Schoolondersteuningsprofiel
versie 27-09-2013
Samenwerkingsverband Eindhoven en omgeving Inhoudsopgave Schoolondersteuningsprofiel 1. Inleiding 2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens 2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept 2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren 3. Basisondersteuning 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs 3.2 Planmatig werken 3.3 Preventieve en licht curatieve interventies 3.4 Onderwijs-ondersteuningsstructuur 4. Extra ondersteuning: Onderwijsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 4.1 Leer- en ontwikkelingsondersteuning 4.2 Fysiek medische ondersteuning 4.3 Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning 4.4 Ondersteuning in de thuissituatie 5. Randvoorwaarden 6. Conclusies en ambities 1. Inleiding Functie Schoolondersteuningsprofiel: Als de onderwijsbehoefte en opvoedingsbehoefte van een leerling past bij de mogelijkheden en de identiteit/cultuur van de school kan een leerling toegelaten worden. Op basis van het aanmeldingsgesprek wordt dit bepaald. In sommige gevallen is er extra informatie nodig om dit te beoordelen. Dit kan van peuterspeelzaal of kinderdagverblijf zijn, maar ook van professionele instanties komen. Communicatie: Op basis van het profiel kan uitgelegd worden wat de school wel of niet voor een kind kan betekenen. Of het kind past bij de school en de school bij het kind. Als ouders hun kind aanmelden bij de school, dient het ondersteuningsprofiel als basis voor de afweging of een school de onderwijsondersteuning kan bieden waaraan het kind behoefte heeft. Het ondersteuningsprofiel zal vrijwel nooit direct en eenduidig een antwoord bieden op die enige vraag; ieder kind en iedere situatie is uniek. Toch zal het ondersteuningsprofiel helpen om een beargumenteerde afweging te maken. Professionalisering: Het ondersteuningsprofiel ondersteunt het professionaliseringsbeleid van de school. Mede op basis van dit document kan bepaald worden welke competenties leerkrachten moeten beheersen om onderwijs en ondersteuning te verzorgen zoals de school heeft omschreven. Het ondersteuningsprofiel brengt ambities van de school in kaart als het gaat om extra ondersteuningsmogelijkheden. Deze ambities staan ook in het schoolplan en zijn medebepalend voor het professionaliseringsbeleid.
1 van 23
Tot stand gekomen: Het Schoolondersteuningsprofiel is opgesteld door: directeur, bouwcoördinatoren, intern begeleider en leerkrachten. De medezeggenschapsraad heeft advies gegeven bij de vaststelling. Het bevoegd gezag stelt het ondersteuningsprofiel van de school vast. 2. Algemene gegevens Ligging en ingang De Wilhelminaschool staat in de wijk Naastenbest aan de Koningin Emmalaan 25. Het in 2009 geheel gerenoveerde gebouw heeft zeven lokalen, een speellokaal, een centrale hal met extra lespunt, een computerhoek, enkele kleine leshoekjes voor individueel onderwijs en twee pleinen. Met flexibele wanden zijn de lokalen makkelijk te vergroten. Hierdoor is het gebouw geschikt voor verschillende onderwijsvormen. De leerlingen komen niet alleen uit de wijk Naastenbest, de school betrekt ook leerlingen uit andere wijken van Best. Het is een protestants christelijke school die open staat voor alle gezindten, mits men de identiteit van de school kan respecteren. Ongeveer 20% van de leerlingen heeft een buitenlandse achtergrond. Hierdoor heeft de school een multicultureel karakter. De school is kleinschalig, alle leerkrachten kennen de leerlingen en veel leerlingen kennen elkaar. De kinderen van groep 1 en 2 gaan de school binnen via hun eigen schoolplein aan de Jac. van Wassenaerstraat. Groep 7 gaat naar binnen door de ingang aan de Koningin Emmalaan. 2.1 Contactgegevens
Adres: Wilhelminaschool Koningin Emmalaan 25 5684 BA Best T 0499-372257 E
[email protected] I www.wilhelminaschoolbest.nl Directeur: dhr. Roel Timmers Managementteam: dhr. Roel Timmers, mevr. Daphny Hardiek en mevr. Ada Versloot IB-er: mevr. Ada Versloot De overige gegevens zijn in de schoolgids te vinden die via de website in te zien is. 2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept
Missie De grondslag van het onderwijs, gegeven onder verantwoordelijkheid van het bestuur, is de bijbel, naar protestants christelijke begrippen. Onze school wil de Bijbelse geschiedenis een plaats geven in het onderwijs, alsook de normen en waarden, die in de Bijbelse boodschap ingebed liggen. Deze zijn een leidraad voor het leven en werken in de school. Wij respecteren elkaars verschillen en opvattingen. Dit uitgangspunt is opgebouwd uit drie gedeelten. Kind: leder kind is uniek, een schepsel van God dat respect verdient. School: Het kind is geplaatst in de school. Daar moet het kind zichthuis voelen. De school moet een veilige omgeving vormen, waar ieder kind zich bewust wordt van zijn of haar mogelijkheden enwaar het kind zich goed kan ontplooien. Wereld: In de school wordt het kind voorbereid op de stap de maatschappij en de wereld in, opdat ieder kind toegerust is in deze samenleving, zijn of haar verantwoordelijkheid te nemen. Visie De basisbouwstenen van onze visie zijn: -
Veiligheid We creëren een omgeving die uitnodigt om te leren en waarin mensen zichzelf kunnen zijn en worden. Daarbij mogen onderlinge verschillen zijn en fouten gemaakt worden. Er is respect voor een ieder.
-
Protestants christelijke identiteit: We zijn met onze identiteit uniek in onze omgeving. We maken daarmee het verschil naar
2 van 23
kinderen, ouders en elkaar: onze normen en waarden zijn zichtbaar en voelbaar en laten ons boven de verschillen tussen mensen uitstijgen. Wij sluiten mensen in. -
Structuur en orde Als we willen bewegen en veranderen is de dagelijkse orde en structuur een belangrijke voorwaarde. De leerkrachten gaan steeds het gesprek aan met elkaar om tot een eenduidige richting in het werk te komen.
-
Samen verantwoordelijk We voelen ons niet alleen samen verantwoordelijk, maar laten dit ook in ons gedrag zien. We spreken daarvoor ontmoetingsmomenten af en maken afspraken waaraan we onszelf en elkaar houden. Doordat we flexibel zijn en plezier in ons werk en het leren hebben, is de betrokkenheid van iedereen groot.
-
Kwaliteiten ontplooien en benutten: Het kernproces dat we in het onderwijs laten zien, ontwikkelen we ook in ons team en met ouders. Teamleden zijn daarbij eigenaar van hun eigen professionele ontwikkeling. We kijken steeds meer met de blik van vertrouwen in talenten en verschillen tussen mensen naar elkaar, zodat we daarin sterker worden in het werk met de kinderen. Onze professionele zelfstandigheid groeit en ondersteunt de zelfstandigheids ontwikkeling van de kinderen. Het reflectief vermogen wordt elke dag gestimuleerd en gebruikt.
De kinderen van de Wilhelminaschool: zijn klaar voor de maatschappij. De school: zoekt de samenhang met de omgeving en met de veranderende maatschappij. Ons partnerschap met ouders:zorgt voor duidelijkheid. Ouders onderschrijven en respecteren de visie van de school. Wederzijdse verwachtingen worden naar elkaar uitgesproken. In onze omgeving: zijn wij herkenbaar door onze unieke identiteit, normen en waarden en kleinschaligheid. Hierdoor worden kinderen en ouders gekend. Identiteit De Wilhelminaschool heeft een protestants-christelijke identiteit, die tot uiting komt in godsdienstonderwijs, het vertellen van Bijbelverhalen en het zingen van christelijke liedjes. De school probeert de identiteit ook tastbaar te maken in een positieve sfeer, in de omgang met en zorg voor elkaar en de omgeving. Daarin past tevens respect voor de ander en voor andere overtuigingen. Centraal staat een optimale zorg voor de ontwikkeling van de leerling, die spelend en lerend op weg is naar volwassenheid. Het gaat daarbij naast verwerving van kennis om de ontwikkeling van sociale vaardigheden, creativiteit en eigen initiatief. Aan de ene kant houdt de school rekening met de mogelijkheden en interesses van het individu, aan de andere kant wil de school voor iedere leerling een basispakket van kennis en vaardigheden aanreiken. Voorop staat dat in de groepen veiligheid bestaat als basis voor de ontwikkeling van het zelfvertrouwen van de leerlingen. In zo’n veilige groep leren de kinderen zelfstandig keuzes te maken. Het streven is verder naar rust en duidelijkheid in de omgang met de kinderen. De duidelijkheid uit zich in het aanleren van normen en waarden, onder andere met behulp van de methode ‘Leefstijl’. Dat is een lesmethode voor sociaal-emotionele vorming, voor de leerlingen van groep 1 tot en met 8.
3 van 23
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren. Hieronder worden feitelijke gegevens over de leerlingenpopulatie weergegeven. Het geeft een beeld van de omvang van de school en de ervaring die het team heeft met het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren schooljaar aantal leerlingen
2010-2011 152
2011-2012 138
2012-2013 132
aantal leerlingen met 0,3 en 1,2 gewicht
0,3 gewicht: 8 1,2 gewicht: 14
0,3 gewicht: 8 1,2 gewicht: 14
0,3 gewicht: 7 1,2 gewicht: 13
aantal leerlingen dat voor-of vroegschool heeft bezocht aantal leerlingen dat in het ZAT is besproken aantal leerlingen dat geplaatst is in SO of SBO aantal leerlingen dat teruggeplaatst is vanuit SO of SBO uitstroomgegevens
3
4
3
3 (2 uit één gezin)
3
3 (2 uit één gezin)
1 naar SBO
1 naar SBO
-
-
1 vanuit SO (in groep 7 geplaatst)
-
VWO: HAVO / VWO :4 HAVO :3 VMBO TL/ HAVO :1 VMBO TL :1 VMBO KL :3 VMBO BL :3 VMBO BL, LWO :2
VWO HAVO / VWO :2 HAVO :4 VMBO KL :5 VMBO KL, LWO :1 VMBO BL /VMBO KL:1 VMBO BL :2 VMBO BL, LWO :5
aantal leerlingen dat verwezen is naar het speciaal onderwijs aantal leerlingen met een REC- indicatie
VWO: HAVO / VWO :1 HAVO VMBO TL/ HAVO :4 VMBO TL :1 VMBO KL :3 VMBO BL :1 VMBO BL, LWO :5
:4
:-
-
-
cluster 1: cluster 2: 1 cluster 3: cluster 4: 3
cluster 1: cluster 2: cluster 3: cluster 4:
1 4
:3
:5
cluster 1: cluster 2: 2 cluster 3: cluster 4: 3
3. Basisondersteuning Zorgniveau 1: Zorg op groepsniveau Dit houdt in:
de leerkracht geeft kwalitatief goed onderwijs (er wordt planmatig met methodes gewerkt, goede instructie gegeven etc.) de leerkracht geeft onderwijs in subgroepen volgens 1-zorgroute. Zodoende komt de leerkracht de zwakkeren en de sterkeren tegemoet. De Intern Begeleider volgt, samen met de leerkracht, de groep.
4 van 23
Zorgniveau 2: Extra zorg op groepsniveau Door observatie van gedrag en werk en door input van ouders en collega’s weet de leerkracht wat de sterke en zwakke kanten van een leerling zijn. Deze worden ingevuld in het didactisch groepsoverzicht. Hij kan tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van de individuele leerling. De leerlingen krijgen les in subgroepen waarbij, door middel van bijvoorbeeld extra instructie en extra oefeningen de leerlingen les op maat krijgen. Er kan ook remediërend materiaal ingezet worden. Bovendien zorgt de leerkracht ervoor dat aan de pedagogische behoeften wordt voldaan. Dit gebeurt allemaal binnen de klassensituatie. Zorgniveau 3: Extra zorg na intern onderzoek Tijdens elke groepsbespreking met de intern begeleider wordt bekeken of de extra zorg binnen de groep het gewenste resultaat opgeleverd heeft. Is dit niet het geval, dan wordt voor betreffende leerling een leerlingenbespreking gepland (leerkracht met de intern begeleider). Het doel is om tot een handelingsplan (‘leerling x’) te komen voor deze individuele leerling. Er kan ander materiaal ingezet worden maar ook een intern onderzoek (dus door de intern begeleider) behoort tot de mogelijkheden. Een handelingsplan loopt een aantal weken en kan daarna worden aangepast, afgesloten of verlengd. Aan dit handelingsplan wordt zoveel mogelijk binnen de groep gewerkt. 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs
Standaarden voor Handelingsgericht Werken.
Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observaties, gesprekken en het analyseren van methodegebonden toetsen en niet-methode gebonden toetsen. Dit vullen ze in op de didactische groepsoverzichten (zie bijlage 1). Dit zijn levende documenten die steeds worden aangevuld. Deze gegevens worden gebruikt om de groepsplannen te maken. Voor de vakken Begrijpend Lezen, Technisch Lezen, Rekenen Wiskunde zijn deze documenten al in gebruik, Spelling volgt in het schooljaar 2014-2015.
Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen.
Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega’s. Van de leerkrachten hebben wij de volgende verwachtingen: t.o.v. de kinderen: -
zij tonen respect voor de kinderen, door bijvoorbeeld vragen, opmerkingen en problemen van kinderen altijd serieus te nemen zij dragen zorg voor een positief pedagogisch klimaat in de klas zij zorgen dat de school- en groepsregels/afspraken duidelijk zijn voor kinderen
5 van 23
-
zij bespreken tijdens de eerste veertien dagen van elk nieuw schooljaar de bestaande schoolregels en groepsregels binnen de groep. zij zijn verantwoordelijk voor het handhaven van de school- regels en de groepsregels. zij geven het goede voorbeeld in hun omgang met elkaar, ouders en kinderen.
t.o.v. ouders: -
zij tonen respect voor ouders/opvoeders en erkennen dat zij de eerst verantwoordelijken zijn voor de opvoeding van hun kind zij nemen ouders serieus wanneer deze een vraag of probleem bespreekbaar maken. zij zijn bereid, indien er problemen zijn met een kind, in gesprek te gaan met de ouders, indien nodig met de bouwcoördinator, de interne begeleider en/of directielid zij zijn bereid kritisch naar hun eigen handelen te kijken zij houden ouders zo goed mogelijk op de hoogte van alle ontwikkelingen die hun kind op school doormaakt.
t.o.v. andere teamleden; -
-
zij dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen op school en voor alle kinderen die de school bezoeken en zien toe op naleving van gemaakte afspraken en spreken elkaar daar op aan. zij zijn publiekelijk loyaal ten opzichte van elkaar en de school en trekken één lijn in de wijze waarop zij omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen.
t.o.v. materialen van de school, van hen zelf of van anderen -
zij behandelen spullen met zorg zij dragen gepaste kleding.
Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben. Zij zorgen ervoor een voorbeeld te zijn.
Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam. Ten aanzien van de leerling: In het didactisch groepsoverzicht worden deze belemmerende en compenserende factoren benoemd. Naar aanleiding van gesprekken en onderzoeken worden deze steeds bijgesteld. Ten aanzien van de leerkracht: De sterke kanten en interesses van de leerkrachten worden benoemd en benut bij de taakverdeling aan het begin van elk schooljaar. In hun POP’s wordt benoemd wat de sterke en zwakke kanten van een leerkracht zijn. Ten aanzien van de ouders: Ouders worden gevraagd naar hun kwaliteiten ter ondersteuning van het team. Zie onderstaande lijst.
a.
De directeur en de leraren stellen jaarlijks een activiteitenlijst vast. Deze lijst bevat de volgende onderdelen: de aard van de schoolactiviteiten (bijvoorbeeld: beheer documentatiecentrum en computerlokaal, verzorgen sportdag, verzorgen vieringen, hulp in de klas, hulp bij buitenschoolse opvang, verzorgen van schoolmaterialen, sportdag organiseren.) het doel van de activiteit aanvang en einde (tijdsduur en tijdstip) de rol en verantwoordelijkheden van de directeur en de leraren en de wijze waarop zij ouders ondersteunen de rol en de verantwoordelijkheden van de wijze waarop de directeur en de leraren ouders werven de wijze waarop met de ouders de activiteiten geëvalueerd worden.
b. De directeur vermeldt in het Wilhelmina Journaal de activiteiten en benadrukt in de tekst het belang van ouderbetrokkenheid bij activiteiten van de school.
6 van 23
c.
De leraren werven in de eerste weken van het schooljaar een klassenouder. Onder een klassenouder wordt verstaan een spreekbuis voor ouders naar leerkrachten en directeur. Deze ouder heeft tevens een coördinerende rol in activiteiten van ouders in de groep. d. De directeur en de leraren tonen hun waardering voor alle ouders die actief meehelpen in de school op de volgende wijze: de organisatie van een Bedank Avond Medewerkers (BAM avond) vermelding en bedankjes in het Wilhelmina Journaal op mondelinge wijze
Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen. Dit gebeurt vooral in de bovenbouw. Met de leerlingen van groep 8 wordt dit gedaan in de vorm van contracten. Als uitgangspunt wordt de uitslag van de entree in groep 7 gebruikt. Deze contracten gaan mee naar huis (zie bijlage 2).
Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak. Dit is beschreven in het volgende document: De school stelt zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van ouders over het onderwijs en houdt daar rekening mee.
a.
De directeur en de leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van ouders over het onderwijs in het algemeen en het functioneren van de school d.m.v.:
de ouders in de Medezeggenschapsraad de ouders in de schoolraad de ouders tijdens ouderavonden de ouderenquête om de 2 jaar intakegesprekken m.b.v. een standaardvragenformulier de ouders waarvan de kinderen de school verlaten
b. De directeur betrekt de Medezeggenschapsraad en/of de ouderraad bij het opstellen, uitvoeren en rapporteren van/over een enquête. c.
De directeur en leraren die vernemen dat ouders ontevreden zijn en/of een klacht hebben, ook over een collega, melden dit altijd aan de desbetreffende persoon en indien nodig aan de directeur, bouwcoördinator of vertrouwenspersoon. Dit is afhankelijk van de aard van de klacht. De verdere afhandeling van deze ‘klacht’ is beschreven in de interne klachtenregeling.
d.
De directeur stelt binnen 2 weken nadat hij een inspectierapportage heeft ontvangen een reactie op. Hij stelt vervolgens de medezeggenschapsraad, de schoolraad en de ouders op de hoogte van het rapport en de reactie van de directeur.
De school informeert ouders op een functionele wijze, via de schoolgids, over de kenmerken van de school. a. De directeur en de leraren verstrekken jaarlijks een actuele schoolgids aan alle ouders en de ouders die informatie over de school vragen. Deze gids voldoet aan de wettelijk voorgeschreven eisen. b. De directeur van de school verstrekt ouders van potentiële nieuwe leerlingen de schoolgids en legt hen uit:
welke visie-uitspraken belangrijk en kenmerkend voor de school zijn. welke resultaten de school op diverse beleidsterreinen haalt. hoe de school is georganiseerd.
7 van 23
Tevens leidt de directeur de ouders rond en beantwoordt vragen. Een samenvatting van deze mondelinge informatie is beschikbaar voor de leerkrachten van de groepen 1/2, zodat zij dezelfde boodschap uit kunnen dragen. c.
De directeur en de leraren organiseren jaarlijks in het voorjaar een open ‘ontdek’ avond voor (potentiële) ouders van nieuwe leerlingen. Tevens vindt er dan voorlichting plaats.
De school informeert ouders regelmatig over de actuele gang van zaken op school. a. De leraren organiseren voor de leerlingen die instromen in groep 1 een aantal kijkdagen. De ouders komen met hun kind mee en maken een deel van de dag mee. b. De leraren organiseren aan het begin van het schooljaar een klassenouderavond voor ouders over: werkwijze in de groep, regels in de groep (o.a. met betrekking tot huiswerk), verhelderen van verwachtingen van de leraar t.a.v. ouders en verwachtingen van ouders t.a.v. de leraar, sociaal emotionele vorming in de groep. c.
De directeur en de leraren verzorgen een informatiebulletin, het Wilhelmina Journaal, voor ouders. Dit bulletin bevat actuele informatie die voor ouders van belang is. Het bulletin verschijnt elke twee weken. Daarnaast verschijnt er vier keer per jaar een schoolkrant voor en door leerlingen, ouders en leerkrachten.
d. De directeur biedt de medezeggenschapsraad en de ouderraad de mogelijkheid om ouders door middel van een informatieprikbord te informeren. De leraren laten zich informeren over de opvattingen en bevindingen van ouders over de ontwikkeling van hun kind op school en thuis. a. De leraren noteren speciale kindkenmerken, schoolbeleving van ouders of leerling en speciale gezinsomstandigheden. De directeur vult deze gegevens samen met de ouders in bij het inschrijven van de leerling. De directeur verwerkt veranderingen die zich tijdens de schoolcarrière voltrekken in dit formulier. b. De directeur en de leraren reageren naar de ouders op gepaste wijze, indien zich in de gezinssituatie bijzonderheden voordoen, sterfgeval, feest, verhuizing, e.d. Doen zich ernstige, levensbedreigende situaties en/of sterfgevallen in de directe leefsituatie van leerlingen voor, dan handelen zij op basis van een protocol dat op school aanwezig is. De leraren informeren ouders regelmatig over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind. a. De leraren verstrekken de ouders 3 keer per jaar een woord/cijferrapport. In het rapport komen naast de schoolvorderingen, de werkhouding, de sociale en emotionele aspecten aan bod. De leraren voeren, na het verstrekken van het rapport, een gesprek van 10 minuten met de ouders van elke leerling afzonderlijk. Zij plannen, indien zij dat nodig achten, meer tijd in voor gesprekken met de ouders van bijvoorbeeld zorgleerlingen. De leraren en de intern begeleider voeren op vast afgesproken tijdstippen gesprekken met de ouders van zorgleerlingen over de handelingsplannen. De leraren bevragen tijdens deze gesprekken de ouders nadrukkelijk op hun wensen en verwachtingen. Zij noteren deze wensen en verwachtingen in Parnassys. d. De leraren voeren verwijzingsgesprekken en slechtnieuws gesprekken met ouders in de aanwezigheid van een derde persoon (collega). De verslaglegging worden genoteerd in Parnassys. Zij zenden ouders een kopie van het verslag. e. Leraren melden dezelfde dag aan ouders bijzondere gebeurtenissen die zich voordeden bij een kind, waar de ouders thuis de effecten van zouden kunnen merken (bijvoorbeeld er is een conflict geweest, de leerling heeft een faalangstervaring opgedaan). Dit gebeurt bij voorkeur mondeling. De leraren noteren deze voorvallen in Parnassys. f.
De directeur en de leraren maken terstond een afspraak voor een gesprek met de ouders indien hun kind zich afwijkend gedraagt en/of ongeoorloofd verzuimt. Zij plannen het zo dat het gesprek zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen een week plaats vindt.
De leraren stimuleren onderwijsondersteunend gedrag van ouders in de thuissituatie. a. De leraren informeren ouders in het begin van het schooljaar tijdens de informatieavond en schriftelijk via de schoolgids, over het huiswerk. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld: de doelen, wat de 8 van 23
leerling gaat doen, welke huiswerkregels er op school zijn, welke ondersteuning ouders kunnen bieden. b. Leraren vragen ouders met nadruk een afspraak te maken met hen wanneer er thuis problemen over het huiswerk zijn. c. Als een leerling in het ziekenhuis ligt neemt de leraar contact op met de ouders om afspraken te maken over continuering van het onderwijs. Hij stuurt ouders een kopie van de afspraken. d. De directeur en de leraren, in samenwerking met ouderraad, organiseren elk schooljaar minimaal één ouderavond over een thema. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld stimulerend lezen en leesbegeleiding door ouders, omgaan met huiswerk, pesten op school en sociaal emotioneel gedrag, gezond gedrag, godsdienstbeleving.
Leerkrachten benoemen hoge, reële SMART-doelen voor de lange termijn (einde schooljaar) en voor de korte termijn (tussendoelen). Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s. Schoolbreed: Jaarlijks wordt een jaarplan gemaakt. Tijdens een personeelsvergadering worden deze doelen besproken in het team. De nieuwe doelen en evaluaties van het voorgaande plan worden aan de ouders getoond tijdens de jaarlijkse ouder-informatieavond die altijd begin juni gehouden wordt. Groepsdoelen: De groepsdoelen worden samen met de leerkrachten opgesteld en besproken tijdens groepsbesprekingen. Dit gebeurt in januari en juni. Er wordt een gemiddelde vaardigheidsscore voor elk vak benoemd voor CITO LOVS. Daarnaast worden methodegebonden doelen benoemd, deze worden na elke methodegebonden toets geëvalueerd. In het groepsplan staan naast het groepsdoel doelen voor elke leerling afzonderlijk. Individuele doelen: Met alle leerlingen vanaf groep 3 wordt elke les het lesdoel besproken en geëvalueerd (korte termijn). Met de leerlingen van groep 8 worden hun individuele doelen vastgesteld m.b.v. een contract (lange termijn).
Leerkrachten werken met een didactisch groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepen en mogelijk een individuele leerling beschrijven (bijlage 3). Voor Technisch Lezen en Rekenen werken we hier al enige tijd mee. Momenteel is het werken met een groepsplan voor Begrijpend Lezen in ontwikkeling. In het schooljaar 2014-2015 volgt Spelling. Voor de ‘leerlingen x’ wordt een individueel handelingsplan gemaakt als een aanpak zich niet laat specificeren binnen het groepsplan (LGF-leerlingen, doublures, leerlingen met eigen leerlijn, leerlingen met dyslexie). Ouders weten in welke subgroep hun kind zit. Zij zijn op de hoogte gebracht met behulp van een brief. Deze gaat minstens twee keer per jaar naar de ouders (bijlage 4) .
Leerkrachten bespreken minstens twee keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider.
Groepsbespreking
Wie:
Leerkracht(en) en ib-er.
9 van 23
Doelen:
- Op groepsniveau naar de resultaten kijken om het lesgeven van de afgelopen periode te evalueren. - Aandachtspunten voor de volgende periode formuleren. - Individuele resultaten van leerlingen bekijken.
Van te voren verzamelen door leerkracht: - De groepsplannen van Technisch Lezen en Rekenen - De groepsoverzichten van Technisch Lezen en Rekenen - De recente toetsgegevens (E- toetsen)
Verloop van de bespreking: 1. Inventariseren van vragen/ gesprekspunten HGW-fase Waarnemen 2. Evalueren LOVS toetsing - Wat zijn opvallende punten in de scores van de groep (positief en negatief)? - Hoe zijn de scores verdeeld over de A-E categorieën? - Vergelijk de scores van dit toetsmoment met de scores van de voorgaande. HGW-fase Begrijpen 3. Evalueren van vorig groepsplannen - Zijn de geplande activiteiten uitgevoerd? - Zijn de gestelde doelen bereikt? - Hebben de subgroepen geprofiteerd van instructie, aanbod en aanpak? 4. Aandachtspunten voor de hele groep (Inhoud en Organisatie) 5. Signaleren van leerlingen die extra aandacht behoeven 6. Verhelderen /verscherpen van onderwijsbehoeften
HGW-fase Plannen
7. Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften 8. Opstellen nieuw groepsplan 9. Begeleidingsvraag leerkracht HGW-fase Realiseren
10. Eventueel: aanmelden leerlingenbespreking
De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor een ieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer. Zie ook schema handelingsgericht werken.
De interne begeleiding De intern begeleider heeft vooral een coördinerende en adviserende taak. Zij is betrokken bij het signaleren van problemen in de ontwikkeling van leerlingen, het houden van groepsbesprekingen met de leerkrachten van alle groepen, het diagnosticeren en analyseren van leerlingengegevens, de interne (of externe) behandeling en het bijhouden van de orthotheek. De intern begeleider onderhoudt de externe contacten met betrekking tot de zorg. Zij vertegenwoordigt de school in diverse externe netwerken zoals: - het ZAT (Zorg Advies Team), een multidisciplinair overleg voor complexe hulpvragen,
10 van 23
behorende bij Beste Betsy. - het IZAT (Intern Zorg Advies Team), een overleg voor minder complexe hulpvragen waarin twee of drie scholen, GGD en Maatschappelijk Werk participeren . - het ZPF( Zorgplatform). Dit is een overlegplatform voor intern begeleiders uit Best. De intern begeleider onderhoudt en organiseert de contacten met hulpverleners en onderzoeksinstanties, zoals Herlaarhof, GGD, Lumens Groep (maatschappelijk werk), Jeugdzorg, bureau Merkelbach, EPI, Apanta en anderen. De intern begeleider houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van de zorg. Tevens begeleidt zij de leerkrachten bij het werken met de 1-zorgroute. Er is een uitgebreide taakomschrijving aanwezig (zie bijlage 5). De interne procedure voor omgaan met opvallende kinderen: De procedure loopt steeds via de intern begeleider. De Wilhelminaschool heeft opvallende kinderen goed in beeld.
Tijdens bouwvergaderingen is een vast agendapunt: zorgen om leerlingen. Leerkrachten voelen zich vrij om kinderen en problemen omtrent kinderen in te brengen. Er worden adviezen gegeven en afspraken gemaakt. De intern begeleider is bij de bovenbouw aanwezig, de onderbouwcoördinator bij de onderbouwvergaderingen.
Elk schooljaar, in november en in april, wordt een signaleringslijst voor sociaal-emotionele ontwikkeling ingevuld door de leerkrachten. De lijsten worden in een groepsbespreking besproken. Tijdens de groepsbespreking komt ter sprake welke leerlingen uitgebreider besproken dienen te worden in een leerlingenbespreking. Er worden acties afgesproken. Wanneer deze interventies onvoldoende blijken te werken, wordt de hulp ingeroepen van de orthopedagoge, in CLB-gesprekken of de GGZ-e verpleegkundige tijdens het IZAT. Maatschappelijk werk Lumens Groep kan hierbij ook hulp bieden. Deze deskundigen kunnen eventueel onderzoek doen en adviezen geven voor aanvullend onderzoek of verwijzing.
Om ervoor te zorgen dat alles goed wordt overgedragen naar volgende leerkrachten en alle kinderen met hun mogelijkheden en hulpvragen goed in beeld zijn, werken wij met zorgniveaus. Leerkrachten vullen twee keer per jaar een kruisjeslijst in, in januari en in juni. Doel hiervan is het zich bewust zijn van de zorg. De lijst van juni is bovendien een goed hulpmiddel bij de overdracht naar de volgende groep en om de inzet van de beschikbare tijd van de onderwijsassistente te bepalen.
Sinds 2012 werken wij met 1-zorgroute. We zijn gestart met deze manier van werken met de vakken Technisch Lezen en Rekenen. Vanaf augustus 2013 is gestart met Begrijpend Lezen. Individuele handelingsplannen worden binnen 1-zorgroute incidenteel opgesteld, als een aanpak zich niet laat specificeren binnen het groepsplan (LGF-leerlingen, doublures, leerlingen met eigen leerlijn, leerlingen met dyslexie). Dit handelingsplan wordt tegelijkertijd met het groepsplan geëvalueerd en bijgesteld (november, januari, maart en juni). Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.
Leerlingen met een eigen leerlijn: Wanneer een leerling niet in staat is bij één of meer vakgebieden de einddoelen van groep 7 te halen, ook niet na verschillende de handelingsplannen, gaan we een ontwikkelings-perspectief opstellen. Het eindniveau van de individuele leerling wordt, met behulp van gegevens uit het LOVS en/of een intelligentieonderzoek in overleg met de orthopedagoog bepaald. Er wordt met behulp van tussendoelen twee maal per jaar geëvalueerd. Indien nodig wordt het einddoel bijgesteld. Dit ontwikkelingsperspectief wordt afgestemd op de individuele behoefte van de leerling. Dit kan inhouden dat een kind de standaardleerlijn volgt waarbij voor dit kind niet relevante doelen geschrapt worden of dat een kind voor één of meerdere vakgebieden een eigen programma krijgt, hetzij in een klein groepje, hetzij in een groep die op een lager niveau werkt. Het besluit om over te gaan op een eigen leerlijn wordt niet lichtvaardig genomen, omdat het gevolgen heeft voor de gehele verdere schoolloopbaan van het kind. Daarom wordt hierover altijd overlegd met de orthopedagoge, de ouders en het team. Bovenstaande staat vermeld in het protocol ‘eigen leerlijn’. (zie bijlage 6) Leerlingen met een LGF-financiering: Voor kinderen waarbij een LGF-financiering nodig is, is een stappenplan aanwezig (zie bijlage 7). De intern begeleider is verantwoordelijk voor de gang van zaken rond deze leerlingen, onderhoudt de externe contacten en regelt de overleggen.
11 van 23
Leerlingen die mogelijk doubleren: In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat kinderen doubleren. Er moet een duidelijk leerprobleem zijn op meerdere gebieden, voordat een leerling een jaar overdoet. Er is aantoonbaar extra gewerkt met deze leerling. Er is ruim van tevoren aan de ouders aangegeven dat er problemen met het leren zijn en dat een doublure tot de mogelijkheden behoort. In uitzonderlijke situaties kan een leerling ook doubleren op verzoek van de ouders, dit is altijd in overleg. De interne begeleider wordt ruim van tevoren op de hoogte gebracht en gehouden. Voor herfstkinderen (oktober-november-december) is een protocol opgesteld. (Zie bijlage 8) Voor alle kinderen die doubleren (ook in groep 2) wordt een plan opgesteld om hen in het jaar na de doublure (en indien nodig langer) zo goed mogelijk te begeleiden. Meer begaafde leerlingen: Om er voor te zorgen dat ook deze kinderen zich (blijven) ontplooien, krijgen zij een onderwijsaanbod van compacten, verbreden, verrijken of een combinatie ervan. We werken nog aan optimalisering van de praktische uitwerking in de groep. Voor leerlingen voor wie dit nog niet voldoende is, bestaat er een mogelijkheid om buiten de groep een cursus Spaans te volgen, met behulp van de methode Juan y Rosa. De criteria om aan deze lessen mee te doen staan beschreven (zie bijlage 9). Leerlingen die versneld doorstromen: Het verzoek de leerling een groep over te laten slaan, kan uitgaan van de leerkracht dan wel van de ouders. Van belang is leerlingen die onderpresteren in beeld te krijgen. De procedure en de criteria zijn in het document ‘versnellen’ (zie bijlage 10). Om een weloverwogen besluit te kunnen nemen zal ook de orthopedagoge hierbij worden betrokken en zullen sociaal-emotionele zaken meewegen. Aannamebeleid leerlingen met een beperking: Onze basisschool staat in principe open voor alle kinderen. Ook voor kinderen met bijvoorbeeld een handicap (met een rugzakje). We volgen hierbij de wettelijke verplichting. (wet LGF / Leerling Gebonden Financiering).Als we moeten beslissen over toelating, houden we er uiteraard rekening mee of we wel de nodige deskundigheid in huis hebben om het kind een verantwoorde opvang te bieden. Er moeten voldoende kansen gecreëerd kunnen worden, zodat we op een goede manier kunnen bijdragen aan een optimale ontwikkeling van het kind. Factoren als deskundigheid, mogelijkheden en taakbelasting worden besproken. Er bestaat nu nog voor deze leerlingen een Leerling Gebonden Financiering, het zogenaamde “rugzakje”. Hiermee kan een deel van de extra kosten, die de begeleiding op de basisschool met zich meebrengt, worden bekostigd. Als we besluiten tot toelating zal er op basis van een plan van aanpak, dat met de ouders is samengesteld, gehandeld worden. De evaluatie en de voortgangsprocedure bekijken we van jaar tot jaar. Om te kunnen bepalen of we een kind met een handicap toelaten op onze school volgen we de procedure. (zie bijlage 11). Groepsbesprekingen en leerlingenbesprekingen: De intern begeleider organiseert deze besprekingen. In november en april worden vooral de sociaal emotionele aspecten besproken, n.a.v. de sociaal-emotionele signaleringslijsten van Eduforce. In januari en juni worden de didactische gegevens n.a.v. de LOVS toetsen besproken. Deze gegevens worden geanalyseerd, de effecten van de activiteiten zoals genoemd in het groepsplan van 1-zorgroute worden besproken, evenals de oorzaken van succesvolle en tegenvallende resultaten. Aan de hand daarvan wordt alvast een opzet gemaakt voor een nieuw groepsplan. Als leidraad wordt het formulier ‘groepsbesprekingen’ (zie hierboven) gebruikt. De intern begeleider ondersteunt, indien nodig, de leerkracht bij het maken van de groepsplannen. In elk geval worden de plannen als ze klaar zijn, met de intern begeleider doorgenomen. De plannen voor 1-zorgroute worden in november en in maart kritisch bekeken en eventueel bijgesteld. Tijdens de groepsbespreking komt ter sprake welke leerlingen uitgebreider besproken dienen te worden in een leerlingenbespreking. Deze leerlingenbespreking vindt zo snel mogelijk na een groepsbespreking plaats. Wanneer vragen onbeantwoord blijven, is de volgende stap: de leerling inbrengen op de CLB-bespreking van de orthopedagoge of het kind aanmelden bij het ZAT of IZAT.
12 van 23
Uiteraard is het voor leerkrachten op elk gewenst moment mogelijk een afspraak te maken met de intern begeleider om een leerling te bespreken. Voor leerlingen met een LGF –financiering wordt minstens drie keer per jaar een Groot Overleg ingepland. Hierbij zijn naast ouders, leerkrachten en ambulant begeleider ook andere betrokkenen zoals een PGB-er aanwezig. Toetsen en testen Het leerlingvolgsysteem In alle groepen maken wij gebruik van het Cito Leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS). Dit systeem omvat alle toetsen voor het basisonderwijs: de Entreetoets, de Eindtoets Basisonderwijs en de verschillende LOVS-toetsen. Met deze toetsen worden de prestaties en vorderingen van kinderen in de groepen 1 t/m 8 gevolgd. De bijbehorende toetsen staan los van de methodegebonden toetsen. De leerkrachten krijgen door het LOVS een goed inzicht in de resultaten van de groep en van de individuele leerling. De uitslagen van de Cito-LOVS-toetsen worden omgezet in letterscores A tot en met E. Deze normen worden landelijk gehanteerd.
A-score goed tot zeer goed: de 25% hoogst scorende leerlingen B-score voldoende tot goed: de 25% net boven het landelijk gemiddelde scorende leerlingen C-score matig tot voldoende: de 25% net onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen D-score zwak tot matig: de 15% ruim onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen E-score zeer zwak tot zwak: de 10% laagst scorende leerlingen
Het is goed mogelijk dat een leerling op de Cito-toetsen anders scoort dan op de methodegebonden toetsen. De inhoud van de Cito-toetsen is een gemiddelde van de leerstofinhoud van diverse methoden die in de onderwijswereld gebruikt worden. Dit kan betekenen dat het Cito onderdelen toetst die in sommige methoden nog niet aan bod gekomen zijn. De uitslagen van de LOVS-toetsen worden opgeslagen in de computer onder Parnassys door de leerkrachten, zodat er van alle leerlingen een duidelijk beeld is van zijn of haar ontwikkeling. Op groeps- en schoolniveau worden, naar aanleiding van de opbrengsten van de Cito-toetsen, analyses en nieuwe plannen gemaakt. De resultaten van deze toetsen worden besproken in het reguliere overleg van de ib-er met de directeur. Ook met het team wordt hierover gesproken en hierop wordt actie ondernomen. Twee keer per jaar worden de opbrengsten besproken met één van de bovenschoolse directeuren. Dit alles staat beschreven in onze kwaliteitsdocumenten 1 volgens het format van Stichting Best Onderwijs. Op deze wijze krijgen leerkrachten en directie steeds meer inzicht op de totale ontwikkeling van de opbrengsten binnen de school. Het verwerven van meer inzicht verhoogt de veranderende rol van de leerkracht in het onderwijsproces: steeds meer opbrengstgericht handelen en de manier van lesgeven aanpassen aan de opbrengsten die de leerlingen behalen. Groep 7 neemt deel aan de entreetoets. Deze wordt jaarlijks in mei afgenomen. Derhalve worden de E7 toetsen niet afgenomen. Groep 8 neemt deel aan de Cito eindtoets. Deze wordt jaarlijks in februari, op landelijk vastgestelde data afgenomen. Bij ons op school doen in principe alle kinderen hieraan mee, zwaarwegende redenen uitgezonderd. De leerkrachten van de groepen 1/2 vullen, naast de LOVS- toetsen TvK en RvK ,ook twee keer per jaar de observatielijst KIJK! in. De toetsen en de afnamedata staan vermeld op de toetskalender (zie bijlage 12). Capaciteitentesten: Vanaf schooljaar 2011/2012 wordt bij alle leerlingen in groep 8 de NIO afgenomen. De uitslag van deze toets geeft een indicatie van de leermogelijkheden van het kind. De uitslag kan een helpen bij het advies voor het Voortgezet Onderwijs. Vanaf het schooljaar 2010/2011 is bij alle leerlingen van groep 4 de NSCCT afgenomen. Ook dit onderzoek geeft een indicatie van de leermogelijkheden van het kind. De uitslag helpt ons het onderwijs nog beter aan te laten sluiten bij de mogelijkheden van het individuele kind en
13 van 23
onderpresteerders op het spoor te komen. Het omgaan met opvallend gedrag: Alle leerkrachten zijn samen verantwoordelijk voor het gedrag van alle leerlingen. Zij spreken daarom, indien nodig, ook leerlingen van andere groepen dan hun eigen groep aan op het gedrag. De gedragregels zijn in overleg tot stand gekomen en worden steeds getoetst en geëvalueerd, zowel in overleg tijdens vergaderingen als tijdens gesprekjes met leerlingen. Om het gedrag van de leerlingen in kaart te brengen wordt in de groepen 1 en 2 geobserveerd met behulp van Kijk! De leerkrachten van de groepen 3 t/m 8 vullen 2 x per jaar een lijst met sociaal emotionele kenmerken in. Deze lijsten worden met de intern begeleider besproken. Indien nodig wordt een plan gemaakt om leerlingen met opvallend gedrag te begeleiden. Ook hierbij kan de hulp van de orthopedagoge worden ingeroepen. Zij kan advies geven, al dan niet voorafgaand aan een observatie. Voor omgang met leerlingen waarbij het gedrag dermate storend is dat de andere leerlingen daaronder lijden, is er een gedragsprotocol. Dit protocol is bestemd voor alle scholen van de Stichting Best Onderwijs.
Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt. Naar collega’s: - Tijdens elke bouwvergadering is een vast agendapunt: zorgen om leerlingen. Leerkrachten voelen zich vrij om kinderen en problemen omtrent kinderen in te brengen. Er worden adviezen gegeven en afspraken gemaakt. De intern begeleider is bij de bovenbouw aanwezig, de onderbouwcoördinator bij de onderbouwvergaderingen. - In de groepsbesprekingen worden de resultaten uitgebreid geëvalueerd en er worden nieuwe plannen en aanpakken geformuleerd. Naar ouders: - Ouders krijgen 3 x per jaar een woord/cijferrapport. In het rapport komen naast de schoolvorderingen, de werkhouding, de sociale en emotionele aspecten aan bod. - De leraren voeren, na het verstrekken van het rapport, een gesprek van 10 minuten met de ouders van elke leerling afzonderlijk. Zij plannen, indien zij dat nodig achten. meer tijd in voor gesprekken met de ouders van bijvoorbeeld zorgleerlingen. De leraren en de intern begeleider voeren op vast afgesproken tijdstippen gesprekken met de ouders van zorgleerlingen over de handelingsplannen. De leraren bevragen tijdens deze gesprekken de ouders nadrukkelijk op hun wensen en verwachtingen. Zij noteren deze wensen en verwachtingen in Parnassys. - De leraren voeren verwijzingsgesprekken en slechtnieuws gesprekken met ouders in de aanwezigheid van een derde persoon (collega). De verslaglegging wordt opgeslagen in Parnassys. Zij zenden ouders een kopie van het verslag. - Leraren melden dezelfde dag aan ouders bijzondere gebeurtenissen die zich voordeden bij een kind, waar de ouders thuis de effecten van zouden kunnen merken (bijvoorbeeld er is een conflict geweest, de leerling heeft een faalangstervaring opgedaan). Dit gebeurt d.m.v. een briefje of telefonisch. De leraren noteren deze voorvallen in Parnassys. - De directeur en de leraren maken terstond een afspraak voor een gesprek met de ouders indien hun kind zich afwijkend gedraagt en/of ongeoorloofd verzuimt. Zij plannen het zo dat het gesprek zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen een week plaats vindt. - Tijdens de jaarlijkse informatie avond in juni (zie boven) worden de nieuwe schooldoelen en evaluaties besproken. - Aan het begin van elk schooljaar wordt een informatieavond gehouden voor de ouders van elke groep afzonderlijk. Naar leerlingen: - Leerkrachten bespreken het werk na op kwaliteit en kwantiteit, afgestemd op de mogelijkheden van het kind. Alle kinderen krijgen een weektaak die past bij hun mogelijkheden. - Leerkrachten bespreken het rapport met het kind individueel, voor het mee naar huis gaat. - Leerkrachten bespreken de toetsen met de leerlingen, klassikaal en indien gewenst individueel. - Advies voor V.O. en het OR voor V.O. wordt met ouders en leerlingen in een open sfeer besproken - Gedrag van leerlingen wordt regelmatig besproken en ‘gespiegeld’.
14 van 23
3.2 Planmatig werken Uitgangspunt van ons planmatig werken is het inspectierapport van november 2012. Hierin wordt het toezichtkader van de Wilhelminaschool als volgt vastgelegd: Kwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan basisschool Wilhelmina het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd. Het schoolplan (hfdst 5, onderwijskundige vormgeving van onze school). In het schoolplan is per vak beschreven hoe gewerkt wordt. De indicatoren van het inspectierapport (zie bijlage 13) zijn leidraad voor het jaarplan 2013-2014 (zie bijlage 14) geweest. De 1-zorgroute speelt bij het planmatig werken een belangrijke rol(zie ook punt 3.1: basiskwaliteit van het onderwijs).
januari/ februari
: M toetsen LOVS afnemen, groep 1 t/m 7
februari
: groepsbesprekingen, elke groep afzonderlijk : evaluatie groepsplannen en groepsoverzichten : opstellen nieuwe groepsplannen en groepsoverzichten : ouderbriefjes meegeven
april
: tussenevaluatie, bijstelling groepsplannen en overzichten
mei/juni
: E toetsen LOVS afnemen, groep 1 t/m 7 en entree 7
juni
: groepsbesprekingen, elke groep afzonderlijk : evaluatie groepsplannen en groepsoverzichten : aanzet geven nieuwe groepsplannen en groepsoverzichten
september
: opstellen nieuwe groepsplannen en groepsoverzichten : ouderbriefjes meegeven
november
: tussenevaluatie, bijstelling groepsplannen en overzichten
november
: B8 toetsen LOVS afnemen
december
: groepsbespreking : evaluatie groepsplannen en groepsoverzichten : opstellen nieuwe groepsplannen en groepsoverzichten
3.3 Preventie en lichte curatieve interventies Vroegtijdige signalering van leer-, opgroei- en opvoedproblemen in samenwerking met CJG - Warme overdracht peuterspeelzaal en/of Kinderopvang. - ZAT zorg Adviesteam, een multidisciplinair team. - IZAT, waarin vertegenwoordigd: ib-ers van 2 a 3 scholen, maatschappelijk werk, jeugdverpleegkundige. 15 van 23
- Schoolverpleegkundig onderzoek voor leerlingen groep 2 en groep 7 - Mogelijkheid tot verdere doorverwijzing naar ggd- verpleegkundige en schoolarts Aan leerlingen in de groepen 1 en 2 wordt vanuit basisontwikkeling een VVE-programma aangeboden om de taal te stimuleren. Dit is opgenomen in het VVE-beleidsplan.
De zorg voor een veilig schoolklimaat: Eén van de bouwstenen van onze visie is: Het creëren van een omgeving die uitnodigt om te leren en waarin mensen zichzelf kunnen zijn en worden. Daarbij mogen onderlinge verschillen zijn en fouten gemaakt worden. Er is respect voor een ieder. Dat willen wij bereiken door: - Schoolspecifieke gedragsregels. Deze regels worden elke twee weken besproken. Elke twee weken wordt één van de regels specifiek onder de aandacht gebracht in het Wilhelmina Journaal en in Parnassys (zie bijlage 15). - Doorgaande lijn in schoolafspraken. Alle afspraken binnen de school over zelfstandig werken, omgaan met materiaal, lopen naar de gymzaal etc. zijn gezamenlijk op papier gezet zodat er één lijn is in de school en daardoor duidelijkheid voor de leerlingen(zie bijlage 16). - Leerlingenraad. Hierin kunnen leerlingen op een actieve wijze participeren en meedenken over schoolse zaken. Leerlingen hebben prima ideeën en meningen over hoe hun plezier op school en leren kan toenemen. Wij vinden het belangrijk dat geluisterd wordt naar hun ideeën. Leerkrachten en leerlingen zijn samen verantwoordelijk voor een prettige schoolomgeving. - Veiligheidsplan van Stichting Best Onderwijs waarin o.a. pestprotocol, gedragscodes (zie bijlage 17). - Incidentenformulieren. Deze worden bijgehouden en steeds met ouders besproken door middel van een incidentenformulier. Directie houdt dit bij.
Een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie We volgen het dyslexie protocol. Bij lees- en spellingsproblemen worden de resultaten en interventies van Technisch Lezen en Spelling in een afzonderlijk document bijgehouden. Bij vermoedens van dyslexie wordt de DST (dyslexie screenings test) afgenomen door de ib-er. Een aanvraag voor dyslexieonderzoek kan daardoor goed onderbouwd worden gedaan. Kinderen met een dyslexieverklaring, die recht hebben op behandeling, worden veelal op school behandeld door een behandelaar van Herlaarhof. Met deze behandelaar is 4 x per jaar overleg, steeds na 10 weken. Over leerlingen die buiten school behandeld worden is ook regelmatig overleg, dit gaat dan via ouders. Wat betreft dyscalculie: we volgen de methode Wereld in Getallen. Leerlingen met rekenproblemen worden geholpen met het zgn. bijwerkboek, met Remelka en met Maatwerk. Wanneer een leerling ernstige rekenproblemen heeft, wordt gebruik gemaakt van het boek: Protocol ernstige Reken en Wiskunde problemen en Dyscalculie. Voor deze leerlingen wordt, indien nodig, teruggegrepen op het eerder handelingsniveau (zie hieronder). handelingsniveau 1: Informeel handelen in werkelijkheidssituaties handelingsniveau 2: voorstellen-concreet (foto’s of tekeningen) handelingsniveau 3: voorstellen-abstract (abstracte symbolen) handelingsniveau 4: formele bewerkingen uitvoeren Het boek: Diagnostiek en behandeling van rekenproblemen wordt gebruikt om het niveau en de problematiek van de leerling te bepalen.
Een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie. De begrenzing van onderwijsondersteuning op basis van IQ alleen wordt vermeden. Om er voor te zorgen dat ook deze kinderen zich (blijven) ontplooien, krijgen zij een onderwijsaanbod van compacten, verbreden, verrijken of een combinatie ervan. De manier van werken met 1-zorgroute sluit hierbij aan. Voorbeelden zijn het groene Plusboekje, behorende bij Wereld in Getallen en de aanpak lopers bij ‘Estafette’. De leerlingen die hiervoor in aanmerking komen worden ingedeeld in subgroep 2 bij 1-zorgroute. Criteria zijn: goede scores (meer dan 90% goed) op methodegebonden toetsen, A-scores bij de toetsen CITO-LOVS en een goede, zelfstandige werkhouding. Voor leerlingen voor wie dit nog niet voldoende is, bestaat er een mogelijkheid om buiten de groep een cursus Spaans te volgen, met behulp van de methode Juan y Rosa. De criteria om aan
16 van 23
deze lessen mee te doen staan beschreven (zie bijlage 9). In uitzonderlijke gevallen kan een leerling en groep overslaan. Dit verzoek kan uitgaan van de leerkracht dan wel van de ouders. Van belang is om de leerlingen die onderpresteren in beeld te krijgen. De procedure en de criteria zijn in het document ‘protocol versnellen’ (zie bijlage 10). Om een weloverwogen besluit te kunnen nemen zal ook de orthopedagoge hierbij worden betrokken en zullen sociaal-emotionele zaken meewegen.
(ortho) Pedagogische en/of (ortho) didactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen: Alle leerkrachten zijn samen verantwoordelijk voor het gedrag van alle leerlingen. Zij spreken daarom, indien nodig, ook leerlingen van andere groepen dan hun eigen groep aan op het gedrag. De gedragregels (zie bijlage 15 ) zijn in overleg tot stand gekomen en worden steeds getoetst, geëvalueerd en besproken in de klas en het Wilhelmina Journaal. Dit zowel in overleg tijdens vergaderingen als tijdens gesprekjes met leerlingen. Om het gedrag van de leerlingen in kaart te brengen wordt in de groepen 1 en 2 geobserveerd met behulp van Kijk! De leerkrachten van de groepen 3 t/m 8 vullen 2 x per jaar een lijst met sociaal emotionele kenmerken in (Pedagogisch didactisch Onderzoek van Eduforce). Deze lijsten worden met de intern begeleider besproken. Indien nodig wordt een plan gemaakt om leerlingen met opvallend gedrag te begeleiden. Ook hierbij kan de hulp van de orthopedagoge worden ingeroepen. Zij kan advies geven, al dan niet voorafgaand aan een observatie. Voor omgang met leerlingen waarbij het gedrag dermate storend is dat de andere leerlingen daaronder lijden, is er een gedragsprotocol te vinden in het Veiligheidsplan van Stichting Best Onderwijs (zie bijlage 17). Sociale redzaamheid Een aantal jaren geleden is de methode ‘Leefstijl’ aangeschaft. Dit is een methode voor sociaalemotionele vorming. Deze methode is twee jaar geleden grondig herzien. De leerlingen van alle groepen hebben wekelijks een les waarin gewerkt wordt aan hun sociaalemotionele vaardigheden. Alle leerkrachten van de Wilhelminaschool hebben de ‘Leefstijlcursus’ gevolgd, dit om het werken met de methode te verbeteren.
Een protocol voor medische handelingen Het protocol van Stichting Best Onderwijs wordt gevolgd. Belangrijke afspraken: Leerkrachten doen alleen handelingen waarvoor de wet BIG niet geldt, bijvoorbeeld het geven van medicijnen. Dat kan zijn het geven van een ‘paracetamolletje’ of andere medicijnen (zetpil bij een epilepsieaanval, behandelen van een insectenbeet met azaron etc.) In uitzonderlijke gevallen vragen ouders aan de schoolleiding en leraren BIG-handelingen te verrichten. Te denken valt daarbij aan het geven van sondevoeding, het meten van de bloedsuikerspiegel bij suikerpatiënten door middel van een vingerprikje. In het algemeen worden deze handelingen door de Stichting Thuiszorg of de ouders zelf op school verricht. In sommige gevallen kan er sprake zijn van een PGB (PersoonsGebonden Budget). Bij elke aanvraag afzonderlijk bepaalt schoolleiding in overleg met de betrokken leerkracht of zij mee wil werken aan het verzoek van de ouders. Indien een leerling ziek wordt of een ongeluk krijgt op school moet de leraar direct bepalen hoe hij/zij moet handelen. Leraren stellen geen diagnose. De grootst mogelijke terughoudendheid is hier dan ook geboden. Uitgangspunt moet zijn dat een kind dat ziek is, naar huis moet. De schoolleiding moet, in geval van ziekte, altijd contact opnemen met de ouders om te overleggen wat er dient te gebeuren (is er iemand thuis om het kind op te vangen, wordt het kind gehaald of moet het gebracht worden, moet het naar de huisarts, etc.?). Ook bij inschatting dat een eenvoudig middel kan helpen moet contact worden gezocht met de ouders en toestemming worden gevraagd om een bepaald middel te verstrekken. Wanneer ouders en anderen, door de ouders aangewezen vertegenwoordigers, niet te bereiken zijn mag het kind kan niet naar huis gestuurd worden zonder dat daar toezicht is. Ook kunnen medicijnen niet met toestemming van de ouders verstrekt worden. De leraar kan dan besluiten, eventueel na overleg met een BHV- collega, om zelf een eenvoudig middel te geven. Daarnaast moeten leerkracht en BHV-er inschatten of niet alsnog een (huis)arts geraadpleegd moet worden (bij twijfel altijd).
17 van 23
Het verstrekken van medicijnen op verzoek, enkele praktische adviezen: uitgeschreven zijn op naam van het betreffende kind. Lees goed de bijsluiter zodat u op de hoogte bent van eventuele bijwerkingen van het medicijn. Noteer, per keer, op een aftekenlijst dat u het medicijn aan het betreffende kind gegeven heeft. Het opbergen van medicijnen op school: Medicijnen worden in de zorgkamer bewaard, in een afgesloten kast. Medicijnen die gekoeld bewaard moeten worden, blijven bewaard in de koelkast in de bijkeuken. De leerkracht die de medicijnen verstrekt is hier ook verantwoordelijk voor. Het formulier om medicijnen op verzoek te verstrekken is op school aanwezig (uitgeprint) en ligt in de zorgkamer. De overige formulieren zitten in het medisch protocol van Stichting Best Onderwijs. 3.4 School-ondersteuningsstructuur Functies en taakprofielen binnen de school die een beeld geven van de ondersteunings structuur afgestemd op de preventie en lichte curatieve interventies en op de huidige zorgstructuur. Management: De leiding berust bij de directeur, in nauwe samenspraak met bouwcoördinatoren en ib-er. Er zijn twee bouwcoördinatoren, één onderbouw (ob) en één bovenbouw (bb). De directeur vormt samen met de bouwcoördinatoren het MT van de school. Daarnaast is er een bovenschools management bestaande uit de directeuren van de verschillende scholen. Intern begeleider: Deze heeft vooral een coördinerende en adviserende taak. Zij is betrokken bij het signaleren van problemen in de ontwikkeling van leerlingen, het houden van leerlingenbesprekingen met de leerkrachten van alle groepen, het diagnosticeren en analyseren van leerlingengegevens, de interne (of externe) behandeling en het bijhouden van de orthotheek. Zij onderhoudt de externe contacten met betrekking tot de zorg en . Zij vertegenwoordigt de school in diverse externe netwerken. Onderwijsassistente: Deze voert ondersteunende werkzaamheden uit in de groepen. Bovendien begeleidt zij leerlingen met een LeerlingGebondenFinanciering.
De gemiddelde groepsgrootte en beschikbare personeelsformatie per groep De gemiddelde groepsgrootte is momenteel 23 leerlingen. De 115 leerlingen zijn verdeeld over 5 groepen. De beschikbare personeelsformatie is verdeeld over de 5 groepen met een overhead van een onderwijs assistent voor 0,8500 wtf. Bij de samenstelling van de groepen zijn de volgende criteria belangrijk: - De groepen zo verdelen dat alle leerlingen zoveel mogelijk aan hun trekken komen. - De grootte van de groepen ongeveer gelijk op laten lopen. - De leerkrachten zo verdelen dat hun sterke kanten optimaal benut worden. - Impuls gelden op de juiste manier inzetten m.n. extra hulp in de onderbouw - VVE – basisontwikkeling kansen geven - Juiste verdeling van de zorg in de groep en de verhouding autochtoon/allochtoon - Een deel van de week extra hulp in de combinatiegroep 7/8 of 6/8 - Indien gewenst en mogelijk continuïteit in het werk
De professionals die van buiten de school direct beschikbaar voor ondersteuningsaanbod. Orthopedagoge van Stichting Best Onderwijs: Sinds december 2008 hebben de scholen van Best een orthopedagoog in dienst. In haar werk houdt zij zich onder andere bezig met het adviseren en begeleiden van de scholen. Naast het versterken van het leerkrachthandelen, verricht de orthopedagoog ook onderzoek bij leerlingen waarbij sprake is van handelingsverlegenheid van de school. Er zijn verschillende soorten van onderzoek mogelijk.
18 van 23
Ambulant Begeleiders van Triade (cluster 4) en SSOE (cluster 2). Zij adviseren leerkrachten en onderwijsassistentes die werken met leerlingen met respectievelijk een cluster 4 en een cluster 2 indicatie. Ondersteuning van GGD: Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, psycholoog en een preventiemedewerker. Beste Betsy: Bij Beste Betsy kun u terecht met vragen over opgroeien en opvoeden of voor ondersteuning in de vorm van een aantal gesprekken. Ze is er voor alle kinderen, jongeren en hun ouders, maar ook voor anderen die professioneel, via vrijwilligerswerk of als buurtbewoner vragen hebben over opgroeien of opvoeden. Logopedisten: Verschillende kinderen bezoeken logopedisten op advies van school Dyslexiebehandelaar Herlaarhof: Deze behandelt leerlingen met een dyslexieverklaring gedurende zo’n anderhalf jaar in school tijdens schooltijd. Behandelaar, ouders, leerkracht en ib-er hebben 4x per jaar contact over de vorderingen. Herlaarhof toetst na 10 behandelingen en stelt dan een nieuw plan op.
Een overzicht van gecertificeerde expertise binnen de school: Een aantal leerkrachten hebben zich geschoold in de volgende gebieden: - Middenmanagement (bouwcoördinatoren) - Master SEN gespecialiseerd in taal en leesontwikkeling - R.T. opleidingen (o.a. IB-er) - Coaching (IB-er) Het team schoolt zich onder leiding van een deskundige van OCGH op het gebied van de 1zorgroute. Dit jaar (2013-2014) voor het derde jaar met het onderdeel begrijpend lezen. Technisch lezen en rekenen zijn inmiddels geïmplementeerd. De samenwerkingsrelaties van de school, ook met organisaties die verantwoordelijk zijn voor jeugdhulp gerelateerde taken, en de manier waarop vroegtijdige afstemming tussen professionals van verschillende disciplines plaatsvindt. - het ZAT (Zorg Advies Team), een multidisciplinair overleg voor complexe hulpvragen, behorende bij Beste Betsy. Er wordt één keer per maand vergaderd. - het IZAT (Intern Zorg Advies Team), een overleg voor minder complexe hulpvragen waarin twee of drie scholen, GGD en Maatschappelijk Werk participeren. Zij komen eens per zes weken bij elkaar. - het ZPF( Zorgplatform). Dit is een overlegplatform voor intern begeleiders uit Best. Zij komen eens per zes weken bij elkaar. - Met de V.O-scholen is twee keer per jaar overleg: tijdens de ‘warme’’ overdracht in april voor de nieuwe brugklasleerlingen en in november voor terugkoppeling brugklassers.
4
Extra ondersteuning: ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
Leer- en ontwikkelingsondersteuning
Expertise
Aandacht en tijd
Voorzieningen
Gebouw
Samenwerking
intern: 1x master Sen 1x ib-er 2x r.t.-ers
intern: Op maat, bij de beschik-bare formatie
intern: Afhankelijk van wetgeving
Er zijn voldoende ruimtes om met een kleine groep of individuele
intern: Goede afstemming, korte lijnen
19 van 23
Fysiek medische ondersteuning
extern: orthopedagoge
extern: 6 x per jaar en op oproep
extern: In dienst van de stichting
ab-ers
Zo vaak als nodig
Budget vanuit WSNS voor leerlingen met indicatie
ib-er coördineert
dyslexiespecialisten (o.a. Herlaarhof)
Elke week behandeling (vanuit Herlaarhof is er 4 x per jaar overleg met ib en leerkracht)
Verklaring geeft recht op minstens 4 x 10 behandelingen
Contacten gaan rechtstreeks of via ouders, school stelt ruimte beschikbaar
Vijf gecertificeerde BHV-ers aanwezig
1x per jaar bijscholing
(koel)kast voor medicijnen
Medisch protocol aanwezig
Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning
Ondersteuning in de thuissituatie
EHBO trommels in klassen en centraal
intern: 1x master Sen 1x ib-er 2x r.t.-ers
intern: Op maat, bij de beschik-bare formatie
intern: Afhankelijk van wetgeving
extern: orthopedagoge
extern: 6 x per jaar en op oproep
extern: In dienst van de stichting
ab-ers
Zo vaak als nodig
Budget vanuit WSNS voor leerlingen met indicatie
intern: Adviseren door leerkrachten Signaleren door leerkrachten Doorverwijzen door leerkrachten
intern: Huisbezoek gr. 1 Gesprekken met ouders, minstens 2x per jaar en indien nodig vaker
Intern: Op maat, afhankelijk van de situatie
extern: ZAT en IZAT SNOZ Humanitas Stichting MEE en andere instanties die vertegenwoordigd zijn in Beste Betsy
extern: ZAT: 1x per maand IZAT: om de zes weken Andere instanties: op oproep
extern: Beste Betsy:Door gemeente Best bekostigd.
extern: ib-er coördineert
leerling te werken
Gebouw is goed toegankelijk, behalve 2 lokalen op de bovenverdieping. Invalidetoilet aanwezig Er zijn voldoende ruimtes om met een kleine groep of individuele leerling te werken
GGD verpleegkundige onderzoekt de leerlingen in groep 2 en groep 7 intern: Goede afstemming, korte lijnen extern: ib-er coördineert
ib-er coördineert
n.v.t.
intern: Leerkrachten onderhouden goede contacten met ouders
extern: ib-er onderhoudt contacten met de verschillende instanties
20 van 23
5
Randvoorwaarden: - Leerbaarheid. Het kind moet kunnen groeien en leren op school. - De leerkrachten zijn in staat het kind passende ondersteuning te geven. - De passende ondersteuning gaat niet ten koste van de overige leerlingen. - Het kind voelt zich prettig en veilig op school. - De overige leerlingen voelen zich veilig op school. - Het kind is zindelijk en kan zelfstandig het toilet bezoeken of er is ondersteuning van buiten mogelijk. - Er is een goede samenwerking en open communicatie met ouders mogelijk.
6
Ambities Vanuit de missie en visie beschrijven we hieronder ambities/doelen waarbij het kind centraal staat in onze gedachten en bij ons handelen. Wij werken opbrengstgericht. Ieder kind is uniek en volgt zijn/haar eigen ontwikkeling. De opbrengsten verschillen per kind, hiernaar wordt gehandeld in de school.
Opbrengsten. - In 2014-2015 voldoen we aan de volgende norm wat betreft Technisch Lezen: Groep 2: 14 letters beheerst eind groep 2. DMT (versie 2009) groep 3: ondergrens midden VS 21, ondergrens eind VS 33 DMT (versie 2009) groep 4: ondergrens midden VS 48, ondergrens eind VS 56 DMT (versie 2009) groep 5: ondergrens midden VS 66, ondergrens eind VS 71 In 2014-2015 hebben we een woordenschatprogramma voor alle leerlingen samengesteld en wordt hiermee gewerkt. Hierin staat beschreven wat we aan woordenschatontwikkeling doen en op welke wijze we opbrengsten meten en evalueren. Ook staat beschreven wat we doen met leerlingen die op school komen met een woordenschatachterstand. In 2015-2016 voldoen we aan de volgende norm wat betreft Rekenen/wiskunde: LOVS R/W groep 4: ondergrens midden VS 45, ondergrens eind VS 56 LOVS R/W groep 5: ondergrens midden VS 71, ondergrens eind VS 78 LOVS R/W groep 6: ondergrens midden VS 79, ondergrens eind VS 84 (steeds uitgaande van 15% of meer gewogen leerlingen)
Leerlijnen. - In 2014-2015 is de 1-zorgroute geïmplementeerd. De leerkrachten stemmen hun instructie af aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen. - In 2013-2014 is het beleidsplan voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) 2 geïmplementeerd in de groepen 1/2. Er is een doorgaande lijn van kinderdagverblijf (KDV) en peuterspeelzaal (PSZ) naar groep 1 en 2.
Leerkrachtontwikkeling. - Leerkrachten zijn resultaatverantwoordelijk. Ze geven een bijdrage aan de ontwikkelingen binnen de school. Uitgaande van hun eigen competenties wordt dit vertaald in een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hun ontwikkeling is gerelateerd aan de schoolontwikkeling. Elke leerkracht heeft 2 keer per jaar een gesprek over zijn/haar persoonlijke ontwikkeling. - Leerkrachten zijn verantwoordelijk voor hun eigen bekwaamheidsdossier. - Leerkrachten zijn eigenaar van hun eigen leerproces. De aandacht wordt verlegd van het probleem van het kind naar het handelen van de leerkracht. Doordat leerkrachten hun handelen afstemmen op de onderwijsbehoefte en het gedrag van het kind worden doelen behaald. - In 2013-2014 is er een leerkracht met een master ‘leesspecialisme’ in de school. Dit heeft te maken met onze ambitie op het gebied van lezen en taal.
21 van 23
Krimp als kans. - In 2014-2015 is op onze school het leerlingenaantal gestabiliseerd. We hebben dan 130 leerlingen. Ouders kiezen voor onze school vanwege de bouwstenen genoemd in onze visie. We bevragen ouders naar hun verwachtingen bij een eerste gesprek. Met ouders evalueren we hun verwachtingen. We doen dit na 3 maanden in gesprek en daarna jaarlijks schriftelijk, met de mogelijkheid om dit mondeling toe te lichten. - In 2014-2015 is er sprake van Brede school ontwikkeling. Daaronder verstaan wij samenwerking met buitenschoolse opvang (BSO) en PSZ en andere partners. We hebben een dagarrangement. Leerlingen kunnen aansluitend aan de schooltijden gebruik maken van naschoolse voorzieningen zoals: BSO, muziekles, sport. - Leerkrachten en ouders zijn trots op hun school en stralen dit uit. Leerkrachten en ouders praten positief over de school en over elkaar.
Actief ouderschap. - Wij gaan met ouders een educatief partnerschap aan. Zij denken en praten mee over de manier waarop zij thuis hun kind kunnen ondersteunen. Wat we afspreken met ouders, wordt beschreven en uitgevoerd. Wij gaan met ouders een pedagogisch partnerschap aan. Zij kennen onze normen, waarden en regels. Ouders worden uitgenodigd om positief kritisch met ons mee te denken. Wij leren van hun op- en aanmerkingen. Ouders zijn ambassadeurs van onze school. Ouders zijn tevreden en zeggen dit tegen anderen. Ouders nemen deel aan commissies en werkgroepen binnen de school.
Dit meerjarenplan wordt in afzonderlijke jaarplannen uitgewerkt. Meerjarenplanning bij de 5 ambities Ambitie opbrengsten 2013/2014
2014/2015
Voldoen aan de norm voor technisch lezen
x
x
Werken volgens woordenschatprogramma onderbouw
x
Werken volgens woordenschatprogramma bovenbouw
x
x
2013/2014
2014/2015
2015/2016
2016/2017
2015/2016
2016/2017
Ambitie leerlijnen
1-Zorgroute geïmplementeerd
Begrijpend lezen
1-Zorgroute geïmplementeerd VVE beleidsplan geïmplementeerd
Spelling
x
22 van 23
Ambitie leerkrachtontwikkeling 2013/2014
2014/2015
Gesprekkencyclus
x
x
Leerkrachten zijn proactief in het voorkomen van ongewenst gedrag.
x
2015/2016
2016/2017
2015/2016
2016/2017
2015/2016
2016/2017
Ambitie krimp als kans 2013/2014 Leerlingenaantal is gestabiliseerd op 130 leerlingen
2014/2015 x
Dagarrangement voor leerlingen
x
PR- commissie, bestaande uit ouders en leerkrachten, hebben een PR-plan
x
Ambitie actief ouderschap 2013/2014 Ouders kennen de resultaten op schoolniveau
x
We bevragen ouders naar hun verwachtingen bij een eerste gesprek. Met ouders evalueren we hun verwachtingen. We doen dit na 3 maanden in gesprek en daarna jaarlijks schriftelijk, met de mogelijkheid om dit mondeling toe te lichten.
x
2014/2015
x
23 van 23