Schoolgids r.-k. basisschool De Dijck
r.-k. b a s i s s c h o o l
De Dijck
Als school staan wij voor de taak het onderwijs goed te verzorgen, dat wil zeggen te werken aan de vorming en ontwikkeling van de leerlingen. Daarvoor is een goede werk- en leefsfeer noodzakelijk. Iedereen werkt daaraan mee vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid: bestuur, schoolleiding, personeel, ouders en leerlingen. Het team van De Dijck streeft ernaar dat de basisschooltijd voor de kinderen leerzaam zal zijn en ouders en kinderen terug kunnen kijken op een zinvolle en fijne basisschooltijd. Hopelijk wordt hiermee een goede basis gelegd voor een succesvol functioneren en presteren in het voortgezet onderwijs en maatschappelijke leven. De Dijck, betrouwbaar, veilig en sterk De Dijck, een Gezonde School (zie paragraaf 5.8)
Team van basisschool De Dijck
Schoolgids De Dijck
2
Inleiding
Het team van De Dijck biedt u graag zijn schoolgids aan waarmee u zich als ouders en/of verzorgers een goed beeld kunt vormen van wat onze school te bieden heeft. De schoolgids bestaat uit twee gedeelten: een algemeen deel met min of meer vaststaande informatie en een specifiek deel, de jaarkalender met de gegevens die per jaar kunnen wijzigen. Het algemene gedeelte heeft u nu in handen. De jaarkalender ontvangt u bijgewerkt bij aanvang van elk nieuw schooljaar. Met behulp van de inhoudsopgave kunt u ongetwijfeld de benodigde informatie over De Dijck gemakkelijk opzoeken.
1 De school en waar zij voor staat
Hoofdgebouw van De Dijck Dennendal 147 3142 LC Maassluis 010 – 5919478 www.dedijck.nl
Dependance van De Dijck Haydnlaan 3 3144 KM Maasluis 010 – 5919214 brinnummer: 11 EM
Bevoegd gezag Bestuur Stichting Katholiek Onderwijs Riviersteden postbus 297 3140 AG Maassluis bestuurscode: 41240
Directeur van De Dijck Jan Timmers Dennendal 147 3142 LC Maassluis
Algemeen directeur H. Timmermans Haydnlaan 3 3144 KM Maassluis
1.2 Visie van de school Basisschool De Dijck staat voor kwalitatief goed onderwijs in een deskundige en flexibele schoolorganisatie, waarbij zij vanuit een katholiek-christelijke levensbeschouwing bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen op weg naar het kunnen en willen dragen van steeds meer eigen verantwoordelijkheid. Ons onderwijs richt zich minimaal op het bereiken van de eindtermen, zoals die vastgesteld zijn door het ministerie van onderwijs, maar we streven naar meer. Schoolgids De Dijck
Bij kwalitatief goed onderwijs gaat het om leren in de brede zin van het woord: het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden en de integratie ervan in gedrag en attitude. De school voelt zich verantwoordelijk voor het persoonlijk welbevinden en de optimale leerresultaten van alle leerlingen, wat onder andere betekent dat we ons onderwijs zodanig inrichten dat de leerlingen een ontwikkeling kunnen doormaken die aansluit bij hun mogelijkheden. Onze school maakt deel uit van de Stichting Katholiek Onderwijs Riviersteden en heeft dan ook een katholieke identiteit. Die identiteit is overigens niet iets wat vaststaat of zelfgenoegzaam is, maar voortdurend in ontwikkeling, als gevolg van het in dialoog zijn met betrokkenen: leerlingen, ouders en de medemensen in een veranderende samenleving. De school wil zo op een herkenbare en eigentijdse wijze bijdragen aan de persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling van kinderen. Hierbij laten we ons inspireren door de Bijbel, de katholieke traditie, verhalen, maar ook onze eigen levenservaring. In ons onderwijs zijn we gemotiveerd het volgende uit te dragen: • hoop/ geloof in de toekomst; • vertrouwen in elkaar; • geloof in elkaar; • naastenliefde; • gevoel van verbondenheid; • gemeenschappelijkheid in verscheidenheid; • beweging / ontwikkeling. De dagelijkse praktijk kenmerkt zich daarom door: met elkaar in gesprek zijn; verbinden en ontmoeten; ruimte geven; maatschappelijke betrokkenheid; elkaar inspireren met (Bijbel-)verhalen; het vieren van christelijke feestdagen, alsook het plechtig of feestelijk eer bewijzen aan zaken als lief en leed; en niet in de laatste plaats passende aandacht voor de ontwikkeling van de leerlingen. 3
1 De school en waar zij voor staat
1.1 Adresgegevens
2.1.1 Tweelingenbeleid Het beleid ten aanzien van tweelingen geeft ouders inspraak en houdt rekening met de kinderen. De keuze samen-of-apart naar school is een individuele kwestie: een bepaalde beslissing kan voor de ene tweeling anders uitvallen dan voor de andere. Goed overleg tussen de ouders en de leerkrachten geeft de beste garantie op een beslissing die recht doet aan de tweeling. Zolang niet is aangetoond dat het samen-zijn een belemmering vormt voor de ontwikkeling van de kinderen is er eigenlijk geen reden om een tweeling te scheiden.
2.2 Schooltijden Op 1 augustus 2006 is de wet flexibele schooltijden ingegaan, waarmee de scheiding van het aantal verplichte schooluren dat een kind moet volgen in de groepen 1 t/m 4 (880 uur) en in de groepen 5 t/m 8 (1000 uur) losgelaten mag worden – als het kind tijdens zijn basisschoolperiode maar 7520 uur onderwijs heeft gehad. Op De Dijck gebruiken we een rooster dat voor alle leerjaren gelijk loopt. Dit model staat bekend als het Hoornse Schoolgids De Dijck
2 De schoolorganisatie
2 De schoolorganisatie
2.1 Inschrijven van leerlingen Leerlingen kunnen vanaf het moment dat ze 2,5 jaar oud zijn worden ingeschreven. Het is gebruikelijk dat u daarvoor een afspraak maakt met de directeur. Na een gesprek en een rondleiding door de school kunt u zich ongetwijfeld een goed beeld van de school vormen. Met inschrijving conformeert u zich aan de inhoud van deze schoolgids, zodat u precies weet wat de school voor u en uw kind kan betekenen en wat de school van u verwacht. Het kan zijn dat we leerlingen niet (meer) inschrijven, omdat daarmee het aantal leerlingen te groot zou worden waardoor wij goed onderwijs voor de al aanwezige leerlingen niet meer kunnen verantwoorden. Over redenen van afwijzing wordt u altijd op een correcte manier geïnformeerd.
model en houdt in dat in elk schooljaar 940 uur en in 8 jaren 7520 uren aan de kinderen les wordt gegeven. Schooltijden in het schooljaar 2007-2008 groepen 1 t/m 5 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 – 14.45 uur woensdag: 08.45 – 12.15 uur groepen 6 t/m 8 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 – 15.00 uur woensdag: 08.45 – 12.15 uur
Schooltijden in het schooljaar 2008-2009 groepen 1 t/m 6 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 – 14.45 uur woensdag: 08.45 – 12.15 uur groepen 7 en 8 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 – 15.00 uur woensdag: 08.45 – 12.15 uur
Schooltijden in het schooljaar 2009-2010 groepen 1 t/m 7 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 – 14.45 uur woensdag: 08.45 – 12.15 uur groep 8 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 – 15.00 uur woensdag: 08.45 – 12.15 uur
Schooltijden in het schooljaar 2010-2011 groepen 1 t/m 8 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 – 14.45 uur woensdag: 08.45 – 12.15 uur 4
2 De schoolorganisatie
2.3 Vakanties De data van de zomervakanties zijn wettelijk vastgesteld. Voor de overige vakanties geeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen adviesdata. Deze data zijn niet voor het hele land gelijk. De scholen kunnen de korte vakanties (herfst-, kerst-, voorjaars- en meivakantie) zelf bepalen. Wel wordt geadviseerd na een leerperiode van zeven à acht weken een vakantie te plannen. De vakantieregeling wordt ter advies voorgelegd aan de medezeggenschapsraad van de school. Bij het vaststellen van de vakanties wordt rekening gehouden met het wettelijk vastgesteld verplicht aantal lesuren in dat schooljaar, de studiedagen van de leerkrachten en de vakantieperiodes van andere (middelbare) scholen in de regio. De geldende vakantieregeling voor het schooljaar is op de jaarkalender terug te vinden.
2.4 De groepen Onze school werkt volgens het zogenaamde leerstofjaarklassensysteem. Dat wil zeggen dat de groepen 3 t/m 8 homogeen zijn samengesteld. De kinderen zijn ongeveer van dezelfde leeftijd en over het algemeen met dezelfde leerstof bezig. De kleutergroepen daarentegen zijn heterogeen samengesteld, wat inhoudt dat de vier-, vijf- en zesjarigen bij elkaar zitten en niet op hetzelfde moment met dezelfde ontwikkelingsmaterialen bezig zijn. Gedurende de kleuterleeftijd staat naast het vergaren van kennis de sociaal-emotionele ontwikkeling centraal. Het accent ligt dan vooral op het samen bezig zijn tijdens werken en spelen. Juist omdat de kinderen in deze leeftijdsfase zoveel van elkaar leren, vinden wij gecombineerde groepen Schoolgids De Dijck
van groot belang. Ook in de groepen 3 t/m 8 kan het voorkomen dat de leerlingen een deel van de dag worden opgesplitst, zodat ze onderwijs krijgen op hun eigen niveau. Hoewel bij de groepen 3 t/m 8 onze voorkeur uitgaat naar het formeren van één of meer groepen kan het zijn dat we in het belang van de organisatie combinatiegroepen formeren.
2.5 Vrijstelling van lessen Op onze school zijn alle leerlingen verplicht alle vakken te volgen die op het rooster staan. Dit geldt ook voor gym- en zwemlessen. Willen ouders ontheffing van het volgen van lessen op grond van godsdienstige overwegingen, dan moet het schriftelijk worden aangevraagd bij het schoolbestuur. Wij gaan er ook vanuit dat alle kinderen deelnemen aan alle activiteiten, zoals een kerstviering, schoolkamp, schoolreis, paasontbijt etc. Ontheffing van deze activiteiten kan worden aangevraagd bij de directie. Bij ontheffing zijn de kinderen wel verplicht om die dag(-en) naar school te komen.
2.6 De huisvesting In het hoofdgebouw aan het Dennendal hebben we 13 leslokalen. Omdat wij in totaal 15 groepen hebben, hebben wij van de gemeente 2 lokalen toegewezen gekregen in het schoolgebouw aan de Haydnlaan.
2.7 Functies en taken op onze school Op onze school onderscheiden we de volgende functies en taken (deze kunnen fulltime of door meerdere personen in deeltijd worden uitgevoerd): 5
2 De schoolorganisatie
Schooltijden in de schooljaren 2011-2014 Groepen 1 t/m 8 maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 – 15.00 uur woensdag: 08.45 – 12.15 uur
2 De schoolorganisatie
De intern begeleider is verantwoordelijk voor de zorgverbreding op school. Dit houdt o.a. in: organiseren van hulp, het opstellen van procedures, het organiseren van leerlingbesprekingen, de leerlingen (met bijv. toetsen) systematisch volgen, leerkrachten en ouders ondersteunen, zorgdragen voor rugzakleerlingen, kinderen aanmelden bij het Steunpunt Onderwijs. Ook het onderwijs in overleg met de leerkrachten verbeteren behoort tot de taak van de intern begeleider.
sturen in de regio. Dit betekent dat wij rechten en plichten delen in het opleiden van pabostudenten. Zo hebben wij nu ook invloed op het leerplan van de pabo en coördineren en begeleiden wij zelf de studenten op onze scholen. Uiteraard hebben we daarmee de verplichting om de studenten een plek op onze scholen te geven. Het geheel wordt gedragen door de stagecoördinator van ons bestuur en de opleider in de school. Onze school staat ook positief tegenover het helpen opleiden van studenten die bijv. studeren voor sportleerkracht, onderwijsassistent, administratief medewerker en ict-medewerker.
De remedial teacher verzorgt daadwerkelijk de extra hulp aan de kinderen die dat nodig hebben. Ze werkt uiteraard in nauw contact met de intern begeleider. De bouwcoördinatoren sturen hun bouw aan. Zij leiden de bouwvergaderingen en hebben regelmatig overleg met de directie. Ook werken er op De Dijck onderwijsassistenten. Zij nemen de leerkrachten veel werk uit handen en kunnen leerlingen extra hulp bieden. Regelmatig zijn er ook stagiaires en LIO’ers (leraren in opleiding) die onder leiding en verantwoordelijkheid van de groepsleerkrachten les mogen geven en zo al oefenend zich kunnen bekwamen in het onderwijzersvak en het geven van goed onderwijs. Naast gastdocenten (van bijv. de politie, NME of de muziekschool) is er nog de administratrice. Bij haar kunt u terecht voor verlofformulieren, melkwijzigingsformulieren, vulpennen, betalingen, enz. Haar kamer bevindt zich naast de personeelskamer.
2.8 Opleiden in de school Op 1 september 2005 heeft ons bestuur een convenant gesloten met pabo Thomas More en 6 andere schoolbeSchoolgids De Dijck
6
2 De schoolorganisatie
De directeur is verantwoordelijk voor de gehele gang van zaken en het onderwijs op De Dijck.
3 Informatie en communicatie
3.1 Schoolgids In deze gids vindt u algemene informatie met betrekking tot de school. De gegevens die per schooljaar wijzigen, hebben we uit praktische overwegingen opgenomen in een jaarkalender die aan het begin van het schooljaar wordt uitgereikt.
3.2 Jaarkalender De jaarkalender geeft specifieke informatie, dat wil zeggen informatie die per schooljaar verandert. De specifieke informatie gaat over: de groepsindeling, inzet personeel, school-, zwem- en gymtijden; • vakantieregeling, vrije dagen en uren; • locatie van de groepen; • buitenschoolse opvangregeling; • samenwerking met de GGD; • schoolmaatschappelijk werk; • schoolbibliotheek; • uitstroomgegevens; • medezeggenschapsraad en ouderraad; • klachtencommissie; • klassenouders; • wendagen; • financiële zaken; • schoolse en buitenschoolse activiteiten; • en adressen.
3 Informatie en communicatie
Voor een goed verloop van alles wat met de school samenhangt, is een duidelijke informatievoorziening van groot belang. Dit is echter geen eenvoudige zaak, omdat in een lerende en levendige organisatie niet alles van tevoren vaststaat. Hoe graag we dat ook zouden willen. Via de volgende kanalen proberen we alle betrokkenen zo goed mogelijk te informeren.
in te plannen. Privé- en schoolzaken hangen immers vaak samen.
3.3 Nieuwsbrief Met de Nieuwsbrief wordt u regelmatig geïnformeerd over de gang van zaken en wordt geprobeerd te voorzien in een duidelijke communicatie en informatie naar ouders en verzorgers over alles wat met school samenhangt.
3.4 De website Op www.dedijck.nl staat veel algemene informatie over onze school, maar ook over ict, de buitenschoolse opvang, het calamiteitenplan, de ouderraad en de medezeggenschapsraad.
3.5 Informatieavond Tijdens deze avond geeft de leerkracht aan het begin van ieder schooljaar specifieke informatie over de gang van zaken in de groep van uw kind. U kunt dan tevens kennismaken met de andere ouders en de leerkracht(en) van de groep. Daarnaast kunnen er ouderavonden met specifieke thema’s worden georganiseerd, over bijv. opvoeding, schoolmaatschappelijk werk, hygiëne, het vervolgonderwijs e.d.
3.6 Tienminutengesprekken In november en maart worden er (naar aanleiding van het rapport) tienminutengesprekken gehouden. Aan het eind van het schooljaar gebeurt dat alleen als daartoe aanleiding is vanuit de school of vanuit de ouders.
De jaarkalender heeft verder een herinneringsfunctie en kan tevens gebruikt worden om uw eigen afspraken e.d. Schoolgids De Dijck
7
3 Informatie en communicatie
3 Informatie en communicatie
3.7 Inloopavonden Op deze avonden bent u van 18.30 tot 19.30 uur welkom op school om samen met uw kind het schoolwerk te bekijken. U kunt dan een globale indruk krijgen van de prestaties van uw kind. Het is geenszins de bedoeling tijdens de inloopavond met de leerkracht over specifieke zaken betreffende uw kind te spreken. De vraag ‘Hoe gaat het?’ kan voor een serieuze beantwoording beter bij de tienminutengesprekken aan de orde komen.
3.8 Gesprek met de leerkracht, ib’er of de directeur Mocht u de leerkracht tussentijds willen spreken, dan kunt u een afspraak maken om ná schooltijd te komen praten. Met de ib’er of directeur kunt u ook onder schooltijd een afspraak maken.
3.9 Gesprek met iemand van de medezeggenschapsraad of ouderraad Wilt u een gesprek met iemand van de medezeggenschapsof ouderraad, dan kunt u contact opnemen met de voorzitter of de secretaris van de mr of or. Deze informatie kunt u vinden op de kalender van De Dijck.
Schoolgids De Dijck
8
4 De inhoud van ons onderwijs
4.2 Het werken in kleutergroepen Als een leerling op 4-jarige leeftijd definitief de school gaat bezoeken, zal dat voor menig kind en ouder een heel grote gebeurtenis zijn. Voordat de kleuter definitief op school komt, bouwen we daarom een gewenningsperiode in (zie paragraaf 9.6). Er wordt ontwikkelingsgericht gewerkt, d.w.z. de kinderen worden in hun ontwikkeling gevolgd, maar ook daar waar noodzakelijk door de leerkracht ‘gestuurd’. Om het volgen en sturen te bepalen gebruiken we het ‘ontwikkelingsvolgmodel’ van drs. D. J. Memelink gebruiken. Bij het observeren van kleuters kijken we vooral naar de volgende vijf ontwikkelingen: • • • • • •
Hoe verloopt de sociale ontwikkeling? Gaat het kind uit zichzelf naar andere kinderen toe? Is het geaccepteerd door anderen? Van wie accepteert het kind hulp? Kan het kind vriendjes van school en thuis noemen? Is het wel eens agressief?
• • • • • • •
Hoe verloopt de emotionele ontwikkeling? Heb je enig idee waaraan het kind vaak denkt? Is het vaak boos? Wanneer? Is het kind vaak blij? Wanneer? Hoe is de algemene gemoedstoestand? Als het soms anders gaat, hoe reageert het dan? Is het over het algemeen stil, teruggetrokken?
Schoolgids De Dijck
• • • • • • •
Hoe verloopt de manier van werken? Luistert het kind goed naar de opdracht? Hoe verloopt de aanpak van het werk? Is het kind taakgericht? Is het geconcentreerd? Is het gemotiveerd? Werkt het kind zelfstandig?
• • • • • • •
Hoe verloopt de ontwikkeling van de motoriek? Zijn er lichamelijke tekortkomingen? Is er sprake van overbeweeglijkheid? Is er sprake van te weinig bewegen? Beweegt het kind zich soepel? Is de spierspanning goed? Is het kind al rechts- of linkshandig?
• • • • •
Hoe verloopt de functieontwikkeling? Auditieve waarneming en geheugen Visuele waarneming en geheugen Hoe is het taalgebruik en taalbegrip ontwikkeld? Hoe is het rekenbegrip ontwikkeld?
4 De inhoud van ons onderwijs
4.1 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Op 31 oktober 2000 heeft het ministerie aan de Gemeente Maassluis meegedeeld dat zij in aanmerking kwam voor de subsidieregeling betreffende VVE. De regeling gaat uit van gerichte educatieve programma’s (hoofdzakelijk gericht op taal) die beginnen in de voorschoolse periode en doorlopen in de eerste jaren van het basisonderwijs. Algemeen doel is het bestrijden van onderwijsachterstanden.
4.3 Het werken in de groepen 3 t/m 8 Vanaf groep 3 zien we het ontwikkelingsgerichte, ‘spelende’ (meer incidentele of toevallige) leren overgaan in een meer intentioneel of doelgericht leren. De kinderen mogen aanvankelijk nog wel spelen, maar het accent wordt steeds meer gelegd op vastgestelde doelen en taken. Het werken is meer programma- of leerstofgericht. Hierbij gaat het niet alleen om het vergaren van kennis, maar ook om het verwerven van inzicht en opdoen van vaardigheden die leiden tot een zelfstandige en verantwoordelijke houding. De verplichte vakken zijn voor alle kinderen op alle scholen hetzelfde. In de kerndoelen voor het primair onderwijs staan de vakken beschreven. Dit zijn: Nederlandse taal, Engelse taal, rekenen & wiskunde, oriëntatie op jezelf en de wereld (zoals bijvoorbeeld lessen over aardrijkskunde, 9
4 De inhoud van ons onderwijs
Bij inschrijving, maar ook als uw kind inmiddels op onze school zit, kunt u informatie vragen over het onderwijsprogramma. Elk jaar organiseren we voor elke groep overigens een informatieavond waarop het onderwijspakket voor uw kind in het betreffende jaar nader wordt besproken.
bepaalde vakken (taal, lezen, rekenen, begrijpend lezen, woordenschat, spelling, luisteren) zich al dan niet ontwikkelen. Daarnaast wordt in groep 7 bij de kinderen de Entreetoets groep 7 afgenomen, waarmee vastgesteld kan worden hoever de kinderen zijn gevorderd en aan welke onderdelen van het leerprogramma nog extra aandacht gegeven dient te worden. Ten slotte nemen de kinderen van groep 8 deel aan de Eindtoets Basisonderwijs, de welbekende Citotoets, waarmee een advies voor het voortgezet onderwijs kan worden onderbouwd. Het moge overigens duidelijk zijn dat leerlingvolgsystemen hulpmiddelen zijn bij het volgen van de ontwikkeling en de vorderingen van de kinderen; ouders en leerkrachten die elke dag met de kinderen omgaan en werken, kennen de kinderen natuurlijk het beste.
4.5 Zwemmen In de groepen 5 en 6 krijgen de kinderen zwemles. Hierbij gaat het vooral om het aanleren van een juiste techniek en het opleiden tot zwemdiploma’s, maar ook om het tegemoetkomen aan de bewegingsdrang van de kinderen en het opdoen van plezierige ervaringen in het water.
4.4 Leerlingvolgsysteem Op onze school geven we onderwijs, wat o.a. inhoudt dat we lesgeven, maar ook dat we de kinderen volgen in hun ontwikkeling. In de groepen 1-2 gebruiken we het ontwikkelingsvolgmodel van drs. D.J. Memelink. Hiermee kunnen we de motorische, sociale, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind nauwlettend volgen en het onderwijsprogramma waar nodig en mogelijk aanpassen aan het kind. In de groepen 3 t/m 8 volgen we de kinderen ook en met name met het cito-leerlingvolgsysteem. Met dit systeem kunnen we heel goed zien of de kinderen in vaardigheid bij Schoolgids De Dijck
De lessen worden gegeven in het sport- en recreatiebad Dol-fijn. Het vervoer van de kinderen van en naar school gebeurt per bus. De ouders krijgen de mogelijkheid om een aantal keer per jaar de zwemvorderingen van hun kind te zien.
4.6 Verkeersexamen De kinderen van groep 7 doen mee aan het verkeersexamen. Dit examen bestaat uit een theoretisch gedeelte – af te nemen in de maand april – en een praktisch gedeelte in de maand mei of juni. Indien de kinderen de beide onderdelen met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen zij het verkeersdiploma.
10
4 De inhoud van ons onderwijs
geschiedenis, de natuur (biologie), maar ook burgerschapsvorming, lessen over sociale redzaamheid (waaronder gedrag in het verkeer), lessen over gezond gedrag, maatschappelijke verhoudingen (staatsinrichting), geestelijke stromingen en levensbeschouwelijke vorming. Verder krijgen de kinderen ook kunstzinnig oriëntatie (zoals bijvoorbeeld lessen over muziek, tekenen en handvaardigheid) en niet te vergeten bewegingsonderwijs.
4 De inhoud van ons onderwijs
De gemiddelde standaardscores op de Eindtoets in de schooljaren 2011, 2012 en 2013 waren boven het landelijk gemiddelde. De gemiddelde standaardscore op de Eindtoets Basisonderwijs 2013 was 537,8 en daarmee hoger dan het landelijk gemiddelde! Hiermee hebben de inspanningen inzake opbrengstgericht werken zijn vruchten afgeworpen. Als school zijn we nl. tevreden met de eindresultaten als we op of boven het landelijk gemiddelde scoren.
4.8 Uitstroomgegevens
Zie voor de jaarlijkse uitstroomgegevens de jaarkalender die aan het begin van elk schooljaar aan alle ouders ter informatie wordt aangeboden. In het schooljaar 2012-2013 kreeg 38% een advies VMBO en 62% een advies HAVO of VWO (37% HAVO en 25% VWO). Landelijk bedraagt het percentage uitstroom naar het VMBO ongeveer 60 % en naar HAVO/VWO 40 %.
Zo’n score is overigens een samenvattend cijfer en zegt natuurlijk niets over de verschillen tussen de leerlingen. Het onderstaande schema met uitstroomgegevens is hiervan een illustratie.
Schoolgids De Dijck
11
4 De inhoud van ons onderwijs
4.7 Eindtoets Basisonderwijs
5 Zorg voor goed onderwijs
5.2 Zorgvoorzieningen De gezamenlijke verantwoordelijkheid richt zich op de zorg voor het persoonlijk welbevinden en optimale leerresultaten van alle leerlingen Hierin wordt de school bijgestaan door deskundigen op onderwijskundig, pedagogisch of medisch gebied. De gemeente ondersteunt de school in het mogelijk maken van schoolmaatschappelijk werk. Wij vinden het van wezenlijk belang dat kinderen zich geaccepteerd, gerespecteerd en veilig voelen op onze school. Zo stelt elke groep ieder schooljaar een gedragsprotocol op, waarin leerkracht en leerlingen afspreken hoe ze op een voor iedereen prettige manier het schooljaar succesvol kunnen maken. Daarnaast werken we op school met een methode, waarmee we specifiek de sociaal-emotionele ontwikkeling proberen te bevorderen.
Schoolgids De Dijck
5.3 Het zorgsysteem (zorg en begeleiding) Kwalitatief goed onderwijs is ‘passend’, d.w.z. legt zich toe op het behalen van doelen bij leerlingen en stemt daar waar nodig en mogelijk de inhoud, didactiek en instructieen leertijd af op de behoefte hieraan. In het onderstaande wordt in grote lijnen beschreven hoe de zorg intern is georganiseerd op groeps- en schoolniveau. De organisatie van de concrete zorg houdt in dat leerlingen nauwlettend worden gevolgd in hun ontwikkeling en leervorderingen niet alleen door de observaties van de leerkrachten, maar ook via een officieel leerlingvolgsysteem (signalering) dat gegevens genereert die na analyse mogelijk omgezet worden in plannen (begeleiding/behandeling). Op een zorgkalender staat aangegeven wanneer en met welke toetsen de leerlingen systematisch worden gevolgd. Bij de leerlingen van de groepen 1-2 maken we gebruik van het observatiesysteem Memelink; voor de groepen 1 t/m 8 gebruiken we zowel het leerlingvolgsysteem voor sociaalemotionele ontwikkeling Op-School als het leerlingvolgsysteem Cito-LOVS. De observatie- en toetsgegevens worden geanalyseerd en besproken in de leerlingbesprekingen en in gesprekken met de ouders. De verkregen gegevens vormen de basis voor passende zorg aan individuele kinderen of aan een groep via didatische groepsplannen en handelingsplannen. Passende zorg kent op De Dijck 5 niveaus: Op het eerste niveau spreken we van zorg binnen de groep die door de school zelf georganiseerd kan worden en uitgevoerd wordt door de leerkracht binnen de groep. Als de leerkracht voor het bepalen van de zorg overlegt met de intern begeleider, spreken we van zorg op niveau 2: een leerling werkt dan binnen de klas mogelijk met een handelingsplan of via de notities op het didactisch groepsplan. Het kan ook zijn dat leerlingen meer zorg nodig hebben die pas vastgesteld kan worden na observaties en/of psychologisch of psycho-diagnostisch onderzoek door iemand van het CED of WSNS (zorg op niveau 3). De zorg op dit derde niveau vindt dan nog steeds plaats in de groep en wordt ook indien nodig vastgelegd in een handelingsplan. In het geval de leerkracht externe, ambulante begeleiding krijgt in 12
5 Zorg voor goed onderwijs
5.1 Samen verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg De uitgangspunten voor ons onderwijs (zie hoofdstuk 1) proberen we zo goed mogelijk te verwezenlijken in een verantwoord samenwerken. Om de zorg voor kwalitatief goed basisonderwijs goed te monitoren, te evalueren en steeds verder te ontwikkelen heeft de school op basis van het inspectiekader een vierjarenplan opgesteld, zie www. dedijck.nl onder het kopje ‘informatie / schoolplan’. Het genoemde meerjarenplan in het schoolplan wordt per jaar uitgewerkt in een jaarplan ofwel plan van aanpak. Binnen de kwaliteitszorg maken we gebruik van het kwaliteitszorgsysteem WMK-PO, zie http://www.wmkpo.nl
5 Zorg voor goed onderwijs
Zoals uiteengezet, blijkt de interne zorg voor de ontwikkeling van de kinderen en het onderwijs mede afhankelijk van hoe de externe zorg is geregeld. Van een strikte scheiding is eigenlijk geensprake; interne zorg is immers het resultaat van de samenwerking tussen school en externe ketenpartners zoals het bovenschools samenwerkingsverband (WSNS), schoolmaatschappelijk werk, Centrum voor Jeugd en gezin, CED, de gemeente, andere scholen en ook de overheid en de inspectie van het onderwijs. Voor die externe zorg wordt verwezen naar het zorgplan van WSNS 3801 (2011-2015).
5.4 Centrum voor Jeugd en Gezin Op één plek antwoord krijgen op kleine en grote vragen over opvoeden en opgroeien. Dát is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG is er voor kinderen, jongeren, ouders, verzorgers en professionals die met jeugd te maken hebben.
Voor de groei en ontwikkeling van uw kind heeft u vaste afspraken op het consultatiebureau van het CJG. Gedurende de schooltijd heeft u een afspraak met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Wanneer vinden die onderzoeken plaats? In groep 2 krijgen alle kinderen een gezondheidsonderzoek op school of op de CJG-locatie bij u in de buurt. De doktersassistente controleert de groei, ogen en oren van uw kind. Met de jeugdarts bespreekt u de ontwikkeling en de gezondheid. In groep 7 krijgen kinderen groepsvoorlichting in de klas, over een actueel onderwerp over gezondheid en opgroeien. Naast deze afspraken, is de jeugdverpleegkundige maandelijks op school om uw vragen te beantwoorden of om bijvoorbeeld een voorlichting te geven. U en uw kind kunnen hier zonder afspraak terecht. De gesprekken zijn vertrouwelijk. Daarnaast neemt de jeugdverpleegkundige deel aan de overleggen van het Zorg- en Adviesteam (ZAT) op school. Samen met de schoolmaatschappelijk werkster en de intern begeleider, bespreekt zij de ontwikkeling van de kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. In het jaar dat kinderen 9 jaar worden, krijgen zij een herhaling van de vaccinaties DTP en BMR. Bovendien krijgen meisjes in het jaar dat ze 12 jaar zijn een oproep van het CJG om zich te laten vaccineren tegen baarmoederhalskanker. Deze HPV-vaccinatie wordt drie keer gegeven. De inentingen zijn gratis, maar niet verplicht.
Geen vraag is te gek bij het CJG, bijvoorbeeld: hoe ga ik om met een onhandelbare puber? hoeveel zakgeld is normaal? Of: mijn kind wordt op school gepest, wat kan ik doen? In het CJG werken jeugdartsen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, gezinscoaches en pedagogen samen onder één dak. Zij bieden advies, hulp en ondersteuning en zoeken altijd samen naar een passende oplossing. Schoolgids De Dijck
13
5 Zorg voor goed onderwijs
het organiseren van de zorg is er sprake van niveau 4-zorg. Op niveau zorg-4 kan een zorgleerling LeerlingGebondenFinanciering krijgen, wat inhoudt dat er binnen de school extra geld en mankracht voor die leerling kan worden ingezet. Er vanuit het leerlinggebonden budget wordt een ambulant begeleider toegewezen die samenwerkt met de leerkracht, en/of remedial teachter, intern begeleider volgens een begeleidingsplan. Als zorg met externe begeleiding uitgevoerd op school niet de gewenste effecten heeft, is de leerling gebaat bij een verwijzing naar een andere school, bijv. een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs (zorg op niveau 5).
5 Zorg voor goed onderwijs
5 Zorg voor goed onderwijs
Contact De verpleegkundigen zijn te bereiken via CJG Maassluis. Naast raad, tips, advies, hulp en ondersteuning, is er een activiteitenaanbod voor u opgesteld in samenwerking met het gemeentelijke project Veilig Opgroeien met het CJG. Regelmatig zijn er lezingen, cursussen of lessen op school die u en uw kind op weg helpen. Graag tot ziens!
en het functioneren op school en thuis wordt na analyse een plan met acties en afspraken opgesteld.
Hebt u vragen of wilt u meer informatie over een bepaald onderwerp? Neem dan contact met ons op. Telefoon: 010-5931111 Vincent van Goghlaan 6 3141 KS Maassluis Internet www.cjgmaassluis.nl of www.maassluis.nl/onderwijs-en-jeugd E-mail
[email protected] Twitter @CJGMaassluis
5.5 Zorgteam / Ondersteuningsteam De leerkrachten zien alle kinderen van 4 tot 13 jaar vijf dagen per week op de basisschool. Ze kunnen gedrags-, ontwikkelings- en opvoedingsproblemen bij kinderen vroegtijdig signaleren en vervolgens de benodigde zorg bieden. Dit doen de leerkrachten samen met de intern begeleiders en andere schoolinterne ondersteuners, zoals bijvoorbeeld het schoolmaatschappelijk werk. Daarnaast is er nog zorg en ondersteuning mogelijk vanuit het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS). In een zorgteamoverleg bespreekt een team – intern begeleider, leerkracht, directeur, WSNS’er, leerplichtambtenaar, schoolmaatschappelijk werker en eventueel een extern deskundige – die leerlingen bij wie sprake is van een dubbele problematiek, d.w.z. problematiek waar we antwoorden zoeken op de onderwijshulpvraag en vragen rond de (zorgelijke) thuissituatie. Na het weergeven van wat er bij een leerling is waargenomen met betrekking tot het leren
Schoolgids De Dijck
5.6 Schoolmaatschappelijk werk Schoolmaatschappelijk werk is bedoeld om de zorg rond het kind op school zo optimaal mogelijk te laten verlopen en heeft als belangrijkste doelstelling de leerkrachten en de ouders te ondersteunen bij de opvoeding van de kinderen. De aanwezigheid van een schoolmaatschappelijk werkster vergroot de kans om problemen snel en in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren en aan te pakken. Als u of de leerkracht zich zorgen maakt of vragen heeft over het gedrag of de opvoeding van uw kind, kunt u daarover met haar contact opnemen. De schoolmaatschappelijk werkster onderhoudt nauwe contacten met de intern begeleider van de school en zoekt naar mogelijkheden die een positieve invloed hebben op het gedrag en het functioneren van uw kind. De hulp is kortdurend. Voor contact met de schoolmaatschappelijk werkster van De Dijck kunt u contact opnemen met mw. Sarah van Vels via
[email protected] U kunt haar ook bereiken via 010 – 5919478 ’s maandags als zij op De Dijck aan het werk is. Als u uw kind wilt aanmelden bij de schoolmaatschappelijk werkster, dan graag eerst contact opnemen met de intern begeleider. 14
5.8 De Dijck, een Gezonde School In deze paragraaf wordt kort met trefwoorden aangegeven waarom De Dijck een Gezonde School is en wil zijn. Het moge duidelijk zijn dat de voortdurende (verdere) ontwikkeling van zo’n school de inspanning vraagt van alle betrokkenen: leerkrachten, ouders, leerlingen, de gemeente, de GGD en andere ketenpartners. Een school en zeker een Gezonde School is namelijk een dynamisch geheel dat wordt bepaald door ontwikkelingen in de maatschappelijke context en de school als ‘samenleving’ die zich dient te richten op de harmonische ontwikkeling van de leerlingen. De Dijck heeft van 2012 tot 2015 de landelijke erkenning een Gezonde School te zijn. Een duidelijk beeld van de ontwikkelingen in
Schoolgids De Dijck
5 Zorg voor goed onderwijs
de richting van een alsmaar ‘gezondere school’ kan afgeleid worden uit de Nieuwsbrieven waarin de ouders en andere betrokkenen nader worden geïnformeerd over de dagelijkse praktijk van de school.
Trefwoorden (zie voor de uitwerking van de trefwoorden: de schoolgids, de website www.dedijck.nl, het schoolplan en de Nieuwsbrieven). Trefwoorden:
Ontwikkeling van een protocol tegen pesten; in de school werken met de methode Trefwoord en de methode Kinderen en hun sociale talenten; schoolregels vastgelegd (algemeen en per groep); weerbaarheidstraining (Take Care) in de groepen 7; informatieavonden voor ouders over positief opvoeden; voorlichting in de groepen 7 en 8 over roken en alcohol; judolessen in de groepen 4; leerlingen die als jeugdambassadeurs participeren in een jeugdraad; veilig overblijven: hekwerk in het snippergebied; veilig overblijven door surveillance van ouders, leerkrachten en de scholing van de overblijfouders; een schoolpleincommissie die zich richt op het speelvriendelijker maken van het schoolplein; aanbrengen van concrete signalen tegen zinloos geweld (schoolpleintegels / posters); een klusteam van ouders en leerkrachten die zich bezighouden met de fysieke veiligheidsaspecten in de school; woensdag fruitdag; lespakketten over hygiëne; informatieve lessen over mondhygiëne; voorlichtingslessen over verslavingsproblematiek; tevredenheidsonderzoek onder de ouders; vragen aan leerlingen over de veiligheid in de school; dag van respect; pauzesport; Kies voor Hart en Sport; gerichte opleiding voor het veilig deelnemen aan het verkeer; nieuwe ventilatie- en koelinstallatie aangebracht inde middenbouw van de school; invoering Meldcode (beter signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld); professionaliseren van leerkrachten in het beter signaleren); speciale aandacht voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (lesmodel effectieve instructie, zorgteamoverleg, WSNS, Veilig Opgroeien; ontwikkeling van de zorgkalender waarop de zorgstructuur is vastgelegd in concrete acties); visie op 15
5 Zorg voor goed onderwijs
5.7 Hoofdluis Hoofdluis is een probleem dat regelmatig voorkomt. Het is geen ziekte en het kan iedereen overkomen. Als hoofdluis niet afdoende behandeld wordt, kan dit nare gevolgen hebben voor anderen. Vandaar dat voor de bestrijding van hoofdluis door een ouderwerkgroep in samenwerking met de GGD een protocol is opgesteld. Na iedere vakantie komt een vaste groep ouders de kinderen controleren. Wordt er hoofdluis bij een kind geconstateerd, dan krijgen de ouders/verzorgers daarover diezelfde dag bericht. Dit bericht loopt nooit via de kinderen. De klas waarbij hoofdluis is geconstateerd, krijgt een brief, waarin wordt gemeld dat in de klas hoofdluis is geconstateerd. Mocht de hoofdluis bij uw kind geconstateerd zijn, dan gaan wij ervan uit dat u er actief voor zorgt dat de hoofdluis verdwijnt. Na een week wordt de groep opnieuw gecontroleerd.
5 Zorg voor goed onderwijs
5 Zorg voor goed onderwijs
actief burgerschap en sociale integratie geformuleerd en vastgelegd; veel aandacht voor evaluaties (vragenlijsten voor ouders, leerlingen, leerkrachten); lessen over mensen met een handicap (groepen 7 en 8); verbeteren van de Ouderbetrokkenheid (VVE); beleid inzake mobieltjes, grensoverschrijdend gedrag / vervoer met auto’s door ouders; verdere professionalisering van leerkrachten via begeleiding van de GGD, WSNS, studiedagen, teamvergaderingen (intervisie).
Zoals gezegd streeft De Dijck er voortdurend naar om een veilige, betrouwbare en Gezonde School te zijn die zich richt op de harmonische ontwikkeling van de cognitieve, sociaal-emotionele, morele, motorische en lichamelijke vaardigheden van alle leerlingen. Het gaat op De Dijck om de ontwikkeling van een gezonde geest in een gezond lichaam, zoals al uiteengezet, maar vooral ook om de zelfstandigheid van de leerlingen, d.w.z. het willen en kunnen dragen van eigen verantwoordelijkheid ten behoeve van het eigen functioneren en het realiseren van een rechtvaardige (gezonde) samenleving.
Schoolgids De Dijck
16
6.2 Medezeggenschapsraad (mr) Het meedenken en meebeslissen is wettelijk geregeld bij de Wet Medezeggenschap Onderwijs. Deze wet bepaalt onder andere dat er op elke school een mr moet zijn. De mr behartigt de belangen van de school – vooral van de leerlingen en de leerkrachten – en heeft invloed op het beleid. Daartoe voert de mr overleg met de directeur. In de medezeggenschapsraad van onze school zitten vier gekozen vertegenwoordigers vanuit het team en vier gekozen vertegenwoordigers vanuit de ouders. De mr heeft een voorzitter, een secretaris en een penningmeester en vergadert gemiddeld 6 keer per jaar. De zittingsduur is drie jaar, waarna herverkiezing kan plaatsvinden. U kunt uw stem dus laten horen in de mr van de school. Eén lid van de oudergeleding en één lid van de personeelsgeleding hebben zitting in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (gmr).
6 Ouders en school
In de gmr zitten totaal tien leden, twee vertegenwoordigers van elke medezeggenschapsraad van de bij de SKOR aangesloten scholen, één vanuit de personeelsgeleding en één van de oudergeleding. De gmr SKOR heeft een voorzitter, een secretaris en een penningmeester en vergadert gemiddeld acht keer per jaar, afwisselend op één van de bij de stichting aangesloten scholen. De gmr behartigt de belangen van alle scholen van de Stiching Katholiek Onderwijs Riviersteden en voert overleg met het directieberaad en het algemeen bestuur. Voor meer informatie over zowel mr als gmr kunt u terecht op de website www.dedijck.nl.
6.4 Ouderraad De ouderraad vervult een belangrijke functie binnen de school. De raad adviseert niet alleen de vertegenwoordigers van de ouders in de mr, maar onderhoudt ook de contacten tussen het team en de ouders. Daarnaast onderneemt de ouderraad allerlei initiatieven en assisteert zij het team bij activiteiten als vieringen, creamiddagen, informatievoorzieningen, sporttoernooien, excursies en nog veel meer. Om al deze activiteiten te kunnen uitvoeren, vraagt de ouderraad jaarlijks een vrijwillige ouderbijdrage van € 25,00. Jaarlijks wordt de hoogte van de bijdrage indien nodig aangepast. Voor meer informatie kunt u terecht op de website: www. dedijck.nl.
6.3 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (gmr) Met instemming van alle afzonderlijke medezeggenschapsraden van de, bij de Stichting Katholiek Onderwijs Riviersteden (SKOR) aangesloten scholen, is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad gevormd. De afzonderlijke medezeggenschapraden hebben tevens diverse bevoegdheden overgedragen aan de gmr in verband met beslissingen die betrekking hebben op zaken die op alle vijf de scholen van toepassing zijn. De zogenaamde bovenschoolse beslissingen. Schoolgids De Dijck
17
6 Ouders en school
6.1 Betrokkenheid van ouders Het kunnen realiseren van ons onderwijs en de zorg voor goed onderwijs staat of valt met de inbreng van ouders. Hulp, inzet, medeverantwoordelijkheid en zorg van u bij het meedenken, meebeslissen en meedoen op onze basisschool, bepalen in belangrijke mate mede de kwaliteit van het onderwijs op De Dijck. Daarom wordt uw actieve betrokkenheid bij de school niet alleen zeer gewaardeerd, maar ook onontbeerlijk geacht.
6.6 Hulpouders Natuurlijk kan niet iedereen zitting hebben in de medezeggenschapsraad, de ouderraad of de locale adviesgroep en wellicht voelt u zich hiertoe niet aangetrokken. Er zijn echter genoeg activiteiten waarbij uw hulp hard nodig is, zoals: • het verzorgen, bijhouden en het uitlenen van bibliotheekboeken; • het begeleiden van teams bij de diverse sporttoernooien; • het verzorgen en helpen bij allerlei festiviteiten; • assistentie verlenen bij het onderwijs; • klassenouderschap (het ondersteunen van leerkrachten bij excursies, het zoeken naar hulpouders, verzorgen van attenties voor langdurig zieke kinderen of leerkrachten etc.); • assistentie bij het overblijven.
6 Ouders en school
6.7 Gedrag op school en mogelijke maatregelen Wij verwachten van de kinderen sociaal gedrag, zodat elk kind zich op onze school veilig voelt en met een goed gevoel de dag kan doorbrengen. Daarnaast verwachten we respectvol gedrag naar leerkrachten en andere volwassenen. Ook vinden wij het vanzelfsprekend dat er zorgvuldig wordt omgegaan met het gebouw en de inventaris. Met de kinderen wordt regelmatig gesproken over wenselijk gedrag. Bij overtreding kan straf uitgedeeld worden. Bij zeer ongewenst gedrag (dit betreft fysiek geweld, provocerend taalgebruik e.d.) kan de directeur overgaan tot schorsing. Aan schorsing is altijd een waarschuwing vooraf gegaan, waarvan de ouders op de hoogte zijn gebracht. Schorsing komt dus nooit geheel onverwacht. Het kind mag bij schorsing gedurende een duidelijk vastgestelde periode niet in de school of in de omgeving van de school komen. De ouders worden hiervan mondeling en schriftelijk op de hoogte gebracht. Het kind ontvangt deze periode huiswerk, zodat er wel in onderwijs voorzien wordt. De ouders moeten in deze periode contact opnemen met de school met de intentie om tot een oplossing te komen. Bij herhaling van ongewenst gedrag kan een schorsing van langere duur volgen. Mocht dit ook niet tot gedragswijziging leiden, kan besloten worden tot verwijdering van de leerling, zoals vastgelegd in de Wet op Primair Onderwijs, artikel 40, lid 5. Het doel is het kind weer op het rechte spoor te krijgen, zodat de medeleerlingen zich veilig blijven voelen op school. De ouders van het betreffende kind worden volledig bij dit proces betrokken. Bij een kind met gedragsmoeilijkheden wordt in overleg met de ouders en het zorgteam van de school bepaald of het kind aan alle activiteiten kan deelnemen. Het kan in het belang van de veiligheid van het betreffende kind en/ of groep voorkomen dat het kind met gedragsmoeilijkheden aan sommige activiteiten niet kan deelnemen. De school neemt hierin de eindverantwoordelijkheid op zich. Zie voor specifiekere info hierover bijlage 1.
Schoolgids De Dijck
18
6 Ouders en school
6.5 Sponsoring De overheid draagt zorg voor voldoende middelen om onderwijs te geven; ouders dragen vrijwillig bij om extra activiteiten voor de leerlingen te kunnen organiseren. De school heeft en zoekt geen sponsors ter verbetering of uitbreiding van het onderwijs. Alleen voor specifieke doelen worden ouders en/of bedrijven verzocht een project te sponsoren. Als tegenprestatie worden de sponsors genoemd en bedankt in de lokale pers.
6.9 Klachtenregeling Heeft u klachten over de gang van zaken op school ga dan rechtstreeks naar de groepsleerkracht. Levert dat overleg naar uw mening te weinig op, dan kunt u het uiteraard hogerop zoeken bij de ib’er of directeur. Mocht het overleg met de hiervoor genoemde personen niet leiden tot een oplossing, dan kunt u zich wenden tot een van de contactpersonen van de school, zie www.dedijck.nl Hij of zij kan u nader informeren bij het nemen van verdere stappen. Klachten die gaan over (vermoedelijke) seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten tussen uw kind en een leerkracht of een ander kind, kunnen worden ingediend bij een vertrouwenspersoon. Bij een van de contactpersonen (zie www.dedijck.nl) kunt u de benodigde gegevens opvragen om met die vertrouwenspersoon in contact te komen. Ten slotte heeft u nog de mogelijkheid om een klacht in te Schoolgids De Dijck
6 Ouders en school
dienen bij de Landelijke, Bezwaren, Geschillen- en Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs Raamweg 2 2596 HL Den Haag, postbus 82324, 2508 EH Den Haag Telefoon: 070 – 392 55 08 / 070 – 345 70 97 E-mail:
[email protected] Website: www.geschillencies-klachtencies.nl De klacht moet worden ingediend binnen een jaar, gerekend vanaf de dag na die waarop de feiten waarop de klacht betrekking heeft, hebben plaatsgevonden, dan wel vanaf de dag waarop de klager ervan kennis heeft genomen. De klachtencommissie vormt zich een oordeel over de gegrondheid van de klacht en deelt dit oordeel, al dan niet vergezeld van aanbevelingen, schriftelijk mee aan de klager, degene over wie geklaagd is en het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag deelt de klager en de klachtencommissie binnen 4 weken na ontvangst van het oordeel schriftelijk mee of het bevoegd gezag het oordeel over de gegrondheid deelt of hij naar aanleiding van de klacht maatregelen zal nemen en zo ja welke. Als het bestuur niet binnen 4 weken kan reageren, meldt het bevoegd gezag dit aan de commissie en de klager met redenen omkleed onder vermelding van de termijn waarbinnen het bevoegd gezag haar standpunt bekend zal maken. Na behandeling van de klacht door de klachtencommissie kan de klager – als de klacht naar het oordeel van de klager niet zorgvuldig is afgehandeld – de inspectie inschakelen. De inspecteur onderzoekt of de juiste procedure in het afhandelen van de klacht is gevolgd en stelt u schriftelijk van de uitkomst van het onderzoek op de hoogte. Meestal gebeurt dat binnen enkele weken en maximaal binnen 6 weken na ontvangst van de klacht. Als de inspecteur van mening is dat door de onderwijsinstelling bepaalde maatregelen dienen te worden genomen, krijgt u daarover bericht. Het adres van de inspectie: Inspectie voor het basisonderwijs, Postbus 501 2700 AM Zoetermeer. 19
6 Ouders en school
6.8 Contact met ouders na scheiding Als ouders in een scheidingsprocedure zijn verwikkeld hebben beide ouders recht op informatie over belangrijke feiten en omstandigheden rond het kind in de tijd vóór de rechtbank uitspraak heeft gedaan. Ook na een scheiding behouden ouders allebei het recht op informatie over hun minderjarige kinderen. Indien maar aan één van de ouders het ouderlijk gezag is toegekend, dan is in de wet (artikel 1:337b BW) bepaald dat de ouder die met het gezag belast is, de verplichting heeft om de andere ouder op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen. Als er communicatieproblemen zijn tussen de ouders is een ander artikel uit de wet van belang (art. 1: 37c BW). Hierin is opgenomen dat derden (zoals de school) die beroepsmatig beschikken over informatie inzake feiten en omstandigheden, die het kind of diens verzorging betreffen, die informatie desgevraagd verstrekken aan de ouder die niet met het ouderlijk gezag belast is. De niet met het gezag belaste ouder moet er wel zelf nadrukkelijk om vragen.
6 Ouders en school
6 Ouders en school
6.10 De vertrouwensinspecteur Bij de vertrouwensinspecteurs kunt u terecht voor het melden van klachten over gebeurtenissen in het onderwijs op het gebied van: • seksuele intimidatie en seksueel misbruik; • lichamelijk geweld; • grove pesterijen. Vertrouwensinspecteurs adviseren over te nemen stappen en verlenen bijstand bij het zoeken naar oplossingen. Desgewenst begeleiden ze bij het indienen van een klacht of het doen van aangifte. De vertrouwensinspecteurs zijn tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer: 0900 – 1113111 Meer informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het PPSI, een expertisecentrum op het gebied van het bestrijden en voorkomen van (homo)seksuele intimidatie en seksueel misbruik in het onderwijs): www.ppsi.nl
Schoolgids De Dijck
20
Schoolgids De Dijck
7 Continurooster en opvang buiten schooltijd
7.2 Buitenschoolse Opvangregeling Stichting BOR is de afkorting van Buitenschoolse Opvang Regeling en bestaat uit een buitenschoolse opvang (De BOR) en een halvedagopvang voor peuters van 2 tot 4 jaar (De BORlekijn). De BOR biedt opvang vóór en na schooltijd. Ook in de schoolvakanties en als u af en toe een paar uurtjes opvang nodig heeft, kunnen uw kinderen bij de BOR terecht. De BOR heeft een eigen lokaal in basisschool De Dijck (Dennendal 147) met een dependance in basisschool de Parasol (Richard Hollaan 2) en een eigen lokaal in de Kardinaal Alfrinkschool (Dr. Jan Schoutenlaan 23, ingang burg. Wesselinkstraat). Wilt u meer weten en/of inschrijven, vul dan het aanvraagformulier in en ontvang vrijblijvend informatie en/of kijk op www.BOR-lekijn.nl.
21
7 Continurooster en opvang buiten schooltijd
7.1 Het overblijven op school Zoals bekend hebben we op De Dijck een continurooster, wat inhoudt dat de kinderen op school overblijven. Hierbij assisteren ouders onder leiding van een overblijfcoördinator de leerkrachten. De overblijfouders houden zich voornamelijk bezig met het surveilleren tijdens het buitenspelen. In de groepen 1-2 helpen de overblijfouders ook bij het eten. Wanneer een kind zich niet weet te gedragen, wordt dat gemeld aan de directeur of ib’er. Die spreken met het kind en de leerkracht en indien nodig met de ouders van het kind. De kosten voor het overblijven worden ieder jaar opnieuw vastgesteld. Aan de ouders vragen we vriendelijk te zorgen voor: een placemat of theedoek, welke als tafelkleedje dienst kan doen; brood in een trommeltje met daarop de naam van het kind; iets te drinken, eveneens voorzien van naam. Als uw kind graag tijdens de pauzes en lunch melk drinkt, kunt u zich voor het deelnemen aan de schoolmelkvoorziening aanmelden via een formulier dat bij de administratie van school verkrijgbaar is. Via internet www.schoolmelk.nl kan het ook! U kunt uw kind ook iets anders meegeven naar school om te drinken, maar geen koolzuurhoudende drankjes.
8 Activiteiten
8.1 Excursies Een van de vele taken van de ouderraad is onder andere het mee-organiseren en begeleiden van leerzame en plezierige activiteiten buiten de school. Vaak houden die excursies verband met een oriëntatie in de dagelijkse praktijk. We kunnen hierbij denken aan het bezoeken van een bakker, het postkantoor, de politie of het gemeentemuseum. Voor alle groepen wordt in de loop van het schooljaar iets georganiseerd. De hulp van ouders bij de begeleiding is onmisbaar voor het goed laten verlopen van deze excursies en de veiligheid van de kinderen. Om de vervoerskosten (en eventuele andere uitgaven) te dekken is het mogelijk dat aan de ouders een kleine financiële bijdrage wordt gevraagd. Wordt het vervoer met auto’s van ouders geregeld, dan is een inzittende/ingezetene verzekering verplicht. Het aantal passagiers wordt bepaald door het aantal veiligheidsgordels. Voor kinderen kleiner dan 1.35 m moeten er speciale kinderstoeltjes aanwezig zijn.
8.4 Sportdag Eens per jaar wordt voor alle kinderen van de school een sport- en speldag georganiseerd. Tijdens deze dag kunnen de kinderen zich spelend en sportief uiten. In het schoolleven neemt dit evenement een belangrijke plaats in. Om deze sportdag tot een succes te maken, hebben we op de dag zelf de hulp nodig van een groot aantal ouders. Evenals de deelname aan een sporttoernooi kan een sportdag alleen doorgang vinden als er voldoende begeleiding is.
8.5 Bibliotheek Lezen is erg belangrijk. Vandaar dat we op school een eigen bibliotheek hebben. Kort na de aanvang van het schooljaar kunnen de leerlingen van de groepen 1 t/m 7 op dinsdag om de veertien dagen een boek lenen. Omdat de groepen 8 zijn gehuisvest in een dependance, hebben zij de schoolbibliotheekboeken gewoon in de klas. Voor zoekgeraakte boeken of boeken die beschadigd zijn en daardoor onbruikbaar, moeten wij voor de aanschaf van een nieuw exemplaar de gemaakte kosten in rekening brengen.
8.2 Schoolreisjes Elk jaar gaan de kinderen van de groepen 3 t/m 8 aan het begin van het schooljaar een dagje uit. De kinderen van groep 8 gaan op het eind van het schooljaar tevens op een schoolkamp. Over het een en ander wordt u tijdig ingelicht. Voor de leerlingen van de groepen 1-2 worden aparte excursies geregeld.
8.6 Creamiddag Een- of tweemaal per jaar zijn de kinderen creatief bezig met niet alledaagse activiteiten. Ze werken dan in een klein groepje onder begeleiding van een ouder of een leerkracht. Het gaat om activiteiten die in klassenverband doorgaans moeilijk uit te voeren zijn: werken met hout of textiel, boetseren, origami etc. Het programma kan per jaar nogal verschillen, omdat het sterk afhangt van de inbreng van de helpende ouders.
8.3 Sporttoernooien In overleg met de ouderraad doet de school mee aan een aantal toernooien. Aan welke toernooien we meedoen, wordt jaarlijks bepaald en is mede afhankelijk van voldoende begeleiding.
8.7 Aulamiddagen Verscheidene malen per jaar houden we met alle kinderen een zogenaamde aulamiddag, al dan niet rond een bepaald thema. Op zo’n middag mogen de kinderen optreden, bijvoorbeeld dansen, toneelspelen, een muziekinstrument be-
Schoolgids De Dijck
22
8 Activiteiten
Voor het goed functioneren van een school is de hulp van ouders onontbeerlijk. Hieronder worden de diverse activiteiten nader toegelicht.
8 Activiteiten
8 Activiteiten
spelen, iemand imiteren etc. Het gaat die middag om een sociaal gebeuren, waarbij niet het leren, maar het creatief uiten centraal staat.
8.8 Andere expressie-activiteiten De school neemt ook deel aan het Cultuurmenu, een structureel activiteitenprogramma, waarin leerlingen van het basisonderwijs in Maassluis gedurende hun schooltijd met vaste regelmaat in aanraking komen met kunst en cultuur. Het aanbod is zo opgebouwd dat de leerlingen buiten de reguliere vakken op school met zoveel mogelijk cultuurdisciplines kennis maken. De uitvoerende cultuurorganisaties zorgen hierbij voor een goed afgestemd aanbod. De gemeente coördineert de uitvoering van het Cultuurmenu en ondersteunt het initiatief financieel.
Schoolgids De Dijck
23
Gebleken is dat de meeste kinderen via een gezinspolis verzekerd zijn voor wettelijke aansprakelijkheid. Is er sprake van een ongeval waaraan uw kind schuldig is en er is schade veroorzaakt aan een ander, dan bent u als ouder aansprakelijk voor alle schade welke voortvloeit uit het ongeval. Er moet echter wel duidelijk sprake zijn van schuld. Ontstaat er bijvoorbeeld schade aan kleding bij een spel, sport of stoeipartij waaraan beide partijen deelnemen, dan is er in veel gevallen van schuld van de ene partij aan de andere geen sprake. In zo’n geval zal de schade meestal niet door de verzekering vergoed worden. Onze school heeft een collectieve scholieren ongevallenverzekering afgesloten. U moet deze verzekering zien als een aanvulling op uw eigen ziektekostenverzekering (eigen risico, tandartskosten e.d.). Hierin is een uitkering opgenomen in geval van blijvende invaliditeit of overlijden. Deze verzekering is van toepassing tijdens de officiële schooluren, alsmede tijdens het gaan van huis naar school en omgekeerd gedurende ten hoogste één uur voor en één uur na het verlaten van de school. Ook bij het verblijf in sportzalen en op sportvelden geldt deze verzekering, mits men in schoolverband aan de activiteit meedoet en er voldoende toezicht door de school is georganiseerd. Als u een claim wilt indienen, kunt u op school een daarvoor bestemd formulier ontvangen. De premie voor deze verzekering wordt verrekend via de jaarlijks ouderbijdrage. Ook assisterende ouders zijn via deze collectieve ongevallenverzekering meeverzekerd.
Schoolgids De Dijck
9 Diversen
9.2 Toezicht op de speelplaats Op de grote speelplaats houden leerkrachten toezicht tijdens het speelkwartier en 10 minuten voordat de school begint. Aan de ouders doen we het dringende verzoek erop toe te zien dat hun kinderen niet meer dan 15 minuten voor schooltijd op school zijn. Eerder is er geen toezicht en is de school gesloten. Alle ingangen gaan open vanaf 08.35 uur.
9.3 Fietsenstalling Voor de fietsen van de kinderen die wat verder van school wonen is er een onoverdekte fietsenstalling. Wij kunnen geen verantwoordelijkheid nemen voor beschadiging aan of diefstal van fietsen.
9.4 Leerplicht In de maand nadat uw kind 5 jaar is geworden, is uw kind leerplichtig en moet het elke dag naar school. Uw kind mag maximaal tot en met haar/zijn dertiende jaar op de basisschool zitten. In bijzondere gevallen (bruiloft, jubileum, begrafenis) kan extra verlof worden gegeven door de directeur. In alle gevallen moet dit extra verlof schriftelijk worden aangevraagd. 24
9 Diversen
9.1 De ongevallenverzekering Kinderen kunnen betrokken raken bij ongevallen, bijvoorbeeld door sport, spel of verkeer. Gelukkig blijven de gevolgen vaak beperkt tot enkele schrammen of builen. Het kan echter ook ernstiger uitpakken.
9 Diversen
Om het kortdurende schoolverzuim van één of twee dagen voorafgaand en/of aansluitend aan de schoolvakanties verder terug te dringen zijn er door leerplicht Vlaardingen, Schiedam en Maassluis afspraken gemaakt met de Officier van Justitie te Rotterdam. Als een kind ziek gemeld wordt aansluitend of voorafgaand aan een van de schoolvakanties moet dit gecontroleerd worden door de school. Mocht niet duidelijk zijn of een kind daadwerkelijk ziek is, of er is niemand thuis aanwezig, dan moet er een melding gedaan worden bij de afdeling leerplicht. Afhankelijk van de reden van het verzuim zal door de leerplichtambtenaar een proces-verbaal worden opgemaakt en worden doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie. Voorts is het aan het Openbaar Ministerie om te beoordelen of het om verwijtbaar verzuim is gegaan of niet.
9.5 Ziekmelding en vervanging leerkracht bij ziekte Wij gaan ervan uit dat u bij afwezigheid van uw kind dit uiterlijk een kwartier voor schooltijd meldt. Als een kind afwezig is zonder melding wordt u gebeld. Elke school worstelt wel eens met het probleem van leerkrachten die door ziekte gedurende een bepaalde periode hun werk op school niet kunnen uitvoeren. Onmiddellijk na de ziekmelding gaat de schoolleiding aan de slag om vervanging te vinden. Helaas niet altijd met succes. Als onverwachts geen vervanging mogelijk is, kan een groep naar huis gestuurd worden. Als opvang thuis niet mogelijk is, wordt het kind in een andere groep opgevangen. Weten wij van tevoren dat er geen vervanger is, dan worden de ouders tijdig geïnformeerd.
Schoolgids De Dijck
9.6 Wendagen voor de jongste kleuters Alle kleuters kunnen een aantal keren in de kleutergroepen komen wennen aan hun toekomstige nieuwe schoolomgeving voordat ze 4 jaar worden en definitief de school gaan bezoeken. Het aantal dagdelen gaat in overleg met ouders/ verzorgers, met een maximum van 4 ochtenden en 1 hele dag. De leerkracht neemt contact op met de ouders/verzorgers om daar over afspraken te maken.
9.7 Vulpennen In groep 3 laten we de kinderen het liefst schrijven met een vulpen. Rond januari is het schrijfproces dusdanig gevorderd, dat de kinderen eraan toe zijn om met een vulpen te gaan schrijven. Deze pen is op school te koop bij de administratie.
9.8 Huiswerk Op onze school is het maken van huiswerk een onderdeel van het onderwijsprogramma. Bij jonge kinderen is er alleen sprake van ‘huiswerk’ in de vorm van het oefenen van de woorden of het automatiseren van de tafelsommen. Daarnaast krijgt een jonge leerling alleen huiswerk, indien hij/zij enige tijd ziek is geweest of achterop raakt door een te laag tempo of anderszins. Het geven van huiswerk aan deze leerlingen gebeurt in overleg met het kind en de ouders. In de groepen 5 en 6 krijgen de kinderen structureel maaken leerwerk als huiswerk. Ook krijgen zij te maken met spreekbeurten en toetsen van zaakvakken. In de groepen 7 en 8 krijgen de kinderen huiswerk dat onder meer bedoeld is om de overgang naar het vervolgonderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. Het gebruik van een agenda wordt dan ook gestimuleerd. Tijdens de jaarlijkse informatieavond kunt u hierover een toelichting verwachten.
25
9 Diversen
De verlofregeling kunt u terugvinden op de achterkant van het verzuimformulier, dat bij de administratie verkrijgbaar is en staat op www.dedijck.nl.
9 Diversen
9 Diversen
Hier wordt nog opgemerkt dat het huiswerk ook op de website staat en dat ernaar wordt gestreefd het huiswerk tussen de parallelgroepen (bijv. 7A en 7B) zoveel mogelijk gelijk te laten lopen. De praktijk wijst uit dat het volledig gelijk laten lopen van het programma en het huiswerk niet altijd lukt doordat omstandigheden hierin een rol kunnen spelen.
9.9 Jeugdtijdschriften Uw kind kan zich via de school abonneren op een educatief tijdschrift zoals bijv. Bobo, Okki, Taptoe, Hello You of National Geographic. Aan het begin of tijdens het schooljaar krijgt de leerling hierover een informatiefolder en inschrijfformulier mee naar huis.
9.10 Arbo en veiligheid Om de vier jaar wordt een risico inventarisatie afgenomen door de arbodienst om te controleren of de werk- en leeromstandigheden voor personeel en leerlingen aan de wettelijke eisen voldoen. De aandachtspunten die deze inventarisatie opleveren, worden uitgevoerd en bestuur en medezeggenschapsraad zien hierop toe. Iedere school heeft de plicht erop toe te zien dat er dagelijks voldoende opgeleide bedrijfshulpverleners aanwezig zijn. Eén personeelslid coördineert deze verantwoordelijkheid en draagt zorg dat de bedrijfshulpverleners opgeleid zijn en de herhalingscursussen volgen.
9.11 Calamiteitenplan Op onze school is een justitiair calamiteitenplan aanwezig. Dit plan beschrijft wie waar verantwoordelijk voor is en beschrijft alle handelingen die verricht moeten worden als er een calamiteit plaatsvindt. U kunt hierbij denken aan diefstal, beschadiging, geweld, enz. Op onze website staat de volledige tekst van dit calamiteitenplan, zodat u na kunt gaan wat u zelf moet doen en wat de verantwoording van school is. Schoolgids De Dijck
26
10 Het bestuur
10.2 Scholen binnen het bestuur De Stichting Katholiek Onderwijs Riviersteden bestuurt de volgende scholen: • Sint Leonardusschool, Reede 1, 3232 CR Brielle; • Hendrik Boogaardschool, Rode Kruislaan 3, 3223 MA Hellevoetsluis • De Sterrenwacht, Branding 47-49, 3224 GA Hellevoetsluis; • De Dijck, Dennendal 147, 3142 LC Maassluis; • Kardinaal Alfrinkschool, Dr. Jan Schoutenlaan 3, 3145 SX Maassluis. Voor meer informatie kunt kijken op www.s-k-o-r.nl Wilt u contact opnemen met het schoolbestuur dan kunt u schrijven naar: Stichting Katholiek Onderwijs Riviersteden Postbus 297 3140 AG Maassluis
10.3 Vragen over onderwijs Heeft u algemene vragen over het onderwijs dan kunt u bellen met de gratis informatie- en advieslijn voor ouders, 0800-5010. Deze informatielijn is tussen tien en drie uur beschikbaar voor een deskundig advies. U kunt tevens terecht op de website www.50tien.nl Op deze site staan al vele vragen en antwoorden gemeld.
Schoolgids De Dijck
27
10 Het bestuur
10.1 Het bestuur Onze school is één van de vijf scholen van Stichting Katholiek Onderwijs Riviersteden (SKOR). Het doel van de SKOR is het bevorderen van katholiek basisonderwijs in de gemeente Brielle, Hellevoetsluis en Maassluis. De SKOR heeft een algemeen bestuur en dit vrijwilligersbestuur vormt een bestuur op afstand. Onder het algemeen bestuur functioneert de algemeen directeur en de adjunct-algemeen directeur. Zij vormen samen het bovenschools management. Zij worden ondersteund door een ambtelijk medewerker en een secretaresse. De bovenschoolse directie stelt in samenwerking met alle directeuren het beleid rond onderwijs, personeel, kwaliteitszorg, financiën en huisvesting vast. Daarbij spelen ook externe partners als de gemeente, de onderwijsinspectie en het ministerie van onderwijs een rol. De scholen worden, onder eindverantwoordelijkheid van het bovenschools management, geleid door directeuren.
Bijlage 1
Beleid betreffende grensoverschrijdend gedrag
Inleiding Voor alle duidelijkheid naar leerkrachten, leerlingen en ouders toe volgen hieronder de afspraken die bepalen hoe het beleid van De Dijck is ten aanzien van grensoverschrijdend gedrag. Het gaat hier om het overtreden van de schoolregels, de groepsregels en om bedreigingen, het gebruik van schuttingtaal, pesten, niet luisteren naar aanwijzingen of vragen van overblijfouders of leerkrachten, weglopen, fysiek geweld.
Algemene schoolregels Regel 1 Als we er allemaal voor zorgen dat De Dijck een veilige school is, kan iedereen met plezier naar schoolgaan. -
Iedereen mag meespelen. Je hoeft niet met iedereen vriendjes te zijn, maar je kunt wel aardig doen. Wij behandelen elkaar zoals we zelf behandeld willen worden. Ik pest een ander niet. Als ik zie dat er gepest wordt, dan zeg ik het tegen de meester of juffrouw. Als ik tegen de juf of meester zeg dat een ander pest, dan is dat geen klikken. Lachen met elkaar is leuk, maar om elkaar lachen is echt niet grappig. Problemen probeer je op te lossen door te praten en te luisteren.
Regel 2 Ik kom op voor mezelf, maar ook voor een ander als dat nodig is. -
Als iemand pijn heeft of verdriet, probeer ik te helpen of te troosten. Ik zeg tegen een ander op te houden als ze iets doen wat ik vervelend vind of niet leuk.
Regel 3 We gaan respectvol met elkaar en andermans spullen om. -
We zijn allemaal anders en dat is juist zo leuk. Ook wij zijn kleine stenen in De Dijck, heel verschillend en toch gelijkwaardig! Zuinig zijn op eigen spullen en die van anderen.
Regel 4 Afspraak is afspraak -
Eerlijk zijn en op elkaar kunnen vertrouwen zijn heel belangrijk om je veilig te voelen. Als je in vrijheid met anderen afspraken maakt, dan houd je je aan die afspraak.
Procedure bij het zich niet houden aan regels en afspraken en in het geval er sprake is van grensoverschrijdend gedrag 1 Zie het protocol tegen pesten (www.dedijck.nl) en de acties die gelden volgen als er gepest wordt. Actie 1 (waarschuwingsfase) De groepsleerkracht bespreekt het incident met de betrokkenen, licht de ouders in en bepaalt indien nodig een straf. Bijv. binnenblijven tijdens de pauze(s), strafwerk schrijven en/of na school niet direct naar huis, maar pas nadat alle kinderen naar huis zijn gegaan. Van het pestincident wordt een aantekening gemaakt in de klassenmap (dossiervorming). Actie 2 (handelingsfase die verder gaat dan waarschuwen) Als voorgaande actie op niets uitloopt en de pester volhardt in zijn gedrag dan worden de ouders ingelicht en hun medewerking gevraagd. De pester wordt in vrije situaties geïsoleerd van het slachtoffer (bijv. binnenblijven tijdens de pauzes) en wordt verplicht een boek te lezen met als onderwerp pesten en moet van het boek een verslag maken. Daarna krijgt het desbetreffende kind nieuwe kansen om goed gedrag te laten zien. Het pestgedrag wordt bekend gemaakt bij alle leerkrachten en betrokken ouders. Alles wordt vastgelegd op een ‘analyseformulier pestgedrag’ (bijlage 1) en in het een dossier opgeslagen. Actie 3 (handelingsfase die verder gaat dan waarschuwen) Bij aanhoudend pestgedrag wordt met de ib’er overlegd en indien nodig deskundige hulp ingeschakeld, bijv. de schoolmaatschappelijke werkster, de schoolarts of een medewerker van de GGD. 2 Leerlingen worden eenmaal gewaarschuwd en gevraagd zich te gedragen zoals gewenst door de leerkracht, stagiaire of overblijfouder. 3 Na de waarschuwing volgt een logisch gevolg: de leerling mag niet meer deelnemen aan de speel- of leersituatie (time-out voor een bepaalde tijd). 4.1 Bij herhaling van het overtreden van grensoverschrijdend gedrag tijdens het overblijven wordt door de overblijfouder melding gemaakt bij de overblijfcoördinator en/of de intern begeleider. Zij maakt in de paarse map een aantekening. Er wordt door de leerkracht of intern begeleider contact opgenomen met de ouders en gemeld dat bij een volgende keer een officiële waarschuwing volgt en een sanctie (bijv. mag voor een week niet overblijven). Een leerkracht maakt een aantekening in het notitiesysteem van het Cito-LOVS en meldt het niet te accepteren gedrag bij de directeur. Hij zal contact
opnemen met de ouders en hen informeren dat bij een volgende keer een officiële waarschuwing volgt en een bijpassende sanctie te bepalen door de directeur in overleg met de leerkracht en/of intern begeleider. 4.2 Bij herhaling van grensoverschrijdend gedrag tijdens de les, kleine pauze mag een leerling niet meer deelnemen aan de speel- of leersituatie (time-out voor een bepaalde tijd). Zie verder bij punt 4.1. Een leerling van groep 8 op de dependance kan als de leerkracht dat nodig acht de ouders vragen hun kind op te halen en naar het hoofdgebouw te brengen, alwaar een leerling in een andere groep wordt geplaatst en aan het werk gezet. Het gedrag wordt gemeld bij de intern begeleider of de directeur, waarna er door de directeur een een officiële waarschuwing wordt gegeven die schriftelijk wordt vastgelegd en aan de ouders gegeven. Het kan ook zijn dat het grensoverschrijdend gedrag onmiddellijk tot gevolg heeft dat de leerling zowel op de dependance als op het hoofdgebouw voorlopig niet meer welkom is. In dat geval worden de ouders gevraagd hun kind op te halen en mee naar huis te nemen. In het geval ze daartoe niet in de gelegeheid zijn, zullen zij zelf zorg moeten dragen voor iemand die wel de leerling komt ophalen. In overleg met de ouders kan er ook voor worden gekozen de leerlingen zelfstandig naar huis te laten gaan. Alleen na een gesprek en te maken afspraken tussen leerling, leerkracht en intern begeleider of directeur mag de leerling om wie het gaat pas weer deelnemen aan de les. Indien dat gesprek niet heeft plaatsgevonden of niet heeft kunnen plaatsvinden, dient de leerling zich de volgende dag te melden bij de intern begeleider of de directeur. 5 Na grensoverschrijdend gedrag nadat al een officiële waarschuwing is gegeven, volgt schorsing voor bepaalde tijd na overleg met de algemeen directeur en de leerplichtambternaar van de gemeente Maassluis. 6 In het ergste geval (na schorsing) kan verwijdering het gevolg zijn. Ook dan is er overleg met het bestuur, algemene directie en leerplichtambtenaar.
Colofon Fotografie en lay-out: Creativio