Schoolondersteuningsprofiel Versie 1.0 l 20 07 2014
Inhoud 1. Inleiding ....................................................................................................................... 3 2. Algemene gegevens ..................................................................................................... 4 2.1 Algemene gegevens .................................................................................................... 4 2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept ....................................................................................... 4 2.3 Kernmerken van het onderwijsaanbod ........................................................................... 4 2.4 Missie en visie van de school ........................................................................................ 5 De missie...................................................................................................................... 5 De visie ........................................................................................................................ 5 2.5 Organogram ............................................................................................................... 6 2.6 Kengetallen leerling populatie ....................................................................................... 6 3. Basisondersteuning en extra ondersteuning .............................................................. 11 3.1 arrangementen .......................................................................................................... 11 3.1.1 Aanpassing onderwijssituatie ................................................................................. 12 3.1.2 Aanpassing leersituatie ......................................................................................... 18 3.1.3 Aanpassing lesmaterialen ...................................................................................... 19 3.1.4 Aanpassing ruimtelijke omgeving ........................................................................... 21 3.1.5 Inzet Expertise ..................................................................................................... 23 3.1.6 Samenwerking deskundigen................................................................................... 25 4. Symbiose en onderwijsondersteuningsstructuur ........................................................ 26 4.1
Symbiose arrangementen (categorie 3) ................................................................... 26
4.2
Onderwijsondersteuningsstructuur .......................................................................... 27
5. Conclusie en ambities en ontwikkelagenda ................................................................ 28
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 2 van 28
1. Inleiding Voor u ligt het schoolondersteuningsprofiel van het Christelijk Lyceum te Apeldoorn. In dit ondersteuningsprofiel geeft de school aan op welke wijze zij invulling gaat geven aan de invoering van Passend Onderwijs. Tevens wordt aangegeven waar haar ambities, maar ook haar grenzen liggen. Kern van het schoolondersteuningsprofiel is dat duidelijk is wat onder de basisondersteuning valt, simpel wat de school kan bieden, en wat voor het Christelijk Lyceum onder extra ondersteuning valt die we kunnen en willen bieden. Het schoolondersteuningsprofiel geeft samengevat antwoorden op de volgende vragen: -
Wat kunnen we realiseren met ons huidig team? Wat kunnen we realiseren met ondersteuning van externen? Wat willen we op korte termijn kunnen bieden en waar moeten we ons nog ontwikkelen? Voor welke onderwijsbehoeften moeten we verwijzen naar een andere instantie? Waarmee kunnen wij andere scholen binnen het SWV helpen?
Het Christelijk Lyceum maakt deel uit van het Samenwerkingsverband VO 2505 (regio Apeldoorn). Samen geven de scholen een beeld van de onderwijsondersteuning die in deze regio beschikbaar is. Op basis van dit overzicht kan het samenwerkingsverband inzichtelijk maken op welke scholen voor welke kinderen met welke problematiek onderwijsvoorzieningen beschikbaar zijn. Mede hierdoor ook kan het samenwerkingsverband beleid ontwikkelen op de ondersteuningstoewijzing, de verdeling van de middelen en het arrangeren van een passend antwoord op de behoeften van de leerlingen. Om te komen tot een passend ondersteuningsprofiel voor het Christelijk Lyceum is gebruikgemaakt van een aantal interne bijeenkomsten met een vertegenwoordiging van het personeel. Hier waren voornamelijk de afdelingsleiders, de zorgcoördinatoren en de coördinatoren, in wezen de leerlingbegeleiders bij betrokken. Deze uitkomsten zijn meegenomen bij het opstellen van de basisondersteuning en extra ondersteuning binnen ons samenwerkingsverband, geïnitieerd en ondersteund door TOPO.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 3 van 28
2. Algemene gegevens 2.1 Algemene gegevens School: Adres (bezoek): Adres (post: Tel.nr.: E-mail: Website: Brinnummer: Bestuur: Rector:
Christelijk Lyceum Jachtlaan 108, 7313 EC Apeldoorn Postbus 2939, 7301 EH Apeldoorn 055-3575200
[email protected] www.cl-apeldoorn.nl 08SG06 Veluwse Onderwijsgroep stichting CVO P.D. Bergambagt
2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept Het Christelijk Lyceum is een christelijke school met de afdelingen gymnasium, atheneum, havo en mavo. Het eerste leerjaar bestaat uit zowel heterogene (mavo/havo, havo/atheneum) als homogene (mavo, atheneum en gymnasium) klassen. We vormen samen een christelijke school die openstaat voor alle leerlingen ongeacht hun levensbeschouwelijke achtergrond of opvatting. We laten ons inspireren door het evangelie van Jezus Christus. We proberen de christelijke waarden in ons werk en onze omgang met mensen waar te maken, o.a. door respect en aandacht voor de medemens, bescherming van de zwakkeren, opvoeding tot mondigheid en verantwoordelijkheid en het doorgeven van de christelijke traditie. Die christelijke identiteit geven wij vorm in onze respecteerregels, in bezinningsmomenten en in wervingsacties voor goede doelen. Onze identiteit klinkt vanzelfsprekend door in ons onderwijs en in ons gedrag. Van leerlingen wordt in schoolverband verwacht dat zij zich inspannen om de gaven van hart, hoofd en handen naar vermogen te ontwikkelen en dat zij in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid voor deze ontwikkeling (zullen) nemen. Van medewerkers wordt verwacht dat zij de leerlingen hiertoe motiveren en op een constructieve wijze ondersteuning bieden.
2.3 Kernmerken van het onderwijsaanbod Ruimte voor talenten: Het Christelijk Lyceum biedt leerlingen de mogelijkheid eigen talenten in school in te zetten en te ontwikkelen. Individuele verschillen in talenten en leerstijlen vormen een (belangrijk) vertrekpunt in ons onderwijs. Het curriculum in de onderbouw biedt hiervoor de ruimte. Samenhang en kwaliteit: Op het Christelijk Lyceum wordt gestreefd de leerlingen de samenhang tussen de verschillende vakgebieden te laten ervaren. Daarbij wordt de kwaliteit van de afzonderlijke vakdisciplines bewaakt. Bevorderen communicatieve vaardigheden: Actieve bevordering van communicatieve vaardigheden: het uitdrukken van gevoelens en gedachten in taal en in diverse kunstvormen, alsmede in het gebruik van ICT, vormen een integraal deel van ons onderwijs. Diepgang: Het Christelijk Lyceum wil jongeren uitdagen te reflecteren op levensbeschouwelijke thema’s.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 4 van 28
Internationalisering: De leerling van nu is meer Europees en internationaal gericht. Het onderwijs heeft daarbij de taak de leerling buiten de grenzen te laten kijken en hem/haar zo voor te bereiden op een groeiende mondiale samenwerking. Inzicht in de taal en cultuur van andere landen is hierbij gewenst. Leerlingen van het Christelijk Lyceum besteden hier aandacht aan in de lessen en bij internationale uitwisselingscontacten. De school participeert binnen diverse Comeniusprojecten. Sport en bewegen: Sport levert een belangrijke bijdrage aan de lichamelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge mensen. Bewegingsonderwijs heeft dus een volwaardige plaats op onze school. Leerlingen die meer aan sport willen doen, kunnen deelnemen aan de sportklassen van leerjaar 1, 2 en 3. Kunst en cultuur: Kunst en cultuur heeft een grote vormende waarde. Het Christelijk Lyceum heeft een cultuurbeleidsplan, waarbij uitgangspunt is dat alle leerlingen in elk jaar culturele activiteiten aangeboden krijgen. De school is aspirant-lid van Cultuurprofielscholen Nederland. Bèta-onderwijs: Het Christelijk Lyceum wil zich nadrukkelijker als bètaschool ontwikkelen. In leerjaar 1, 2 en 3 kunnen mavo-, havo-, atheneum- en gymnasiumleerlingen kiezen voor de bèta+klas. Daarnaast zijn er andere aandachtsgebieden op het gebied van bèta, zoals diverse duurzaamheidsprojecten. Wetenschapsoriëntatie: Het Christelijk Lyceum is lid van de vereniging Wetenschaps Oriëntatie Nederland en daardoor WON-akademie. Doel hiervan is om vwo-leerlingen, van brugklas tot eindexamen, vertrouwd te maken met wetenschappelijk denken en werken, door middel van een wetenschappelijke benadering in het onderwijs. De WON-akademie kent een afgesproken leerlijn en heeft doelen en eindtermen beschreven. Deze structureren de wetenschappelijke kennis, vaardigheden en attitude. Centraal staat het streven naar de ontwikkeling van kritisch denken, nieuwsgierigheid, creativiteit en open mindedness.
2.4 Missie en visie van de school De missie Het Christelijk Lyceum leidt jongeren op tot mondige, zelfverantwoordelijke burgers. Wij bieden uitdagend onderwijs van hoge kwaliteit in een sfeer van onderling vertrouwen en respect.
De visie Het Christelijk Lyceum heeft in zijn visie de volgende speerpunten genoemd: - Iedere leerling wordt gekend als individu. - Het onderwijs is voor elke leerling uitdagend/prikkelend. - Talenten van leerlingen worden optimaal benut. - Na leerjaar 1 zitten alle leerlingen op de juiste plek. - We dragen zorg voor een veilige omgeving voor iedere leerling. Voor de komende schooljaren zijn deze uitgebreid en/of gespecificeerd met de volgende thema’s: - Verdere versterking van het personeelsbestand in kwaliteit. - Docenten, ouders en leerlingen zijn partners en staan niet tegenover elkaar. - Voortgaande profilering van mavo, havo en vwo met onderscheid tussen het atheneum en het gymnasium.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 5 van 28
2.5 Organogram Rector
MR
Afdelingsleider
Afdelingsleider
Afdelingsleider
mavo + leerjaar 1
havo
gymnasium, atheneum
Coördinator leerjaar 1m/h en h/a
Coördinator
Coördinator mavo 1 en 2
Coördinator
Coördinator gymnasium 1, 2 en 3
havo 2 en 3
Coördinator atheneum 1, 2 en 3
havo 4 en 5
Coördinator
Coördinator
mavo 3 en 4
vwo 4, 5 en 6
2.6 Kengetallen leerling populatie Schoolgrootte: Aantal medewerkers:
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Schoolleiding OP OOP Totaal
4 (4 Fte) 77 (57.8871 Fte) 27 (17.0942 Fte) 108 (78,9813 Fte)
Pagina 6 van 28
Aantallen leerlingen per 1 oktober 2013: 1117 Als volgt verdeeld: mavo 1 en 2
127
mavo 3 en 4
166
m/h en h/ath 1
151
havo 2 en 3
161
havo 4 en 5
187
gymnasium 1 t/m 3
72
atheneum 1, 2 en 3
96
vwo 4 t/m 6
147
Vavo
7
OSCAR
3
Aantal leerlingen met specifieke ondersteuning per 1 augustus 2013 Problematiek
Aantal
Cluster
Afdeling
Autistisch spectrum
5
4
brugklas
Autistisch spectrum
4
4
mavo 2 t/m 4
Autistisch spectrum
7
4
havo 2 t/m 5
Autistisch spectrum
6
4
vwo 2 t/m 6
Lich. handicap en
1
3
brugklas
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 7 van 28
langdurig zieken Lich. handicap en langdurig zieken
1
3
mavo 2 t/m 4
Lich. handicap en langdurig zieken
3
3
havo 2 t/m 5
Lich. handicap en langdurig zieken
-
-
vwo 2 t/m 6
Aantal leerlingen met specifieke ondersteuning per 1 augustus 2012 Problematiek
Aantal
Cluster
Afdeling
Autistisch spectrum
-
-
brugklas
Autistisch spectrum
2
4
mavo 2 t/m 4
Autistisch spectrum
1
4
havo 2 t/m 5
Autistisch spectrum
3
4
vwo 2 t/m 6
Lich. handicap en langdurig zieken
-
-
brugklas
Lich. handicap en langdurig zieken
1
3
mavo 2 t/m 4
Lich. handicap en langdurig zieken
3
3
havo 2 t/m 5
Lich. handicap en langdurig zieken
-
-
vwo 2 t/m 6
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 8 van 28
Aantal leerlingen met specifieke ondersteuning per 1 augustus 2011 Problematiek
Aantal
Cluster
Afdeling
Autistisch spectrum
8
4
brugklas
Autistisch spectrum
1
4
mavo 2 t/m 4
Autistisch spectrum
-
-
havo 2 t/m 5
Autistisch spectrum
1
4
vwo 2 t/m 6
Lich. handicap en langdurig zieken
1
3
brugklas
Lich. handicap en langdurig zieken
-
-
mavo 2 t/m 4
Lich. handicap en langdurig zieken
2
3
havo 2 t/m 5
Lich. handicap en langdurig zieken
-
-
vwo 2 t/m 6
Drie leerlingen van de school volgen het onderwijs bij OSCAR, waarvan twee in mavo 4 en een leerling in mavo 3. Indicaties en verwijzingen Sinds 1 augustus 2012 zijn er geen verwijzingen naar extern geweest.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 9 van 28
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 10 van 28
3. Basisondersteuning en extra ondersteuning In het kort verstaan we onder basisondersteuning de door het Samenwerkingsverband (SWV) afgesproken preventieve en licht curatieve interventies die: -
eenduidig geldend voor het gehele samenwerkingsverband; binnen de ondersteuningsstructuur van de school; onder regie en verantwoordelijkheid van de school; waar nodig met inzet van expertise van andere scholen; soms met inzet van ketenpartners; zonder indicatiestelling en op het overeengekomen kwaliteitsniveau planmatig worden uitgevoerd.
De extra onderwijsondersteuning omvat alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de basisondersteuning overstijgen. De grens tussen basisondersteuning en extra ondersteuning wordt door het samenwerkingsverband bepaald. Aan de bovenkant wordt de extra ondersteuning begrensd door het beschikbare budget van het samenwerkingsverband.
3.1 arrangementen Basisondersteuning (categorie 1) Het eerste aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met partners. Extra ondersteuning (categorie 2) De extra onderwijsondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen die zoveel mogelijk binnen het Christelijk Lyceum plaatsvinden. Deze kunnen variëren van licht curatief en tijdelijk van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard. Als uitgangspunt geldt dat – waar mogelijk – de leerling weer terugkeert op het Christelijk Lyceum met inzet van de ondersteuningsstructuur van onze school. In onderstaand schema staan beide categorieën naast elkaar.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 11 van 28
3.1.1 Aanpassing onderwijssituatie A. De leerling heeft behoefte aan een intensieve begeleidings- en samenwerkingsrelatie met de mentor.
Omschrijving arrangementen Een mentor ziet zijn mentorleerling meerdere keren per week in een lessituatie.
De leerling heeft een vast aanspreekpunt binnen de school, waar hij dagelijks op terug kan vallen. Een mentor voert regelmatig geplande gesprekken (individueel) met de leerling. De mentor stelt met leerling en ouders doelen op, waar in gesprekken aan gewerkt wordt. De leerling kan gebruik maken van een leerlingbegeleider/vertrouwenspersoon wanneer hij behoefte heeft aan vertrouwelijke gesprekken.
Categorie 1: Basisondersteuning De mentor is altijd een docent die lesgeeft aan de klas in een bepaald vak. Daarnaast heeft de brugklas gedurende het gehele jaar een mentoruur/studielesuur. Alle leerjaren hebben een ingeroosterd moment waarop mentor en leerlingen beschikbaar zijn. In de onderbouw wordt deze deels ingevuld met een programma. De mentor is het eerste aanspreekpunt. De coördinator is beschikbaar en aanvullend.
Categorie 2: Extra ondersteuning
De school heeft afspraken hierover gemaakt en verschillen inhoudelijk per leerjaar. De mentor zorgt hiervoor.
Indien nodig kan de mentor een wekelijks moment plannen voor begeleiding. De mentor kan intensiever contact met de ouders onderhouden.
De mentor en de coördinator zijn hiervoor de eerste aanspreekpersonen. Daarnaast kent de school twee vertrouwenspersonen.
B. De leerling heeft behoefte aan positieve aandacht, stimulans en feedback.
De docenten geven feedback op concreet waarneembaar gedrag. De mentor benoemt positief gedrag en stimuleert dit zoveel mogelijk. De docenten kunnen feedback timen, afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van de leerling. De mentor stimuleert de leerling bij het werken aan zijn doelen en bij het laten zien van positief gedrag. De mentor heeft oog voor wat er speelt in het leven van de leerling, en communiceert dit met de andere docenten indien nodig.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 1: Basisondersteuning Naast de primaire taak van kennisoverdracht geeft de docent hier handen en voeten aan. Basisattitude van de mentor. Staat vermeld in de taakomschrijving van de mentor. Basisattitude van de docent. Basisattitude van de mentor. Staat vermeld in de taakomschrijving van de mentor. Basisattitude van de mentor. Staat vermeld in de taakomschrijving van de mentor.
Pagina 13 van 28
Categorie 2: Extra ondersteuning
C. De leerling heeft behoefte aan sturing van gedrag
Er zijn positief geformuleerde gedragsregels voor de diversiteit aan onderwijssituaties en deze zijn bekend bij leerlingen en docenten. Onze docenten zijn in staat helder te benoemen wat er verwacht wordt in het gedrag van de leerling en kunnen daar gericht feedback op te geven. Het docententeam bespreekt de aanpak van de leerling in de leerlingbespreking, zodat deze eenduidig is. Onze docenten en afdelingsleiders zijn in staat consequent regels te hanteren. Onze docenten hebben kennis van groepsdynamica, zodat zij het functioneren van groepen kunnen bevorderen zodat conflictsituaties waar mogelijk vermeden kunnen worden. Er is de mogelijkheid voor een leerling om onder toezicht binnen de school, even tot rust te komen, of als sanctie uit de les gestuurd te worden en opgevangen te worden. Op basis van gemaakte afspraken met een leerling en het docententeam mag een leerling ervoor kiezen om even uit de les te stappen en op een rustige plek in de school verder te werken.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 1: Basisondersteuning De school hanteert respecteerregels en schoolregels. Deze worden jaarlijks aan het begin van het schooljaar uitgereikt. Basisattitude van de docent. Daar waar docenten hier niet goed mee uit de voeten kunnen, wordt dit met de docent besproken en wordt waar noodzakelijk ondersteuning gegeven. Alle afdelingen kennen periodieke leerlingen besprekingen.
Deze worden consequent gehanteerd. Van de docent wordt verwacht dat deze dit beheerst. Daar waar docenten hier niet goed mee uit de voeten kunnen, wordt dit met de docent besproken en wordt waar noodzakelijk ondersteuning gegeven. Hieromtrent zijn duidelijke afspraken en de wordt gehandeld volgens een afgesproken structuur. Indien gewenst/noodzakelijk kan dit worden toegepast.
Pagina 14 van 28
Categorie 2: Extra ondersteuning Indien noodzakelijk kan expertise ingezet worden om de leerling te helpen om inzicht te krijgen in zijn eigen gedrag en de gevolgen daarvan. Daar waar nodig kan expertise ingezet worden om docenten te coachen in het begeleiden van leerlingen met opvallend gedrag.
D. De leerling heeft behoefte aan controle van de schoolgang.
Bij afwezigheid van een leerling wordt dezelfde dag met ouders en/of leerling gebeld.
Bij ziekte worden ouders gebeld, met ouders wordt overlegd of de leerling naar huis kan komen. De school signaleert ziekteverzuim en treedt in gesprek met ouders wanneer dit veel voorkomt. We hebben vastgelegde, consequente maatregelen bij ongeoorloofd verzuim. De leerplichtambtenaar wordt snel ingeschakeld bij vermoedens van signaalverzuim. De mentor en leerplichtambtenaar gaan in gesprek met de leerling en ouders om te achterhalen wat de oorzaak is van het ziekteverzuim.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 1: Basisondersteuning Er wordt gehandeld volgens een strak absentiecontrolesysteem. Er is een medewerker voor 0.6 in de school hiervoor aangesteld. Wordt uitgevoerd. Van de ouders wordt verwacht dat de thuiskomst van de leerling wordt gemeld. Wordt volgens plan uitgevoerd. Staat in ons stappenplan absentiecontrole en beleid. Wordt volgens plan uitgevoerd. Wordt volgens plan uitgevoerd.
Pagina 15 van 28
Categorie 2: Extra ondersteuning Indien nodig kan overleg gevoerd worden met de afdeling leerplicht om een leerling weer naar school te krijgen. Daarnaast kan een schoolarts ingezet worden om te bepalen of het verzuim in overeenstemming is met de klachten.
E. De leerling heeft behoefte aan hulp bij concentratie en motivatie voor de lesstof.
Onze docenten interveniëren actief met als doel de leerling op gang te helpen bij motivatie en/of concentratieproblemen. Onze docenten maken bewuste keuzes bij het indelen van groepen in de diverse onderwijssituaties. Onze docenten zijn in staat gebrek aan motivatie te zien als een proces, waar actief aan gewerkt kan worden. Onze docenten hebben kennis van mogelijke hulpmiddelen die concentratie en motivatie bevorderen. Onze docenten zijn in staat af te wijken van hun lesplan, wanneer de leerling daar om vraagt.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 1: Basisondersteuning Basisattitude van de docent. Basisattitude van de docent. Basisattitude van de docent. Wordt van de docent verwacht en is onderdeel van scholing geweest. Indien dit past binnen het vakwerkplan van de sectie.
Pagina 16 van 28
Categorie 2: Extra ondersteuning
F. De leerling heeft behoefte aan ondersteuning in het nemen van verantwoordelijkheid.
De mentor overlegt met ouders/verzorgers over praktische zaken als schoolboeken, gymspullen e.d. De mentor leert de leerling hoe hij zijn schoolspullen op orde moet hebben en houden. De mentor coacht de leerling waar hij wat moet regelen en hoe hij dit kan aanpakken. De mentor en/of vakdocent coacht de leerling op gebied van werknemersvaardigheden in geval van stage. (Niet van toepassing voor VMBO TL, HAVO en VWO). Wij kunnen leerlingen begeleiden bij het kiezen van sector of beroepsrichting op basis van een loopbaanoriëntatieprogramma.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Wijze van invulling door het Christelijk Lyceum Categorie 1: Basisondersteuning Daar waar nodig vindt dit plaats. De ouders worden bij aanvang van het schooljaar hierover door de schoolleiding geïnformeerd. Is onderdeel van de mentorles, m.n. in de brugklas. Basisattitude van de mentor. Niet van toepassing. Wel nemen alle leerlingen een keer in hun schoolloopbaan deel aan maatschappelijke stage. In handen van de decanen.
Pagina 17 van 28
Door het Christelijk Lyceum Categorie 2: Extra ondersteuning
3.1.2 Aanpassing leersituatie A. De leerling heeft behoefte aan controle op gebied van schoolwerk.
Er is dagelijks of wekelijks de mogelijkheid om agendacontrole uit te voeren. De mentor onderhoudt contact met de ouders over huiswerk. Het gemaakte en geleerde huiswerk krijgt aandacht van de leerkracht. Het huiswerk wordt digitaal genoteerd zodat ouders dit te allen tijde kunnen inzien.
Categorie 1: Basisondersteuning Er is beleid en daarin staan afspraken over de controles van en omgang met huiswerk. Daar waar nodig gebeurd dit.
Categorie 2: Extra ondersteuning Er is de mogelijkheid om wekelijks de agenda van de leerling te controleren.
Er is beleid en daarin staan afspraken over de controles van en omgang met huiswerk. Dit behoeft echter nog aandacht. Huiswerk wordt genoteerd in Magister en is zichtbaar voor ouders.
B. De leerling heeft behoefte aan ondersteuning op het gebied van plannen en organiseren
Hulp bij het opschrijven van huiswerk in de agenda. De docent gebruikt een heldere structuur om de leerstof overzichtelijk en gevarieerd aan te bieden. Hulp bij het maken van een planning (bijvoorbeeld door middel van het samen invullen van een weekplanner). De lessen zijn gestructureerd, de lesdoelen staan op het (digi)bord en het is voor de leerling voorspelbaar wat het programma is van de les.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Wijze van invulling door het Christelijk Lyceum Categorie 1: Basisondersteuning Is onderdeel van de mentorles, m.n. in de brugklas. Basisattitude van de docent. Basisattitude van de docent en daar waar nodig extra hulp. Dit verschilt per docent. In het scholingsproces wordt gewerkt aan duidelijke afspraken hieromtrent.
Pagina 18 van 28
Door het Christelijk Lyceum Categorie 2: Extra ondersteuning De mogelijkheid om 1 op 1, docent <> leerling, het huiswerk te noteren in de agenda.
3.1.3 Aanpassing lesmaterialen A. De leerling heeft behoefte aan extra instructie
Er is de mogelijkheid tot verlengde instructie binnen de les. Er is beperkt mogelijkheid tot incidentele of kortdurende huiswerkbegeleiding. Er zijn beperkt ondersteunende lesmaterialen aanwezig voor leerlingen met leerproblemen.
Categorie 1: Basisondersteuning Kan per les, per vak en per docent verschillen. De school heeft het aanbod van huiswerk maken onder toezicht. Ja, op aanvraag.
Categorie 2: Extra ondersteuning
Voor leerlingen met een leerprobleem kunnen extra ondersteunende materialen ingezet worden, waaronder bijvoorbeeld een laptop.
B. De leerling heeft behoefte aan begeleiding bij het inhalen van leerachterstanden
Er is mogelijkheid tot differentiatie in tempo en niveau om met diversiteit van leerlingen om te kunnen gaan. Er is de mogelijkheid om kortdurende ondersteuning te krijgen, buiten de les.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 1: Basisondersteuning Die mogelijkheid bestaat. In alle leerjaren wordt vakstudiebegeleiding aangeboden, echter niet voor alle vakken.
Pagina 19 van 28
Categorie 2: Extra ondersteuning
C. De leerling heeft behoefte aan taakverrijking dan wel taakverlichting
Er is extra verdiepingsstof aanwezig. De leerlingen mogen in overleg lesstof compenseren (bijv. het laten vallen van een bepaalde taak of vak voor een andere taak of vak). De leerlingen mogen in overleg lesstof dispenseren (vrijstelling voor een bepaald vak). De leerling krijgt extra tijd voor toetsen of vakken.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 1: Basisondersteuning Verschilt per methode en per vak. In overleg en bij hoge uitzondering.
In overleg en bij hoge uitzondering. Wordt toegepast na diagnose en volgens protocol.
Pagina 20 van 28
Categorie 2: Extra ondersteuning
3.1.4 Aanpassing ruimtelijke omgeving A. De leerling heeft behoefte aan een overzichtelijke, prikkelarme werkomgeving
De lokalen zijn opgeruimd, alles heeft een vaste plek. De leerling heeft in elk lokaal een vaste werkplek. De leerling heeft binnen school de mogelijkheid om rustig, individueel te kunnen werken. De leerling kan een buddy (medeleerling) aan zich gekoppeld krijgen wanneer hij moeilijk de lokalen kan vinden. De lokalen zijn voorzien van een klok en een time-timer. De leerling heeft de mogelijkheid om gebruik te maken van een koptelefoon.
Categorie 1: Basisondersteuning Vanzelfsprekend.
Categorie 2: Extra ondersteuning
Wisselt per docent. Daarvoor kent de school een mediatheek en een Open Leer Centrum. Iedere brugklas heeft een buddy in de vorm van een bovenbouwleerling. Klok is aanwezig. Time-timer kan gebruikt worden via het digibord. Is mogelijk na diagnose en volgens protocol.
B. De leerling heeft een fysieke beperking en behoefte aan aanpassingen in de omgeving
De school is rolstoeltoegankelijk. Er zijn brede trappen in de school. De kluisjes zijn goed toegankelijk. Er is markering op de trap i.v.m. een visuele beperking. Contrasten zijn aangepast bij een digibord.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 1: Basisondersteuning Niet op het Christelijk Lyceum. Deels. Ja. Nee. Is mogelijk.
Pagina 21 van 28
Categorie 2: Extra ondersteuning
C. De leerling heeft behoefte aan een gestructureerde invulling van vrije momenten (pauzes en tussenuren)
Er zijn heldere pauzeregels (m.b.t. roken, bezoek supermarkt, gedrag op plein). Er zijn duidelijke consequenties bij het overtreden van de pauzeregels. Er zijn heldere regels voor de tussenuren. Er is fysiek toezicht op de gangen, in de aula en op het plein. Er is een stilteruimte waar de leerling heen kan tijdens vrije momenten.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 1: Basisondersteuning Zijn aanwezig en worden toegepast. Zijn aanwezig en worden toegepast. Zijn aanwezig en worden toegepast. Ja. Daarvoor kent de school een mediatheek en een Open Leer Centrum.
Pagina 22 van 28
Categorie 2: Extra ondersteuning
3.1.5 Inzet Expertise A. De leerling heeft behoefte aan een vroege signalering van problemen Categorie 1: Basisondersteuning Wordt van de mentor verwacht.
De mentor signaleert tijdig de onderwijsbehoefte van de leerling. De mentor zoekt tijdig de zorgcoördinator op voor overleg. De mentor consulteert collega’s (signaleren zij hetzelfde?). De mentor consulteert ouders (signaleren zij hetzelfde?). De zorgcoördinator/ondersteunings-coördinator en de mentor bespreken zorgen in het interne ZAT. De zorgcoördinator/ondersteunings-coördinator heeft overzicht van verantwoordelijkheden van de betrokken zorgpartners.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 2: Extra ondersteuning In de school zijn meerdere RT-docenten werkzaam. Het Christelijk Lyceum beschikt over zowel een taal- als rekencoördinator.
Wordt van de mentor verwacht. Wordt van de mentor verwacht. Wordt van de mentor verwacht. Wordt uitgevoerd. Kennis is aanwezig.
Pagina 23 van 28
Er is de mogelijkheid om intern een orthopedagoog in te zetten.
B. Aanwezige experts Het Christelijk Lyceum heeft mentoren, een ondersteuningscoördinator, leerlingbegeleiders, vertrouwenspersonen, een schoolarts, remedial teachers, decanen, docentcoaches en heeft een eigen ZAT (ZorgAdviesTeam). C. Trainingen Op het Christelijk Lyceum wordt de training sociale vaardigheid, faalangstreductie en examenfaalangstreductie gegeven. Deze worden gegeven na selectie en op verzoek. Daarnaast biedt de school studievaardigheidtraining aan in de vorm van een leerstijltraining. D. Remedial teaching Begeleiding voor specifieke didactische vaardigheden is mogelijk, afhankelijk van de behoefte van de leerling. E. Docentenondersteuning
Er is begeleiding voor nieuwe docenten. Er is begeleiding op het gebied van klassenmanagement. Er is de mogelijkheid tot intervisie en casusbespreking voor docenten. Er is systematisch aandacht voor de ontwikkeling van docenten waarbij een variëteit aan arrangementen ingezet kan worden. Er is begeleiding op het gebied van verslaglegging en het opstellen van handelingsplannen en dossiervorming.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Categorie 1: Basisondersteuning Alle nieuwe docenten hebben een geschoolde coach nieuw benoemden. Daarnaast heeft de nieuw benoemde collega een vakcoach. Mogelijkheid tot scholing aanwezig. Die mogelijkheid is aanwezig indien noodzakelijk en/of gewenst. Alle docenten nemen deel aan de gesprekkencyclus. Onderdeel daarvan is een jaarlijks lesbezoek en enquête onder de leerlingen. Die mogelijkheid is aanwezig indien noodzakelijk en/of gewenst.
Pagina 24 van 28
Categorie 2: Extra ondersteuning
In mei 2014 worden docenten geschoold in het omgaan met leerlingen die extra ondersteuning behoeven.
3.1.6 Samenwerking deskundigen A. De leerling heeft behoefte aan samenwerking tussen ouders en scholen
Er is regelmatig overleg met ouders aan de hand van het handelingsplan. Het opstellen van een ontwikkelingsperspectief en handelingsplan wordt samen met de ouders gedaan. Evaluatie van het handelingsplan gebeurt samen met de ouders. De mentor houdt de ouders op de hoogte, ook van positieve ontwikkelingen. De mentor benadert ouders als gelijke samenwerkingspartners.
Categorie 1: Basisondersteuning Indien er sprake is van een handelingsplan is dit onderdeel hiervan.
Categorie 2: Extra ondersteuning Indien er sprake is van een handelingsplan is er intensief (1x per 6 weken) overleg met ouders over de ontwikkeling van de leerling.
Ja. Ja. Ja, is basisattitude van de mentor en conform zijn taakomschrijving. Vanzelfsprekend.
B. De leerling heeft behoefte aan één duidelijk plan en heldere communicatie in de samenwerking met hulpverlening
Er is regelmatig contact tussen school en de betrokken hulpverlening. Er wordt gesignaleerd en initiatief genomen in het organiseren van een multidisciplinair overleg met de betrokken hulpverlening.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Wijze van invulling door het Christelijk Lyceum Categorie 1: Basisondersteuning Ja. Een centrale rol hierin is weggelegd voor de ondersteuningscoördinator. Ja. De ondersteuningscoördinator is hiervoor verantwoordelijk.
Pagina 25 van 28
Door het Christelijk Lyceum Categorie 2: Extra ondersteuning Indien er sprake is van een handelingsplan is er intensief (1x per 6 weken) overleg met ouders over de ontwikkeling van de leerling.
4. Symbiose en onderwijsondersteuningsstructuur 4.1
Symbiose arrangementen (categorie 3)
Voor leerlingen die staan ingeschreven in het VSO is en blijft het mogelijk een deel van het onderwijs op een school voor voortgezet onderwijs te volgen: de zogenaamde symbiose. In dat geval maken regulier en speciaal onderwijs afspraken over het programma en de bekostiging en leggen deze vast in een symbioseovereenkomst. Op basis van de huidige wet- en regelgeving moet het gaan om minimaal 3 uur per week (180 minuten) dat een leerling les krijgt in het regulier onderwijs en een symbioseovereenkomst voor ten minste twee aaneengesloten schooljaren. Het aantal onderwijsuren dat door het regulier onderwijs wordt verzorgd mag 60% bedragen van het totaal aantal uren dat de school gemiddeld per week verzorgt. Zie ook: Brochure ‘Een passend onderwijsprogramma voor alle leerlingen in het Voortgezet Onderwijs’, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het Christelijk Lyceum kent de volgende samenwerkingsverbanden: ASD (Apeldoorns Samenwerkingsverband Doorstroming) Deze samenwerking beoogt een vlekkeloze doorstroom van het VMBO naar het ROC. Ook de havo 3 leerling en de havo 4 leerling die vastloopt wordt binnen dit samenwerkingsverband begeleid. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor de decaan. -
VSV (Vroegtijdig School Verlaters) Dit regionaal verband probeert het aantal vroegtijdig schoolverlaters, nog niet volledig gekwalificeerde leerlingen voor de maatschappij, terug te dringen.
-
SLAR (Stichting Leerlingenzorg Apeldoorn en Regio) Het Christelijk Lyceum maakt deel uit van de Veluwse Onderwijsgroep. Het bestuur hiervan is tevens bestuur van de SLAR. Als school maakt de rector van deelt uit van ledenadviesraad die tot doel heeft leerlingen met een ondersteuningsvraag goed en adequaat op te vangen.
-
PCL (Permanente Commissie leerlingenzorg) Deze is onder deel van de SLAR en deze ondersteunt de leerling met een ondersteuningsvraag bij plaatsing in het vervolgonderwijs.
-
Nieuw Samenwerkingsverband Passend Onderwijs De rectoren van de scholen voor voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs werken samen met de commissie TOPO aan de vormgeving van het nieuwe samenwerkingsverband rond de wettelijke aanpassingen van Passend Onderwijs
-
ZAT (Zorg Advies Team) Het Christelijk Lyceum heeft een eigen ZAT, waarvan naast de zorgcoördinator van de school, specialisten deel uitmaken. Te denken valt aan een orthopedagoog, een schoolarts, jeugdzorg, maatschappelijk werk, GGD en de afdeling leerplicht.
-
Bovenschools zorgoverleg De zorgcoördinatoren van de scholen voor voortgezet onderwijs binnen de gemeente Apeldoorn zijn hierin vertegenwoordigd en bespreken zaken rond de begeleiding van leerling met een extra ondersteuningsvraag.
-
POVO (Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs samenwerkingsverband) Op gemeentelijk niveau werken scholen voor het primair onderwijs samen met scholen voor het voortgezet onderwijs om de overstap van de leerlingen van groep 8 naar het voortgezet onderwijs soepel en zonder problemen te laten verlopen.
-
Beroepskolom steden driehoek Decanen en eindverantwoordelijken van de scholen overleggen hierin over de overstap van leerlingen naar het ROC.
4.2
Onderwijsondersteuningsstructuur
Bij dit aspect van de basisondersteuning gaat het om de expertise die in de school aanwezig is om interventies te plegen, de manier waarop dat in de school georganiseerd is en met welke onderwijs- en ketenpartners wordt samengewerkt. In het ondersteuningsprofiel kan dit zichtbaar gemaakt worden door overzichten van: de functies en taakprofielen binnen de school die een beeld geven van de ondersteuningsstructuur; de gemiddelde groepsgrootte en beschikbare personeelsformatie per groep; gecertificeerde expertise binnen de school; de professionals die van buiten de school direct beschikbaar zijn voor het ondersteuningsaanbod; de samenwerkingsrelaties van de school, ook met organisaties die verantwoordelijk zijn voor jeugdhulp gerelateerde taken, en de manier waarop vroegtijdige afstemming tussen professionals van verschillende disciplines plaatsvindt.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 27 van 28
5. Conclusie en ambities en ontwikkelagenda In dit hoofdstuk wordt verwoord welke ondersteuningsmogelijkheden de school in de nabije toekomst wil en kan realiseren en wordt beschreven welke ondersteuningsmogelijkheden de school wil ontwikkelen. Kern van de ondersteuning moet zo zijn dat deze ondersteuning in iedere les en in elke klas plaatsvindt door de vakdocent. Hij/zij moet weten welke leerling wat voor problematiek heeft en in het bijzonder hoe daar mee om te gaan. Het personeel van het Christelijk Lyceum zal daarom geschoold worden in de eerste helft van het kalenderjaar 2014. Deze scholing wordt gebaseerd op een inventarisatie van de soorten problematieken die wij vanaf 1 augustus 2014 in de school aanwezig hebben. Wij kiezen dus voor een gerichte training en niet voor een brede, alle problematiek omvattende cursus. Het handelingsgericht werken maakt deel uit van de scholing. Daarnaast zullen wij mentoren en leerlingbegeleiders extra ondersteuning bieden. Zij zijn immers degenen die dicht op de leerling begeleiding en ondersteuning moeten gaan bieden. De zorgcoördinator die in de school aanwezig is, is hierbij de centrale spil in het geheel. Alle informatie komt bij deze persoon binnen en deze zet ook de lijnen uit. Deze geeft aan welke begeleiding door reeds in de school aanwezige personen kan worden uitgevoerd en bepaalt welke expertise van buiten gehaald moet worden. De zorgcoördinator functioneert nu al in deze rol en de notities “ondersteuning en begeleiding” en “routing van de ondersteuning en begeleiding” zijn hierin uitgangspunt en leidend. Een aantal punten zijn daarbij van belang: 1. Leerling-dossiers zijn op orde en zijn vanaf 1 augustus 2014 voor 100% gedigitaliseerd. 2. Docenten worden getraind in het omgaan met leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte. 3. Docenten worden getraind in het herkennen van een stagnerende ontwikkeling van een leerling. 4. Docenten worden getraind in handelings- en opbrengstgericht werken. 5. Er wordt aandacht besteed aan de effectiviteit van de leerling-besprekingen (niet alleen cijfermatig). 6. Verbeteren van de samenwerking met ouders en externe hulpverlening. 7. Structureel de interne en externe zorgstructuur evalueren.
Schoolondersteuningsprofiel 20-07-2014/v 1.0
Pagina 28 van 28