellen hoe hij de huidige pestsituatie beleeft. Ze vullen hem alleen aan als Pim dat wil. De jongen ziet zichzelf als een ridder die niet goed kan zwaardvechten, waardoor anderen hem steeds aanvallen. Hij wil leren hoe hij zich tegen pesten kan verweren. Na een week verplichte bedenktijd willen hij en zijn ouders graag met mij in zee gaan. We kunnen starten. Een week later is Pim er weer. Moeder is naar de wachtkamer geloodst. Pim concentreert zich op het uitzoeken van een theezakje en ik vraag hem wat hij precies bij mij wil leren. Pim heeft daar blijkbaar al over nagedacht. ‘Handig reageren als iemand begint te pesten, en vrienden leren maken, want dat lukt ook nog niet’, zegt hij met de nodige zelfkennis. Pim komt doelgericht op mij over. Hij wil vaardigheden leren en heeft de overtuiging dat hij die ook kán leren. Zo’n sterke helpende overtuiging kom ik zelden tegen. Hij denkt goed over zichzelf, kan goed met zijn ouders opschieten en is dol op zijn opa’s en oma’s. Uit alles blijkt dat Pims zelfbeeld ondanks het pesten goed is. Hij is er nog steeds trots op dat hij
indertijd zo moedig was niet mee te doen aan pesterijen, ook al heeft zijn weige ring ertoe geleid dat hij zelf gepest ging worden. Pim laat de volgende kwaliteiten zien: • doorzettingsvermogen en vastberaden heid: hij wil leren om met pestgedrag om te gaan; • moed en integriteit: hij kiest zijn eigen weg door niet mee te gaan in pest gedrag; • doelgerichtheid: hij weet wat hij wil en dat hij zich daarvoor zelf moet inzetten. Uiteraard benoem ik deze deugden/ karaktereigenschappen die ik bij hem zie. Hij glundert. In overleg met Pim besluit ik de individuele ‘STA STERK training’ (www.omgaanmet pesten.nl) in te zetten. Samen onderzoeken we hoe Pim reageert op pestgedrag. Als iemand pestopmerkingen maakt, verstijft Pim eerst, dan krijgt hij het warm en vervolgens ontploft hij en gaat schelden. Pim geeft aan dat sommige kinderen dan heel irritant beginnen te lachen, wat hem nog woester maakt. Ten slotte loopt hij boos weg. Op mijn vraag of deze manier voor hem werkt, kijkt hij mij grinnikend aan en zegt: ‘Nee, anders zat ik hier niet!’
12 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 12
23-10-11 22:03
Theo Klungers is pestdeskundige bij antipestbureau Posicom, dat gespecialiseerd is in het aanpakken en voorkomen van pesten en in het optimaliseren van groepsprocessen. Hij begeleidt scholen met ‘moeilijke’ groepen. Daarnaast is hij nascholingsdocent ‘pesten’ bij verschillende nascholingsinstituten. Als therapeut (oorspronkelijk hypnotherapeut) behandelt Theo uitsluitend mensen met een pestproblematiek. Tevens geeft hij nog
Foto: Linda Roelfszema
anderhalve dag per week les op een
Twee sessies zijn we bezig met rustig weerbaar reageren, grenzen aangeven met een ik-boodschap: ‘Floris, ik vind [benoemen gedrag] niet leuk, stop daarmee’, hoe je op een goede manier kunt weglopen als de ander toch doorgaat, en op welk moment je hulp inroept van een volwassene. Tevens besteden we aandacht aan het maken van vrienden. Hoe je een gesprek kunt aanknopen en hoe je kunt laten merken dat je naar de ander luistert. We besteden aandacht aan de juiste lichaamstaal en roepen en versterken het gevoel dat daarbij hoort, waardoor het geen trucje wordt.
basisschool in Weesp. www.posicom.nl
Pim past het geleerde op school toe en merkt dat pesters minder vat op hem krijgen, omdat hij niet meer woest reageert.‘Maar dat is wel moei lijk hoor, want ik voel het kriebelen.’ Zoals het een therapeut betaamt, vraag ik waar dat gevoel zit. Met een geleide fantasie breng ik Pim in een pestsituatie, waarbij hij de kriebel voelt. Die kriebel blijkt hem te willen beschermen tegen ‘over zich heen laten lopen’. Ik vraag aan Pim of hij aan ‘kriebel’ wil vragen met ‘relaxed heid’ samen te werken, zodat Pim nog handiger voor zichzelf kan opkomen. (Pim had ooit aangegeven handig voor zichzelf te willen opkomen.) Het gevoel ‘kriebel’ heeft geen bezwaar en wil met ‘relaxedheid’ samen werken. Ik laat Pim in zijn hoofd een film maken waarin hij reageert zoals hij wil reageren: assertief (= gevoel kriebel) en relaxed (= gevoel relaxedheid). Wanneer Pim met de film klaar is, leer ik hem als extraatje de buikademhaling aan. Dit doet hem aan yoga denken, en dat is niet echt cool, vindt Pim. Als ik hem vertel dat ik gehoord heb dat de buikademhaling ook wordt gebruikt door leden van arrestatieteams om relaxed en alert te zijn, is de buikademhaling toch wel cool. Pim kan bijna niet wachten om zijn nieuwgeleerde vaardigheden op school in de praktijk te gaan brengen. kinderwijz . 13
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 13
23-10-11 22:03
Mildhe Foto: Artsem Martysiuk | Shutterstock.com
Bij de volgende sessie vertelt Pim, tijdens het uitzoeken van een theezakje, dat het handig reageren (= rustig reageren met een ikboodschap en relaxed blijven) best vaak goed werkt. We schalen dit op zeven van de tien keer. Toch zie ik bij Pim geen vreugde. Ik geef mijn observatie aan hem terug. Dan komen er tranen. Pim is boos op zichzelf. Wat hij nu toepast, vindt hij goed werken. Hij is boos, omdat hij deze aanpak niet eerder zelf bedacht heeft.
Bij kinderen die in therapie zijn wegens pestproble matiek, zie ik vaak – zeker bij kinderen die aange reikte vaardigheden succesvol toepassen – dat ze het zichzelf kwalijk nemen dat ze die vaardigheden niet zelf ontdekt hebben en eerder hebben toegepast. In de ogen van deze kinderen zou dat een hoop ellende gescheeld hebben. In opleidingen en nascholingen voor therapeuten benadruk ik aan deze fase van de therapie de nodige aandacht te besteden. Het gaat dan om het begrip ‘mildheid’ naar jezelf toe. Pim is boos op zichzelf. Ik ken uiteraard zijn pestge schiedenis. Ik vraag: ‘Stel dat een vriend van jou... [en dan vertel ik wat hem is overkomen tot de huidige situatie]. Wat zou jij dan tegen die vriend zeggen?’ Pim begint te glimlachen. Hij heeft mijn trucje door, maar geeft toch antwoord. ‘Ja, ik zou zeggen dat het best knap is hoe hij het tot nu toe heeft aangepakt.’ Ik drop standaard de stelling: ‘Wat je toen niet wist, kon je toen ook niet toepassen.’ Dit is een zinnetje dat ik regelmatig herhaal als cliënten balen over hun manier
van reageren in het verleden. Het balen over hun niet handeleninhetverleden zie ik het meest ontstaan vanaf de pubertijd.
Het zich verplaatsen in een vriend werkt eigenlijk altijd goed. Daarna stel ik de vraag: ‘Dus als ik het goed begrijp, heb je wel begrip voor je vriend, maar nog niet voor jezelf?’ Met het woord ‘nog’ suggereer ik dat het begrip wel zal komen. ‘Hoe komt dat?’ Deze vraag roept emoties op waardoor onderliggende gevoelens en overtuigingen naar boven komen, waar ik dan bijvoor beeld RET 1) op toepas. Ook gebeurt het dat de vraag ‘Hoe komt dat?’ als een herkadering gaat werken en de cliënt mild naar zichzelf gaat kijken.
Ik laat Pim plaatsnemen op een andere stoel dan waar hij normaal op zit. Ik vraag wie zijn beste vriend is die het goed met hem meent, en vraag hem vervolgens zich in de gevoelens van die vriend voor hem in te leven. Daarna verzoek ik Pim op zijn eigen stoel te gaan zitten en te kijken naar de stoel waar zijn (niet aanwezige) vriend zit en aan hem het verhaal te vertellen over zijn pestverleden, over wat hij geleerd heeft, en hoe hij nu over zichzelf denkt. Opnieuw laat ik Pim op de stoel van zijn vriend zitten (Pim is dus nu in de rol van vriend) en ik vraag Pim zich weer in te leven in de goede gevoelens die de vriend voor hem koestert en vanuit dat gevoel te reageren op Pim (de andere stoel). Voor Pim werkt deze techniek goed om mildheid naar zichzelf toe te voelen en te accepteren. Om terugval te voorkomen vraag ik kinderen met ‘mildheid’ aan de slag te gaan. Het ene kind maakt een mooi schilderij, het andere kind schrijft een gedicht of een verhaal. Daarna bespreek ik met Pim nogmaals wat mildheid voor hem inhoudt en laat hem dit gevoel oproepen, groter maken en door zijn lichaam stromen, om vervol gens het gevoel te ankeren. Met het gevoel van mild heid laat ik Pim teruggaan op de tijdlijn naar de eerste pestsituatie. Vanuit die situatie gaan we richting heden. Iedere keer als hij zichzelf in een pestsituatie ziet, vraag ik hem dat kind (zijn jongere ik) de geleerde vaardigheden aan te reiken en dat kind mildheid te geven, waardoor er nog meer mildheid ontstaat. De ‘geheelde kinderen’ (zijn jongere ikken) mag hij in zich opnemen.
14 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 14
23-10-11 22:03
Boektip
heid In de afrondingssessie komt Pim me stralend bedanken. Hij straalt vooral, omdat hij verkering heeft met een meisje. ‘... en ze is nog knap ook’, verklaart hij superverliefd. Tja, daar kan geen therapeut tegen op…
Boektip
Uiteraard is elk kind anders. Dat geldt ook voor gepeste kinderen. Ik merk wel bij ongeveer alle gepeste mensen – kinderen, pubers en volwassenen – dat de therapie afgerond kan worden als het pestverleden verwerkt is, bijvoorbeeld met EMDR 2), als ze vaar digheden geleerd hebben om krachtig te zijn en ze ten slotte met mildheid kunnen kijken naar zichzelf. Veel cliënten vinden de laatste fase het moeilijkst. Als ze mildheid naar zichzelf kunnen tonen, zijn ze in feite klaar. De ouders zitten ook met hun emoties. Voor hen is het een uitda ging te leren omgaan met hun emoties, en ten opzichte van hun kind in een warme volwassenenrol te blijven en niet zelf in een kindrol te schieten. De tweede klus voor ouders is om zorg zaamheid en loslaten ten opzichte van hun kind in evenwicht te brengen. Als zorgzaamheid overgaat in te veel zorgzaamheid en daardoor bemoeizucht wordt, kan dat ertoe leiden dat de ouder onbedoeld het signaal afgeeft dat het kind iets niet kan en de ouder het wel oplost. Uiteraard bevordert dat het zelfver trouwen niet. De ouders van Pim konden hem vanuit hun volwassenenrol prima ondersteunen. Ze lieten hem doen wat hij kon doen en moedigden hem daarin ook aan.
Pesten Astrid Tulleners Uitgebreid werkboek over pesten. In dit boek kunnen kinderen aan de hand van gerichte vragen en opdrachten opschrijven en tekenen wat het met ze doet en hoe ze het kunnen aanpakken om er iets tegen te doen. Voor kinderen, ouders, leerkrachten en hulpverleners.
Pest jij ook? Veronique Renting Dit prentenboek is, in tegenstelling tot andere boeken over pesten, geschreven vanuit de pester zelf. Het gaat over een kleuter die gepest wordt op school. Voor kinderen vanaf 4 jaar.
Uiteraard hebben school en ouders een belangrijke rol in het aanpakken en voorkomen van pesten. In het geval van Pim heeft zijn mentor de pesters weten te overtuigen dat pesten op school niet wordt toegestaan. Op de rol van school ga ik in dit artikel niet in.
Filmtip
Naast (gebrek aan) mildheid kan in therapie naar boven komen dat een kind het gemeen vindt dat hij in therapie ‘moet’ en niet de pesters.
Tegen alle Pimmen zeg ik dat niemand het recht heeft om je te pesten. Punt uit!!! Maar om met ‘onze’ Pim te eindigen: als je als ridder aangevallen wordt, is het wel handig dat je je kunt verdedigen.
) RationeelEmotieve Therapie, afgekort tot RET, is een cognitieve gedragstherapie en een vorm van psychotherapie waarbij zowel het verstand als het gevoel een belangrijke rol speelt. 2 ) Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een kortdurende behandelmethode om akelige ervaringen te verwerken. 1
Bluebird (2004) Aangrijpend realistisch drama over een meisje van 13 dat van de ene op de andere dag zomaar wordt gepest op school.
kinderwijz . 15
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 15
23-10-11 22:03
Pesten op school: Twee intern begeleiders over de aanpak op hun montessorischool Tekst: Paulien Zuiderhoek
Annemiek Glasbergen is intern begeleider op Montessorischool De Kosmos in Amersfoort. Daarnaast is zij bestuurslid van de LBBO
Foto: Raymond van der Knaap
(Landelijke Beroepsgroep Begeleiders in het Onderwijs) en voorzitter van de (LBib) Landelijke Beroepsgroep intern begeleiders.
16 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 16
23-10-11 22:03
het tij is te keren Als intern begeleider word je regelmatig geconfronteerd met vragen van leerkrachten, ouders en overblijfkrachten over pestgedrag. Zowel over kinderen die pesten als over hun slachtoffers. Hoe pak je beide aan? In veel gevallen is het pesten al enige tijd aan de gang voor het opgemerkt wordt. De gepeste leerling schaamt zich, de pester zal zijn of haar gedrag niet snel opbiechten. Oplossingen zijn er niet zomaar en worden vaak per geval ‘bekeken’. Ouders proberen soms in te grijpen door de pesters aan te spreken op hun gedrag. Met vaak als resultaat dat het pesten verergert. Soms moeten er radicale beslissingen genomen worden, zoals een kind naar een andere klas of school laten gaan. Voorkomen lijkt in alle gevallen beter dan genezen. Hoe pak je het pesten op school aan? De ene school hanteert een protocol; een afsprakenlijst met regels hoe er binnen de school op pestgedrag wordt gereageerd. De andere school besluit een socialevaardigheids training aan alle leerlingen van de school aan te bieden. Dus niet als reactie op het pestgedrag, maar eerder om pestgedrag te voorkomen. Welke mogelijkheden heeft een school nog meer? In dit artikel gaan twee intern begeleiders in gesprek over de praktijk op hun montessorischool. Welke keuzes hebben zij gemaakt en waarom?
Wat verstaan we onder pestgedrag? Annemiek: Dat kun je heel breed zien. Dat gaat van iemand systematisch buiten sluiten en negeren tot fysiek geweld, bijvoorbeeld slaan en dan echt gemeen bedoeld. Dit pestgedrag is niet eenmalig maar langdurig en kan zowel in groepjes als individueel gebeuren. Zowel jongens als meisjes pesten. In de onderbouw ziet dat pesten er wel an ders uit dan in de bovenbouw. Zien we in de onderbouw veel openlijk pestgedrag, in de bovenbouw zie je bijvoorbeeld bij meisjes het zogenaamde meidenvenijn; stiekem en kattig uitsluiten van andere meisjes op basis van uiterlijk, kleding, vrienden en dergelijke. Joyce: Bij de oudere kinderen kom je ook steeds meer digitaal pesten tegen. Dit gebeurt voornamelijk thuis op de computer via de sociale netwerken zo als Hyves en Facebook. Ouders en leer krachten hebben daar niet altijd zicht op. Maar je hebt er op school wel dege lijk last van. Ze nemen de conflicten mee
naar school en ‘vechten’ het daar uit. Het kan de verhoudingen tussen de kinderen behoorlijk op scherp zetten!
Ondervangt montessorionderwijs het pestgedrag van kinderen?
Annemiek: Een onderwijsvisie en didactiek alleen zullen nooit al het pestgedrag kun nen voorkomen. Het pedagogisch klimaat en de sfeer binnen de school zijn in dit ver band van veel groter belang. Wel erken ik dat door de uitgangspunten van montessorionderwijs de kinderen van jongs af aan leren anderen te helpen en dat ook zelfstandig doen. Doordat verschil lende leeftijden bij elkaar in de groep zitten, leren ze veel van elkaar. Joyce: In het montessorionderwijs zijn vaak al veel ‘regels’ ingebed in de manier van werken. Ook het materiaal zorgt al bijna automatisch voor een bepaalde omgang met elkaar. De leerkracht hoeft daar niet specifiek aandacht aan te besteden. Omdat niet al het materiaal in veelvoud aanwezig is, moeten de leerlingen wachten tot het beschikbaar is. Zo leren ze omgaan met
uitgestelde aandacht. Of ze moeten samen werken. Dat is weer een andere vaardigheid die ze onbewust en ongemerkt leren. De leerlingen werken allemaal op kleedjes en mogen alleen op zo’n manier door het lokaal lopen dat ze anderen niet storen. Ze leren dus vanaf jonge leeftijd rekening met elkaar te houden en elkaar niet te storen tijdens het werk. Het montessorionderwijs werkt met een 3-jaargroepsysteem: groep 3-4-5 en 6-7-8. De leerlingen zijn dus allemaal een keer de jongste, de middelste en de oudste in een groep. De oudere kinderen hebben daar bij een voorbeeldfunctie. Van deze oudste leerlingen wordt verwacht dat ze de jonge re kinderen helpen. Jongere kinderen wordt geleerd dat ze altijd hulp kunnen vragen aan oudere kinderen. In ons onderwijs ligt besloten dat we respect hebben en zorg dragen voor de omgeving. Dit zogenaamde kosmische onderwijs is daarop gebaseerd. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het verzorgen van plantjes en dieren en ‘het doen van taakjes’ zoals opruimen en schoonmaken. kinderwijz . 17
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 17
23-10-11 22:03
Twee intern begeleiders over de aanpak op hun montessorischool Hoe de sfeer en het pedagogisch klimaat bepaald worden, heeft te maken met hoe de kinderen door de leerkrachten worden benaderd en aangesproken. Er wordt door de leerkrachten een beroep gedaan op de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de leerlingen. Dus óók als het gaat om het oplossen van ruzies. In de lessen wordt tijd en ruimte gegeven voor het oplossen van conflicten. De leerkrachten begeleiden deze gesprekjes en laten zo zien hoe je dat doet, een ruzie oplossen. De leerlingen zijn daarna meestal tevreden over de gevonden oplossing. De leerkracht heeft een voor beeldfunctie. Het gedrag van de leerkracht is heel belangrijk: het uitdragen van respect voor anderen en de omgeving. Die houding ten opzichte van anderen zit heel erg verwe ven in het montessorigedachtegoed.
Hoe voorkom je pestgedrag op school?
Annemiek: Allereerst voorkom je dit gedrag door met elkaar duidelijke regels op te stel len. Vroeger zaten we eens in de twee jaar op school bij elkaar om de schoolregels te be kijken en opnieuw op te stellen. Dat waren regels als: hoe gedragen wij ons op de gang, hoe gaan we met de spullen van school om, wat moet je doen als je ruzie hebt met een ander kind? Op zich is het goed als deze re gels vastgesteld worden. Toch gaf het ons niet altijd het gewenste resultaat. Een van de aanleidingen om het breder aan te pakken was dat we een continu rooster hebben: de leerlingen blijven dus allemaal over op school.We vinden het goed dat kinde ren ook in hun ‘vrije tijd’ met elkaar omgaan. Maar tijdens de overblijf gebeurden regelma tig allerlei akkefietjes. Deze moesten we eerst oplossen voordat er met het lesprogramma van de middag begonnen kon worden. Zowel leerkrachten als overblijfkrachten hadden behoefte aan eenduidige taal ten aanzien van het pedagogisch klimaat. Hoe spreken we kinderen aan? Hoe lossen we conflicten op? Hoe laten we kinderen ru zies zo veel mogelijk met elkaar uitpraten? Laten we het hen zelf oplossen, of hebben ze daarbij hulp nodig van leerkracht of over blijfkracht? Kortom, hoe maken we het voor
leerlingen duidelijk waar de grenzen liggen, en dat zij met hun eventueel grensover schrijdend gedrag niet wegkomen omdat de regels door leerkrachten en overblijfou ders op dezelfde wijze gehanteerd worden. Bovendien blijkt dat de communicatie tus sen de personeelsleden verbetert; met de zelfde taal kunnen we elkaar beter en sneller begrijpen. Joyce: Dit is heel herkenbaar. Bij ons op school doen de meeste problemen zich voor tijdens de zogeheten Eetclub. De vrijwil ligers van deze club begeleiden het over blijven. Ze hebben allemaal een cursus tot overblijfkracht gevolgd. Wij mogen en kun nen echter van hen niet verwachten dat ze net zoveel pedagogische kennis in huis hebben als een leerkracht. De leerlingen voelen dat vaak feilloos aan en maken daar misbruik van. In de vrije situatie van de over blijf zoeken de kinderen vaak de grenzen op. Daardoor is en blijft het een lastig moment van de dag. Het is nou eenmaal niet eenvou dig controle te houden over vrije situaties. Bij ons op school hebben we gekozen voor een betere communicatie en samenwer king met de overblijf: door meer te overleg gen en te bespreken met de Eetclubleiders is er duidelijk verbetering opgetreden. Als de samenwerking goed verloopt, boeken we de meeste winst.
Een protocol of een methodiek? Of een andere manier?
Annemiek: Uiteraard hebben we een pro tocol, maar wij hebben daarnaast op school gekozen voor een methodiek, de Kanjertrai ning. Het is een training in sociale vaardig heden die bestaat uit een lesprogramma dat schoolbreed kan worden ingezet. Om deze training te kunnen geven, moest eerst het personeel geschoold worden, inclusief de overblijfouders. We geven re gelmatig oudertrainingsavonden over de Kanjertraining. Het programma bestaat uit lessen die we kelijks in alle leeftijdsgroepen kunnen wor den uitgevoerd. De lessen zijn erop gericht de kinderen een positief gevoel over zichzelf te geven. Alle oefeningen zijn gebaseerd op onderling vertrouwen.
Er zijn bijvoorbeeld groepsopdrachten waarbij leerlingen geblinddoekt door de kring moeten gaan terwijl de rest van de groep er hand in hand omheen staat en de leerlingen moet waarschuwen door ‘muur’ te zeggen als ze tegen de randen van de kring aanlopen. Kinderen kunnen bijna rennen door een kring omdat ze erop vertrouwen dat de klasgenoten tijdig ‘muur’ zullen zeggen. Er wordt in deze methodiek niet gewerkt met goed of fout gedrag. Er wordt naar bewustwording gewerkt: dít gedrag kan déze reactie veroorzaken. De leerlingen krijgen van jongs af aan les sen in positief gedrag. Hoe ziet dat gedrag eruit? Middels gekleurde petten worden mogelijke gedragingen duidelijk gemaakt; als je een zwarte pet op hebt, leg je je wil op aan anderen, kun je pesten, houd je geen rekening met anderen. Met een gele pet op kruip je in de slachtofferrol en doe je zielig. Met een rode pet op gedraag je je als een clown en neem je niets serieus. De witte pet staat voor ‘bij jezelf blijven’, maar toch rekening houden met een an der, elkaar helpen, assertief zijn: dat zijn de echte Kanjers! Kinderen leren zo welk ge drag prettig is voor henzelf maar ook voor anderen. Ze doen dat aan de hand van ver halenboeken, lessen en oefeningen. Ze oe fenen bijvoorbeeld: complimentjes geven, elkaar aankijken en dank je wel zeggen. Ook leren ze op jonge leeftijd te zeggen dat ze iets niet prettig vinden. Het zoge naamde grenzen bepalen. Hardop zeggen dat je iets niet prettig vindt, is een vaardig heid waar je je hele leven plezier van hebt. Als een leerling steeds expres van zijn stoel valt, kun je het ook proberen te ne geren. De aandachtstrekker zal er op den duur mee stoppen; er is geen publiek voor zijn of haar malle fratsen. Ik was laatst in een kleutergroep om te ob serveren. Daar zag ik een kind dat steeds hinderlijk over een ander kind heen hing. Dat andere kind zei heel rustig: ‘Ik vind dit niet prettig. Ik heb er last van. Wil je op houden?’ Joyce: Ook wij hebben natuurlijk een pest protocol, maar bij ons is er daarnaast
18 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 18
23-10-11 22:03
intern begeleider op de 1e Montessorischool De Wielewaal in Amsterdam.
nadrukkelijk niet gekozen voor een speci fieke methodiek of training. We maken projectmatig gebruik van de ‘Soemokaarten’. Deze themakaarten worden gebruikt om een probleem be spreekbaar te maken. Het zijn een soort sociaal-emotionele vaardigheidskaarten die op onderwerp ingezet kunnen worden. Dus als er iets speelt in de klas, kun je de daarbij passende Soemokaart gebruiken om te bespreken in de groep. Ze zijn ge schikt voor de hele basisschool, voor alle jaargroepen. Daarnaast zijn we op school bezig met een scholingstraject met betrekking tot de Kin der Kern Competenties (van Sterk Advies). Dat draait om het je eigen maken van een gemeenschappelijke positief geformu
Foto: Raymond van der Knaap
Joyce Gerritsen is
leerde taal waarmee je competenties van kinderen kunt benoemen. Als leerkracht tegenover de kinderen, maar ook kinderen over zichzelf en naar elkaar. Ze kunnen hun eigen en elkaars sterke punten benoemen. Kwaliteiten als: ik kan goed presenteren, ik kan goed samenwerken, ik kan kinderen troosten als ze verdrietig zijn, ik kan mijn eigen ideeën goed verwoorden, etc. Hierbij wordt niet gekeken naar wat een kind niet kan, maar juist naar datgene waar hij of zij sterk in is! En waar hij of zij trots op mag zijn. Bij iedere competentie wordt in con creet gedrag benoemd wat er onder deze competentie wordt verstaan. Een van de onderliggende doelen van dit traject is dat er een preventieve werking ten aanzien van pestgedrag van uitgaat.
Kinderen die zelfbewust zijn, zijn minder geneigd tot pesten en zijn ook beter weer baar tegen negatief gedrag van anderen. Verder maken we gebruik van project materiaal als dat nodig is. Dat zijn curatie ve projecten. Gelukkig hoeven we die niet vaak in te zetten, omdat blijkt dat we met de reguliere aanpak veel problemen voor komen. Dit projectmateriaal wordt ad hoc toegepast en vooral door de leerkracht zelf geïnitieerd. Zo maken we bijvoorbeeld gebruik van het project ‘Cyberpesten’ in de bovenbouw. De aanleiding daarvoor was dat een aantal leerlingen via Face book of Hyves een poll opgesteld hadden waarbij de vraag was: Wie is het stomste meisje van de klas? Dat veroorzaakte in de groep veel verdriet en ellende. Met het bovenstaande project hebben we het tij kunnen keren. Ten aanzien van andere internet ‘proble men’ maken we op school gebruik van een zogenaamd internetprotocol. De leerlingen en ouders hebben dat ‘contract’ moeten ondertekenen. In het protocol staat onder andere dat ouders, leerkrachten en leer lingen samen verantwoordelijk zijn voor het gedrag op internet.
Wat hebben de interventies opgeleverd?
Annemiek: Het pedagogisch klimaat is enorm verbeterd. Alle betrokkenen hebben er profijt van. Er is meer eenheid in taal gebruik en duidelijkheid rondom gewenst gedrag gekomen. Joyce: Iedereen is blij met alle ingeslagen wegen. Het lijkt erop dat de beide intern begelei ders het over een aantal zaken eens zijn zonder dat ze voor dezelfde ‘oplossing’ hebben gekozen. Er zijn meer wegen die naar Rome leiden. Om pestgedrag te vermijden moet in ieder geval gekeken worden naar het welbevinden van alle leerlingen. (Zelf) vertrouwen en sociaal-emotionele vaardigheden zijn voor alle leerlingen belangrijke instrumenten.
kinderwijz . 19
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 19
23-10-11 22:03
Foto: Raymond van der Knaap
Tekst: Helen Purperhart
20 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 20
23-10-11 22:03
Yogatherapie In 1999 heeft Helen de Jip & Jan Academie in Almere opgericht. Zij geeft kinderyoga- en
voor kinderen
yogatherapietrainingen op diverse plaatsen in Nederland.
op de Ayurvedische en yoga-
Kinderen ontdekken hun eigen kracht…
principes, bij Uitgeverij de
Ieder kind wordt geboren met een bepaalde aanleg die zijn sterke en zwakke
Zaak. Helen laat zich bij alles
kanten bepaalt. Het ene kind heeft van nature meer zonkracht in zijn lijf, waardoor
wat zij doet leiden door haar
het fanatieker, preciezer en sneller boos is. Het andere kind heeft meer rotskracht
passie en plezier. Haar missie
in zijn lijf, waardoor het trager, steviger en relaxter is. Er zijn ook kinderen die meer
is mensen te inspireren om
windkracht in hun lijf hebben, waardoor ze impulsiever, luchtiger en angstiger zijn.
de krachtspelkaarten voor
Foto: Raymond van der Knaap
kinderen die geïnspireerd zijn
kinderyoga in de samenleving te brengen. Kijk voor meer informatie op www.kinderyoga.nl, www.emotiespel.nl en www. therapeutischekinderyoga.nl.
De namen en foto’s van de kinderen in de artikelen zijn fictief en hebben geen betrekking op de inhoud van het artikel.
In de beschrijvingen hieronder kun je specifieke eigenschappen herkennen die naar voren komen als een kind met een bepaalde aanleg uit balans is. Sammy is een makkelijk en traag kind van 10 jaar. Ze heeft een stevig postuur en vette haren. Sammy is een blij kind, dat vaak lief is voor anderen. Ze is kalm en rustig en doet de dingen op haar gemak. Ze leert langzaam, maar als ze iets eenmaal weet, onthoudt ze dat goed. Het is lastig om haar uit balans te halen. Sammy vindt het moeilijk als de dingen waar ze aan gewend is, veranderen. Het liefst zou ze willen dat alles blijft zoals het is. Ze heeft moeite met het aangeven van haar grenzen als ze iets niet wil of niet fijn vindt. Sammy kan goed tegen verschillende temperaturen, ze heeft het niet snel te koud of te warm. Ze slaapt lang en heeft ’s ochtends tijd nodig om op gang te komen. Ze eet goed en kan zonder problemen een maaltijd overslaan. Sammy raakt uit ba lans als ze te weinig beweegt, te weinig zintuiglijke prikkels krijgt, haar gevoelens onderdrukt en te veel en vet voedsel eet. Dit laatste zorgt ervoor dat haar gewicht toeneemt en ze last krijgt van slijm.
Foto: Raymond van der Knaap
In maart 2012 verschijnen
kinderwijz . 21
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 21
23-10-11 22:03
concentreren. Hij heeft een onregelmatige eetlust en wanneer hij te veel witbrood eet, krijgt hij last van ver stopping en buikpijn. Als Jordy te veel koolzuurhouden de dranken drinkt, laat hij veel boeren of krijgt hij de hik. In de winter heeft Jordy het snel koud. Als hij ’s avonds in bed ligt, kan hij maar moeilijk in slaap vallen. Wan neer hij dan eindelijk slaapt, wordt hij overmeesterd door enge dromen. Jordy raakt onder andere uit balans door te veel zintuiglijke prikkels in zijn omgeving, als hij zich zorgen maakt of piekert, geen vast leefritme heeft, te veel verantwoordelijkheid op zich neemt en te veel droog en koud voedsel eet.
Jordy is een enthousiast en bewegelijk kind van 12 jaar. Hij heeft een slank postuur en een droge huid. Jordy praat makkelijk en veel, luistert slecht en laat anderen niet of nauwelijks uitspreken. Hij is altijd in beweging en heeft de neiging om al les snel te doen. Jordy zit vol met ideeën en denkt al over de dingen na nog voordat ze echt aan de orde zijn. Hij is een ge voelig kind dat alle zorgen van de hele wereld op zijn schouders draagt. Jordy is een snelle leerling, begrijpt snel, maar vergeet daarna ook weer gauw. Hij heeft een korte span ningsboog en kan zich niet zo lang
De kracht in het kind
Het unieke van ieder kind is terug te voeren op de vijf elementen (aarde, water, lucht, vuur en ruimte) waaruit het lichaam is opgebouwd. De elementen komen in het lichaam tot uitdrukking in drie krachten. De eerste is een stilstaande kracht die bestaat uit de elementen aarde en water (rotskracht), de tweede is een veranderende kracht die bestaat uit de elementen vuur en een klein beetje water (zonkracht), en de derde is een verplaatsende kracht die bestaat uit de elementen lucht en ruimte (windkracht). Iedere kracht is dus een samenspel van twee elementen die alle lichaamsfuncties aansturen. Als het natuurlijk evenwicht bij een kind is verstoord, is er meestal sprake van een overheersende kracht (dus een teveel van bepaalde elementen) in lichaam en geest van het kind. Dit kan veroorzaakt worden door verkeerde eet-, beweeg- en leefgewoontes. Als een kind uit balans raakt, worden zijn zwakke kanten zichtbaarder. De onbalans uit zich dan in zijn gedrag of is zichtbaar in zijn lijf en leidt uiteindelijk tot ziekte. Een kind kan weer in balans worden gebracht door te kijken naar de tegenovergestelde kracht die nodig is om het natuurlijk evenwicht te herstellen. De namen die aan de krachten zijn gegeven, zijn sym bolisch, waardoor je makkelijker de specifieke eigen schappen die bij de persoonlijke aanleg van een kind horen, herkent. Zo is Sammy een typisch rotskind, Petra een typisch zonkind en Jordy een typisch windkind. Deze kindtypes zijn metaforen, ze helpen je de onderliggende kracht zichtbaar te maken. Bij kinderen is er namelijk nooit sprake van een overheersende kracht, maar vaak van een mengeling. Bij elk kind is die mengeling anders, dat maakt ieder kind uniek. Foto: Raymond van der Knaap
Foto: Raymond van der Knaap
Petra is een tempe ramentvol en pittig kind van 8 jaar. Ze heeft een normaal postuur en sproe ten. Petra heeft een kritische kijk op de wereld, is een ster in het discussiëren en doet dat vurig en passievol. Ze be moeit zich graag met dingen die niet direct met haar te maken hebben. Soms zou ze willen dat ze rustiger kon omgaan met meningsverschillen en niet zo ongeduldig was. Door haar daadkracht en fanatisme kan ze genieten van uitdagingen. Petra wil alles zo goed mogelijk doen en heeft er moeite mee om toe te geven als iets haar niet lukt. Als ze emotio neel is, kan ze haar emoties maar moeilijk de baas. Ze gaat dan door het lint, wat scheldpartijen of erger tot gevolg kan hebben. Ze kent geen angst voor boosheid of agressie. Door haar goede en regelmatig werkende spijsvertering heeft Petra een grote eetlust. Bij te veel heet en vet eten krijgt ze echter last van haar maag. Petra heeft het snel warm en gaat dan veel zweten. In de zomer zit ze het liefst in de schaduw. Ze raakt uit balans als ze te fanatiek beweegt, gefrustreerd is, concurreert met anderen, iets moet presteren onder een te hoge tijdsdruk, haar leef omgeving onrustig is en ze te veel voedsel met zout en scherpe kruiden eet.
De basis van yogatherapie
De basis van de yogatherapie zijn Hatha yoga en Ayurveda. Beide wetenschappen zijn gebaseerd op een gemeenschappelijk gedachtegoed dat uitgaat van een holistische visie. In die visie wordt het kind beschouwd als een geheel. Het fysieke lichaam en het geestelijke
22 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 22
23-10-11 22:03
lichaam met al zijn emoties, gedachten en verlangens zijn met elkaar verbonden. Ze beïnvloeden elkaar en kun nen niet los van elkaar worden gezien. Als op het ene niveau iets gebeurt, heeft dat effect op het andere. Het doel van Ayurveda en yoga is het lichaam en de geest in balans te brengen en te houden door zelfkennis en bewustwording. Om het bewustzijn te kunnen ontwikke len, dien je de in het lichaam werkzame krachten te leren onderkennen zodat je ze op de juiste manier kunt gebrui ken en beheersen. De weg van yoga begint bij discipline en zelfbeheersing, gevolgd door fysieke en mentale oefe ning. De weg van Ayurveda begint bij het afstemmen van de voeding op de persoonlijke aanleg van het kind.
De kinderyogacoach
Foto: Raymond van der Knaap
Een kinderyogacoach gaat op zoek naar de energiebalans van het kind door te kijken wie het kind is in plaats van te kijken naar wat het mankeert. Een belangrijk onderscheid
Foto: Raymond van der Knaap
Foto: Raymond van der Knaap
tussen yogatherapie voor kinderen en een reguliere benadering is dat er in de holistische praktijk zo min mogelijk met algemene ziektebeelden wordt ge werkt. Men gaat altijd uit van het kind en zijn specifieke onbalans. Bij het vast stellen van een diagnose gaat het om het verkrijgen van duidelijkheid over welke onbalans er speelt bij het kind, hoe het kind in verbinding staat met deze onbalans, welke mogelijkheden er zijn om in balans te komen, en wat het kind nodig heeft om deze mogelijkhe den te realiseren. Aan de hand van deze kennis kan men een kind door yoga en gezonde voeding weer in balans bren gen. Yogatherapie voor kinderen biedt indivi duele ondersteuning die wordt afgestemd op de situatie van het kind. In een éénopéénsituatie stemt de kinderyo gacoach haar kennis en aandacht volledig af op de per soonlijke behoefte van het kind. Dat kan lichamelijk, mentaal of spiritueel zijn; vaak is het een combinatie daar van. Groepslessen zijn in dit verband soms minder ge schikt. De kinderyogacoach stelt een lesplan op en werkt samen met het kind en zijn ouders aan een nieuwe leefstijl die bij het kind past. Hierin staan de eigenheid van het kind en de balans tussen lichaam en geest centraal. Bij de eerste ontmoeting met het kind probeert de kinder yogacoach een indruk te krijgen welke overheersende kracht in het kind tot uitdrukking komt. Is er meer wind kracht, is er meer zonkracht? Is er meer rotskracht? Door in gesprek te gaan met het kind krijgt de coach een dui delijk beeld van specifieke kenmerken van de dynamiek in het kind. Uit de antwoorden zal blijken welke kracht overheerst en het evenwicht het meest verstoort, of waar juist behoefte aan is. Door het kind bij zijn eigen weten en vertrouwen te laten komen kan het ervaren dat het vinden van balans uit hemzelf komt. Als een kind weet wat goed en minder goed is voor zijn gezondheid, zal het makkelijker voor hem zijn om er een gezonde levensstijl op na te houden. Het kind begrijpt dan beter waarom het voorkeur heeft voor bepaalde voedingsmiddelen, waarom het sommige oefeningen lastig of juist mak kelijk vindt, waarom voor hem sommige temperaturen (on)aangenaam zijn en waarom het op een bepaalde manier emotioneel reageert in een situatie. Vanuit een yogatherapietraject kan het kind weer door stromen naar de reguliere kinderyogalessen. Yoga kan, naast het reguliere gezondheids en welzijnstraject, de juiste ondersteuning bieden om een kind weer in zijn element te brengen.
kinderwijz . 23
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 23
23-10-11 22:03
Advertenties
Het COACHEE!®-spel is praktisch, veelzijdig, speels en creatief Je kunt dit spel inzetten bij het begeleiden van kinderen. Het spel geeft op een veilige, speelse en creatieve manier veel informatie over het kind, de situatie waarin het zich bevindt en de hulpvraag die bij het kind speelt.
Het spel bevat vragen en opdrachten rond zes thema’s: ● kind en gezin, ● kwaliteiten en talenten, ● emotionele ontwikkeling, ● de hulpvraag, ● school, ● het oplossend vermogen van het kind. Door de afwisseling in de opdrachten blijft het kind geboeid en kan het kind vele facetten van de eigen kwaliteiten aanspreken en talenten laten zien. Het COACHEE!® spel is op diverse manieren in te zetten: bijvoorbeeld in één op één situatie met kind en begeleider, met de mogelijkheid dat de ouders ook meespelen, maar ook met groepjes kinderen of in de klas. Om het spel te kunnen aanschaffen en gebruiken moet er eerst een licentieworkshop worden gevolgd.
Ga voor meer informatie naar www.kindercoachmethode.nl Zelfstandig werken: Z biedt de oplossing! Geïnspireerd op de kinderyoga van Helen Purperhart en Rosalinda Weel. Kies & Doe Kaartensets, In Balans (groep 3 t/m 8) www.zelfstandig-werken.nl
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 24
23-10-11 22:03
Tekst: Karin Rakké
Foto: Magone | Shutterstock.com
Vergeet niet te ontbijten!
Bijna 25% van de kinderen in Nederland gaat regelmatig naar school zonder te ontbijten. Dit percentage groeit naarmate de kinderen ouder worden. Bij 18-jarigen is dit opgelopen tot bijna 45%. De belangrijkste reden voor kinderen om niet te ontbijten is geen tijd en/of geen trek. Uit een Nederlands onderzoek is gebleken dat kinderen die niet ontbijten minder geconcentreerd zijn dan kinderen die dat wel doen. Kinderen die niet hebben ontbeten, hebben vaak twee keer zoveel moeite met het begrijpen van de lesstof. Ook zorgt niet ontbijten vaak voor overgewicht. Een Amerikaans onderzoek heeft aangetoond dat tienermeisjes die wel ontbijten slanker zijn dan hun leeftijdgenootjes die niet ontbijten. Wanneer het ontbijt wordt overgesla gen, raakt de natuurlijke lichamelijke cyclus van slaap, wakker zijn en honger in de war. Daardoor blijft men meer trek houden van 12.00 uur ’s middags tot bedtijd.
Illustratie: MMaster | Shutterstock.com
Taboe op scheiden? Kinderen van gescheiden ouders denken vaak dat zij de enigen zijn die worstelen met hun boosheid en schuldgevoel. Kindertherapeute Marsha Pinedo heeft daarom een online platform opgericht, voor en door kinderen met gescheiden ouders. Het platform biedt kinderen blogs, vlogs, interviews en chatmogelijkheden. In Nederland krijgen jaarlijks ruim 17.000 thuiswonende kinderen te maken met een scheiding. Wanneer ouders niet meer met elkaar praten, maar via het kind, dan is dat voor dat kind een te zware belasting. Ook kampen kinderen van gescheiden ouders vaak met schuldgevoelens. Bijvoorbeeld wanneer ze een dagje weg zijn geweest met papa en zijn nieuwe vriendin en ze mama bij thuiskomst huilend op de bank zien zitten. Met de oprichting van het nieuwe platform wil Marsha Pinedo zulke kinderen met elkaar in contact brengen, zodat ze onder andere ervaringen kunnen uitwisselen. www.villapinedo.nl kinderwijz . 25
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 25
23-10-11 22:03
Bijna-dooderva Tekst: Gerarda van der Veen
Gerarda van der Veen is samen met haar partner Henk-Jan oprichter van het Landelijk informatiepunt Hoog Sensitieve Kinderen (LiHSK, www.lihsk.nl), dat onder meer hulpverlening biedt aan (ouders van) hooggevoelige kinderen. In 2006 kwam Gerarda erachter dat zij als kind een bijna-doodervaring heeft gehad. Gedurende de verwerking daarvan schreef zij het boek Ineens geen kind meer : als je op jonge leeftijd een bijnadoodervaring krijgt. Op haar website www.rondombde.nl geeft zij informatie over
Foto: Nicolette ten Velde
kinder-BDE’s.
26 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 26
23-10-11 22:03
varingen bij kinderen soms verborgen oorzaak van problemen In 2009 voltooide ik mijn boek Ineens geen kind meer, over de gevolgen van een bijna-doodervaring (BDE) bij kinderen. Het boek zocht haar plek in de wereld en ik vroeg mij af hoe de respons zou zijn. Hoeveel kinderen ondervonden problemen door een BDE en hoe konden zij gesignaleerd worden? Dat ouders zich zouden melden met de mededeling ‘Mijn kind heeft een BDE gehad’ bleek een naïeve gedachte. Ik ontdekte dat áls er sprake is geweest van een BDE, dit in de meeste gevallen een verborgen oorzaak is van allerhande problemen en dat een hulpverlener zeer alert moet zijn om een BDE als oorzaak te achterhalen. Reinier wordt bij ons aangemeld met leerproblemen. Hij is 8 jaar, zit in groep vijf en heeft grote moeite met het au tomatiseren van de tafels. Uit de intake komt Reinier naar voren als een zeer gevoelig kind, dat de wereld om hem heen zeer intens beleeft. Hij heeft een grote fantasie en kan goed visualiseren. Dit, gekoppeld aan het gegeven dat hij niet erg sterk is in rekenen en moeite heeft met spel ling, leidt al snel tot het vermoeden dat Reinier een beeld denker is. Veel beelddenkers krijgen problemen op school, omdat de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden niet aansluit bij hun manier van leren. Bij Reinier resulteert dit in achterblijvende resultaten, concentratieproblemen en snel afgeleid zijn in de klas. Via de GGZ heeft hij een anti psychoticum voorgeschreven gekregen, maar daar wordt hij volgens zijn moeder ‘zeer druk’ van. In het intakeformulier vragen wij ouders altijd specifiek naar opvallende of ingrijpende situaties in het leven van hun kind. Dit om probleemgedrag eventueel te kunnen herleiden tot een heftige gebeurtenis. Op het formulier van Reinier staat terloops vermeld dat hij tijdens de beval ling kort een hartstilstand heeft gehad. Voor de ouders iets van lang geleden, zonder destijds dramatische gevolgen (‘Het duurde maar heel even’), voor ons echter aanleiding om door te vragen. Mensen die door ziekte, een ongeluk of een andere ingrij pende gebeurtenis dichtbij de dood zijn geweest, berich ten soms over een heldere ervaring, die hen diep heeft geraakt. We noemen dit een bijna-doodervaring, kortweg BDE. Alle mensen met een BDE melden eenzelfde patroon van gebeurtenissen: een gevoel uit het lichaam te zwe ven, door een donkere tunnel naar een helder licht gaan,
egroet worden door lichtwezens, een terugblik krijgen op b het leven, een ander gevoel van tijd en ruimte ervaren, niet terug willen naar het lichaam en daarom vaak teleurstel ling om weer tot leven te komen. Een BDE veroorzaakt een drastische en permanente verandering in iemands karak ter en wereldbeeld, zoals geen angst voor de dood meer, een gevoel van verbondenheid en verantwoordelijkheid en een beter ontwikkelde spiritualiteit. Ook kinderen kunnen een BDE krijgen. Uit het weinige onderzoek dat hiernaar is gedaan blijkt dat zij vrijwel eenzelfde patroon van gebeurtenissen meemaken als vol wassenen, maar dat zij anders reageren op een BDE. Juist voor kinderen kunnen de gebeurtenissen rondom een BDE zodanig ingrijpend zijn dat zij de ervaring niet kun nen verwerken. Dit leidt gemakkelijk tot probleemgedrag, zoals terugtrekken, depressief zijn, onhandelbaar zijn en agressiviteit. ‘En dan is er een probleem geschapen’, zegt Van Schuijlenburg hierover. ‘Het kind is moeilijk opvoed baar geworden en moet in behandeling. Psychologen, kinderpsychiaters en orthopedagogen kunnen worden in geschakeld, maar of deze achter de werkelijke oorzaak van het probleemgedrag komen, is in hoge mate afhankelijk van de vraag, of er iemand bij is die de BDE als uitgangs punt neemt ...’ (B. van Schuijlenburg, Waar was de patiënt? : omgang met mensen met een bijna-doodervaring in de hulpverlening, Assen, van Gorcum, 1994). Belangrijk is dat hulpverleners, ouders en leerkrachten de signalen die een kind geeft herkennen en inzicht hebben in de specifieke aard en aspecten van een kinder-BDE. Een hartstilstand tijdens de geboorte, zoals Reinier heeft meegemaakt, kan leiden tot een bijna-doodervaring. kinderwijz . 27
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 27
23-10-11 22:03
Karakteristieke nawerkingen bij kinderen ten gevolge van een BDE Na een ingrijpende of bedreigende situatie is het volgende beeld ontstaan: • in ontwikkeling voorlopen op leeftijdgenoten • bezig zijn met de dood, zonder er angst voor te hebben • een meer dan normale zorg of angst om een dierbare te verliezen • moeite met hechten en aarden • een grote gevoeligheid (mogelijk hooggevoelig) • een paranormale gevoeligheid • een hoge intelligentie (mogelijk hoogbegaafd) en creativiteit • sociaal sterk ontwikkeld NB: dit is een sterk ingekorte lijst, voor het complete beeld van nawerkingen zie www.rondombde.nl/nawerkingen_kinderen.pdf
Foto: Gabczi | Shutterstock.com
Dat het moment zelf maar even duurde is daarbij niet relevant. Een hartstilstand van vijf seconden kan in een BDE ervaren worden als vijf uren, of soms wel vijf dagen… Jonge kinderen hebben nog niet de woorden om een BDE uit te leggen. We kunnen echter afgaan op een beeld van nawerkingen (zie kader) om bij een vermoeden van een BDE te achterhalen of er daadwerkelijk sprake is geweest van een dergelijke ervaring. De ouders van Reinier beves tigen voor een groot deel het beeld van nawerkingen en herinneren zich al pratende weer dat hun zoon wel eens vertelt over een licht dat hij heeft gezien. Die uitspraak krijgt nu plots betekenis voor hen… Waarom is het belangrijk om te weten dat een kind een BDE heeft gehad? Kinderen functioneren na een BDE anders dan ‘normale’ kinderen. Een BDE leidt tot verande
ringen op fysiek, sociaal, emotioneel, cognitief en spiritueel gebied. Die veranderingen werken nog tientallen jaren na de ervaring door en beïnvloeden het kind bij het op groeien. Een kind kan op jonge leeftijd weinig problemen ervaren door de BDE, maar dat biedt geen garantie voor de toekomst. In een stressvolle periode (ouders die schei den, een verhuizing, overlijden van een dierbare) of een belangrijk moment in ontwikkeling (naar de middelbare school gaan, puberteit, een relatie aangaan, een kind krij gen) kunnen zich toch ineens problemen voordoen, die blijken samen te hangen met de BDE. Het gaat dan om scheidingsangst, hechtingsproblemen, slaapstoornis sen, angstaanvallen, depressie en gedragsproblemen die lijken op ADHD of een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). De wetenschap dát zich ooit een BDE heeft voorgedaan kan dan alle verschil maken, omdat er anders verkeerde diagnoses kunnen worden gesteld, of mogelijk een lang durige en ontmoedigende zoektocht ontstaat naar een oorzaak van de problemen en, als die oorzaak niet ge vonden wordt, meestal niets anders rest dan gebruik van (zware) medicatie zoals antidepressiva. Bij Reinier is de situatie gelukkig nog niet zodanig dat hij ernstig in de problemen is geraakt. Zijn cognitieve vermo gens (fantasierijk, beelddenken, zeer associatief) zijn zeer waarschijnlijk een gevolg van de BDE en kunnen in deze fase nog adequaat begeleid worden, zodat hij minder last heeft van concentratieproblemen en meer gaat presteren naar eigen kunnen. Wat betreft het antipsychoticum leg gen we de ouders uit dat zware medicijnen na een BDE meer kwaad dan goed doen en dat aan hen de beslissing is of ze hiermee willen doorgaan. Hoe kinderen omgaan met een BDE hangt af van een aantal factoren, zoals de diepte van de ervaring en het
28 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 28
23-10-11 22:03
t emperament van het kind. Reinier heeft geen heel diepe ervaring gehad en dan is het vaak makkelijker om erover te praten. Daarbij is hij open en expressief van karakter, waardoor hij – wanneer hem daarnaar gevraagd wordt – vlot en opgewekt praat over het licht dat hij heeft gezien. Hoe anders is dat bij Karen. Door haar introverte karakter uit ze haar gevoelens niet snel. Ze is 13 jaar als ze bij ons wordt aangemeld met leerproblemen, faalangst en licht depressieve klachten. Ze is snel moe en ervaart het leven als zwaar. Ze wil het liefst het verleden afsluiten en zonder problemen verder gaan. Wát ze precies wil afsluiten weet ze eigenlijk niet en ze wil er ook niet verder over praten. Karen’s moeder vertelt dat haar dochter op zevenjarige leeftijd bijna is verdronken in een zwembad. Wat er exact is gebeurd weet ze niet, maar vanaf dat moment is het meisje veel over de dood gaan nadenken, heeft moeite gekregen om zich op school te concentreren en heeft een grote behoefte om alleen dingen te doen die zinvol zijn. Ze weet echter niet wat ze zinvol vindt, en ervaart daardoor een gevoel van zinloosheid en demotivatie. Waar Reinier heel open praat over zijn ervaring, is Karen heel gesloten. Nu de ouders van Reinier weten wat er speelt, geven zij hem bevestiging in zijn verhalen en dat is een zeer belangrijke voorwaarde om de ervaring langzaam maar zeker te integreren in zijn leven. Bovendien werkt bevestiging positief op het uitblijven van psychische klachten op latere leef tijd. Karen echter heeft al zes jaar lang grote moeite om te vertellen wat er is gebeurd, met psychische klachten tot gevolg. Wetenschappelijk is vastgesteld dat 70% van de kinderen die met de dood geconfronteerd worden, een BDE beleeft (M. Morse & P. Perry, Nader tot het licht : bijna-doodervaringen van kinderen, Rijswijk, Elmar, 1991). Uit onderzoek is tevens bekend dat kinderen om verschil lende redenen zes keer vaker dan volwassenen een BDE wegstoppen en er niet over praten (P.M.H. Atwater, Kinderen van het nieuwe millennium : bijna-doodervaringen bij kinderen en de evolutie van de mensheid, Tilburg, Sigma, 2000), met alle gevolgen van dien. Bij hen is slechts aan het beeld van nawerkingen af te leiden dat zich een BDE heeft voorgedaan. Om bij deze kinderen toch de juiste oorzaak van hun problematiek te behandelen is het belangrijk om als hulpverlener op de hoogte te zijn van het bestaan van een BDE, alsmede het beeld van nawerkingen. Tevens is het is raadzaam om via een intake te achterhalen of er sprake is ge weest van een moeizame geboorte of een bedreigende situatie (een ziekenhuisopname, een operatie, een ernstig ongeluk, een bijna-verdrinking) en daarmee van een mogelijke BDE.
Boektip Boektip
Poppedeine Evelyn Elsaesser-Valarino Een aangrijpend verhaal van een jong meisje dat aan een ernstige ziekte lijdt en daardoor een snelle spirituele ontwikkeling doormaakt. Van een vriendje dat een bijna-doodervaring heeft gehad leert ze dat de dood niet het einde is, maar slechts een overgang naar een andere vorm van bestaan.
Kinderen van het nieuwe millennium Phyllis Atwater Boeiend verslag van de uitkomsten van het eerste serieuze en diepgaande onderzoek naar bijna-doodervaringen bij kinderen.
Boektip
In Nederland deed cardioloog Pim van Lommel uitgebreid onderzoek naar bijnadoodervaringen. Over het veranderingsproces bij kinderen schrijft hij: ‘Kinderen ervaren na een BDE een primair gevoel van verlies dat niet te verwoorden is. Nergens ontmoeten ze meer de schoonheid en vrede die ze in hun ervaring hebben leren kennen. Ze hebben de behoefte zich wat afzijdig te houden van leeftijdgenoten. Ze staan vaak op afstand stil toe te kijken en zullen niet vaak met andere kinderen meedoen. Ze trekken zich graag terug in de natuur. Ze houden van stilte. Ze kunnen indringend geluid of lawaai niet verdragen en houden vaak al op jonge leeftijd van rustige, klassieke muziek.’ (P. van Lommel, Eindeloos bewustzijn : een wetenschappelijke visie op de bijna-dood ervaring, Kampen, Ten Have, 2007) Het beeld dat Van Lommel schetst komt opvallend overeen met dat van hoogsensitiviteit bij kinderen. Ik concludeer dan ook in mijn boek Ineens geen kind meer, dat er na een BDE vaak sprake is van hooggevoeligheid. Een kind dat in sociaal opzicht voorloopt en daardoor veel waarneemt, dat zich anders voelt op school, dat vervolgens op het schoolplein liever langs de kant staat toe te kijken in plaats van (direct en impulsief) mee te spelen, is een kenmerkend voorbeeld van een hoogsensitief kind. Ook kan er na een BDE sprake zijn van paranormale vermogens: engelen zien, praten met overledenen, vertellen over vorige levens, aura’s zien. Als deze verschijnselen zich voordoen zijn ze zo vanzelfsprekend voor het kind – omdat ze er gewoon zijn – dat ze kunnen schrikken of in de war raken wanneer volwassenen er afkeurend, wantrouwend of angstig op reageren. Hooggevoeligheid en paranormale vermogens kúnnen zich voordoen na een BDE. Maar dat betekent uiteraard niet dat alle hooggevoelige kinderen of alle kinderen met paranormale vermogens een BDE (moeten) hebben gehad.
Ineens geen kind meer Gerarda van der Veen In dit verhelderende boek beschrijft de auteur op een aangrijpende manier wat een bijna-doodervaring (bde) voor een kind kan betekenen.
kinderwijz . 29
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 29
23-10-11 22:03
Advertenties
Probeer Onkruid dit schooljaar zelf en lees zes nummers voor maar € 20. Dan weet je alles over een mooiere wereld voor jezelf en je kinderen.
zelfrespect autonoom, spiritueel en groen. “ik ben ik - jij bent jij” de basis voor een blij kind
Ja, ik wil het Onkruid schoolabonnement. naam
zelfwaardering
SEOkindercoachopleiding de praktische aanvulling voor iedereen die met kinderen werkt
adres postcode/woonplaats bankrekening naam rekeninghouder
zelfvertrouwen
handtekening Ik machtig Onkruid éénmaal € 20 van deze rekening af te schrijven. Stuur de ingevulde bon (zonder postzegel) naar: Onkruid, Antwoordnummer 13003, 4120 ZX Everdingen.
ontwikkelaars van brugklastraining “de overstap” en “ik ben ik-jij bent jij” sociaal-emotionele weerbaarheidstraining
w w w. l e r e n i s z i j n . n l
Coaching - Training - Workshops - Therapieën - Opleidingen - Begeleiding - Cursussen Advertentie_lereniszijnV41.indd 1
18/10/11 2:52 PM
Doe wie je bent! Match je talenten en visie met je werkwijze en word succesvol in begeleiding. Opleiding Professioneel, Creatief en Resultaatgericht coachen in Zeist. Start januari 2012. www.pcr-coachen.nl Vanuit inspiratie naar realisatie. Thee met Koekjes. Coaching, training en tekst. Lees voor gebruik de bijsluiter op: www.theemetkoekjes.net Gratis informatieavond COACHEE!-spel 22 november in Tiel van 10.30 – 12.00 uur 30 november in Steenwijk van 20.00 – 21.30 uur www.kindercoachmethode.nl Gevarieerde en luxe ontbijt en lunch. Arabische en Engelse hightea. Workshops boltaartjes maken. www.homecookmeals.nl Heeft de pest aan pesten! Gratis begeleiding aan kinderen die gepest worden. www.skizzle.nl
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 30
Adverteren in
is al mogelijk vanaf 45,00 Een regeladvertentie plaatsen? Dit kan al voor €15,00 per regel (exclusief BTW). Minimum aantal regels is drie. Dit zijn ongeveer 90 tekens.
www.248media.nl/adverteren
23-10-11 22:03
Column
Uit de praktijk van de kindertherapeut… Natalija
Z
Ze is 13 jaar; mooi, lang, slank met een gevoelige, iet wat verlegen oogopslag. Voorbeeldig in gedrag, beleefd, welwillend en intelligent. Kortom, een ideale mix van kwaliteiten die garant lijken te staan voor een glan zende middelbare schoolcarrière. Niets bleek minder waar. Haar eerste jaar op een megascholencomplex was een regelrechte ramp. Ze werd stelselmatig genegeerd, uitge scholden, gekleineerd en ook kreeg ze met fysiek geweld te maken. Dit resulteerde in veelvuldige absentie, chroni sche hoofdpijn, paniekaanvallen en een zeer laag zelfbeeld. Wat ging er mis? En nog veel belangrijker, hoe nu verder? Lisa wordt door haar ouders en school aangemeld bij mijn praktijk op het moment dat zij van plan is om nooit meer naar school te gaan, de leerplichtwet ten spijt. Hoewel haar ouders zich onder druk voelen staan, vraag ik hen Lisa de tijd te geven om op haar eigen wijze en tempo haar proces aan te gaan; daar waar het om draait binnen integratieve kinder therapie: de uniekheid en eigenheid van het kind respecteren. Omdat Lisa onder grote spanning staat, adviseer ik om Lisa voorlopig thuis te laten blijven en verwijs ik haar door naar de huisarts om haar chronische hoofdpijnklachten te onderzoeken. Zowel de huisarts als de neuroloog vin den geen lichamelijke oorzaken voor de hoofdpijn. Vanuit de rustsituatie neemt de stress bij Lisa af. Lisa gaat naar yoga en leert te ontspannen. Binnen de therapie onder
Grasso
Praktijk Integratieve Kindertherapie De Driehoek zoeken we Lisa’s kwaliteiten. Uiteindelijk heeft Lisa ruim drie maanden rust nodig om haar kracht, zelfvertrouwen en geloof in haar zelf te laten toenemen en de hoofdpijn klachten te laten verminderen. Lisa ontdekt in therapie dat ze door haar verlegenheid nauwelijks contact durfde te maken met klasgenoten. Ook komt ze erachter dat ze veel strenger is voor zichzelf dan voor anderen. Zo accepteerde zij pestgedrag, omdat zij ei genlijk vindt dat de daders gelijk hebben. ‘Ik ben ook stom en dom en niets waard. Geen wonder dat niemand mij leuk of lief vindt! Ik heb ook stomme kleding en een lelijk hoofd.’ Lisa leert deze negatieve gedachten te vervangen door positieve gedachten. Uiteindelijk lukt het Lisa om weer naar school te gaan. Toch krijgt ze geen eerlijke kans in haar klas om haar veranderde gedrag in praktijk te brengen. De school wil haar helpen en biedt haar aan om van klas te veranderen. In deze klas ontwikkelt ze wel nieuwe vriendschappen en het tweede schooljaar stapt Lisa dan ook vol zelfver trouwen haar verdere toekomst tegemoet!
kinderwijz . 31
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 31
23-10-11 22:03
De bijzondere r Tekst: Dr. Nienke Endenburg
Nienke Endenburg is GZ psycholoog en senior docent/onderzoeker van de Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht. Zij helpt voornamelijk volwassenen en kinderen met problemen betreffende dieren, zoals onder andere rouwverwerking, angst voor dieren en psychotherapie met
Foto: Raymond van der Knaap
behulp van dieren www.endenburg.biz
32 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 32
23-10-11 22:03
e relatie tussen kind en dier
rg
Kinderen en (huis)dieren, ze lijken soms bijna onafscheidelijk met elkaar verbonden. Een kind kan al gefascineerd zijn van een slak of een regenworm in de achtertuin.
De knuffelwaarde van het kind kan versterkt worden wanneer het de trotse bezitter is van een aaibaar dier als een cavia, kat of hond. Nienke Endenburg houdt zich al
jarenlang met het onderwerp kinderen en huisdieren bezig en kan als geen ander inzicht geven in de bijzondere relatie tussen mens en dier.
kelen zich tot soci aal competentere volwassenen dan kinderen die op groeien in een huishouden zon der dieren. Kinderen met so ciale vaardigheden kunnen beter met andere kinderen en volwassenen omgaan en hier door is het eenvou diger om tot een sociaal netwerk te behoren. Het on derdeel uitmaken van een sociaal netwerk geeft soci ale ondersteuning. Het praten met anderen over een probleem kan maken dat je je begrepen voelt en ook dit is een onderdeel van sociale ondersteuning. Het ontvangen van sociale onder steuning werkt stressverminderend en dus positief op het afweermechanisme. Het is dan ook niet verwonderlijk dat onderzoek aantoonde dat kinderen met huisdieren signifi cant meer op school zijn wat onder andere betekent dat ze minder vaak ziek zijn.
Foto: Raymond van der Knaap
Huisdieren, we hebben er ongeveer dertig miljoen in Neder land. De meeste huisdieren, vooral honden, katten, konijnen, knaagdieren, vogels en vissen, komen voor in gezinnen met kinderen. Er zijn veel ouders die een huisdier nemen omdat ze denken dat het een positieve invloed heeft op de ontwik keling van hun kind en omdat ze denken dat hun kind er so cialer van wordt. Maar ook zouden ze er verantwoordelijker door worden. Wetenschappelijk onderzoek naar de relatie tussen mens en dier is echter een relatief nieuw onderzoeks veld en de invloed van dieren op de ontwikkeling van kinde ren is voor een groot gedeelte nog onontgonnen terrein. Als wetenschapper aan de Faculteit Diergeneeskunde weet ik, dat er zich in de bestaande studies vaak methodologische problemen voordoen. Maar het bewijs lijkt veelbelovend als gaat om dat interactie met huisdieren van groot belang is voor een goede ontwikkeling van het kind. Zo krijgt het kind meer zelfwaardering, kan het zichzelf beter redden en krijgt het meer empathie voor anderen. In een negen maanden durend onderzoek naar het effect van het houden van huis dieren in een schoolklas, vonden de onderzoekers dat de zelfwaardering van kinderen significant steeg. Het artikel dat over dit onderzoek geschreven is, gaf aan dat de invloed van huisdieren waarschijnlijk het grootste is bij kinderen die de pubertijd naderen. Dit kan te maken hebben met het feit dat deze kinderen steeds meer verantwoordelijkheid krijgen als het om dieren gaat, maar het kan ook zijn dat deze kin deren meer problemen of onzekerheden ervaren. Kinderen die in een huishouden opgroeien waar honden zijn, laten een grotere sociale vaardigheid zien en ontwik
kinderwijz . 33
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 33
23-10-11 22:03
Maar ondanks al deze positieve feiten is er ook een droevige kant aan het houden van huisdieren. Neem nu Levi van 8 jaar. Het is een stoere jongen om te zien, niet al te groot van pos tuur. Op school gaat het op sociaal gebied niet erg gemakkelijk. Levi is niet op zijn mondje gevallen en ligt daardoor regelmatig met medeleerlingen en leerkrachten in de clinch. Thuis praat hij hier niet over met zijn ouders. Als ze ernaar vragen zegt hij: ‘Op school gaat alles goed’. Levi heeft ook een hond, Rakker. Als ik aan Levi vraag met wie hij wel over zijn problemen praat, blijkt dat hij hier wel met Rakker over ‘praat’. Levi zegt hierover: ‘hij snapt me wel’ en ‘hij scheld me niet uit, hij is blij als ik thuis kom’. Uit onderzoek blijkt dat tachtig procent van de kinderen die problemen hebben, dat eerst met hun dier bespreken, en daarna pas met hun ouders of vrienden. Het feit dat hij Rak ker heeft, maakt wel dat hij af en toe vriendjes mee naar huis neemt om te spelen. Iedereen weet namelijk dat je met Rakker leuke spelletjes kunt spelen. Maar Rakker is 13 jaar en zijn nieren functioneren niet meer optimaal. De vraag is hoe lang Rakker nog te leven heeft. De ouders zien vreselijk tegen het naderende einde op en overleg gen met de dierenarts over hoe nu verder. Ze willen Rakker ei
genlijk laten inslapen als Levi op school zit en dan zeggen dat hij plotseling is overleden. Ze denken dat ze Levi hierdoor een hoop pijn besparen. De dierenarts vindt dit echter geen goed idee en verwijst de ouders door naar mij. Ik snap waarom de ouders dit willen, maar leg ze uit dat Levi recht heeft om op een goede manier afscheid te nemen van zijn grote vriend en als hij dat wil ook bij het laten inslapen aanwezig te zijn. Omdat de ouders het erg moeilijk vinden om hier met hem over te praten, stel ik voor dat ik dat doe. Levi is een slimme jongen die heel goed snapt en ziet dat Rakker ach teruit gaat. Hij spreekt zijn zorgen hierover uit. Samen kijken we hoe we afscheid van Rakker gaan nemen. De eerste stap is dat hij met zijn mobieltje nog een heleboel foto’s van Rak ker zal maken, zodat hij hem nooit kan vergeten. Nadat ik hem uitgelegd heb hoe het werkt, geeft hij aan dat hij er bij aan wezig wil zijn als ze Rakker laten inslapen. Ook bespreken we wanneer het moment gekomen is om Rakker te laten inslapen. Volgens Levi is dat zover als hij geen zin in zijn eten meer heeft en niet meer wil wandelen. Na enkele weken is het zover, en in overleg met de dierenarts wordt de afspraak voor euthanasie gemaakt. Levi gaat mee en draagt Rakker zelf bij de dierenarts naar binnen. Hij moet huilen, maar ook de dierenarts bevestigd dat dit voor Rakker het beste is. De dierenarts laat Rakker inslapen, wat heel rustig gaat en dan nemen ze hem weer mee om in de tuin te begra ven. Hierna heb ik nog twee gesprekken met Levi gehad. We maken een mooi plakboek over Rakker en Levi vertelt over hoe verdrietig hij is en hoe zeer hij hem mist. Toch vindt hij ook dat dit het beste voor Rakker was. Na een paar maanden komt hij weer en hij heeft een nieuwe vriend bij zich. Er is een nieuwe hond gekomen en het lijkt erop dat hier weer een nieuwe vriendschap aan het ontstaan is.
Foto: Raymond van der Knaap
Foto: Sonya Etchison | Shutterstock.com
Kinderen vormen een speciale band met dieren. De band met zo’n dier heeft een positief effect op hun ontwikkeling. Onder zoek toont ook aan dat kinderen die thuis een huisdier hebben min der vaak spijbelen van school. Het omgaan met een dier kan een ontspan nende activiteit zijn. In tegenstelling tot men sen, beoordelen en veroordelen dieren je niet, ook niet als je rood haar hebt of niet zo goed op school bent. Ze accepteren je ge woon zoals je bent. Maar ook kinderen met sociaalemotionele problemen of een handicap, lichamelijk of geestelijk, kunnen veel baat hebben bij de omgang met een dier. Dieren stellen geen lastige vragen. Wanneer er vervelende, nare omstandig heden zijn, helpt de aanwezigheid van een dier de situatie te verlichten. De sfeer wordt hierdoor veel meer ontspannen. Ook kun je heerlijk met de meeste dieren knuffelen, ze zijn warm en zacht en daar heeft zo’n kind, zeker in moeilijke omstandighe den soms erg veel behoefte aan. Een dier kan ook onderdeel zijn van psychotherapie. Als psy choloog weet ik dat ik makkelijker benaderbaar ben voor kin deren als er een dier bij me is. Het dier zal als ijsbreker werken in het contact tussen mij en het kind. Het kind kan het eerst hebben over het dier en het hoeft niet meteen over de eigen problemen te beginnen.
34 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 34
23-10-11 22:04
Van uit- naar aanlachen
A
Als we na een intensieve dag gezellig met z’n allen aan de keukentafel genieten van het avondeten, valt mij het ernstige gezicht van mijn dochter op. Nu ze als 5jarige in groep twee zit, begint ze toch al heel ‘groot’ te worden. Althans, dat vindt ze zelf. Helpen van de kleintjes uit groep één met hun jassen en tasjes, zorgen voor elkaar tijdens het werken op school (vroeger heette dat nog spelen…) en gesprekken over thema’s die op school spelen: elkaar een compliment geven als je iets goed doet, respect hebben voor elkaar, elkaar aankijken als je tegen elkaar spreekt, en vooral: niet pesten. Maar wat is nou plagen, wat is nou pesten en wat mag nog wel en wat nog niet? Mijn dochter heeft het er maar moeilijk mee. Pesten is als je ervan moet huilen, dat weet ze zeker. Maar als je valt en je moet huilen, dan is dat weer geen pesten. Plagen is als je het niet leuk vindt en je ‘stop, hou op’ kunt zeggen. Dan moet die ander natuurlijk wel stoppen, anders wordt het weer pesten in plaats van plagen. Na een tijdje zwijgen is mijn dochter er ineens uit. ‘Pappa,’ zegt ze, ‘als je iemand uitlacht, dan is dat niet leuk voor de ander. Daarom mag je nooit iemand uitlachen.’ Ik knik instemmend en wil net antwoord geven. Maar ze is mij al voor. ‘In plaats van uitlachen moet je gewoon iemand aan lachen. Want van aanlachen word je blij en dan kun je dus nooit pesten of plagen!’ Tevreden eet mijn dochter verder, haar vader triomfantelijk aankijkend. En ik? Ik knik instemmend, terwijl ik denk: ik heb van daag een nieuw woord geleerd!
Column
Eddie van der Wereld
Eddie van der Wereld is internationaal trainer, coach, auteur en gespecialiseerd in zelfvertrouwen en eigenwaarde. Kijk voor een gratis boekje met vijftig zelfvertrouwentips op www.eddievanderwereld.com.
kinderwijz . 35
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 35
23-10-11 22:04
Tekst: Jolanda Roelfsema
Passend l
Jolanda Roelfsema is dyslexiespecialist in het primair onderwijs. Zij is werkzaam binnen diverse samenwerkingsver banden in het bovenschoolse dyslexie beleid. Daarnaast is ze docent en praktijkonderzoekbegeleider binnen de Master Special Educational Needs. Ze is eigenaar van ‘Dyslexie in het onderwijs’, waarbinnen ze zich richt op de profes-
Foto: Arend Kuyt
sionalisering van leerkrachten en schoolteams door visievorming, verbetertrajecten, nascholing en voorlichting (www.dyslexie-specialist.nl).
36 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 36
23-10-11 22:04
d leesonderwijs voor alle leerlingen?! Hoe kunnen de nieuwe protocollen daaraan bijdragen? Passend onderwijs is tegenwoordig een belangrijk thema binnen het basisonderwijs. Passend leesonderwijs voor alle leerlingen is de uitdaging waar leerkrachten dagelijks mee te maken hebben. Want leesonderwijs is een dagelijkse bezigheid op scholen. Maar hoe passend is het leesonderwijs als je last hebt van leesproblemen of zelfs dyslexie? Wat betekent dat voor de leerling en de leerkracht? En hoe kunnen de Protocollen Leesproblemen & Dyslexie een bijdrage leveren aan het afstemmen van het onderwijs op dyslectische leerlingen? Passend onderwijs wordt omschreven als maatwerk in het onder wijs. Dat betekent dat iedere leerling recht heeft op onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Een passend onderwijsaanbod houdt in dat onderwijs en ondersteuning moeten aansluiten op de ontwikkeling en behoeften van het kind, de moge lijkheden van de leerkrachten en de wensen van de ouders. Er is dus sprake van een driehoeksrelatie tussen kind, leerkracht en ouders. En hoewel er nog veel onduidelijk is over hoe passend onderwijs in de nabije toekomst gerealiseerd moet worden, denken veel school teams en samenwerkingsverbanden na over hoe dit vorm gegeven kan worden. Ook op het gebied van lezen en spellen zijn er tussen leerlingen grote verschillen te bespeuren in de ondersteunings behoefte die ze hebben. De Protocollen Leesproblemen & Dyslexie (2011) zijn dit jaar vernieuwd en aangescherpt en geven goede richt lijnen voor het omgaan met die verschillen.
Merel
Merel is een vrolijk meisje als ze de kleutergroep binnenkomt. Ze komt uit een betrokken gezin en thuis wordt er regelmatig voor gelezen. Op school heeft ze veel plezier in de voorleesactiviteiten die de juf aanbiedt, maar de taalspelletjes vindt ze moeilijker. Het valt
op dat ze er moeite mee heeft de aangeboden letters te onthouden, en ook het ‘hakken & plakken’ (auditieve analyse en synthese) gaat moeizaam. Als Merel naar groep drie gaat, leert ze lezen. Alleen het leesproces verloopt niet zo soepel. Ze heeft moeite met de klank-te kenkoppelingen en komt maar moeizaam tot directe woordherken ning. De juf van groep drie biedt Merel extra oefenstof, en ook thuis worden er woordjes en boekjes gelezen. Halverwege groep drie is er al een duidelijke achterstand te zien in de leesontwikkeling. Er wordt een intensiever aanbod gegeven, maar ondanks dat blijven de lees problemen zich voordoen. Halverwege groep vier is er sprake van een echte achterstand. En hoewel de leerkrachten er alles aan doen, is die achterstand niet zomaar weg te werken.
Leesprobleem of toch dyslexie?
Goede leerkrachten hebben al in een vroeg stadium in de gaten of een leerling problemen heeft in de leesontwikkeling. Al in groep een en twee zijn er kenmerken te zien. Sommige leerlingen tonen maar weinig tot geen interesse in boekjes en activiteiten met let ters. Een gericht geletterdheidsaanbod, met name wanneer het kind al in groep twee zit, kan de ontwikkeling op gang helpen. Wachten tot het kind eraan toe is, is niet verstandig (Smits & Braams, 2006). kinderwijz . 37
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 37
23-10-11 22:04
De protocollen geven een handreiking voor goed lees en spel lingonderwijs als basis voor alle leerlingen, het volgen van de ontwikkeling, het signaleren van lees en spellingproblemen, de begeleiding en aanpak van lees en spellingproblemen en het omgaan met dyslexie (Scheltinga, 2011). Er worden vier niveaus van zorg onderscheiden: Niveau 1: Basisarrangement: Goed lees en spellingonderwijs in klassenverband. In de protocollen staat omschreven wat goed lees en spellingonderwijs voor de verschillende groepen inhoudt. Voor alle groepen geldt dat effectief lees en spellingonderwijs de volgende kenmerken heeft: • doelgericht werken; • voldoende leertijd; • effectief werken met de methode; • een stimulerende en motiverende leesomgeving. Binnen het basisaanbod is het omgaan met verschillen een belangrijk punt om passend leesonderwijs aan alle leer lingen te kunnen bieden. Veel methoden geven duidelijk aan hoe dat georganiseerd kan worden. Daarbij wordt veelal een onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde convergente en divergente differentiatie. Convergent differentiëren houdt in dat er een doel gesteld wordt dat door alle leerlingen be reikt moet worden. Als leerlingen moeite hebben dit doel te bereiken, is het de taak van de leerkracht de instructie af te stemmen op deze leerlingen, onder andere door het her halen van de instructie. Divergent differentiëren betekent dat iedere leerling zijn eigen ontwikkelingslijn volgt. Alle leerlingen krijgen evenveel instructie en tijd. Het gevolg hiervan is dat sterke lezers excelleren, terwijl zwakke lezers achterblijven;
Illustratie: donatas1205 | Shutterstock.com
Werken in een doorgaande lijn
Foto: Kamira | Shutterstock.com
Een aantal leerlingen vertoont specifieke risicofactoren zoals fonologische problemen en benoemsnelheidsproblemen, die een aanwijzing kunnen zijn voor ernstiger problemen. Wan neer een leerling in groep drie er moeite mee heeft lezen en spellen onder de knie te krijgen, kan er sprake zijn van een leesprobleem of stoornis (dyslexie). Het onderscheid tussen leesproblemen en dyslexie is gradueel en gebaseerd op duur zaamheid en de ernst van de problematiek (De Jong, 2010). In eerste instantie zal er dus sprake zijn van een leesprobleem. Wanneer dat leesprobleem, ondanks goed onderwijs, blijft aanhouden en verergert, is er mogelijk sprake van dyslexie. Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hard nekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau (Stichting Dyslexie Nederland, 2008). De ernst blijkt uit de achterstand, die in de loop der jaren steeds verder toe kan nemen. De hardnekkigheid blijkt uit het feit dat de proble men blijven bestaan, ook wanneer er gerichte interventies worden geboden. Dyslexie heeft een neurobiologische basis (Protocollen Leesproblemen & Dyslexie, 2011). De stoornis wordt dus veroorzaakt door een tekort in de hersenen. Het gevolg is dat er cognitieve problemen zijn op het gebied van de fonologische verwerking, het snel kunnen benoemen (RAN – Rapid Automatic Naming) en de auditieve verwerking (De Jong, 2010). Dit uit zich vervolgens in ernstige problemen met het lezen en spellen van woorden ondanks regelmatig onderwijs (Bloomert, 2006). Voor leerkrachten betekent dit dat ze systematisch moeten werken aan de lees en spelling ontwikkeling en aan een doorgaande lijn om het onderscheid tussen leesproblemen en dyslexie te kunnen onderscheiden.
38 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 38
23-10-11 22:04
Illustratie: donatas1205 | Shutterstock.com
de niveauverschillen in een groep kunnen enorm groot zijn. Veel scholen zoeken naar een differentiatievorm die past bij hun leerlingen. Over het algemeen blijkt convergente diffe rentiatie het meeste resultaat te geven voor zwakkere lezers. Zij worden immers opgetrokken naar het gewenste niveau door af te stemmen op hun ondersteuningsbehoeften. Voor sterke lezers blijkt divergente differentiatie het meest ideaal, omdat ook zij op die manier een goede ontwikkeling kunnen doormaken. Dit differentiatiedilemma (Cöp, 2011) houdt veel leerkrachten bezig. Hoe scholen hier ook mee omgaan, het streven moet zijn dat ongeveer 75 procent van de leerlingen in een groep met het basisarrangement een goede leesont wikkeling doormaakt. Niveau 2: Intensief arrangement. Voor leerlingen die niet ge noeg hebben aan het basisarrangement, wordt een intensief arrangement ingezet door de groepsleerkracht. Voor deze leerlingen is het nodig een intensievere benadering te bieden die past bij hun leesproblemen en ondersteuningsbehoeften; passend leesonderwijs dus. Belangrijkste aspect is het inten siveren van het basisaanbod door uitbreiding van instructie en oefentijd. Op deze manier wordt tegemoetgekomen aan de ondersteuningsbehoeften van leerlingen met leespro blemen. Voor de meeste leerlingen met leesproblemen is dit voldoende. Van de 25% leerlingen die onvoldoende profiteren van het basisaanbod en die een intensief arrangement ont vangen, zal zo’n vijftien procent met deze afstemming ook de gestelde (minimum)doelen bereiken. Niveau 3: Zeer intensief arrangement. De tien procent van de leerlingen die dan nog overblijft, wordt gezien als de leer lingen met ernstige lees en spellingproblemen. In sommige gevallen heeft de leerkracht een vermoeden van dyslexie. Im mers, de problemen zijn niet zomaar op te lossen. Deze leer lingen ontvangen specifieke interventies, zoals Connect, Ralfi (Smits & Braams, 2006) en Drie Sterren Lezen (HCO, 2010). Deze interventies kunnen binnen en/of buiten de groep worden gegeven, alleen of in kleine groepjes. Wel is de aan pak zo gekozen dat deze past bij de problemen die de leer ling ervaart op het gebied van lezen en spellen. De leerkracht wordt ondersteund door de interne zorgspecialist binnen de school. Het aanbod wordt gedurende een periode van een half jaar geboden, er wordt minimaal een uur extra leestijd ingeroosterd en de kwaliteit van de interventie moet hoog zijn. Een aantal van deze leerlingen met ernstige lees en/of spellingproblemen profiteert van deze interventie. Er is dan geen sprake van hardnekkigheid (didactische resistentie) en de achterstand wordt ingelopen. Niveau 4: Zeer intensief arrangement + externe zorg. Drie à vier procent van de leerlingen profiteert onvoldoende van de zeer intensieve aanpak, en de leerkracht kan de achterstand en hardnekkigheid aantonen in het opgebouwde dossier. De leerling wordt dan doorverwezen voor diagnose. Vanaf 2009 kan dit via de zorgverzekeraar van de ouder, maar alleen als er sprake is van ernstige, enkelvoudige dyslexie.
Grijze gebied
Niet alle leerlingen met ernstige leesproblemen komen in aanmerking voor vergoede diagnose. Wanneer er naast de lees en spellingproblemen nog andere factoren een rol spelen die de ontwikkeling kunnen beïnvloeden, is er geen sprake van enkelvoudige dyslexie en wordt de diagnose en eventu ele behandeling niet vergoed. Hierbij valt te denken aan leer lingen met een lagere of juist hogere intelligentie, leerlingen met een taalstoornis of ADHD. Bij dergelijke leerlingen is het de vraag wat de lees en spellingproblemen veroorzaakt: dys lexie of het bijkomende ‘probleem’. Dit houdt echter niet in dat deze leerlingen niet dyslectisch kunnen zijn! Neem het voorbeeld van Bas, een slimme jongen die op alle vakken goed meekomt, maar op de leesontwikkeling in ver houding laag presteert. Er is wel een achterstand te zien, maar die is niet zo groot. Bas maakt namelijk op een heel effectieve wijze gebruik van zijn mogelijkheden en heeft zelf een manier gevonden om het lezen geen probleem te laten zijn. Hij compenseert op inhoud. Maar wanneer hij in het voortgezet onderwijs langere teksten moet lezen en meer dere vreemde talen moet gaan leren (kortom, wanneer de taken behoorlijk verzwaard worden), bestaat er alsnog de kans op een diagnose dyslexie, omdat het probleem pas dan als ernstig bestempeld kan worden. Ook om andere redenen kan men soms geen diagnose stel len. De leerling profiteert bijvoorbeeld wel van de geboden hulp, maar valt terug op het moment dat die hulp achter wege blijft. De hardnekkigheid kan dan onvoldoende worden aangetoond. Leerlingen die in dit ‘grijze gebied’ vallen, kun nen dus wel degelijk dyslexie hebben, alleen wordt dit niet vergoed door de zorgverzekeraar en komen de kosten voor rekening van de school of de ouders.
De leerkracht maakt het verschil!
Door het werken met de protocollen kunnen leerkrachten afstemmen op de ondersteuningsbehoefte van leerlingen. Het belangrijkste hierbij is echter de basishouding van de leerkracht om te willen afstemmen op wat een kind nodig heeft. De leerkracht maakt het verschil! En dat gaat verder dan enkel afstemmen in instructie en extra hulp. De leerkracht weet hoe de leesontwikkeling hoort te verlo pen en hoe dat bij de leerlingen in zijn klas is. Hij weet wat het kind nodig heeft om verder te groeien in zijn leesontwik keling en stemt dit af zodat de leerling die stap kan zetten. Hij weet wanneer een kind een extra steuntje in de rug nodig heeft, hoe hij zijn onderwijs zo optimaal mogelijk aan kan bie den. Hij weet hoe de leerling geholpen kan worden grip op de tekst te krijgen en hoe de leerling ondersteund kan worden als lezen dusdanige problemen geeft dat dit het verdere leren in de weg staat. De leerkracht is ook de motivator die kinderen (zeker kin deren met leesproblemen) aan het lezen kan krijgen. Hij biedt boeken en activiteiten aan die de interesse van de kinderwijz . 39
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 39
23-10-11 22:04
Foto: Shestakoff | Shutterstock.com
leerlingen opwekken, en organiseert inspirerende booktalks met de leerlingen. Onderling praten over de inhoud van boeken is belangrijk om te leren dat – ook als lezen moeilijk is – lezen leuk kan zijn! Daarnaast is het belangrijk dat de leerkracht begrip heeft voor de problemen die het kind ervaart. Acceptatie en het be spreekbaar maken dragen bij aan het welbevinden van leer lingen met leesproblemen en dyslexie. Kortom, de leerkracht verdient het predicaat excellent readingteacher (International Reading Association, 2000).
Passend leesonderwijs voor alle leerlingen?
van de leerkracht bij wie het kind op dat moment in de klas zit, het is een aangelegenheid van het hele team. Hoe zor gen leerkrachten ervoor dat het leesonderwijs in de basis zo optimaal mogelijk is voor alle leerlingen, hoe ondersteun je leerlingen met leesproblemen en dyslexie, wanneer wordt de keuze gemaakt om over te gaan tot diagnose (op basis van een dossier dat door de jaren heen door meerdere leer krachten wordt opgebouwd), hoe wordt het zeer intensieve arrangement georganiseerd, hoe ondersteunt het schoolma nagement de leerkrachten organisatorisch en inhoudelijk, hoe betrek je de leerling zelf bij het traject en welke rol spelen de ouders daarbij? Bij passend leesonderwijs komt dus meer kijken dan je in eerste instantie zou verwachten. De aanwezigheid van deskundige leerkrachten en een specia list op het gebied van lezen, spelling en dyslexie (bijvoorbeeld een Master Special Educational Needs) is een voorwaarde binnen een school om tot passend leesonderwijs te kunnen komen. Een dyslexiecoach of casemanager (Kleijnen, 2011) die de zaken van alle betrokken partijen (leerling, leerkracht, schoolteam en ouders) op elkaar afstemt, kan voor een dys lectische leerling enorm veel betekenen. Dit alles vraagt om schoolspecifiek lees- en dyslexiebeleid op basis waarvan goe de afspraken worden gemaakt, maar bovenal om een visie die wordt gedragen door alle leerkrachten! Zo voorkom je dat passend leesonderwijs aan dyslectische kinderen een zaak van individuele leerkrachten is en wordt een doorgaande lijn gerealiseerd waarin je het beste uit de leerling haalt. En uit eindelijk is dat waar we naar streven!
Passend leesonderwijs, leesonderwijs dat aansluit bij de ta lenten en mogelijkheden van leerlingen, hoe haalbaar is dat in de dagelijkse praktijk? Omgaan met leerlingen met lees problemen en/of dyslexie behoort in principe tot de basiszorg die scholen moeten kunnen bieden. In de afgelopen jaren is er veel expertise opgebouwd in het omgaan met deze kinderen in Vier niveaus van zorg de klas. Daar kan gebruik van ge Niveau 1: Basisarrangement: Goed lees- en spellingonderwijs in klassenverband maakt worden! Er zijn echter wel Niveau 2: Intensief arrangement een aantal voorwaarden. Niveau 3: Zeer intensief arrangement Omgaan met een dyslectische Niveau 4: Zeer intensief arrangement + externe zorg leerling is niet alleen een zaak
Peter van de Wiel
40 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 40
23-10-11 22:04
Website voor ZP’ers €495,Je bent een Zelfstandig Professional (ZP’er) en je moet zelf zorgen voor nieuwe klanten. Dan heb je een goede website nodig. Even wil je best geloven dat het vast heel eenvoudig is om zelf een website te maken, maar veel liever zou je je bezig willen houden met je eigen opdrachten. 248media heeft een website ontwikkeld speciaal voor ZP’ers. Dit is een website in WordPress met zoekoptimalisatie en een nieuwsbriefsysteem. De voordelen zijn dat je als ZP’er de website zelf kunt onderhouden en zelf teksten, foto’s en video’s kunt uploaden. Het 248media websitepakket voor de ZP’er is inclusief een individuele cursus (drie uur). Door de individuele coaching krijg je persoonlijke aandacht, zodat het leerproces sneller gaat dan tijdens een cursus in groepsverband. Het websitepakket voor ZP’ers kost € 795,00 (excl. btw), Kinderwijz-abonnees betalen slechts € 495,00 (excl. btw) – een korting van bijna 40%! Voor meer informatie ga naar www.248media.nl
Home
oVeR oNS
WeRKWIJZe
NIeUWS
CoNTACT
Tekentherapie WoRKSHoPS
ReSULTATeN
LeZINGeN
NoVemBeR 11, 2011
Over mij Ik ben sinds vijf jaar werkzaam als kleurentherapeut in Utrecht. Hiervoor heb ik zeven jaar in het basisonderwijs gewerkt.
Nieuwsbrief Wilt u onze gratis nieuwsbrief ontvangen? Uw mailadres... Nov 11, 2011
Verstuur
Laatste nieuws
Kinderen en emotie Tekst: Karin Rakké
Kinderen kunnen zich emotioneel beter uitdrukken door te spelen en te kleuren. Uit onderzoek blijkt dat het maken van tekeningen kinderen helpt bij het verwerken van hun ervaringen en bij het omgaan met nieuwe situaties. Zo kregen de slachtoffertjes van de orkaan Katrina een kleurboek met als thema ‘de orkaan Katrina’. Door geregeld een half uurtje te kleuren hadden deze kinderen veel minder last van posttraumatische stress-symptomen dan kinderen die niet gekleurd hadden.
Nieuw lettertype voor dyslectici Nicotine schaadt puberbrein Kinderen en emotie
Kinderyoga...
HOME
SPORT
SPEL
OVER ONS
CONTACT
BERICHT
ZOEK
COMMENTAAR
Welkom
Sport en spel heeft maar een missie; word sportiever met kinderen. Sport en spel is een organisatie die met kinderen in de basisschoolleeftijd werken. Sport en spel wil op een positieve manier informeren, inspireren en praktische adviezen en oefeningen te geven door deskundigen op allerlei gebieden van sport en spel. Sport en spel heeft maar een missie; word sportiever met kinderen. Sport en spel is een organisatie die met kinderen in de basisschoolleeftijd werken. Sport en spel wil op een positieve manier informeren, inspireren en praktische adviezen en oefeningen te geven door deskundigen op allerlei gebieden van sport en spel. Sport en spel heeft maar een missie; word sportiever met kinderen. Sport en spel is een organisatie die met kinderen in de basisschoolleeftijd werken. Sport en spel wil op een positieve manier informeren, inspireren en praktische adviezen en oefeningen te geven door deskundigen op allerlei gebieden van sport en spel. Sport en spel heeft maar een missie; word sportiever met kinderen. Sport en spel is een organisatie die met kinderen in de basisschoolleeftijd werken. Sport en spel wil op een positieve manier informeren, inspireren en praktische adviezen en oefeningen te geven door deskundigen op allerlei gebieden van sport en spel.... [Lees verder]
Kinderyoga Uit onderzoek, blijkt dat kinderyoga gezond is voor lichaam en geest. Er diverse manieren van yoga. Kinderen leren vanuit de cursus een open en vriendelijke houding hun eigen emoties en....
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 41
PRAKTIJK
Kindermeditatie We leven in een tijd waarin de wereld verandert en veel kinderen in aanraking komen met ambitie, concurrentie en stress. Onbedoeld krijgt hun emotionele ontwikkeling minder aandacht,....
Zwemmen
Samen spelen
We leven in een tijd waarin de wereld verandert en veel kinderen in aanraking komen met ambitie, concurrentie en stress. Onbedoeld krijgt hun emotionele ontwikkeling minder aandacht,....
We leven in een tijd waarin de wereld verandert en veel kinderen in aanraking komen met ambitie, concurrentie en stress. Onbedoeld krijgt hun emotionele ontwikkeling minder aandacht,....
23-10-11 22:04
Tekst: Marjolein Lolkema en Mireille Niël
Foto: Jeroen Oud
Voor de klas in Jordanië
42 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 42
23-10-11 22:04
Mireille Niël is zo’n veertien jaar geleden naar Jordanië vertrokken. Ze woont er met haar man en twee zoontjes in de hoofdstad Amman en schrijft over haar culturele ervaringen via de blog denieuwemoskee.nl. Trouwe volgers van Koffietijd kennen haar van haar videoverslagen. Zij was daar één van de videobloggers van ‘Vrouwen over de grens’, juist omdat ze aan Nederlanders wilde laten zien hoe mooi het land Jordanië is en hoe vriendelijk de inwoners zijn. Ze geeft les op een internationale school en kan als geen
M
ander vertellen hoe het is om les te geven op een school in een niet-westers land.
Mireille Niël kwam in 1997 naar Jordanië om er met de liefde van haar leven te trouwen. Ze wilde niet financieel afhan kelijk zijn van haar echtgenoot en daarom was het vinden van werk haar eerste prioriteit na aankomst in Amman. Met een achtergrond als lerares Engels en Geschiedenis (Hogeschool van Amsterdam) en enkele jaren leservaring, ontdekte ze tijdens het solliciteren dat haar BA in Educa tion van een westerse opleiding erg in de smaak viel. Er is in Jordanië een gebrek aan goede lerarenopleidingen, dus zijn leerkrachten uit het buitenland zeer welkom. Ze vond al gauw een baan op een privéschool. Inmiddels is ze enkele keren van werkgever veranderd en op dit moment heeft ze het erg naar zin als lerares Engels Tweede Taal op de basis afdeling van één van de topscholen in de regio.
Wat moeten we ons voorstellen bij onderwijs in Jordanië? Hoe verhoudt het zich met het onderwijs in Nederland?
In vergelijking tot de privéscholen hebben leerkrachten en leerlingen in het openbaar onderwijs een achterstand en onvoldoende voorzieningen. Er zijn grote klassen, oude gebouwen en een gedateerd systeem. De leerkrachten hier zijn minder goed opgeleid en krijgen een laag salaris.’
Foto’s: Rienus Gundel
‘Het onderwijs in Jordanië staat bekend als goed. Op de OESOwereldranglijst staat het onderwijs van Jordanië op de 52ste plaats (Nederland staat op de 11de plaats). Wel valt er een kanttekening te maken bij deze ranglijst: aan hoe meer testen een land meedoet, hoe beter de scores uit kunnen vallen. Het secundaire onderwijsprogramma van Jordanië is goedgekeurd bij universiteiten wereldwijd. In Jordanië is een onderscheid gemaakt tussen overheidsscholen en privéscholen. Het onderwijs in overheidsscholen is gratis. Dit zijn de scholen waar het merendeel van de Jordaanse kin deren naar toe gaat. De privéscholen zijn meestal opgericht door particulieren of stichtingen en zijn voor de gemiddelde Jordaniër niet betaalbaar. Enkel de elite uit de maatschappij kan haar kinderen naar deze scholen sturen.
kinderwijz . 43
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 43
23-10-11 22:04
Koningin Rania van Jordanië is nauw betrokken bij kinderrechten
Waar moeten expat-leerkrachten op rekenen als ze over de grens willen gaan werken?
en in het bijzonder heeft zij belang-
‘Het is vooral op de privéscholen waar veel buitenlandse leraren werken. Engels is op de meeste van deze scholen de eerste of tweede taal van instructie en naast enkele verplichte vakken uit het nationale curriculum zoals, Arabisch, godsdienst en regiokunde, worden op deze scholen meestal internationale pro gramma’s gevolgd. Hierbij nog een handige tip voor als je net als ik over de grens wilt gaan werken: als ik vanuit Nederland een baan op een internationale school in Jorda nië had kunnen vinden, dan had ik een beter salaris gekregen. Eenmaal in Jordanië en hier getrouwd, werd ik als ‘local’ beschouwd en kreeg dus ook als een Jordaniër betaald. In Nederland werd tijdens mijn opleiding geen aandacht besteed aan het werken in het buitenland, daardoor was ik niet op de hoogte van het internationale scholencircuit en expat-mogelijkheden. Laat je daarover informeren.’
stelling voor onderwijsprojecten. Zo sprak zij ooit: ‘Scholen bieden een toekomst en redden levens. Ik werk er hard voor om te zorgen dat alle kinderen in het Midden-Oosten goed onderwijs krijgen’. Haar uiteindelijke doel is gratis onderwijs waar ook ter wereld, puur omdat ze vindt dat jongeren hun dromen moeten kunnen realiseren. Haar stichting, de Jordan River Foundation, ondersteunt scholingsprojecten voor kinderen en vrouwen. Koningin Rania is van mening dat de beste manier om armoede te bestrijden is door de drempel naar
Het schoolsysteem in Jordanië is anders dan in Nederland, waar heb je het meest aan moeten wennen? ‘In Jordanië dragen kinderen op bijna alle scholen een eigen uniform. Als Nederlandse was dit voor mij erg wennen en ik had ern stige bedenkingen bij dit systeem, maar inmiddels ben ik zelf moeder van twee school gaande jongens en vind ik het heerlijk dat we ‘s ochtends voor we naar school gaan geen stressvolle discussies over kleding hoeven hebben. Waar ik ook erg aan moest wennen waren de ‘line-ups’ op het schoolplein. Na het schelle geluid van de bel staat iedere klas netjes in de rij. Terwijl de Jordaanse vlag lang zaam en plechtig de lucht in wordt gehesen, luisteren leerlingen en leraren in eerbiedige stilte naar het nationale volkslied. In heel veel landen wordt op deze manier de schooldag begonnen, maar als nuchtere Nederlandse kan ik dit soort patriottisme moeilijk serieus nemen. Wat trouwens opvalt, is dat er voor de rest juist heel weinig in de rij wordt gestaan
goed onderwijs zo veel mogelijk te verlagen. Hoe meer mensen goed onderwijs krijgen, hoe minder armoede er in een land is. Zij is daarmee een warm pleitbezorger voor betere overheidsscholen in
Foto: Glen Price
haar eigen land.
44 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 44
23-10-11 22:04
in deze maatschappij. Nette rijen voor loketten lijken me heel fijn, maar daar is het meestal chaos alom en kun nen mensen niet op hun beurt wachten.
In de klassen wordt er door de leerlingen veel gepraat, de Arabische cultuur is erg oraal ingesteld. Voor de meeste buitenlandse leerkrachten is dit erg wennen en velen klagen over het constante geklets van de kin deren. De leerlingen zijn niet express brutaal, maar ze kunnen nou eenmaal heel slecht hun mond houden. Ze praten met elkaar, maar vallen ook constant de leraar in de rede. Naar elkaar luisteren, iemand uit laten pra ten en je vinger opsteken zijn lessen die steeds weer herhaald moeten worden, want verder is het overal heel normaal om door elkaar heen te praten.’
Je hebt zelf twee kinderen. Hoe ervaar je het om een moeder te zijn met twee kinderen in Jordanië? ‘Kinderen zijn erg geliefd in deze cultuur. Ze zijn altijd overal welkom en iedereen is aardig voor ze. Hier kan ik met mijn twee jongens elk restaurant binnen lopen zon der dat iemand daar ook maar enig bezwaar tegen heeft. Obers spelen en kletsen met de kids en iedereen zorgt dat ze het naar hun zin hebben. Al die aandacht maakt de kin deren aan de ene kant zelfbewust en sociaal, maar soms ook verwend en afhankelijk. Ze zijn vaak gewend dat alles om hen draait en dat ze overal mee geholpen worden. Ik zie dat veel ouders heel weinig verantwoordelijkheid van hun kinderen vragen en ze niet veel dingen zelf laten doen. De rijkere kinderen hebben huishoudsters, kin derjuffen en privéchauffeurs die ze van alles uit handen nemen. In de modale en armere gezinnen zijn dat moe ders, vaders, tantes, oma’s en opa’s die dat doen. De rijke kinderen in Amman komen ook nauwelijks buiten, want de straat is gevaarlijk volgens veel ouders. Als ze buiten komen is dat in een club om te sporten of te zwemmen. De ‘nanny’ is altijd op de achtergrond aanwezig om een oogje in het zeil te houden en te zorgen dat ze zich niet bezeren, de weg kwijt raken of ruzie maken met andere kinderen. Er is voor deze kinderen altijd supervisie en daar door is er niet veel avontuurlijks meer te beleven en leren ze niet om zelfstandig dingen op te lossen. Voor werkende moeders is het in Jordanië wel veel mak kelijker om je carrière met je gezin te combineren, want huishoudelijke hulp is hier heel betaalbaar. Toen mijn kinderen klein waren en nog niet naar school gingen, had
Foto: Mireille Niël
Voor mij was het ook een vreemde gewaarwording dat kinderen hier de school van kleuterniveau tot voortgezet onderwijs op dezelfde school doorlopen. Er is ook geen niveauverschil voor het voortgezet onder wijs, zoals wij dat in Nederland kennen.
ik iedere dag een oppas thuis, die ook het huishouden deed. Mijn kinderen hadden het heel gezellig thuis met de oppas en als ik thuis kwam, was alles aan kant! De Nederlandse parttimers cultuur bestaat hier niet. Je werkt vijf of zes dagen of je werkt niet. Wat ik hier wel erg mis met kinderen zijn parken, speeltuinen en betaalbare zwembaden. Het weer is, op een paar win termaanden na, echt fantastisch maar er zijn in Amman geen buitenfaciliteiten. Jordanië is wel geweldig voor weekeindjes weg. Er zijn mooie natuurgebieden; ruige woestijn, prachtige wilde valleien, bossen en zee. Als je Amman uit gaat dan valt er veel moois te ontdekken.’
Ouderbetrokkenheid is in Nederland een steeds weer terugkerend punt van aandacht op de scholen. Hoe ervaar jij de ouderbetrokkenheid? ‘Mijn ervaring op privéscholen is dat ouders erg betrok ken zijn. Soms zelfs te betrokken, want ze willen van alles het naadje van de kous weten en als leerkracht heb je dan het gevoel dat je alles wat je doet moet verantwoorden. Ik denk dat dit op de overheidsscholen wel veel minder is. Deze ouders hebben het al druk genoeg met overle ven en hun gezinnen zijn vaak groot. Het plezierige van deze betrokkenheid is wel dat de ouders altijd bereid zijn te helpen. De moeders bij mij op school zorgen voor kos tuums en decors als er voorstellingen zijn, voor eten voor klassenfeestjes en er zijn altijd genoeg voorleesmoeders. kinderwijz . 45
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 45
23-10-11 22:04
Op de overheidssite van de inmiddels overleden Koning Hoessein is
Ouders hier hebben over het algemeen erg hoge verwachtingen van hun nageslacht en de kinderen worden erg gepusht om te pres teren. De druk is groot, want iedereen moet naar de universiteit en alle ouders hebben de wens of droom dat hun kind minstens rechter of ingenieur gaat worden. Op de kleuterschool wordt al begonnen met lezen en schrijven. De gedachte is: hoe meer huiswerk hoe beter. Leer problematiek is nog redelijk taboe en ouders hebben er vaak vreselijk veel moeite mee om te accepteren dat hun kind niet mee kan komen in de klas en misschien wat extra hulp nodig heeft. Als ESL-leraar (English as Second Language-leraar) moet ik ouders er steeds weer van overtuigen dat het echt beter is dat hun kind af en toe de klas uitgaat voor een op maat gesneden les. Ouders zijn erg bang dat hun kind getraumatiseerd raakt door tijdelijk uit de groep te zijn. Niet uit de toon vallen en doen zoals iedereen is hier erg belangrijk. Blijven zit ten bestaat niet en een onvoldoende op een rapport wordt niet geaccepteerd. Het resultaat is voor de meeste ouders belangrijker dan het proces. Het gaat om het eindcijfer en niet om wat het kind heeft geleerd. Werkstukken wor den soms door de hele familie in elkaar gezet
een overheidsverklaring te vinden over de ontwikkeling van het onderwijs in Jordanië. Daar wordt gemeld dat in Jordanië vóór 1920 vrijwel geen vorm van onderwijs werd gegeven. Pas na de jaren ’20 begon de overheid te werken aan onderwijs in het land. Op dit moment zijn er 2.787 openbare scholen, 1.493 privéscholen, 48 community colleges en 19 universiteiten. Het beleid is zo dat in iedere gemeenschap met meer dan tien schoolgaande kinderen een schoolvoorziening moet zijn. In 1988 is het onderwijs begonnen aan een tienjarig hervormingsplan. Tussen 1998 en 2002 heeft het ministerie van Onderwijs een tweede herziening
of er wordt een professional ingeschakeld. Het gevolg is een hele klas vol met de meest fantas tische maaksels terwijl de kinderen geen idee hebben waar het nu eigenlijk om ging. Zelf nadenken moet ook echt aangeleerd worden. Dit geldt niet enkel voor de elitekinderen maar in het algemeen, want in een cultuur doordrenkt van religieuze dogma’s en dictatoriale leiders, is dit niet vanzelfsprekend. Gelukkig zijn er heel veel goede initiatieven om dit te doorbreken en voert koningin Rania een actieve campagne om het onderwijs te hervormen. De school waar ik werk is door haar opgezet met het idee een modelschool te zijn voor de regio en waar andere scholen kunnen komen om te leren.’
Je bent nu veertien jaar in Jordanië. Hoe kijk je hier op terug? ‘Het geeft een goed gevoel om een klein steentje te mogen bijdragen aan de toekomst van dit land. De kinderen die ik nu lesgeef gaan dit land besturen. Het zijn leuke kinderen. Ik hou van hun openheid, enthousiasme en ongeremde nieuwsgierigheid. Ze zijn hartelijk, vriendelijk, gastvrij, vrijgevig, behulpzaam en warm, net als hun ouders.
van het plan op tafel gelegd met als doel onder andere de opleiding van de leerkrachten, de schooladministratie en het speciaal onderwijs te verbeteren. Koning Abdullah heeft het scholingsprogramma nu verder in ontwikkeling genomen met onder andere een Eduwave, een e-learningprogramma en een schoolverwarmingsproject. Op zijn site zijn meerdere scholingsinitia-
Foto: Mireille Niël
tieven te vinden.
46 . kinderwijz
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 46
23-10-11 22:04
Mijn grootste fout is geweest dat ik niet meteen Arabisch ben gaan leren. Ik dacht dat ik de taal wel zou oppikken, maar het is zo anders en zo ingewikkeld, daar moet je echt tijd in steken. Ik heb het verslonsd. Met Engels kom je hier een heel eind en ik had niet gedacht dat ik hier zo lang zou blijven, dus de noodzaak om de taal te leren, zag ik niet. Pas recentelijk ben ik serieus begonnen met een intensieve taalcursus. Ik snap heel goed hoe dat gaat met immigranten die na jaren in Nederland te hebben gewoond, nog steeds de taal niet spreken. Om in het buitenland te slagen is het belangrijk om je flexibel op te stellen. Je moet bereid zijn om dingen anders te doen en niet denken dat je alles beter weet. Diplomatie is heel belangrijk in een cultuur waar eer en aanzien bovenaan staan. Iedereen is hier heel gevoelig voor kritiek. Typisch Nederlandse directheid wordt als lomp en respectloos gezien. Aan de andere kant heb ik gemerkt dat ik me als wester ling meer kan permitteren dan de locals. Sociale fouten worden je als ‘vreemde eend’ snel vergeven en er is veel vertrouwen en ontzag voor westerse expertise.’
Waarom moeten leerkrachten naar Jordanië komen om te werken? Wat is de aantrekkingskracht van Jordanië?
Foto’s: Mireille Niël
Ten eerste heeft Jordanië een fantastisch klimaat. Heel veel zon, maar het is niet zo vreselijk warm als in de golfstaten. Bovendien is er een lage vochtigheidsgraad dus het is nooit akelig plakkerig. Jordanië heeft vier seizoenen, maar de winters zijn kort en het is hier zelden grijs, nat en donker. Die blauwe luchten zijn echt heel goed voor je humeur! Wel zorgt de kleine hoeveelheid regen die hier valt voor een ernstig watertekort in Jordanië. Verder lijkt het leven hier eenvoudiger en mensen maken meer tijd voor elkaar. Veel expatcollega’s zijn de druk van de test en administratie cultuur van het onderwijs in hun moederland ontvlucht. Hier heb je als leerkracht nog meer vrijheid en tijd om je echt met lesgeven bezig te houden. We hebben ook geen last van zenuwslopende schoolinspecties, hervormingen, bezuinigingen en fusies. Je moet je wel realiseren dat je in een conser vatieve en religieuze samenleving terecht komt en heel veel zaken die voor ons normaal zijn, zoals seks voor het huwelijk en homofilie, zijn hier nog zwaar taboe. Jordaniërs zijn over het algemeen heel gast vrij en buitenlanders zijn van harte welkom. Je maakt hier makkelijk vrienden en je wordt overal uitge nodigd om te eten. Als je een beetje genoeg hebt van de verharding van de westerse maatschappij, dan is het hier een verademing.’
kinderwijz . 47
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 47
23-10-11 22:04
Advertentie
Binnenwerk Kinderwijz 2.indd 48
23-10-11 22:04