SCHOOLREGLEMENT algemeen gedeelte Campus Wemmel MS en KTA Zijp Wemmel. tel:

SCHOOLREGLEMENT algemeen gedeelte

2015 - 2016 Campus Wemmel – MS en KTA Zijp 14-16 1780 Wemmel tel: 02 - 456 01 01 [email protected]

Zoals vastgesteld op 12/05/2015 door de schoolraad MS Zoals vastgesteld op 28/04/2015 door de schoolraad KTA Goedgekeurd door het BC op 23/06/2015 en op 25/08/2015 door de H. Siebens, algemeen directeur.

SCHOOLREGLEMENT MS & KTA CAMPUS WEMMEL/SCHOOLJAAR 2015-2016

1

Welkom op Campus Wemmel

Beste ouders Beste leerling Welkom in Campus Wemmel Het verheugt ons dat u gekozen hebt voor onze school. We danken u voor het vertrouwen dat u in ons schoolteam stelt. Terecht verwacht u van onze school goed onderwijs, een respectvolle omgeving en een actief pluralistisch geïnspireerde opvoeding. Ons hele schoolteam zet zich dan ook dagelijks in om alle leerlingen optimaal te begeleiden. Dit schoolreglement brengt u op de hoogte van het reilen en zeilen in onze school en de rechten en plichten die enerzijds de leerlingen en hun ouders, anderzijds de school tegenover elkaar hebben. De ouders dragen de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen. Wij rekenen er dan ook op dat ze hun kinderen zullen aanmoedigen om de regels van dit schoolreglement na te leven. De school hoopt ook op dit punt op een goede samenwerking met de ouders en de leerlingen. Namens het hele schoolteam, Michèle Herremans dir. KTA Wemmel

Frank Willems dir. MS Wemmel

2

INHOUDSOPGAVE Welkom op Campus Wemmel ......................................................................... 2 Inhoudsopgave ................................................................................................. 3 Aandachtspunten.............................................................................................. 8 Hoofdstuk 1 Onze school - Inrichtende Macht .............................................. 9

1.

Wie zijn wij? .................................................................................... 9

2.

Ons schoolteam ........................................................................... 11

3.

Inrichtende Macht......................................................................... 12

4.

Scholengroep ............................................................................... 13

Hoofdstuk 2 Klare afspraken … goede vrienden ......................................... 15

1.

Inschrijvingen ............................................................................... 15

2.

Voortzetting van de studies ........................................................ 17

3.

Weigering van definitief uitgesloten leerling ............................. 17

4.

Regelmatige leerling .................................................................... 17

5.

Vrije leerling .................................................................................. 18

6.

Veranderen van school tijdens het schooljaar .......................... 18

7.

Veranderen van studierichting .................................................... 18

8.

Afwezigheden ............................................................................... 18

9.

Antispijbelbeleid........................................................................... 25

10.

Problematische afwezigheid ....................................................... 25

11.

Sancties voor ongewettigde afwezigheden ............................... 27

12.

Openstelling van de school ......................................................... 27

13.

Afwezigheid van een leerkracht .................................................. 27

14.

Pauzes ........................................................................................... 28

15.

Leerlingenvervoer ........................................................................ 29

16.

Gezondheid en welzijn ................................................................. 29

17.

Diensten en begeleiding .............................................................. 31

18.

Rechten en plichten van de ouders (engagementsverklaring) 32

19.

Informatierecht van ouders ......................................................... 34

20.

Informatieplicht door ouders ...................................................... 34

21.

Andere aandachtspunten ............................................................ 34

Hoofdstuk 3 Studiereglement ......................................................................... 46


3

1.

Ons studieaanbod ........................................................................ 46

2.

Vakantie- en verlofregeling ......................................................... 46

3.

Begeleiding ................................................................................... 46

4.

Evaluatie ....................................................................................... 48

5.

Wat en waarom evalueren wij? ................................................... 48

6.

Hoe evalueren wij? ....................................................................... 50

7.

De bevindingen van de begeleidende klassenraad ................... 57

8. Beroepsprocedure tegen de beslissing van de delibererende klassenraad............................................................................................. 58 Bezwaar ........................................................................................................ 58 Beroep .......................................................................................................... 59 Beslissing van de beroepscommissie ............................................................ 60 Annulatieberoep ............................................................................................ 60

9.

Oudercontact ................................................................................ 60

10.

Lesspreiding, vakantieregeling ................................................... 61

11.

Onderwijs voor zieke leerlingen – tijdelijk onderwijs aan huis 61

12.

Extra-muros activiteiten (EMA’s) ................................................ 63

Hoofdstuk 4 Ordereglement .......................................................................... 64 Hoofdstuk 5 Bewarende maatregel ............................................................... 67 Hoofdstuk 6 Tuchtreglement .......................................................................... 68

Soorten .................................................................................................... 69 Regels ..................................................................................................... 70 Beroepsprocedure in geval van een definitieve uitsluiting ................ 71 Opstarten van het beroep .............................................................................. 71 Beroepscommissie ........................................................................................ 72 Beslissing van de beroepscommissie ............................................................ 72 Annulatieberoep ............................................................................................ 73 Hoofdstuk 7 Algemene klachtenprocedure ................................................. 74


4

1.

Welke klachten kunt u indienen? ................................................ 74

2.

Waar kunt u met uw klacht terecht? ........................................... 74

3.

Hoe dient u een klacht in? ........................................................... 75

4.

Welke klachten worden niet behandeld? ................................... 75

5.

Hoe verloopt de behandeling van uw klacht? ........................... 75

Bijlage 1: Evaluatienormen per vak ............................................................... 77 Bijlage 2: CLB en de rechten en plichten van ouders en leerlingen ........... 88 Samen met de school willen we ervoor zorgen dat je je goed voelt op school en daarbuiten. Zo willen we je slaagkansen verhogen. Niet alleen op school, maar ook in het latere leven. ......................................................................... 88 Hoe we dit willen bereiken, lees je in de hele tekst. Maar onthoud alvast deze werkingsprincipes:........................................................................................... 88 

Het CLB werkt onafhankelijk, gratis en discreet. En … .............. 88



… jouw belang staat altijd centraal! ............................................ 88 3.1 Mission statement ................................................................................. 89 3.2 Decreet Rechtspositie Minderjarige in de Jeugdhulp ....................... 89 3.3 Deontologische code CLB ................................................................... 89 3.4 BeroePsgeheim ..................................................................................... 89

De school en het CLB maken afspraken over hun samenwerking in een afsprakennota. ................................................................................................ 90 5.1 Wat betekent vraaggestuurde begeleiding? ..................................... 90 5.2 Voor welke vragen kun je zoal bij ons terecht? ................................. 90 Het CLB werkt rond vier grote thema’s. De vragen van leerlingen, ouders of school hebben hiermee te maken. We sommen ze even op en geven ook een extra woordje uitleg. ....................................................................................... 90 

Leren en studeren .......................................................................... 90

Bij het CLB kun je terecht met vragen over je studiemethode, een diagnose van een leerstoornis of informatie hierover (bv. dyslexie), gesprekken over je studiemotivatie, … ........................................................................................... 90 

Onderwijsloopbaan ....................................................................... 90

Het CLB geeft bv. uitleg over studierichtingen en helpt je bij het kiezen. .. 90 

Preventieve gezondheidszorg ...................................................... 90

Preventieve gezondheidszorg ken je het best van de ‘medische onderzoeken’. Wat je misschien minder weet is dat je ook bij ons terecht kunt met gevoelige vragen over veilig vrijen, eetproblemen, enz. .............................................. 90 

Psychisch en sociaal functioneren............................................... 91


5

Heb je het momenteel moeilijk door problemen thuis? Voel je je niet goed in je vel? Heb faalangst? Je kunt er mee bij ons terecht. .................................... 91 Uiteraard kun je ook voor andere vragen bij ons aankloppen................... 91 5.3 Hoe ziet onze begeleiding eruit? Handelingsgericht! ........................ 91 9.1 Verplichte medische onderzoeken = algemene en gerichte consulten 92 Algemene en gerichte consulten ............................................................. 92 Aanwezigheid ouders bij de medische onderzoeken ............................. 93 Verzet tegen onderzoek door een bepaalde arts van het CLB ............. 93 9.2 Profylactische maatregelen ................................................................. 94 9.3 Vaccinaties ........................................................................................... 94 Jonger dan 18 jaar?.................................................................................... 94 18 jaar of ouder? Jij beslist zelf .................................................................. 95 9.4 Individueel onderzoek .......................................................................... 95 10.1 Wat staat er in mijn dossier?............................................................... 95 10.2 Wie krijgt toegang tot mijn dossier? .................................................. 96 Het CLB-team .............................................................................................. 96 De leerling zelf en de ouders ..................................................................... 96 10.3 Wie is de eindverantwoordelijke voor het dossier? ......................... 96 10.4 Wat gebeurt er met mijn dossier als ik van school verander? ........ 96 10.5 Ik wil niet dat het dossier aan het nieuwe CLB wordt bezorgd ....... 96 Sommige gegevens moeten we bezorgen! ............................................ 96 Wie kan verzet aantekenen?..................................................................... 97 Hoe teken ik verzet tegen overdracht aan? ............................................ 97 10.6 Mag het CLB gegevens aan anderen bezorgen? ........................... 97 10.7 Vernietiging van de gegevens uit het multidisciplinair dossier ...... 97 Dossiers van leerlingen uit het gewoon onderwijs.................................... 97 Dossiers van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs ......................... 98 Rijksarchief ................................................................................................... 98 10.8 Informatieplicht in verband met het multidisciplinair dossier ......... 98 Bijlage 3: Toedienen van medicatie ............................................................ 100


6

Bijlage 4: Drugsbeleid op school ................................................................. 101 Bijlage 5: Richtlijnen bij evacuatie voor leerlingen .................................... 103 Uitgeleide ....................................................................................................... 104 Pedagogisch project en schoolreglement vanaf 1 september 2015 ....... 105 Engagementsverklaring ouders vanaf 1 september 2015 ......................... 106


7

Aandachtspunten

1. Waar in dit reglement verwezen wordt naar de ouders, kan de meerderjarige leerling autonoom optreden, dan wel de personen die de minderjarige leerling in rechte of in feite onder hun bewaring hebben. Omwille van het opvoedkundige belang van het schoolreglement wordt ook van elke minderjarige leerling verwacht dat hij of zij het schoolreglement handtekent voor akkoord. 2. Het schoolreglement van Campus Wemmel bestaat uit: een algemeen gedeelte; een specifiek gedeelte Middenschool een specifiek gedeelte Sport ASO-TSO; een specifiek gedeelte Toerisme TSO-BSO; een specifiek gedeelte Voeding TSO-BSO. Voor elke leerling vormen het algemeen gedeelte en het specifieke gedeelte dat bij zijn of haar opleiding past één onverbrekelijk geheel. Alle schoolreglementen worden in principe elektronisch aangeboden. Ze kunnen worden gevonden op de schoolwebsite www.campuswemmel.be en kunnen op eenvoudige aanvraag bekomen worden op papier. 3. Het internaatsreglement van het ingebouwde internaat KTA Wemmel maakt, voor wat de internaatsleerlingen betreft, integraal deel uit van dit schoolreglement. 4. De school is niet verantwoordelijk voor eventuele wijzigingen tijdens het schooljaar aan de in dit schoolreglement vermelde coördinaten, maar we helpen u dienaangaande wel graag verder. 5. Bij het verzamelen van gegevens van de leerlingen respecteert de school de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 6. Elke wijziging in dit schoolreglement doorgevoerd na het handtekenen ervan door de ouders en de leerling zal terug aan betrokkenen worden voorgelegd ter handtekening voor akkoord en ontvangst.


8

HOOFDSTUK 1 ONZE SCHOOL - INRICHTENDE MACHT

1. Wie zijn wij? Wij zijn een Nederlandstalige school in de noordelijke rand van Brussel. Leerlingen optimale ontwikkelingskansen bieden en ze begeleiden zodat zij kunnen opgroeien tot gelukkige, positief denkende en kritische jongeren kan niet zonder een duidelijke onderwijsvisie én -strategie. De grote principes van de onderwijsvisie en -strategie zijn vastgelegd in het Pedagogisch Project van het GO! onderwijs van de Vlaamse Overheid (PPGO). De integrale tekst ervan is terug te vinden op www.g-o.be. Binnen dit kader van het PPGO ontwikkelt onze school haar eigen schoolwerkplan: - Het PPGO streeft de totale ontwikkeling van de persoon na en heeft daarbij oog voor de optimale ontwikkeling van elke individuele leerling. - Ons pedagogisch project opteert voor een dynamisch mensen maatschappijbeeld en beoogt de vorming van vrije mensen. In de ontwikkelingsbegeleiding van de jongeren leggen wij de klemtoon én op de mens als individu én op de mens als gemeenschapswezen. - Het PPGO heeft een ‘actief pluralistische’ grondslag. - Het beantwoordt aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind (20-11-1989). - De scholen van het GO! onderwijs van de Vlaamse Overheid zijn democratisch. Informatie, coördinatie en inspraak zijn fundamentele begrippen in de beleidsvisie van het GO! onderwijs van de Vlaamse Overheid in het algemeen en van onze school in het bijzonder. Daarom willen wij in onze scholen een proces op gang brengen waarbij alle belanghebbenden zich uitgenodigd en gestimuleerd voelen om betrokken te worden bij het beleid en bij de uitvoering van de beleidsbeslissingen. Het Pedagogisch Project van GO! stelt volgende pedagogische waarden voorop: - Zelfvertrouwen: gebrek aan zelfvertrouwen leidt tot frustraties en angst. Daarom wil het Gemeenschapsonderwijs kinderen en jongeren helpen om zelfstandig te leren denken; - Openheid: kinderen en jongeren leren vooroordelen te onderscheiden van feiten; - Mondigheid: kinderen en jongeren wordt geleerd om op een correcte wijze op te komen voor hun standpunt; - Intellectuele nieuwsgierigheid: kinderen en jongeren leren zich levenslang te ontwikkelen; - Emotionele, esthetische en morele bewogenheid: de ontwikkeling van emotionele bewogenheid, van verantwoordelijkheidsbesef en rechtvaardigheidsgevoel; - Sociale en maatschappelijke bewogenheid: kinderen en jongeren leren op te komen voor de Rechten van de Mens, voor democratie en voor sociale rechtvaardigheid; - Gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen.

9

Onze school legt vooral de nadruk op volgende kernwaarden: zorg – kwaliteit – respect – openheid en dat in een groene omgeving. Als basiswaarde staat de school voor verantwoordelijk gedrag. Dit zijn de schoolbrede attitudes waarop alle leerlingen permanent worden beoordeeld (zie verder).

Deze kernwaarden houden in dat volgend gedrag wordt beschouwd als evident voor verantwoord professioneel handelen:

SCHOOLREGLEMENT MS & KTA CAMPUS WEMMEL/SCHOOLJAAR 2015-2016 10

Dit houdt onder meer in dat we onze leerlingen ondersteunen om op een bewuste, juiste wijze om te gaan met de eigen verantwoordelijkheid (zelfsturing; zelfcontrole) en de verantwoordelijkheid jegens andere (sociale cohesie; sociale controle; maatschappelijk engagement), als alternatieven voor de traditionele hiërarchische controle door leerkrachten, kaderleden en de directeur. Het schoolteam spreekt onze leerlingen hier bewust op aan.

Ons schooleigen project wordt in detail uitgelegd en gedefinieerd in de folder van de school, die is opgenomen vooraan in de papieren schoolagenda. 2. Ons schoolteam Ons schoolteam bestaat uit : - de directeurs MS en KTA - de internaatsbeheerder - de directiesecretaresse - de technisch-adviseur-coördinator - de technisch-adviseur studiegebied voeding en aanspreekpunt preventie - de rekenplichtige - de leerlingenbegeleiders/opvoeders - het onderwijzend personeel - het meesters-, vak-, en dienstpersoneel In onze school wordt veel belang gehecht aan de participatie van allen die bij de school betrokken zijn. Daarom bestaat er voor iedere geleding een vorm van participatie. 

De leerkrachtenraad: verkozen door en uit het personeel van onze school. Deze raad is een adviesorgaan bevoegd voor pedagogische aangelegenheden.



De leerlingenraad: dit is het inspraakorgaan van de leerlingen. Behalve inspraak bij het organiseren van activiteiten, worden door de leerlingenraad ook adviezen gegeven over deelgebieden van het schoolgebeuren zoals leefklimaat, schoolreglement, 100-dagen. Leerlingen die deel uitmaken van de


leerlingenraad kunnen voor meningen die zij als lid van de leerlingenraad uiten geen tuchtsancties oplopen. 

De ouders: er bestaat geen specifieke ouderraad in onze school. Wél zijn de ouders vertegenwoordigd in de schoolraad. In KTA wordt daarnaast ook intens gebruik gemaakt van Smartschool om de ouders te informeren over hun kind en over de school in het algemeen.

De schoolraad: De leerlingenraad kan op vraag van de schoolraad aan deze laatste een advies uitbrengen over de aangelegenheden waarvoor de schoolraad advies- of overlegbevoegdheid heeft. Zij kunnen een advies op eigen initiatief uitbrengen voor zover het buiten de bevoegdheid van de schoolraad valt en enkel betrekking heeft op de leerlingen of de ouders, naargelang van het geval. De schoolraad wordt samengesteld zoals door de wetgeving verplicht. De duur van het mandaat is vier jaar.  De schoolraad is samengesteld uit: 3 personeelsleden verkozen door en uit het personeel; 2 gecoöpteerde leden uit de lokale sociale, economische en culturele milieus; 3 ouders verkozen door en uit de ouders 2 leden aangewezen door de leerlingenraad of verkozen door en uit de leerlingen ook de directeur maakt er deel van uit. Adres: De Lokale Schoolraad van Campus Wemmel – MS/KTA p/a Zijp 14-16, 1780 Wemmel Verder werkt het schoolteam samen met:  

het personeel van het begeleidend Centrum voor Leerlingenbegeleiding Adres: CLB Willamekaai 19 1500 Halle

  

de leden van de vzw Campusvrienden p/a Zijp 14-16, 1780 Wemmel de leden van de Pedagogische Begeleidingsdienst

3. Inrichtende Macht Uittreksel uit het Bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs: “Het Gemeenschapsonderwijs is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid. Met uitsluiting van ieder ander orgaan zijn de scholengroepen en de Raad van het Gemeenschapsonderwijs de inrichtende macht van het Gemeenschapsonderwijs.” (cf. artikel 3 en 4 van het Bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs van 14 juli 1998; BS 30 september 1998). Het Gemeenschapsonderwijs is de rechtspersoon. De scholengroep is een bestuursniveau en zijn raad van bestuur een orgaan van het Gemeenschapsonderwijs. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap wordt geleid en beheerd op drie niveaus die elkaar aanvullen, maar elk hun eigen bevoegdheden hebben.


Op het lokale niveau worden de scholen bestuurd door een directeur, bijgestaan door een adviserende schoolraad die verplicht wordt samengesteld (zie verder “Samenstelling van de schoolraad”). Op het tussenniveau zijn er 28 scholengroepen met heel wat bevoegdheden. Zij worden bestuurd door een algemene vergadering, een raad van bestuur, een algemeen directeur en een college van directeurs. Onze school behoort tot Scholengroep 9 – Ringscholen. De Algemeen directeur is de heer Herman Siebens. De leden van de Raad van Bestuur zijn: De heer T. Troch Voorzitter De heer L. Botten Ondervoorzitter De heer R. De Schryver Lid De heer J. Humblet Lid Mevrouw A. Roegiers Lid De heer K. Roox Lid De heer P. Van Dyck Lid De heer J. Van Rossem Lid De heer Cl. Verheyleweghen Lid De Algemeen directeur en de leden van de Raad van Bestuur zijn bereikbaar via onderstaand adres: Scholengroep 9 – Ringscholen Zijp 18 1780 Wemmel Tel: 02/ 462 31 30 Fax: 02/ 462 31 33 E-Mail: [email protected]        

Op het centrale niveau zijn de Raad van het Go! en de afgevaardigd bestuurder bevoegd. Adres: Willebroekkaai 36 1000 Brussel tel.: (02)790 92 00 fax: (02)790 92 01 e-mail: [email protected] website: http://www.g-o.be

4. Scholengroep Onze scholengroep 9 "Ringscholen" bestrijkt de regio Asse-Wemmel-Halle en bestaat uit 10 instellingen voor basisonderwijs, 2 scholen voor buitengewoon basisonderwijs, 8 scholen voor secundair onderwijs, 1 instelling voor deeltijds kunstonderwijs, 1 instelling voor volwassenenonderwijs en 1 CLB. Meer informatie: Scholengroep 9


T.a.v. Dhr. Herman Siebens, AD Zijp 18 1780 Wemmel tel.: (02) 462 31 30 fax.: (02) 460 81 21 website: www.ringscholen.be


HOOFDSTUK 2 KLARE AFSPRAKEN … GO EDE VRIENDEN

1.

Inschrijvingen

De school volgt de wettelijke vereisten inzake de voorrangsregeling op: 1° dezelfde leefeenheid, 2° eigen personeel, 3° campus en 4° GOK-leerlingen. De inschrijvingen starten, zoals wettelijk voorzien, voor de MS vanaf 1 maart, voor het KTA maandag na de paasvakantie. (Wat het ingebouwde internaat van KTA Wemmel betreft, wordt voorrang gegeven aan de leerlingen uit de eigen onderwijsinstellingen op de campus, dus Middenschool en KTA. Slechts indien per 1 september nog plaatsen vrij zijn kunnen leerlingen van externe onderwijsinstellingen in het internaat inschrijven. Daarbij wordt voorrang gegeven aan leerlingen uit de instellingen van scholengroep Ringscholen op andere onderwijsinstellingen van buiten de eigen scholengroep). Aan een nieuwe leerling vragen wij bij de inschrijving:  een geldig identiteitsbewijs;  de SIS-kaart van de mutualiteit;  de getuigschriften en attesten die in de vroegere school werden behaald (zeker de laatste). Eventueel zal onze school die opvragen bij de vorige school;  in geval van gescheiden of afzonderlijk wonende ouders: een gerechtelijk document dat onbediscussieerbaar bepaalt wie van de ouders de ouderlijke macht heeft om de nodige beslissingen te nemen en geïnformeerd te worden. (Indien van toepassing worden beide ouders gecontacteerd en worden de nodige informatieve documenten en rapporten naar beide ouders toegezonden). Op basis van deze informatie kunnen wij het administratieve dossier volledig in orde brengen. Op die manier kunt u ervan verzekerd zijn dat wij in de toekomst correct ingevulde diploma’s, getuigschriften of attesten kunnen afleveren. De inschrijving is pas definitief zodra de school in het bezit is van het laatst behaalde attest of getuigschrift (in de vorm van het laatste rapport) en van de ondertekende verklaring “Instemming met het pedagogische project en met het schoolreglement”. Maar ook de ondertekening van het officiële inschrijvingsregister wordt beschouwd als de formele instemming met het pedagogische project en het schoolreglement. De gegevens van de inschrijving dienen door de school te worden doorgegeven aan het Ministerie van Onderwijs (AgODi). Bij inschrijving verklaren de ouders of de meerderjarige leerling zich hiermee akkoord. Elke leerling die voor het eerst instapt in het voltijds gewoon secundair onderwijs, ongeacht de school of het structuuronderdeel, moet door de school nadat de inschrijving heeft plaats gevonden, worden gescreend op zijn niveau van de onderwijstaal teneinde de nodige maatregelen te nemen indien zich specifieke noden zouden voordoen.


Bij de overgang van leerlingen van de autonome eerste graad (Middenschool) naar de tweede graad secundair onderwijs (KTA), die beide op onze campus gelegen zijn, wordt toch een formele inschrijving gevraagd. De inschrijving kan slechts geweigerd worden om volgende redenen:  wanneer je niet aan de toelatingsvoorwaarden voldoet;  wanneer de school volzet is, wanneer het studiegebied volzet is, of wanneer de administratieve groep volzet is;  wanneer je definitief uit de school werd verwijderd in de loop van de drie voorgaande schooljaren;  wanneer de vastgelegde norm voor de maximumcapaciteit van de betreffende klasgroep wordt overschreden (zie hierna);  wanneer de aangeleverde informatie over de thuis- en studiesituatie van de leerling onvolledig is op punten die belangrijk zijn voor de studie. Dit is zeker zo in geval van informatiefraude. Wanneer de inschrijving geweigerd wordt, zal de school je per aangetekende brief of per brief tegen afgiftebewijs een document ‘Weigering van inschrijving’ bezorgen en de voorzitter van het lokale overlegplatform op de hoogte brengen van de weigering. Een leerling(e) die in onze Campus is ingeschreven, blijft ingeschreven voor de duur van zijn hele schoolloopbaan, tenzij  hij/zij in de loop van een schooljaar definitief uit de school wordt uitgesloten  zijn/haar ouders (dan wel hij/zij zelf in geval van meerderjarigheid) een andere schoolkeuze maakt  hij/zij omwille van problematische afwezigheden wordt uitgeschreven (dit geldt ook voor niet-leerplichtige leerlingen)  hij/zij wordt uitgeschreven wegens een niet-akkoordverklaring met een gewijzigd schoolreglement Periode van inschrijven Voor de MS vanaf 1 maart en voor het KTA vanaf maandag na de paasvakantie kan worden ingeschreven voor het schooljaar daarop. Voorrangsregeling Broers en zussen (of halfbroers en -zussen, of stiefbroers, en -zussen) van al ingeschreven leerlingen in onze campus, hebben inschrijvingsvoorrang op alle andere nieuwe leerlingen bij de inschrijving voor het daaropvolgende schooljaar. De periode waarin de voorrangsregeling voor het daaropvolgende schooljaar wordt toegepast, omvat de eerste twee weken vanaf de start van de inschrijvingsperiode. Pedagogische maximumcapaciteit Voor de verschillende studierichtingen en studiejaren bepaalde het schoolteam de volgende bezetting als pedagogisch maximum: MS Voeding

Toerisme Sport

A-stroom: max. 25 leerlingen B-stroom: max. 16 leerlingen BSO 2de en 3de graad: max. 15 leerlingen per praktijkgroep 3de graad, 3de studiejaar: max. 18 lln per klasgroep TSO 2de en 3de graad: in elk studiejaar max. 24 lln per klasgroep TSO 2de en 3de graad: in elk studiejaar max. 24 lln BSO 3de graad: max. 15 leerlingen per praktijkgroep ASO 2de en 3de graad in elk studiejaar max. 26 lln per klasgroep TSO 2de en 3de graad in elk studiejaar max. 24 lln per klasgroep


Voor alle PV-vakken ligt de norm wettelijk op 15 leerlingen. Wanneer een leerling aan de toelatingsvoorwaarden voldoet, maar het schoolonderdeel volzet is, wordt de leerling een formulier van weigering meegegeven. 2.

Voortzetting van de studies

Jaarlijks kan aan de leerlingen worden gevraagd om te bevestigen in welk structuuronderdeel 1 men school wenst te lopen in het daaropvolgende schooljaar, dit om de school toe te laten de verdeling van de leerlingen over de verschillende klasgroepen te organiseren en het schooljaar optimaal voor te bereiden en te plannen. (Of dit noodzakelijk is, is afhankelijk van studierichting en studiejaar). 3.

Weigering van definitief uitgesloten leerling

Een leerling die uit de eigen campus verwijderd werd, zal het lopende schooljaar, het volgende schooljaar én het daaropvolgende schooljaar geweigerd worden (Middenschool zowel als KTA). 4.

Regelmatige leerling

De informatie die bij de inschrijving wordt opgevraagd, is noodzakelijk om zorgvuldig te kunnen nagaan of de leerling als regelmatige leerling kan worden ingeschreven. Het statuut van regelmatige leerling verleent het recht op het behalen van officiële studiebewijzen. Men is een regelmatige leerling als: voldaan is aan de toelatingsvoorwaarden tot het leerjaar waarin men wenst in te schrijven; het geheel van de vorming van het betreffende leerjaar werkelijk en regelmatig volgen voor de ganse duur van het schooljaar, behalve in geval van gewettigde afwezigheid.  Als men tijdelijk één of meer vakken niet op de gebruikelijke wijze kan volgen, zullen vervangtaken worden opgelegd. Het schrappen van een leerling als regelmatige leerling door de verificateur van het Vlaams Ministerie van Vorming en Onderwijs is een autonome beslissing van de verificateur welke niet door de school kan worden beïnvloed. Dergelijke beslissing kan dan ook niet bij de school zelf worden betwist. Alle rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen van het schrappen van een leerling als regelmatige leerling door de verificateur van het Vlaams Ministerie van Vorming en Onderwijs omwille van foute, valse of onvolledige informatie bij de inschrijving in de school vallen geheel ten laste van de betrokken leerling en zijn/haar ouders.

Een structuuronderdeel kan zijn: een 1 ste leerjaar A, een eerste leerjaar B, een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, een basisoptie van het 2de leerjaar van de 1ste graad, een beroepenveld in het beroepsvoorbereidend leerjaar van de 1 ste graad, een studierichting van de 2de of 3de graad. 1


5.

Vrije leerling

Wanneer men niet beantwoordt aan bovenvermelde voorwaarden, wordt men beoordeeld als een vrije leerling. Het statuut van vrije leerling geeft geen recht op officiële studiebewijzen. Een vrije leerling beantwoordt wel aan de bepalingen betreffende de leerplicht op voorwaarde dat het geheel van de vorming wordt gevolgd, net zoals een regelmatige leerling. 6.

Veranderen van school tijdens het schooljaar

De beslissing om van school te veranderen, ligt uitsluitend bij de ouders, de meerderjarige leerling of in voorkomend geval bij de persoon die het ouderlijke gezag uitoefent of in feite de minderjarige onder zijn bewaring heeft. Elke leerplichtige leerling die de school na 1 oktober definitief verlaat, wordt administratief opgevolgd. Bij elke schoolverandering tijdens het schooljaar zal de directie van de nieuwe school er zorg voor dragen om het leerlingendossier op te vragen aan de directie van de oorspronkelijke school. Alle in- en uitschrijvingen worden ook door de overheid opgevolgd. Indien er geen melding van inschrijving volgt na een melding van uitschrijving zal de overheid de ouders hierover aanschrijven. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding van de uitschrijvende school zal het dossier betreffende de afwezigheden overmaken aan het CLB van de nieuwe inschrijvende school. 7. Veranderen van studierichting In de loop van het schooljaar kan je enkel veranderen van studierichting vóór een bepaalde wettelijk vastgelegde datum. Uitzonderlijk kan de klassenraad hierop een afwijking toestaan. Indien de school voor het structuuronderdeel van jouw keuze een maximumcapaciteit heeft vastgelegd en deze is bereikt, dan kan je niet veranderen naar die studierichting. 8.

Afwezigheden

Wettelijk is de school autonoom in het bepalen van het al dan niet gewettigd zijn van een afwezigheid. Beroep tegen de beslissing van de school is wettelijk niet mogelijk. Gewettigde afwezigheid Als leerplichtige leerling kan je om volgende verschillende redenen gewettigd afwezig zijn. Afwezigheid om medische redenen a) Verklaring door de ouders Als de ziekte een periode van drie opeenvolgende kalenderdagen niet overschrijdt, volstaat een verklaring ondertekend en gedateerd door je ouders (zie voorgedrukte strookjes in de schoolagenda). Een dergelijke verklaring kun je echter hoogstens viermaal per schooljaar aanwenden.


b) Medisch attest Een medisch attest is vereist:

als de ziekte een periode van drie opeenvolgende dagen overschrijdt;  als je reeds viermaal in hetzelfde schooljaar een persoonlijke verklaring (zie Smartschoolagenda) hebt ingediend voor een ziekteperiode van drie of minder kalenderdagen;  voor ziekteperiodes die vallen tijdens: o examenperiodes o aangekondigde toetsen o GIP-testen o EMA’s van één dag of meer o stages o als de ziekte valt in de week onmiddellijk vóór of nà de herfst-, kerst-, krokus-, paas- of zomervakantie (let wel: dit is een nieuwe wettelijke verplichting vanaf 01/09/2013)  als je moederschapsverlof opneemt Het medische attest is  uitgereikt wordt door een arts, geneesheer-specialist, een pas rechtsgeldig als psychiater, een orthodontist, een tandarts of door de het: administratieve diensten van een ziekenhuis of van een erkend labo;  duidelijk ingevuld, ondertekend en gedateerd is;  de relevante identificatiegegevens vermeldt zoals de naam, het adres, telefoonnummer en RIZIV-nummer van de verstrekker;  aangeeft wat de gevolgen zijn van de ziekte voor bepaalde lessen;  de begin- en de einddatum aangeeft van de ziekteperiode, met in desbetreffend geval de vermelding van voor- of namiddag;  de begindatum niet ligt vóór de datum van uitreiking van het medische attest (in welk geval de directeur het medisch attest steeds zal weigeren te erkennen). Twijfelachtige medische attesten zullen door de school worden geweigerd (met als gevolg dat de afwezigheid zal worden genoteerd als ongewettigd) en doorgegeven aan de schoolarts (CLB) voor verdere verificatie. Alle afwezigheden  de eerste dag waarop je terugkomt op school; om medische  door het attest onmiddellijk aan de school te bezorgen als redenen moeten het een periode van meer dan tien opeenvolgende worden gewettigd: lesdagen betreft. Eenzelfde medische  hiervoor volstaat één medisch attest waarop de behandeling met verschillende afwezigheden zo gedetailleerd mogelijk verschillende worden vermeld. Voor bepaalde chronische ziektebeelden afwezigheden tot die leiden tot verschillende afwezigheden zonder dat een gevolg: doktersconsultatie noodzakelijk is, kan één medisch attest volstaan na samenspraak met de CLB-arts. Wanneer een afwezigheid om deze reden zich dan effectief voordoet, volstaat een eenvoudig schriftelijk attest vanwege de ouders. 




Als zwangere leerling heb je recht op moederschapsverlof van maximaal één week vóór de vermoedelijke bevallingsdatum en maximaal negen weken na de effectieve bevalling. Je blijft het statuut van regelmatige leerling behouden en hebt recht op tijdelijk onderwijs aan huis, voor zover je aan de voorwaarden voldoet.

c) Het medisch attest voor de lessen lichamelijke opvoeding en sportactiviteiten op school Uniform medisch  Als je niet kunt deelnemen aan deze lessen, moet dit attest attest voor wie niet door de huisarts meegegeven worden zodat de school deelneemt aan de kan uitmaken wat wel en wat niet kan in deze lessen. lessen lichamelijke  Bij langdurige afwezigheid in deze lessen, bestaat een opvoeding. specifiek formulier, waarmee het CLB een herevaluatie aan de behandelende arts kan vragen. Afwezigheid ingevolge het volgen van lessen in het deeltijds beroepsonderwijs Er wordt een attest  de lessen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs of van regelmatige een in het kader van de deeltijdse leerplicht erkende lesbijwoning vorming wordt gevolgd en dit tussen 1 september en opgemaakt uiterlijk 15 november overgaat naar het voltijds secundair wanneer: onderwijs. Afwezigheden ingevolge topsportconvenant Leerlingen aan wie door de selectiecommissie een topsportstatuut A of B werd toegekend genieten van onderstaand maximum aantal halve lesdagen afwezigheid op schooljaarbasis om te kunnen deelnemen aan stages, tornooien of wedstrijden (wekelijkse trainingen komen niet in aanmerking). De afwezigheid wordt vastgelegd en ten aanzien van de school geattesteerd door de betrokken sportfederatie.  Leerlingen met A-statuut ingeschreven in een studierichting ASO of TSO met component topsport:130;  leerlingen met A-statuut ingeschreven in de eerste graad van een school met topsport (eerste leerjaar of basisoptie topsport): 90;  leerlingen met B-statuut al dan niet ingeschreven in een studierichting ASO of TSO met component topsport en leerlingen met A-statuut ingeschreven in een andere studierichting dan een studierichting met component topsport (al dan niet topsportschool): 40;  leerlingen met B-statuut ingeschreven in de eerste graad van een school al dan niet met topsport en leerlingen met een A-statuut ingeschreven in de eerste graad van een school zonder topsport: 40.


Van rechtswege gewettigde afwezigheden op basis van diverse redenen  een begrafenis- of huwelijksplechtigheid bijwonen van een bloed- of aanverwant of van een persoon die onder hetzelfde dak woont;  het bijwonen van een familieraad;  de onbereikbaarheid of de ontoegankelijkheid van de instelling door overmacht;  het onderworpen zijn aan maatregelen opgelegd in het kader van de bijzondere jeugdzorg of de jeugdbescherming;  het afleggen van proeven voor de examencommissie van de Vlaamse Overheid voor het voltijds secundair onderwijs;  om gevolg te geven aan een oproeping of dagvaarding voor een rechtbank;  om feestdagen te beleven inherent aan je levensbeschouwing. Het spreekt voor zich dat de leerling ook het betreffende levensbeschouwelijke vak dient te volgen;  het deelnemen aan activiteiten voor de leerlingen die zetelen in de raad van bestuur en de algemene vergadering van de Vlaamse Scholierenkoepel vzw.;  deelnemen aan een tijdelijk individueel of collectief programma dat aangeboden wordt door een door de Vlaamse overheid gesubsidieerd welzijnsdienst of door het departement onderwijs erkend wordt als schoolvervangend project, mits voorafgaande schriftelijke afspraken met het CLB en de instelling  actief deelnemen in het kader van een individuele selectie of lidmaatschap van een vereniging aan culturele en/of sportieve manifestaties voor maximum vier al dan niet gespreide halve dagen enzovoort. Je ouders moeten  de school vooraf verwittigen;  een verklaring van de betrokken personen of een officieel document dat de reden van afwezigheid opgeeft, dient voorafgaandelijk aan de directeur te worden voorgelegd (indien voor de beleving van een feestdag van de eigen levensbeschouwing: verwijzen naar het feit dat je effectief zal deelnemen aan de beleving van de feestdag).


Afwezigheid om levensbeschouwelijke reden Gelet op de zeer Aanvraag eigen De aanvraag tot vrijstelling dient schriftelijk bij de directeur levensbeschouwelijk ingediend binnen de acht kalenderdagen te rekenen vanaf 1 e overtuiging en mits september of vanaf de dag van inschrijving. In deze aanvraag akkoord van de motiveert de ouder dat hij omwille van morele of religieuze directeur kan een bezwaren geen keuze kunt maken voor de erkende cursussen. leerling worden Het is nodig in de aanvraag hetzij die andere vrijgesteld van het levensbeschouwing met name te noemen, hetzij dat volgen van een van levensbeschouwelijk project enigszins toe te lichten. de Behandeling keuzemogelijkheden De klassenraad oordeelt over de ontvankelijkheid van de binnen het vak aanvraag. Bij de beoordeling van de aanvraag wordt enkel godsdienst / nietonderzocht of de ingebrachte argumenten van morele of confessionele religieuze aard zijn. De directeur motiveert de beslissing. zedenleer.  Omwille van de gelijke behandeling van alle leerlingen, In voorkomend geldt dat leerlingen die van een vrijstelling genieten, geen geval: voordeel mogen halen uit deze aparte situatie. De vrijstelling op grond van morele en religieuze argumenten impliceert dus dat op een eigen wijze invulling wordt gegeven aan de vrijgekomen uren.  De vrijgestelde leerling zal tijdens de uren die voor de studie van de levensbeschouwing voorzien zijn, op school aanwezig zijn en opdrachten uitvoeren die aansluiten bij de eigen levensbeschouwing of het eigen levensbeschouwelijk project.  Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager van de vrijstelling (de ouder of de meerderjarige leerling) om die opdrachten vast te leggen.  De vrijgestelde leerling dient nauwgezet de stukken te bewaren die aantonen dat hij/zij de uren die voorzien zijn voor de studie van de levensbeschouwing ook effectief heeft gebruikt voor die opdrachten. De school heeft het recht deze stukken op te vragen.  De klassenraad is bevoegd voor de beoordeling van de leerlingen met het oog op het toekennen van studiebewijzen. De levensbeschouwelijke vakken vallen onder toepassing van die regel. Daarom ook zal de klassenraad bij zijn oordeel over de vrijgestelde leerlingen rekening houden met de plichten die volgen uit die vrijstelling. Concreet betekent dit dat de klassenraad dient te onderzoeken of de vrijgestelde leerling de vrijgekomen lestijden zinvol heeft besteed aan de eigen levensbeschouwing. Indien de klassenraad vaststelt dat de vrijgekomen lestijden niet correct werden ingevuld en de vrijgestelde leerling op die wijze een voordeel heeft gehaald uit die vrijstelling, dan kan de klassenraad beslissen om een initiatief tot bijsturing te nemen (zoals dit ook mogelijk is voor de andere vakken).


Afwezigheden om diverse redenen mits akkoord van de directeur:  de laattijdige inschrijving in de school;  afwezigheid ingevolge het overlijden van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad of van een persoon die onder hetzelfde dak woont. De directeur beslist over de duur van de afwezigheid;  afwezigheid ingevolge de individuele selectie voor een culturele of sportieve manifestatie;  afwezigheid ingevolge deelname aan time-out programma;  afwezigheid die verband houdt met het niet volgen van bepaalde onderdelen van het lesprogramma (vrijstellingen onder strikt bepaalde voorwaarden);  deelnemen van niet-leerplichtige leerlingen aan sollicitatiegesprekken  om deel te nemen aan een (buitenlandse) gestructureerde individuele leerlingenactiviteit (Erasmus+) Alleen na het formele  een verklaring van de betrokken personen of een officieel akkoord van de document dat de reden van afwezigheid opgeeft, dient directeur. In voorafgaandelijk aan de directeur te worden voorgelegd; voorkomend geval:  voorafgaandelijk akkoord van de directeur is vereist. Bij het toestaan van dergelijke afwezigheden zal de directeur rekening houden met het belang van de leerling, dan wel met het belang van de schoolgemeenschap.


Afwezigheid tijdens extra-murosactiviteiten (EMA) en stages Afwezigheden tijdens  extra-murosactiviteiten (eendaagse leeruitstappen en extrameerdaagse reizen) die deel uitmaken van het murosactiviteiten pedagogische leerproces en die het bereiken van de (studie-uitstappen, eindtermen verlevendigen, zijn verplicht voor alle stages, theater- of leerlingen. Het is in deze het standpunt van de school dat filmvoorstellingen, de leerling in de eerste plaats een contract heeft met de gezamenlijke school; alle andere arbeidscontracten of – bezoeken aan musea, werkzaamheden (bijv. thuis, weekendwerk, enz… worden tot de vrijetijdsbesteding, sportclub) van de leerling komen op de normale tweede plaats. Een extern contract of werkzaamheid kan schoolactiviteiten dan ook nooit een reden zijn voor afwezigheid op een gerekend); stages activiteit van de school. Door de ondertekening erkent de leerling aan alle extra-murosactiviteiten deel te zullen nemen. In principe kan dus geen toelating tot nietparticipatie worden bekomen, tenzij op grond van een duidelijke medische motivatie, gestaafd door een niet twijfelachtig medisch attest (een attest enkel voor de betreffende periode van de EMA wordt als twijfelachtig beschouwd).  een toestemming tot niet-deelname heeft steeds een individueel en uitzonderlijk karakter. Om toestemming te bekomen worden steeds volgende regels stipt toegepast: 1° voorafgaandelijk (minstens vier schooldagen voorafgaand aan de activiteit) aangevraagd bij de directeur, 2° schriftelijk beargumenteerd, 3° de uiteindelijke beslissing over niet-deelname komt slechts de directeur toe;  indien de leerling toch toestemming bekomt om niet aan een activiteit deel te nemen, moet de leerling de aangepaste pedagogische opdrachten die de school geeft, verplicht uitvoeren. In principe worden deze vervangende pedagogische opdrachten uitgevoerd op school. In geen geval kan vrijstelling van schoolbezoek worden toegelaten. Afwezigheid op school zal dan ook worden beschouwd als een ongewettigde afwezigheid en als dusdanig worden gesanctioneerd.  ongewettigde afwezigheid kan leiden tot het toekennen van een tekort voor competenties en attitudes die tijdens de uitstap of EMA moeten worden aangetoond. Eventuele opdrachten zullen moeten worden ingehaald volgens de procedure voor ongewettigde afwezigheid bij toetsen. 

bij afwezigheid op de stageplaats dient de leerling telefonisch vóór 9.00 u de school, de stagebegeleid(st)er en de stagegever te verwittigen over de reden van zijn afwezigheid. (Het medische attest of ander officieel attest dient in het stageschrift gekleefd te worden).




als de leerling wegens ziekte de stageplaats moet verlaten, dient hij het uur van vertrek te noteren in het stageschrift en te laten ondertekenen door de stagegever. Nadien brengt hij ook de school van zijn ziekte op de hoogte.



wie tijdens de stage gewettigd afwezig is, moet deze dagen inhalen, eventueel tijdens de weekends.



bij ongewettigde afwezigheden wordt strafstudie, uitsluiting, dubbel of driedubbel inhalen overwogen. de leerling die stage loopt, dient alle administratieve afspraken stipt na te komen. Elke vorm van nalatigheid op dit vlak wordt in de evaluatie van de stage negatief in rekening gebracht.



Afwezigheid ingevolge uitsluiting als tuchtmaatregel De afwezigheid wordt  het recht op lesbijwoning wordt ontnomen door de gewettigd wanneer: directeur (op advies van de begeleidende klassenraad) hetzij tijdelijk hetzij definitief (definitieve uitsluiting als tuchtsanctie).  Voor de school geldt geen opvangverplichting (mits motivering). De school c.q. de directeur heeft de wettelijke autonomie om te beslissen of een afwezigheid c.q. een wettigingsattest de afwezigheid van rechtswege wettigt dan wel niet. In het tweede geval is de afwezigheid van rechtswege ‘problematisch’. 9. Antispijbelbeleid De school beschouwt het als haar taak om het algemeen welbevinden van de leerlingen te garanderen. Onwettig afwezig blijven van school helpt niet om problemen op te lossen. Wanneer een leerling toch ongewettigd afwezig blijft, zal de school samen met het CLB helpen om het probleem op te lossen. Wanneer de school vaststelt dat een leerling spijbelt, neemt zij contact op met de ouders. Blijf de leerling verder spijbelen, dan contacteert de school, in ieder geval na tien halve lesdagen ongewettigde afwezigheid, het CLB en wordt er een begeleidingsdossier opgemaakt. (Deze afwezigheden worden ook meegenomen wanneer de leerling van school verandert). 10. Problematische afwezigheid De problematische afwezigheid, waaronder spijbelen, regelmatig te laat komen of inleveren van attesten waarmee zichtbaar geknoeid werd, kan enkel door de directeur gewettigd worden op basis van een concrete leerlingbegeleiding. Zodra de school dit nodig acht, eventueel reeds bij de eerste afwezigheid wegens spijbelen, zal de school de ouders contacteren. Bij tien halve lesdagen spijbelen moet het begeleidend CLB ingeschakeld worden en zal een begeleidingsdossier opgemaakt worden. Deze afwezigheden worden ook meegenomen wanneer de leerling van school verandert. Wettelijk heeft elke leerling recht op viermaal een wettiging zonder doktersattest voor maximaal 3 opeenvolgende kalenderdagen. Er dient dan wel een attest van de ouders of de meerderjarige leerling te zijn. Deze attesten zijn voorgedrukt in de


schoolagenda. Enkel deze formulieren worden door de school aanvaard. Het indienen van dergelijk formulier is echter onvoldoende voor een wettige wettiging. Het komt de directeur toe de aangebrachte wettiging te aanvaarden of niet. De directeur heeft dus het recht een zelf aangebrachte wettiging te weigeren, derhalve de aangevraagde afwezigheid vooraf niet te aanvaarden dan wel de afwezigheid achteraf te classificeren als ongewettigd. In geval van twijfel kan de school de CLB-arts inschakelen om bij betreffende arts het attest te controleren. Ook wanneer de school vaststelt dat er geknoeid werd met medische attesten bij afwezigheid wegens ziekte, zal zij de problematiek vanuit deze invalshoek benaderen. Volgende gevallen worden dan ook door de school beschouwd als problematische afwezigheden:  dixit-attesten;  antidatering;  het attest is een kopie;  gegevens werden kennelijk vervormd (datum, handtekening arts);  het attest vermeldt een reden die niet verwijst naar de leerling zelf (inbegrepen ziekte van een ouder, hulp in het huishouden of het bedrijf thuis, …);  het attest is onvolledig ingevuld. Ook wanneer de school weet heeft dat de afwezigheid die wordt gewettigd door een geldig en correct doktersattest in de praktijk geen uitstaans had met ziekte, dus wanneer het medische attest slechts een dekmantel is voor een ongewettigde afwezigheid of spijbelen, zal de afwezigheid als een problematische afwezigheid worden behandeld. In geval van fraude zal de school de betrokken arts informeren en voorstellen formeel klacht neer te leggen. Dit betekent dat een doktersattest op zich onvoldoende is om een afwezigheid te wettigen. Uiteindelijk is het de directeur die een afwezigheid, al dan niet met dokters- of ouderattest aanvaard als gewettigd of niet. Of de leerling het statuut van regelmatige leerling behoudt, hangt derhalve af van de bewijzen die de school kan voorleggen van de ernstige inspanningen die werden geleverd om in nauwe samenwerking met het begeleidend CLB de vastgelopen situatie van de leerling te deblokkeren. Indien de leerling of de ouders niet ingaan op het initiatief van het CLB en de problematische afwezigheid blijft aanhouden, mag de school dit aan de overheid melden. Deze melding moet sowieso gebeuren indien de problematische afwezigheid meer dan 30 al dan niet gespreide halve lesdagen bereikt heeft. Aan deze melding is het aspect ‘bescherming van de persoonlijke levenssfeer’ gekoppeld. Daarom zal de school de ouders op de hoogte stellen van de melding van de problematische afwezigheid aan de overheid. Het is de school ook wettelijk toegelaten om een meerderjarige leerling van wie de problematische afwezigheid, al dan niet gespreid, het aantal van 30 halve dagen bereikt, eenzijdig uit te schrijven uit de school (waarna de leerling dus niet langer het statuut van regelmatige leerling bezit). Bij zeer ernstige problematische afwezigheden, en nadat alle begeleidingsinspanningen van de school en het CLB tevergeefs zijn geweest, of indien blijkt dat de betrokken leerling spoorloos is, kan de school beslissen om tot definitieve uitschrijving over te gaan. Deze optie wordt slechts in uitzonderlijke gevallen aangegrepen en steeds in overleg met de verificateur van het Vlaams Ministerie voor Onderwijs en Vorming. De ouders hebben steeds het recht, conform de wetgeving over de openbaarheid van bestuur en over de privacy, om deze gegevens te controleren op hun juistheid.


11. Sancties voor ongewettigde afwezigheden Indien een leerling afwezigheden opneemt op een ongewettigde wijze kan de school hiervoor sancties nemen. Onder meer zal de vakleerkracht beslissen tot het inhalen van een gemiste toets of kan de school beslissen tot het ‘inhalen’ van deze afwezigheden op administratieve dagen (pedagogische studiedag, dagen met klassenraden of deliberaties). Gemiste examens dienen volgens het examenreglement ingehaald, volgens de daarin bepaalde procedure. Indien ook een inhaaltoets of -examen niet wordt afgelegd omwille van een nieuwe ongewettigde afwezigheid beslist de vakleerkracht tot een 0-score. Twee weigeringen tot het afleggen van een toets of examen worden door de school namelijk opgevat als een aanwijzing en erkenning (door de leerling) van onvoldoende kennis en vaardigheid. Ongewettigde afwezigheden tijdens externe praktijkactiviteiten en stages zullen steeds leiden tot een discussie in de delibererende klassenraad over het al dan niet besluiten tot een uitgestelde beslissing voor PV en/of stage. We wijzen er ook op dat problematische afwezigheid uiteindelijk kan leiden tot het terugbetalen van de schooltoelage door de Vlaamse overheid! De leerling die gedurende twee opeenvolgende schooljaren 30 of meer halve schooldagen ongewettigd (code B) afwezig is geweest, kan zijn schooltoelage voor het tweede (huidige) schooljaar dienen terug te betalen. Het aantal problematische afwezigheden die je in de loop van het schooljaar hebt opgebouwd wordt overgedragen bij schoolverandering. Verzet is niet mogelijk. 12. Openstelling van de school Dagindeling/aanwezigheid op school Voormiddag: 1. 08.30u – 09.20u 2. 09.20u – 10.10u 3. 10.20u – 11.10u 4. 11.10u – 12.00u Namiddag: 5. 12.50u – 13.40u 6. 13.40u – 14.30u 7. 14.40u – 15.30u 8. 15.30u – 16.20u De ouders engageren zich dat hun zoon/dochter aanwezig is op school tijdens de schooluren en dus dat hun zoon/dochter op tijd op school aankomt. 13. Afwezigheid van een leerkracht In het KTA is het mogelijk dat bij afwezigheid van een leerkracht de leerlingen de toestemming krijgen om pas het tweede lesuur te beginnen of om tijdens of na het zevende lesuur de schooldag te eindigen (ten vroegste om 15.00 uur). In beide gevallen zal een leerkracht of opvoeder een stempel plaatsen in de agenda van de leerlingen of dit via een bericht in smartschool laten weten aan de betrokken leerling en hun ouders, zodat de ouders dit kunnen controleren. Als de vrijgekomen uren echter zinvol kunnen opgevuld worden (remediëring – differentiatie - les) krijgen de leerlingen geen toestemming om de school vroeger te verlaten. Bij vervanging brengen de leerlingen altijd hun mappen en boeken mee. Toch vroeger de school


verlaten, zal in dergelijke situaties steeds als spijbelen (ongewettigde afwezigheid) worden genoteerd en worden gesanctioneerd. In geen geval kan een leerling, wegens afwezigheid van een leerkracht, de school vóór 15.00 u verlaten (wegens verzekering!). Met het ondertekenen van dit schoolreglement verklaart de ouder of meerderjarige leerling zich akkoord dat de leerling in uitzonderlijke situaties vroeger naar huis gaat dan het normale einde van het lesprogramma van die dag. Dit kan echter enkel wanneer de school hiertoe een toestemming plaatst in de schoolagenda van de betrokken leerling of dit meldt via een bericht in smartschool. 14. Pauzes  10.10u – 10.20u  12.00u – 12.50u (middagpauze)  14.30u – 14.40u Het is absoluut verboden de school te verlaten tijdens de lessen en de pauzes, met uitzondering van de leerlingen van de derde graad. In dergelijke situaties dekt de schoolverzekeringspolis de kosten van gebeurlijke ongevallen nooit. Middagpauze Tussen 12.00u en 12.50u blijven alle leerlingen van de eerste en de tweede graad op school eten. De leerlingen van de derde graad kunnen onder bepaalde voorwaarden (zie paragraaf hieronder) de school verlaten tijdens de middagpauze. Indien zij echter te laat komen voor de namiddaglessen kan dit leiden tot een verbod om de school tijdens de middagpauze nog verder te verlaten. ’s Middags eten de leerlingen in de refter. Om de hoeveelheid restafval te verminderen, vragen wij uitdrukkelijk om de lunch in een brooddoos mee te brengen. Na de maaltijd ruimt ieder alles op. Men is samen verantwoordelijk voor de tafel waaraan men heeft geluncht. Men neem alle afval mee (drankverpakking, papier,…..) en zet alle stoelen op de juiste plaats onder de tafel. Na het verlaten van de refter vertoeven alle leerlingen op de speelplaats. Het domein wordt zeker niet verlaten. Middagpasje (enkel voor leerlingen van de 2de en 3de graad) In de 2de graad is het middagpasje enkel bedoeld voor leerlingen die thuis hun middagmaal gebruiken (dus niet in de omgeving van de school, of vrij op het schooldomein). Voor tweede graad is de aanvraag steeds vereist, ook voor de meerderjarige leerling. Het formulier is aan te vragen bij de opvoeder. In de 3de graad is voor minderjarigen altijd de toestemming van de ouders vereist. Echter, de school beslist uiteindelijk over het al dan niet toekennen van dit pasje. Alle leerlingen van het internaat, ook die van de 3 de graad, blijven tijdens de middag op het schooldomein. Voor wie ’s middags te laat op school komt of problematisch gedrag vertoont, kan het pasje tijdelijk of definitief ingetrokken worden. Voor het verlaten van de school tijdens de middagpauze geldt volgende regeling:  De leerlingen tot en met het vierde jaar blijven ‘s middags in de school. Enkel de leerlingen die naar huis gaan eten en in de onmiddellijke nabijheid van de school wonen én in het bezit zijn van een middagpasje, kunnen de school verlaten. De titularis van het ouderlijke gezag én de directeur dienen hiervoor beiden hun toelating te geven.  Aan de leerlingen van de derde graad wordt de mogelijkheid geboden om ‘s middags de school te verlaten. Voor de minderjarigen onder hen wordt de




toelating ervoor verleend door de persoon die het ouderlijke gezag uitoefent. De keuze en de toelating gelden voor het gehele schooljaar voor de middagpauze van 12.00u tot 12.50u. Alle leerlingen die ‘s middags de school mogen verlaten krijgen hiertoe een speciale toestemming.

15. Leerlingenvervoer Onze campus is bereikbaar te voet, met de fiets, brommer of motorfiets, met de wagen of met het openbaar vervoer. Voetgangers nemen de hoofdingang en gaan via de fietsenloods naar de speelplaats. Fietsers, brommers en motorfietsen stappen af aan de schoolpoort. Ouders die hun zoon/dochter met de wagen brengen rijden via de hoofdingang het domein binnen, zetten hun zoon/dochter af ter hoogte van de fietsenloods en rijden het domein buiten via de uitgang Home Estia. De schoolbus haalt elke ochtend de leerlingen op iets verder dan het kruispunt Kaasmarkt – Rassel (Fr. Robberechtsstraat). De schoolbus verzorgt ook het vervoer naar de tennisterreinen De Berken. Zo mogelijk wordt de schoolbus ingelegd bij EMA’s, toneelbezoeken, uitstappen,… De kosten hiervoor worden doorgerekend aan de leerlingen. 16. Gezondheid en welzijn 1. Roken Vanaf 1 september 2008 geldt in alle Vlaamse scholen een totaal rookverbod voor leerlingen, leraren en derden 2 . Ook bij didactische uitstappen, sportdag, EMA’s, GWP’s, stages en andere extra-scolaire activiteiten en projecten blijft dit verbod gelden. In de schoolgebouwen en op het schooldomein is roken dus absoluut verboden:  binnen het leerplichtonderwijs (kleuter/lager/secundair) én de centra voor leerlingenbegeleiding.  binnen de gebouwen geldt altijd, overal en voor iedereen een rookverbod. o Ook ouders, derden of bv. een aannemer die werken komt uitvoeren, vallen onder dit rookverbod. o Rooklokalen zijn verboden.  binnen de campus: het rookverbod geldt overal en voor iedereen  extra muros: het rookverbod geldt overal en voor iedereen tussen 6.30u en 18.30u  in de onmiddellijke omgeving van de campus: het voetpad voor de school en aan de overzijde (ondermeer bushalten), aan alle in-/uitgangen van de school, op het voetpad tussen de hoofdingang en café Hoekske. Informatie hierover wordt gegeven via affiches, borden in de school. Controle op dit verbod kan en zal worden uitgevoerd door alle medewerkers van de school. Wie deze regel overtreedt, wordt gesanctioneerd. Bij overtreding op de stage krijgt men een verwittiging die meegenomen wordt in de quotering van de stage tijdens de delibererende klassenraad. Bij herhaling kunnen echter ook andere strafmaatregelen getroffen worden, conform het orde- en tuchtreglement van de school.

2

Decreet van 06-06-2008.


2. Alcohol Overal in de school is gebruik van alcoholhoudende dranken verboden, met uitzondering van didactisch gebruik tijdens de lessen wijnleer en zaal- en keukenpraktijk of bij uitdrukkelijke toestemming van de directeur. Het gebruik van alcoholhoudende dranken is eveneens verboden voor de leerlingen die tijdens de middagpauze de school mogen verlaten. Elke overtreding wordt gemeld aan de directeur en kan aanleiding geven tot een sanctie. Bij discussie mag de directeur een arts oproepen om een bloedtest af te nemen. In dergelijk geval vallen de kosten hiervan ten laste van de betrokken leerling en zijn ouders. 3. Drugs Evenmin als welke andere school dan ook is onze school een drugsvrije school. Wél is onze school een ‘drug-alerte’ school. Op onze campus geldt in principe een ‘zerotolerance’-beleid inzake drugs. Het is dan ook verboden drugs te gebruiken, te bezitten, aan te nemen, door te geven, aan te kopen, te verkopen of kosteloos te verschaffen. De eventuele kosten hiervoor vallen steeds ten laste van de betrokken leerling en zijn ouders. Indien een minderjarige leerling(e) op druggebruik of drugbezit betrapt wordt op school, worden zijn/haar ouders, voogd of de persoon die verantwoordelijkheid draagt voor de jongere daarvan steeds op de hoogte gebracht. Mogelijk wordt ook de politie op de hoogte gesteld. In principe wordt - het bezit van drugs (zonder gebruik of dealen) gesanctioneerd door middel van tijdelijke schorsing. - het gebruik op de campus leidt tot een definitieve uitsluiting uit de school. Indien iemand drugs dealt (= aankoop – verkoop – kosteloos verschaffen) informeert de school onmiddellijk de ouders, de voogd of persoon die verantwoordelijkheid draagt voor de leerling(e). Tevens worden steeds de politiediensten opgeroepen. De betrokken leerling(e) wordt met onmiddellijke ingang preventief geschorst met het oog op verder onderzoek van het dossier (bewarende maatregel). De procedure tot definitieve uitsluiting uit de school wordt opgestart. Elk vermoeden van druggebruik wordt gemeld aan de leerlingenbegeleiding. In het geval van een minderjarige leerling worden, na een gesprek met de leerling, de ouders via een brief van dit vermoeden op de hoogte gebracht. Leerlingenbegeleiding en OTV spreken zich uit over de ernst ervan en kunnen naargelang van de situatie volgende maatregelen opleggen:  begeleidingsgesprekken met een vertrouwenspersoon op school en/of CLB. Vanuit deze gesprekken kan een drugcontract opgesteld worden dat ondertekend wordt door de leerling en, in geval van minderjarigheid, ook door de ouders, voogd of de persoon die verantwoordelijkheid draagt voor de jongere;  begeleiding door een gespecialiseerde dienst. Onze campus werkt preventief samen met een preventiemedewerker die jongeren met problematisch middelengebruik helpt doorverwijzen naar de gepaste hulpverleningsdienst. Indien iemand weigert om zich te laten begeleiden, kan de school maatregelen opleggen die gaan van een streng regime tot de definitieve uitsluiting uit de school;  indien iemands gedrag door druggebruik ernstig verstoord is, kan de directeur de leerling tijdelijk (preventief) schorsen of definitief uitsluiten. De directeur bepaalt de strafmaatregel voor iemand die medeleerlingen onder druk zet om als tussenpersoon bij een drugverhandeling op te treden, hen dwingt om over


dergelijke feiten te zwijgen of hen onder druk zet om drugs te gebruiken. De school informeert onmiddellijk de ouders, de voogd of persoon die verantwoordelijkheid draagt voor de leerling(e). Strafmaatregelen gelijkaardig aan die hiervoor vermeld kunnen worden getroffen. Ook bij didactische uitstappen, sportdag, EMA’s, GWP’s, stages en andere extrascolaire activiteiten en projecten blijven deze regels gelden. De politie kan op ieder moment een drugscontrole uitvoeren. Zie de bijlage ‘drugsbeleid op school’. 4. Pesten Wij wensen een pest 3 -alerte school te zijn: respect en verdraagzaamheid zijn belangrijke begrippen. Dit betekent allereerst dat van alle personeelsleden, maar ook alle leerlingen wordt verwacht dat zij alert zijn voor situaties van pesten. Te zeggen: dergelijke situaties ernstig nemen. Verder voert de school een anti-pestbeleid dat zich inspireert op de No Blame-aanpak. Dit betekent ondermeer dat we de situatie steeds ter bespreking stellen in de betreffende groep en dat we daarbij zowel pesters, meelopers als gepesten betrekken. Pas dan wordt gedacht aan de nodige sancties. Voor de slachtoffers functioneert Mevrouw A. Caluwaerts als vertrouwenspersoon. We vinden het ook een belangrijke verantwoordelijkheid van ieder individu om pesten tegen te werken, eventueel te melden aan leerkrachten of oversten (sociale controle). Ook cyberpesten (welke vorm of drager dan ook) valt onder deze rubriek. 17. Diensten en begeleiding 1. Leerlingensecretariaat Het leerlingensecretariaat is bereikbaar voor leerlingen elke dag van 10.10u tot 10.20u en van 14.30u tot 14.40u. (’s Morgens en tijdens de middagpauze kan je de opvoeders ook aanspreken tijdens hun toezichten). Leerlingen kunnen er terecht voor alles wat te maken heeft met: documenten (afwezigheidsmeldingen en afwezigheidsbewijzen, aanvragen studietoelagen, formulieren die je nodig hebt of moet indienen; verzekeringsdocumenten, aangifte van diefstal, …; de huur van lockers en kastjes; aankoop van toetsenblok, agenda, fotokopieerkaarten; kopiëren van documenten. Fotokopieerkaarten kan je aankopen bij de opvoeders tegen de prijs van € 2,50 4 (voor 50 kopieën). Tijdstip voor de aanmaak Onder pesten verstaan we: meervoudig (bijvoorbeeld langdurig) (dus niet eenmalig), alleen of in groep, al dan niet intentioneel (georganiseerd), al dan niet systematisch, openbaar (bijvoorbeeld via sociale media) of verdoken, negatief, kleinerend, kwetsend of agressief gedrag ten opzichte van een slachtoffer, die zich daardoor bedreigd voelt en stress ontwikkelt. (Emmerechts, S. (1999) Pesten. Wat doen we eraan? Antwerpen: Icarus). Onder stress verstaan we: een door een persoon als negatief ervaren toestand die gepaard gaat met klachten of disfunctioneren in lichamelijk, psychisch en/of sociaal opzicht en die het gevolg is van het feit dat de persoon niet in staat is om aan de eisen en verwachtingen die vanuit de omgeving gesteld worden te voldoen. (gebaseerd op cao 72, 30/03/1999 betreffende het beleid ter voorkoming van stress door het werk) 4 Alle prijsaanduidingen in dit algemene schoolreglement en in de specifieke gedeelten voor de verschillende afdelingen zijn louter indicatief en kunnen worden aangepast aan indexering en prijsstijgingen. 3


van fotokopieën: elke schooldag van 10.10u tot 10.20u, van 14.30u tot 14.40u, van 15.30u tot 16.30u. enzovoort. 2. Leerlingenbegeleiding Leerlingen kunnen bij de leerlingenbegeleiding terecht zonder voorafgaande afspraak van 10.10u tot 10.20u, van 12.25u tot 12.50u en van 14.30u tot 14.40u. In de namiddag kan men er ook terecht op afspraak. De leerlingbegeleider zal bij je bezoek op afspraak een stempel in je agenda zetten als bewijs van je aanwezigheid. 3. Leerboeken Voor meer info over de leerboeken, zie “bijdrageregeling” verderop in dit schoolreglement. In elk geval dient de leerling in regel te zijn met alle leer- en werkboeken. Indien niet kan hij/zij worden gesanctioneerd door de leerkracht. 4. Smartschool Smartschool is een digitale leeromgeving en dient ook om berichten met leerlingen en leerkrachten uit te wisselen op een veilige manier: http://campuswemmel.smartschool.be/. Elke leerling krijgt een persoonlijk login en paswoord om deel te nemen aan Smartschool. De leerling is gehouden dit voor hem te houden. Bij verlies of bekend worden bij derden dient de leerling dient zo snel mogelijk te melden aan het leerlingensecretariaat (voor het blokkeren van de oude toegang en het aanmaken van een nieuwe). De leerling draagt dus de verantwoordelijkheid wat betreft het hebben en bewaren van zijn/haar Smartschool-login. Elke leerling dient dagelijks te controleren of er boodschappen voor hem/haar op Smartschool staan. Het niet controleren van Smartschool kan nooit een excuus zijn voor het niet in orde zijn met opdrachten, taken, toetsen, afspraken enzovoort. Wie technische problemen ondervindt met Smartschool kan dit steeds melden aan de ICT-coördinator van de school. Zonder een onmiddellijke melding kan een technisch probleem met Smartschool nooit een excuus zijn voor het niet in orde zijn met opdrachten, taken, afspraken enzovoort. De directie kan de toegang tijdelijk of definitief weigeren indien er misbruiken worden vastgesteld (zoals verzenden van niet schoolgebonden boodschappen of documenten, cyberpesten, overload, hacken...). De directie heeft het recht in het systeem het gebruik van Smartschool door leerlingen en ouders na te kijken (opzoeken van de data en momenten van opening en gebruik). 18. Rechten en plichten van de ouders (engagementsverklaring) Dit is een geheel van wederzijdse engagementen die de school en je ouders aangaan. Het gaat over engagementen in verband met hun aanwezigheid op het oudercontact, jouw voldoende aanwezigheid op school, jouw individuele begeleiding als leerling en de houding tegenover de Nederlandse taal, onze onderwijstaal. Wanneer je ouders het schoolreglement ondertekenen, gaan ze ermee akkoord om hier constructief aan mee te werken. Ook onze school engageert zich ten aanzien van deze thema’s. 1e engagement: oudercontact We organiseren geregeld oudercontacten op school die we al van bij het begin van het schooljaar aankondigen. We verwachten van de ouders dat ze zich engageren om op het oudercontact aanwezig te zijn. Voor ons is dit immers een belangrijk moment om hen te informeren.


2e engagement: voldoende aanwezigheid  ondersteunen dat de leerling op tijd komt;  ondersteunen dat de leerling steeds aanwezig is  afwezigheden steeds onmiddellijk melden en zo snel mogelijk wettigen op een correcte wijze (geen frauduleuze of dixit-attesten!);  constructief meewerken aan het antispijbelbeleid van de school; 3e engagement: individuele leerlingbegeleiding We engageren ons om in overleg met de ouders een individuele begeleiding uit te tekenen. We zullen de ouders duidelijk informeren over wat de school aanbiedt en wat de school verwacht. Wij verwachten dat jd ouders ingaan op onze vraag tot overleg om actief mee te werken aan de vormen van individuele leerlingbegeleiding die de school aanbiedt en om de gemaakte afspraken na te leven. We verwachten ook dat de ouders met ons contact opnemen als ze vragen hebben of zich zorgen maken over hun kind en engageren ons ertoe om daarover samen in gesprek te gaan. En verder:  volledig en ondubbelzinnig onderschrijven van het pedagogisch project en het schoolreglement, onder meer het ondersteunen van een actieve kennis en gebruik van de Nederlandse taal op school;  onderschrijven en ondersteunen van de inter-levensbeschouwelijke dialoog (ILD) binnen de levensbeschouwelijke vakken;  het ondersteunen van het naleven van de afspraken vermeld in dit schoolreglement en het specifieke schoolreglement voor de afdeling waarin de leerling is ingeschreven;  het ondersteunen van het naleven van de afspraken vermeld in dit schoolreglement en het specifieke schoolreglement voor de afdeling waarin de leerling is ingeschreven;  positief engagement tegenover de diverse vormen van studie- en socioemotionele begeleiding;  open, luisterende en constructieve houding in geval van noodzakelijke sancties;  smartschool (schoolagenda en berichten) minstens wekelijks nakijken op eventuele nota’s, resultaten, mededelingen en berichten (e-mails) (cfr. orde- en tuchtreglement);  het spreken van het Nederlands stimuleren. Indien de school vaststelt dat een kind onvoldoende kennis van het Nederlands opbouwt, vragen we de ouders op een positieve manier mee te werken aan de voorgestelde begeleiding;  stimuleren dat zoon/dochter agenda en alle nodige lesmateriaal bij zich heeft;  ondersteunen dat niet wordt gerookt op school;  geen I-pod, MP3, GSM, … laten meebrengen naar de school;  wijzigingen van adres, voogdijschap e.a. onmiddellijk doorgeven aan het schoolsecretariaat;  de schoolfacturen tijdig betalen (of contact nemen indien zich betalingsproblemen voordoen). Tegenover dit engagement van de ouders plaatst de school volgende engagementen naar de ouders:  actief beleid tot realisering van de kernkwaliteiten van de school;  correcte toepassing van het schoolreglement;  alerte opvolging van te laat komen, afwezigheden en spijbelgedrag;  voldoende tijdige communicaties over de oudercontactavonden;  alert en snel communiceren bij problemen inzake studie of gedrag;  nadruk op het spreken van de Nederlandse taal op school;


 

een actief beleid inzake gezondheid, veiligheid en hygiëne (HACCP-normen, anti-rookbeleid, anti-drugsbeleid enzovoort); een financieel beleid gericht op het beperken van onkosten en het spreiden van de betalingen (met de mogelijkheid tot extra spreidingsafspraken tussen individuele ouders en de school).

19. Informatierecht van ouders Ook indien gescheiden levend of wettelijk gescheiden hebben beide ouders (behoudens andersluidende beslissing door de rechter) wettelijk recht op alle informatie omtrent de schoolprestaties van hun kind. In dergelijke situatie zal de school daarom alle informatie op eenvoudig schriftelijk verzoek parallel aanbieden. Elke vraag tot het inperken van dit recht naar de (vroegere) partner toe dient ondersteund te worden door wettelijke bewijzen inzake de beperking van diens informatie- en bezoekrecht. 20. Informatieplicht door ouders Co-ouderschap is de wettelijke norm. Gescheiden ouders kunnen slechts aanspraak maken op een specifieke regeling (zoals dubbelpost) indien beide ouders de nodige officiële gerechtelijke bewijsstukken indienen bij de directeur. Indien gescheiden levend of wettelijk gescheiden hebben beide ouders daarom de plicht alle noodzakelijke informatie hieromtrent zo snel mogelijk en op eigen initiatief aan de school voor te leggen: gerechtelijke stukken die de ouderlijke bevoegdheid van beide partners vaststellen, correcte adressen en contactgegevens van beide ouders, gerechtelijke stukken die het omgangsrecht van beide ouders en de verblijfplaats van de leerling vaststellen enzovoort. Bij ontstentenis van dergelijke dubbele bewijzen zal de school alle informatie overmaken aan één van beide ouders, met name diegene die het kind heeft ingeschreven of waarmee de school de meeste contacten heeft (‘vermoeden van instemming’ door de andere partij). Op financieel vlak zullen beide ouders steeds aansprakelijk zijn voor de volledige som van de schoolonkosten. 21. Andere aandachtspunten 1. Toegang tot de school De school is een privaat domein. Inschrijving van zijn/haar kind geeft een ouder dan ook geen recht om de school of de leslokalen te betreden zonder toestemming. Een ouder dient zich steeds vooraf aan te melden aan het onthaal. 2. Verplaatsing van en naar de school  de leerling neemt steeds de veiligste en/of kortst mogelijke weg  voor of na de lessen blijven de leerlingen niet in de buurt van de school rondhangen. Bij niet naleven, zullen er sancties getroffen worden  respecteer steeds het verkeersreglement  omwille van de ernstige risico’s op ongevallen is het de leerlingen verboden te liften naar de school, inzonderheid vanaf kruispunt Drypikkel. De leerlingen dienen te voet naar de school te wandelen of aan de halte op de kasseiweg de volgende bus te nemen langsheen de Zijp. Om deze tweede bus te nemen dient de leerling de Zijp over te steken en hiervoor worden de leerlingen gevraagd extra voorzichtigheid waar te nemen. Enkel bij ernstige regen of bij vriestemperaturen is het de leerlingen toegelaten aan kruispunt Drypikkel te liften. Ook dan dienen de leerlingen de veiligheid


 

 

van het verkeer in acht te nemen en zich te allen tijde beleefd en correct te gedragen. leerlingen parkeren hun auto’s op de voorziene parking tussen Norrland en zwembad op het terrein van de school wordt, om veiligheidsredenen, niet gereden met fiets, moto of bromfiets en met een maximumsnelheid van 30 km/u met de auto. Enkel als je met deze regels rekening houdt, geldt de schoolverzekering bij ongeval alle tweewielers worden gestald in de daartoe bestemde ruimte aan de hoofdingang fietsen, bromfietsen en auto’s doet men steeds goed op slot. De school is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke beschadiging of diefstal

3. Te laat komen Wie te laat komt, gaat onmiddellijk naar de studiezaal (KTA) of de leerlingbegeleider (MS) waar het uur van aankomst en de reden van te laat komen in de agenda wordt genoteerd. Daarna gaat de leerling onmiddellijk naar de les en legt er zijn/haar agenda voor aan de leerkracht. Wie te laat komt zonder geldige reden, blijft na. Als een leerling vaak te laat komt in dezelfde les, beslist de leerkracht over een eventuele sanctie. Komt een leerling zonder ernstige reden te laat bij een toets, dan krijg hij/zij, voor zover de toets nog niet beëindigd is, de gelegenheid de toets nog af te leggen zonder echter aanspraak te kunnen maken op extra tijd. In het geval de toets al voorbij is, krijgt de leerling in principe een 0 voor de toets en een negatieve notitie voor het attituderapport. Dit is ook het geval wanneer een toets wordt gemist door een ongewettigde afwezigheid. In principe wordt de ongewettigde afwezigheid omwille van niet-gewettigd of niet-gerechtvaardigd te laat komen door de school opgevat als een bewust ontwijkingsmanoeuvre waarmee de leerling hiermee indirect toegeeft op dat moment niet te beschikken over de nodige kennis en competenties om een voldoende te kunnen halen op desbetreffende toets. Dit leidt automatisch tot een bijkomende inhaaltoets. Wanneer de leerling ook deze inhaaltoets niet aflegt wegens ongewettigde afwezigheid beschouwt de school dit als een bevestiging van het onvermogen een voldoende te behalen en mag de vakleerkracht een 0 geven voor de toets. Eventueel kan de vakleerkracht (autonoom) beslissen om de leerling de toets verplicht te doen inhalen tijdens het eerste lesuur van de eerste schooldag dat de leerling terug op school is. Indien de leerling dan slechts een blanco blad afgeeft, behaalt de leerling uiteraard eveneens 0 voor deze toets. 4. Algemene houding en gedrag  Het is voor iedereen aangenamer als men gewassen en gekamd naar school komt. In het latere beroepsleven komt men ook verzorgd en met gepaste kledij op het werk. Ook op school wordt dit dus verlangd.  Sportkledij wordt gedragen op het sportterrein en niet in de klas.  Sportkledij moet geregeld gewassen worden, zodat deze steeds hygiënisch en netjes is.  Men is beleefd tegenover iedereen, zowel op school als daarbuiten. Let op je taalgebruik!  Radio’s, i-pod’s, MP3 enzovoort zijn verboden.  Het onderhoudspersoneel zorgt ervoor dat iedereen elke dag in een propere school komt. Heb eerbied voor hun werk! Houd lokalen, gangen, speelplaats, toiletten zuiver. Werp papier, blikjes en ander afval in de vuilnisbakken. Opzettelijke beschadiging of vernietiging van eigendommen van de school (boeken, meubilair, wasbakken, gereedschappen) dient vergoed te worden.


   

Bij gebruik van didactisch materiaal zoals machines en computers, volg je strikt de richtlijnen van je leerkracht. Boekentassen, sportzakken en rugzakken mogen omwille van de veiligheid onder geen enkele voorwaarde in de trapzalen achterblijven. Bij de minste kwetsuur, opgelopen tijdens het werk of op de speelplaats, moet men zich onmiddellijk laten verzorgen. Respecteer de regels i.v.m. de hygiëne, de algemene veiligheid, de voedselveiligheid (HACCP-normen), het milieu (bijv. afval sorteren ...) en de brandveiligheid. Ingeval van brand volg je de evacuatierichtlijnen die vermeld staan op het evacuatieplan dat op alle strategische plaatsen uithangt. ( Zie ook bijlage. )

5. Houding in de klas  De leerling stoort de anderen niet.  Hij/zij neemt actief deel aan de les.  Hij/zij vult de schoolagenda dagelijks nauwkeurig in. De agenda is immers een onmisbaar instrument bij het studeren.  Wanneer een leerkracht een nota in de agenda schrijft i.v.m. gedrag of leefhouding, laat de leerling die steeds en wel nog dezelfde dag door de ouders handtekenen.  In de klaslokalen wordt niet gegeten of gedronken.  Men draagt geen hoofddeksel in de klas.  Het gebruik van geluidsdragers en gsm is verboden. Het gebruik ervan met de intentie om of met het gevolg dat de leerkracht, andere schoolmedewerkers of leerlingen in diskrediet worden gebracht door verspreiding van geluiden en/of beeldmateriaal zal worden beschouwd als een vorm van geweld en dienovereenkomstig worden gesanctioneerd (zie tuchtreglement).  Een leerling kan de klas enkel verlaten wanneer hij/zij in het bezit is van een pasje “toelating om de klas te verlaten” 6. Houding tussen 2 lesuren  Men eet of drinkt niet in de gangen.  Men draagt geen hoofddeksel in de gangen.  Het gebruik van geluidsdragers en gsm is verboden tijdens de leswissels.  Indien men les heeft in een ander lokaal, gaat men rustig en zonder omwegen of oponthoud naar dit lokaal.  Als men tijdens de leswisseling de les wil verlaten, vraagt men eerst toestemming aan de leerkracht van het volgende lesuur. 7. Kledij Persoonlijke smaak en overtuiging worden door de school positief gewaardeerd als uitingen van persoonlijkheid, maar het mag nooit de bedoeling zijn om te provoceren, anderen te kwetsen op voor hun belangrijke culturele of religieuze punten, een inbreuk te plegen op de goede zeden of de vrijheid van anderen te belemmeren. Tevens mogen noch de eigen veiligheid of gezondheid, noch die van anderen in het gedrang komen. De school aanvaardt ook niet dat haar goede naam in het gedrang wordt gebracht door ongepaste kledij (bijvoorbeeld tijdens stages, EMA’s of GWP’s). Indien dit noodzakelijk wordt geacht (bijvoorbeeld specifieke gelegenheden), kan de school daarom kledingvoorschriften opleggen. Voor uitstappen en EMA’s dienen de leerlingen zich steeds net en ordelijk te kleden. Voor de leerlingen van de derde graad gelden volgende kledingvoorschriften: Toerisme/Hotel en Bakkerij : klassieke donkere broek en blazer, klassiek wit hemd/blouze met groene das (jongens) of groene foullard (meisjes), klassieke schoenen. De leerlingen sport dragen hun groen-zwart trainingspak met de verplichte sportschoenen.


Om redenen van hygiëne en/of veiligheid en/of etiquette moet in sommige lessen (zaal, keuken, bakkerij, sport) aangepaste kledij gedragen worden. In sommige gevallen zal het dragen van haarnetjes, badmutsen of beschermkledij verplicht zijn. In andere gevallen zal de directeur of de betrokken leerkracht, naargelang van het geval het dragen van hoofddeksels, sieraden, losse kledij, sjaaltjes en dergelijke meer verbieden wanneer de hygiëne en/of de veiligheid dit vereisen, zoals in de lessen lichamelijke opvoeding, bij sport en zwemmen en tijdens de praktijklessen hotel/bakkerij. Raadpleeg hiervoor het specifiek gedeelte voor afspraken. Wat levensbeschouwelijke symbolen betreft, is het standpunt van de school 5 dat geen enkel symbool met een religieuze of levensbeschouwelijke betekenis of referentie mag worden gedragen (uitzondering: gedurende de les levensbeschouwelijke vorming). Dit geldt zowel binnen de schoolmuren als daarbuiten (extra-murosactiviteiten). Overtreding van deze regel zal in de eerste plaats leiden tot een diepgaand gesprek. Indien dit geen oplossing biedt, zal de school een ordemaatregel en vervolgens een sanctie overwegen (conform het orde- en tuchtregelement). Indien de leerling dan nog vasthoudt aan zijn standpunt kan de school een definitieve uitsluiting in overweging nemen. Voor de hotel- en bakkerijafdeling gelden specifieke kledingvoorschriften. Onder kledingvoorschriften verstaat de school de totaliteit van de werkkleding, inbegrepen werkpet, halsdoek, das, handdoek, werkmap, pin van de school enzovoort. Het gaat daarbij steeds om de werkkleding van de school en zij dient in de oorspronkelijk voorgeschreven staat te worden bewaard. Bovendien wordt niet aanvaard dat delen van de opgelegde werkkleding tussen leerlingen wordt uitgeleend of doorgegeven tussen de praktijkdiensten in. Wanneer een leerling niet in orde is met zijn/haar werkkleding:  worden de ouders hiervan onmiddellijk op de hoogte gesteld (telefonisch en/of via Smartschool)  bekomt men een 0 in geval van keukenpraktijk (omdat het hier gaat om een vaktechnische competentie)  bekomt men in alle gevallen een 0 in de evaluatie van attitudes zorg, kwaliteit, respect en verantwoordelijkheid. De evaluatie hiervan op het einde van het schooljaar kan een definitieve uitsluiting inhouden!  kan de school een extra ordeof tuchtmaatregel opleggen. Ook deze zal aan de ouders worden gecommuniceerd.  in geval van de werkmap bekomt men een 0 voor de taak, volgens de regels elders in dit reglement. De school zal de staat van de kleding regelmatig beoordelen. ( Zie ook specifiek onderdeel schoolreglement Voeding). 8. Gebruik van beeldmateriaal Afbeeldingen, foto’s en klaswerkjes van leerlingen in het kader van de schoolactiviteiten mogen worden gepubliceerd in papieren documenten van de school of op de schoolwebsite. Tenzij de betrokken ouders hiervoor hun toestemming weigeren, houdt de ondertekening van dit schoolreglement in dat zij ermee instemmen. De weigering dient schriftelijk te gebeuren bij de directeur en kan geen terugwerkende kracht hebben. Indien een ouder of meerderjarige leerling bij de directeur schriftelijk bezwaar aantekent tegen het gebruik van een foto in documenten of op de website van de school zal de school deze onmiddellijk verwijderen. Zie ook het standpunt van het GO! onderwijs van de Vlaamse Overheid in ‘Zuurstof voor de toekomst’ over ‘Religieuze symbolen op school’, de nota van de Go!-Raad nr. 2012-09-075 en de beslissing van de Raad van Bestuur van Scholengroep 9 Ringscholen van 04-12-2012. 5


Voor gerichte foto’s of voor gebruik door externe personen of organisaties dient de school een expliciete schriftelijke toestemming van de ouders of de meerderjarige leerling te vragen. Uit respect voor de privacy van anderen is het leerlingen verboden op school foto’s te maken, op welke wijze dan ook (dus ook niet met een GSM). Indien het gaat om activiteiten in de school kan de directeur uitzonderlijk toestemming verlenen. Overtredingen kunnen worden bestraft met het afnemen van het toestel voor de duurtijd van de betreffende dag en het verplicht verwijderen van de genomen foto’s of beeldmateriaal. Publicatie, in welke vorm dan ook van deze foto’s kan aanleiding zijn tot tuchtmaatregelen. Het is niet toegelaten aan derden vreemd aan de school of aan individuele leerlingen om beelden geluidsfragmenten om personen te filmen en op te nemen en dit te bewaren zonder hun toestemming. Evenmin is het hen toegelaten om dit te publiceren of te vertonen zonder schriftelijke toestemming. 9. Pricacywetgeving Het schoolbestuur leeft de verplichtingen na die voortvloeien uit de privacywetgeving. De school verwerkt persoonsgegevens van alle ingeschreven leerlingen met behulp van de computer. Dat is nodig om de leerlingenadministratie en de leerlingenbegeleiding efficiënt te organiseren. De privacywet geeft de ouders het recht te weten welke gegevens de school verwerkt – enkel echter de eigen gegevens – en deze gegevens te laten verbeteren als ze fout zijn of ze te laten verwijderen indien ze in gemeenschappelijk akkoord als niet terzake worden beschouwd. De ondertekening van dit schoolreglement houdt echter wel in dat de ouders of de meerderjarige leerling zich akkoord verklaart/verklaren dat de school deze gegevens verzamelt en beheert. De school gebruikt geen verborgen camera’s, tenzij met het oog op het vastleggen van feiten of handelingen die schade toebrengen aan personen of voorwerpen binnen of van de instelling. Er moeten ernstige en gestaafde vermoedens bestaan omtrent deze feiten en handelingen. De leerling en zijn/haar ouders aanvaarden fotoen filmmateriaal als bewijsmateriaal in het geval dat er strafbare feiten zijn vastgesteld. De school zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij bij een schoolverandering waarbij documenten die relevant zijn voor de ontwikkelings- en welzijnskansen van de leerling aan de nieuwe school zullen worden meegedeeld en dit op vraag van deze school. In het kader van de verplichte medische opvolging en de noodzakelijke medische begeleiding van de leerlingen en om gepast te kunnen optreden bij risicosituaties, verwerkt de school misschien ook medische gegevens. De ouders worden dan ook aangemoedigd belangrijke medische gegevens aan de school mee te delen. Deze gegevens zullen enkel toegankelijk zijn voor de CLB-medewerkers, die gebonden zijn aan hun eigen deontologie, en de directie, leerlingenbegeleiding en (eventueel) medewerkers van het leerlingensecretariaat van de school. Het bekend maken van medische gegevens aan leerkrachten dient vooraf voor goedkeuring van de ouders te worden voorgelegd. 10.Gebruik van GSM, i-pod, MP3 en andere technologische apparatuur Het gebruik van een GSM, I-Pod, MP3-speler, enz... is in principe NIET toegelaten op de campus tijdens de schooluren, uitgezonderd op de speelplaats tijdens de pauzen


(10.10u tot 10.20u; 14.30u tot 14.40u) en de middagpauze (12.00u tot 12.50u) en dit op eigen risico. Dit stoort immers het lesgebeuren. Het gebruik – zowel actief als passief (bijv. ontvangen van SMS-berichten) - ervan tijdens de lessen stoort het lesgebeuren en is daarom uitdrukkelijk verboden. Bij gebruik dient het toestel aan de leerkracht te worden afgegeven (steeds tot het einde van de lesdag) (ordemaatregel). Bij herhaling kan dit aanleiding geven tot een sanctie (tuchtmaatregel). Wanneer de leerling weigert zijn toestel af te geven op het eenvoudige verzoek van een schoolmedewerker zal dit eveneens leiden tot een ordeof tuchtmaatregel. Herhaald probleemgedrag met dergelijk toestel zal eveneens tot een tuchtmaatregel leiden. Het maken van foto’s of filmpjes (bijvoorbeeld met een GSM) zonder toelating van wie wordt gefotografeerd of gefilmd – dus zonder “toestemming van de betrokkene” - al dan niet met het verspreiden van dit filmpje (bijvoorbeeld door het publiceren op het internet), is in duidelijke strijd met de wet op de privacy (wet 11/12/1998). Dit zal steeds leiden tot het onmiddellijk in beslag nemen van het gebruikte toestel (ordemaatregel) en tot een ernstige sanctie (zie tuchtreglement, onder “don’ts”). Ook hier geldt, dat wanneer de leerling weigert zijn toestel af te geven op het eenvoudige verzoek van een schoolmedewerker dit zal leiden tot een ordeof tuchtmaatregel. Herhaald probleemgedrag met dergelijk toestel zal ook hier leiden tot een tuchtmaatregel. Daarnaast zal de school de betrokken leerlingen of schoolmedewerkers die zijn gefilmd steeds voorstellen een klacht neer te leggen bij de politie of de bevoegde diensten. 11.Verantwoordelijkheid bij diefstal Aangezien noch school noch schoolverzekering tussenkomen bij verlies of diefstal van materiële bezittingen, ook niet bij openbreken van locker of kastje, worden waardevolle voorwerpen liefst thuisgelaten. Brengt een leerling toch waardevolle voorwerpen mee dan draagt hij/zij daarvoor steeds zelf de volle verantwoordelijkheid, ook wanneer de leerkracht de leerling de mogelijkheid geeft dit centraal op te bergen tijdens betreffende les. (Dit geldt dus ook voor de lessen L.O, praktijk, uitstappen, EMA’s, buitenschoolse activiteiten e.a.). De leerling kan ook nooit eisen dat de leerkracht zijn/haar waardevolle voorwerpen onder eigen verantwoordelijkheid opbergt. Daarom raadt de school de leerling ook aan zijn/haar fiets of bromfiets met een degelijk slot uit te rusten en alle persoonlijke bezittingen te merken met zijn haar naam. Via de school kan elke leerling een locker of een kastje huren in de sporthal en/of in de gangen van de school, waarin hij/zij alle spullen kan opbergen. Iedere leerling is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn kastje. De school kan nooit verantwoordelijk gesteld worden voor diefstal of beschadiging van persoonlijke bezittingen die in locker of kastje opgeborgen waren. We raden alle betrokkenen aan aangifte te doen van elke beschadiging of diefstal bij één van de opvoeders. Om het veiligheidsgevoel op de campus te versterken, kan in geval van verlies en vermoeden van diefstal een snel optreden noodzakelijk zijn om tot een oplossing te komen. Dit kan inhouden dat leerlingen worden gevraagd hun boekentas en/of jas te ledigen of te laten onderzoeken door schoolpersoneel. Met het ondertekenen van dit schoolreglement aanvaarden de ouders of de meerderjarige leerling dat in situaties zoals hiervoor omschreven wordt overgegaan tot het controleren van de boekentassen en/of broekzakken en jassen van de leerling. Bij eventuele verzet hiertegen zal de school steeds de politie oproepen om deze onderzoeksdaad uit te voeren. 12.Beschadiging van materialen


Beschadigen, vernielen of stelen van materiaal, hetzij van de school hetzij van individuele personen, hetzij opzettelijk hetzij per ongeluk, wordt streng gesanctioneerd. Minimaal worden de kosten aangerekend aan de vernieler (uurloon + de factuur van de aangekochte materialen en grondstoffen). Bij opzettelijk handelen kan de school ernstiger maatregelen nemen, zoals aangifte bij de lokale politie, zware tuchtmaatregelen of zelfs definitieve uitsluiting uit de school. 13.Schoolverzekering Het GO! heeft een collectieve verzekering gesloten tegen schoolongevallen. De volledige polis kan je bekomen op het leerlingensecretariaat. Zonder volledig te willen zijn, volgt hier een opsomming van wat voor verzekering uitgesloten is :  een ongeval als bestuurder van een motorrijtuig  de persoonlijke burgerlijke aansprakelijkheid van degene die opzettelijk schade veroorzaakt  schade voortspruitend uit kennelijk roekeloze daden  schade veroorzaakt aan de roerende en onroerende goederen van het Go!  schade voortspruitend uit diefstal. 14.Toezicht buiten de lessen Wie zich moedwillig onttrekt aan het georganiseerde toezicht verliest zijn rechten op tussenkomst van de schoolverzekering en ontlast elk personeelslid van de school van zijn aansprakelijkheid. Wanneer je op school verblijft, dien je rekening te houden met de grenzen van toezicht. Je mag alleen verblijven waar georganiseerd toezicht voorzien is. Spijbelen of rondhangen in de gangen van het schoolgebouw worden niet aanvaard en zullen worden gesanctioneerd door de directeur. 15.Groene school Onze school is een ‘groene’ school. Dit wil niet enkel zeggen dat we leven en werken in een zeer open en groene omgeving, maar ook dat milieu en afvalverwerking erg belangrijk zijn. Daarom volgen alle leerlingen volgende afspraken op:  men deponeert afval in de daartoe bestemde vuilnisbakken, blikvangers en containers  over de campus zijn rode en grijze vuilnisbakken verspreid. De rode vuilnisbakken zijn uitsluitend bestemd voor PMD (plastic-, metaal, en drankverpakkingen); de grijze vuilnisbakken zijn bestemd voor het restafval.  blikjes worden in de blikvangers gedeponeerd  het glas wordt naar de glascontainer aan de oude Norrland gebracht. (Verpakkingsmateriaal, zoals dozen, worden hier echter NIET achtergelaten)  papier wordt in elke klas ingezameld in de dozen ‘papier hier’  om onze groene schoolomgeving te respecteren en onze leerlingen milieubewust te maken organiseren we per klas voor een bepaalde periode gedurende het schooljaar opruimbeurten van de speelplaats en omgeving. Alle leerlingen van de klasgroep die aan de beurt is, wordt gehouden hieraan mee te werken 16.Orde, netheid en milieu  Men loopt niet over de grasvelden en houdt de leslokalen, gangen, refters en toiletten netjes.  Bovendien laat men geen boekentassen, sportzakken, kledingstukken en andere persoonlijke spullen rondslingeren.  Fietsen, voorzien van een stevig slot, worden in de fietsenloods gestald.  Bromfietsen en motorfietsen worden op het terrein vóór de fietsenloods gestald.


 

   

Men rijdt niet op het schooldomein en zet de motor af. Het is verboden met de wagen rond te toeren op de campus. Auto’s van leerlingen worden geparkeerd op de parking tussen de oude Norrland en de tennisterreinen of op straat. De leerkrachtenparking, de klantenparking van het (nieuwe) didactisch restaurant Norrland en op wegen of toegangswegen binnen het schooldomein (doorgangen dienen vrij te zijn voor eventuele brandbestrijding en evacuatie) zijn verboden voor de wagens van de leerlingen. Het is evenmin toegelaten zich naar de auto te begeven tussen de lessen of tijdens de pauzes (persoonlijke spullen worden opgeborgen in lockers of kastjes en niet in de wagen). Wie een middagpasje heeft, mag de auto gebruiken om ’s middags de school te verlaten. Men brengt de middagpauze echter niet door in de auto. De school is niet verantwoordelijk voor diefstal of beschadiging van auto’s, fietsen, brom- of motorfietsen. Tijdens de speeltijden worden alle drankjes of versnaperingen verorberd op de speelplaats. Eventuele lege verpakkingen dienen in de daarvoor bestemde vuilbakken gedeponeerd (milieuzorg).

17.EHBO Slachtoffers van kleine ongevallen kunnen door gekwalificeerd personeel van de school ter plaatse verzorgd worden. Hiervoor zijn op de campus EHBO-posten ingericht. Deze bevinden zich op volgende plaatsen:  EHBO-lokaal;  het leerlingensecretariaat;  sporthal (lokaal kinesitherapie);  kinélokaal (sporthal)  B-blok (lokaal B 4);  Norrland (bureau TA). Het EAD-toestel (= defribilator) bevindt zich in het onthaal van het sportcomplex. De lijst met de personen die bevoegd zijn om EHBO toe te passen, hangt uit op diverse plaatsen in de school. 18.Jaarkalender 2015-2016 De schoolkalender is opgenomen in de schoolagenda en kan worden gevonden op de schoolwebsite www.campuswemmel.be 19.Extra-muros activiteiten (EMA’s) Om de vakgebonden én de vakoverschrijdende eindtermen (VOETen) te realiseren organiseert onze school eendaagse en meerdaagse leeruitstappen. Deze uitstappen maken inherent deel uit van de opleiding en zijn dan ook verplicht. Daarom zijn afwezigheden in principe niet mogelijk (zie hoofdstuk ‘afwezigheden’). Afwezigheden dienen dan ook gewettigd te zijn zoals op andere, reguliere schooldagen. Bij ongewettigde afwezigheid en afwezigheden die te laat werden gewettigd (te laat: volgens de specifieke mededelingen door de school) zullen de kosten die werden gemaakt en die de school niet op een andere wijze kan recuperen (zoals een annulatieverzekering) integraal worden doorgerekend aan de ouders. Leerlingen die bij EMA’s of stageactiviteiten (zoals beurzen) te laat komen en daardoor het door de school georganiseerde vervoer missen, en niet bij machte zijn zich onmiddellijk door ouders of familie te laten nabrengen, zullen indien mogelijk naar hun groep worden vervoerd door een leerkracht of, bij gebrek hieraan, door een taxi. In alle gevallen zullen de kosten voor dit vervoer op de ouders worden verhaald (in geval van vervoer door een leerkracht: aan de wettelijk vastgelegde kilometervergoeding


die de school aan de leerkracht dient te betalen). De beslissing of een leerkracht dan wel een taxi wordt ingeschakeld, komt enkel aan de directeur toe. De lijst van EMA’s (en hun kostprijs) is opgenomen in de specifieke gedeelten van dit schoolreglement per afdeling. De school behoudt zich het recht voor om in de loop van het schooljaar eventuele veranderingen aan deze organisatie aan te brengen. Met het ondertekenen van dit schoolreglement geven de ouders of meerderjarige leerlingen aan de school de toestemming om de leerling binnen het voorziene programma van de EMA vrij te laten rondlopen (bijvoorbeeld voor het vervullen van zelfstandige opdrachten). 20.Toedienen van medicatie Omdat schoolmedewerkers (inbegrepen CLB-medewerkers) geen medische experten zijn, is het hen wettelijk te allen tijde verboden medicatie aan leerlingen toe te dienen. Ouders die het nodig achten dat hun kind tijdens de schooluren een welbepaald medicament gebruikt, dienen dat dan ook expliciet schriftelijk aan de directeur mee te delen, mét een doktersattest. Aan de ouder of de behandelende arts wordt gevraagd om de verklaring (zie bijlage 3) in te vullen en te ondertekenen. Ouders aanvaarden dat de school, indien zich medische problemen voordoen met hun kind en zijzelf niet onmiddellijk kunnen worden gecontacteerd, autonoom beslist al dan niet een dokter of ambulance op te roepen. De ouders zijn akkoord om de eventuele rekeningen voor deze tussenkomsten integraal terug te betalen aan de school. Het schoolpersoneel kan op geen enkel ogenblik verantwoordelijk gesteld worden voor bijwerkingen die de leerling kan ondervinden nadat medicatie correct op school is genomen of voor de effecten van medicatie die door de leerling op school werd genomen zonder medisch attest of zonder toezicht, dus op eigen initiatief van de leerling. 21.Besmettelijke ziekten Besmettelijke ziekten moeten zo vlug mogelijk gemeld worden aan het CLB of de directeur, dit geldt voor volgende infecties:  Bof (dikoor)  Buikgriep/voedselinfecties (vanaf 2 of meer gevallen (binnen een week) in een (klas)groep)  Buiktyfus  Hepatitis A  Hepatitis B  Hersenvliesontsteking (meningitis)  Infectie met EHEC (enterohemorragische Escherichia coli, verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep)  Infectie met Shigella (verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep)  Kinderverlamming (polio)  Kinkhoest (pertussis)  Krentenbaard (impetigo)  Kroep (difterie)  Mazelen  Roodvonk (scarlatina)  Rode Hond (rubella)  Schimmelinfecties  Schurft (scabiës)  Tuberculose  Windpokken (varicella, waterpokken)


22.Publiciteit, sponsoring, schenkingen en giften Reclame en sponsoring door derden, inbegrepen ondernemingen, is binnen onze school toegestaan in zoverre 6 : - de verplichte onderwijsactiviteiten en leermiddelen (zoals lesuren en lesboeken) vrij blijven van vermeldingen die verdergaan dan de eenvoudige en bescheiden vermelding van een tussenpersoon of de producent van het lesmateriaal, - deze de onderwijskundige en pedagogische opdrachten van de school ondersteunt en dus verenigbaar zijn met de doelstellingen van de school, - de informatie ervan transparant, helder en correct is, - de informatie niet in strijd is met het pedagogisch project en de basiswaarden van de school en dus de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, onafhankelijkheid en reputatie van de school niet schaadt; - wat de school geeft, mag de privacy of de individuele vrijheid van de leerlingen op geen enkele wijze aantasten. Elke aanvraag tot reclame en sponsoring zal worden voorgelegd aan de schoolraad en/of de algemeen-directeur, die mee zullen adviseren of aan bovengenoemde criteria wordt voldaan. 23.Bijdrageregeling De financiële bijdragen voor het schooljaar worden gedetailleerd voorgesteld in de specifieke schoolreglementen. Bij betalingsproblemen dient contact te worden opgenomen met de directeur. In onderling overleg kunnen alternatieve regelingen worden afgesproken. In het gemeenschapsonderwijs wordt van de ouders geen inschrijvingsgeld voor hun kind(eren) gevraagd, noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks. Toch kan onze school niet voor alle kosten van het leerproces instaan. In het secundair onderwijs zijn wij genoodzaakt een bijdrage van de ouders te vragen voor werkschriften, kopieën, uitstappen, sportactiviteiten en extra-muros activiteiten. (Extra-murosactiviteiten die deel uitmaken van het pedagogische leerproces en die het bereiken van de eindtermen verlevendigen, zijn verplicht voor alle leerlingen. Zonder verwittiging van de directeur door de ouders tenminste twee weken vooraf aan de EMA en zonder het wettelijk vereiste doktersattest zullen alle vaste onkosten voor de EMA worden aangerekend). De maximumfactuur wordt jaarlijks opgesteld in overleg met de schoolraad. Raadpleeg de specifieke gedeelten van het schoolreglement (zie ook website) voor een lijst van de bijdragen (‘maximumfactuur’) die tijdens het schooljaar aangerekend worden. Voor de leerlingen van de MS De schoolrekening wordt bij de overhandiging van de leerboeken bij het begin van het schooljaar onmiddellijk ter plaatse betaald. In deze rekening zitten ook de kosten voor EMA’s, sportdag, kopies, en GWW. Op het einde van het schooljaar krijgt iedere leerling een eindafrekening. De boeken worden aangeleverd door de firma De Clerck. Voor de leerlingen van het KTA De schoolrekening wordt in principe aan de ouders aangeboden in verschillende schijven, verdeeld over het schooljaar. De facturen dienen te worden betaald binnen de vijftien dagen na ontvangst. Op het einde van het schooljaar wordt een eindafrekening gemaakt, waarbij de ouders wordt gevraagd bij te betalen wat nog Cfr. de beginselen vastgesteld door de Commissie Zorgvuldig Bestuur van het Departement Onderwijs & Vorming van het Vlaams Ministerie. 6


rest dan wel wordt vermeld wat de ouders teveel hebben betaald. In het laatste geval wordt het overschot van de rekening in mindering gebracht van de schoolrekening van het volgende schooljaar.  Voor de leerlingen ASO en TSO in 2de en 3de graad: De handboeken en werkboeken worden bezorgd door De Standaard Boekhandel. Voor de werkboeken, waarin wordt geschreven, wordt de aankoopprijs aangerekend; voor de handboeken, die worden gehuurd, wordt een vastgestelde huurprijs aangerekend. Bestellingen gebeuren rechtstreeks door de ouders/leerlingen via de website (de handleiding wordt ter beschikking gesteld van de leerlingen). Betaling doen de ouders rechtstreeks aan De Standaard Boekhandel. Omwille van transparantie voor de ouders heeft de school met dit bedrijf de afspraak dat zij eveneens een aantal schoolse kosten factureert (en dit vervolgens doorstort aan de school), zoals schoolagenda, verzekering, fotokopies enzovoort. Daarnaast kan de school echter ook nog een eigen factuur opstellen voor andere onkosten zoals EMA’s.  Voor de leerlingen BSO: De handboeken en werkboeken worden gehuurd of gekocht via de school. Deze en alle andere schoolkosten worden door de school aan de ouders gefactureerd. Onze school heeft een regeling uitgewerkt die het minder gegoede ouders mogelijk maakt om hiervan af te wijken, o.a. door het afspreken van een betalingsspreiding, zo bijvoorbeeld een spaarsysteem voor de betaling van EMA’s. Ouders die van deze regeling gebruik willen maken, worden verzocht contact op te nemen met de financieel verantwoordelijke van de school of met de directeur. De afbetalingsafspraken worden schriftelijk bevestigd. Wat gescheiden ouders betreft, dienen steeds beide ouders de nodige officiële schriftelijke documenten te overhandigen aan de directeur om aanspraak te kunnen maken op een specifieke regeling zoals dubbele post. Bij ontstentenis van dergelijke dubbele bewijzen zal de school alle informatie overmaken aan één van beide ouders, met name diegene die het kind heeft ingeschreven of waarmee de school de meeste contacten heeft (‘vermoeden van instemming’ door de andere partij). Op financieel vlak zullen steeds beide ouders aansprakelijk zijn voor de volledige som van de schoolrekening. Gezien de verregaande administratie, teneinde cash betalingen en problemen zoals foutieve toerekening te vermijden, dienen de ouders te betalen via overschrijving of bankstorting. Op hun betaling moeten zij melding maken van de gestructureerde mededeling. Indien de ouders niet akkoord zijn met de inhoud van de factuur en de aangerekende kosten, dan zijn zij verplicht hun gemotiveerd protest binnen de vijftien dagen kenbaar te maken aan de directie van de school en dit via een aangetekend schrijven. Ieder laattijdig protest wordt als nietig beschouwd. Ouders die weigeren hun rekening te betalen zullen in eerste instantie worden aangespoord telefonisch, (tweemaal) per brief of per aangetekende ingebrekestelling. Bij niet betaling van een factuur op de vervaldag brengt dit echter van rechtswege en zonder ingebrekestelling een verwijlintrest (aan wettelijke rentevoet) met zich. Als tegemoetkoming in de kosten die de school dient te maken wegens niet tijdige betaling wordt € 2,50 gefactureerd. Indien een openstaande schuld na aanmaning door de school nog steeds niet werd voldaan, wordt het dossier overgemaakt aan de raadsman van de school ter invordering. De nalatige ouders worden ervan verwittigd dat alsdan, bovenop de schuld en interesten, een forfaitaire administratiekost van € 50,00 zal worden aangerekend.


Partijen komen tevens uitdrukkelijk overeen dat in geval van betwisting het Belgische recht van toepassing is, én enkel de rechtbanken van het arrondissement Brussel of de vrederechter van het kanton Meise bevoegd zijn om de zaak te behandelen. De school behoudt zich het recht voor de te betalen vaste onkosten gedurende het schooljaar te verhogen (bijbetaling) wanneer blijkt dat de reële kostprijs hiervan verhoogd is. Vergoeding kopies: Het forfaitaire bedrag voor de kopies per leerling dat wordt aangerekend, wordt berekend op het aantal kopies dat er voor een leerling van de betreffende klas het voorgaande schooljaar werd gemaakt. De prijs voor één kopie is €0,06. De financiële kosten voor de leeruitstappen (=Extra-muros activiteiten (=EMA’s)) zijn vervat in de onkostenrekeningen van de school (zie schoolwebsite en afzonderlijke reglementen voor de specifieke studierichtingen)


HOOFDSTUK 3 STUDIEREGLEMENT

1.

Ons studieaanbod

Hiervoor verwijzen we graag door naar onze website, www.campuswemmel.be. Specifieke aandacht wordt gevraagd voor:  Clusters van subvakken In sommige studiejaren worden bepaalde vakken (zoals sport, TV Hotel), doorgaans met heel wat lesuren per week, opgesplitst in verschillende delen: subvakken. Deze subvakken kunnen door verschillende leerkrachten worden gegeven. Omwille van helderheid en informatieve waarde worden de verschillende subvakken afzonderlijk beoordeeld en becommentarieerd op de rapporten. Inzake de uiteindelijke evaluatie en deliberatie op het einde van het schooljaar worden de resultaten van de verschillende subvakken echter geclusterd tot één resultaat voor het vak in haar geheel.  Bedrijfsbeheer Bedrijfsbeheer is geen vak apart, maar een attest, dat kan worden behaald wanneer de hiervoor wettelijk voorgeschreven eindtermen zijn behaald. Deze eindtermen kunnen worden behaald binnen de bestaande vakken (zoals economie, toegepaste economie). Het attest bedrijfsbeheer kan in onze school enkel worden behaald op het einde van 6 TSO (met uitzondering van Toerisme) en 7 BSO. Het is mogelijk dat de leerling wél slaagt voor het studiejaar, maar toch niet voor alle eindtermen van het attest bedrijfsbeheer. Wie niet slaagt voor de vakken waarin de eindtermen van het attest bedrijfsbeheer worden verworven, kan echter – uiteraard – nooit het attest bedrijfsbeheer behalen.  GIP Deze proef toetst de bekwaamheid, de handvaardigheid, de spreekvaardigheid en de eigenschappen van de leerling aan de reële werken studiesituatie met als raakvlak de link naar de bedrijfswereld en zijn verdere beroepenveld. De doelstellingen van de opdracht worden opgesteld in functie van de leerling en het leerplan. Als niet aan alle gestelde voorwaarden van de GIP voldaan wordt, kan de eindbeslissing worden uitgesteld of kan een beslissing niet-geslaagd volgen (zie ook verder en specifiek schoolreglement).  stages Stage is een volwaardig vak en wordt dan ook als dusdanig beoordeeld en geëvalueerd tijdens de delibererende klassenraad. (zie ook elders in dit schoolreglement en specifiek schoolreglement) 2.

Vakantieregeling

Hiervoor verwijzen we graag naar de schoolkalender in bijlage. 3.

Begeleiding


Als een leerling geslaagd is in een leerjaar en als de ouders en de leerling de eventueel uitgebrachte adviezen in verband met de studiekeuze gevolgd hebben, gaat het leerkrachtenteam er van uit dat de leerling, mits voldoende inzet, ook in het volgende leerjaar kan slagen. Het is onze zorg de leerling daarbij zo goed mogelijk te helpen door:  een attente observatie;  een gepaste remediëring bij eventuele tekorten;  het bijbrengen van leren leren en studeren;  het zich leren organiseren en helpen bij de organisatie van het werk;  het helpen bij het goed sociaal en psychisch functioneren;  het besteden van aandacht aan zorg voor de lichamelijke gezondheid. Samen met de ouders en het Centrum voor leerlingenbegeleiding zoeken wij zo vlug mogelijk naar gepaste oplossingen. In het kader van blijvende aandacht voor en verbreding van de zorg heeft onze school veel aandacht voor leerlingenbegeleiding. Wij werken hiervoor samen met het CLB en de ouders en doen, in het bijzonder voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, gepaste en redelijke aanpassingen, waaronder het inzetten van remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen (sticordi) naargelang de noden van de leerling. Bij leerachterstand kan een leerling worden gecoached. Dit kan ondermeer inhouden dat de leerling wordt begeleid in studiemethode (begeleid zelfstandig leren). Het initiatief hiertoe en de verantwoordelijkheid hiervoor ligt echter in principe bij de leerling. Indien een leerling leerachterstand oploopt, kunnen de ouders / meerderjarige leerling de betrokken vakleerkracht ook verzoeken om een beperkt aantal (onbezoldigde) bijlessen (beperkt ook in de tijd) te geven. Daarbij zal de betrokken vakleerkracht en eventueel de gehele klassenraad een oordeel vellen over de voorbije inzet (die eventueel de oorzaak is voor de leerachterstand) en de te voorziene inzet van de leerling. Met andere woorden, indien de leerachterstand het duidelijke gevolg is van een gebrek aan studiemotivatie en –inzet en/of dergelijk gebrek te voorzien is voor de aangevraagde bijlessen mag de school de bijlessen weigeren. De argumentatie hiervoor wordt gevonden in de attituderapporten van de leerling. Bij weigering zal de school haar motivatie schriftelijk aan de ouders kenbaar maken. ( Het staat de ouders uiteraard vrij een extern iemand te vragen bijlessen te geven aan hun kind. ) Eventueel worden heldere afspraken geformuleerd in een overeenkomst met de leerling. Indien een leerling definitief is geschorst uit de school, maar in onderling overleg met de ouders (en mits akkoord van de begeleidende klassenraad) de leerling toch nog begeleidt, hetzij thuis hetzij op de school (dan steeds afgezonderd van zijn vorige klasgroep), en de leerling dus zijn examens op de school mag afleggen, zal de definitieve uitsluiting in geen geval invloed hebben op de evaluatie, beoordeling en deliberatie van de betrokken leerling. In geen geval zal het volgen van bijlessen invloed hebben op de evaluatie, beoordeling en deliberatie van de betrokken leerling. Een specifiek aspect van de begeleiding van de leerlingen bestaat uit de verplichte taalscreening voor nieuwe leerlingen. Het is aan de begeleidende klassenraad om autonoom te bepalen of de leerling voldoet aan het noodzakelijk minimum qua kennis van het Nederlands om kans op slagen te maken. De klassenraad heeft het wettelijke recht een bepaalde duur van extra taallessen op te leggen aan een leerling.


4.

Evaluatie

Waarover en hoe oordelen de leerkrachten? De leerkrachten begeleiden de leerlingen om de vakgebonden en vakoverschrijdende doelen en eindtermen te bereiken. Daarnaast heeft de school zich een aantal bijkomende doelen gesteld die zij wil halen. De leraren zullen deze doelen bij aanvang van het schooljaar meedelen en daarbij aangeven wat zij van de leerlingen verwachten, hoe de leerlingen die doelen kunnen bereiken en waar en hoe ze bijkomende hulp kunnen bekomen. De school zal de leerlingen en hun ouders geregeld informeren over het oordeel over de vorderingen, taken, attitudes en leergedrag dat ze zich op basis van toetsgegevens vormen. Dit doet ze aan de hand van twee parallelle rapporten, te weten één over kennis en competenties en één over attitudes. De verhouding in elk vak tussen kennis en competenties en de in elk vak gehanteerde gedragsindicatoren voor de evaluatie van de attitudes zijn opgenomen in een bijlage achteraan dit schoolreglement. 5.

Wat en waarom evalueren wij?

Waarom evalueren wij? We testen de resultaten en observaties met betrekking tot 1° kennis, ook de inzichten, 2° vaardigheden, zowel vakgebonden als vakoverschrijdend, en 3° de attitudes, en dit telkens voor deze die de leerling werkelijk aantoont (via bijv. een verslag, een spreekbeurt, een presentatie, maar ook via bijv. een logboek of een interview). Basis van de evaluatie zijn de doelstellingen (vakgebonden en vakoverschrijdend) zoals bepaald door de Vlaamse Regering. Naast het product (resultaten op toetsen en taken) dat wordt geëvalueerd na een afgeronde onderwijsperiode of een afgewerkt leerstofgeheel wordt op onze school ook het proces geëvalueerd, d.w.z. een evaluatie tijdens het leerproces die gebeurt met het oog op bijsturing van het leerproces en de eventuele onderwijsaanpak. Uiteraard wil de school kennis en vaardigheden testen en attitudes evalueren, maar ze wil er ook op toezien dat de leerling juist georiënteerd zit en willen we zorgen voor een goede remediëring als de resultaten wat minder zijn. Die remediëring kan per vak verschillend zijn en gebeurt op initiatief en in de vorm bepaald door de leerkracht (een ‘functioneringsgesprek’), de klassenraad of op vraag van de leerling of zijn / haar ouders. Wat evalueren we? Kennis, vaardigheden en attitudes staan niet los van elkaar. Kennis vergt namelijk welbepaalde vaardigheden om gerealiseerd te worden in een kwaliteitsvolle output. Maar die vaardigheden zullen weinig resultaat opleveren als de betreffende persoon niet de juiste attitudes heeft ontwikkeld. Attitudes hebben namelijk betrekking op de combinatie kennis – vaardigheden. Waar een vaardigheid een geïsoleerde ‘technische’ handeling omvat en de training hiervan een bewuste act is, staat een attitude veeleer voor een automatisme. Een attitude is namelijk een natuurlijke houding van de persoon in kwestie. Daarom definiëren we attitude als ‘een verworven vaardigheid (of geheel van vaardigheden)’ en dit op basis van kennis. Dit geheel – kennis+vaardigheid+attitude - wordt in onze school aangeduid met de term ‘competentie’ en ‘competent zijn’. Geen van de drie factoren kan dus los van de anderen worden bekeken of beoordeeld (al dwingt onze onderwijswetgeving ons wel om dit gesepareerd te beoordelen, remediëren en evalueren), en motivatie, hoewel misschien moeilijk, uiteindelijk aan de basis ligt van deze drie.


Binnen onze school werd collectief en unaniem gekozen voor zes basiskwaliteiten, die de facto basisattitudes zijn: aandacht voor kwaliteit, zorgzaamheid, openheid, respectvol handelen, aandacht voor groen en gezond leven, en verantwoordelijk handelen. De deelattitudes (zie schoolfolder pedagogische visie) en indicatoren hierbij (zie bijlage algemeen schoolreglement) zijn dus de facto de vaardigheden die deze zes kernattitudes concretiseren en evalueerbaar maken. In dit geheel fungeren de GIP-proeven in de TSO- en BSO-klasgroepen als ultieme meesterproef waarin wordt vastgesteld of de leerling de te verwerven kennis, maar vooral vaardigheden en attitudes inderdaad heeft verworven, kortom of de leerling de beoogde competentie heeft bereikt. Elke vakleerkracht zal tijdens de eerste lessen van het schooljaar precies uitleggen wat de doelen zijn die nagestreefd worden voor zijn/haar vak en wat de evaluatienormen zijn. De leerling krijgt dus per vak specifieke krachtlijnen over de evaluatie en informatie over de weging van de verschillende onderdelen in het vak. De leerling vindt die eventueel ook terug in een afsprakennota per vak (‘tips om te slagen’). Deze afsprakennota wordt getekend door de leerling en zijn/haar ouders. Dagelijks werk. De evaluatie van het dagelijkse werk voor het vak steunt op een permanente begeleiding van de ontwikkeling op vlak van kennis en vakgebonden vaardigheden, en gebeurt via:  klassikale oefeningen en gesprekken;  praktijkoefeningen;  mondelinge overhoringen;  schriftelijke overhoringen (al dan niet aangekondigd);  persoonlijk werk in de klas;  persoonlijk werk thuis (herhalingsopgaven ter verwerking van grotere leerstofgehelen). Wie ongewettigd afwezig blijft bij een toets, taak of praktijkoefening, of zonder geldige reden een toets of taak niet afgeeft, bekomt hiervoor in principe 0 punten en een negatieve beoordeling voor het attituderapport. De levensbeschouwelijke vakken, de praktische proeven en LO worden steeds permanent geëvalueerd. Vakgebonden studiehouding en leerattitude Elke leerkracht evalueert ook de studiehouding en de vakgebonden leerattitude van elke leerling. Hoe gebeurt dat?  ze volgen de aandacht van de leerling op;  ze kijken naar de attitudes in verband met de taakaanvaarding en de taakuitvoering en het aangepaste gedrag aan de schoolse situatie;  ze checken of de agenda goed wordt ingevuld en controleren schriften of mappen op orde en netheid;  ze testen of de leerling nauwkeurig en systematisch werkt. Ook de volgende aspecten worden getoetst:  toepassingsvermogen;  leerhouding;  redeneervermogen;  creativiteit;  taalvaardigheid. Schoolgebonden attitudes Naast het pedagogische project van het Go! kiest KTA Wemmel ook voor volgende waarden/attituden: zorg – respect – kwaliteit – openheid - respect voor het groene


kader (omgeving en milieu, gezondheid en welbevinden, veiligheid en hygiëne). Hierachter staat verantwoordelijkheid als basisattitude. Ook deze zes attitudes zullen worden geëvalueerd. Elk vak doet dit op een eigen wijze: zie bijlage 1. Om de juiste attitudes te verwerven – juist betekent voor onze school: noodzakelijk om succesvol verder te studeren of succesvol te starten op de arbeidsmarkt – wordt van elke leerling verwacht dat hij/zij de “code professioneel gedrag” (zie vooraan dit schoolreglement, punt 1. “Wie zijn wij?”) onderschrijft en naleeft. Deze evaluatie wordt eveneens in een rapport vermeld. Hoewel tekorten op dit attituderapport niet kunnen leiden tot een B- of C-attest, kan deze wel leiden tot remediërende maatregelen (zoals volgkaart, gedragscontract, strikt regime of andere tucht- of ordemaatregelen) en kan de begeleidende klassenraad op het einde van het jaar hieruit besluiten de leerling definitief uit te sluiten uit de school (= niet terug in te schrijven het daaropvolgende schooljaar). Niet-lesgebonden activiteiten Niet-lesgebonden activiteiten worden eveneens geëvalueerd. Op het rapport wordt deze evaluatie vermeld onder de noemer VOETen (vakoverschrijdende eindtermen ). 6.

Hoe evalueren wij?

Om na te gaan of de leerstof geregeld ingestudeerd is en begrepen wordt, hebben de leerkrachten verschillende mogelijkheden zoals:  luisteren naar antwoorden op vragen die tijdens de les gesteld worden ( dus tijdens een klasgesprek) en de antwoorden beoordelen;  korte overhoringen of toetsen houden bij het begin of het einde van de les. Deze overhoringen kunnen aangekondigd of niet aangekondigd zijn, mondeling (en individueel) dan wel schriftelijk (en klassikaal). Niet aangekondigde toetsen kunnen slechts gaan over de leerstof van de vorige les van het betreffende vak. Aangekondigde toetsen kunnen wél over de leerstof van een langere periode van het betreffende vak gaan;  herhalingstoetsen houden;  oefeningen en (huis)taken opleggen;  het opstellen van een verslag van een leermoment;  het bijhouden van een logboek over de leeractiviteiten;  een zelfevaluatie van het leerproces. Alle evaluaties (zowel die over vakkennis, vakgebonden competenties als vakoverschrijdende eindtermen) worden 4 maal per jaar door iedere leerkracht omgezet in een cijfer van 0 tot 10. Daarbij wordt het cijfer 5 als nipt voldoende beschouwd. Het cijfer wordt op het rapport vermeld. Naast elk cijfer wordt ook door de vakleerkracht specifieke commentaar vermeld en vanaf 5 (of minder) heeft de leerling recht op een passende remediëring. Attituderapport Elke leerling krijgt bij elk rapport dagelijks werk ook een attituderapport. Hierop worden ondermeer de afwezigheden, het aantal keren te laat komen, speciale feiten zowel in positieve als negatieve zin en een evaluatie voor de verschillende basis- en kernwaarden van het pedagogisch project van de school vermeld. De beoordelingen en commentaren op dit attituderapport dienen als een geheel te worden gelezen en geïnterpreteerd. Niet elke leerkracht hoeft dus bij elk rapport op alle attitudes alle leerlingen te beoordelen. Hieromtrent maken de vakgroepen de nodige afspraken.


Vanuit de begeleidende klassenraad formuleert de klassenleraar een samenvattende uitspraak over houding, leerattitude en gedrag van de leerling. Zo zijn ook de ouders op de hoogte van het gedrag van de leerling op school. De resultaten van het attituderapport kunnen op zich niet leiden tot een B- of C-attest (wel in combinatie met de resultaten op het rapport over kennis en competenties). Wél kunnen zij leiden tot ordeof tuchtmaatregelen, tot en met de definitie uitsluiting uit de school. Subvakken Zie specifiek gedeelte schoolreglement afdelingen TSO en BSO: clustersysteem, geïntegreerde proef en stages. Toetsen De meeste toetsen worden aangekondigd via de agenda. Als een leerling, om welke reden ook, niet kan deelnemen aan een toets, een oefening tijdens de les of een persoonlijke taak niet kan maken, kan hij / zij verplicht worden de oefening, de taak of de overhoring achteraf in te halen. Dit is geen recht van de leerling, maar een autonome beslissing van ‘goede wil’ van de betrokken leerkracht, eventueel in samenspraak met de directeur. We maken een onderscheid tussen:  aangekondigde toetsen: hiervoor moet je altijd een attest (van de ouders of, na 4, een medisch attest) binnenbrengen de eerste dag bij de terugkomst. De eerste les ( tenzij de leerkracht de leerling hierover eerder aanspreekt ) die volgt op de afwezigheid wordt een afspraak van plaats en tijdstip voor een nieuwe toets gemaakt tussen leerkracht en leerling.  Wie spijbelt voor een aangekondigde toets, krijgt altijd een 0 en heeft geen recht op een inhaaltoets;  onverwachte toetsen: de eerste les (tenzij de leerkracht de leerling hierover eerder aanspreekt) die volgt op de afwezigheid wordt een afspraak van plaats en tijdstip voor een nieuwe toets gemaakt tussen leerkracht en leerling. Wie spiekt, krijgt een 0 voor de toets. Bovendien kan bijkomend ook nog een andere sanctie worden gegeven. Examens Tweemaal per jaar worden examens georganiseerd. Deze examens gaan na in hoeverre de leerling erin is geslaagd:  grotere delen van de leerstof te assimileren;  vaardigheden te beheersen;  attitudes te verwerven. Examens worden beoordeeld op 100. Minstens 2/3de van de punten staan op vragen over de basiskennis (basisleerstof = eindtermen uit het leerplan). (De andere punten mogen staan op ‘uitbreidingsleerstof’). De resultaten van examens lichten de leerling in over zijn mogelijkheden en helpen de leerkrachten beter te remediëren en te oriënteren. Op basis daarvan kan de leerkracht een gefundeerd advies over verdere studiekeuze of andere mogelijkheden geven. Het is dus belangrijk dat examens ernstig voorbereid worden. Deelnemen Je moet aan alle examens deelnemen. En zoals in alle omstandigheden zijn wij op je eerlijkheid gesteld. Oneerlijk gedrag wordt gesanctioneerd. De directeur beslist de sanctie afhankelijk van de situatie en de ernst van de feiten (met een 0 op de vraag of een strafstudie of …).. Te laat komen


Een leerling die om welke reden dan ook te laat komt tijdens een schriftelijk examen mag steeds aan het examen deelnemen tenzij andere leerlingen hun examen al hebben afgegeven of het examenlokaal al hebben verlaten, maar hij krijgt nooit extra tijd en moet dus zijn examen binnen de voorziene tijd afleggen. Een leerling die te laat komt tijdens een mondeling examen moet voor hij toegelaten wordt het bewijs leveren dat zijn te laat komen te wijten is aan overmacht. Afwezigheid Kun je met geldige reden niet deelnemen aan een of meer examens, dan moet de directeur of zijn afgevaardigde hiervan verwittigd worden vóór 8.30u. Een ziekte moet steeds gewettigd worden door een medisch attest. Een ongewettigde afwezigheid wordt gesanctioneerd met 0 %. Tussentijds verlaten van de school Een leerling die tussen twee examens (10.10u) het schooldomein verlaat wordt voor het tweede examen beschouwd als ongewettigd afwezig. Dit leidt ertoe dat dit examen met een ‘liggend streepje’ wordt gequoteerd. Examenregeling De leerlingen mogen in de namiddag thuis studeren, te beginnen vanaf de dag die voorafgaat aan het eerste examen van hun reeks. De vakleerkracht maakt een uurrooster op voor zijn mondelinge examens en deelt deze aan de leerlingen mee samen met de rooster van de schriftelijke examens. Mondelinge examens kunnen in de loop van de namiddag worden afgenomen of voor de schriftelijke examens. De leerlingen moeten minstens 15 minuten voor hun beurt aanwezig zijn. Examenreglement  Tijdens de examenperiode geldt het halve-dagsysteem. Dit betekent dat de leerling na het afleggen van zijn/haar examen ten vroegste vanaf 10.10u, vrij is om thuis het volgende examen voor te bereiden. De laatste lesdag voor de start van de examenperiode eindigen de lessen om 12.00u. Indien de ouders dit nodig achten kan de leerling op school blijven om te studeren volgens zijn / haar normale lessenrooster. Hierover worden afspraken gemaakt met de leerlingbegeleider.  Elke afwezigheid wordt voor 8.30u gemeld op het leerlingensecretariaat en nadien gewettigd met een doktersattest.  Kan de leerling met geldige reden niet deelnemen aan één of meer examens, dan moet de school hiervan onmiddellijk verwittigd worden. Een afwezigheid moet steeds gewettigd worden door een medisch attest, de eerste dag van terugkomst.  De examens van de dag van de afwezigheid worden toegevoegd aan de examens van de dag daarop a rato van 1 examen per dag in de volgorde waarin ze op het rooster voorkwamen.  Er wordt gestreefd naar een optimale spreiding van de proeven.  Als een leerling te laat komt tijdens de examenperiode krijgt hij/zij, voorzover het examen nog niet beëindigd is, de gelegenheid het examen alsnog af te leggen, zonder echter aanspraak te kunnen maken op extra tijd. In het geval het examen al voorbij is, krijg de leerling in principe een ‘liggend streepje’ als evaluatie. Of de leerling een inhaalexamen mag afleggen, wordt door de directeur bepaald op basis van de gewettigheid van het te laat komen.  Er wordt tijdens de proefwerken geen gerief uitgeleend aan andere leerlingen. Slechts de nodige proefwerken kladbladen zijn toegelaten op de bank (geen






 





mappen met bladen). Op deze bladen schrijft de leerling ONMIDDELLIJK zijn naam en klas. gsm’s, geluidsdragers, smartwatch en andere technologische apparatuur worden afgegeven aan de leerkracht voor de aanvang van het examen. Het gebruik van deze toestellen zal altijd beschouwd worden als een poging tot bedrog en zal automatisch lijden tot een ‘liggend streepje’ als evaluatie. Enkel hulpmiddelen die op het opgavenblad vermeld zijn worden toegelaten! (vb. tabellen, atlas teksten ...). Een rekentoestel is echter steeds toegelaten tenzij het verbod uitdrukkelijk vermeld staat op het opgavenblad. Programmeerbare rekentoestellen zijn enkel toegestaan als de vakleerkracht dit toelaat (toelating moet op het proefwerkblad aangegeven zijn). De leerkracht zorgt er voor dat het geheugen van deze toestellen gewist wordt voor het examen begint. Indien het geheugen niet moet gewist worden zal dat eveneens op het opgavenblad vermeld worden. Fraude Ook tijdens de examens worden onregelmatigheden (= elke vorm vooraf, tijdens of na een examen, die een objectieve en correcte evaluatie, dus een objectief en correct oordeel omtrent de te realiseren leerplandoelstellingen, in principe en/of in de feiten belemmert of tracht te belemmeren) bestraft. (Wanneer klaarblijkelijk de leerling de uitdrukkelijke intentie heeft tot belemmering spreken we van ‘fraude’. Wanneer de leerling tracht een objectieve en correcte evaluatie te belemmeren, maar hierin niet slaagt, spreken we van een ‘poging tot fraude’). Elke vorm van onregelmatigheid zal worden behandeld. Allereerst stelt de toezichthoudende of vakleerkracht de feiten vast en noteert deze op het antwoordblad van de leerling, geeft deze door aan de directeur en meldt ze op Smartschool (LVS). De bewijsstukken worden afgenomen en eveneens aan de directeur overgemaakt. Het examen wordt niet onderbroken of afgenomen (met andere woorden, de leerling heeft het recht het examen af te werken). In eerste instantie is het aan de directeur om de feiten te kwalificeren als ‘fraude’. In dat geval volgt normaliter een ordeof tuchtmaatregel en/of een klassenraad. Daarbij heeft de leerling recht gehoord te worden door de directeur, om zijn/haar verhaal te doen. De directeur zorgt er ook voor dat de ouders worden ingelicht. De leerling wordt meteen na het beëindigen van het examen (dus zonder onderbreking of rustpauze) mondeling overhoord over de leerstof van het gedeelte dat onder de fraude valt. Deze mondelinge bevraging wordt zo mogelijk uitgevoerd in aanwezigheid van een collega en er wordt kort verslag opmaakt van deze mondelinge proef. Dit verslag is bestemd voor de (begeleidende en/of delibererende) klassenraad. Tot aan de delibererende klassenraad wordt het examen in Smartschool Skore en op het rapport genoteerd met een ‘liggend streepje’, omdat het bereikte resultaat door de fraude geen objectieve afspiegeling is van het kennen en kunnen van de leerling. Het is uiteindelijk de delibererende klassenraad die de finale beslissing neemt. Een ongewettigde afwezigheid vormt een wettelijk argument bij een eventuele negatieve beslissing. Een onregelmatigheid kan voor de delibererende klassenraad aanleiding zijn tot een uitgestelde beslissing voor het vak waarvoor de leerling fraudeerde. De delibererende klassenraad kan dan namelijk besluiten dat zij over onvoldoende gegevens beschikt om zich een volledig beeld te vormen van de kennis en de competenties van de leerling en daarom besluiten tot een uitgestelde proef voor dit vak (of dat onderdeel). De delibererende klassenraad zal daarom bij een onregelmatigheid in principe besluiten tot een uitgestelde proef, maar kan ook oordelen hiervan af te wijken (bijv. bij voor de rest duidelijk goede resultaten voor het vak). Dit is de discretionaire bevoegdheid van de klassenraad. Een


uitgestelde beslissing is dus nooit en zeker niet in geval van onregelmatigheid een recht in hoofde van de leerling of zijn/haar ouders. Delibererende klassenraad, inbegrepen deliberatiecriteria Op het einde van het schooljaar beoordeelt de delibererende klassenraad de totaliteit van resultaten, inbegrepen de vakgebonden vaardigheden en attitudes, vakoverschrijdende eindtermen en schoolbrede attitudes. De eindbeslissing wordt genomen door al de betrokken leerkrachten in gezamenlijk overleg, onder leiding van de directeur of zijn afgevaardigde. Deze vergadering is officieel bevoegd is om:  te beslissen over het toekennen van een attest (A, B of C), getuigschriften of diploma’s;  adviezen te geven voor verdere studie of andere mogelijkheden. De delibererende klassenraad kan ook formele waarschuwingen uitspreken. Een formele waarschuwing voor een vak houdt in dat een tekort voor dit vak in een daaropvolgend schooljaar strenger kan worden beoordeeld. De delibererende klassenraad is als enig orgaan bevoegd tot het delibereren van de leerlingen. Ter ondersteuning van de delibererende klassenraad wordt door de betrokken leerkrachten een advies geformuleerd. Zij kunnen:  adviseren dat een leerling voor hun vak of deelvak ofwel voldoet, ofwel niet voldoet  vragen dat de delibererende klassenraad over de resultaten zou beraadslagen. Het advies wordt geformuleerd rekening houdend met onderstaande verdeelsleutel dagelijks werk (DW) en examen (EX):  A-stroom : DW 50%, Ex 50%  B-stroom: DW 66.6%, Ex 33.3%  ASO: DW 40%, EX 60%  TSO: DW 50%, EX 50%  BSO: DW 60%, EX 40% In geval een leerling na 1 september wordt ingeschreven waardoor hij rapporten en/of examenreeksen mist, zal geen rekening worden gehouden met de resultaten uit vorige school of studierichting en zullen de gemiste rapporten en examenreeks als onbestaande worden beschouwd. De jaarresultaten worden dus berekend op de effectief behaalde resultaten in de eigen school of de actuele studierichting. Bij het formuleren van hun advies houden de vakleerkrachten rekening met:  de behaalde resultaten zoals ze op de verschillende rapporten staan;  de bevindingen in het dossier (ondermeer LVS) van de leerling;  de evolutie van de resultaten zoals ze terug te vinden is in de verslagen van de begeleidende klassenraad;  andere belangrijke elementen zoals eventueel, in bijzondere gevallen, medische, sociale en familiale redenen, tenminste in zoverre de leerling hier als slachtoffer en niet als veroorzaker van de problemen dient te worden gecatalogeerd. De klassenraad zal steeds overgaan tot beraadslaging als:  er één advies "voldoet niet" geformuleerd wordt,  er één vraag is om beraadslaging. Tijdens deze beraadslaging houdt de delibererende klassenraad rekening met de gegevens vermeld in bovenvernoemd advies van de vakleerkrachten. De klassenraad houdt rekening met:  de behaalde resultaten zoals ze op het rapport staan, meer bepaald het totaal aantal tekorten op de rapporten en examenreeksen;


bij de eindbeslissing wordt er ook rekening gehouden of de leerling al dan niet voldoet aan de vakoverschrijdende eindtermen. Het slagen in een leerjaar is dus niet alleen afhankelijk van de vakgerichte studieresultaten en –eindtermen, maar ook van het voldoen aan de VOETen. Alle vakoverschrijdende evaluaties worden dus eveneens in aanmerking genomen bij de eindbeslissing;  de bevindingen en evaluaties inzake de vakgebonden en de schoolbrede attitudes;  de evolutie van de resultaten zoals ze terug te vinden is in de verslagen van de begeleidende klassenraad en doorheen de rapporten en examenreeksen;  andere belangrijke elementen zoals eventueel, in bijzondere gevallen, persoonsgebonden medische, sociale en familiale redenen. In de praktijk van de deliberaties worden bovendien volgende afspraken gehanteerd:  alle vakken, ongeacht het aantal lesuren per week, wegen even zwaar;  meer dan 3 tekorten, waarvan minstens 2 dieper dan 47 % leiden steeds tot een discussie over de noodzaak van een C-attest;  bij een tekort dat aanleiding geeft tot beraadslaging door de klassenraad wordt steeds de vraag gesteld of het tekort het gevolg is van niet kunnen dan wel niet willen. Niet kunnen leidt in principe tot een B-attest. Niet willen tot een C-attest. De vakleerkrachten kunnen:  adviseren dat een leerling voor hun vak ofwel voldoet, ofwel niet voldoet;  vragen dat de delibererende klassenraad over de resultaten zou beraadslagen. De eindbeslissing is dus nooit het eenvoudige resultaat van een mathematische optelling van de cijfers van alle vakken of deelvakken op het rapport. Gegeven de wettelijke geheimhoudingsplicht zullen noch argumenten noch eventuele resultaten van stemmingen worden bekend gemaakt aan de leerling of zijn / haar ouders. De deliberatie leidt voor elke leerling tot:  een A-attest: de leerling is geslaagd en mag zijn studies verder vervolgen;  een B-attest: de leerling is weliswaar geslaagd, maar mag zijn studies niet verderzetten in welbepaalde, omschreven studierichtingen (‘clausulering’);  een C-attest: de leerling mag zijn studies in geen enkel geval vervolgen, maar dient het voorbije studiejaar over te doen. 

Het behoort tot de autonome bevoegdheid van de delibererende klassenraad om te oordelen of een leerling aan een bijkomende proef moet onderworpen worden vooraleer een definitieve beslissing kan genomen worden. In de praktijk van de deliberaties worden bovendien volgende concrete afspraken gehanteerd:  alle vakken, ongeacht het aantal lesuren per week, wegen even zwaar;  meer dan 3 tekorten, waarvan minstens 2 dieper dan 47 % leiden automatisch tot een discussie over de noodzaak van een B- of C-attest;  bij een tekort dat aanleiding geeft tot beraadslaging door de klassenraad wordt steeds de vraag gesteld of het tekort gevolg is van niet kunnen dan wel niet willen. Niet kunnen leidt in principe tot een B-attest; niet willen tot een Cattest.


Wanneer de delibererende klassenraad van oordeel is dat de algemene en vakgebonden resultaten van een leerling niet nopen tot een C-attest, maar toch mogelijk een probleem kunnen gaan vormen in het volgende schooljaar kan zij de leerling vakantietaken voor een of meerdere vakken opleggen. De ouders en de leerling worden geacht het pedagogische nut van deze taken te onderschrijven en de ouders worden verondersteld het ernstig maken ervan te ondersteunen. Vakantietaken mogen wettelijk niet worden geëvalueerd binnen het daarop volgende schooljaar. Indien de taken niet werden gemaakt tijdens de vakantieperiode, mag de leerkracht deze of andere taken preventief-remediërend opgeven na aanvang van het nieuwe schooljaar, waarbinnen ze dan wél mogen geëvalueerd worden (deel van DW1). Inzage examens De leerling heeft het recht zijn examen in te kijken. Hij heeft niet het recht op een kopie of om de examens in te zien van andere leerlingen of hiermee te vergelijken. Hij heeft ook niet het recht de puntentoekenning te bediscussiëren. Wel kan hij, vanuit een lerend standpunt, de inhoud van zijn antwoord bespreken aan de hand van het optimale antwoord van de leerkracht. Omwille van de gerelateerde procedure inzake beroep tegen de beslissing van de delibererende klassenraad op het einde van het schooljaar beperkt dit schoolreglement de termijn van dit inzagerecht tot 3 dagen na de formele mededeling (aan de hand van een rapport en/of attest en/of brief aan de ouders en/of enigerlei andere aantoonbare wijze van communiceren) van de beslissing van de (begeleidende of delibererende) klassenraad die over deze beslissing ging. Evaluatie stages en geïntegreerde proef In bepaalde leerjaren van het technisch en het beroepsonderwijs gaat speciale aandacht uit naar stages en de geïntegreerde proef (GIP). Zie ook het specifieke gedeelte van het schoolreglement en het specifieke handboek (inbegrepen reglement) voor GIP. De beoordeling van de stages en van de geïntegreerde proef door een jury, (waarin externe juryleden zetelen en die een advies hierover formuleert) maakt een wezenlijk deel uit van de beslissing die de delibererende klassenraad neemt over de globale resultaten van de leerling op het einde van het schooljaar. De GIP-jury brengt echter


slechts een advies uit. Het is de delibererende klassenraad die de uiteindelijk beslissing over het al dan niet geslaagd zijn voor de GIP-proef uitspreekt. Het niet slagen voor de stages of de geïntegreerde proef betekent een zeer ernstige belemmering voor het slagen in het studiejaar, gezien de belangrijkheid ervan. Gezien doelstelling en betekenis kan het niet slagen voor de stages of de geïntegreerde proef leiden tot een uitgestelde beslissing of een C-attest. Uitgestelde beslissingen Het behoort tot de autonome bevoegdheid van de delibererende klassenraad of een leerling aan een bijkomende proef moet onderworpen worden vooraleer een definitieve beslissing kan genomen worden. Het is geen recht in hoofde van de leerling. Dergelijke beslissing is echter steeds hoogst uitzonderlijk en individueel. Volgens de vigerende wetgeving kan dit enkel bij een langdurige, gewettigde afwezigheid van de leerling en als die heeft geleid tot het ontbreken van meerdere cijfers voor rapporten of tot één van beide examens. ( Met andere woorden, herexamens oudestijl - dus als een extra, vierde examen - zijn niet langer wettelijk toegelaten en worden door de school dan ook niet meer beslist. ) Deze bijkomende evaluatie kan gebeuren op basis van een examen op het einde van de zomervakantie, vakantiewerk- of lectuur, inhaalstage enz. Zo dit gebeurt, overhandigt de school zo vlug mogelijk na de examenperiode van juni volgende documenten:  een overzicht van de leerstof waarvoor een bijkomende proef afgelegd moet worden;  een formulier waarop dag, datum, uur en plaats van de bijkomende proef vermeld staan. Aanvullende informatie wordt ingewonnen bij de betreffende vakleerkracht(en) onmiddellijk na de proclamatie of tijdens het oudercontact. Na de bijkomende proef komt de delibererende klassenraad opnieuw bijeen om dan een attest A, B of C en/of een studiegetuigschrift of een diploma toe te kennen. De beslissing van de delibererende klassenraad kan slechts worden uitgesteld tot 31 augustus ten laatste. Noot: Een herexamen in de klassieke betekenis van de term, dus als een extra bijkomende proef op het einde van de zomervakantie, is dus niet langer wettelijk toegestaan. Begeleiding van het studiegedrag van de leerlingen:  De vakleerkracht remedieert voor zijn vak waar nodig. Het is de klassenleraar die algemene problemen detecteert en bespreekt tijdens de klassenraden. In de algemene commentaar op het rapport en in een persoonlijk gesprek geeft hij tips en advies.  In tweede instantie zal de leerlingenbegeleider gesprekken organiseren met de leerling, de betrokken leerkrachten en de ouders om studieproblemen te bespreken en aan te pakken.  In derde instantie kan ook de directeur de leerling en zijn / haar ouders uitnodigen voor een gesprek. 7.

De bevindingen van de begeleidende klassenraad

Klassenraad. Om deskundig te begeleiden, komen leerkrachten op geregelde tijdstippen in het schooljaar bijeen onder de leiding van de directeur of zijn afgevaardigde. Zij vormen dan samen de ‘begeleidende klassenraad’. Zij bespreken kennis en vaardigheden, leerattitudes, gedrag en evolutie van elke leerling.


Remediëren. Als de begeleidende klassenraad vaststelt dat een leerling een bepaalde kennisachterstand heeft opgelopen, dan zal hij meedelen hoe die achterstand kan worden weggewerkt. Hetzelfde kan gebeuren in verband met leerattitudes en gedrag. Rapporteren. Het rapport is de neerslag van al de bevindingen, het resultaat van een voortdurende evaluatie van zowel de individuele leerkracht als van het leerkrachtenteam. De vakken of deelvakken die worden geëvalueerd, worden op het rapport vermeld. De data van de rapportering wordt meegedeeld via de jaarkalender. Naast het rapporteren van de vakresultaten worden de belangrijke vaststellingen die de begeleidende klassenraad doet aan de ouders gemeld ofwel via een mededeling op het rapport, via een nota in de agenda, via een bericht via Smartschool, via een brief. Wat betreft de Smartschoolberichten: we verwijzen naar de elders vermelde verplichting voor de ouders om Smartschool minstens wekelijks op te volgen. Elk rapport wordt gevolgd door een oudercontactavond, waarop alle ouders (per brief en/of via bericht via Smartschool) worden uitgenodigd. De begeleidende klassenraad kan beslissen ouders telefonisch extra uit te nodigen voor een oudercontactavond. Indien de begeleidende klassenraad dit nodig acht, kunnen ouders naar aanleiding van een oudercontactavond telefonisch of schriftelijk worden uitgenodigd voor een gesprek met de directeur. De rapporten van de examenresultaten (december en juni) worden in principe enkel aan de ouders meegegeven, tenzij de leerling meerderjarig is. Resultaten van de studies:  De resultaten van toetsen en taken worden aan de leerling meegedeeld in een van de volgende lessen van het betreffende vak. De behaalde punten worden door de vakleerkracht genoteerd in het puntensysteem van smartschool en is ook toegankelijk voor de ouders.  Periodiek worden de resultaten van de studies aan de leerlingen en hun ouders meegedeeld via een rapport (zie schoolkalender), dat bestaat uit drie luiken: rapportering van resultaten inzake kennis en vaardigheden, evaluatie van attitudes en kopie van de bemerkingen van de leerkrachten op het LeerlingVolgSysteem op smartschool. Rapporten worden overhandigd op de oudercontacten (zie schoolkalender en meegedeeld per brief).  De resultaten van examens/examenreeksen worden overhandigd op een oudercontact (zie schoolkalnder en afzonderlijke mededeling per brief). Zoals wettelijk bepaald, worden rapporten, diploma’s of studieattesten niet per post opgezonden noch per mail verzonden. Gegeven dat de momenten van oudercontact bekend zijn aan de ouders verhindert de afwezigheid van de ouders op het oudercontact niet dat de wettelijk bepaalde termijn voor beroep start op het moment van het oudercontact. 8.

Beroepsprocedure tegen de beslissing van de delibererende klassenraad

Een leerling heeft steeds het recht om zijn verbeterde schriftelijke kopijen en de opgaven van toetsen, proeven en examens in te zien. Bezwaar Als ouders de beslissing van de delibererende klassenraad niet kunnen aanvaarden, kunnen zij ten laatste op de derde werkdag na de uitreiking van het rapport hun bezwaren bekend maken. Dit kan via een persoonlijk onderhoud met de voorzitter van de delibererende klassenraad (de directeur). Indien het gesprek niet onmiddellijk ter plaatse gebeurt, dus tijdens het oudercontact en/of het uitreiken van het rapport,


wordt de datum van het onderhoud schriftelijk aan de ouders bevestigd. Van elk extra onderhoud met de directeur buiten het onmiddellijke contact gedurende een oudercontact of de uitreiking van het rapport, zal steeds kort officieel verslag worden opgemaakt. Tijdens dit onderhoud krijgen de ouders inzage in het dossier: de elementen die geleid hebben tot de genomen beslissing worden aangegeven. Er zijn drie mogelijkheden: 1) De ouders zijn ervan overtuigd dat de klassenraad de juiste beslissing heeft genomen. De betwisting wordt dan ingetrokken. 2) De voorzitter van de klassenraad of zijn afgevaardigde meent dat de ouders redenen aandragen die het overwegen waard zijn. In dit geval roept hij de delibererende klassenraad zo spoedig mogelijk opnieuw bijeen en wordt de aangevochten beslissing opnieuw overwogen.  De klassenraad kan dan ofwel zijn beslissing herzien en dan is het probleem opgelost, ofwel zijn beslissing handhaven en dan blijft het probleem bestaan.  Als de delibererende klassenraad opnieuw bijeenkomt, zal deze het resultaat van de bespreking schriftelijk en gemotiveerd aan de ouders meedelen, ongeacht het resultaat van deze deliberatie. Wanneer zij het daarmee oneens zijn en de genomen beslissing onjuist blijven vinden, blijft de betwisting bestaan. 3) De voorzitter van de klassenraad of zijn afgevaardigde meent dat de aangebrachte elementen geen nieuwe bijeenkomst van de delibererende klassenraad noodzakelijk maken. Dit wordt gemotiveerd aan de ouders meegedeeld. Wanneer zij het daarmee oneens zijn en de genomen beslissing onjuist blijven vinden, blijft de betwisting bestaan. Als je ouders de beslissing niet in ontvangst nemen op de voorziene datum, beschouwen we de beslissing als ontvangen. Beroep Vooraleer de beroepscommissie kan worden opgestart, moet gebruik gemaakt worden van het recht op bezwaar (overleg met de voorzitter van de delibererende klassenraad, met name de directeur, en een eventuele nieuwe deliberatie). Als de betwisting blijft bestaan, kunnen de ouders binnen een termijn van drie werkdagen na de betekening van de betwiste beslissing bij de algemeen-directeur schriftelijk en aangetekend beroep instellen bij de beroepscommissie. Op straffe van onontvankelijkheid dient dit beroep beargumenteerd en gemotiveerd te worden. De algemeen-directeur stelt de beroepscommissie samen. Deze bestaat uit: -

interne leden: de klastitularis of de leerlingenbegeleider (of hun afgevaardigde) maakt deel uit van de beroepscommissie. Hieraan kan een lid van de raad van bestuur of de algemeen directeur worden toegevoegd. In principe bestaat de interne geleding voor onze school uit de klastitularis. Een lid dat vanuit zijn hoedanigheden intern is, wordt geacht een intern lid te zijn.

-

externe leden: Dit zijn personen die extern zijn aan het schoolbestuur en aan de school waar de betwiste evaluatiebeslissing is genomen. Het externe lid zal aangeduid worden door de algemeen directeur.

Het aantal interne en externe leden dient hoe dan ook steeds paritair te zijn. De voorzitter van de beroepscommissie wordt door de algemeen directeur aangeduid


onder de externe leden. De algemeen directeur voegt ook een secretaris toe, die geen beslissende bevoegdheid heeft. Beslissing van de beroepscommissie De beroepscommissie hoort jou en je ouders, indien aanwezig. Ook de leden van de klassenraad kunnen worden gehoord. De behandeling van het beroep door de beroepscommissie leidt tot:  de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid wegens laattijdige indiening of het niet voldoen aan de vormvereisten;  de bevestiging van het oorspronkelijk evaluatieresultaat, na al dan niet bijkomende proeven of opdrachten te hebben opgelegd;  de vervanging door een ander evaluatieresultaat. Elk lid van de beroepscommissie is stemgerechtigd. Bij de stemming is het aantal stemgerechtigde interne leden gelijk aan het aantal stemgerechtigde externe leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de beroepscommissie doorslaggevend. De algemeen directeur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de beroepscommissie. Het resultaat van het beroep wordt aan de ouders schriftelijk en gemotiveerd ter kennis gebracht hetzij uiterlijk op 15 september (hetzij – doch uitsluitend voor een opleiding die op 31 januari eindigt – uiterlijk op 15 maart daaropvolgend met vermelding van de verdere beroepsmogelijkheid). Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. Binnen het GO! Onderwijs van de Vlaamse Overheid is er geen verder beroep meer mogelijk tegen de in beroep genomen beslissing. Annulatieberoep Als de beroepsprocedure binnen het GO! Onderwijs van de Vlaamse Overheid is uitgeput, kunnen de ouders evenwel een annulatieberoep of een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij de Raad van State indienen binnen een termijn van zestig kalenderdagen nadat zij kennis namen van de beslissing van de algemeen directeur respectievelijk van de klassenraad. De procedure heeft geen opschortende werking. Dit betekent dat de beslissing waarmee de ouders het niet eens zijn onmiddellijk wordt uitgevoerd. 9.

Oudercontact

Ondanks alle toelichtingen i.v.m. het rapport of de agenda, kunnen persoonlijke gesprekken tussen ouders en/of leerlingen, leerkrachten en directeur nodig blijken. Voor ouders is het belangrijk dat sommige activiteiten die in de onderwijssituatie voorkomen, toegelicht worden. Het contact met ouders kan onder meer zijn:  een individueel onderhoud;  een individueel contact, een huisbezoek;  een oudercontactavond met informatie;  een gesprek met alle ouders van een welbepaalde klasgroep. Ouders kunnen te allen tijde een onderhoud vragen met directeur, klassentitularis, vakleerkracht, opvoeder, … . Het staat de directeur vrij de opportuniteit daarvan te beoordelen en al dan niet op deze vraag in te gaan.


10.

Lesspreiding, vakantieregeling

De leerlingen krijgen bij de aanvang van het schooljaar een jaarkalender, waarin alle rapportperiodes, oudercontacten, bijkomende activiteiten en extra vakantiedagen worden aangekondigd. Het lessenrooster wordt in de agenda van de leerling afgedrukt en wordt zo nodig aangepast tijdens het schooljaar. Deze jaarkalender geldt dus onder voorbehoud van wijzigingen, die in de agenda dient genoteerd te worden. 11.

Onderwijs voor zieke leerlingen – tijdelijk onderwijs aan huis

Tijdelijk onderwijs aan huis is een leerlingenrecht wanneer de leerling een relatief lange periode of herhaaldelijk gedurende het schooljaar op school afwezig bent wegens ziekte, ongeval of moederschapsverlof en hierdoor tijdelijk onmogelijk of minder dan halftijds de lessen kunt volgen op school.

Uiterlijk vanaf de schoolweek die volgt op de week waarin wij je aanvraag ontvangen, organiseert de school onderwijs aan huis (indien bij ontvangst van de aanvraag alle voorwaarden zijn vervuld). Om voor tijdelijk onderwijs aan huis in aanmerking te komen, moeten echter volgende voorwaarden worden vervuld: 

 







De leerling is een regelmatige leerling in het secundair onderwijs (met uitzondering van de derde leerjaren van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs, de derde leerjaren van de derde graad van het algemeen, technisch en kunstsecundair onderwijs en de leerjaren van het beroepssecundair onderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs, het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs en de alternerende beroepsopleiding in het buitengewoon secundair onderwijs); Indien de leerling niet-chronisch ziek is: o De leerling is meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig op school wegens ziekte, ongeval of zwangerschapsverlof (bij eventuele schoolverandering loopt deze wachttijd gewoon door). Als de lesbijwoning op school wordt hervat, maar er zich binnen een termijn van 3 maanden opnieuw een afwezigheid wegens ziekte of ongeval voordoet, dan geldt er geen wachttijd, maar gaat tijdelijk onderwijs aan huis onmiddellijk in. Voor het vaststellen van de 21 kalenderdagen worden vakantieperiodes meegeteld. Ook kunnen de 21 kalenderdagen geheel of gedeeltelijk in het vorige schooljaar zijn doorlopen. Voor het vaststellen van de termijn van 3 maanden bij herval in ziekte, worden vakantieperiodes niet meegeteld. De ouders moeten een schriftelijke aanvraag indienen bij de directeur van de school. Bij die aanvraag hoort een medisch attest te zitten waaruit blijkt dat de leerling onmogelijk halftijds of meer naar school kan, maar wel onderwijs mag krijgen. Tijdelijk onderwijs aan huis kan dus ook indien men wél gedeeltelijk de lessen op school kan bijwonen, zij het minder dan halftijds (= minder dan 5 halve lesdagen).




Bij verlenging van de oorspronkelijk voorziene afwezigheid wegens ziekte, moeten de ouders een nieuwe aanvraag + medisch attest indienen.



Indien de leerling chronisch ziek is, d.w.z. bij een ziekte waarvoor een continue of repetitieve behandeling van minstens 6 maanden noodzakelijk is (bijvoorbeeld nierpatiënt, astmapatiënt): Bij afwezigheid wegens chronische ziekte, is de leerling vaak afwezig zonder dat dit verlet 21 ononderbroken kalenderdagen duurt. Ook dan kan men beroep doen op tijdelijk onderwijs aan huis, naar rata van 4 wekelijkse lesuren per opgebouwde schijf van 9 halve schooldagen afwezigheid. Deze 9 halve schooldagen afwezigheid hoeven niet aaneensluitend te zijn. De ouders moeten een schriftelijke aanvraag indienen bij de directeur van de school. Enkel bij de eerste aanvraag in het betrokken schooljaar moet een medisch attest worden gevoegd, uitgereikt door een geneesheer-specialist, dat het chronische ziektebeeld bevestigt en waaruit blijkt dat de leerling onderwijs mag krijgen. Bij een nieuwe afwezigheid ten gevolge van diezelfde chronische ziekte tijdens het zelfde schooljaar is dus geen nieuw medisch attest vereist, een nieuwe aanvraag echter wel; idem bij verlenging van de oorspronkelijk voorziene afwezigheid. De afstand tussen de school en de plaats waar je verblijft, bedraagt maximaal 10 km. Wordt verstaan onder:  afstand: de kortst mogelijk afstand gemeten langs de rijbaan, zonder rekening te houden met wegomleggingen, verkeersvrije straten, eenrichtingsverkeer en autosnelwegen;  school: is de voor de leerling meest gunstige vestigingsplaats. Dit kan dus zowel de hoofdvestigingsplaats als een bijkomende vestigingsplaats van de school zijn, ongeacht waar je normaliter de lessen volgt;  verblijfplaats: is de locatie waar de leerling tijdens de ziekte of na het ongeval effectief verblijft, d.w.z. de eigen woonplaats, de woonplaats van een verwante of een medische instelling (ziekenhuis, revalidatiecentrum, … met uitzondering van een preventorium, een ziekenhuis waar onderwijs van type 5 wordt ingericht en een dienst neuropsychiatrie voor kinderen). In geval de afstand tussen de school en de plaats waar de leerling verblijft meer dan 10 km bedraagt kan de school op vrijwillige basis tijdelijk onderwijs aan huis organiseren. De school zal dan zelf een afstandsregeling treffen die een gelijke behandeling van leerlingen waarborgen.









Naast de wettelijk voorziene vier lesuren per week thuis tracht de school in het geval van langdurige ziekte ook een samenwerking met gespecialiseerde organisaties zoals Bednet vzw op te zetten. Als de leerling opgenomen is in een ziekenhuis of preventorium of residentiële setting waaraan een ziekenhuisschool verbonden is of opgenomen is in een K-dienst ("dienst met onderwijsbehoefte" in de kinderpsychiatrie):  wordt de thuisschool tijdelijk ontslagen van de verplichting om onderwijs aan huis te organiseren. Tijdens een dergelijk verblijf of opname kan synchroon internetonderwijs wel verder lopen.  als de leerling tussen twee behandelingen of tijdens een herstelperiode na de opname niet naar school kan, zal de thuisschool aansluitend onderwijs aan huis organiseren, indien aan alle voorwaarden voldaan is (zie hierboven).


Een zwangere leerling heeft recht op moederschapsverlof van maximaal één week vóór de vermoedelijke bevallingsdatum en maximaal negen weken na de effectieve bevalling. De leerlinge blijft het statuut van regelmatige leerling behouden en heeft recht op tijdelijk onderwijs aan huis, voor zover zij aan de voorwaarden voldoet. 12. Extra-muros activiteiten (EMA’s) De financiële kosten voor de leeruitstappen zijn vervat in de onkostenrekeningen van de school (zie schoolwebsite en afzonderlijke reglementen voor de specifieke studierichtingen).


HOOFDSTUK 4 ORDEREGLEMENT

7

Gegeven dat onze school kwaliteitsvolle diploma’s wenst af te leveren en dus kwaliteitsvol onderwijs wil neerzetten – uitgedrukt met de beelden van een Mercedesgarage en 1.97 m – verwachten we dat ook de leerlingen zich naar hun mogelijkheden scharen achter dit algemene doel. Als het ordentelijk verstrekken van het onderwijs of de goede werking van de school evenwel gehinderd wordt, zal de school de leerling ertoe aanzetten zijn gedrag te verbeteren en aan te passen. Ordemaatregelen betreffen dus eenmalige, ‘gewone’ orde-en-tuchtproblemen. Conform de wetgeving (art. 1382 & 1384 BW) blijven de ouders de eerste verantwoordelijken voor het gedrag van de minderjarige leerling. Zo ook de meerderjarige leerling voor het eigen gedrag. Eventuele schade voor de school of derden door het gedrag van een leerling zal dan ook op hen worden verhaald. Principe. Als principe geldt dat de leerling de gevolgen van zijn daden draagt:  wie een taak zonder reden niet afgeeft, bekomt een 0 als cijfer;  wie afwezig blijft en dit niet verantwoordt, kan als onregelmatige leerling beoordeeld worden;  wie iets opzettelijk of door verregaande onachtzaamheid beschadigt, moet het vergoeden of herstellen;  wie iets besmeurt, moet het reinigen;  wie afval achterlaat, moet het opruimen;  wie zich onttrekt aan toezicht, wordt gewezen op de risico’s;  wie onbeleefd is, moet dit goed maken;  wie stoort, wordt tot de orde geroepen;  … Telaatkomers. Te laat in de les zijn, stoort het klasgebeuren. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze dit voorkomen door tijdig van huis te vertrekken. Wie toch te laat komt, moet zich melden op het secretariaat bij de opvoeder alvorens naar de klas te gaan. De opvoeder zal eventueel een gepaste (orde)maatregel nemen. Mogelijke ordemaatregelen: Ordemaatregelen die zowel door de directeur als door TAC, TA, OTV, alle onderwijzende, opvoedende en administratieve personeelsleden kunnen genomen worden. 1. een vermaning mondeling, al dan niet met nota in de schoolagenda

2. een waarschuwing

7

 

nota in de agenda met eventueel een straftaak elke aanmerking dient te worden getekend door de ouders

Zie ook de specifieke reglementen per afdeling.


3. tijdelijke verwijdering uit de les/studie

tot het einde van de les/studie. Ondertussen krijgt de leerling een taak

4. straftaak

  

5. alternatieve straffen

kunnen worden opgelegd tijdens of buiten de schooluren

extra schriftelijke taak deze taak wordt aan de ouders gemeld via de agenda de melding dient te worden getekend door de ouders

Ordemaatregelen die enkel door of in opdracht van de directeur en/of OTV of opvoeder, eventueel op advies van de begeleidende klassenraad kunnen genomen worden: 6. een strafstudie  buiten de lesuren wordt je een strafstudie opgelegd  meegedeeld aan de ouders via een bericht in smartschool, of via een bericht in de agenda, of telefonisch  volgende regels worden gehanteerd bij de concrete organisatie en realisatie van de strafstudies: De leerling meldt zich tijdig aan in de refter. Ten laatste om 12.15u dient hij aanwezig te zijn om te eten; om 12.30u start de strafstudie (tot 15.00u). Wie te laat komt of wie niet opdaagt, wordt hiervoor extra gesanctioneerd. Bij het binnenkomen, maakt de leerling zich kenbaar door het tonen van zijn leerlingenkaart en identiteitskaart. Hij doet dit spontaan. Indien er opgelegde taken voorzien zijn, voert de leerling eerst deze taken uit. Hij doet dit ernstig en met inzet. Daarna voert de leerling ander schoolwerk uit. Enkel schoolwerk is toegelaten. Wanneer de leerling de opgelegde taken heeft afgewerkt, meldt hij dit beleefd aan de toezichthoudende opvoeder. Deze kijkt de ernst van de uitvoering na. De toezichter heeft het recht de leerling op te dragen bepaalde taken opnieuw te maken met meer ernst, inzet en diepgang. Dat gaat dan voor op eventueel ander schoolwerk. Bij protest of storend gedrag zal de toezichter hiervan melding maken aan de directie. Dit zal automatisch leiden tot een zwaardere sanctie. De leerling vertrekt niet voor het voorziene einde van de strafstudie en voor de toezichter het signaal geeft dat hij mag vertrekken.


7. een tijdelijke verwijdering uit de lessen van één of meer vakken

8. begeleidingsoveree nkomst

tijdens deze tijdelijke verwijdering (in één enkele welbepaald vak of meerdere welbepaalde vakken, voor één dag of meerdere maar niet noodzakelijk aaneensluitende dagen) wordt de leerling op school gehouden en wordt hij/zij verplicht tot een vervangende opdracht, een schrijfstraf of studie. De ouders worden hiervan zo snel mogelijk op de hoogte gebracht.  leerlingen die herhaaldelijk in de fout (blijven) gaan, kunnen een begeleidingsovereenkomst krijgen waarin uitdrukkelijk en concreet wordt omschreven wat van de leerling wordt verwacht. De leerling wordt uitgelegd wat de gevolgen zijn van het niet naleven van de bepalingen. Het contract heeft een beperkte duur (tot maximaal 10 lesweken), wordt geregeld geëvalueerd door de leerlingenbegeleiders en leidt uiteindelijk al dan niet tot het opstarten van een tuchtprocedure  wordt schriftelijk meegedeeld aan de ouders en voorgelegd ter handtekening  een begeleidingsovereenkomst kan reeds worden overeengekomen bij de inschrijving van een nieuwe leerling, wanneer de voorgeschiedenis van de leerling dit wenselijk maakt om de leerling op het juiste spoor te zetten. Dit kan desgevallend voorwaarde zijn tot inschrijving.

Procedure: Bij de ordemaatregelen worden de ouders op de hoogte gebracht. Binnen de drie lesdagen na kennisname van de ordemaatregel heeft de betrokkene recht op een overleg met de directeur, of zijn afgevaardigde. Tegen een ordemaatregel kan evenwel geen beroep aangetekend worden. Het is dus een louter informatief gesprek, waarin het informeren van de ouders en het bepalen van remediëringen voorop staan.


HOOFDSTUK 5 BEWARENDE MAATREGEL

preventieve schorsing

De directeur kan een leerling tijdelijk schorsen uit één of alle lessen als de feiten een dergelijke ernst of omvang aannemen dat men er aan denkt de leerling definitief uit de school te verwijderen, maar verder onderzoek van de feiten zich opdringt vooraleer een klassenraad deze feiten kan beoordelen, en waarbij er ondertussen gevaar dreigt voor leerlingen of leerkrachten en/of het normale lesverloop niet meer kan worden gegarandeerd. Indien deze noodzaak kan de directeur een preventieve schorsing ‘als bewarende maatregel’ beslissen met onmiddellijke ingang. Deze tijdelijke maatregel geldt zolang het onderzoek duurt en voor zover het belang van het onderwijs dit vereist. De schorsing blijft dus in de tijd beperkt, tot een maximum van 10 opeenvolgende dagen.  Op aanvraag van de schooldirecteur kan de algemeen-directeur deze periode verlengen met maximum 10 dagen.  De ouders zullen hierover onmiddellijk ingelicht worden. De maatregel wordt ondersteund met de nodige motivatie. Zij hebben recht op een onderhoud met de directeur (en mogen zich laten bijstaan door een raadsman).  De leerling heeft recht op begeleidende maatregelen (taken, leerstof, …).  De ouders kunnen de vraag stellen aan de school of de leerling door de school wordt opgevangen. De school beslist hierover autonoom en motiveert haar beslissing. De school is niet verplicht om een klassenraad om advies te vragen. Tegen deze maatregel is geen beroep mogelijk. 


HOOFDSTUK 6 TUCHTREGLEMENT

8

De directeur kan een tuchtmaatregel nemen als het gedrag werkelijk een gevaar vormt voor het ordentelijk verstrekken van het onderwijs en/of de verwezenlijking van het eigen opvoedingsproject van onze school in het gedrang brengt. Als hij de definitieve uitsluiting overweegt, wint hij steeds eerst het advies in van de begeleidende klassenraad. De directeur of zijn afgevaardigde kan een tuchtmaatregel nemen als het gedrag werkelijk een gevaar of ernstige belemmering vormt voor het normale onderwijs- of vormingsgebeuren of als door een agressieve houding de veiligheid van anderen in gevaar gebracht wordt. Dit geldt zowel op onze school als in het kader van leerlingenstages. Als hij de definitieve uitsluiting overweegt, wint hij steeds eerst het advies in van de begeleidende klassenraad. De directeur zal dus slechts tuchtmaatregelen nemen als de maatregelen van orde geen effect hebben of bij zeer ernstige overtredingen. Tuchtmaatregelen betreffen dus orde-en-tuchtproblemen die herhalend dan wel eenmalig ernstig zijn. Onder de eerste soort valt de geaccidenteerde schoolcarrière met opeenvolgende ordemaatregelen die verder effectief functioneren van de leerling in de school, ondermeer wat het vertrouwen van de leerkrachten betreft, onmogelijk maakt. Onder de laatste soort vallen overtredingen zoals opzettelijk slagen en verwondingen toebrengen, opzettelijk essentiële veiligheidsregels overtreden, opzettelijk en blijvend de lessen en activiteiten storen, zware schade toebrengen, dealen van drugs of een diefstal plegen. Volgende don’ts leiden normaliter automatisch tot een zware tuchtmaatregel (inbegrepen definitieve uitsluiting en aangifte bij de politie): 1. respectloos gedrag jegens schoolmedewerkers of andere leerlingen (zoals uitschelden, beschuldigen van racisme en roddelen); 2. elke vorm van geweld (fysiek geweld (vechten), inbegrepen het bij zich hebben, tonen en gebruiken van wapens; verbaal geweld, zoals brutale beledigingen; seksueel geweld; intimidatie; steaming en afpersing; (cyber)pesten; racisme; inbreuken op de privacy; stalking; …); Beide eerste punten houden samen ook in elke vorm van schelden, bedreigen of pesten via elektronische weg (sms, facebook, e-mail of welke andere vorm ook). 3. diefstal of betrokkenheid erbij; 4. drugs dealen (ook als gratis), doorgeven (ook als gratis) of gebruiken (ook het voorbereiden van het gebruik) binnen de schooluren dan wel binnen de schoolcontext (ook in de onmiddellijke schoolomgeving). In geval van dergelijke overtredingen behoudt de school c.q. de directeur zich het recht voor om volgende maatregelen te nemen:  registreren van de feiten in het leerlingvolgsysteem van de school;  de goederen die zijn betrokken zijn bij de feiten (zoals drugs, wapens, gestolen goederen, dragers van boodschappen of uitspraken enz.) tijdelijk in beslag nemen;

8

Zie ook de specifieke reglementen per afdeling.


de ouders zo snel als mogelijk verwittigen en voor een gesprek op de school uitnodigen;  het verwittigen van de politionele diensten, waaraan de in beslag genomen goederen zullen worden overhandigd;  zo snel als mogelijk een begeleidende klassenraad samen te roepen, die haar advies over te nemen maatregelen en sancties aan de directeur zal overmaken;  de directeur neemt zo snel als mogelijk de volgens hem noodzakelijke maatregelen en sancties. Zo kan hij de leerling preventief schorsen uit één, meerdere of alle vakken, dit als ‘bewarende maatregel’ met het oog op de veiligheid van de andere leerlingen en/of de schoolmedewerkers of het ordelijke verloop van de lessen. ( Zie hieronder punt 1. soorten) In geval van een situatie die valt onder de hiervoor genoemde categorieën ‘don’ts’ geeft de wetgeving de directeur het recht om te vragen naar een ‘vrijwillige afgifte’ van betrokken goederen (zoals gestolen goederen, drugs, wapens, dragers van boodschappen enzovoort), een fouillering met ‘stilzwijgende toestemming’ of een ‘vrije toestemming tot fouillering’ 9 (van zowel kleding, lichaam, bagage en/of private ruimten binnen de school; met respect voor lichamelijke integriteit, privacy en discretie). Indien de leerling een vrijwillige medewerking tot afgifte of fouillering weigert en er geen situatie bestaat van heterdaad of ‘openbaar geroep’ kan de directeur beslissen deze onderzoekdaad over te dragen aan de politie. In afwachting van de aankomst van de politie heeft de directeur het recht de betrokken leerling(en) afgezonderd en onder strikt toezicht te houden. 

Soorten De tuchtmaatregelen zijn:  een tijdelijke uitsluiting uit alle lessen voor een maximale duur van 15 lesdagen. Het is de directeur of zijn afgevaardigde die deze maatregel uitspreekt. Tijdens deze tijdelijke schorsing ‘als tuchtmaatregel’ wordt de leerling naar huis gestuurd, tenzij de ouders erom verzoeken hun kind toch op school te houden. Het staat de school vrij in te gaan op dit verzoek of niet (mits motivering). De school mag aan de opvang voorwaarden koppelen en zal met de ouders/leerling hierover schriftelijke afspraken maken. Het niet naleven van deze schriftelijke afspraken kan leiden tot het onmiddellijk stopzetten van de opvang. Indien de school besluit de leerling tijdens deze tijdelijke schorsing op school houdt, word hij/zij verplicht tot een vervangende opdracht, een schrijfstraf of studie. Afwezigheden wegens tijdelijke schorsing ‘als tuchtmaatregel’ worden van rechtswege als gewettigd beschouwd.  een definitieve uitsluiting uit de school. De directeur spreekt deze maatregel uit na voorafgaand advies van de begeleidende klassenraad. Een definitieve uitsluiting gaat in tijdens het schooljaar met onmiddellijke ingang, of op 31 augustus. Een leerling die vóór 30 juni definitief wordt uitgesloten, blijft in de school ingeschreven tot op het ogenblik van inschrijving in een andere school. De school In lijn met de wetgeving beschouwt de school elke leerling, ook de minderjarige, als voldoende oud om te worden beschouwd als gekomen tot ‘het oordeel des onderscheids’. Dit impliceert dat de directeur noch de politie geen expliciete toestemming van de ouders nodig heeft om tot deze onderzoekdaad te kunnen overgaan. 9


zal, samen met het begeleidende CLB, de leerling actief bijstaan bij het zoeken naar een andere school. De ouders kunnen voor die tussentijd een gemotiveerd verzoek tot opvang doen. Dit dienen ze schriftelijk (aangetekend) aan de directeur over te maken. In afwachting van de inschrijving in een andere school geldt er voor de school echter geen opvangverplichting. Indien de school de leerling niet opvangt, heeft de leerling wel het recht op taken voor zelfstudie. De school heeft de plicht deze beslissing te motiveren. Indien de school de leerling wél opvangt, mag ze aan de opvang voorwaarden koppelen en zal met de ouders/leerling hierover schriftelijke afspraken maken. Het niet naleven van deze schriftelijke afspraken kan leiden tot het onmiddellijk stopzetten van de opvang. Indien de school besluit de leerling tijdens deze tussenperiode op school op te vangen, word hij/zij verplicht tot een vervangende opdracht, een schrijfstraf of studie. Indien de ouders niet ingaan op een redelijk voorstel vanwege de school en het CLB, ontslaat dit de school verder van haar zoektocht naar een andere school. Vanaf dan zijn de ouders zelf verantwoordelijk voor de opvang van hun kind en voor het zoeken van een andere school. Leerlingen die gedurende het schooljaar meerderjarig worden en ernstige problemen hebben met studie-inzet, motivatie en/of gedrag kunnen eveneens definitief worden geschorst. Omwille van hun meerderjarigheid is de school niet verplicht hen een alternatief aan te bieden. Een meerderjarige leerling die in de loop van het schooljaar definitief wordt uitgesloten, kan vanaf de 10de lesdag volgend op de dag dat de definitieve uitsluiting ingaat definitief uitgeschreven worden, en dit pas nadat een eventueel ingestelde beroepsprocedure is afgerond. Bij manifeste onwil om op het aanbod van verandering van school in te gaan, kan de school je uitschrijven. Tot slot staat de huidige wetgeving de school ook toe meerderjarige leerlingen die meer dan 30 halve dagen ongewettigd afwezig zijn, autonoom te schrappen van de leerlingenlijst, dus definitief uit te sluiten. Een leerling die in de loop van het schooljaar uit Campus Wemmel (dus Middenschool en KTA samen) verwijderd werd, zal het volgende schooljaar én het daaropvolgende schooljaar geweigerd worden in Campus Wemmel. Regels Bij het nemen van een tuchtmaatregel worden de volgende regels gerespecteerd:  de tuchtmaatregel en in overeenstemming zijn met de ernst van de feiten;  de ouders worden vóór het ingaan van de tuchtmaatregelen (met uitzondering van de preventieve schorsing met onmiddellijke ingang) schriftelijk op de hoogte gebracht van de feiten, het advies van de begeleidende klassenraad, de motivatie voor de voorliggende beslissing en van de ingangsdatum ervan, plaats en moment van overleg met de ouders, het recht op bijstand door een raadsman en op inzage in het dossier. Daarbij worden de betrokken leerling en/of de ouders, eventueel bijgestaan door een raadsman, uitgenodigd voor een hoorzitting over de problemen. Van deze hoorzitting wordt verslag opgemaakt, welke door de ouders minstens ‘voor gezien’ dient te worden ondertekend.




    

Indien het schrijven van de school geen concrete datum van overleg bepaalt, maar de betrokken leerling en/of de ouders uitnodigt de school te contacteren voor het maken van een afspraak voor dergelijk overleg zal de school een termijn van 5 schooldagen vanaf het aangetekend verzenden van de melding in acht nemen. Indien deze termijn verstreken is zonder dat contact werd opgenomen, zal de school besluiten dat de betrokken leerling en/of de ouders geen bijkomend overleg wensen en behoudt de directeur zich derhalve het recht voor over te gaan tot een beslissing; met uitzondering van de preventieve schorsing voorafgaand aan … en de definitieve uitsluiting mogen de communicaties met de ouders ook via smartschoolberichten verlopen (zie engagement ouders). Bij preventieve schorsing voorafgaand aan … en definitieve uitsluiting dienen de communicaties schriftelijk en aangetekend te verlopen. Communicaties per telefoon zullen door de betrokken schoolmedewerkers worden genoteerd in het LVS-systeem. Aangetekende brieven mogen ook aan de ouders worden overhandigd bij handtekening ‘voor ontvangst’ (plus datering); de beslissing wordt gemotiveerd; de ouders en hun raadsman, die wettelijk een advocaat moet zijn, hebben het recht tot inzage van het tuchtdossier; er wordt nooit overgegaan tot collectieve uitsluitingen; het tuchtdossier en de tuchtmaatregelen zijn niet overdraagbaar van de ene school naar de andere school; de ouders kunnen bij een definitieve uitsluiting verzoeken tot opvang (tot inschrijving in een andere school). De school mag dit echter weigeren (mits motivering). Bij aanvaarding worden hieraan schriftelijke voorwaarden verbonden. Niet-naleving door de leerling leidt tot onmiddellijke stopzetting van de opvang.

De interne procedure tot tuchtstraf omvat derhalve volgende stappen (= samenvattend overzicht): 1. De klassenraad buigt zich over het dossier en brengt een advies van sanctie uit aan de directeur. 2. De directeur brengt de ouders hiervan (schriftelijk) op de hoogte en nodigt hen uit tot een hoorzitting waarop hij hen zijn intentie tot sanctionering voorlegt en motiveert. De ouders geven hierop hun visie en argumentatie. Er wordt verslag opgemaakt. 3. De directeur neemt vervolgens een beslissing tot sanctionering en deelt dit (schriftelijk) mede aan de ouders. In geval van een tuchtstraf gaat deze op dat moment in. 4. De ouders hebben recht op een nieuw overleg met de directeur (in geval van bezwaar), uit te oefenen binnen een termijn van drie schooldagen na de ontvangst van het schrijven van de directeur. Hiervan wordt andermaal verslag opgemaakt. 5. De directeur neemt een finale beslissing en laat deze (schriftelijk) kennen aan de ouders. Beroepsprocedure in geval van een definitieve uitsluiting Alleen tegen de finale beslissing tot definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel kan in beroep worden gegaan. Opstarten van het beroep


 

Vooraleer de eigenlijke beroepsprocedure te kunnen opstarten, moet volledig gebruik worden gemaakt van het interne recht op overleg (hoorzitting) met de directeur, houdende de hiervoor uiteengezette stappen van interne procedure. Op straffe van onontvankelijkheid dient het beroep schriftelijk en gemotiveerd worden aangetekend bij de algemeen-directeur uiterlijk binnen de drie lesdagen nadat het overleg met de directeur heeft plaatsgevonden: Dhr. Herman Siebens, AD Scholengroep 9 Zijp 18 1780 Wemmel



Het beroep kan best per aangetekend schrijven gebeuren. Zodoende kan bewezen worden dat het beroep tijdig ingediend werd. Het beroep schort de sanctie van een uitsluiting niet op.

Beroepscommissie De algemeen directeur stelt de beroepscommissie samen. Deze bestaat uit: -

interne leden: de titularis van de klassenraad die de betwiste evaluatiebeslissing heeft geadviseerd (doorgaans de directeur), maakt deel uit van de beroepscommissie. In principe bestaat de interne geleding voor onze school uit de klastitularis. Hieraan kan een lid van de raad van bestuur of de algemeen directeur worden toegevoegd. Een lid dat vanuit zijn hoedanigheden intern is, wordt geacht een intern lid te zijn.

-

externe leden: Dit zijn personen die extern zijn aan het schoolbestuur en aan de school waar de betwiste evaluatiebeslissing is genomen. Het externe lid wordt door de algemeen directeur aangeduid.

Het aantal interne en externe leden is steeds paritair. De voorzitter van de beroepscommissie wordt door de algemeen directeur aangeduid onder de externe leden. De algemeen directeur voegt ook een secretaris toe. Beslissing van de beroepscommissie De beroepscommissie hoort jou en je ouders, indien aanwezig. Ook de leden van de klassenraad kunnen worden gehoord. De behandeling van het beroep door de beroepscommissie leidt tot:  de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid wegens laattijdige indiening of het niet voldoen aan de vormvereisten;  de bevestiging van de definitieve uitsluiting;  de vernietiging van de definitieve uitsluiting; Elk lid van de beroepscommissie is stemgerechtigd. Bij de stemming is het aantal stemgerechtigde interne leden gelijk aan het aantal stemgerechtigde externe leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de beroepscommissie doorslaggevend. De algemeen directeur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de beroepscommissie.


Het resultaat van het beroep wordt aan de ouders schriftelijk en gemotiveerd ter kennis gebracht uiterlijk 45 dagen na het indienen van de klacht, met vermelding van de verdere beroepsmogelijkheid. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. Annulatieberoep Na uitputting van de hierboven beschreven beroepsprocedure kunnen je ouders echter een annulatieberoep of een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij de Raad van State indienen: Voorzitter Raad van State Wetenschapsstraat 33 1040 Brussel Dit moet gebeuren binnen een termijn van zestig kalenderdagen nadat de ouders kennis namen van de beslissing van de beroepscommissie, in overeenstemming met Titel 1, Hoofdstuk 1 van besluit van Regent van 23 augustus 1948. De procedure heeft geen opschortende werking. Dit betekent dat de beslissing waarmee de ouders het niet eens zijn onmiddellijk uitgevoerd kan worden.


HOOFDSTUK 7 ALGEMENE KLACHTENPRO CEDURE

U bent niet tevreden. Wat kunt u dan doen? 1.

Welke klachten kunt u indienen?

Uw klachten kunnen gaan over de werking van de school of over een concrete handeling of beslissing van een personeelslid van de school:  u vindt dat een personeelslid van een school u niet behandeld heeft zoals het hoort.  u gaat niet akkoord met een concrete handeling of beslissing van een personeelslid van een school.  u hebt een klacht over de werking van de school.  u hebt een klacht over een persoon die werkt in opdracht van de school, bijvoorbeeld cateringpersoneel, onderhoudspersoneel, ...  u vindt dat de regelgeving niet correct is toegepast. Het kan ook gebeuren dat u niet akkoord gaat met een initiatief van de Raad van het Go! of van de centrale diensten. 2.

Waar kunt u met uw klacht terecht?

In verband met de school U moet steeds eerst proberen om de klacht rechtstreeks met de directeur op te lossen. Klachten over de werking van de school of over een concrete handeling of beslissing van een personeelslid van de school kunnen gemeld worden aan de directeur van de school en met hem of haar worden besproken. Komt u na overleg met de directeur niet tot een akkoord of handelt de klacht over het optreden van de directeur zelf, dan kunt u klacht indienen bij de algemeen directeur van de scholengroep, die dan de behandeling van de klacht op zich neemt. Blijft u niet tevreden dan kunt u terecht bij de Raad van Bestuur van de scholengroep. Als u uiteindelijk niet tevreden bent over de wijze waarop u behandeld werd of over het resultaat van de klachtenbehandeling, kunt u een klacht indienen bij de Vlaamse Ombudsdienst, Leuvenseweg 86, 1000 Brussel (0800 / 240 50). Wie klachten heeft in verband met discriminatie en racisme kan terecht bij het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding op het telefoonnummer 0800 / 128 00. Meer informatie vindt u terug op http://www.diversiteit.be. Klachten die betrekking hebben op de principes van zorgvuldig bestuur kunnen worden ingediend bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur. Zorgvuldig bestuur betekent dat scholen zich in de dagelijkse werking aan een aantal principes moeten houden:  kosteloosheid (= geen inschrijvingsgeld)  eerlijke concurrentie  verbod op politieke activiteiten  beperkingen op handelsactiviteiten  beginselen betreffende reclame en sponsoring


Voor meer informatie kunt u terecht bij het Ministerie van de Vlaamse Overheid (AGODI), Secretariaat-Generaal, Kamer 1C24, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel (02 / 553 65 56, Mevr. M. Broucke). Via e-mail: [email protected]. Bij een weigering tot inschrijving van uw kind kunt u klacht indienen bij de Commissie betreffende leerlingenrechten. Voor meer informatie kunt u terecht bij: Ministerie van de Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs, Kamer 4 A 25, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel (02 / 553 88 66). In verband met de Raad en de centrale administratieve diensten Gaat u niet akkoord met een initiatief van de Raad van het Go! of van de administratieve diensten, dan kunt u klacht indienen bij de afgevaardigd bestuurder, Emile Jacqmainlaan 20, 1000 Brussel. 3.

Hoe dient u een klacht in?

Klachten kunnen gemeld worden via telefoon, brief, e-mail of fax. Opdat uw klacht kan behandeld worden, mogen de volgende gegevens niet ontbreken:  uw naam, adres en telefoonnummer  wat er gebeurd is en wanneer het gebeurd is  als u een klacht indient bij de algemeen directeur van de scholengroep: in welke school het gebeurd is 4.

Welke klachten worden niet behandeld?       

  5.

een algemene klacht over regelgeving; een klacht die betrekking heeft op feiten waarover eerder een klacht is ingediend en die al werd behandeld; een algemene klacht over het (al dan niet) gevoerde beleid; een klacht die betrekking heeft op feiten die langer dan één jaar voor de indiening van de klacht hebben plaatsgevonden; een kennelijk ongegronde klacht; een klacht waarvoor u geen belang kan aantonen; een klacht over feiten of handelingen waarvoor in een georganiseerde administratieve beroepsmogelijkheid voorzien is en waarvoor deze beroepsmogelijkheid nog niet werd benut, bijvoorbeeld bij orde- en tuchtmaatregelen ten aanzien van uw kind of de uitreiking van een B- of Cattest. Klachten over de behandeling zelf van georganiseerde administratieve beroepsmogelijkheden zijn wel mogelijk, bijvoorbeeld te lange behandeltermijnen, geen antwoord op briefwisseling, onvoldoende informatieverstrekking; een klacht over een feit dat het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijke procedure; een anonieme klacht. Hoe verloopt de behandeling van uw klacht?


Binnen een termijn van 10 kalenderdagen bevestigt de directeur of algemeen directeur u de ontvangst van uw klacht. Indien uw klacht niet wordt behandeld, wordt u daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht. Als uw klacht wél wordt behandeld dan volgt er een onderzoek naar de gegrondheid van de klacht. U wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van dit onderzoek. Uw klacht wordt afgehandeld binnen een termijn van 45 kalenderdagen vanaf het ogenblik waarop de klacht de school of scholengroep bereikt. Als u een klacht indient tegen een bepaalde beslissing, betekent dit niet dat deze beslissing wordt uitgesteld of opgeschort.


Bijlage 1: Evaluatienormen per vak

De school evalueert alle leerlingen stipt volgens de wettelijke normen, opgelegd door het Departement Onderwijs. Daarom bestaat elk rapport uit twee deelrapporten, waarin drie prestatie-elementen worden geëvalueerd: enerzijds (eerste deelrapport) …  kennis, op basis van toetsen;  vakgebonden vaardigheden (‘competenties’), op basis van observaties, anderzijds (tweede deelrapport) …  schoolbrede attitudes, op basis van de observatie van concrete gedragsindicatoren. De activiteit van een delibererende klassenraad op het einde van het schooljaar is dan ook veel meer dan het eenvoudig optellen en delen van cijfers. Het is en blijft aan de delibererende klassenraad om een kwalitatieve afweging te maken van alle gegevens en informatie die beschikbaar is over elke individuele leerling. Omdat de aard en het leerplan van elk vak duidelijk andere klemtonen vereisen, werd hierin de nodige flexibiliteit voor elke vak nagestreefd. Elk vak beoordeelt weliswaar de drie evaluatie-elementen, maar doet dit in andere verhoudingen. Ook welke vaardigheden en attitudes worden beoordeeld en wanneer en hoe, kan verschillen van vak tot vak. ( De vaardigheden zijn vakgebonden en zijn bepaald door de leerplannen. ) Voor het schooljaar 2010-2011 werden volgende verhoudingen en inhouden door de vakgroepen van de onderscheiden vakken vastgelegd (indien niet specifiek vermeld geldt de info zowel voor de 2de als de 3de graad): 

Aardrijkskunde: verhouding kennis – vaardigheden:  in toerisme 2de graad: 60 % - 40 %  alle andere klasgroepen: 50 % - 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1, DW2, DW3 & DW4): atlas, werkbladen, cursus bij zich hebben en in orde zijn met het invullen ervan - indicatoren kwaliteit (DW2 & DW3): inzet tijdens de les, opdrachten uitvoeren, deadlines respecteren - indicatoren respect (DW1, DW2, DW3 & DW4): voor materiaal, medeleerlingen, leerkracht, de multiculturaliteit van de samenleving - indicatoren groen & gezond (DW4): respect voor de omgeving (zowel in de klas, op het schooldomein als buiten de school) - indicatoren openheid (DW1): teamwork, geen fraude plegen



Bakkerij: verhouding kennis – vaardigheden: 50 % - 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): map (correcte indeling, volledige en handgeschreven notities, netheid), taken (volgens huisstijl, tijdig afgeven, verzorgd), toetsen (huisstijl, behoorlijk verbeteren), receptenboek (degelijk materiaal, ingedeeld a tot z), kledingvoorschriften opvolgen - indicatoren respect (DW1 & DW3): tegenover de leerkrachten (beleefdheid, het lesgebeuren niet verstoren, aandacht), tegenover medeleerlingen


-

-

-

(beleefdheid, openstaan voor de mening van anderen, verdraagzaamheid voor fouten van anderen), tegenover de leeromgeving (schoolmateriaal, werkkledij, werkkoffer, geen GSM of andere toestellen gebruiken in de les) indicatoren openheid (DW2): bereidheid om de bakkerijtechnologie te begrijpen, leren en toe te passen, interesse in de cultuur van de bakkers- en chocoladewereld, bereidheid om naar de mening van anderen te luisteren, bereidheid om de eigen mening te uiten, creativiteit in het werk indicatoren kwaliteit (DW3): de taal correct spreken, taken, toetsen en notities verzorgd en volledig maken, het vak kritisch interpreteren, aandacht en actieve medewerking, op zelfstandige basis extra oefeningen maken en zichzelf bijschaven tijdens de middagpauze, kledingvoorschriften opvolgen indicatoren groen & gezond (DW4): zorg dragen voor de netheid van de leeromgeving, materiaal opruimen indicatoren verantwoordelijkheid (DW4): bijdragen tot een goede klassfeer, leiding durven nemen en groepswerk en projecttaken, zelf afspraken maken voor inhaallessen, afspraken naleven, uitleg durven vragen, alle voorschriften inzake HACCP en kleding opvolgen



Biologie en CA Biologie: verhouding kennis – vaardigheden:  in Biologie: 80 % - 20 %  in CA Biologie: 0 % - 100 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): notities zijn net, overzichtelijk, met een etiket en zonder graffiti, taken en toetsen zijn in huisstijl en afgegeven op het afgesproken moment, het handboek is gekaft en met een etiket, lat, ZRM, handboek en schrift bij - indicatoren respect (DW1): tegenover de leerkracht (beleefdheid, aandachtig meewerken), tegenover medeleerlingen (anderen met rust laten, luisteren als iemand anders spreekt - indicatoren openheid (DW4): luisteren naar de mening van een ander, intresse tonen voor het vak, niet te snel (ver)oordelen - indicatoren kwaliteit (DW3): goed meewerken in de les, inzet voor toetsen en taken, actief deelnemen aan groepswerk, nauwkeurig werken - indicatoren groen & gezond (DW2): niet eten en drinken in de klas, geen afval achterlaten, niet op de bank schrijven, niet kauwen, geen GSM in de klas, aandacht opbrengen voor duurzame oplossingen in wetenschappelijke en technische dossiers



Chemie: verhouding kennis – vaardigheden: 60 % - 40 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): notities zijn net, overzichtelijk, met een etiket en zonder graffiti, taken en toetsen zijn in huisstijl en afgegeven op het afgesproken moment, het handboek is gekaft en met e en etiket, lat, ZRM, handboek en schrift bij - indicatoren respect (DW1): tegenover de leerkracht (beleefdheid, aandachtig meewerken), tegenover medeleerlingen (anderen met rust laten, luisteren als iemand anders spreekt - indicatoren openheid (DW4): luisteren naar de mening van een ander, interesse tonen voor het vak, niet te snel (ver)oordelen - indicatoren kwaliteit (DW3): goed meewerken in de les, inzet voor toetsen en taken, actief deelnemen aan groepswerk, nauwkeurig werken


-

indicatoren groen & gezond (DW2): niet eten en drinken in de klas, geen afval achterlaten, niet op de bank schrijven, niet kauwen, geen GSM in de klas, aandacht opbrengen voor duurzame oplossingen in wetenschappelijke en technische dossiers



Duits: verhouding kennis – vaardigheden: 50 % - 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): map (correcte indeling, volledige en geschreven notities, geen spellingfouten, netheid), taken (huisstijl, tijdig afgeven, verzorgd), toetsen (huisstijl, behoorlijk verbeteren), handboek gekaft - indicatoren respect (DW1 & DW3): tegenover de leerkracht (beleefdheid, de les niet verstoren, aandachtig meewerken), tegenover de medeleerlingen (beleefdheid, openstaan voor de mening van anderen, verdraagzaamheid), tegenover de leeromgeving (schoolmateriaal, niet eten of drinken, geen GSM) - indicatoren openheid (DW2): bereidheid om Duits te begrijpen, spreken en schrijven, interesse voor de cultuur van Duitssprekende landen, bereidheid om naar de mening van anderen te luisteren, bereidheid om de eigen mening te uiten en verdedigen - indicatoren kwaliteit (DW3): de taal zo correct mogelijk spreken en schrijven, taken, toetsen en notities verzorgd en volledig, bereidheid om teksten kritisch te lezen of beluisteren, reflecteren op eigen houtje, werk behoorlijk verbeteren, aandacht, actief meewerken, op zelfstandige basis extra oefeningen maken, naar een inhaalles komen - indicatoren groen & gezond (DW4): zorg dragen voor de netheid van de omgeving (vloer, banken, …), werkmateriaal opruimen - indicatoren verantwoordelijkheid (DW4): bijdragen tot een goede klassfeer, de leiding durven nemen (groepswerk, projecttaak), zelf afspraken maken voor inhaaltoetsen en inhaallessen, afspraken naleven, uitleg durven vragen



Engels: verhouding kennis (woordenschat, grammatica, …) – vaardigheden (spreekvaardigheid, schrijfvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid): 50 % 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1 & DW 3): map (correcte indeling, volledige en handgeschreven notities, geen spellingfouten, algemene netheid), taak (huisstijl toepassen, op tijd afgeven, zorg), toets (huisstijl toepassen, behoorlijk verbeteren), handboek (gekaft); - indicatoren respect (DW1): naar de leerkracht toe (beleefdheid, de les niet verstoren, aandacht meewerken), naar de medeleerlingen toe (beleefdheid, openheid op andere meningen, verdraagzaamheid), naar de leeromgeving toe (schoolmateriaal, niet eten of drinken in de les, geen gsm gebruiken); - indicatoren openheid (DW2): bereidheid om Engels actief te gebruiken, interesse in de cultuur van Engelstalige landen, naar de mening van anderen luisteren, de eigen mening uiten en verdedigen; - indicatoren kwaliteit (DW3): de taal zo correct mogelijk spreken en schrijven, taken en toetsen en notities verzorgd en volledig, bereidheid teksten kritisch te lezen en beluisteren, reflecteren op eigen fouten en behoorlijk verbeteren van eigen werk, aandacht en actieve medewerking in de les, op zelfstandige basis extra oefeningen maken of naar de bijlessen komen; - indicatoren groen & gezond (DW4): zorg voor de netheid van de leeromgeving (vloeren, banken), materiaal opruimen;


-

indicatoren verantwoordelijkheid (DW4): bijdragen tot een goede klassfeer, leiding nemen, zelf afspraken maken voor een inhaaltoets of inhaalles, afspraken naleven, uitleg vragen.



Frans: verhouding kennis (toetsen, woordenschat, grammatica, …) – vaardigheden (spreekvaardigheid, schrijfvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid): 50 % 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): map (correcte indeling, volledig, handgeschreven, geen spellingfouten, netheid), taken (huisstijl, tijdig afgeven, zorg), toetsen (huisstijl, behoorlijk verbeterd), handboek (gekaft) - indicatoren respect (DW1 & DW3): tegenover de leerkracht (beleefdheid, de lessen niet verstoren, aandachtig meewerken), tegenover de medeleerlingen (beleefdheid, openstaan voor de mening van anderen), verdraagzaamheid tegenover de fouten van de medeleerlingen), tegenover de leeromgeving (schoolmateriaal, niet eten of drinken, geen gsm … in de klas) - indicatoren openheid (DW2): bereidheid om Frans te begrijpen, spreken en schrijven, interesse in de cultuur van Franssprekende landen, bereidheid om naar de mening van anderen te luisteren, bereidheid om de eigen mening te uiten - indicatoren kwaliteit (DW3): taal correct spreken en schrijven, taken, toetsen en notities verzorgd en volledig, teksten kritisch lezen en beluisteren, reflecteren op eigen fouten, werk behoorlijk verbeteren, aandacht en actieve medewerking, op zelfstandige basis extra oefeningen maken, naar inhaallessen komen - indicatoren verantwoordelijkheid (DW2 & DW4): bijdragen tot een goede klassfeer, leiding durven nemen, zelf afspraken maken voor een inhaaltoets of inhaalles, afspraken naleven, uitleg durven vragen - indicatoren groen & gezond (DW4): netheid van de leeromgeving (vloer, banken), materiaal opruimen



Fysica: verhouding kennis – vaardigheden:  2de graad: 80 % - 20 %  3de graad: 580 % - 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): notities zijn net, overzichtelijk, met een etiket en zonder graffiti, taken en toetsen zijn in huisstijl en afgegeven op het afgesproken moment, het handboek is gekaft en met een etiket, lat, ZRM, handboek en schrift bij - indicatoren respect (DW1): tegenover de leerkracht (beleefdheid, aandachtig meewerken), tegenover medeleerlingen (anderen met rust laten, luisteren als iemand anders spreekt - indicatoren openheid (DW4): luisteren naar de mening van een ander, interesse tonen voor het vak, niet te snel (ver)oordelen - indicatoren kwaliteit (DW3): goed meewerken in de les, inzet voor toetsen en taken, actief deelnemen aan groepswerk, nauwkeurig werken - indicatoren groen & gezond (DW2): niet eten en drinken in de klas, geen afval achterlaten, niet op de bank schrijven, niet kauwen, geen GSM in de klas, aandacht opbrengen voor duurzame oplossingen in wetenschappelijke en technische dossiers



Fysio: verhouding kennis – vaardigheden: 80 % - 20 %


attitudes: - indicatoren zorg (DW2 & DW4): cursusmap kwalitatief bijhouden en gebruiken, afwezige leerlingen helpen bij het inhalen van gemiste leerstof - indicatoren respect (DW2 & DW3): in gedrag en houding aandacht, rust, beleefdheid, openheid, volgzaamheid, verdraagzaamheid en vergevingsgezindheid tonen, hiërarchische verhoudingen inzien en respecteren, collectief en democratisch gekozen initiatieven steunen, empathie vertonen, naleven van gedragsregels, materiaal en infrastructuur respectvol gebruiken - indicatoren kwaliteit (DW4): in afgeleverd werk stiptheid, volledigheid, bondigheid, correctheid, duidelijkheid, netheid, leesbaarheid, doeltreffendheid, recentheid tonen, reflecteren op eigen kwaliteit om fouten te verbeteren - indicatoren groen & gezond (DW3): zorg voor netheid van de leeromgeving (klas, campus, EMA’s) met zin voor opruimen, vermijden en bestrijden van zwerfvuil, erkennen van reële gevaren (zoals actief en passief roken) - indicatoren verantwoordelijkheid (DW1): bijdragen tot goede klassfeer, communicatieve en positief assertieve houding bezitten, leiding durven nemen bij opdrachten, afspraken naleven, uitleg durven vragen, een zelfstandige leerhouding vertonen, spontaan extra-taken maken 

Geschiedenis & kunstgeschiedenis: verhouding kennis – vaardigheden: 50 % - 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): map (opgelegde indeling, netheid, alle notities bij zich hebben), taken tijdig inleveren, handboek (steeds bij zich hebben, actief gebruiken), voldoende cursusbladen en toetsbladen bij zich hebben, na afwezigheid agenda en notities bijwerken, geen gebruik van GSM e.a. - indicatoren respect (DW3): beleefdheid tegenover de leerkracht, de les niet verstoren, aandachtig meewerken, niet te laat komen zonder geldige reden, beleefdheid tegenover medeleerlingen, openstaan voor de mening van anderen, verdraagzaamheid voor de fouten van medeleerlingen - indicatoren openheid (DW2): actief spreken en schrijven, waardering opbrengen voor ontvoogding, bereidheid om waarden en normen uit het verleden te bestuderen, interesse in het verleden, bereidheid om naar de mening van anderen te luisteren, bereidheid om de eigen mening te uiten en verdedigen - indicatoren kwaliteit (DW4): het verleden zo correct mogelijk bestuderen en kritisch bekijken, bereidheid om bronnen kritisch te lezen en bestuderen, reflecteren op eigen fouten, eigen werk behoorlijk verbeteren, de les aandachtig en actief volgen - indicatoren groen & gezond (DW ): zorgen voor de netheid van de leeromgeving, materiaal opruimen, na de les de leeromgeving net achterlaten



Hotel TSO: verhouding kennis – vaardigheden:  TV: 80 % – 20 %  PV: 60 % - 40 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1 & DW2): in orde zijn met voorkomen, kledingvoorschriften opvolgen, cursus en vakmateriaal in orde, zin voor stijl, bescheidenheid, zelfkritiek, verzorgd Nederlands taalgebruik - indicatoren openheid (DW2): creativiteit, durf, persoonlijkheid, assertiviteit, openstaan voor andere meningen, actief participeren - indicatoren respect (DW3): omtrent de multiculturele samenleving, omtrent de etiquetteregels, omtrent de materialen en grondstoffen, tegenover


-

leerkrachten, tegenover de medeleerlingen, tegenover de gasten; ondermeer kledingvoorschriften opvolgen indicatoren kwaliteit (DW4): teamwerk, inzet optimaliseren, leren uit eigen fouten, kledingvoorschriften opvolgen indicatoren groen & gezond (DW3): sorteren van afval, voorschriften opvolgen omtrent hygiëne, onderhoud, materiaal, werkruimten en veiligheid, zich inspannen voor een gezonde levenshouding



Keuken BSO: verhouding kennis – vaardigheden: 60 % - 40 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): alle materiaal (agenda, werkschrift, specifieke kledij, messen, schrijfgerief) volledig in orde en bij zich hebben, taken en toetsen (op toetspapier van onze school, tijdig afgeven en verzorgd), handboek in ringmap - indicatoren respect (DW1): tegenover de leerkracht (beleefdheid, positieve medewerking, openstaan voor open aanmerkingen), tegenover de gasten (correct, beleefd, klantvriendelijk, gastvrij), tegenover medeleerlingen (beleefd en correct, openstaan voor kritiek, werken in teamverband), tegenover de leeromgeving (respect het materiaal en de grondstoffen), kledingvoorschriften opvolgen - indicatoren openheid( DW3): luisteren naar de overste in zaal- of keukenbrigade, openstaan voor open aanmerkingen (van je overste, van de gasten, van een externe verantwoordelijke tijdens stage of leeruitstap), bereid tot werken in teamverband, streven naar verantwoord gedrag en initiatief (3 de graad), openstaan voor de tekorten bij collega’s (3de graad) - indicatoren kwaliteit (DW2 & DW4): gasten op een correct, beleefde en klantvriendelijke manier ontvangen, juist taalgebruik, taken en toetsen verzorgd, volledig en tijdig afgeven, bereidheid om open aanmerkingen te aanvaarden, evaluatiegesprekken (3de graad) aanvaarden, constructieve en vlotte samenwerking in de brigade, naleven van alle HACCP-normen en kledingvoorschriften - indicatoren groen & gezond (DW2): naleven van alle HACCP-normen, ondermeer zorg dragen voor het opruimen en het onderhoud, respect opbrengen voor de milieunormen, sorteren van gebruikte grondstoffen en voedingswaren, adequaat omgaan met reinigingsmiddelen en onderhoudsproducten - indicatoren verantwoordelijkheid (DW3 & DW4): bijdragen aan een goede groepssfeer, leiding en verantwoordelijkheid opnemen (3de graad), open aanmerkingen aanvaarden, afspraken nakomen, initiatief nemen, inspelen op de vragen en behoeften van de gasten



Levensbeschouwelijke vorming: Zoals wetteliijk bepaald, wordt de evaluatie van de verschillende vakken levensbeschouwelkijke vorming bepaald door de betreffende inspecties van deze vakken.



Natuurwetenschappen: verhouding kennis – vaardigheden: 60 % - 40 % attitudes - indicatoren zorg (DW1): notities zijn net, overzichtelijk, met een etiket en zonder graffiti, taken en toetsen zijn in huisstijl en afgegeven op het afgesproken moment, het handboek is gekaft en met een etiket, lat, ZRM, handboek en schrift bij


-

-

indicatoren respect (DW3): tegenover de leerkracht (beleefdheid, aandachtig meewerken), tegenover medeleerlingen (anderen met rust laten, luisteren als iemand anders spreekt indicatoren openheid (DW4): luisteren naar de mening van een ander, interesse tonen voor het vak, niet te snel (ver)oordelen indicatoren kwaliteit (DW3): goed meewerken in de les, inzet voor toetsen en taken, actief deelnemen aan groepswerk, nauwkeurig werken indicatoren groen & gezond (DW2): niet eten en drinken in de klas, geen afval achterlaten, niet op de bank schrijven, niet kauwen, geen GSM in de klas, aandacht opbrengen voor duurzame oplossingen in wetenschappelijke en technische dossiers



Nederlands: verhouding kennis – vaardigheden: 50 % - 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): de agenda lezen op Smartschool (in KTA), notities op orde houden, taken tijdig inleveren, handboeken kaften, na afwezigheid de leerstof inhalen, zorg dragen voor spreken en schrijven - indicatoren respect (DW1 & DW3): luisteren naar de leerkracht, luisteren naar elkaar, de les niet verstoren, beleefdheid, verdraagzaamheid, respect hebben voor de leeromgeving, geen schuttingtaal gebruiken - indicatoren kwaliteit (DW3): standaardtaal gebruiken, correct schijven en spreken, een correcte spelling hanteren, reflecteren op eigen fouten, werk behoorlijk verbeteren, aandacht en actief meewerken in de les, bereidheid om inhaallessen te volgen - indicatoren groen & gezond (DW4): niet snoepen in gangen of lokalen - indicatoren openheid (DW2): op een beleefde manier een mening uiten, deelnemen aan discussies, openstaan voor ideeën en meningen van anderen, openstaan voor alle tekstsoorten, bereidheid om Nederlands als standaardtaal te gebruiken, openstaan voor cultuuruitingen - indicatoren verantwoordelijkheid (DW 4): bijdragen tot een goede klassfeer, zich houden aan afspraken, leiding durven nemen, zelf afspraken maken voor inhaaltoetsen en –lessen, uitleg durven vragen bij de leerstof



PAV: verhouding kennis – vaardigheden: 20 % – 80 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1 & DW3): map ordelijk (duidelijke afbakening van thema’s), rapportering van opzoekwerk met zorg (zowel mondeling als schriftelijk), taken tijdig inleveren, opdrachten stipt uitvoeren - indicatoren respect (DW1 & DW3): voor de leerkracht, voor de medeleerlingen, gepaste houding en taalgebruik, gepast hanteren van didactisch materiaal (ondermeer ICT), actief deelnemen aan groepsgesprek, aandachtig de les volgen - indicatoren openheid (DW1 & DW3): luisteren naar de standpunten van anderen, een eigen standpunt durven innemen en verdedigen, geen vooringenomenheid tegenover andere culturen - indicatoren kwaliteit (DW2 & DW4): degelijk gedocumenteerde themamapjes, correct en stijlvol taalgebruik, nauwkeurigheid en zorgzaamheid (bij invullen van formulieren, schrijven van brieven), initiatief nemen tot het uitwerken van thema’s - indicatoren groen & gezond (DW2 & DW4): klaslokaal net achterlaten, bijdragen tot een net schooldomein


-

indicatoren verantwoordelijkheid (DW2 & DW4): afspraken en engagementen nakomen, deadlines respecteren, behoorlijk gedrag tijdens EMA’s



Restaurantpraktijk BSO: verhouding kennis – vaardigheden: 60 % - 40 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): alle materiaal (agenda, werkschrift, specifieke kledij, messen, schrijfgerief) volledig in orde en bij zich hebben, taken en toetsen (op toetspapier van onze school, tijdig afgeven en verzorgd), handboek in ringmap - indicatoren respect (DW1): tegenover de leerkracht (beleefdheid, positieve medewerking, openstaan voor open aanmerkingen), tegenover de gasten (correct, beleefd, klantvriendelijk, gastvrij), tegenover medeleerlingen (beleefd en correct, openstaan voor kritiek, werken in teamverband), tegenover de leeromgeving (respect het materiaal en de grondstoffen), kledingvoorschriften opvolgen - indicatoren openheid( DW3): luisteren naar de overste in zaal- of keukenbrigade, openstaan voor open aanmerkingen (van je overste, van de gasten, van een externe verantwoordelijke tijdens stage of leeruitstap), bereid tot werken in teamverband, streven naar verantwoord gedrag en initiatief (3 de graad), openstaan voor de tekorten bij collega’s (3de graad) - indicatoren kwaliteit (DW2 & DW4): gasten op een correct, beleefde en klantvriendelijke manier ontvangen, juist taalgebruik, taken en toetsen verzorgd, volledig en tijdig afgeven, bereidheid om open aanmerkingen te aanvaarden, evaluatiegesprekken (3de graad) aanvaarden, constructieve en vlotte samenwerking in de brigade, naleven van alle HACCP-normen en kledingvoorschriften - indicatoren groen & gezond (DW2): naleven van alle HACCP-normen, onder meer zorg dragen voor het opruimen en het onderhoud, respect opbrengen voor de milieunormen, sorteren van gebruikte grondstoffen en voedingswaren, adequaat omgaan met reinigingsmiddelen en onderhoudsproducten - indicatoren verantwoordelijkheid (DW3 & DW4): bijdragen aan een goede groepssfeer, leiding en verantwoordelijkheid opnemen (3de graad), open aanmerkingen aanvaarden, afspraken nakomen, initiatief nemen, inspelen op de vragen en behoeften van de gasten, naleven van alle voorschriften inzake HACCP en kleding



Sport: verhouding kennis – vaardigheden: 0% - 100 % attitudes: - indicatoren openheid (DW 4): zelfstandig werken, in groep kunnen werken - indicatoren kwaliteit (DW2): sportieve uitstraling, inzet, interesse - indicatoren respect (DW3): voor zichzelf, voor de leerkracht, voor medeleerlingen, voor materiaal, voor leeromgeving - indicatoren zorg (DW1): zich houden aan de afgesproken vestimentaire regels, medeleerlingen veilig helpen - indicatoren groen & gezond (DW 2): oog hebben voor persoonlijke hygiëne en gezonde levensstijl, zorg voor materiaal en leeromgeving - indicatoren verantwoordelijkheid (DW4): engagement om de lessen vlot en correct te laten verlopen, initiatief nemen



Toegepaste economie: verhouding kennis – vaardigheden: 60 % - 40 % attitudes:


-

-

-

indicatoren zorg: cursusmateriaal ordenen volgens de richtlijnen, notities volledig en handgeschreven opgenomen in het werkboek, taken, toetsen en lesnotities verzorgd en netjes afgeven indicatoren kwaliteit: het nodige lesmateriaal bijhebben, klasopdrachten, huistaken en toetsen ernstig en grondig voorbereiden en uitvoeren indicatoren respect: beleefdheid tegenover leerkrachten en medeleerlingen, geen denigrerende opmerkingen over het anders zijn van medeleerlingen, de hand opsteken alvorens het woord te nemen, de leerkracht en de medeleerlingen laten uitspreken zonder onderbreken indicatoren openheid: geen racistische of seksistische (of andere discriminerende) uitspraken, openstaan voor de mening van medeleerlingen indicatoren verantwoordelijkheid: spontaan om uitleg vragen, na een afwezigheid zelf contact nemen met de leerkracht om lessen bij te werken of toetsen en taken in te halen



Toegepaste biologie: verhouding kennis – vaardigheden: 50 % - 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): notities zijn net, overzichtelijk, met een etiket en zonder graffiti, taken en toetsen zijn in huisstijl en afgegeven op het afgesproken moment, het handboek is gekaft en met een etiket, lat, ZRM, handboek en schrift bij - indicatoren respect (DW1): tegenover de leerkracht (beleefdheid, aandachtig meewerken), tegenover medeleerlingen (anderen met rust laten, luisteren als iemand anders spreekt - indicatoren openheid (DW4): luisteren naar de mening van een ander, interesse tonen voor het vak, niet te snel (ver)oordelen - indicatoren kwaliteit (DW3): goed meewerken in de les, inzet voor toetsen en taken - indicatoren groen & gezond (DW2): niet eten en drinken in de klas, geen afval achterlaten, niet op de bank schrijven, niet kauwen, geen GSM in de klas



Toegepaste chemie: verhouding kennis – vaardigheden: 50 % - 50 % attitudes: - indicatoren zorg (DW1): notities zijn net, overzichtelijk, met een etiket en zonder graffiti, taken en toetsen zijn in huisstijl en afgegeven op het afgesproken moment, het handboek is gekaft en met een etiket, lat, ZRM, handboek en schrift bij - indicatoren respect (DW1): tegenover de leerkracht (beleefdheid, aandachtig meewerken), tegenover medeleerlingen (anderen met rust laten, luisteren als iemand anders spreekt - indicatoren openheid (DW4): luisteren naar de mening van een ander, interesse tonen voor het vak, niet te snel (ver)oordelen - indicatoren kwaliteit (DW3): goed meewerken in de les, inzet voor toetsen en taken - indicatoren groen & gezond (DW2): niet eten en drinken in de klas, geen afval achterlaten, niet op de bank schrijven, niet kauwen, geen GSM in de klas



Toegepaste informatica en Dactylo: verhouding kennis – vaardigheden: - in informatica:  3 ASO: DW1 & DW2: kennis 40 % - vaardigheden 60 % DW3 en DW4: kennis 60 % - vaardigheden 40 %


4 ASO: DW1 & DW2: kennis 60 % - vaardigheden 40 % DW3 en DW4: kennis 40 % - vaardigheden 60 % - in toegepaste informatica: 40 % - 60 % attitudes: - indicatoren respect (DW1 & DW2): materiaal, ten overstaan van medeleerlingen, ten overstaan van de leerkracht - indicatoren kwaliteit (DW3 & DW4): aandacht bij de les hebben, leren uit eigen fouten, medeleerlingen helpen 



Toerisme: verhouding kennis – vaardigheden (gidsen, presentaties, ICT, verkoopsgesprekken, onthaal): 80 % - 20 % attitudes: - indicatoren kwaliteit (DW3): de leerstof beheersen, cursus, tests en taken zijn verzorgd en volledig, kritisch lezen, nadenken over gemaakte fouten, bereidheid tot verbeteren, actieve medewerking, meerdere informatiekanalen raadplegen - indicatoren zorg (DW4): zorg voor presentaties, gidsbeurten en onthaalopdrachten, volledigheid en netheid van cursussen, taken verzorgd en tijdig afgeven, toetsen leesbaar schrijven, verzorgd uiterlijk en correcte kleding tijdens onthaal, stages en uitstappen - indicatoren groen & gezond (DW2): bijdragen aan een nette leeromgeving, afval opruimen, niet roken - indicatoren openheid (DW1): zoveel mogelijk van de wereld willen kennen, interesse in kunst en cultuur, luisteren naar anderen - indicatoren respect (DW3): beleefdheid, openstaan voor andere meningen, verdraagzaamheid, respect voor materiaal en leeromgeving - indicatoren verantwoordelijkheid (DW4): bijdragen tot een goede klassfeer, leiding durven nemen (groepswerk, daguitstap), alle afspraaktijdstippen nakomen, uitleg durven vragen



Wiskunde: verhouding kennis – vaardigheden (= “kan de leerling zich organiseren met netrekking tot het vak”): in ASO 90 % - 10 %, in TSO 80 % - 20 % attitudes: - indicatoren kwaliteit: huistaken tijdig en volledig uitvoeren, het nodige materiaal bij zich hebben, reflecteren op eigen kunnen - indicatoren zorg (zeker in DW1 & DW3): notities overzichtelijk en volledig invullen, na afwezigheid de notities onmiddellijk aanvullen - indicatoren openheid: actief meewerken in de les, spontaan extra-oefeningen maken - indicatoren respect: de les niet storen door ongepast gedrag, aandacht meewerken, geen GSM of mediadragers gebruiken, verdraagzaamheid tgo. andere leerlingen, respect voor leslokaal en schoolmateriaal, niet eten of drinken tijdens de les, de leerling sluit bij het belsignaal zijn cursus niet vooraleer de leerkracht de les heeft afgerond - indicatoren verantwoordelijkheid: dagelijks Smartschool nakijken, zelf een afspraak maken bij de leerkracht voor inhaaltoetsen en/of bijlessen, uitleg durven vragen, na afwezigheden onmiddellijk notities aanvullen - indicatoren groen & gezond: het klaslokaal en de leeromgeving netjes houden, het klaslokaal weer op orde brengen bij het verlaten ervan



GIP: Zie specifieke GIP-bundels Voeding, Sport en Toerisme.


Bovenstaande lijsten van gedragsindicatoren zijn niet exhaustief of limitatief. (Zie ook begeleidende brief bij rapporten)


Bijlage 2: CLB en de rechten en plichten van ouders en leerlingen

1. CLB Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding van het GO! CLB De Ring werkt samen met jouw school. Het adres van ons CLB: Willamekaai 19 1500 Halle 02 /356.38.58 Directeur: Anne Wilaert CLB Zijp 14-16 1780 Wemmel 0475 / 42 01 37 http://www.go-clb.be/ De teamleden die onze school bedienen zijn de volgende

Voornaam (Naam) Ann Grillaert Ruth Stragier Stefanie Neukermans Sylviane Dierickx

Functie arts Maatschappelijk werker Paramedisch werker Psychopedagisch werker

Telefoonnummer

Mailadres

02/4532380

[email protected]

2. Wat doet een centrum voor leerlingenbegeleiding? Samen met de school willen we ervoor zorgen dat je je goed voelt op school en daarbuiten. Zo willen we je slaagkansen verhogen. Niet alleen op school, maar ook in het latere leven. Hoe we dit willen bereiken, lees je in de hele tekst. Maar onthoud alvast deze werkingsprincipes:  Alle personeelsleden van het CLB moeten het beroepsgeheim respecteren  Het CLB heeft een deontologische code  Bij de uitvoering van haar opdracht moet het CLB zich houden aan het ‘Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp’  Het CLB werkt onafhankelijk, gratis en discreet. En …  … jouw belang staat altijd centraal!


3. Werkingsprincipes In onze samenwerking met je school, je ouders én met jou moeten we met een aantal principes rekening houden. Principes noemt men ook wel grondbeginselen of stelregels. We kijken even naar de volledige ‘Mission Statement’. Ook zeggen we je waar je meer informatie kunt vinden over het beroepsgeheim, de deontologische code voor CLB, het ‘Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp’ en de ‘Privacywet’.

3.1 Mission statement Alle principes waaraan de CLB’s zich houden staan opgesomd in een document. Dat document noemen we de ‘Mission statement’. Je vindt het op het internet: 

www.ond.vlaanderen.be/clb → [CLB-medewerker] → [Organisatie van het CLB] → [Mission Statement]

Maar laat het maar even liggen. We vertalen het begrijpelijk doorheen de hele tekst. Ook zeggen we je vaak waar meer makkelijke informatie staat.

3.2 Decreet Rechtspositie Minderjarige in de Jeugdhulp Minderjarigen hebben rechten in de jeugdhulp, zoals recht op inspraak, recht op informatie,… Deze rechten vind je allemaal terug in het Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp van 7 mei 2004. Meer informatie vind je in de volgende brochures:  “Je rechten tijdens onze begeleiding” (voor leerlingen) [Bijlage 1: “Je rechten tijdens onze begeleiding” (voor leerlingen)]  “Decreet Rechtspositie van de Minderjarige in de Integrale Jeugdhulp: Een gids voor ouders.” [Bijlage 2: “Decreet Rechtspositie van de Minderjarige in de Integrale Jeugdhulp: Een gids voor ouders.” ]

3.3 Deontologische code CLB CLB-medewerkers moeten zich aan een deontologische code houden. De deontologische code omvat regels en richtlijnen. Elk CLB-personeelslid gebruikt ze om tijdens zijn werk professioneel te handelen. De volledige ‘Deontologische code voor de CLB-medewerker’ vind je op het internet. 

www.ond.vlaanderen.be/clb → [CLB-medewerker] → [Organisatie van het CLB] → [Deontologische code]

3.4 BeroePsgeheim Alle personeelsleden van het CLB moeten het beroepsgeheim respecteren. Dit wil zeggen dat ze de dingen die over jou gaan vertrouwelijk moeten behandelen. Ze


mogen dus zeker niet zomaar informatie over jou met iemand delen. Het kan gebeuren dat de CLB-medewerker toch zijn beroepsgeheim doorbreekt omdat je in gevaar bent. Hij zal dit echter nooit doen zonder jou daarover te informeren en je daarbij te betrekken.

4. Begeleiding en schoolondersteuning Het CLB werkt op verschillende manieren voor de leerlingen. Een deel van ons werk is echt ‘begeleiden’. Hierbij ‘begeleiden’ we één of meerdere leerlingen. In CLB-taal zijn er twee soorten begeleiding:  De vraaggestuurde begeleiding  De verplichte begeleiding Een andere taak van het CLB is de school te ondersteunen. Over schoolondersteuning vind je verder in deze tekst meer informatie. De school en het CLB maken afspraken over hun samenwerking in een afsprakennota.

5. Vraaggestuurde begeleiding 5.1 Wat betekent vraaggestuurde begeleiding? Een deel van onze begeleiding is vraaggestuurd. Vraaggestuurd betekent dat jij, je ouders of de school een vraag stellen. Soms wachten we die vraag ook niet af. Dan doen we zelf al een voorstel tot begeleiding. Dit doen we als we bijvoorbeeld uit een gesprek met de school merken dat je bijvoorbeeld leermoeilijkheden hebt of niet goed in je vel zit. De vraaggestuurde begeleiding is een ‘vrijwillige’ begeleiding. We moeten hier toestemming voor krijgen. We gebruiken hierbij de volgende vuistregel:  Ben je zelf 12 jaar of ouder én word je bekwaam geacht? Dan geef je zelf toestemming..  Ben je jonger dan 12 jaar? Dan moeten je ouders toestemming geven. Voor meer informatie over bekwaamheid kun je terecht bij de CLB-medewerker.

5.2 Voor welke vragen kun je zoal bij ons terecht? Het CLB werkt rond vier grote thema’s. De vragen van leerlingen, ouders of school hebben hiermee te maken. We sommen ze even op en geven ook een extra woordje uitleg. 

 

Leren en studeren Bij het CLB kun je terecht met vragen over je studiemethode, een diagnose van een leerstoornis of informatie hierover (bv. dyslexie), gesprekken over je studiemotivatie, … Onderwijsloopbaan Het CLB geeft bv. uitleg over studierichtingen en helpt je bij het kiezen. Preventieve gezondheidszorg Preventieve gezondheidszorg ken je het best van de ‘medische onderzoeken’. Wat je misschien minder weet is dat je ook bij ons terecht kunt met gevoelige vragen over veilig vrijen, eetproblemen, enz.




Psychisch en sociaal functioneren Heb je het momenteel moeilijk door problemen thuis? Voel je je niet goed in je vel? Heb faalangst? Je kunt er mee bij ons terecht.

Uiteraard kun je ook voor andere vragen bij ons aankloppen.

5.3 Hoe ziet onze begeleiding eruit? Handelingsgericht! Zoals gezegd, houden wij rekening met onze werkingsprincipes. Bij onze begeleiding werken wij ‘handelingsgericht’. Ook hier gaan we uit van een ‘aantal principes’. We geven twee voorbeeldjes: - We houden er altijd rekening mee dat een probleem (én het vinden van een oplossing!) niet ‘bij de leerling alleen’ ligt. We bekijken ook wie uit jouw omgeving hulp kan bieden: school, gezin, vrienden, … - We gaan ook na wat er goed loopt. Zo vinden we ook makkelijker oplossingen. Binnen een begeleiding doorlopen we altijd een aantal ‘fasen’, zoals bijvoorbeeld een ‘intakefase'. Op die manier bieden we een goede structuur en vergeten we niets. Zo komen we makkelijk tot een goede samenwerking. We werken ook volgens de principes van een zorgcontinuüm. Hierbij gaan we ervan uit dat we de ‘minst ingrijpende hulp’ moeten aanbieden. We gaan na welke hulp jou het meest kan vooruithelpen. Enkele voorbeelden:  Je zit niet goed in je vel. Soms is het nodig dat we je doorverwijzen naar een externe dienst, zoals een centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Soms kunnen gesprekken op school al voldoende zijn.  Je hebt lees- en spellingmoeilijkheden. Soms gaan we met de school in overleg en zal zij je andere leerstof geven of ‘bijwerken’. Soms zal het nodig zijn dat je begeleid wordt door een externe logopedist of iemand anders. Soms is een diagnose voor dyslexie nodig. … Meer informatie over het handelingsgericht werken en over handelingsgericht diagnostiek vind je op het internet:  www.prodiagnostiek.be → [Denkkaders en begrippen] → [Handelingsgericht werken]  www.prodiagnostiek.be → [Denkkaders en begrippen] → [Handelingsgericht diagnosticeren]

6. Verplichte begeleiding Sommige vormen van begeleiding zijn verplicht. Dit betekent dat medewerking van jou, je ouders en/of de school verreist is. Het gaat hier om taken in verband met:  preventieve gezondheidszorg  leerplichtbegeleiding Ook in deze begeleiding gaan we handelingsgericht te werk.

7. Leerplichtbegeleiding Begeleiding in het kader van de controle op de leerplicht


De overheid wil dat alle leerplichtige kinderen naar school gaan, tenzij ze huisonderwijs volgen. De overheid wil niet dat leerlingen ‘ongewettigd’ van school blijven. Meer informatie over gewettigde afwezigheden vond je al op een andere plaats in het schoolreglement. De overheid verplicht CLB’s, minderjarige leerlingen en hun ouders om samen te werken bij schoolverzuim. Wij kunnen je echter niet verplichten om naar school te komen. Wel willen wij samen met jou (en je ouders, school, …) uitzoeken waarom je niet naar school komt. Misschien loopt het thuis niet zo goed. Misschien wil je een andere studierichting. Misschien kun je het niet zo goed vinden met een leerkracht of met medeleerlingen. … Daar proberen we dan samen een oplossing voor te vinden.

8. Schoolondersteuning Een ander deel van ons werk is de school te ondersteunen. Hierbij werken we voor groepen leerlingen, bijvoorbeeld een klas. Soms ook voor alle leerlingen van de school. Zo helpen we de school om haar leerlingenbegeleiding zo goed mogelijk uit te bouwen. Dat doen we bijvoorbeeld door haar te helpen bij het gezondheidsbeleid op school. Maar ook door bijvoorbeeld informatie over studierichtingen aan groepen van leerlingen te geven. De schoolondersteuning kan ook gaan over de thema’s ‘leren en studeren’, ‘onderwijsloopbaan’, ‘preventieve gezondheidszorg’ en ‘psychisch en sociaal functioneren’.

9. Preventieve gezondheidszorg Alle ‘medische ‘taken van het CLB noemen we ‘Preventieve Gezondheidszorg’. Je vindt er hier meer informatie over. De preventieve gezondheidszorg wil de gezondheid, groei en ontwikkeling bewaken, bevorderen en beschermen. Een goede gezondheid is belangrijk voor een vlotte schoolloopbaan. Een van de manieren waarop een CLB dit doet, zijn de medische onderzoeken die met een vaste regelmaat worden uitgevoerd. Meewerken aan deze onderzoeken is verplicht. Zo staat het in de wet neergeschreven. We maken een onderscheid tussen eerder uitgebreide onderzoeken en kleinere korte onderzoeken

9.1 Verplichte medische onderzoeken = algemene en gerichte consulten ALGEMENE EN GERICHTE CONSULTEN Aan een aantal medische onderzoeken ben je verplicht om deel te nemen. Het gaat hier om de ‘algemene consulten’ en de ‘gerichte consulten’.  

Algemene consulten: deze onderzoeken ken je het best als ‘de grote medische onderzoeken’. Ze vinden plaats op het CLB. Dat kan soms ook op een andere plaats met ‘een medisch circuit’ zijn. Gerichte consulten: deze onderzoeken zijn ‘de minder grote medische onderzoeken’. Hierbij controleren we slechts enkele gezondheidsaspecten. De gerichte consulten kunnen op school of in het CLB plaatsvinden.

De deelname aan deze onderzoeken is door de overheid verplicht.


Doel van het onderzoek is je groei en ontwikkeling op te volgen en die aspecten van je gezondheid te controleren die belangrijk zijn om te groeien, te ontwikkelen en te leren . Via deze onderzoeken willen we problemen vaststellen die bij de huisarts / gewone dokter niet systematisch worden gecontroleerd. Bijvoorbeeld: een te laag gewicht, een gehoordaling, een verminderd zicht (slechter zien), ... Als wij ze tijdig vaststellen, kunnen we samen erger voorkomen. Even belangrijk voor ons is of een kind zich lekker voelt in zijn vel (psychosociale ontwikkeling) Meer informatie over deze algemene en gerichte consulten vind je ook op het internet:  www.ond.vlaanderen.be/clb → [Ik ben CLB-medewerker] → [Thema’s] → [Preventieve gezondheidszorg] → [Medische consulten]

AANWEZIGHEID OUDERS BIJ DE MEDISCHE ONDERZOEKEN We hebben graag dat ouders de onderzoeken van hun kinderen in het kleuteronderwijs bijwonen. Dat geldt zowel voor het gewoon als voor het buitengewoon kleuteronderwijs. VERZET TEGEN ONDERZOEK DOOR EEN BEPAALDE ARTS VAN HET CLB  Het kan gebeuren dat het niet klikt tussen jou en een arts van het CLB. In dat geval mag je zelf ‘verzet aantekenen’ tegen het onderzoek als je 12 jaar of ouder bent. Ben je jonger dan 12, dan moeten je ouders het verzet aantekenen.  Je ouders of jijzelf laten dit weten aan het CLB en dat kan enkel met een aangetekende brief aan de directeur van het CLB. Je kunt ‘het verzet’ ook persoonlijk afgeven op het CLB. In het laatste geval krijg je een ontvangstbewijs. De brief moet gedateerd en ondertekend zijn!  Dit verzet heeft wel enkele gevolgen: o Je moet het onderzoek door een andere arts laten uitvoeren  Ofwel een andere arts van ons CLB  Ofwel een andere arts van een ander CLB naar keuze  Ofwel een andere arts die geen CLB-arts is. Deze arts moet wel over het juiste bekwaamheidsbewijs beschikken, het diploma master na master in de jeugdgezondheidszorg. o Het onderzoek moet plaatsvinden:  Ofwel binnen de 90 kalenderdagen na het versturen van de aangetekende brief  Ofwel binnen de 90 kalenderdagen na het afgeven van de brief op het CLB o Als het onderzoek uitgevoerd wordt door een arts van een ander CLB of een arts die geen CLB-arts is, dan moeten de gegevens binnen de vijftien dagen na het onderzoek aan het CLB bezorgd worden. o Als het onderzoek door een arts wordt uitgevoerd die geen CLB-arts is, dan zijn de kosten van het onderzoek voor jou en je ouders. o Welke aspecten van je gezondheid, groei en ontwikkeling door de andere arts moeten worden onderzocht is te raadplegen op http://www.ond.vlaanderen.be/clb/CLBmedewerker/Verplicht_consulten.htm . Hier ook het model van verslaggeving voor de arts die het onderzoek dan uitvoert Soms tekenen leerlingen of ouders verzet aan. Ze laten dan het onderzoek elders uitvoeren. We raden dit verzet stellig af: het vraagt een hele procedure voor jou, medeleerlingen van je klas zitten met vragen, … Als je je niet goed voelt bij het


onderzoek is het beter om er eerst met ons over te praten. Misschien vinden we samen wel een oplossing waar jij je goed bij voelt.

9.2 Profylactische maatregelen ‘Profylactische maatregelen’ zijn ‘Maatregelen om de verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen’. Je bent verplicht om hieraan mee te werken. Wanneer bij leerlingen een besmettelijke ziekte wordt vastgesteld, zal het CLB via de school het nodige doen om verspreiding hiervan te voorkomen of te beperken. Het zal de bevoegde instanties hiervan op de hoogte brengen. Die instanties richten zich niet zozeer tot jou als persoon. Wel willen ze mee helpen voorkomen dat nog meer leerlingen ziek worden. Ouders en school zijn verplicht mee te werken aan deze profylactische maatregelen. De lijst van besmettelijke ziekten waarvoor profylactische maatregelen van toepassing zijn vind je hier terug. [Bijlage 3: De lijst van besmettelijke ziekten waarvoor profylactische maatregelen van toepassing zijn vind je hier terug ]

Meer informatie over de profylactische maatregelen vind je ook op het internet.  www.ond.vlaanderen.be/clb → [Ik ben CLB-medewerker] → [Thema’s] → [Preventieve Gezondheidszorg] → [Profylactische maatregelen]

9.3 Vaccinaties De medische onderzoeken zijn een goede gelegenheid om je vaccinatiestatus na te kijken. Hierdoor weten we welke vaccinaties je al hebt ontvangen en welke je nog moet ontvangen. De meeste vaccinaties zijn niet verplicht. Enkel de vaccinatie tegen polio is verplicht. Over de toestemming voor vaccinatie beslissen in beginsel de ouders. Een minderjarige handelingsbekwame leerling mag zelf deze toestemming geven. Meer informatie over de toestemming voor vaccinatie vind je ook op het internet. 

www.vwvj.be → [Vaccinatie] → [Vragen van CLB] → [Vragen van CLB i.v.m. de toestemming tot vaccineren] → [4. Wie kan schriftelijk toestemmen voor vaccinatie? Kan een leerling dat?] (onderaan de pagina)

JONGER DAN 18 JAAR?  

10

We informeren eerst jou en je ouders10 over het soort vaccinatie en het doel ervan. We vaccineren pas wanneer we schriftelijke toestemming hebben gekregen. Deze toestemming kan men voor verschillende vaccinaties tegelijk geven en blijft dan maximaal twee jaar geldig. Over wie de toestemming tot vaccinatie mag geven: zie 9. Vaccinaties.

Of in sommige gevallen: de voogd of de persoon die de minderjarige leerling onder zijn hoede heeft.


 

We houden jou en je ouders schriftelijk van de vaccinatiestatus op de hoogte. Dit doen we op verzoek. Als jij of je ouders erom vragen, geven we de gegevens ook door aan de behandelende arts.

18 JAAR OF OUDER? JIJ BESLIST ZELF 

We informeren je rechtstreeks. We hebben jouw schriftelijke toestemming nodig. We houden je persoonlijk op de hoogte en sturen de gegevens pas na jouw goedkeuring door naar de arts.

Meer informatie over de vaccinaties vind je ook op het internet: 

www.ond.vlaanderen.be/clb → [Ik ben CLB-medewerker] → [Thema’s] → [Preventieve Gezondheidszorg] → [Vaccinatiecampagne]

9.4 Individueel onderzoek We kunnen ook een niet-verplicht individueel onderzoek uitvoeren. Dan onderzoeken we jou alleen. Dit kan in de volgende gevallen: 1) We doen nazorg na een consult. 2) We onderzoeken je op jouw eigen vraag, van de school of van je ouders. 3) We doen dit omdat we als CLB denken dat dit echt nodig is.

10. Multidisciplinair dossier Hier vind je meer informatie over je dossier. Officieel heet dat het multidisciplinair dossier. We geven de belangrijkste puntjes weer. Jij of je ouders kunnen zeker meer informatie vinden via het internet: 

www.ond.vlaanderen.be/wetwijs → [zoek via een lijst met zoekwoorden] … klik op letter [M] → [multidisciplinair dossier (clb)] → [Omzendbrief CLB/2008/02 van 18/11/2008]

Voor meer informatie kun zeker ook terecht bij je eigen CLB-medewerker.

10.1 Wat staat er in mijn dossier? Voor iedere leerling leggen we een dossier aan. Dit dossier bevat onder meer:  administratieve gegevens: je naam, klas, adres, de telefoonnummers van je ouders, …  gegevens over de verplichte begeleiding in het kader van de preventieve gezondheidszorg naar aanleiding van een algemeen of gericht consult, (zie 9. Medische taken = preventieve gezondheidszorg)  gegevens over de vaccinaties en over de profylactische maatregelen  gegevens over de verplichte begeleiding bij ongewettigde afwezigheden  verslagen van gesprekken die we hadden  resultaten van testen die we bij je afnamen.  …


10.2 Wie krijgt toegang tot mijn dossier? Het CLB-team Elke CLB-medewerker die bij je begeleiding betrokken is heeft toegang tot je dossier. Soms krijgt een CLB-medewerker geen toegang. Dit kan in het belang van de leerling of om de rechten van derden te vrijwaren, op vraag van:  De bekwame minderjarige  De ouders, in eigen naam of in naam van de niet-bekwame minder- of meerderjarige leerling  De directeur of de verantwoordelijke beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg van het centrum (CLB-arts). Dit kan enkel in uitzonderlijke gevallen die moeten worden gemotiveerd.

DE LEERLING ZELF EN DE OUDERS De bekwame minderjarige leerling of de meerderjarige leerling heeft recht op toegang tot zijn dossier. Maar er zijn enkele uitzonderingen op die regel. Staat er in het dossier bv. informatie die enkel over een derde gaat, dan is daar geen toegang toe. Over de andere wettelijke uitzonderingen kan je CLB-medewerker je meer vertellen. Toegang tot het dossier vindt altijd plaats onder begeleiding van een CLB medewerker. Als je niet bekwaam bent, zijn het in principe je ouders die het toegangsrecht uitoefenen. Ook voor hen gelden bovenstaande uitzonderingen. Daarbij komt nog de bepaling dat ouders geen recht hebben op de contextuele gegevens die over de andere ouder gaan. Ouders hebben daarbuiten altijd een toegangsrecht tot de gegevens die enkel henzelf betreffen. Meer informatie vind je in de folder “Je dossier in het CLB”. [Bijlage 4: “Je dossier in het CLB”]

10.3 Wie is de eindverantwoordelijke voor het dossier? De ‘eindverantwoordelijkheid’ voor de gegevens in het dossier ligt bij de directeur van het CLB. Voor het verwerken van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, ligt die eindverantwoordelijkheid bij de verantwoordelijke beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg van het centrum, de arts of de verpleegkundige.

10.4 Wat gebeurt er met mijn dossier als ik van school verander? Als je ooit van school verandert, bezorgt het CLB van de oude school het dossier aan het CLB van de nieuwe school. De directeur van het CLB van je laatste school is de ‘eindverantwoordelijke’ voor deze overdracht.

10.5 Ik wil niet dat het dossier aan het nieuwe CLB wordt bezorgd

SOMMIGE GEGEVENS MOETEN WE BEZORGEN! Er zijn gegevens die we aan het nieuwe CLB moeten bezorgen, namelijk:  Je identificatiegegevens (bv. adres, geboortedatum, …)


  

De vaccinatiegegevens De gegevens in het kader van de algemene, de gerichte en de bijzondere consulten en de medische onderzoeken De gegevens in het kader van de leerplichtbegeleiding (schoolverzuim)

WIE KAN VERZET AANTEKENEN? Tegen het overdragen van andere gegevens kun je ‘verzet aantekenen’. Hierbij geldt de volgende vuistregel:  Ben je zelf 12 jaar of ouder en bekwaam? Je tekent zelf verzet aan.  Ben je jonger dan 12 jaar? Je ouders tekenen verzet aan.

HOE TEKEN IK VERZET TEGEN OVERDRACHT AAN? Dit verzet moet schriftelijk ingediend worden bij de CLB-directeur binnen een termijn van 10 dagen nadat de geplande overdracht aan de ouders of de leerling is meegedeeld.

10.6 Mag het CLB gegevens aan anderen bezorgen? Het CLB en CLB-medewerkers mogen enkel in het belang van de leerling gegevens uit het multidisciplinair dossier aan anderen bezorgen. Het is slechts in een aantal gevallen mogelijk. Voor onze samenwerking met de school mogen we bijvoorbeeld wel gegevens doorgeven. In onze samenwerking met de school geven we zeker niet alle gegevens door. We doen dit enkel voor gegevens die de school nodig heeft om jou op een passende manier te begeleiden. We gaan dit ook op voorhand met jou bespreken. Bij het doorgeven van deze gegevens houden we rekening met onze werkingsprincipes (zie 3. Werkingsprincipes)

10.7 Vernietiging van de gegevens uit het multidisciplinair dossier

DOSSIERS VAN LEERLINGEN UIT HET GEWOON ONDERWIJS 

De multidisciplinaire dossiers worden door het CLB bewaard tot ten minste tien jaar na de datum van het laatst uitgevoerde consult of vaccinatie. Bijvoorbeeld: Het laatste consult wordt uitgevoerd op 10 februari 2015. Het dossier blijft zeker bewaard tot en met 10 februari 2025.



Bovendien mag je dossier niet vernietigd worden voor je 25 jaar bent geworden. In bovenstaand voorbeeld betekent dit dat je op 10 februari 2025 25 jaar moet zijn. Anders mogen we je dossier niet vernietigen.



Na die periode mag de directeur van het CLB beslissen dat de dossiers vernietigd worden. De procedure daarvoor moet hij correct volgen.


DOSSIERS VAN LEERLINGEN UIT HET BUITENGEWOON ONDERWIJS Dossiers van leerlingen die hun allerlaatste schooljaar les volgden in buitengewoon onderwijs worden langer bewaard. Deze dossiers mogen pas vernietigd worden als deze leerlingen minimum 30 jaar zijn. Ook hier mag het pas 10 jaar na het laatste consult.

RIJKSARCHIEF Een heel beperkt aantal dossiers wordt permanent bewaard en kunnen worden overgedragen naar het Rijksarchief. Ook hiervoor is er een procedure. Als een dossier daar terechtkomt, wordt het ook daar met respect voor de privacy behandeld.

10.8 Informatieplicht in verband met het multidisciplinair dossier De CLB-directeur moet ervoor te zorgen dat jij en je ouders op gepaste wijze over het dossier worden geïnformeerd. Als er ‘betwisting’ is over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, dan kan men zich wenden tot: Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer Hoogstraat 139 – 1000 Brussel Tel.: 02/213 85 40

11. Klachtenprocedure Voor klachten over het CLB waar het beroepsgeheim van de CLB-personeelsleden niet in het geding is, gelden dezelfde bepalingen als die voor de school. Ze zijn opgenomen in de zogenaamde “algemene klachtenprocedure” van het schoolreglement. Heb je te klagen over het CLB en het beroepsgeheim van de CLB-personeelsleden is wél in het geding, dan geldt de volgende procedure.  Klachten over de werking van het CLB of over een concrete handeling of beslissing van een personeelslid, moeten kort na de feiten gemeld worden aan de directeur van het CLB en met hem worden besproken.  Komt men na overleg met de directeur niet tot een akkoord, dan kan men schriftelijk klacht indienen bij de directeur van het CLB.  Binnen een termijn van 10 kalenderdagen stuur de directeur de klager een ontvangstbevestiging waarin hij informatie geeft over de behandeling van de klacht. Als de klacht afgewezen wordt, brengt hij de klager hiervan op de hoogte met een motivatie.  De directeur start een onderzoek naar de gegrondheid van de klacht. Na het onderzoek stuurt hij de klager een brief met een samenvatting van het onderzoek en zijn gemotiveerde bevindingen inzake de klacht.  De directeur behandelt de klacht binnen een termijn van 45 kalenderdagen na ontvangst van de klacht.  Deze klachtenprocedure schorst de beslissingen waartegen klacht ingediend wordt niet op.


12. Ik ben niet langer ingeschreven in mijn school. Welk CLB begeleidt me?  

Als je van school verandert (bv. bij overgang van lager naar secundair onderwijs) blijven we bevoegd en verantwoordelijk om je te begeleiden. Dat blijft zo tot je in een nieuwe school met een nieuw CLB bent ingeschreven. Ook als je uitgesloten werd van school, blijven we beschikbaar voor jou tot je een nieuwe school gevonden hebt. In de zoektocht naar een nieuwe school moeten je ouders en jij wel actief meewerken.


Bijlage 3: Toedienen van medicatie

Geachte ouders, De laatste jaren wordt ons steeds meer gevraagd om medicatie in te nemen op school.

Graag hadden wij hierover de volgende afspraken gemaakt:   

Vermijd zoveel mogelijk dat er medicatie op school moet worden ingenomen; Als het toch noodzakelijk is, dan moet de behandelende arts het onderstaande attest invullen en meegeven; De leerkracht/school kan nooit verantwoordelijk gesteld worden voor neveneffecten die uw kind ondervindt na het innemen van deze medicatie.

Bij twijfels of vragen vanuit de school kan het nodig zijn dat de CLB-arts contact opneemt met je huisarts. met vriendelijke groet de CLB-arts

Attest van de behandelende arts, te overhandigen aan de leerkracht/school Naam van de leerling:

………………………………………………………

Naam van de medicatie:

……………………………………………………… ……………………………………………………… ………………………………………………………

Periode van inname:

van ..................... tot ……………… (datum)

Tijdstip van inname op school:

…………………………………

Dosis van inname:

………………………………………………………

Wijze van inname:

……………………………………….

Wijze van bewaren:

……………………………….

Stempel en handtekening arts

Handtekening ouder(s)


Bijlage 4: Drugsbeleid op school

Vooraf Druggebruik en drugverslaving zijn geen schoolproblemen, maar maatschappelijke verschijnselen die vroeg of laat langs de schoolpoort binnenstappen. Het zijn niet alleen jongerenproblemen, maar een spiegel van de maatschappij. Jongeren uit het secundair onderwijs hebben ook net de leeftijd waarop wordt geëxperimenteerd omwille van de nieuwsgierigheid, de samenhorigheid binnen de groep, de kicks en het zich afzetten tegen de volwassenen. Motieven om te blijven gebruiken hebben een meer sociale achtergrond: eenzaamheid, zorgen thuis, gebrek aan waardigheid, gebrek aan begeleiding. Het zou van een verregaande nalatigheid getuigen de ogen te sluiten voor de drugproblematiek van de jongeren. De school kan onmogelijk de volle verantwoordelijkheid dragen voor het mogelijke druggebruik binnen haar muren. Toch voelt de school zich aansprakelijk voor de wijze waarop ze zich ten overstaan van dit probleem opstelt: onze school wil een ‘drugsalerte school’ zijn. Zo wil het onderwijs helpen een dam op te werpen tegen de drugtoestanden die Europa dreigen te overspoelen. Daarom hebben wij een drugbeleid uitgestippeld en in het schoolreglement opgenomen. Hieronder vindt U de afspraken met betrekking tot de rol en de taken van de verschillende betrokkenen op onze school (directie, leerkrachten, opvoeders, C.L.B., ouders). Preventie Jongeren moeten leren nee-zeggen tegen de beschikbare verleidingen in de moderne maatschappij. Ze moeten sleutels aangereikt krijgen om conflicten te hanteren en persoonlijke problemen op te lossen. Wanneer oorzaak en gevolgen worden aangepakt, kan ook de nood tot gebruiken verdwijnen. De school zal hen hierin steunen door preventieprojecten. De observatie Het gebruik van drugs kan leiden tot een veranderend gedragspatroon. Van gebruiker tot gebruiker kunnen andere signalen hierop wijzen. Veel van die signalen komen ook voor bij niet-druggebruikers en kunnen wijzen op typische ontwikkelingsperikelen van adolescenten en/of naar problemen thuis. Druggebruik op zich is bovendien meestal moeilijk te bewijzen. Toch zal de school niet terugdeinzen om het vermoeden van druggebruik ter sprake te brengen en dit eventueel verder te onderzoeken. Hoewel wij niet nodeloos wantrouwen willen wekken (iedereen wordt wel eens bleekjes wakker op maandagmorgen...), geven we toch een opsomming van de mogelijke tekenen. Die kunnen zijn: dalende schoolprestaties, geen interesse in schoolse activiteiten, spijbelen, zich niet houden aan afspraken, te laat komen, diefstallen op school, veel van huis weg, afstandelijk, vermijden van contact, ... . (Deze lijst is zeker niet volledig). Ontoelaatbaar gedrag wordt sowieso niet geduld. De melding Intern, tussen de leerkrachten en de directie, bestaat een wederzijdse meldingsplicht. De directeur brengt enkel de groep leerkrachten op de hoogte waarmee de jongere les heeft. Aan deze groep wordt zwijgplicht opgelegd. De directeur brengt steeds de ouders van minderjarige leerlingen op de hoogte. Bij twijfel over bezit of gebruik mag de directeur de politie oproepen om de nodige onderzoeksdaden te stellen. Eventuele kosten hiervoor vallen ten laste van betrokken leerling en zijn ouders.


Oplossingen Zoals reeds eerder werd gezegd, is regelmatig druggebruik het gevolg van achterliggende problemen. Omdat wij geen professionele therapeuten zijn, worden probleemkinderen doorverwezen naar meer gespecialiseerde hulp: CLB en een externe preventiemedewerker. De sanctie Tegen crimineel gedrag (gebruik, aanzetten tot, dealen (ook indien gratis), druk uitoefenen op derden, stalking ...) wordt repressief opgetreden. Hiervoor verwijzen wij naar het schoolreglement (hoofdstuk ‘gezondheid en welzijn’.


Bijlage 5: Richtlijnen bij evacuatie voor leerlingen

o o o o o o o o o o

Blijf kalm Laat alles liggen Sluit ramen en deuren bij het ontruimen van het lokaal Volg de instructies op van de leerkracht Blijf samen Loop niet Duw elkaar niet Roep niet Volg de aangewezen evacuatieweg in functie van de ligging van het lokaal Ga onmiddellijk naar de verzamelplaats

Loop nooit terug in een brandend gebouw!


Uitgeleide

Beste ouders Beste leerling Je hebt het schoolreglement doorgelezen. Goede en duidelijke afspraken zijn nodig voor een aangenaam schoolklimaat waar elke leerling zich goed kan voelen. Het schoolreglement is echter veel meer dan een opsomming van allerhande regeltjes. Het is de vertaling van de schoolcultuur en het pedagogische project van de school. Wij zijn ervan overtuigd dat kinderen leren omgaan met de diversiteit binnen onze maatschappij minstens even belangrijk is als het verwerven van kennis. Door de ondertekening van het schoolreglement bevestig je dat je de doelstellingen, de leefregels en het pedagogische project van de school onderschrijft. Indien je nog vragen zou hebben over dit schoolreglement kan je ons altijd contacteren voor bijkomende uitleg. Vriendelijke groet De directeurs en het schoolteam

104

Pedagogisch project en schoolreglement vanaf 1 september 2015

Ondergetekenden (naam ouder(s)) _____________________________________________________________________________________ En (naam van de leerling(e)), ____________________________________________uit klas __________________________________ Van KTA Campus Wemmel / MS Campus Wemmel (schrap wat niet patst) bevestigen hierbij het schoolreglement voor het schooljaar 2015-2016 en het pedagogisch project ontvangen te hebben en te ondertekenen voor kennisneming en voor akkoord. Te Wemmel Op (datum) ___________________________________ Handtekening(en) De leerling(e) __________________________________

De ouder(s)

____________________________________ ____________________________________

Het origineel van bovenstaande wordt in het leerlingendossier bewaard. Iedere aanpassing van het schoolreglement wordt voorgelegd aan de ouders of de meerderjarige leerling ter aanvaarding en ontvangst.

105

Engagementsverklaring ouders vanaf 1 september 2015

Ondergetekenden (naam ouder(s)) _____________________________________________________________________________________ van (naam van de leerling(e)), ____________________________________________uit klas _________________________________ Van KTA Campus Wemmel / MS Campus Wemmel (schrappen wat niet past) bevestigen hierbij de engagementsverklaring voor het schooljaar 2015-2016 ontvangen te hebben en te ondertekenen voor kennisneming en voor akkoord. Te Wemmel Op (datum) ___________________________________ Handtekening(en) De ouder(s)

____________________________________ ____________________________________

Het origineel van bovenstaande wordt in het leerlingendossier bewaard. Iedere aanpassing van het schoolreglement wordt voorgelegd aan de ouders of de meerderjarige leerling ter aanvaarding en ontvangst.


SCHOOLREGLEMENT algemeen gedeelte Campus Wemmel MS en KTA Zijp Wemmel. tel:

Recommend Documents