WERKWIJZE Multidisciplinair Overleg (MDO) op school (gebaseerd op hoofdstuk 6, HGW/schoolteam boek) Noëlle Pameijer
1.
Ter inleiding: verschillende besprekingen in de 1 - zorgroute
Groepsbespreking Een groepsbespreking gaat over het groepsoverzicht en groepsplan, de aanpak voor de hele groep: hoe kan de leerkracht afstemmen op de onderwijsbehoeften in haar/zijn1 groep? Wat is haar groepsaanbod en waar maakt ze het op maat voor een groepje leerlingen of een individuele leerling? Wanneer de leerkracht minimaal twee keer per jaar met de IB-er een groepsbespreking houdt, dan hebben zij goed zicht op de vooruitgang van de leerlingen en de opbrengsten van het onderwijs. Toch is het zo nu en dan gewenst om een individuele leerling uitgebreider te bespreken. Dit gebeurt in een leerlingbespreking. Leerlingbespreking Aan een leerlingbespreking nemen de IB-er en leerkracht deel en eventueel ook een andere interne deskundige van de school. Bij een duobaan is het wenselijk dat beide leerkrachten deelnemen, maar dit is niet altijd haalbaar. Vanuit HGW is het wenselijk dat ook de ouders voor deze bespreking worden uitgenodigd. Of dat zij er in ieder geval van op de hoogte zijn en weten wat er is besproken en welke afspraken er zijn gemaakt. Wanneer er na een leerlingbespreking nog vragen zijn waarvoor een externe deskundige nodig is om een vraag te beantwoorden, dan kan het een leerling zijn voor een MDO: multidisciplinair overleg op school. Aanmelding met het digitale groeidocument bij het MDO Loket Vanaf augustus 2014: Hans Harmsen
[email protected] Het digitale groeidocument wordt door de IB-er met een door de ouders ondertekend toestemmingsformulier aangevraagd bij het loket van het samenwerkingsverband (
[email protected]). In het kader van de aanmelding is telefonisch overleg mogelijk. Zie het document “Aanmelding met het digitale groeidocument: de stappen”. Voor informatie over het digitale groeidocument: ga naar Filmpje 2: http://youtu.be/mcWBbwkOeDc en www.groeidocument.nl Multidisciplinair overleg (MDO) Aan een MDO nemen naast de leerkracht, IB-er en ouders ook één of meer externe deskundigen uit de bovenschoolse pool deel, zoals een ambulant begeleider (AB-er), schoolpsycholoog/orthopedagoog, schoolarts, schoolmaatschappelijk werker of hulpverlener uit de jeugdhulp. Vandaar de term ‘multidisciplinair’.
2.
Een MDO en de uitgangspunten van HGW
Tijdens een MDO gelden de 7 uitgangspunten van HGW (zie Bijlage 1). 1. Doelgericht werken: we formuleren doelen voor het MDO: wat willen we met deze bespreking bereiken? Welke vragen willen we beantwoorden en welke beslissingen 1
Overal waar zij/haar staat, kan uiteraard ook hij/zijn worden gelezen
Versie september 2014
1
2.
3.
4.
5. 6.
7.
3.
willen we nemen? Wanneer zijn we tevreden over deze bespreking? Ieder MDO wordt geëvalueerd: is het gelukt? We formuleren ook doelen voor de leerling (leren, werkhouding en sociaal gedrag) en de aanpak van diens leerkracht(en) en ouders. Onderwijs- en opvoedbehoeften staan centraal in het overleg. Wat heeft deze leerling nodig om een bepaald doel te behalen? De hulpzinnen hanteren we als steun. Welk onderwijsaanbod en welke opvoedingsaanpak past hierbij? Het gaat om deze leerling in deze groep, bij deze leerkracht, op deze school en van deze ouders. We richten ons tijdens de bespreking op de wisselwerking tussen leerling, medeleerlingen, leerkracht en ouders. Welke ongunstige interactiepatronen willen we doorbreken en welke gunstige willen we benutten? Hoe verbeteren we de afstemming op wat deze leerling nodig heeft? Hoe kunnen ouders het onderwijs thuis ondersteunen? De leerkracht doet ertoe. De vraag en het werkprobleem van de leerkracht staan centraal in deze bespreking: wat wil zij weten en waarom wil zij dat weten? Hoe denkt zij over de leerling, de groep, de ouders en zichzelf als leerkracht? Welke mogelijkheden ziet zij? Waar heeft zij invloed op? Wat heeft zij nodig om de leerling passend onderwijs te kunnen bieden: wat zijn haar ondersteuningsbehoeften? Positieve aspecten van de leerling, leerkracht, groep, school en ouders komen in ieder MDO nadrukkelijk aan de orde. We bespreken, noteren en benutten ze. Leerkracht, IB-er, ouders, leerling en externe deskundige(n) werken constructief met elkaar samen. De IB-er coacht de leerkracht. Samen reflecteren ze op de behoeften van de leerling en de aanpak van de leerkracht. Ouders die deelnemen aan het overleg past bij ‘transparant samenwerken’ en het is efficiënt voor school, omdat de aparte gesprekken met ouders voor en na het MDO komen te vervallen. De bespreking in het MDO verloopt systematisch in stappen, de werkwijze is transparant. Het Groeidocument ondersteunt hierbij en fungeert tevens als verslag van de bespreking. Dit document bevat recente informatie over problematische en positieve aspecten van kind, onderwijs en opvoeding, de doelen die we vanuit het overleg nastreven, de onderwijs/opvoed/ondersteuningsbehoeften en de afspraken die zijn gemaakt tijdens het MDO.
Aanvliegroute vanuit de leerlingbespreking of vanuit Jeugdhulp, CJG of ZAT PO
Vanuit zowel de leerlingbespreking op school alsmede vanuit de jeugdhulp/CJG/schoolnabij ZAT kan een aanmelding voor een MDO worden gedaan. Wanneer er na een leerlingbespreking nog vragen zijn waarvoor een externe deskundige nodig is, dan kan het een leerling voor een MDO zijn. Bij de aanvliegroute vanuit de jeugdhulp/CJG/ZAT is de gezins- en thuissituatie reden voor een MDO, omdat die situatie het functioneren van het betreffende kind op school beïnvloedt. Indien er vanuit de schoolsituatie geen reden is voor een MDO, dan zal de jeugdhulp een overleg met ouders organiseren waarbij het vanuit HGW wenselijk is dat school wordt uitgenodigd (vindplaatsgedachte) of in ieder geval geïnformeerd, uiteraard alleen met toestemming van ouders.
4. Voorbereiding MDO: aanmelding bij Loket met digitaal groeidocument Bij aanmelding voor het MDO vermeldt de school (leerkracht en IB-er) hun vragen en die van ouders, als ook welke discipline(s) uit de pool zij nodig hebben voor het overleg. Zij vullen hiertoe het digitale Groeidocument – voor zover mogelijk – in met trefwoorden. De leerling vult het formulier “Hoe denk jij erover?!” in. Als bijlage voegt school de meest recente groepsoverzichten en groepsplannen toe, alsook andere relevante informatie, zoals een uitdraai
Versie september 2014
2
van het LVS, het verslag van de leerlingbespreking en eventuele verslagen van diagnostiek en begeleiding op school of thuis. Dit ter voorbereiding van het MDO. Tijdens de bespreking wordt dit document doorgelopen en aangevuld. Bij aanmelding beantwoorden school en ouders samen vragen als: Wat is de aanleiding voor deze bespreking? Waarom meldt school juist nu deze leerling aan? Waarom niet eerder of later? Wat gaat goed en wat moeilijk? Hoe zou dat kunnen komen? Welke doelen streven we voor deze leerling na? Welke oplossingen hebben school, leerling of ouders zelf al bedacht? Omdat we bij HGW vraag- en doelgericht werken, is het van belang te weten wat de school en ouders verwachten van deze bespreking. Wat willen zij ermee bereiken? Het is ook van belang om te weten wat betrokkenen van elkaar verwachten; wanneer is het voor hen een succes? Wat ‘werkt’ (past) bij de leerkracht of IB-er en wat niet? Hoe stellen ze zich tijdens de bespreking op, wat verwachten ze van elkaar? Voor iedereen geldt: communiceer open over je wensen en verwachtingen. Geef duidelijk aan waar jij behoefte aan hebt! Op basis van het Groeidocument besluit het Loket wie de trajectbegeleider wordt. Daarom moeten die vragen 1 t/m 7 altijd zijn ingevuld. De trajectbegeleider – verantwoordelijk voor de communicatie tussen school/ouders en de ‘pool van het SWV’- zal vervolgens telefonisch contact opnemen met de IB-er en een afspraak voor het MDO maken. Telefonisch kan men indien nodig - nog afstemmen en de bespreking voorbereiden: wie doet wat, wanneer, hoe en waarom? De IB-er zal daarna de leerkracht, ouders en eventueel een schoolinterne deskundige uitnodigen voor de bespreking. De IB-er en trajectbegeleider spreken dan ook af wie voorzit en wie notuleert. De IB-er of trajectbegeleider kan de bespreking: - voorzitten, zij treedt dan op als gespreksleider - de ander zal dan een kort verslag van de bespreking maken in het groeidocument Aan het einde van de bespreking is het door de IB-er ingevulde groeidocument tevens het verslag van de bespreking. Door alle relevante informatie in één document op te nemen, voorkomen we herhaling en overlap. Hoe beter het groeidocument van te voren is ingevuld, hoe efficiënter de bespreking zal verlopen. Deze versie van het digitale groeidocument naar het Loket sturen (zie de route digitaal groeidocument – augustus 2014). 5.
Een Multidisciplinair overleg in 9 stappen
Na de voorbereiding zijn er 9 stappen (met bijbehorende rubrieken in het Groeidocument): 0. Vaststellen doelen, vragen, wensen, verwachtingen en agendapunten van betrokkenen (rubrieken 1 t/m 7 ) 1. Overzicht: stimulerende en belemmerende factoren van kind (rubrieken A t/m E), onderwijs (rubriek F) en opvoeding (rubriek G)? 2. Inzicht: hoe zou het kunnen komen dat de situatie nu zo is (analyse van rubrieken A t/m G; hoe is de wisselwerking en afstemming)? 3. Weten we al genoeg om de vragen te beantwoorden in dit MDO en doelen te formuleren (rubriek H)? 4. Uitzicht: wat betekent de analyse voor de doelen die we nastreven en de gewenste aanpak: de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling (rubriek J1: ontwikkelingsperspectief)? 5. Wat zijn de doelen voor onderwijs en opvoeding en wat zijn de ondersteuningsbehoeften van leerkracht en ouders? (rubrieken J2 en J3) 6. Beknopt verslag van de bespreking en de afspraken (rubriek I): wie doet wat, waarom, hoe en wanneer? 7. Voorstel voor een onderwijs- en/of jeugdhulparrangement (O J A, rubriek K) 8. Verslag MDO (met name de afspraken) 9. Evaluatie MDO Tenslotte is er een afronding met een terugblik op de bespreking (mondelinge evaluatie: zijn
Versie september 2014
3
de doelen van de bespreking bereikt?; was het een prettige en zinvolle bespreking?). Na het laatste MDO volgt een schriftelijke evaluatie die de IB-er, leerkracht(en) en ouders invullen.
Attitude tijdens de bespreking Tijdens de bespreking lopen we SAMEN deze stappen door. Zo benutten we een ieders deskundigheid en vullen we elkaar aan. De bespreking vergt van alle betrokkenen een constructieve, open en onderzoekende houding. Samen analyseren we de situatie, zoeken we naar mogelijke verklaringen en vragen we ons af wat deze betekenen voor de doelen en de aanpak. Gedurende de eerste stappen van de bespreking geldt daarom als motto: zoek naar kansen en mogelijkheden. Denk optimistisch, creatief en oplossingsgericht. Vermijd pessimisme, vooroordelen en negatieve beelden. Sluit geen acties al bij voorbaat uit (“dat lukt toch niet”). Zie de bespreking als een inspirerende brainstorm: samen zoeken we naar nieuwe mogelijkheden (“hoe zou dit kunnen lukken?”). De laatste stappen van de bespreking gaan over haalbaarheid. Dan zijn we realistisch optimistisch. Dan pas komen vragen aan de orde als: hoe maken we de gewenste aanpak haalbaar? Wat hebben we daarvoor nodig? Wat kunnen we wel en wat niet? Dit resulteert in afspraken die iedereen ziet zitten. Stap 1. Overzicht: wat gaat goed en wat moeilijk? We concretiseren de moeilijkheden (belemmerende) en positieve (stimulerende) aspecten met concrete voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Hiermee ‘objectiveren’ we onze subjectieve ideeën zoveel mogelijk. Om ons te beschermen tegen een te negatief of pessimistisch beeld (denk aan de ‘tunnelvisie’), bespreken we bij aanvang ook al meteen de positieve aspecten en de situaties waarin we het gewenste gedrag zien. Deze informatie halen we ook uit het meest recente groepsoverzicht en groepsplan. In deze stap bespreken we: Welke recente en ‘objectieve’ informatie hebben we over belemmerende aspecten bij deze leerling, het onderwijs en de opvoeding? Welke recente en ‘objectieve’ informatie hebben we over de positieve en stimulerende aspecten bij deze leerling, het onderwijs en de opvoeding? Op welke hiervan hebben we invloed, welke aspecten kunnen we veranderen? Welke kansen zien we? We doen dit voor de verschillende gebieden van kind, school en ouders. Als we voldoende overzicht hebben, gaan we door naar de volgende stap. Stap 2. Inzicht: hoe zou het kunnen komen dat de situatie nu zo is? Nu gaan we samen op zoek naar mogelijke verklaringen (analyse): waarom heeft dit kind in deze groep bij deze leerkracht in deze school en van deze ouders deze moeilijkheden? We richten ons niet alleen op kindkenmerken (zoals het leesniveau en de leesstrategie van het kind), maar ook op kenmerken van de onderwijsleersituatie (zoals de leesmethode, de leesinstructie en de feedback van de leerkracht) en de opvoedingssituatie (zoals de ondersteuning van de ouders bij het lezen thuis). Deze kenmerken hangen namelijk allemaal samen met leesproblemen, dus ook met de aanpak ervan. We kijken naar de wisselwerking tussen deze kenmerken. Hiermee verschuift de belangstelling voor het kind naar het kind in relatie tot het onderwijsaanbod. Zo voorkomen we “childblaming”, waarbij de oorzaak (schuld) bij de leerling wordt gelegd. Door eenzijdig de oorzaak bij het kind te leggen, blijft het onderwijs buiten schot, terwijl daar zeer waarschijnlijk de oplossing ligt. Het heeft immers weinig zin om tegen een kind met dyslexie te zeggen “lees deze tekst snel en foutloos” of tegen een kind met kenmerken van ADHD “zit nu eens stil!”. Het zijn de leerkracht en de ouders die dit kind kunnen helpen, door het vanuit reële verwachtingen te ondersteunen en te benadrukken wat het wèl kan. Kortom: verander je de leerkracht en de ouder, dan verander je het kind, en omgekeerd. Doel van deze stap is het begrijpen van de situatie, zodat we tot een adequate aanpak kunnen komen. Vragen die we hierbij stellen zijn:
Versie september 2014
4
-
Welke verklaringen hebben de leerkracht, IB-er, ouders, deskundige uit de pool? Welke verklaringen heeft de leerling zelf genoemd? Hoe verhouden deze tot elkaar: waar zitten overeenkomsten en waar verschillen? Is er informatie uit het verleden waardoor we de huidige situatie beter kunnen begrijpen? Is er vroeger iets gebeurd dat samenhangt met de situatie van nu?
Visualiseren Soms raak je het spoor bijster als er veel informatie is. Dan moet je gaan prioriteren, wat is het belangrijkste? Het kan daarbij helpen om de ideeën van een ieder te visualiseren op een flap of whiteboard in drie cirkels: 1 voor het kind, 1 voor het onderwijs en 1 voor de opvoeding. Hou het overzichtelijk en vul per cirkel in: de 2 of 3 belangrijkste dingen die goed gaan, de 2 of 3 belangrijkste dingen die beter kunnen/moeten en de doelen die hieruit voortkomen. Met pijlen tussen de cirkels is de samenhang aan te geven: hoe beïnvloeden kind, onderwijs en opvoeding elkaar? Kind: +/-/? Doel: Onderwijs: +/-/? Doel:
Opvoeding: +/-/? Doel:
Als we voldoende inzicht in de situatie hebben, deze begrijpen, dan gaan we door naar de volgende stap. We analyseren de situatie dus eerst, voordat we tot handelen besluiten: eerst denken, dan doen. Ook al zijn we op handelen gericht, we nemen geen overhaaste beslissingen, omdat we dan mogelijke oplossingen over het hoofd zien. Stap 3: Weten we al genoeg om de vragen te beantwoorden? Zo ja: Formuleer samen de antwoorden en noteer die bij de rubrieken J (Doelen) en K (Conclusie wat betreft het arrangement dat nodig is om de doelen te behalen). Zo nee: Wat moeten we nog weten en waarom? Wat moeten we nog uitzoeken, uitproberen of observeren? Welke informatie moeten we nog gericht verzamelen? Wie kan dat het beste doen? Hoe en wanneer? Als blijkt dat een vraag nog niet te beantwoorden is, dan is meer informatie nodig. Die verkrijgen we bijvoorbeeld door: een gerichte observatie, zoals tijdens de instructie en het zelfstandig werken een gesprek met een collega (zoals de vorige leerkracht: wat werkte goed?), een andere deskundige (wat kunnen we van deze leerling verwachten?), de leerling zelf (wat zijn diens eigen oplossingen?) een toetsafname, zoals een spellingstoets met een foutenanalyse of een rekentoets met een strategieanalyse handelingsgerichte diagnostiek n.a.v. één of meer specifieke vragen De afspraken die we hierover maken, vermelden we bij ‘Afspraken’. Bij het volgende MDO bespreken we de verzamelde gegevens. We vertalen deze ook samen naar reële doelen, onderwijs/opvoedbehoeften van de leerling en ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en ouders. In de tussentijd kunnen de leerkracht en de ouders op basis van wat we al weten alvast aan de slag met het kind. We formuleren dan een ‘voorlopige aanpak’. De leerkracht en ouders gaan deze aanpak uitproberen, ermee experimenteren: Als ik … doe, dan verwacht ik dat het effect is dat …. Op basis van deze ervaringen kunnen ze aangeven wat al dan niet heeft gewerkt. Hiermee krijgen we nog meer inzicht in de situatie. Wisselwerking leerkracht – leerling en ouders - kind: de rol van observaties
Versie september 2014
5
Het MDO richt zich op de wisselwerking tussen kind, onderwijs en opvoeding, ze bespreken: -
Wat heeft dit kind nodig? Welke hulpzinnen onderwijsbehoeften of opvoedingsbehoeften zijn van toepassing?
-
Welke aanpak van school of ouders is al afgestemd op wat dit kind nodig heeft? Ga daarmee door, want dat is wat deze leerling nodig heeft!
-
Waar liggen verandermogelijkheden? En wat hebben leerkracht en ouders nodig om deze gewenste aanpak te kunnen bieden; wat zijn hun ondersteuningsbehoeften? Wat verwachten zij hierbij van elkaar, de IB-er en andere betrokkenen uit het MDO?
Het belang van observeren Wanneer een leerkracht suggesties van de IB-er/trajectbegeleider verwacht, zoals ‘tips om de taakgerichtheid te verbeteren’, dan is het belangrijk dat de IB-er/trajectbegeleider de werkhouding van het kind in de groep observeert en niet alleen in een onderzoekskamer. Want in die aparte kamer zal het kind hoogstwaarschijnlijk wél taakgericht bezig zijn. Vaak is het zo dat een kind dat zich in de groep druk en clownesk gedraagt, in het kamertje rustig en serieus is. Of dat een leerling die de groep voortdurend stoort, in de 1-op-1 situatie juist coöperatief is. Kortom: het gedrag dat de IB-er/trajectbegeleider in een kamer buiten de groep ziet is lang niet altijd representatief voor het gedrag in de groep. Het gaat namelijk om verschillende situaties en gedrag kan per situatie verschillen. Bovendien is het de bedoeling dat de suggesties of tips toe te passen zijn in de groep. Het is knap lastig om een tip die 1-op-1 werkt te vertalen naar een tip die in de hele groep werkt (1-op-30 bijvoorbeeld). Natuurlijk kan 1-op-1 toetsen, testen of interviewen in een aparte kamer nodig zijn, bijvoorbeeld bij toetsen die individueel afgenomen moeten worden of bij een persoonlijk gesprek met een leerling over diens schoolbeleving en eigen oplossingen. Maar wanneer het gaat om leer-, werkhoudings- of gedragsproblemen, dan is een observatie in de situatie waar deze zich voordoen noodzakelijk om goed zicht op de situatie te krijgen. In de nabespreking met de leerkracht geeft de IB-er/trajectbegeleider feedback en zoeken ze samen naar oplossingen die bij deze situatie aansluiten en haalbaar zijn voor deze leerkracht in deze groep. Standaardadviezen die voor alle kinderen en alle leerkrachten gelden, bestaan niet. Elke situatie is uniek. Stap 4. Uitzicht: wat betekent de analyse voor de aanpak? Nu gaan we na wat de informatie uit de voorgaande stappen betekent voor de aanpak. Wat moet het kind in de komende periode leren? Bij welke gebieden is extra begeleiding en/of training van vaardigheden nodig? Wat willen we op die gebieden bereiken met deze leerling? Welke aspecten kunnen we omzetten in kleine snelle doelen? Zijn deze doelen ambitieus genoeg? Zijn ze SMARTI? (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden, Inspirerend). Ook het ontwikkelingsperspectief (OPP) bespreken we: wat zijn de doelen voor de lange en korte termijn? Hoe bereiken we deze doelen? Wat hebben leerling, leerkracht en ouders daarvoor nodig? De OPP – trap helpt bij het bespreken van het uitstroomperspectief (VSO of VO). Vragen in deze stap zijn: - Welke kenmerken van kind, groep, leerkracht, school en ouders zijn goed te beïnvloeden? Welke hoge maar reële doelen horen daarbij? - Hoe kunnen we de belemmerende factoren veranderen en de stimulerende uitbouwen of benutten? Welke daarvan hebben de hoogste kans van slagen? - Welke oplossingen hebben betrokkenen? Hoe verhouden deze zich tot elkaar? - Welke maatregelen zijn al genomen? Welke daarvan waren effectief? Zouden we die nu weer kunnen toepassen? Dat wat in het verleden goed werkte, zou nu ook wel eens succesvol kunnen zijn. We hoeven dan niet opnieuw het wiel uit te vinden! Waren bepaalde maatregelen niet effectief, dan vragen we ons af hoe dat kwam. Als dat nu nog steeds het geval is, dan heeft het weinig zin om er opnieuw tijd en energie in te steken.
Versie september 2014
6
-
Kortom: als iets werkt, ga ermee door. Maar als iets niet werkt, stop ermee en probeer iets anders. Is er misschien iemand uit de naaste omgeving die kan bijdragen aan het doel? Denk aan grootouders, een ander familielid, buren of een ouder van een vriendje.
Wat zijn de onderwijs/opvoedingsbehoeften van deze leerling? In deze stap vertalen we de informatie uit de voorgaande stappen in behoeften. We vertrekken vanuit de doelen. We bespreken wat deze leerling nu nodig heeft om deze doelen te kunnen bereiken. Samen lopen we de ‘hulpzinnen’ na: welke zijn van toepassing? - Instructie/uitleg die ... - Opdrachten, materialen en activiteiten die … - Een leeromgeving die … - Feedback die … - Groepsgenoten die … - Een leerkracht die … - Ouders die … - Overig, namelijk … Wat is wenselijk (wat willen we veranderen?) en wat is haalbaar (wat kunnen we veranderen)? Let wel: als er zorgen zijn over de veiligheid van het kind op school of thuis dan MOET er iets veranderen op school of thuis. We bekijken in hoeverre de onderwijsbehoeften, die zijn beschreven in het groepsoverzicht, nog kloppen met wat we nu weten. Indien nodig, stellen we deze bij. We gaan na of de aanpak die het kind nodig heeft in de (sub)groep te realiseren is, of dat een individuele aanpak nodig is. Het streven is de aanpak van de betreffende leerling zoveel mogelijk in de groepsaanpak te integreren en in de weekplanning op te nemen. De reden hiervoor is dat het werken met verschillende individuele plannen doorgaans niet haalbaar is voor een leerkracht. Voor de leerling leidt het bovendien tot een drastische daling van de effectieve instructie- en leertijd. Pas wanneer we het plan van aanpak niet goed of niet volledig in het groepsplan kunnen verwerken, gaan we over een individuele aanpak. Het ingevulde Groeidocument wordt als bijlage toegevoegd aan het groepsplan. De leerkracht en IB-er hebben het handelingsplan in dit geval al tijdens het MDO gemaakt. Een interessante vraag daarbij is: zijn er meer leerlingen die dit aanbod nodig hebben? Want dat wat de leerling met dyslexie/dyscalculie nodig heeft, is goed voor alle leerlingen met lees/rekenproblemen. En dat wat goed is voor de leerling met AHDH/ODD is goed voor alle drukke/brutale leerlingen. Door ook andere leerlingen erbij te betrekken, profiteren meer leerlingen van een MDO een is het vaak haalbaarder voor de leerkracht. Het groeidocument fungeert als verslag van de bespreking èn als bijlage bij het groepsplan. Zo beogen we herhalingen te voorkomen en de IB-er en leerkracht niet extra te belasten met een apart handelingsplan. Het streven is het groeidocument aan te laten sluiten bij het groepsplan voor de betreffende periode. Stap 5. Wat zijn de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en ouders? Lukt het de leerkracht om de onderwijsbehoeften te realiseren in de groep? Kunnen ouders hun kind de aanpak bieden die het nodig heeft? Zo ja: ga door naar stap 6, Afspraken en planning. Zo nee, bespreek wat de leerkracht en/of ouders nodig hebben om dit te kunnen realiseren. Aan welk doel willen zij zelf gaan werken? Waar zouden ze vaardiger in willen worden? Wat zou daarbij helpen? Loop de hulpzinnen ondersteuningsbehoeften door. Als leerkracht/ouder wil ik bereiken dat …… Zelf kan ik ….. Verder heb ik nodig …. - Kennis van … - Vaardigheden om …
Versie september 2014
7
- Ondersteuning tijdens …. - Materialen waarmee …… - Collega’s, een IB-er of directie die .. - Een trajectbegeleider uit de pool die … - Coaching of begeleiding bij … - ‘Meer handen in de klas’ in de vorm van … - Ouders die … - Anders, namelijk …. Wat hiervan is haalbaar? De behoeften van kind, school en ouders verwoorden we in het Onderwijs- en/of JeugdhulpArrangement (OJA): welke inzet vanuit de pool is nodig (qua discipline en aanbod)? Stap 6: Conclusie, afspraken en planning Wat betekent het voorgaande voor het benodigde OJA? Bijvoorbeeld: begeleiding door een ABer (uit SBO of SO), inzet schoolmaatschappelijk werk, een verwijzing naar jeugdhulp of handelingsgerichte diagnostiek? Probeer dit zo concreet mogelijk te doen: wat is precies de zorg die geboden zal worden, qua deskundige en qua inschatting van de uren. In het groeidocument noteren we tevens de gemaakte afspraken. Wie doet wat, hoe, wanneer en waarom? Wanneer is het volgende MDO en wie zijn daarbij aanwezig? Het doel dat we beogen te bereiken en de maatregelen die we daarvoor gaan toepassen, bepalen wanneer we kunnen evalueren. Stap 7: Afronding met terugblik op de bespreking (evaluatie) Ga terug naar stap 0: Wat waren de wensen en verwachtingen voor deze bespreking? Hebben we onze doelen bereikt? Zijn we tevreden? Check of de vragen duidelijk zijn beantwoord en de beslissingen zijn genomen. Kunnen leerkracht en ouders bij wijze van spreken morgen al aan de slag? Bespreek met elkaar hoe je deze MDO bespreking hebt ervaren. Hebben we ons aan onze afspraken gehouden? Wat was prettig en heeft goed gewerkt? Willen we het de volgende keer weer zo doen? Zo nee, wat willen we de volgende keer anders doen, en hoe? Zo leer je van en met elkaar om een geslaagd en effectief zorgteam overleg te voeren. Stap 8: Verslag van het MDO Het ingevulde groeidocument fungeert tevens als onderdeel van het verslag van deze bespreking. De notulist vat hierin de informatie bondig samen. Het gaat erom dat één en ander te herleiden is en dat waardevolle informatie niet verloren gaat. Van belang is het verslag eerst aan ouders te laten lezen en hen om toestemming te vragen voor het verspreiden ervan naar andere MDO – leden. Stap 9: Evaluatie Na het laatste MDO vullen de IB-er, leerkracht(en) en ouders een digitale evaluatie in.
6. Aanvliegroute vanuit de Jeugdhulp, CJG of ZAT PO Bij aanmelding voor het MDO vullen jeugdhulp, CJG of ZAT PO èn ouders èn school voor zover mogelijk het groeidocument in met trefwoorden. In ieder geval: het voorblad en Gegevens Leerling / School / Jeugdhulp en ouders aangevuld met vragen 1 t/m 7. Tevens de informatie A t/m H voor zover relevant. Als bijlage voegen zij andere relevante informatie, zoals verslagen van diagnostische onderzoeken en/of handelingsplannen uit school of jeugdhulp. Dit ter voorbereiding van het MDO. Tijdens het MDO wordt dit document doorgelopen en aangevuld.
Versie september 2014
8
De aanvliegroute vanuit de jeugdhulp, CJG of ZAT PO wordt gebruikt indien hulpverleners vanuit de jeugdhulp/ CJG/ ZAT PO bijvoorbeeld een problematische schoolsituatie signaleren, de samenwerking school – ouders moeizaam verloopt, de opgestarte hulpverlening stagneert of een intensievere samenwerking vereist is en/of er zorgen zijn over de andere kinderen in het gezin en/of de gehele gezinssituatie of thuissituatie.
7. Ter afronding: gespreksleidraad voor de voorzitter (trajectbegeleider of IB-er) 1. Van tevoren is het alle betrokkenen duidelijk: a. Wie bij het MDO aanwezig zijn b. Hoe lang de bespreking duurt c. Wie notuleert d. Wat de doelen van het overleg zijn. Doordat school en ouders samen het Groeidocument hebben ingevuld, zijn zij voorbereid op de thema’s van het overleg, ze hebben er nog over kunnen nadenken in de tussentijd. e. Overweeg een kopie van het Groeidocument voor betrokkenen mee te nemen, zo hebben allen de informatie. f. Check bij het maken van een afspraak voor het eerste MDO of de IB-er de ouders een exemplaar van “Informatie voor ouders over het Multidisciplinair overleg (MDO)” heeft gegeven. g. Check bij het maken van een afspraak voor het eerste MDO of IB-er de leerkracht een exemplaar heeft gegeven van “Informatie voor leerkrachten over de pilot Multidisciplinair overleg (MDO) op school”. h. Herinner bij het maken van een afspraak voor het eerste MDO de IB-er eraan het kindformulier “Hoe denk jij erover?!” met het kind door te nemen en het ingevulde formulier voorafgaand aan het MDO aan de trajectbegeleider te verstrekken, indien dat nog is gebeurd bij de aanmelding bij het MDO - loket. 2. Start a. Positieve start, benoem dat het fijn is dat de betrokkenen er zijn! b. Check of ouders en leerkracht de “Informatie over het MDO” hebben begrepen en of ze er nog vragen over hebben. c. Geef doelen en vragen vanuit MDO aan (loop de vragen 1 t/m 7 na). Zet deze eventueel op een flap over of whiteboard (en zet er een krul door als het doel behaald is of de vraag is beantwoord). d. Vraag naar aanvullende doelen en vragen van betrokkenen e. Betrek de informatie uit het kindformulier “Hoe denk jij erover!” bij de bespreking. f. Vat samen g. Herhaal tijdsduur bespreking en wat het opgeleverd moet hebben (om 16.00 uur hebben we ….) 3. Analyse a. Loop de rubrieken A t/m H door: lees op en vraag om reacties: verduidelijken, aanvullingen en recente concrete voorbeelden? Herkenbaar voor betrokkenen? PAS OP VOOR HERHALING! HET GAAT OM ILLUSTRATIES EN VERDIEPING! b. Leg verbanden tussen rubrieken en bespreek de wisselwerking/afstemming tussen wat kind nodig heeft en wat onderwijs en opvoeding daar al dan niet van kan bieden? Visualiseer dit eventueel op een flap over of whiteboard. 4. Doelen bepalen n.a.v. de analyse. Welke stimulerende factoren zijn uit te bouwen en welke belemmerende factoren zijn te veranderen of compenseren: a. Kind b. Onderwijs c. Opvoeding
Versie september 2014
9
5. Kennis en ervaringen uitwisselen over de onderwijs/opvoedings-behoeften van het kind (wat heeft dit kind nodig om deze doelen te behalen?): a. Benadruk dat een ieder kennis en ervaringen heeft die in onderwijsbehoeften zijn om te zetten, zorg ervoor dat iedereen vanuit zijn eigen (ervarings)deskundigheid meedoet (vraag een persoon die weinig van zich laat horen gericht om zijn/haar suggesties). b. Loop hierbij de hulpzinnen na, hanteer deze als kader. Let wel: ze zijn lang niet allemaal van toepassing! Houd het overzichtelijk! 6. Bespreek vanuit de behoeften van het kind de ondersteuningsbehoeften: a. Van leerkracht en IB-er: wat hebben zij nodig om dit kind te kunnen bieden wat het nodig heeft? Benut hierbij ook de hulpzinnen. b. Van ouders: wat hebben zij nodig om dit kind te kunnen bieden wat het nodig heeft. Benut hierbij ook de hulpzinnen. c. Vul eventueel aan, vraag door en concretiseer (wat wil je precies? Hoe vaak, wanneer en hoe?). Houd het realistisch! 7. Formuleer het OJA (rubriek K): wat is wenselijk én haalbaar? Relateer het aan beschikbare begeleidingsmogelijkheden in de regio (zie de pool). Denk aan: a. Ambulante begeleiding (onderzoek, observatie, gesprekken, coaching of begeleiding) b. Handelingsgerichte diagnostiek kind, onderwijsleer- en opvoedingssituatie door schoolpsycholoog/ orthopedagoog c. Dyslexieverklaring op basis van dossier d. Dyslexie- of dyscalculie onderzoek e. Begeleiding door schoolpsycholoog/orthopedagoog f. Onderzoek door jeugdhulp g. Begeleiding vanuit jeugdhulp h. Aanmelding SBO of SO i. Overig: 8. Concretiseer de afspraken: wie wat waarom wanneer en hoe? 9. Evalueer het MDO: a. Zijn alle doelen behaald en vragen beantwoord? b. Was het een prettige en zinvolle bespreking? c. Wat was goed en wat kan een volgende keer beter? Vraag gericht naar feedback naar concrete tips! Noteer deze. d. Vertel dat er binnenkort een evaluatieformulier voor school en ouders wordt gemaild. Benadruk het belang van het invullen van deze evaluatie. 10. Verslag a. Notulist vult de informatie tijdens de bespreking in het Groeidocument aan. Dit aangevulde document geldt dan als verslag van het MDO. b. Notulist: mail/geef het verslag in eerste instantie naar/aan ouders: o vraag hen om opmerkingen/aanvullingen/correcties en o hun toestemming om het daarna te verspreiden onder de deelnemers van het MDO en andere noodzakelijk betrokkenen (zoals in het kader van een verwijzing voor begeleiding ) Afronding Als de doelen uit het OJA zijn behaald, dan is het MDO – traject af te ronden. De laatste versie van het groeidocument en eventuele bijlagen (zoals verslagen van observatie en onderzoek) worden bijgewerkt.
Versie september 2014
10
Voor procedures voorafgaand, tijdens en na een MDO-traject: zie de ROUTEBESCHRIJVING.
Versie september 2014
11