Schoolregels
Academische
Basisschool de Hovenier Montfort Algemene regels Speelplaatsregels Regels rondom snoepbeleid Algemene regels voor zelfstandig werken
Algemene regels Regel 1. Omgaan met elkaar. Motto: Voor groot en klein zullen we aardig zijn! - Ik ben anders dan een ander, niemand is hetzelfde en dat maakt niet uit. - Ik laat een ander rustig zichzelf zijn en hoop dat de ander dat ook met mij doet. - Ik luister naar wat een ander te vertellen heeft. - Ik werk graag goed en zorg er voor dat anderen ook goed kunnen leren en werken. - Ik mag een ander helpen. - Ik blijf eerlijk, ook als ik een spelletje doe. - Ik werk en praat rustig, ook als ik met anderen werk of praat. - Ik los problemen op door erover te praten. - Ik stop meteen als een ander me dat vraagt. - Ik vraag de juf of de meneer als ik zelf iets niet kan oplossen. - Ik kom op voor mezelf maar ook voor de ander. - Ik sluit niemand buiten, iedereen mag mee doen. Regel 2. Bewegen binnen en buiten de school. Motto: De school is van binnen een wandelgebied, buiten hoeft dat lekker niet! - Ik loop rustig door school, gangen en klassen. - Ik vraag het aan een juf of meneer als ik tussendoor naar binnen moet. - Ik hang de jas in de zak op de kapstok bij mijn groep. - Ik stap bij de poort van de fiets af en zet mijn fiets lopend op de afgesproken plek. - Ik speel op een vast stuk van de speelplaats, maar mag bij anderen gaan kijken als ik ze rustig laat spelen. - Ik speel met anderen met de spellenwagen en samen ruimen we ook alles op. - Ik vind het fijn als niemand mij schopt, slaat of duwt, zo ga ik ook met anderen om. - De luifel is een fijne plek tegen regen of zon, toch ga ik ergens anders staan zodat anderen ongehinderd naar binnen kunnen gaan. Regel 3: Omgaan met materialen. Motto: We gebruiken onze spullen niet alleen vandaag maar ook morgen, daarom zullen we er goed voor zorgen. - Ik ben voorzichtig met de spullen van anderen. - Ik laat de spullen van anderen liggen als de ander liever niet wil dat ik ze gebruik. - Ik gebruik bij het buiten spelen de spullen zoals ze voor het spel bedoeld zijn. - Ik mag gerust nee zeggen als een ander iets doet of pakt dat ik niet wil. Algemeen: Als ik of een ander een regel zouden vergeten …. laten we dat elkaar weten. Hoe kunnen we er voor zorgen dat het werken met de regels ook lukt of beter gaat lukken? - Kinderen aanspreken, primair op een positieve toon. - Uitgaan van positieve verwachtingen van het kind. - Consequent de basisregels hanteren. - Overleggen met ouders als kinderen zich niet aan de regels kunnen aanpassen. - Ondersteuning van directie/interne begeleiding kunnen verwachten als het nodig is. - Zoveel mogelijk alle gebeurtenissen proberen te koppelen aan een van de basisregels. - Regels herhalen, zodat ze blijven “leven”. - Focus op de aanstichters en ga uit van een persoonlijke benadering. - Uitgaan van de “ik-boodschap” en niet met kinderen onderhandelen. - “Goed gedrag” belonen, benoem het ook als het goed gaat, zeg er iets aardigs over. - Duidelijke grenzen stellen, meteen straffen, maar niet overdrijven, duidelijk uitleggen waarom je straft en de straf na afloop bespreken.
Regels en afspraken groep 1-2 De kinderen komen na de bel de school binnen door de zijingang. Ze gaan in de rij staan. Eerst gaan de groepen 3-4 naar binnen. Daarna groep 1-2C, dan 1-2B en dan 1-2A. Begin van de morgen en middag zijn er twee bellen. Bij de eerste moeten de kinderen naar binnen, bij de tweede moet de les beginnen. Groep 1-2 speelt aan graskant. Niet met stokken spelen. Kinderen mogen alleen onder schooltijd in de zandbak. Tijdens het buitenspel zijn de leerkrachten buiten. Niet rennen in de gang. Jassen in de zak op de kapstok die bij de klas hoort. Wc-gebruik met plasketting. Tijdens de kring niet aan elkaar zitten, beurt doorgeven. Luisteren naar degene die de beurt heeft. Kinderen zetten het eten op vaste plek. Leerkracht controleert bij het naar huis gaan of het eten weg is, zo niet wordt dit opgeruimd. Helpers op toerbeurt. Naar de gym lopen we in een rij. Met zijn tweeën naast elkaar. De kinderen lopen naar buiten in een rij. Pas als ze de persoon zien die hen komt halen mogen ze gaan. Wanneer degene er niet is terugkomen naar de leerkracht; Tijdens de pauze eerst leerkracht vragen om naar binnen te gaan. Fietsen: er mogen 2 kinderen op. Trekkarren: 2 erin, 2 trekken; Dagplanning op het bord. Starten vanuit kring. Regels en afspraken groep 3-4 De kinderen komen na de bel de school binnen door de zijingang. Ze verzamelen in eigen rij. Begin van de morgen en middag zijn er twee bellen. Bij de eerste moeten de kinderen naar binnen, bij de tweede moet de les beginnen. Tijdens het buitenspelen niet op voetbalhek zitten. Niet onder het afdak fietsen/ luifel bij de deur. Niet met stokken spelen. Kinderen mogen niet op de zandbakrand staan. Leerkrachten hebben toezicht volgens surveillance rooster. Niet praten of rennen in de gang. Jassen op de kapstok/ in de zak die bij de klas horen. Klassenbeurters controleren kapstokken na elke binnenkomst.Leerkrachten controleren. Zo min mogelijk lopen door de klas, alleen de materiaalcoach. Wc-gebruik zo min mogelijk tijdens instructie. Graag in de pauze. Kaartje omdraaien, 1 jongen 1 meisje. Wc links voor groep 4, wc rechts voor groep 3. De dagplanning staat op het bord, pictogrammen. Luisteren naar degene die de beurt heeft. Kinderen zetten het eten in de trommelbak bij binnenkomst. Tijdens het speelkwartier nemen de trommelbakdragers het eten mee naar buiten. De kinderen pakken daar hun trommel uit de bak. Leerkracht controleert bij het naar huis gaan of het eten weg is, zo niet wordt dit opgeruimd. Op maandag worden nieuwe klassenbeurters uitgekozen. Naar de gym lopen we in een rij. Met zijn tweeën naast elkaar. In het kleedhokje rustig omkleden. Als het regent tijdens de pauze blijven de kinderen in de klas. De leerkracht blijft in de klas als de kinderen onder speelkwartier niet naar buiten kunnen.
100 % regels We willen op school uitgaan van basisregels. Ieder moet op de hoogte zijn van deze regels. Als we allemaal letten op de regels zitten we als school op één lijn. Regel 1: Omgaan met elkaar Voor groot en klein zullen we aardig zijn! Iedereen is zoals hij/zij is, ieder is gelijk. Laat ieder in zijn waarde en toon respect voor elkaar. Luister goed naar wat een ander te vertellen heeft. Zorg ervoor dat ieder zo goed mogelijk kan leren en werken. Je mag een ander helpen. Blijf eerlijk, ook als je een spelletje doet. We werken en praten op een rustige manier met elkaar. Wanneer je het ergens niet mee eens bent zeg je het duidelijk en rustig tegen de ander. Los problemen op door erover te praten. Als iemand je vraagt om te stoppen dan STOP je meteen. Sluit niemand buiten/ iedereen mag meedoen. Roep de juf of meneer erbij als je het zelf niet kunt oplossen. Kom op voor jezelf maar ook voor de ander. Herinner anderen aan de regels als die ze vergeten zijn. Regel 2: Bewegen binnen en buiten de school De school is van binnen een wandelgebied, buiten hoeft dat lekker niet Iedereen loopt rustig door school, gangen en in klassen. Zo stoor je een ander niet. Als je naar binnen moet vraag je dat eerst aan een leerkracht. Hang je jas in de zak op de kapstok bij je klas. We stappen bij de poort van de fiets af, lopen naar het fietshok en stallen de fiets in het afgesproken gedeelte. De spellenwagen mag je gebruiken, speel er samen mee en ruim alles weer op. Ga niet onder de luifel staan dan kan en ander naar binnen gaan Regel 3: Omgaan met materialen We denken ook aan morgen dus goed voor alle spullen zorgen Ben voorzichtig met de spullen van anderen. Niet zonder toestemming aan spullen komen van iemand anders. Nee zeggen mag!
Regels voor de sociale omgang: -
heb aandacht en geduld wees vriendelijk/ je mag best op een vriendelijke manier zeggen dat je het ergens niet mee eens bent moedig aan/ vraag de ander eventueel om hardop te denken luister goed naar de ander kijk de ander aan als hij/zij praat laat iemand uitpraten/om de beurt praten praat langzaam en duidelijk geef elkaar de kans om iets te zeggen/ accepteer de inbreng van de ander werk met ieder samen
Praktische afspraken: - praat zachtjes - stoor de ander niet - blijf bij je eigen groep - zorg dat je de andere groep niet stoort Algemene regels: - zeg het antwoord niet voor - leg stap voor stap uit - wacht op het antwoord - niet direct reageren als de ander een foutje maakt - laat de ander zijn fout zelf ontdekken en verbeteren - vraag of de ander je begrijpt - accepteer de mening van de ander en probeer je daarin te verplaatsen - probeer tot overeenstemming te komen
Speelplaatsregels op school Belangrijke speelplaatsregels - Kinderen komen alleen de speelplaats op. - We lopen met de fiets aan de hand naar de fietsenstalling toe en weer naar buiten. - We spelen op de speelplaats, niet in de tuin of fietsenstalling. - Afval in de prullenbak. - Ballen mogen alleen in de pauzes, mits er rekening wordt gehouden met elkaar. - Probeer altijd in de pauze naar de wc te gaan. - Let op het gedrag. Meld als je iets ziet dat niet hoort bij ‘gezellig’ spelen. Laat iedereen meespelen. - Het naar binnen en buiten lopen verloopt rustig. Ook hierbij rekening houden met elkaar.
Specifieke regels: -Ballen alleen in de pauze. Er mag dan voorlopig geen trefbal of superbal gespeeld worden. -Er mag gevoetbald worden op het pannaveld op vaste dagen, mits er rekening gehouden wordt met anderen. (nog afspreken) -Klimrek bij groene heuvel mag alleen gebruikt worden door de groepen 3 en 4. -Groot klimrek is voor bovenbouw. Als het spelen met de ballen niet goed verloopt, een periode geen ballen buiten.
Snoepbeleid bs de Hovenier Even alles op een rij: - Gestart per 1 januari 2009. - Gebruik gemaakt van SchoolGruiten en Eu-schoolfruit. - Vanaf het begin gericht op verantwoordelijkheid nemen door ieder wat betreft snoepen op school en beweging. - In vergadering van afgelopen donderdag komen tot gezamenlijke afspraken. Groep 1: -geen snoepgoed -eenduidigheid -regelmatig regels herhalen -wie bepaalt wat gezond is? -bij feesten uitzondering
Groep 2: -geen snoepgoed/ zoetigheid -gezonde boterham, groente, fruit -geen traktaties
Afspraak : Wat mag: - Fruit - Groenten - Gezonde boterham - Rijstwafel (kaal) - Crackers (kaal) Bewegen: - speelplaats uitdagend maken/ gericht op beweging - tussen lessen op zoek naar motorische activiteit
Groep 3: -groente, fruit, gezonde boterham -overzicht van wat mag -schoolbreed -consequenties bij niet nakomen afspraak
Bij feesten - Schoolreis: ijsje - Herfst: wafel/ cake - Sint: mandarijn/ strooigoed/ speculaas - Kerst: diner - Carnaval: wafel/ cake/ drinken/ chips/ snack - Pasen: gekookt ei/ - Sportdag: ijsje - Verjaardag leerkracht: op zoek naar evenwicht
Ik wil jullie allemaal vragen goed naar bovenstaand lijstje te kijken. Hebben jullie aanvullingen dan graag doorgeven aan mij. Ik wil het zichtbaar maken voor de ouder-infoavond. Ik vraag aan ieder van jullie om een aantal weken het volgende te doen: - Voer met de kinderen een gesprek over gezonde voeding en over onze afspraken. - Schenk aandacht aan de trommels van de kinderen. Deel ze voor de pauze uit en laat ze open maken. Bespreek vooral de goede dingen. Ga kort in op de dingen die we niet hebben afgesproken. Het kind kan er niets aan doen. - Maak ieder kind duidelijk dat buiten pas gegeten mag worden. - Ieder let met de buitenbeurt op of er kinderen zijn die ‘stiekem’ iets te snoepen bij zich hebben. - Na de herfstvakantie moet alles duidelijk zijn. Er worden dan briefjes uitgedeeld aan kinderen die de verkeerde dingen bij zich hebben. - Leerkrachten kijken allemaal of ieder zich aan de afspraken houdt. We zullen een ‘front’ moeten vormen. - Wij eten ook pas in de koffiekamer of buiten. We proberen ons ook te houden aan de afspraken, zo niet dan graag nuttigen op een plek waar geen kinderen zijn.
Algemene regels voor zelfstandig werken Afspraak: Wat mag zelfstandig? In gebruik Op welke manier? M.b.v. kaartjes vrij/bezet, of ketting bij de WC kleuters. Een voor de jongens en een voor de meisjes. Niet tijdens instructie. Eten tussendoor Kleuters in de groep. De andere buiten tijdens de pauze. tje Kleuters in de groep. Drinken De andere na een gymles, als iemand zich niet lekker voelt. Bij warm weer iedereen een beker op de tafel, tijdens de pauzes zelf bijvullen. Iedere leerkracht zorgt voor eigen afwas van bekers. Klas in/uit Dit mag als je naar de wc wilt of op de gang gaat werken. Voor andere dingen (spullen uit de tas halen e.d.) toestemming vragen aan de leerkracht. Gedrag op Met ‘zachte’stem werken, rustig. Op de gang wordt er gelopen. En als je klaar bent ruim je alles gang enz netjes op. Afspraak: Klassenhulp. In gebruik Op welke manier? Klassen Volgens ‘alfabetische’ lijst, eventueel beurt namen ophangen of opschrijven Groep 1 – 2 heeft helpers met een vaste taak. Zaken welke ze o.a. verzorgen: vloer, bord, planten, kapstok, kasten / hoeken nakijken Afspraak: Als je klaar bent? In gebruik Op welke manier? Zelfstandig - Extra werkjes op het gebied van taal of rekenen. - Extra werk in de vorm van zelfcontrolerende werken materialen etc. - Verder gaan met extra werk binnen de methode. Afspraak: Symbool gebruik. In gebruik Op welke manier? Symbool - Er wordt alleen bij de kleuters gebruikt gemaakt van een symbool. - Binnen de overige groepen is het fysiek duidelijk wanneer de leerkracht beschikbaar is. -> Als de leerkracht aan zijn/haar bureau of aan de instructietafel werkt mag je niet storen.
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Afspraak: Niet storen. In gebruik Op welke manier? Stap 1 Zelf proberen. Stap 2 Vragen aan andere leerling (bv hulpje) Stap 3 Verder werken aan andere opdracht. Stap 4 Bij tussentijdse evaluatie vragen eventueel naar instructietafel. Afspraak: Uitgesteld reageren. In gebruik Op welke manier? Reageren * Hoort bij zelfstandig werken. Leerkracht loopt rond om even te kijken of kind hulp nodig heeft. Gebruik gedragskubus. Afspraak: Materiaal probleem. In gebruik Op welke manier? Materialen Als leerkracht in de gaten houden. Oefenschrift /blaadjes pakt leerling zelf. Geen probleem ervan maken als je iets kwijt ben, leen van leerkracht en geef het terug als je eigen materiaal weer terecht is. Afspraak: Taakprobleem. In gebruik Op welke manier? Taken Eerst zelf goed kijken. Eventueel verder gaan met andere opdracht Vraag aan je hulpje of aan iemand anders uit je groepje. Afspraak: Allerlei problemen oplossen. In gebruik Op welke manier? De problemen worden mondeling besproken tijdens evaluatie (achteraf of tussentijds). Tijdens instructie proberen in te bouwen. Als leerkracht moet je ook in de gaten houden welk materiaal je nodig hebt. Zorg er in ieder geval voor dat het bereikbaar ligt voor de kinderen. Afspraak: Sociaal probleem. In gebruik Op welke manier? Tijdens evaluatie bespreken. In panieksituaties meteen reageren. Bespreken kan met leerkracht erbij. Kan ook: Praat er samen over en bespreek de oplossing
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Afspraak: Samenwerken. In gebruik Op welke manier? Samenwer Zachtjes. Duurt het langer of stoor je iemand zoek dan een rustig plekje waar je niemand stoort. ken? Schoudermaatjes, coöperatieve werkvormen, groepje e.d. Tijdens evaluatie wordt dit besproken Coachkaartjes. Taken? Week/dag hulpjes met vaste taken. Afspraak: Hulp vragen. In gebruik Op welke manier? - Eerst hulp vragen aan je schouder- of oogmaatje. Hulp? - Instructietafel (als er een kruk vrij is mag je aanschuiven) - Loop rondes (voor korte hulp, beetje sturing, de rest gebeurt aan de instructietafel) Kleuters krijgen hulp op niveau -> aan- uitkleden, opruimen e.d. Afspraak: Niet onnodig lopen. In gebruik Op welke manier? - Dit mag. Leerlingen mogen zelf hun potlood Lopen? slijpen, hun materialen pakken, naar de wc gaan e.d. - Daarnaast natuurlijk ook tijdens bepaalde coöperatieve werkvormen. - Wandelen voor andere dingen eerst toestemming aan de leerkracht vragen. Afspraak: Vragen stellen. In gebruik Op welke manier? Lukt het niet of is iets niet duidelijk wacht dan tot de evaluatie. Sla dat onderdeel over en ga verder met de volgende opdracht. Eventueel aan instructietafel bij leerkracht, of zet gedragskubus neer.. Afspraak: Hulp geven. In gebruik Op welke manier? Probeer niet voor te zeggen. Help het ander kind weer op weg. Bv. een som voorzeggen is niet erg, maar zeg ook hoe je denkt – hoe je komt tot die uitkomst. Bij de volgende som laat je het andere kind zelf proberen om te komen tot de uitkomst.
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen
Afspraak: Stap voor stap. In gebruik Op welke manier? Hoe help je? Luister naar probleem Vraag ander kind om te beginnen Bied hulp als het fout gaat of als het kind het niet weet. Afspraak: Evalueren. In gebruik Op welke manier? We evalueren: Hoe evaluatie? Tussentijds Na de les Einde ochtend Einde dag
Ervaringen / opmerkingen
Ervaringen / opmerkingen