Schoolondersteuningsprofiel de Sprong
Barbara Beulens Inschool
1
Postbus 2033 | 3800 CA Amersfoort | Utrechtseweg 29-G | 3811 NA Amersfoort T 033 – 46 22 717 | F 084 – 83 93 616 |
[email protected] | www.inschool.nl
2
Inhoud 1.Inleiding ......................................................................................... 5 2.Algemene gegevens............................................................................ 6 2.1.Algemene gegevens van de school ..................................................... 6 2.2.Onderwijsvisie / schoolconcept ........................................................ 6 2.3.Kengetallen leerlingenpopulatie van de afgelopen schooljaren ................... 7 2.3.1.Leerling aantallen ................................................................... 7 2.3.2.Gewicht leerlingen .................................................................. 9 2.3.3.Aanmeldingen ZAT, multidisciplinair overleg of bovenschools zorgteam .. 10 2.3.4.Aanmeldingen PCL en verwijzingen SBO ........................................ 10 2.3.5.Aantal terugplaatsingen vanuit het SBO ......................................... 11 2.3.6.Leerlingen met verwijzingen SO of een rugzakje .............................. 12 2.3.7.Aantal dyslexieverklaringen, gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met dyscalculie ............................................................... 13 3.Basisondersteuning ........................................................................... 14 3.1.Basiskwaliteit............................................................................. 14 3.2.Ondersteuningsstructuur en planmatig werken ..................................... 14 3.2.1.Standaarden van de inspectie .................................................... 14 3.2.2.Standaarden handelingsgericht werken ......................................... 16 3.2.3.Aandacht en tijd .................................................................... 16 3.2.4.Voorzieningen ....................................................................... 17 3.2.5.Ruimtelijke omgeving .............................................................. 18 3.2.6.Samenwerking ....................................................................... 18 3.3.Preventieve en licht curatieve interventies ......................................... 19 3.3.1.Aanwezige deskundigheid ......................................................... 20 4.Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ..................................................................................................... 21 4.1.Leren en ontwikkeling .................................................................. 22 4.2.Fysiek en Medisch........................................................................ 24 4.3.Sociaal-emotioneel en gedrag ......................................................... 26 4.4.Werkhouding ............................................................................. 28 4.5.Thuissituatie .............................................................................. 30 4.6.Competenties op de 4 dimensies (zie bijlage, resultaten enquête team) ....... 32 5.Conclusie ....................................................................................... 34 6.Bijlagen Prints van de team enquête ...................................................... 36
3
4
1.Inleiding In dit schoolondersteuningsprofiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden, grenzen en ambities die de school heeft als het gaat om het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften. Uit dit document blijkt of de school voldoet aan de basisondersteuning die door het schoolbestuur en het samenwerkingsverband is vastgesteld of nog wordt vastgesteld. Bovendien wordt aangegeven voor welke leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het team een arrangement heeft. Dit schoolondersteuningsprofiel geeft ook de ambities van het team weer. Deze ambities staan geformuleerd in concrete doelen van het schoolbeleid. Op basis van dit document kan de school een goede gesprekspartner zijn voor bestuur, ouders, het samenwerkingsverband, het speciaal onderwijs en organisaties voor welzijn en zorg. De optelsom van de gegevens van meerdere scholen van het samenwerkingsverband geven een beeld van het onderwijszorg continuüm op het niveau van het schoolbestuur, de gemeente en het samenwerkingsverband. Op basis van dit overzicht kan het samenwerkingsverband bepalen voor welke kinderen op welke plek voorzieningen en lesplaatsen worden ingericht. Het schoolbestuur en het samenwerkingsverband kunnen vervolgens beleid ontwikkelen om te voldoen aan de zorgplicht voor het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen uit de regio. Zo vormen de schoolondersteuningsprofielen van alle scholen samen een belangrijke bouwsteen voor het ontwikkelen van beleid op onder andere de ondersteuningstoewijzing, de verdeling van middelen en het arrangeren van een goed antwoord op de behoeften van leerlingen. Het schoolondersteuningsprofiel van de school is opgesteld door een adviseur van RPCZ, op basis van de ingevulde facts & findings, de competentiescan van het team en de teamworkshop. Naar aanleiding hiervan is door RPCZ een concept rapportage opgesteld welke aan de school is voorgelegd om te checken op feitelijke onjuistheden. Ook is gevraagd aan de school de concept rapportage te completeren waar het de ambities betreft ten aanzien van onderwijs(ondersteunings-) arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze aanvullingen zijn meegenomen in de definitieve schoolrapportage van dit schoolondersteuningsprofiel.
5
2.Algemene gegevens 2.1.Algemene gegevens van de school School:
archipelschool de Sprong
BRIN:
04GK
Directeur:
Annelies Bakker
IB-er(s):
Nicole Dieleman
Aantal teamleden per 1 augustus 2012:
15
Formatie per 1 augustus 2012 (aantal fte's):
6,8
Schoolbestuur:
Archipelscholen
Samenwerkingsverband:
WSNS Walcheren
2.2.Onderwijsvisie / schoolconcept Ieder kind komt tot zijn recht. Ieder kind heeft recht op onderwijs. De school geeft aan dat ieder kind recht heeft op kwalitatief goed onderwijs. Dit betekent dat de kinderen in de eerste plaats naar school komen om iets te leren. De maatschappij vraagt om goed opgeleide mensen, die overigens naast een behoorlijke dosis kennis ook andere kwaliteiten moeten bezitten. Vaardigheden zoals zelfstandigheid, mondigheid, rekening houden met anderen, samenwerken, creativiteit en inventiviteit. Het kind moet later kritisch en opbouwend in de maatschappij kunnen functioneren. Archipelschool “De Sprong” wil, het liefst in samenspraak met de ouders, aan dat ontwikkelingsproces een flinke bijdrage leveren. De school wil dit realiseren door: • gebruik te maken van goede en moderne onderwijsmiddelen; • een juiste aanbieding van de leerstof; • een weloverwogen groepssamenstelling • met het kind een persoonlijke band op te bouwen; • het kind vertrouwen te geven en zich veilig te laten voelen; • een goede afstemming van het schoolwerk op de ontwikkeling van het kind; • gebruik te maken van toetsen, waardoor we het kind goed kunnen volgen in zijn ontwikkeling; • gebruik te maken van individuele begeleiding van leerlingen die extra zorg nodig hebben; • door ruimte te geven aan leerlingen, ouders en onderwijsgevenden om hun eigen mening kenbaar te maken, maar ook door ruimte te geven aan de ontmoeting van verschillende levensvisies en waarden; • meer te weten te komen over de ontwikkeling van kinderen door middel van scholing, studie en overleg; • kinderen veelvuldig te laten samenwerken, samen naar oplossingen te laten zoeken; • door de leerlingen te leren omgaan met diverse werkvormen, zoals individueel werk, maar ook klassikaal-of groepswerk, of projectwerk;
6
het eigen initiatief te stimuleren en om op verantwoorde manier eigen keuzes te maken en afspraken te hebben, die een voortdurend contact met ouders waarborgen.
• •
De school hanteert het leerstofjaarklassensyssteem waarbij het zelfstandig werken als middel en als doel in de groepen wordt ingezet. Dagplanningen, weekplanningen, dagritmekaarten, voorspelbaarheid en indeling in de groepen zijn voortdurend onder de aandacht om de zelfstandigheid van de leerlingen te kunnen garanderen. Afspraken rondom goed gedrag zijn zichtbaar in de school, niet alleen op posters maar ook in het gedrag van leerkrachten en leerlingen. De school streeft naar een effectief gebruik van de beschikbare tijd. Ruimte en bewegingen zijn gestructureerd en ordelijk. Het team legt veel nadruk op de opbouw van visueel naar abstract (picto’s naar taal). Veel ruimten die geschikt zijn en gebruikt worden voor zelfstandig werken. De school realiseert zich dat het momenteel nog veel over zelfstandig verwerken gaat, en de ambitie is om het zelfstandig werken ook meer zelfgestuurd te maken, vooral de doorgaande lijn voor de leerkrachten te borgen. De school werkt momenteel met enkel- en twee combinatiegroepen 1, 2, 2/3 en 6/7, 8. Dit is op basis van leerlingenaantal.
2.3.Kengetallen leerlingenpopulatie van de afgelopen schooljaren 2.3.1.Leerling aantallen
per 1 okt. 2008 per 1 okt. 2009 per 1 okt. 2010 per 1 okt. 2011 Leerling aantallen 115 111 108 128
Bovenstaand figuur laat zien dat het leerlingenaantal vanaf 2008 is gestegen van 111 leerlingen in 2009 naar nu (2012) 155 leerlingen. De directie van de school geeft aan dat de verwachting is dat het leerlingenaantal zal stijgen. Dit is te zien in onderstaand figuur.
7
Contact met overige scholen betreft Het Klinket, een andere school op het dorp. Dit contact bestaat uit gezamenlijke dorpsactiviteiten organiseren en open dagen organiseren. Ook is er inhoudelijk samen onderzoek gedaan naar de behoefte van ouders naar andere schooltijden; dit heeft als resultaat dat de huidige schooltijden op elkaar afgestemd zijn. Verder is er geen onderwijsinhoudelijk overleg. Binnen het bestuur is er samenwerking in het ib-netwerk en het directieoverleg. Daarnaast is er vanuit de gemeente IB netwerk en een gemeentelijke werkgroep. Op ib niveau is er ook met Het Klinket overleg over leerlingen (bao-bao plaatsing) maar ook over materiaalgebruik/uitwisseling. Leerkrachten hebben binnen het bestuur thematisch overleg bv leescoordinatoren, ICT en binnen het nascholingsaanbod van de 3l academie (bestuursoverstijgend).
Verwachte leerling aantallen
8
per 1 okt. 2012
per 1 okt. 2013
per 1 okt. 2014
155
155
160
2.3.2.Gewicht leerlingen
Aantal gewichtleerlingen 0,3 Aantal gewichtleerlingen 1,2
per 1 okt. 2008 4 0
per 1 okt. 2009 4 0
per 1 okt. 2010 2 2
per 1 okt. 2011 3 2
Bovenstaand figuur laat het aantal leerlingen met een schoolgewicht zien van 2011 en de afgelopen drie jaar. Op dit moment zijn er drie kinderen met een schoolgewicht 0,3. Dat komt overeen met 2,3% van de schoolpopulatie; landelijk gemiddelde daarvan is 7,3% (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, leerlinggewichten 2010-2011) en twee kinderen met een schoolgewicht 1,2. Dat komt overeen met 1,5% van de schoolpopulatie; landelijk gemiddelde daarvan is 5,5% (bron: idem). Het aantal leerlingen met een schoolgewicht is iets toegenomen. Er is geen specifiek plan van aanpak voor deze leerlingen ontwikkeld. De school brengt de onderwijsbehoeften van leerlingen in beeld en probeert het onderwijsproces hier zo goed mogelijk op af te stemmen. De school heeft voor het merendeel hoogopgeleide ouders. Zij vragen over het algemeen goede, specifieke zorg voor hun kind. Bij de intake geven ouders aan dat hoge opbrengsten belangrijk zijn. Ouders vragen heel bewust naar godsdienst / LEVO: objectief levensbeschouwing aanbieden én de keus voor godsdienstonderwijs moet mogelijk blijven. TSO binnen de school en een goed pedagogisch klimaat vinden ouders belangrijk. Ouders willen laagdrempeligheid: als ouders iets kwijt willen dan moeten de leerkrachten beschikbaar zijn.
9
2.3.3.Aanmeldingen ZAT, multidisciplinair overleg of bovenschools zorgteam Sinds een aantal jaren werkt de school met een schoolgebonden zorgteam. Hier worden kinderen besproken wanneer de school vastloopt in haar aanpak. Afgelopen vier jaar zijn er geen leerlingen besproken. Schoolgebonden zorgteam heeft de mogelijkheid om extern te gaan. Dan heeft de school diverse contacten zoals SMW. Ook de GGD schuift op aanvraag aan. De school is hier erg tevreden over. De school heeft de regie in handen over leerlingen. Daarbij zijn er korte lijnen naar de betrokken externe instanties en is er een betere afstemming tussen de instanties.
2.3.4.Aanmeldingen PCL en verwijzingen SBO
Aantal aanmeldingen PCL Aantal verwijzingen SBO
2007-2008 0 0
2008-2009 1 2
2009-2010 0 0
2010-2011 1 1
Afgelopen vier jaar meldde de school twee leerlingen aan bij het PCL en verwees de school drie kinderen naar het SBO. Dat komt overeen met een verwijzingspercentage van 0,9% per jaar en dat is meer dan het landelijk gemiddelde dat 0,51% bedraagt (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, aantal leerlingen verwezen naar het zelfde of een ander samenwerkingsverband 2010-2011). Als een leerling niet de ondersteuning geboden kan worden die het nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen, neemt de school verwijzing in overweging. Daarbij is de hoeveelheid aandacht die een leerling nodig heeft, samen met het welbevinden van zowel de leerling als de kinderen en leerkracht en de ouders, van groot belang in deze overweging. Als een leerling te veel aandacht nodig heeft ten opzichte van de andere kinderen of dusdanig ongelukkig is met de situatie kan de school niet bieden wat deze leerling nodig heeft. Dan wordt verwijzing een mogelijkheid. Ook het
10
gedrag van een leerling is een criterium. Als een leerling een bedreiging vormt voor de veiligheid, is verwijzing ook een optie. Het SBO kan daarin adequater reageren door een grotere van aandacht en expertise.
2.3.5.Aantal terugplaatsingen vanuit het SBO
Aantal terugplaatsingen per schooljaar vanuit SBO
2007-2008
2008-2009
2009-2010
2010-2011
1
0
0
0
De school heeft sinds 2009 geen leerlingen teruggeplaatst gekregen uit het Speciaal Basisonderwijs (SBO).
11
2.3.6.Leerlingen met verwijzingen SO of een rugzakje
Verwijzingen SO cluster 1
1 oktober 2008 0
1 oktober 2009 0
1 oktober 2010 0
1 oktober 2011 0
Verwijzingen SO cluster 2 Verwijzingen SO cluster 3 Verwijzingen SO cluster 4
0 0 0
0 0 1
0 0 0
0 0 0
De school verwees volgens opgave van de directie sinds 2009 één leerling naar het Speciaal Onderwijs (SO), naar cluster 4.
Aantal rugzakjes cluster 1 Aantal rugzakjes cluster 2 Aantal rugzakjes cluster 3 Aantal rugzakjes cluster 4
1 oktober 2008 0 0
1 oktober 2009 0 0
1 oktober 2010 0 0
1 oktober 2011 0 0
0 1
0 0
0 0
0 0
Er zijn op dit moment geen kinderen met een indicatie (rugzakje).
12
Binnen de school is kennis over diverse stoornissen en belemmeringen aanwezig. Deze kennis betreft ook adequate aanpakken. De school deed ervaring op met ADHD, ADD, NLD, autisme, laag IQ, meervoudige handicap, spraaktaal ICM autisme en gedrag. Leerkrachten vragen ondersteuning en begeleiding om kennis en handelingsbekwaamheid te vergroten op het moment dat een leerling zeer specifieke onderwijsbehoeften heeft. Leerkrachten delen de opgedane kennis spontaan én georganiseerd, o.a. binnen team bijeenkomsten. De AB wordt ook op teamniveau uitgenodigd om op breder niveau expertise op te doen.
2.3.7.Aantal dyslexieverklaringen, gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met dyscalculie
Aantal dyslexieverklaringen Aantal gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen Aantal gediagnosticeerde leerlingen met dyscalculie/ rekenstoornis
1 oktober 2008 6
1 oktober 2009 7
1 oktober 2010 8
1 oktober 2011 8
0
0
0
1
0
0
0
0
Op de school zitten momenteel acht kinderen met een dyslexieverklaring. De school werkt volgens het opgestelde protocol. Dat werkt goed. De school kent inmiddels één leerling met een diagnose hoogbegaafdheid. Ook hier werkt de school volgens het opgestelde protocol. De toepassing hiervan is nog veelal leerkrachtafhankelijk. Daarbij geven de leerkrachten aan ondersteuning te wensen van de IB-er. De school heeft geen ambitie om dit door te ontwikkelen. Op de school zitten momenteel geen kinderen met een verklaring voor dyscalculie. Het protocol ERWD wordt toegepast als dit nodig is. Er is nog geen automatisme bij de leerkrachten in het signaleren van leerlingen om vervolgens een passend aanbod te formuleren. Leerkrachten maken zich vaardig in het waarnemen en begrijpen van de onderwijsbehoeften van leerlingen om hier op een planmatige manier op af te kunnen stemmen.
13
3.Basisondersteuning De basisondersteuning geeft het niveau van ondersteuning weer, waaraan alle scholen in het samenwerkingsverband (gaan) voldoen. Mede op basis van de schoolondersteuningsprofielen van alle deelnemende scholen stelt het samenwerkingsverband het niveau van basisondersteuning vast. De basisondersteuning omvat vier aspecten: -
basiskwaliteit (het oordeel van de inspectie over de school); onderwijsondersteuningsstructuur (goede afspraken over de organisatie binnen de school en samenwerking met specialisten); planmatig werken (het volgen van de resultaten van de leerlingen en het inrichten van het onderwijs op basis daarvan) en preventieve en licht curatieve interventies (zoals een aanpak voor pesten of dyslexie).
In de vragenlijst die voor deze rapportage is gebruikt, zijn deze vier aspecten van basisondersteuning bevraagd. De school heeft kunnen aangeven wat het meest recente oordeel van de inspectie was over de basiskwaliteit van de school. De kwaliteit van de ondersteuningsstructuur en het planmatig werken is in beeld gebracht aan de hand van een aantal standaarden. Deze standaarden zijn voor een deel ontleend aan de standaarden die de inspectie hanteert, en voor een ander deel hebben ze betrekking op de mate waarin de school het handelingsgericht werken beheerst. De kwaliteit van de ondersteuningsstructuur en het planmatig werken is verder in beeld gebracht door gegevens over de groepsgrootte (aandacht/tijd), voorzieningen, mogelijkheden van het gebouw en samenwerkingsrelaties van de school weer te geven. Vervolgens heeft de school kunnen aangeven welke preventieve en licht curatieve interventies zij aanbiedt. Om de kwaliteit van deze interventies verder in te vullen is ook gevraagd welke (gecertificeerde) deskundigen in het team aanwezig zijn.
3.1.Basiskwaliteit De Inspectie heeft de basiskwaliteit van de school tijdens haar laatste oordeel akkoord bevonden (basistoezicht toekenning 19-09-2012).
3.2.Ondersteuningsstructuur en planmatig werken 3.2.1.Standaarden van de inspectie Onderstaand schema geeft aan hoe de school zichzelf beoordeelt op een aantal standaarden uit het toezichtkader van de Inspectie van het onderwijs.
14
Zwak 1.1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 2.4 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerling-gewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand
Voldoende
* * * * * * * * * * * * * *
8.3 De school voert de zorg planmatig uit 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg
* *
8.5 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling-niveau haar eigen kerntaak overschrijden 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerling-populatie
* *
9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen 9.3 De school evalueert regelmatig het leerproces
* *
9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten
*
9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces
*
9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit
Excellent
*
4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen 4.5/6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 7.1 De school gebruikt een samenhangend systeem genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen
Goed
*
Directie en IB beoordelen de school op acht van de 24 bovenstaande inspectie indicatoren als voldoende en veertien als goed. De school heeft nog geen volgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Voor het schooljaar 2013-14 heeft de school hier een volgsysteem voor aangeschaft en wordt in gebruik genomen. Het planmatig handelen binnen de kwaliteitszorg werd door de inspectie als erg goed gewaardeerd.
15
3.2.2.Standaarden handelingsgericht werken Onderstaand schema geeft weer in hoeverre de school zichzelf op dit moment beoordeelt betreffende de ontwikkeling van handelingsgericht werken (HGW). Zwak Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega’s Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak Leerkrachten benoemen hoge, reële SMARTI-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt
Voldoende
Goed
Excellent
*
* * * *
*
*
*
*
*
*
*
De school beoordeelt zichzelf op acht van de twaalf standaarden van handelingsgericht werken als voldoende en één als goed. De leerkrachten kunnen de onderwijsbehoeften van leerlingen goed benoemen. Het planmatig handelen en ontwerpen van het onderwijs op basis van deze onderwijsbehoeften is in ontwikkeling. Het opbrengstgericht denken en handelen vraagt ontwikkeling.
3.2.3.Aandacht en tijd De gemiddelde groepsgrootte is 25. Bezetting van de groep: Er is één professional in de klas Vanaf 2013-14 vindt de zorg in de groep plaats, en niet meer d.m.v. RT of begeleiding buiten de groep. Daarbij heeft de IB-er een coachende rol. De leerlingen die recht hebben op Ambulante Begeleiding kunnen wel begeleid worden buiten de groep. De leerkracht is verantwoordelijk voor het inhoudelijk en organisatorisch proces.
16
niet aanwezig Orthopedagoog
*
Psycholoog
*
wel aanwezig geen formatie
Schoolmaatschappelijk werker
0,1
0,2
0,3
meer dan 1
meer dan 2
*
Intern begeleider
*
Taal/leesspecialist
*
Reken/wiskundespecialist
*
Gedragsspecialist
* *
Hoogbegaafdheid specialist
*
Coaching en video interactie specialist
* *
Dyslexiespecialist Anders (vul in welke deskundigheid nog meer aanwezig en beschikbaar is bij het veld toelichting)
meer dan 0,5
*
Motorische remedial teacher
Speltherapeut
0,5
*
Remedial teacher
Sociale vaardigheden specialist
0,4
* *
3.2.4.Voorzieningen Onderstaand schema geeft weer of en hoeveel kinderen gebruik hebben gemaakt van onderstaande voorzieningen of aanpakken (georganiseerd op school, binnen het bestuur of op samenwerkingsverband niveau) in het schooljaar 2010-2011. n.v.t.
0
15
Ambulante begeleiding door een van de clusters
*
Preventieve ambulante begeleiding door een van de clusters
*
Observatiegroep
*
Schakelklas
*
Hoogbegaafdengroep/plusklas
*
Ambulante begeleiding door de SBO school
*
Voorschool/vroegschool
*
Sovatraining (indien aanwezig) Zomerschool/verlengde schooltijd/OTV Het leescentrum/ de leesconsulent (Bevelanden/Tholen) Het observatiecentrum voor jonge kinderen (Bevelanden) De observatiegroep (Walcheren)
510
1015
1520
meer dan 20
* * * * *
De school maakt daarnaast gebruik van de volgende voorzieningen/aanpakken:
17
O.N.L. begeleiding op het dorp ervaart de school (en de ouders) als prettig: de leerling is niet veel tijd kwijt aan reizen. De school ervaart een behoefte aan SOVA training, met snelle interventie mogelijkheden. Op dit moment ervaart de school wachtlijsten waardoor leerlingen niet de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Tevens ervaart de school een behoefte aan MRT: alleen losse behandeling met fysio/ vakleerkracht MRT zou fijn zijn.
3.2.5.Ruimtelijke omgeving Geef aan wat de mogelijkheden van uw schoolgebouw zijn om tegemoet te komen aan speciale onderwijsbehoeften van leerlingen Er is ruimte in de groep voor één-op-één begeleiding Er is ruimte op de gang voor één-op-één begeleiding Er is een prikkelarme werkplek Er is ruimte voor een time-out
*
De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor bewegings- en leerbehoeften (fysiotherapie, schooltuin, enzovoort) Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in flexibele ruimten Anders (vul in bij Toelichting)
Slecht Zijn de werkruimten afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen? Is de inrichting van de lokalen afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen?
Matig
Voldoende
Goed
Zeer goed
* *
3.2.6.Samenwerking Onderstaand schema geeft weer welke onderwijspartners uw school structureel samenwerkt of afgesproken heeft hoe de samenwerking verloopt als het nodig is. WSNS (bijv ib groepen)
*
SBO De Tweern (V)SO
*
Swv vo Anders (vul in bij toelichting)
*
Onderstaand schema geeft weer welke externe instanties uw school structureel samenwerkt of afgesproken heeft hoe de samenwerking verloopt als het nodig is.
18
RPCZ
*
Lokale overheid/gemeente Consultatieteam/ZAT Bureau jeugdzorg Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Maatschappelijk werk GGZ/Emergis/Ithaka Leerplicht Politie Club- en buurthuiswerk/ dorpsraad Anders (vul in bij toelichting)
* * * * * * * * * *
Jeugdzorg overdragen en delen van informatie en ervaringen vanuit interventies rondom kinderen kan volgens de school beter. Het overleg is weinig duurzaam en de school heeft er geen grip op. De terugkoppeling na overleg vanuit de gemaakte afspraken ervaart de school als matig. De school is erg tevreden over de samenwerking met de clusters 2,3 en 4. Ook de samenwerking met SBO/ springtij en PCL is prima. Deze samenwerking blijft de school hoog in het vaandel houden.
3.3.Preventieve en licht curatieve interventies De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyslexie.
Ja
De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyscalculie.
Ja
De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie.
Ja
De school heeft een protocol voor medische handelingen.
Ja
De school biedt fysieke toegankelijkheid en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudige) lichamelijke handicap.
Ja
De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie.
Ja
De school kan in principe ondersteuning bieden aan alle leerlingen. Dit is wel afhankelijk van de behoeften, groepsgrootte en – samenstelling.
19
3.3.1.Aanwezige deskundigheid Onderstaande deskundigheid is in de school aanwezig. aanwezig zonder diploma
aanwezig met diploma
niet aanwezig
Orthopedagoog
*
Psycholoog
*
Schoolmaatschappelijk werker
*
Remedial teacher
*
Motorische Remedial Teaching
*
Intern Begeleider
*
Taal/leesspecialist
*
Reken/wiskundespecialist
*
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist
*
Hoogbegaafdheid specialist
*
Coaching en Video Interactie Begeleiding
*
Speltherapeut
*
Dyslexie specialist
*
Het team volgde bijeenkomsten rondom HGW, ict en LEVO. Er is voldoende kennis intern en op bovenschools niveau aanwezig. De school heeft een uitgewerkte werkwijze rondom zelfstandig werken. Daar heeft het team de laatste jaren uitgebreid aandacht aan geschonken en ervaring mee opgedaan. Onderstaande deskundigheid is op bestuursniveau aanwezig. aanwezig zonder diploma
aanwezig met diploma
Orthopedagoog
niet aanwezig *
Psycholoog
*
Schoolmaatschappelijk werker
*
Remedial Teacher
*
Motorisch Remedial Teacher
*
Intern Begeleider
*
Taal/leesspecialist
*
Reken/Wiskundespecialist
*
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist Coaching en video interactie Begeleider
*
Speltherapeut Dyslexiespecialist
20
* *
4.Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften In het volgende hoofdstuk wordt in kaart gebracht in hoeverre de school in staat is een aanbod te hebben voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze behoeften kunnen betrekking hebben op: -
leer- en ontwikkelingskenmerken; werkhouding; fysieke en medische kenmerken; sociaal-emotionele en gedragsmatige kenmerken en de thuissituatie.
Eerst wordt beschreven of het team zich competent acht voor een aanpak op het aandachtsgebied. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van de informatie uit de team enquête en de workshop van het hele team. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen vier dimensies: -
Relatie: de mate van betrokkenheid op en verbondenheid met de leraar en medeleerlingen. Welbevinden: de mate waarin de leerling zich vrij, sociaal-emotioneel veilig en plezierig voelt in de schoolomgeving. Ontwikkeling: de mate waarin de leerling voortgang maakt in leer- en ontwikkelingstaken. Veiligheid: de mate van fysieke veiligheid van de leerling zelf, de medeleerlingen en de leraar.
Voor een uitgebreidere omschrijving van de betekenis van deze competentiegebieden (dimensies) wordt verwezen naar de bijlage. Vervolgens wordt beschreven welke aanpak de school heeft voor de verschillende aandachtsgebieden. Voor het beschrijven van deze onderwijsondersteuningsarrangementen is informatie verzameld over: -
21
deskundigheid die de school heeft of binnen handbereik heeft; tijd en aandacht die de school aan leerlingen kan besteden; specifieke materialen of voorzieningen waarover de school beschikt; mogelijkheden van het schoolgebouw en samenwerking met relevante organisaties.
4.1.Leren en ontwikkeling Leer- en ontwikkelingshulpvragen kunnen betrekking hebben op intellectuele hulpvragen, leerachterstand, ontwikkelinghulpvragen, taalhulpvragen (algemeen en specifiek) en ontwikkelingvoorsprong. Competenties (van het hele team): Het team van OBS De Sprong ervaart in 83% van de gevallen een aanpak te hebben voor dit domein. Voor 17% heeft het team behoefte aan ondersteuning en ontwikkeling en in geen van de gevallen wordt een begrenzing aangegeven. De onderbouw en bovenbouw verschillen van elkaar op dit gebied. De onderbouw geeft aan in 92% van de gevallen een aanpak te hebben, in 8% van de gevallen ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft geen begrenzing aan. De bovenbouw geeft aan in 83% van de gevallen een passende aanpak te hebben, heeft voor 17% ontwikkeling/ondersteuning nodig en geeft in geen van de gevallen begrenzing aan. De directie geeft aan in 67% van de gevallen een passende aanpak te hebben, voor 33% ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft geen begrenzing aan. Wat valt op: • •
Het team geeft geen begrenzing aan voor dit domein, en heeft een geringe mate aan ondersteuning nodig. De onderbouw heeft minder behoefte aan ondersteuning dan de bovenbouw
Het team geeft geringe begrenzing aan. Elke situatie moet echter apart beoordeeld worden. Als door de zwaarte van de benodigde zorg en de groepsgrootte de ontwikkeling én het welbevinden van de leerling in het gedrang is, geeft het team wel begrenzing aan.
22
Huidige situatie: 1. De school heeft ervaring met leerlingen met ondersteuningsbehoeften op het gebied van een ontwikkelingsachterstand en ontwikkelingsvoorsprong. Deskundigheid
Aandacht/tijd
Voorzieningen
Gebouw Samenwerking Ambitie: •
•
De school kan gerichter sturen op opbrengsten door analyse en planmatig handelen. Leerkrachten kunnen het onderwijsaanbod afstemmen op de behoeften van de kinderen.
IB- er Taallees coördinator Dyslexiespecialist Leergemeenschap taal/lezen. Kennis/ervaring zelfstandig werken Planmatig handelen volgens PDCA Zorg in de groep uitvoeren Benoemen en afstemmen op onderwijsbehoeften. Gemiddelde groepsgrootte is 25 Vrijwel alle zorg binnen de groep Omgaan met uitgestelde aandacht: extra begeleidingstijd. Klassen assistent Vrijwilligers, stagiaires Werkwijze ‘Zelfstandig werken’ Ontwikkelperspectieven Protocol dyslexie en hoogbegaafdheid Ondersteunende software Maatwerk Kurzweill LZS Aanvullingen van de methoden naar boven en beneden. Orthotheek (aanvullende toetsen) Ruimtes in de school om met kinderen te werken HGPD, netwerk IB (WSNS & Archipel), , SBO, PAB-ers. Hiervoor is nodig: -
23
Samenwerking met SO / ONL / clusters (AB) Goede leesmethode Deskundigheid in opbrengstgericht werken Handen in de school om de leerkrachten te ondersteunen Deskundigheidsbevordering in het maken en uitvoeren van handelingsplannen. Plusklas Studiekabines Samenwerking met: o externe bureaus die door ouders worden ingeschakeld. o Fysiotherapie o Logopedie o GGD
4.2.Fysiek en Medisch Fysieke en medische hulpvragen kunnen betrekking hebben op hulpvragen met het gehoor, gezicht, spraak, motorische problemen en anders (epilepsie). Competenties (van het hele team): Het team van OBS De Sprong ervaart in 4% van de gevallen een aanpak te hebben voor dit domein. Voor 75% heeft het team behoefte aan ondersteuning en ontwikkeling en in 21% van de gevallen wordt een begrenzing aangegeven. De onderbouw en bovenbouw verschillen van elkaar op dit gebied. De onderbouw geeft aan in geen van de gevallen een aanpak te hebben, in 94% van de gevallen ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft in 6% van de gevallen begrenzing aan. De bovenbouw geeft aan in 25% van de gevallen een passende aanpak te hebben, heeft voor 50% ontwikkeling/ondersteuning nodig en geeft in 25% van de gevallen begrenzing aan. De directie geeft aan in geen van de gevallen een passende aanpak te hebben, voor 50% ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft voor 50% van de gevallen begrenzing aan. Wat valt op: • • •
24
Het team geeft geringe begrenzing aan voor dit domein, maar heeft wel een hoge mate aan ondersteuning nodig en vrijwel geen passende aanpakken. De bovenbouw geeft als enige aan passende aanpakken te hebben. Het team geeft een hoge ondersteuningsbehoefte aan.
Huidige situatie: De school heeft ervaring met leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften op het gebied van meervoudige handicaps, rolstoelafhankelijke leerlingen, hypermobiliteit, allergieën, medicatie, zindelijkheid, visuele beperking en astma. Deskundigheid
IB- er Protocol medicatietoediening Kennis over aandoeningen
Aandacht/tijd
Gemiddelde groepsgrootte is 25 Vrijwel alle zorg binnen de groep
Voorzieningen
Ontwikkelperspectieven Aangepast meubilair Ruimtes in de school om met kinderen te werken Rolstoeltoegankelijk schoolgebouw Laptop Vergrotende materialen. HGPD, netwerk IB (WSNS & Archipel), SMW, PAB-ers, mytylschool Hiervoor is nodig:
Gebouw
Samenwerking Ambitie: •
•
De school heeft tijd en menskracht om op de onderwijsbehoeften van kinderen vanuit een fysiek medische behoefte af te kunnen stemmen. Afspraken en heldere verwachtingen over en weer tussen ouders, leerlingen en school m.b.t. inhoud medisch protocol.
25
-
-
Handen in de school om het afstemmen te kunnen organiseren/ uit te voeren. Deskundigheid rondom implicaties etc. van het medisch protocol. Samenwerking met externe instanties en ouders rondom uitwerking medisch protocol.
4.3.Sociaal-emotioneel en gedrag Sociaal-emotionele hulpvragen kunnen betrekking hebben op (faal)angst, teruggetrokkenheid, zelfvertrouwen, weerbaarheid, positie in de groep en contactname (dit zijn leerlingen die emotioneel moeite hebben met het maken en houden van contact, het invoelen van emoties en dit kunnen toepassen). Gedragshulpvragen kunnen betrekking hebben op overactief, impulsief, naar binnen gericht, naar buiten gericht, bizar en storend gedrag. Competenties (van het hele team): Het team van OBS De Sprong ervaart in 43% van de gevallen een aanpak te hebben voor dit domein. Voor 32% heeft het team behoefte aan ondersteuning en ontwikkeling en in 25% van de gevallen wordt een begrenzing aangegeven. De onderbouw en bovenbouw verschillen van elkaar op dit gebied. De onderbouw geeft aan in 50% van de gevallen een aanpak te hebben, in 38% van de gevallen ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft voor 13% van de gevallen begrenzing aan. De bovenbouw geeft aan in 25% van de gevallen een passende aanpak te hebben, heeft voor 50% ontwikkeling/ondersteuning nodig en geeft in 25% van de gevallen begrenzing aan. De directie geeft aan in 38% van de gevallen een passende aanpak te hebben, voor 13% ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft in 50% van de gevallen begrenzing aan. Wat valt op: • •
Het team geeft matige begrenzing aan voor dit domein, en heeft een hoge mate aan ondersteuning nodig. De directie is voorzichtig in het formuleren van passende aanpakken en geeft een hoge begrenzing en hoge ondersteuningsbehoefte aan voor het team.
Het team geeft matige begrenzing aan. Elke situatie moet echter apart beoordeeld worden.
26
Huidige situatie: De school heeft ervaring met kinderen met extra ondersteuningsbehoeften op het gebied van agressie, ADHD, ASS, faalangst, pesten, zelfregulatie, psychiatrische problematiek (depressie/zelfverminking) en grensoverschrijdend seksueel gedrag. Deskundigheid
Aandacht/tijd
Voorzieningen
Gebouw Samenwerking Ambitie: •
•
•
Leerlingen helpen en ondersteunen elkaar in het voorkomen en aanpakken van pestgedrag. De sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen is in beeld. Leerkrachten sturen planmatig. Adequate hulpverlening voor kinderen
IB- er Signaleren Gesprekstechnieken vertrouwenspersoon Gemiddelde groepsgrootte is 25 Vrijwel alle zorg binnen de groep Protocol medisch handelen Leefstijl Protocol ongewenste intimiteiten pestprotocol Ruimtes in de school om met kinderen te werken/ te praten. HGPD, netwerk IB (WSNS & Archipel), SMW, Indigo, Porthos, PAB-ers. Hiervoor is nodig: -
-
27
Deskundigheidsbevordering rondom: o Leerlingen zelfverantwoordelijk laten zijn voor gedrag o SEO lvs ‘Zien’ gebruiken. o Planmatig sturen op sociaal emotionele ontwikkeling. o Vertrouwenspersoon o KIVA Open ruimten om met kinderen te oefenen/bewegen/werken. Samenwerking met externe organisaties.
4.4.Werkhouding Werkhoudingsvragen kunnen betrekking hebben op concentratie, motivatie en taakgerichtheid. Competenties (van het hele team): Het team van OBS De Sprong ervaart in 57% van de gevallen een aanpak te hebben voor dit domein. Voor 39% heeft het team behoefte aan ondersteuning en ontwikkeling en in 4% van de gevallen wordt een begrenzing aangegeven. De onderbouw en bovenbouw verschillen van elkaar op dit gebied. De onderbouw geeft aan in 69% van de gevallen een aanpak te hebben, in 31% van de gevallen ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft geen begrenzing aan. De bovenbouw geeft aan in 75% van de gevallen een passende aanpak te hebben. De directie geeft aan in 25% van de gevallen een passende aanpak te hebben, voor 63% ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft in 13% van de gevallen begrenzing aan. Wat valt op: • •
28
Het team geeft geen begrenzing aan voor dit domein, de directie wel. De leerkrachten geven geen begrenzing aan. Elke situatie moet echter apart beoordeeld worden. Als door de zwaarte van de benodigde zorg en de groepsgrootte de ontwikkeling én het welbevinden van de leerling in het gedrang is, geeft het team wel begrenzing aan.
Huidige situatie: De school heeft ervaring met leerlingen met specifieke behoeften op het gebied van ADHD, ADD, ASS, onderpresteren, taakaanpak, en motivatie. Deskundigheid
Aandacht/tijd
Voorzieningen
Gebouw Samenwerking Ambitie: •
De leerkrachten organiseren de ondersteuning binnen de groep en stemmen het onderwijs planmatig af op de onderwijsbehoeften van kinderen.
29
IB-er taallees coördinator SO opleiding SVIB-er Gemiddelde groepsgrootte is 25 Vrijwel alle zorg binnen de groep Inzet zelfstandig werken Protocol dyslexie en hoogbegaafdheid Ondersteunende software Meichenbaum methode Protocol zelfstandig werken Ruimtes in de school om met kinderen te werken HGPD, netwerk IB (WSNS & Archipel), SMW, PAB-ers, S(B)O scholen. Hiervoor is nodig: -
-
Deskundigheidsbevordering rondom: o Uitgangspunten HGW verder implementeren o Nieuwe rekenmethode implementeren Handen / tijd in de school om de werkwijzen en protocollen uit te werken, in te bedden in het dagelijks handelen van leerkrachten en te monitoren.
4.5.Thuissituatie Bij problemen in de thuissituatie kan het gaan om onderstimulering, pedagogische verwaarlozing en overbescherming. Competenties (van het hele team): Het team van OBS De Sprong ervaart in 82% van de gevallen een aanpak te hebben voor dit domein. Voor 18% heeft het team behoefte aan ondersteuning en ontwikkeling en in geen van de gevallen wordt een begrenzing aangegeven. De onderbouw en bovenbouw verschillen van elkaar op dit gebied. De onderbouw geeft aan in 94% van de gevallen een aanpak te hebben, in 6% van de gevallen ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft geen begrenzing aan. De bovenbouw geeft aan in alle gevallen een passende aanpak te hebben. De directie geeft aan in 50% van de gevallen een passende aanpak te hebben, voor 50% ondersteuning/ontwikkeling nodig te hebben en geeft geen begrenzing aan. Wat valt op: • • •
30
Het team geeft geen begrenzing aan voor dit domein, en heeft wel een geringe mate aan ondersteuning nodig. De bovenbouw geeft aan voor alle gevallen een passende aanpak te hebben. Het team geeft geen begrenzing aan. Elke situatie moet echter apart beoordeeld worden. Als door de zwaarte van de benodigde zorg en de groepsgrootte de ontwikkeling én het welbevinden van de leerling in het gedrang is, geeft het team wel begrenzing aan.
Huidige situatie: De school heeft ervaring met rouw en verlies, scheidingsproblematiek, verwaarlozing, (kinder-) mishandeling en verslavingsproblematiek. Deskundigheid Aandacht/tijd
Voorzieningen Gebouw Samenwerking
Ambitie: •
De school bekijkt de omgeving van het kind vanuit zoveel mogelijk perspectieven om op een zo vroeg mogelijk moment problemen te kunnen signaleren.
31
IB-er RAAK-training door alle leerkrachten Gemiddelde groepsgrootte is 25 Vrijwel alle zorg binnen de groep Oudergesprekken Leerlinggesprekken. Gespreksruimten. Ruimtes in de school om met ouders/ kinderen te praten. HGPD, netwerk IB (WSNS & Archipel), leerplichtambtenaar, GGD, CJG, GGV, IPT, Maatwerk, SMW, PAB-ers. Hiervoor is nodig: -
Deskundigheidsbevordering rondom: o Signaleren van problemen Methode Zien voor seo lvs. Samenwerking met gesprekspartners binnen en buiten de school- en bestuursorganisatie. (sparringpartners)
4.6.Competenties op de 4 dimensies (zie bijlage, resultaten enquête team) Bij de afname van het instrument zijn ook de competenties in kaart gebracht die nodig zijn om Passend onderwijs te verzorgen. Deze competenties zijn onder te brengen in vier dimensies: • • • •
Relatie Welbevinden Ontwikkeling Veiligheid
Deze factoren zijn weliswaar sterk onderling verbonden, maar worden door leerkrachten wel afzonderlijk herkend en benoemd als cruciaal voor de mogelijkheden die de school heeft voor haar leerlingen. Relatie Deze dimensie gaat over de mate van betrokkenheid op en verbondenheid met de leraar en medeleerlingen. In de relatie ligt de mogelijkheid van leren met en van elkaar door samenwerken of feedback. Gerichtheid van de leerling op de ander maakt leren mogelijk door de inzet van spiegelneuronen in het brein. Voor de leraar ligt in de relatie de mogelijkheid tot pedagogische invloed. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar geen relatie met de leerling is, kan de school geen Passend onderwijs organiseren. Vanuit het perspectief van het hele team blijkt dat men zich competent voelt in 81% van de gevallen. Tegelijkertijd geeft het team aan zich in 28% van de gevallen minder/ niet competent te voelen. Dit is vooral bij de dimensie sociaal emotioneel en gedrag terug te zien. Ontwikkeling Deze dimensie gaat over de mate waarin de leerling voortgang maakt in leer- en ontwikkelingstaken. De waargenomen ontwikkeling door de leerling zelf en de ervaren waardering hiervoor, zijn de brandstof voor betrokkenheid op de eigen ontwikkeling. De mate waarin de school haar begeleiding kan afstemmen op verschillen in ontwikkeling van haar leerlingen, bepaalt voor een groot deel de zorgbreedte van de school. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar onvoldoende ontwikkeling waarneembaar is, kan de school geen Passend onderwijs organiseren. Vanuit het perspectief van het hele team blijkt dat men zich competent voelt in 73% van de gevallen. Tegelijkertijd geeft het team aan zich in 28% van de gevallen minder/ niet competent te voelen. Dit is vooral bij de dimensies sociaal emotioneel en gedrag, fysiek medisch en werkhouding zichtbaar.
32
Welbevinden Deze dimensie gaat over de mate waarin de leerling zich vrij, sociaal-emotioneel veilig en plezierig voelt in de schoolomgeving. Onbehagen, van welke aard ook, zorgt voor een bedreigd gevoel in leer- en ontwikkelingstaken. De reactie hierop legt eerder een accent op "overleven", dan op ontwikkelen. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar een gebrek aan welbevinden is, kan de school geen Passend onderwijs organiseren. Vanuit het perspectief van het hele team blijkt dat men zich competent voelt in 83% van de gevallen. Tegelijkertijd geeft het team aan zich in 28% van de gevallen minder/ niet competent te voelen. Dit is vooral bij de dimensie sociaal emotioneel en gedrag terug te zien. Veiligheid Deze dimensie gaat over de mate van fysieke veiligheid van de leerling zelf, de medeleerlingen en de leraar. Deze kan direct in het geding zijn bij bijvoorbeeld agressie, of indirect door bijvoorbeeld gebrek aan inzicht bij de leerling. De emotionele veiligheid is bij de dimensie welbevinden benoemd. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar onveilige situaties ontstaan, kan de school geen Passend onderwijs organiseren. Vanuit het perspectief van het hele team blijkt dat men zich competent voelt in 75% van de gevallen. Tegelijkertijd geeft het team aan zich in 25% van de gevallen minder/ niet competent te voelen. Dit is vooral bij de dimensie sociaal emotionele ontwikkeling en gedrag terug te zien.
33
5.Conclusie OBS De Sprong geeft aan een goede basis te hebben voor wat betreft zelfstandig werken planmatig handelen in kwaliteitszorg en klassenmanagement. Afgelopen jaren ontwikkelde het team de uitwerkingen van het zelfstandig werken. Ten aanzien van handelingsgericht werken (HGW) is men van mening dat men een goede start heeft gemaakt. De leerkrachten geven aan in ontwikkeling te zijn als lerend en ontwikkelend team waarbij handelingsverlegenheid naar elkaar kan worden uitgesproken om een volgende stap in de eigen ontwikkeling te kunnen maken. Het team geeft een ontwikkelingsbereidheid aan, en is zich tevens bewust van de tijd en aandacht die nieuwe ontwikkelingen met zich mee brengen. De beschikbare tijd is gering. De school wil bewuste keuzes maken in wat ambities zijn en wat haalbaar/realistisch is. De school is van mening dat zij reeds in voldoende mate passend onderwijs verzorgt en heeft ervaring met leerlingen met hulpvragen op het gebied van leren en ontwikkeling. De school heeft een werkwijze voor dyslexie en hoogbegaafdheid. De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie. Daarnaast is er ervaring met meerbegaafde leerlingen. Binnen de school werken diverse specialisten, waaronder een ICT-specialist, een taal specialist en een SVIB-er. De school ervaart een grote behoefte aan handen en tijd om de deskundigheid binnen de school te kunnen delen en kinderen te kunnen ondersteunen die extra behoeften hebben. De school vindt het belangrijk dat een kind zich veilig voelt, zowel op school als in de leefomgeving. Door middel van structuur, orde, rust en regelmaat, heldere gedragsregels, tijd in het rooster en specifieke methoden en afspraken komt de school tegemoet aan de basisbehoefte voor leerlingen met hulpvragen op het gebied van gedrag. De school wil dit nog verder uitbreiden en verdiepen met onder andere een volgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling. De school heeft ervaring met fysiek en medische hulpvragen ten aanzien allergieën, ASS, meervoudige rolstoelafhankelijke handicaps, medicatie toediening en ADHD. Afgelopen jaren deed de school ervaring op met het geven van onderwijs aan leerlingen met een indicatie (rugzak) van cluster 4. De school heeft hoge opbrengsten en zelfstandig werken hoog op de prioriteitenlijst staan. Ook het klassenmanagement van de leerkrachten, gericht op afstemmen op verschillen tussen leerlingen, maar zeker ook op de pedagogische benadering van de school in de behoeften van leerlingen én ouders zijn een belangrijk aandachtspunt van de school. De school besteed veel aandacht aan de positie van de school in de leer- en leefgemeenschap van het dorp. Samenwerking met de buurschool en andere instanties binnen het Koudekerse biedt kansen om Passend Onderwijs verder en breder vorm te kunnen geven. De diversiteit van onderwijsbehoeften in relatie tot de ondersteuning die meer en meer in de groepen komt te liggen zal steeds een uitdaging blijven in het afstemmen van het onderwijsproces. Daarbij is het van belang steeds opnieuw te bekijken of een leerling, met zijn/haar
34
onderwijsbehoeften, in die klas, in die groep, bij die leerkracht in die samenstelling, van die ouders, opgevangen kan worden. Tegelijkertijd is de school in ontwikkeling en zal dat in de toekomst blijven. De volgende ontwikkelpunten voor de school kunnen uit het voorgaande worden geformuleerd, ten aanzien van: deskundigheid, aandacht en tijd, voorzieningen, gebouw en samenwerking. Deskundigheid: -
Deskundigheid in opbrengstgericht werken Deskundigheidsbevordering in het maken en uitvoeren van handelingsplannen. Deskundigheid rondom implicaties etc van het medisch protocol. Deskundigheidsbevordering rondom: o Leerlingen zelfverantwoordelijk laten zijn voor gedrag o SEO lvs ‘Zien’ gebruiken. o Planmatig sturen op sociaal emotionele ontwikkeling. o Vertrouwenspersoon o KIVA o Uitgangspunten HGW verder implementeren o Nieuwe rekenmethode implementeren o Signaleren van problemen in de thuissituatie
Aandacht en tijd: -
Handen / tijd in de school om de werkwijzen en protocollen uit te werken, in te bedden in het dagelijks handelen van leerkrachten en te monitoren. Handen in de school om de leerkrachten te ondersteunen en het afstemmen te kunnen organiseren/ uit te voeren.
Voorzieningen: -
Methode Zien voor seo lvs. Open ruimten om met kinderen te oefenen/bewegen/werken. Goede leesmethode Plusklas Studiekabines
Samenwerking: -
Samenwerking met gesprekspartners binnen en buiten de school- en bestuursorganisatie. (sparringpartners) Samenwerking met SO / ONL / clusters (AB) Samenwerking met externe instanties en ouders rondom uitwerking medisch protocol. Samenwerking met: o externe bureaus die door ouders worden ingeschakeld. o Fysiotherapie o Logopedie o GGD
35
6.Bijlagen Prints van de team enquête Team totaal
Management
36
Onderbouw
Bovenbouw
37