Schoolplan LMC De Waal 2010 – 2014
Vakschool Jong Ondernemen & Young business Ondernemend onderwijs in een uitdagende leeromgeving Eruit halen wat erin zit Geïnspireerd door ervaringsdeskundigen *
1
Inhoud Advanced organizer
pag. 2
Inleiding op het schoolplan
pag. 3
Hoofdstuk 1
Missie en kernkwaliteiten
pag. 5
Hoofdstuk 2
Bestuurlijke ontwikkeling LMC
pag. 7
Hoofdstuk 3
Onderwijskundig beleid
pag. 8
Hoofdstuk 4
Personeelsbeleid
pag. 13
Hoofdstuk 5
Middelenbeleid
pag. 15
Hoofdstuk 6
Communicatiebeleid
pag. 16
Hoofdstuk 7
Kwaliteitszorg
pag. 17
Bijlage 1 Algemene schoolgegevens
pag. 19
Advanced organizer
“Onder ondernemerschap wordt iemands vermogen verstaan om ideeën in daden om te zetten. Het omvat creativiteit, innovatie en het nemen van risico’s en het vermogen om te plannen en projecten te beheren om doelstellingen te verwezenlijken. Ondernemerschap helpt iedereen in het dagelijkse leven thuis en in de maatschappij, het helpt werknemers zich bewust te worden van hun arbeidsomgeving en kansen te grijpen; het is de basis voor meer specifieke vaardigheden en kennis die ondernemers nodig hebben voor sociale of economische bedrijvigheid.‘ (Mededeling 12.02.2006 implementatie Lissabonstrategie).
2
Inleiding Dit is het schoolplan van LMC De Waal voor de periode 2008-2012. De visie van LMC De Waal op ondernemend onderwijs is door de directie vastgelegd en uitgewerkt in het visiedocument Ondernemend onderwijs (september 2008). Dit document vormt het fundament van onze Vakschool Jong Ondernemen & Young Business School en is de kern van de missie. In dit plan beogen we te werken met een heldere beleidscyclus. De input voor het schoolplan is afkomstig uit vele bronnen, deels verplicht (overheid, ministerie OCenW en bevoegd gezag) en deels gewenst. Op het niveau van de school wordt op basis van onze missie en visie en input van beoordeling en meting een schoolplan geschreven. In dit schoolplan staan het beleid en de beleidsvoornemens voor de komende vier jaar. Bij het schoolplan wordt een activiteitenplan per schooljaar ontwikkeld. Het activiteitenplan wordt gaandeweg het jaar uitgevoerd door directie, docenten en externen. Het schooljaar wordt afgesloten met een kwaliteitsrapportage over het afgelopen schooljaar. Bij het activiteitenplan wordt als samenvatting een managementmatrix ontwikkeld. De functies en opbouw van het schoolplan Het schoolplan wordt door onze school gezien als een belangrijk kwaliteitsinstrument met interne en externe consequenties. Intern als toetssteen voor onderwijzend – en onderwijsondersteunend personeel. Extern als middel tot dialoog met onze omgeving, waaronder de onderwijsinspectie. Door de opzet van het schoolplan kan de school in korte tijd inzicht geven in haar belangrijkste denkbeelden op de verschillende beleidsterreinen. De ontwikkelingen in de schoolorganisatie in de komende jaren te kunnen plannen volgens de metacognitieve leercyclus:
formuleren van doelen, kiezen en inzetten van strategieën, hard en zacht meten van resultaten en feedback inzake de gebruikte strategieën en input voor het vervolg.
Het formuleren van doelen veronderstelt dat er keuzes gemaakt zijn door de school. LMC De Waal beschouwt het maken van de juiste keuzes en dragen van verantwoordelijkheid als cruciaal. De samenleving verandert in hoog tempo en wordt in toenemende mate complex. Veel houvast en tradities binnen en buiten het gezin verdwijnen, traditionele normen en waarden staan onder grote druk, alles steeds sneller te gaan, nadruk ligt op consumentengedrag en op kwaliteit, het individu staat centraal, de wereldwijde 24-uurs economie, de leerling als uit te baten commercieel object. Leerlingen anno 2008 zijn in meerdere opzichten dan ook onvergelijkbaar met de populatie van 10 of 20 jaar geleden. De ontwikkeling van LMC De Waal wordt bepaald door vele interne en externe factoren, zoals het beleidskader van LMC, het 10-puntenplan van het ROB, de inspectierapporten, de waardering van ouders, leerlingen, medewerkers, de wijk, het bedrijfsleven, het toeleverend onderwijs en het vervolgonderwijs. Uiteraard heeft het management – in samenspraak met het docententeam - zelf ook wensen voor de ontwikkeling van de school. Er zijn door LMC De Waal afhankelijk van tijd, middelen, menskracht, veranderingscapaciteit en –bereidheid keuzes gemaakt. Deze keuzes zijn verwoord in dit schoolplan. Ontwikkelingen die zich tussentijds aandienen Helder is dat er geen enkel plan, ook geen schoolplan, ontwikkeld kan worden voor de categorie uitzonderingen en eventualiteiten. Buiten de agenda van het schoolplan zullen zich gaandeweg punten aandienen die niet voorzien zijn, maar wel door de school moeten worden aangepakt. Het is aan het management om vast te stellen of deze tussentijds als ontwikkelpunt aan het schoolplan worden toegevoegd.
3
Hoe is het plan tot stand gekomen? De inhoud van het schoolplan is ontwikkeld door de directie van LMC De Waal in samenwerking met het docententeam. Het schoolplan is voorgelegd aan de leden van de MR en vervolgens definitief vastgesteld in de directievergadering. Na vaststelling door het bevoegd gezag is het schoolplan verzonden aan de Inspectie van het Onderwijs. Het gebruik van het schoolplan in de praktijk De autonomie van de scholen in ons land is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Autonomievergroting staat gelijk aan het afleggen van verantwoording over ons beleid en de resultaten daarvan. Intern wil de school in het kader van zelfevaluatie systematisch gegevens over resultaten van het onderwijs verzamelen, bestuderen en bespreken. Hieronder geven wij aan op welke wijze het schoolplan binnen LMC De Waal zal functioneren. Schoolplan en managementoverleg De managementmatrix staat als vast punt op de agenda van het directieoverleg. Hiermee wordt beoogd consequent de voortgang te monitoren en zo nodig vroegtijdig te kunnen bijsturen en afstemmen. Aan het einde van het schooljaar wordt een kwaliteitsrapportage opgesteld waarin algemeen en per beleidsvoornemen wordt aangegeven welke resultaten zijn bereikt. Schoolplan en bevoegd gezag Het schoolplan wordt bij aanvang en afsluiting van het schooljaar door de directieleden besproken met een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag. Hiermee wordt beoogd het bevoegd gezag goed in te lichten over de beleidsvoornemens van de school alsmede over de vorderingen die geboekt zijn gedurende het schooljaar. Schoolplan en MR Het schoolplan wordt bij aanvang en bij afsluiting van het schooljaar besproken met de leden van de MR. Hiermee wordt beoogd dat de MR goed is ingelicht over de beleidsvoornemens alsmede over de vorderingen die geboekt zijn gedurende het schooljaar.
4
Hoofdstuk 1. Missie en kerncompetenties De missie van LMC De Waal heeft consequenties voor alle beleidsterreinen in dit schoolplan: onderwijs, personeel, kwaliteitszorg, financiën en beheer en communicatie. Invulling van veranderingen zonder een heldere en directe relatie met de missie en kernwaarden is onmogelijk. 1.1.1. Missie De Waal: Vakschool Jong Ondernemen & Young Business LMC De Waal wil bij haar leerlingen een ondernemende houding ontwikkelen met het oog op het hun rol in het dagelijks leven thuis, in de maatschappij en hen als toekomstig werknemers zich bewust te laten van kansen en mogelijkheden. LMC De Waal wil dit doen in een veilige en uitdagende leer- en werkomgeving waarbij er voor leerlingen, leraren en overige medewerkers naar gestreefd wordt hun talenten ten volle te benutten. 1.1.2. De kerncompetenties van De Waal De Waal onderscheidt drie kerncompetenties:
Ondernemend – en uitdagend onderwijs Eruit halen wat erin zit Creativiteit als basis voor ondernemerschap
Ondernemend onderwijs & Young Business Onze visie op ondernemend onderwijs is door de directie vastgelegd en uitgewerkt in het visiedocument Ondernemend onderwijs (september 2008). Dit document vormt het fundament van de Young Business School en is de kern van de missie. Doel is om de ondernemende houding bij leerlingen te vergroten en hen te stimuleren initiatiefrijk te handelen. Daarnaast zal deze attitude structureel moeten zijn verankerd in de school. Zelfsturing en creativiteit zijn daarbij belangrijke trefwoorden. Er wordt gewerkt met projecten die gericht zijn op het creëren en stimuleren van een eigentijdse – en uitdagende leeromgeving, op lesmateriaal en -methodes voor ondernemerschap, op de professionalisering van het docententeam en op het versterken van de wisselwerking tussen de scholieren, de ondernemers en de docenten. Een ondernemende, pro-actieve houding en de bewustwording van scholieren dat ondernemerschap een aantrekkelijk carrièreperspectief is zijn hierbij het uitgangspunt. LMC De Waal wil met de inzet van ervarend leren het ondernemerschap stimuleren. Dit is van groot belang voor economische groei en de sociale cohesie van een samenleving. 80% van de bedrijven in het MKB worden gerund door mbo-gediplomeerden met hun roots in het vmbo. Daarnaast is LMC De Waal een echte Rotterdamse school die zeer nauw grenst aan de Rotterdamse havens. De link met de Rotterdamse havens is dan ook onontbeerlijk. De school werkt m.n. in de bovenbouw met behulp van lessen door gastdocenten aan de versterking van dit beeld bij haar leerlingen. Ondernemerschap op De Waal vertaalt zich in een ondernemende houding en ondernemend gedrag, bij zowel de leerling als de docent en het ondersteunend personeel. Indien Nederland daadwerkelijk een kennissamenleving en -economie wil zijn, zal men moeten beschikken over een ondernemende houding, ondernemerschapsvaardigheden en -kennis. Juist in het onderwijs zal men hiermee een start moeten maken. LMC De Waal is een Young Business School. Om ondernemend onderwijs voor onze leerlingen tot een succes te maken, beschikken
5
docenten, directieleden en overige medewerkers zelf over kennis, vaardigheden en een ondernemende houding. Ondernemend onderwijs in een veilige schoolomgeving LMC De Waal wil een leeromgeving waarin betrokkenen open staan voor elkaar en zorg hebben voor elkaar. Alleen in veilig pedagogisch klimaat kunnen hoge prestaties bereikt worden. Leerlingen en alle overige betrokkenen moeten zich in de school in hoge mate veilig voelen, tot hun recht komen, zich geaccepteerd en gewaardeerd voelen en zichzelf, de ander en de schoolomgeving met respect behandelen. Het elkaar leren kennen in een veilige omgeving is een noodzakelijke factor om tussen leerlingen en medewerkers van LMC De Waal een vertrouwensrelatie op te bouwen. Daarom werkt LMC De Waal eraan om daar waar mogelijk de contacttijd tussen docenten en hun leerlingen te vergroten. De heldere en kleinschalige opzet van de organisatie, de heldere huis- en spelregels, het werken met een gereduceerd aantal docenten per klas en het vormgeven van de Brede School dragen hiertoe bij. Eruit halen wat erin zit! Onderwijs is voor onze leerlingen de best mogelijke garantie op emancipatie. Daarom willen we het onderste uit de kan en daarom hecht LMC De Waal sterk aan optimale prestaties van iedere leerling. Wij willen de goede en bijzondere talenten uit iedere leerling halen en stellen daarom aan onszelf en onze leerlingen hoge en realistische doelen. Onze school is een belangrijke periode in het leven van de leerlingen. Het is de periode waarin bij onze leerlingen qua geestelijke, sociale en lichamelijke ontwikkeling veel gebeurt. Een periode ook waarin zij meestal erg onzeker zijn over zichzelf en hun omgeving. Onze bijdrage aan de ontwikkeling van de leerlingen is van groot belang en bij een deel van de leerlingen is onze bijdrage zelfs doorslaggevend. Om eruit te kunnen halen wat erin zit, is het van belang dat iedere leerling op basis van zijn talenten snel op de juiste plek terecht komt. Wij hechten daarom sterk aan een goede oriëntatie en determinatie. Ons onderwijs is gericht op een perspectiefrijke doorstroom naar het vervolgonderwijs, het voorbereiden op een toekomstige rol in de samenleving en het toerusten voor de huidige rol van de leerling. Daarom hecht De Waal aan nauw overleg met het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven. Immers onze school is een belangrijke schakel in de loopbaan van de leerlingen tussen basisonderwijs en vervolgonderwijs of bedrijfsleven. Binnen deze loopbaan richt LMC De Waal zich op het proces van het ontwikkelen van de beroepswens van de leerlingen en op het ontwikkelen van persoonlijke kwaliteiten en beroepsvaardigheden. Dat betekent dat wij ons niet alleen richten op de schoolloopbaan van leerlingen, maar dat wij ook onze bijdrage leveren aan de beroepsloopbaan van de leerlingen, immers ‘niet voor de school, maar voor het leven leren wij!’ Een belangrijke kern ligt bij de praktijk: real life learning. Door de confrontatie met de praktijk ontstaat de behoefte om te leren. Veel van onze leerlingen hebben weinig zitvlees en het leren door doen staat daarom centraal. Wij hechten bij het leren binnen en buiten de school aan het gebruik van een digitale leeromgeving en competenties als samenwerken, plannen en overleggen. Daarbij maken wij naast vormen van directe instructie ook gebruik van het actief en zelfstandig werken. De verlengde leerlijnen met het MBO vormen een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Een programma van ca. 5 jaar voor Basisberoepsgerichte leerlingen waarbij zowel het vmbodiploma als de startkwalificatie op niveau 2 kunnen worden behaald en waarbij men de lessen op de vertrouwde vmbo-locatie kan blijven volgen, vergroot de kans van slagen van de niveau 2 leerlingen en bieden als gevolg hiervan een reële kans op vervolgonderwijs op niveau 3 of 4. Deze verlengde leerlijnen zijn geïmplementeerd in twee afdelingen, te weten Economie Detailhandel en Economie Administratief. Het streven van LMC De Waal is om – met LMC Veenoord in de leidende rol – ook in de afdeling Zorg & Welzijn een dergelijke verlengde leerlijn te starten. Bovendien is een uitbreiding van het concept verlengde leerlijnen op niveaus 3 en 4 niet ondenkbeeldig.
6
Hoofdstuk 2. Bestuurlijke ontwikkeling LMC In dit hoofdstuk geven we het werkkader van De Waal binnen LMC-Rotterdam, omdat dit kader de verticale samenwerking tussen bestuur en school bepaalt. 2.1. Context ontwikkeling LMC bouwt mee aan de toekomst van de stad Rotterdam. Door maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen biedt zij een meerwaarde voor de binnenstad. De LMC-scholen, met elk een eigen identiteit, vormen samen een kleurrijk en krachtig geheel. De scholen zijn dynamisch, weten wat er in de veranderende maatschappij gebeurt, spelen hier op in en leveren een wezenlijke bijdrage aan de samenleving door verantwoordelijkheid te nemen, open te staan voor nieuwe ideeën en door eigentijds onderwijs te geven. LMC kiest er in principe voor om in de stad te blijven. Zij wil daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het behoud van de leefbaarheid van de stad Rotterdam. LMC wil door herschikking en profilering een aantrekkelijk aanbod realiseren voor alle leerlingen in veilige, compacte naar menselijke schaal georganiseerde scholen met een herkenbaar markt - en leerlingprofiel. Binnen de kaders van de eindtermen worden scholen met specifieke profielen ontwikkeld die transparante doorstroommogelijkheden bieden en die optimaal aansluiten op het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt.
7
Hoofdstuk 3. Onderwijskundig beleid 3.1. De Waal in de keten van schakels De Waal is voor de leerlingen een schakel in een keten van schakels: VVE, basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger beroepsonderwijs. Iedere schakel in deze keten is belangrijk. Eenmaal opgelopen achterstanden worden door de leerlingen in de volgende schakel meestal niet meer ingelopen en de achterstand ten opzichte van andere leerlingen neemt toe. Vooral de overgangen tussen de schakels van PO naar VMBO en VMBO naar MBO geven reden tot extra aandacht. De schakel die De Waal in de keten voor haar rekening neemt, betreft leerlingen in een kwetsbare periode van hun leven: de pubertijd. Een periode waarin er grote lichamelijke en geestelijke veranderingen plaatsvinden. Bij het realiseren van de onderwijskundige doelen wordt binnen het kader van de wet en regelgeving uitgegaan van de missie en de kerncompetenties van De Waal: ondernemend onderwijs in een veilige omgeving en eruit halen wat erin zit! Uit deze kerncompetenties blijkt dat de school haar taak en opdracht breder ziet dan alleen het overdragen van kennis, het geven van inzicht en verwerven van vaardigheden. Het gaat ons om ondernemerschap, ondernemendheid, een ondernemende houding en ondernemend gedrag en burgerschap. De normen die we daarbij hanteren, bepalen het eigen gezicht van onze school. Een ondernemende school vertoont volgens ons op alle niveaus eigenschappen van ondernemerschap. Om op LMC De Waal een bijdrage te kunnen leveren aan de ondernemende karaktereigenschappen van de leerlingen, dienen de organisatie en de cultuur van de school daarmee te resoneren. De school als geheel dient een ondernemende houding te ontwikkelen. Een ondernemende school is een innovatieve school. Van een dergelijke school mag verwacht worden dat de leraren, directieleden en overige medewerkers op ieder niveau van de organisatie de eigenschappen vertonen die horen bij ondernemerschap. Binnen de school behoren wij voor de leerlingen hun ondernemende voorbeeld te zijn. De transformatie van een traditionele school naar een innovatieve en ondernemende school vergt een aantal jaren en vereist dus daadwerkelijk ondernemerschap. Ondernemerschap is een aspect van de gehele opleiding en vormt een integraal onderdeel van de leergebieden en vakken in opdrachten, projecten, werkstukken en voorbereiding op stages. Het ondernemerschap heeft in onze school verband met het ontwikkelen van kennis, het geeft de mogelijkheid voor pedagogische binding met inspirerende docenten. De Waal werkt aan een doorlopende leerlijn van ondernemendheid naar ondernemerschap. Daarbij wordt gestart met het stimuleren van ondernemendheid als een algemene levenshouding en het kweken van het bewustzijn dat een loopbaan als ondernemer onderdeel uitmaakt van het beroepsperspectief. Werken aan de ontwikkeling van ondernemerschap in onderwijs is voor ons een middel om een aantal pedagogische, didactische en sociale doelstellingen van het onderwijssysteem te realiseren. Het gaat dan o.a. om:
het ontwikkelen van persoonlijke kwaliteiten zoals creativiteit, zin voor initiatief, durven omgaan met risico’s en verantwoordelijkheidszin het voortijdig schoolverlaten tegen te gaan door enthousiasmerende projecten en het aanbieden van een zo breed mogelijk beroepsbeeld – in een zo vroeg mogelijk stadium
8
jongeren bewust te maken van hun eigen mogelijkheden en talenten en hen meer zelfvertrouwen en zelfsturing te laten ontwikkelen. jongeren te stimuleren tot het zien van kansen en deze ook te benutten en als school ondernemend gedrag te vertonen.
In het visiedocument zijn de kenmerken van een ondernemende school door ons uitgewerkt. Een ondernemende school is volgens ons gericht op het gewenste eindprofiel van de leerling, de onderwijshoogtepunten, de schoolcultuur, de kwaliteit van de docenten, de partners van de school en de inrichting van het schoolgebouw. Onderbouw De Waal In de onderbouw van school wordt een start gemaakt met het stimuleren van de ondernemende houding van leerlingen. Daarvoor is een basis van veiligheid een noodzakelijk uitgangspunt. Wij richten het onderwijs daarom zo in dat wij onze leerlingen zeer goed leren kennen. Dit doen we door te werken met een beperkt aantal docenten per klas, leergebieden en meer contacttijd tussen leraren en leerlingen. Leraren vertonen intentioneel gedrag om de leerlingen te leren kennen en met ieder van hen een vertrouwensband op te bouwen. Dat is de basis voor succes. Onze leergebieden zijn:
Mens & Maatschappij Mens & Techniek Mens & Verzorging Media & Communicatie
Sport & Beweging
geschiedenis, aardrijkskunde, economie, levensbeschouwing natuurkunde, scheikunde, techniek en informatiekunde biologie, innerlijke – en uiterlijke verzorging communicatieve vaardigheden, presentatie, promotie, tekenen, handvaardigheid, culturele en kunstzinnige vorming
De overige vakken in de onderbouw zijn Nederlands, Engels, Spaans, wiskunde en de mentorles. Er is binnen De Waal extra gefaciliteerd ten behoeve van taal en rekenen; een vereiste om te kunnen voldoen aan de begintermen van het MBO. Binnen de vakken en leergebieden komen kleine vak- en leergebiedspecifieke projecten aan bod en jaarlijks worden meerdere overstijgende projecten georganiseerd. Deze projecten zijn gericht op het stimuleren van de ondernemende houding van leerlingen. Daarbij richten we ons op het competentieprofiel van een succesvolle ondernemer. Dit profiel bestaat uit zeven competentiedomeinen en twaalf sleutelcompetenties. Zie figuur 1. Deze domeinen en competenties sluiten aan bij onze opvattingen inzake leren door doen, ‘real life learning’, eruit halen wat erin zit en bepalen de bril voor begeleiding van onze leerlingen en de selectie van onze projecten. Wij vinden dat de competenties voor ondernemerschap niet afhankelijk zijn van het opleidingsniveau. Ook leerlingen van niveau 1 en 2 van het mbo zijn in staat een zelfstandig bestaan als ondernemer op te bouwen indien zij zich bewust worden dat daar een mogelijkheid voor is.
9
Figuur 1: competentiedomeinen en sleutelcompetenties.
Competentiedomein
Sleutelcompetenties
1
Ondernemen met volle inzet
2
Vooruitziend ondernemen
Doorzettingsvermogen Zelfkennis Gericht leren
3
Organiserend ondernemen
4
Doordacht ondernemen
5
Samenwerkend ondernemen Kansen grijpen
6 7
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Besef van rendement Besluitvaardig Toekomstig plannen Zelfstandigheid Overtuigingskracht Netwerk vormen Kansen zien Zicht hebben op de markt Solidair en(milieu)bewust handelen
Toelating leerlingen en zorg voor leerlingen Bij de voorlichting naar basisschoolleerlingen, hun ouders/verzorgers en basisscholen in onze schoolgids, tijdens voorlichtingsbijeenkomsten, op onze website en gesprekken wordt het tweede orde profiel duidelijk kenbaar gemaakt. De Waal is een school voor ondernemend onderwijs en geschikt voor leerlingen die zich aangetrokken voelen tot onze praktische uitwerking van de sleutelcompetenties waarbij ‘learning by doing’, ‘real life learning’, zelfsturing en creativiteit centraal staan. Onze leerlingen zijn praktisch ingesteld, het zijn doeners met belangstelling voor organiseren (naar een disco-avond gaan is leuk, maar het organiseren ervan is leuker). Met leerlingen en ouders worden binnen onze toelatingsprocedure individuele gesprekken gevoerd. In deze procedure is ook de bestudering van het onderwijskundig rapport, het advies van de collega’s van de basisschool en de Cito-score van belang. Tevens wordt bij iedere leerling het taal- en rekenniveau vastgesteld m.b.v. van testen. Deze hier beschreven toelating geldt ook voor leerjaar 2 t/m 4. Onze afspraak na toelating luidt: wie komt, blijft! Wij doen binnen De Waal ons uiterste best om iedere toegelaten leerling te begeleiden tot de landelijke eindstreep van onze school: het vmbo-diploma – al of niet gecombineerd met een startkwalificatie. Voor onze leraren, mentoren, remedial teachers en leerlingbegeleiders is een belangrijke taak weggelegd voor zowel het welzijn als de onderwijsresultaten van iedere leerling. Aan onze school is daarvoor een zorgteam om iedere aangemelde leerling optimaal te begeleiden. Dit team bestaat uit de leerplichtambtenaar, de schoolverpleegkundige, de schoolmaatschappelijk werker, de trainer sociale vaardigheden, de wijkagent en de zorgcoördinator. Indien nodig nemen ook de schoolpsycholoog en de orthopedagoog deel. De structuur van de leerlingenzorg is gebaseerd op drie aandachtsgebieden, te weten: sociale en emotionele begeleiding (= leren functioneren); keuzebegeleiding (= leren kiezen) en studievaardigheidsbegeleiding (= leren leren). Leertijduitbreiding & Burgerschap Juist met oog op onze missie en kernkwaliteiten is De Waal een school waar initiatieven door en voor leerlingen worden gestimuleerd: bezoeken aan - en presentaties op basisscholen, bedrijven, lunch voor docenten etc. Door leerlingen veel zelf te laten organiseren kunnen we met oog op ondernemend onderwijs de schooldag voor onze leerlingen op motiverende wijze verlengen en het belang van Burgerschap en sociale competenties onderstrepen.
10
De stages (beroepenstages en maatschappelijke stages) worden grondig voorbereid. Leerlingen worden getraind in sollicitatiegesprekken, verkoopgesprekken en presentaties tijdens workshops bij bedrijven en bij gastdocenten. Samenwerking met JINC (Jong Ondernemen) en beroepenoriëntatie maakt structureel deel uit van het programma. Bovenbouw: De Waal biedt opleidingen in de basisberoepsgerichte-, kaderberoepsgerichte- en gemengde leerwegen van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). De richtingen binnen de leerwegen zijn:
Zorg & Welzijn Breed Handel & Administratie (Jong Ondernemen voor de bbl-leerling en Young Business voor de kl/gl-leerling)
Ook wordt er leerwegondersteunend onderwijs aangeboden. In leerjaar drie en vier wordt de doorgaande lijn van de hierboven genoemde domeinen en sleutelcompetenties uitgebreid en verdiept. Vanaf het derde leerjaar Handel & Administratie (Jong Ondernemen) kunnen basisberoepsgerichte leerlingen kiezen voor de doorlopende leerlijn met het Albeda College (VM2). Na succesvolle afronding van deze opleiding beschikken zij over een startkwalificatie op niveau 2 detailhandel. Voor Zorg & Welzijn, ontwikkelt De Waal een soortgelijke leerlijn. Als toekomstige (zelfstandig) ondernemers kunnen kaderberoepsgerichte – en gemengde leerwegleerlingen bij ons aan de slag in de Young Business School. Vanaf het derde leerjaar volgen zij praktijkgericht onderwijs, gaan op stage, bezoeken bedrijven en ontvangen gastdocenten uit het bedrijfsleven. Binnen onze kantoorsimulatie oefenen de leerlingen alle vaardigheden die komen kijken bij nationale- en internationale handel. Spaans maakt als extra vreemde taal deel uit van hun curriculum. De leerlingen dragen (desgewenst) tijdens hun stages en tijdens hun rol als host/hostess voor de school, het schooluniform van LMC De Waal. Daarnaast dragen alle leerlingen in de Handel & Administratie elke donderdag verplicht hun uniform. Ouderparticipatie De Waal vergroot met oog op het welzijn en het onderwijssucces van de leerlingen de betrokkenheid van ouders. Niet alleen de mentor is aanspreekpunt, ook de schooloudercontactpersonen vormen een belangrijke schakel in de contacten. Tijdens de ouderavonden wordt van de ouders een actieve bijdrage verwacht en worden zij benaderd als gelijkwaardig gesprekspartner. Rapporten worden door de mentor alleen uitgereikt aan de ouders/verzorgers tijdens de verplichte ouderavonden. Schooloudercontactpersonen zijn hierbij te allen tijde aanwezig.
3.2.
Werk in uitvoering: Onderbouw Vakoverstijgende projecten onderbouw in relatie tot kerndoelen en competenties (Global Entrepreneurship Week, goede doelen, beroepenoriëntatie, Burgerschap) Wereldoriëntatie, multimedia, communicatie en cultuur Maatschappelijke stages in leerjaar 2 Taal- en rekenbeleid Studievaardigheden in de onderbouw – verzorgd door de mentor Huiswerkbeleid ontwikkelen Huisbezoeken door de mentor
11
Bovenbouw Ondernemende en uitdagende projecten voor leerlingen o.a. mini - ondernemingen Ontwikkeling portfolio voor iedere leerling Competentiegericht onderwijs VM2-traject met Albeda College met o.a. doorlopende leerlijn verkoop/detailhandel/Zorg & Welzijn (Vakschool Jong Ondernemen) Evalueren WPS binnen zorg en welzijn Peercoaching en schoolloopbaancoaching Beroepenoriëntatie, voorbereiding op stages, burgerschap
Onderbouw en bovenbouw Ondernemerschapcompetenties vaststellen en toetsten Opzetten netwerk gastdocenten uit bedrijven (professionals, ouders, oud-leerlingen) Opzetten netwerk contacten met bedrijven in Charlois en omgeving Opzetten netwerk contacten met mbo-deelnemers en hbo-studenten als voorbeeld en als mentor voor onze leerlingen Spaans als extra vreemde taal voor de KL- en GL-leerling
* Basis voor onze contextrijke leeromgeving vorm de waaier van gedichten, foto’s, tips en vragen van jongeren aan scholen, zoals deze – met input door jongeren – is opgezet door BMP, Stichting Bevordering Maatschappelijke Participatie. Vraagstelling hierbij was: Waarom stoppen zoveel jongeren met school nog voordat ze een diploma hebben? Belangrijke aspecten die bijdragen aan het succes van de leerlingen zijn: Betrokkenheid van ouders Structuur en veiligheid op school Duidelijk beroepsbeeld en leerzame, uitdagende stageplaatsen Betrokkenheid van de school bij de stageplaatsen en met de stagelopende leerlingen Aandacht, openheid en betrokkenheid van docenten Aandacht voor het ontwikkelen van zelfstandigheid, zelfvertrouwen, verbale - en nonverbale presentatie bij de leerling Uitdagende leermiddelen, binnen – en buiten de school.
12
Hoofdstuk 4. Personeelsbeleid 4.1. Beleid De Waal Een visie op personeelsbeleid zonder verwijzing naar missie, kernkwaliteiten en het onderwijskundig beleid van de school is onmogelijk. Met oog op de kernkwaliteiten in relatie tot ons personeelsbeleid volgt nu eerst een korte toelichting. a. Ondernemende leraren. De leraren werken vanuit de missie en de kernkwaliteiten van de school en ontwikkelen zich op basis daarvan tot ondernemende leraren. Zonder ondernemende docenten geen ondernemende school. b. Ondernemen in een veilig schoolklimaat. Het personeelsbeleid is erop gericht een schoolklimaat te ontwikkelen waarin een ieder zich erkend weet, zich geaccepteerd weet en veilig voelt. Veiligheid en erkenning zijn voor ons de fundamenten om te komen tot ontwikkeling. Ondernemen in een veilig schoolklimaat is een recht voor een ieder en tevens een plicht voor een ieder om daar vorm aan te geven. c. Eruit halen wat erin zit. De capaciteiten van alle medewerkers en de voortdurende ontwikkeling daarvan zijn de kurk waarop de school drijft. De visie op onderwijs geeft koers en richting aan de school. Om de school op koers te houden wordt van de medewerkers niet alleen kennis en inzet gevraagd, maar ook kwaliteit op pedagogisch en didactisch gebied. Als wij niet het beste uit onszelf halen en ontwikkelen, kunnen we dat ook niet van onze leerlingen verwachten. Het integraal personeelsbeleid (IPB) is voor ons een belangrijk middel. De kaders van het Integraal Personeelsbeleidsplan IPB zijn op LMC-niveau uitgewerkt. Competentieprofielen zijn ontwikkeld, er wordt gewerkt met een gesprekscyclus en bekwaamheidsdossiers voor alle medewerkers worden opgesteld. In het integraal personeelsbeleidsplan zijn procedures omschreven voor de beoordeling van nieuwe en zittende collega’s. De school verwacht van haar medewerkers dat zij functioneren overeenkomstig de missie en de kernkwaliteiten. Voordelen van een proactief beleid binnen onze school zijn: adequate bezetting personeelsbestand optimale ontwikkelingsmogelijkheden personeelsleden het voorkomen van accent op routine [en vaak afname arbeidssatisfactie en motivatie] toename kwaliteit van het onderwijs Docenten bepalen de kwaliteit van het onderwijsproces. Dit betekent dat zij naast goede (vak)docenten, goede pedagogen zijn, gericht op het welzijn en de onderwijsresultaten van iedere leerling. Zij verbinden zich binnen de pedagogische relatie met de leerlingen zodat zij iedere leerling kunnen uitdagen zich te ontwikkelen. Zij kennen iedere leerling waarvoor zij direct verantwoordelijk zijn en hebben zicht op de ontwikkeling van deze leerlingen. In samenwerking met collega’s dragen zij bij aan deze ontwikkeling. De kenmerken van deze docenten in onze school zijn, dat zij: zich ondernemend en pro-actief uitstekende pedagogen zijn voortdurend hun (vak)kennis ontwikkelen hun onderwijs zelf inrichten en daarbij aandacht schenken aan het ontwikkelen van een ondernemende en pro-actieve houding bij hun leerlingen
13
zicht hebben op de eigen uitdagingen en die van de leerlingen samenwerken met partners binnen en buiten de school en van hen leren
Bij de werving en benoeming van medewerkers wordt geen onderscheid gemaakt op grond van politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid en burgerlijke staat. Arbeidsvoorwaardenbeleid Binnen het arbeidsvoorwaardenbeleid wordt beleid geformuleerd om de arbeidsvoorwaarden voor het personeel zo goed mogelijk te regelen. Veel zaken zijn voor onze school in de CAO vastgelegd, maar niet alles. Om aantrekkelijk werkgeverschap te kunnen ontwikkelen en daardoor het personeel te kunnen blijven ‘binden en boeien’ is het van belang goede eigen secundaire arbeidsvoorwaarden overeen te komen. De CAO-VO wordt gevolgd. LMC heeft de CAO –VO uitgewerkt en aangevuld met eigen beleid. De Waal volgt dit beleid. Arbeidsomstandighedenbeleid Voor een goed werkklimaat vindt De Waal het arbeidsomstandighedenbeleid van wezenlijk belang. Het arbeidsomstandighedenbeleid omvat de knelpunten en fasering van plannen gericht op bevorderen gezondheid, veiligheid en welzijn van personeel. Dit beleid is in onze school gebaseerd op een inventarisatie en evaluatie van alle gevaren die de arbeid voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van alle medewerkers met zich mee brengt. Op basis van het LMC beleid is er schoolspecifiek Arbo-beleid ontwikkeld. Het Arbo-beleid omvat de volgende onderdelen: structuur Arbo-zorg, ontruimingsplan, opleiden van bedrijfshulpverleners, werkdrukanalyse en ziektepreventie. De school beschikt over een ontruimingsplan en over bhv-ers. Elk jaar wordt een ontruimingsoefening gehouden en vindt controle op leidingen, technische apparatuur en installaties plaats.
4.2.
Werk in uitvoering m.b.t. personeelsbeleid
doorontwikkelen van (ortho)-pedagogisch en (ortho) –didactische vaardigheden van docenten met oog op passend onderwijs inhoud bekwaamheidsdossiers versterken scholing ondernemerschapcompetenties gedifferentieerd lesgeven om zodoende het beste uit elke individuele leerling te halen.
14
Hoofdstuk 5. Middelenmanagement 5.1. Beleid middelenmanagement Onder middelen worden door ons verstaan de instrumenten en de financiën die het mogelijk maken voor de personeelsleden om kwalitatief onderwijs aan te bieden. Het middelenbeleid omvat in onze school alle maatregelen die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid op basis van onze missie en kernkwaliteiten. Het onderwijsbeleid is in onze school primair. Het middelenbeleid is secundair en gericht op de realisatie van het onderwijsbeleid. Deze middelen worden ingezet voor alle onderwijs ondersteunende processen. De kenmerken van de inzet van de middelen zijn effectiviteit en efficiëntie. Er zullen financiële keuzes gemaakt worden. De directie van De Waal geeft daarbij prioriteit aan de missie en kerncompetentie. De financiële verantwoording van de aan de school toegewezen middelen ligt bij de directeur van de school. De financiën worden nauwkeurig in de gaten gehouden om snel in te kunnen grijpen bij afwijkingen van de begroting. De Waal gaat ervan uit, dat er t.a.v de door de overheid beschikbaar gestelde middelen geen structurele veranderingen te verwachten zijn. De school draagt een percentage ( 2.5 %) van haar financiële middelen af aan het bestuursbureau. De directie van De Waal staat open voor mogelijkheden die zich op het sponsorgebied voordoen. Aantrekkelijk onderwijs wordt aangeboden in een uitdagende leeromgeving, aangepast aan de tijd. Voor de leerlingen en voor de medewerkers is een prettige werkomgeving van groot belang.
5.2. Werk in uitvoering De Waal
Budgettering beroepsgerichte vakken Ondernemerssfeer in het gebouw (smartboards, beeldschermen in de gangen, zakelijke uitstraling, opgeruimde werk/leeromgeving)
15
Hoofdstuk 6. Communicatiebeleid Communicatie vormt binnen De Waal het middel om onze missie en visie te verspreiden en vorm te geven. Door middel van communicatie en pr kunnen we laten zien waar de school voor staat. Het beleid van de school is er op gericht het wederzijds begrip tussen onze school en de groeperingen en instellingen waarmee we te maken hebben of krijgen, stelselmatig te bevorderen. De school wil dit bereiken door aandacht te schenken aan de interne- en externe communicatie. De school heeft contact met alle toeleverende basisscholen en bezoekt deze. Iedere medewerker draagt bij aan het imago dat de buitenwacht heeft van onze organisatie. Iedere medewerker draagt bij aan het imago van onze organisatie. Samen met de leerlingen zijn zij de “ambassadeurs” van de school. Het beleid van onze school is gericht op product, personeel, plaats en promotie. Product: onze onderwijsvisie, ons onderwijsaanbod, de buitenlesactiviteiten en de te onderscheiden kenmerken daarvan. Personeel: daarbij gaat het niet alleen om de vakkennis, maar zeker ook om de houding, de opstelling en de uitstraling van de iedere medewerker. Plaats: het uiterlijk, de bereikbaarheid, de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gebouwen is een voortdurend punt van zorg op onze school; Promotie: de promotie steunt op de drie eerder genoemde aspecten en schenkt bovendien aandacht aan de kernkwaliteiten: t.w. de optimale ontwikkeling van leerlingen en oog voor elkaar, dus ook zorg voor elkaar. Onze communicatie richt zich op in- en externe doelgroepen. Interne doelgroepen: bestuur, medezeggenschapsraad, medewerkers, ouders en leerlingen. Externe doelgroepen: basisonderwijs, (ouders) toekomstige leerlingen, bedrijven, oud-leerlingen, andere scholen VO, vervolgopleidingen, inspectie, overheden, pers diensten, leveranciers en omwonenden. De school kent de volgende vormen van communicatie: schriftelijke communicatie: brieven, folders, brochures, schoolgids, schoolnieuws via de website, presentatie wand, power point presentatie en brieven naar ouders persoonlijke communicatie: aanmeldingsgesprekken, introductiedagen, thema-avonden, huisbezoeken door mentor/schoolloopbaanbegeleider/schoolmaatschappelijk werker, open dagen, rapportavonden, studie- en werkbijeenkomsten, begeleiding door mentoren, schoolmaatschappelijk werk,vertrouwenspersonen, zorgcoördinator en eigen e-mailadres. vrije publiciteit: artikelen in de pers en aandacht bij Regionale Omroep. 6.2.
Werk in uitvoering m.b.t. communicatiebeleid
versterken van de contacten met de toeleverende scholen en bedrijven communicatie ontwikkelingen collega’s en toeleverende scholen
16
Hoofdstuk 7. Kwaliteitszorg 7.1. Beleid kwaliteitszorg Activiteiten die binnen kwaliteitszorg door de school worden ondernomen zijn gericht op het stapsgewijs en systematisch verbeteren van de missie en de kerncompetenties van De Waal. Jaarlijks wordt nagegaan wat er nog verder verbeterd of vernieuwd kan worden. Daarbij zijn twee vormen van externe input voor ons van belang: WOT en beleid LMC. Een belangrijk uitgangspunt van de WOT is dat onderwijsinstellingen zelf door een systematisch opgezette kwaliteitszorg de kwaliteit van hun onderwijs bewaken en daarover verantwoording afleggen naar de afnemers van hun onderwijs en aan de samenleving in bredere zin. In de LMC-beleidspijlers wordt uitgegaan van het systematisch verder uitwerken van kwaliteitszorg op het LMC- en schoolniveau met gebruikmaking van het INKmodel. Op beide ontwikkelingen (SWOT en INK) sluiten wij beleidsmatig aan. Kwaliteit heeft te maken met de mate waarin een activiteit, product of dienst voldoet aan de meetbare normen die eraan worden gesteld en aan de mate waarin uitgesproken verwachtingen overeenkomen met de resultaten. De kwaliteitszorg is gericht op het product van de school enerzijds en op de stapsgewijze verbetering ervan anderzijds. Een belangrijk punt van aandacht is daarbij de organisatie zelf, met daarin de deelaspecten leiderschap, beleid en strategie, personeelsmanagement en het management van middelen en processen. Een tweede aandachtsgebied is te vinden in de factoren die de resultaten van de organisatie weergeven. De waardering door het personeel, door de klanten en door de maatschappij zijn indicatoren voor het beleid van kwaliteitsverbetering, evenals de eindresultaten van de organisatie. De cyclus kwaliteitszorg bestaat uit het stelselmatig herhalen van de vijf INK-stappen:
beslissen wat je belooft (kwaliteitsbepaling) opschrijven wat je moet doen om wat je belooft ook waar te maken (kwaliteitsplanning) doen wat je hebt opgeschreven (kwaliteitsbeheersing) nagaan of het gelukt is je belofte waar te maken (kwaliteitsbewaking) verantwoording afleggen over wat je beloofd hebt en daarbij leerpunten aangeven (kwaliteitsrapportage)
In de schoolorganisatie wordt gebruik gemaakt van de negen aandachtsgebieden in het INK-model kwaliteitszorg. Deze aandachtsgebieden zijn: de organisatiegebieden (bestaande uit leiderschap, beleid en strategie, personeelsbeleid en middelenmanagement) en de resultaatsgebieden (bestaande uit waardering door leerlingen en externe relaties, waardering door personeel, waardering door de maatschappij en resultaten). Leiderschap is in onze visie een erg belangrijke voorwaarde omdat het inhoud en sturing geeft aan beleid en strategie, personeelsbeleid en middelenmanagement. Deze gebieden zijn op hun beurt weer voorwaardelijk voor het management van onze processen (ons onderwijs). De mate waarin wij succesvol zijn toont zich in de waardering van het geboden onderwijs door personeel, leerlingen, ouders, vervolgonderwijs en maatschappij en de resultaten die wij behalen. Om onze resultaten jaarlijks te kunnen evalueren worden kengetallen verzameld. In dit schoolpan hebben wij voor alle betrokkenen opgeschreven wat wij beloven waar te maken en op welke wijze wij dat zullen doen. In het daarbij behorende activiteitenplan is aangegeven door wie, wanneer en op welke wijze de belofte wordt nagekomen. Door het college van bestuur en de MR zal intern en door 17
de inspectie zal extern worden nagegaan of wij onze beloften waarmaken. Door deze benadering is kwaliteitszorg een vitaal onderdeel geworden van De Waal. Op basis van de tevredenheidsonderzoeken die onder leerlingen en personeel worden gehouden, is een start gemaakt met het evalueren van staand beleid. De gegevens worden binnen De Waal ingezet voor verschillende activiteiten: het systematisch meten van processen, het analyseren van processen, het beheersen van processen en het vaststellen van verbeteracties. Educational governance Nieuw is het overheidstraject Educational Governance. Dit traject loopt in onze opzet inzake resultaatsgebieden parallel aan het werken met INK-model. Educational governance komt er niet bij, maar is eerder voortzetting, uitbreiding en verdieping van reeds ontwikkeld beleid. Onder governance wordt door ons conform beleid OCenW verstaan de ruimte voor De Waal om onze bestuurlijke zaken voor een groot deel zelf te doen en naar eigen inzicht te regelen, in dialoog met onze omgeving, met als voorwaarde: een duidelijke scheiding tussen bestuur en intern toezicht. Om te kunnen sturen heeft onze schoolorganisatie input van gegevens nodig over het gevoerde beleid en gegevens over het te voeren beleid. Daarvoor verrichten wij onderzoek en gaan wij in gesprek met partners (stakeholders) binnen en buiten de school. De opbrengst ervan wordt door ons gebruikt om na te gaan of we de goede dingen doen en hoe goed we deze dingen doen. Dit resulteert in de verbetering van de kwaliteitszorg in de organisatie. Door ons wordt onderscheid gemaakt in verticale en horizontale verantwoording. Onder verticale verantwoording verstaan wij het proportioneel toezicht van de inspectie en staat voor een terugtredende inspectie bij scholen die zelf vergaande kwaliteitszorg en horizontale verantwoording toepassen. De partners voor verticale verantwoording bestaan uit: LMC (beleidspijlers), gemeente Rotterdam (Rotterdams onderwijsbeleid: 10-puntenplan) en de inspectie van het onderwijs. Bij de horizontale verantwoording komt de verantwoording van de school steeds meer te liggen bij de directe partners, zoals leerlingen, ouders, medewerkers, toeleverend onderwijs en vervolgonderwijs. Omdat kwaliteitszorg voor ons een dialoog is, gaan wij ervan uit dat onze partners ook van De Waal kwalitatieve uitspraken verwachten over hun functioneren en bijdrage aan De Waal. Kwaliteitszorg is voor ons een wederzijdse verbinding. Het resultaat hiervan is dat de partners de schoolorganisatie beïnvloeden en de school op haar beurt ook haar partners beïnvloedt. Concreet ontvangen partners van De Waal informatie en adviezen met het oog op het versterken van de binding. In de komende vier jaar zal De Waal zich gebaseerd op haar missie en visie verder verdiepen in strategieën en instrumenten om de bindingen te optimaliseren en de relaties gefaseerd verder op te bouwen en daarmee het welzijn en de onderwijssuccessen van onze leerlingen en hun leraren aantoonbaar te doen toenemen.
18
Bijlage 1:
Algemene schoolgegevens Gegevens school LMC De Waal Huismanstraat 30 3082 HK Rotterdam Vestigingsdirecteur: Mw. E.V. Hernes M : 06 229 839 55 T : 010-429 34 88 F : 010-429 26 32
Gegevens bestuur LMC Voortgezet Onderwijs Westersingel 108 3015 LD Rotterdam T : 010-436 67 66 F : 010-436 58 85
19