Naam: ________________________________________
Klas: 4T_________
Schooljaar 2012-2013 PORTFOLIO NEDERLANDS
Beste leerling Ook dit schooljaar wordt er van jullie opnieuw verwacht een portfolio aan te leggen. Het is de bedoeling een verzamelmap samen te stellen van allerhande lees- en schrijfopdrachten, opzoekingswerk, creatieve taken, boekverslagen, … De map wordt, na het verstrijken van dit jaar, overgedragen naar het volgende schooljaar. Deze werkwijze wordt jaarlijks toegepast zodat je op het einde van je schoolcarrière een mooi pakket aan lees- en schrijfopdrachten hebt samengesteld. Bovendien komt de evolutie in je schrijfproces op deze manier goed tot uiting. Elke opdracht voor je portfolio zal duidelijk toegelicht worden door de leerkracht. Sommige taken zul je moeten indienen op een afgesproken datum. Voor andere opdrachten (opzoekingswerk, verbeteringen van schrijfopdrachten, …) word je verondersteld ze op eigen verantwoordelijkheid te maken en ze spontaan toe te voegen aan je portfolio. De inhoud van je map zal op regelmatige tijdstippen worden gecontroleerd en beoordeeld worden door het toekennen van een score. Deze score verschijnt op je rapport voor dagelijks werk. Deze werkwijze biedt unieke kansen om te tonen over welke dosis creativiteit, zelfstandigheid en verantwoordelijkheidszin je beschikt. Aan jou om het te bewijzen!
1
2
1.Vertellen en voorlezen: alles uit de kast 1. Je vertelt kort over een leuk boek dat je al eens gelezen hebt. Je vertelt in enkele zinnen waarover het boek gaat, je vermeldt de thematiek, de hoofdpersonages, … Je vertelt ons waarom je dat boek graag hebt gelezen. Je motiveert goed. Dit probeer je op een originele manier te doen door bv. een reclamespot of affiche te maken die ons aanzet tot het lezen van het boek. 2. Kies uit dat boek een fragment dat jou aanspreekt. Bewaar dit fragment in je portfolio. Vermeld kort de technische gegevens zoals titel van het boek, auteur, uitgeverij. Dit doe je bovenaan het takenblad. Doe het zo: MEUS, JEROEN, Dagelijkse kost. Van Halewijck, Leuven, 2011. Let op het hoofdlettergebruik, de onderlijning van de titel en de leestekens. Daaronder komt het fragment. Je hoeft dit niet over te schrijven, je kopieert dit best uit je boek. Kun je niet kopiëren, typ het dan over of scan het in en druk het fragment af. Motiveer onder het fragment in drie à vijf lijntjes waarom je dat fragment gekozen hebt. Score score
max.
1. Vertellen - spreektechniek (volume, tempo, Standaardnederlands, articulatie)
5
- originaliteit
5
- motivering
2
2. Portfolio - keuze fragment
3
- motivering
3
- vorm (spelling, netheid)
2
Totaal
20
3
4
2. Boekverslag 1 Voor je eerste boekbespreking lees je een boek dat je kan kiezen uit de leeslijst. Een ander boek mag je enkel lezen indien je de toelating aan je leerkracht vraagt! De lijst is afgestemd op je leeftijd, dus hier hoef je niet van af te wijken. Je leest beslist geen boek dat je al gelezen hebt! Wat verwacht ik van jou voor dit eerste leesverslag? Je zorgt uiteraard voor een degelijk afgewerkt en verzorgd eindresultaat. Met andere woorden, je maakt gebruik van een tekstverwerkingsprogramma (dus NIET handgeschreven). Het grote voordeel hiervan is dat je een spellingchecker hebt. Gebruik die! Zorg voor éénvormigheid inzake titels, tussentitels, paginanummering. Gebruik voor je tekst ofwel Calibri 11, Arial 11 of Times New Roman 12. Maak een voorblad met daarop volgende zaken vermeld: - je voornaam, naam en klas - de titel van het boek en de naam van de schrijver - een kopie of een scan van de cover en van de achterflap van het boek. Inhoud: 1. Stel zelf een korte biografie samen van de auteur van het boek (geboorteplaats en geboortedatum, eventueel vroegere beroepsactiviteit, andere werken, bekroningen van boeken, …). Wanneer ik zie dat je een tekst gewoon kopieerde, kan ik je geen punten geven voor dit onderdeel. Je moet altijd je bronnen vermelden. Je doet het op het einde van je opdracht, onder het kopje ‘Bronvermelding’. De bronvermelding van een boek ken je reeds (zie opdracht 1 van dit portfolio). Hoe je een website vermeldt, vind je hier: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120826_052 (geraadpleegd op 26-08-2012) 2. Je zoekt een recensie over je gekozen boek. Beoordeel nu zelf deze recensie. Met andere woorden: ga je akkoord met de inhoud van de bespreking of juist niet? Belangrijk bij dit onderdeel is dat je duidelijk argumenteert (zie taalhandeling 2 WB p 43 ev). Dit kan door voorbeelden uit het boek aan te halen of jouw mening te staven met wat je hebt gelezen. 3. Maak een kopie of scan van een beschrijving of een dialoog uit het boek die op jou op de één of andere manier een indruk heeft nagelaten (bv. omwille van de
5
gedetailleerde beschrijvingen, de spanningsopbouw, de humor, de emoties, …) Argumenteer zo duidelijk mogelijk waarom je die bepaalde passage gekozen hebt in minumum vijf lijntjes. 4. Tot welke schrijfstijl (zie taalhandeling 1 WB p. 31) behoort het door jou gelezen boek? Motiveer je antwoord met voorbeelden uit het boek. 5. Schrijf een brief (minimum 10 lijnen) naar jouw favoriete personage. Je kunt dit doen door in de huid te kruipen van een ander personage, door gewoon jezelf te zijn, door een nieuw personage te bedenken… Uit je brief blijkt dat je het boek goed begrepen hebt, dat je ook de thematiek eruit hebt gehaald, en dat je de personages goed begrijpt.
Belangrijk is dat je het spel eerlijk speelt. Als je bij het opstellen van je boekbespreking gebruik hebt gemaakt van interessante websites, dan vermeld je die bronnen achteraan je werk.
Tijdens je schrijfproces mag je steeds je kladwerk laten lezen of doormailen naar mij. Dan zal ik je werkstuk voorzien van de nodige commentaar en suggesties toevoegen hoe het eventueel beter kan. Het is de bedoeling dat je boekverslag er beter door wordt. Het is met andere woorden belangrijk dat je op een positieve manier je opdracht benadert! Je zult merken dat je, door je schrijfwerk, het boek beter zult begrijpen én dat je daardoor het boek beter zult appreciëren. Score score
max.
1. Algemeen - vorm (orde, afspraken, …)
5
- spelling
5
- bibliografie (vorm, volledigheid)
8
- zinsbouw
7
2. Inhoud - recensie
15
- fragment
10
- schrijfstijl
5
- brief
15
Totaal
70
6
3. Tekstopbouw Met deze opdracht geef je aan dat je inzicht hebt in de opbouw van artikels. Voer de opdracht uit door de volgende stappen te volgen.
Zoek een tijdschriftartikel over een onderwerp dat je interesseert.
Kleef dit artikel op een takenblad.
Duid inleiding, midden en slot aan in het artikel, alsook de alinea’s.
Formuleer in één zin wat de hoofdgedachte of boodschap van de tekst is. Schrijf dit onder het artikel onder het kopje 1. Hoofdgedachte
Duid in elke alinea de kernzin aan met een markeerstift.
Wat is het tekstdoel? Schrijf dit onder het artikel onder het kopje 2. Tekstdoel
Vermeld tenslotte op een correcte manier de bron. Vermeld dit onder het artikel met als kopje 3. Bronvermelding
Score score
max.
- tijdschriftartikel
1
- takenblad
1
- aanduiding inleiding, midden, slot en alinea’s
5
- hoofdgedachte
2
- kernzin aanduiden met markeerstift
3
- tekstdoel
1
- bronvermelding
2
Totaal
15
7
8
4. Schrijven: het cultuursprookje Toon je creativiteit en schrijf zelf een cultuursprookje. Hierbij mag je je baseren op een bestaand volkssprookje uit je kinderjaren. Het is de bedoeling dat je er een persoonlijke versie van maakt (zie WB oef. 2.15, 2.16). Je mag je fantasie de vrije loop laten. Het leukste verhaal wordt gepubliceerd in het schooltijdschrift BAND. Raadpleeg vooraf de kenmerken van het cultuursprookje of de stadssage in je WB, zodat je goed weet wat er van jou verwacht wordt. Je schrijft je verhaal eerst in het klad. Beoordeel je kladversie met behulp van de volgende checklist.
Structuur
Voldoende
Onvoldoende
□ □ □ □ □
□ □ □ □ □
Voldoende
Onvoldoende
□ □
□ □
Taal
Ja
Neen
Te lange zinnen?
□
□
□ □ □ □
□ □ □ □
Er is een inleiding. Het midden van het verhaal is in alinea’s opgedeeld. Het verhaal leest vlot. Er is een slot. Er is een originele eindzin. Inhoud De kenmerken van het cultuursprookje zijn in de tekst te vinden. Het bestaande sprookje werd op een originele manier bewerkt.
Aandacht geschonken aan: - hoofdletters - leestekens - spelling van woorden - werkwoorduitgangen?
9
Schrijf nadien je definitieve versie, rekening houdend met de opmerkingen van je checklist. Dien je klad en de definitieve versie in. Je definitieve versie is NIET handgeschreven, maar getypt (lettertype Arial of Calibri (lettergrootte 11) of Times New Roman (lettergrootte 12); interlinie 1,5). Minimum 1 pagina.
Veel succes en toon je ware schrijftalent!!! Score score
max.
Inhoud
5
Structuur
5
Originaliteit
5
Woordkeuze
5
Zinsbouw
5
Spelling
5
Totaal
30
10
5. Remediëring cultuursprookje Maak een degelijke verbetering van je voorgaande schrijfopdracht. Maak deze verbetering op een apart takenblad.
Hoe ga je aan de slag?
Je kijkt goed naar de letter(s) die bij je gemaakte fout staat in je vorige schrijfopdracht. De letter(s) symbool geeft je informatie over de aard van je fout, m.a.w. of het om een spellingsfout of werkwoordsfout gaat, of dat je je zin verkeerd opbouwde of een fout woord gebruikte. Lijst van de gebruikte letters en je opdracht. S
spellingfout
WW
werkwoordfout
ZC
foute zinsconstructie
WK
verkeerde (of arme) woordkeuze
Corrigeer op je digitaal bestand. Je zet de gecorrigeerde woorden of zinnen in het vet, zodat ik kan zien dat ze verbeterd zijn. Je geeft je originele werk én je gecorrigeerde versie afgedrukt af. Als iets niet (of niet goed genoeg) verbeterd is, vermindert je score met een punt. Score /10
11
12
6. De moderne mythe Voor deze opdracht ga je op zoek naar een afbeelding van een persoon of personage die voor jou een moderne mythe is. Je knipt de afbeelding uit (of drukt ze af) en kleeft die netjes op een takenblad. Zoals we in de klas besproken hebben, is een moderne mythe een persoon die wat betekend heeft in deze wereld en die je bewondert. Vervolgens beschrijf je deze persoon en leg je uit waarom jij hem of haar gekozen hebt. Je doet dit in minimum een tiental regels. Let op je spelling, zinsbouw en woordkeuze en probeer origineel uit de hoek te komen.
Score score
max.
Inhoud en originaliteit
5
Woordkeuze
5
Zinsbouw
5
Spelling
5
Totaal
20
13
14
7. Het interview Deze opdracht wordt opgesplitst in twee deelopdrachten, één voor lezen, één voor schrijven. 1. Opdracht voor lezen a. Je gaat in kranten en/of tijdschriften op zoek naar een leuk interview. Je mag zelf kiezen. Het mag gaan over sport, film, hobby’s, … Je knipt het uit en kleeft dit op een taken blad. Als je het van het internet haalt (enkel uit kranten en tijdschriften!), kopieer je en plak je het in een digitaal takenblad. Een digitaal takenblad vind je op de schoolwebsite. Dit druk je af. Vermeld de bron! b. Met dit interview ga je aan de slag en je antwoordt op volgende vragen: 1. Geef een voorbeeld van een ja-neenvraag uit het interview. 2. Welke vraagwoordvragen gebruikte de interviewer? 3. Geef een voorbeeld van een gesloten vraag. 4. Neem een bepaalde vraag uit het interview en benoem de vraagvorm. Kies een andere vraagvorm en pas die toe op de gekozen vraag. Vermeld ook welke vorm je gekozen hebt. Deze vragen beantwoord je op een apart blad maar je mag gerust zaken in het artikel markeren. Zorg wel dat het duidelijk is waar je naar verwijst. 2. Opdracht voor schrijven a. Je gaat zelf aan de slag als interviewer. De keuze is groot: je mag kiezen wie je interviewt en waarover. Je mag een klasgenoot interviewen over een interessante hobby, je mag een ouder of ander familielid interviewen over iets opmerkelijks. Je mag zelfs een BV of een BDBL (Bekende Don Bosco Leerkracht) interviewen! Het enige criterium is dat het interessant is! Neem deze opdracht ook ernstig. Het onderwerp moet voldoende inhoud hebben om een goed interview over te kunnen schrijven. b. Uiteraard baseer je je op de leerstof uit taha 5 i.v.m. interviewen. Gebruik de vier verschillende vraagvormen en varieer voldoende in de inhoud. c. Bereid je goed voor op het interview, stel je vragen goed op en voorzie wat extra vragen. Vergeet tijdens het interview niet door te vragen. Dit maakt dat je interview nog kwalitatiever wordt. Zorg minstens voor zeven goede vragen. d. Je schrijft het interview uit en filtert de spreektaal eruit. e. Voorzie bij het afwerken van het interview ook een leuke intro, zo motiveer je je lezer om verder te lezen.
15
Score score
max.
1. Lezen
15
- keuze interview
2,5
- opdrachten
10
- orde
2,5
2. Schrijven
20
- inhoud
8
- gebruik vraagvormen
4
- zinsbouw
4
- spelling
4
Totaal
35
16
8. Krant Zoek in kranten of in online versies van kranten (De Standaard, De Morgen, Het Nieuwsblad of Het Laatste Nieuws) VIER artikels: -
één rond sport
-
één rond politiek
-
één rond cultuur
-
één rond een actuele gebeurtenis
Kies relevante artikels die iets dieper graven dan een gewone mededeling. (Kies bv. geen artikeltje dat kort vertelt dat een of andere speler van een of andere voetbalploeg een spierscheurtje heeft en de volgende wedstrijd niet kan meevoetballen). Het spreekt vanzelf dat je de artikels grondig leest. Maak voor elk artikel een korte samenvatting (max. 5 regels). Een samenvatting bevat enkel de belangrijkste informatie en dus geen details of voorbeelden. Zorg ervoor dat iemand die het artikel niet gelezen heeft, aan de hand van jouw samenvatting weet waarover het hele artikel gaat. Neem niet zomaar de lead van een artikel over! Kopieer de 4 artikels naar een Worddocument of print ze af. Noteer onderaan ook de bronvermelding. Doe het als volgt: uit: Het Nieuwsblad, 08-06-2012 Noteer of typ dan onder de artikels je samenvatting, onder het kopje ‘Samenvatting’. Als hulpmiddel vind je hier de URL’s van de aangehaalde kranten: -
De Standaard: www.standaard.be
-
Het Nieuwsblad: www.nieuwsblad.be
-
De Morgen: www.demorgen.be
-
Het Laatste Nieuws: www.hln.be
Score score
max.
Keuze van de artikels
5
Samenvatting
5
Zinsbouw
5
Spelling
5
Totaal
20
17
18
9. Poëzie Naar aanleiding van Gedichtendag (31 januari 2013) ga je op zoek naar een leuk gedicht dat je aanspreekt. Het thema van Gedichtendag 2013 is ‘Muziek’. Je vindt meer informatie hierover op de website www.gedichtendag.com. Kies géén gedicht dat op die site te vinden is. In de bib vind je vele gedichtenbundels en ook het internet puilt uit van de poëziesites. Let echter wel op met gedichtjes van leeftijdsgenoten die te pas en te onpas worden gepubliceerd op het net. Let ook op met rijmelarijen van volwassenen die op verschillende sites worden gepost. Het is de bedoeling is dat je kennismaakt met poëzie van echte dichters. Wees dus kritisch bij je keuze.
Je typt of schrijft het gedicht in een aantrekkelijke lay out en stopt dit in je portfolio. Daaronder schrijf je in een vijftal regels waarom je dit gedicht koos. Staaf je keuze door minimum twee argumenten te gebruiken.
Score score
max.
Keuze van een geschikt gedicht Motivatie van je keuze Lay-out Totaal
35
19
20
10. Boekverslag 2 - Je leest met je leesgroepje hetzelfde boek (uit de lijst) - Je maakt een powerpoint presentatie rond het gelezen boek (zie lessen) - Je noteert je ervaringen rond deze opdracht - Je stelt je werk, samen met de leden van je leesgroep. 1. Wat moet de PowerPoint-presentatie bevatten? Dia 1
Dia 4
Geef de titel van het boek, de auteur, de namen van de groepsleden, de klas, de datum van de opdracht. Geef hier een afbeelding van de cover. Je kunt die veelal vinden op het internet. Betrek straks wat afgebeeld is op de cover op de inhoud of het thema van het boek. Bespreek kort de auteur. (andere werken, geboorte- en/of sterftedatum, bekend of niet, schrijver voor jongeren of volwassenen, speciale anekdote, ...) Vat het boek samen.
Dia 5
Bespreek het (de) hoofdpersonage(s).
Dia 6
Geef aan wie jullie favoriete personage is (hoeft geen hoofdpersonage te zijn): leg kort de rol van het personage uit en bespreek waarom jullie dat personage boven alle andere verkiest. Bespreek de thematiek van het boek aan de hand van een aantal voorbeelden?
Dia 2
Dia 3
Dia 7 Dia 8
Dia 9 Dia 10
Zoek een gedicht of een lied dat aansluit bij het thema en leg uit hoe het aansluit bij het verhaal (eventueel op een volgende dia). Voorzie de tekst van het lied, zodat we de tekst kunnen volgen als we het lied beluisteren. Zoek een krantenkop die aansluit bij het thema en leg uit hoe die aansluit bij het verhaal (uitleg eventueel op een volgende dia). Geef een overzichtelijk eindoordeel (positief tegenover negatief): waarom zou je het boek aan- of afraden? -
Tips -
Houd rekening met alle Powerpoint-tips die we tijdens de lessen hebben besproken. Zie WB en HB. Dit wil vooral zeggen dat je niet in volzinnen werkt, maar enkel kernwoorden vermeldt op je dia.
-
Bij de verbetering van de PowerPointpresentatie houd ik rekening met inhoud maar ook met vormgeving (wees creatief en origineel: gebruik gepaste lettertypes, , gepaste achtergrond, kleuren, animaties, wees bondig, let op spelling, wees overzichtelijk, ...).
21
2. Persoonlijke ervaringen tijdens het maken van de boekbespreking Beschrijf je ervaringen bij het maken van je boekbespreking. Wat je dus doet is het uitwerken van de R in OVUR. Je reflecteert op jouw prestatie en die van je groep, met de bedoeling iets te leren uit het traject dat je volgde. Elk groepslid maakt een eigen reflectietekst. Hoe doe je dat? -
Je werkt met een tekstverwerkinsprogramma.
-
Je gebruikt voor de gewone tekst het lettertype Arial (11 pt.), Calibri (11 pt.) of Times New Roman (12 pt.). Je gebruikt een interlinie van 1,5. -
Je vermeldt links bovenaan je naam, klas, klasnummer. Vermeld ook
de datum en een titel voor je opdracht (je mag die zelf verzinnen). Je noteert hoe je te werk bent gegaan bij het maken van deze opdracht. Je schrijf over jouw ervaringen bij het maken van deze boekbespreking. Je geeft aan hoe de samenwerking met je klasgenoten is verlopen. Je geeft aan wat je een volgende keer anders zou doen en waarom. Elke leerling schrijft een individueel verslag ! Opgelet: het is niet de bedoeling dat je vertelt over hoe goed of hoe slecht je het boek vond. Het gaat hier over wat je van de opdracht vond.
Score score
max.
1. Presentatie
40
- kwaliteit van de digitale presentatie
10
- kwaliteit van de presentatie in de klas
10
- taalgebruik bij de presentatie
10
- kwaliteit van het boekverslag
10
2. Reflectietekst
20
- inhoud
5
- doel van de tekst bereikt?
5
- zinsbouw
5
- spelling
5
Totaal
60
22