SCHOOLGIDS NTC - LESLOCATIE ‘De
Kikkertjes’
P.O. & V.O. THESSALONIKI - GRIEKENLAND
2015 - 2016
Inhoud Woord vooraf Deel I: NTC-leslocatie 1. Algemene gegevens van de NTC-leslocatie 1.1 Ontstaan 1.2 Rechtsvorm 1.3 Situering en faciliteiten 2. Directie, personeel en ouders 2.1 Het bestuur 2.2 De leerkrachten / onderwijsassistenten 2.3 Ouders 3. Grondslag 3.1 Algemene doelstelling 3.2 Uitgangspunten 3.3 Aannamebeleid 4. Organisatie 4.1 Organisatie van de NTC-leslocatie 4.2 Grootte van de NTC-leslocatie 4.3 Groepsindeling 4.4 Begeleiding bij de overgang naar het voortgezet onderwijs in Nederland 4.5 De schoolbibliotheek 5. Financiën 5.1 Subsidie 5.2 Ouderbijdrage Deel II: Het onderwijs 6. Het onderwijs 6.1 Doelstellingen 6.1.1 Doelen taalonderwijs 6.1.2 Doel cultuuronderwijs 6.2 Leerstof en leerinhouden 6.2.1 Taalsituatie 1 en 2 6.2.2 Taalsituatie 3 6.2.3 Huiswerk 6.2.4 Gedifferentieerd lesgeven 6.3 De resultaten van het onderwijs 6.3.1 Leerlingvolgsysteem 6.3.2 Resultaten van het onderwijs 6.3.3 Speciale zorg 6.4 Voortgezet Onderwijs 6.5 Kwaliteitsverbetering van de NTC- leslocatie 6.5.1 Evaluatie schooljaar 2014-2015 6.5.2 Beleidsvoornemens voor het schooljaar 2015-2016 7. Klachtenprocedure 7.1 Introductie 7.2 Procedure 7.3 Klachtencommissie / vertrouwenspersoon. 7.4 Verzekering 8. Kalender 2015-2016 9. Schoolregels voor het schooljaar 2015-2016
Woord vooraf Wij presenteren u de nieuwe schoolgids van de Nederlandse Taal en Cultuur - leslocatie “De Kikkertjes” voor het schooljaar 2015-2016. Hiermee willen we u in de eerste plaats beter op de hoogte brengen van wat er op de NTC-leslocatie gaande is, zowel op het gebied van onderwijs als op het bestuurlijk vlak. Wij hopen dat u na het lezen van deze gids meer betrokken raakt bij het gebeuren op onze school. Dat u het belang en zeker ook het plezier inziet van een actieve interesse in en deelname aan alle facetten van de locatie: onderwijs, bestuur, bibliotheek, organisatie en verschillende "huishoudelijke" taken. We hebben geprobeerd u een overzicht te geven door een eenvoudige indeling te maken die het huidige functioneren van de NTC-leslocatie weergeeft. We blikken terug op wat er tot stand is gebracht of verwezenlijkt is en informeren u zo goed mogelijk over het programma voor dit schooljaar en de doelstelling van "De Kikkertjes". Aangezien er altijd ruimte is tot verbetering, aarzelt u niet om te reageren op deze schoolgids. Als u nog vragen heeft of als er iets niet duidelijk is, laat het ons weten, zodat wij kunnen zorgen dat de schoolgids zo informatief mogelijk blijft.
Namens het team van de NTC-leslocatie “De Kikkertjes”, Het bestuur.
Deel I: De NTC-leslocatie 1. Algemene gegevens van de NTC-leslocatie 1.1 Oprichting en naamgeving In 1993 is onder initiatief van een aantal ouders, waarvan hun kinderen inmiddels de lagere schoolleeftijd hadden bereikt, de NTC-leslocatie opgericht. De behoefte aan Nederlands taalonderwijs bleek voor meerdere ouders te bestaan, want sindsdien is het toenmalige beginnersgroepje van 4 leerlingen uitgebreid tot een school met wel 37 leerlingen, van kleutergroep tot Voortgezet Onderwijs. Door de jaren heen is de NTC-leslocatie behalve een onderwijsgevende instelling ook een ontmoetingsplaats geweest voor de kinderen waar ze dingen van zichzelf in elkaar herkennen. Iets wat ze bij andere kinderen op hun dagelijkse school missen. Ook is de locatie een trefpunt geweest voor de ouders. Tot slot heeft de locatie een ondersteunende en begeleidende rol gespeeld bij kinderen die voor een tijdelijke periode in Griekenland verbleven en waarvoor de drieënhalve uurtjes op zaterdag vaak een rustpunt waren in hun grote avontuur. NTC-leslocatie “DE KIKKERTJES” is zo genoemd, omdat het een naam is die de leerlingen het meest aansprak, maar ook omdat het zo echt Nederlands klinkt. 1.2 Structuur en Rechtsvorm Onze NTC-leslocatie is officieel door de Stichting NOB (Nederlands Onderwijs in het Buitenland) erkend en is onderworpen aan het toezicht van de Nederlandse onderwijsinspectie. Zo is de school verplicht bij de inspectie elke vier jaar een schoolplan ter goedkeuring in te dienen. Wat de rechtsvorm betreft is de NTC-leslocatie een officiële stichting naar Nederlands recht, met als naam “De Kikkertjes”. 1.3 Situering en faciliteiten Sinds september 2013 is de NTC-locatie gevestigd in het gebouw van het Frans Instituut van Thessaloniki, een school in het centrum van Thessaloniki. Het adres is: Leoforos Stratou 2a, 54 003 Thessaloniki, tel.: 2310 821 231. We hebben een pagina op facebook: Nederlandse School Thessaloniki Griekenland
2. Directie, personeel en ouders 2.1 Het bestuur Het bestuur wordt voor minimaal 3 jaar gekozen en is als volgt samengesteld: Voorzitter : Secretaris: Penningmeester:
Claudia Kooitje Mirjam Thoidis Cathy van der Ha
Wegens gebrek aan vrijwilligers is er dit jaar geen vertegenwoordiger van de ouders in het bestuur. Contactpersoon van het bestuur is Claudia Kooitje:
[email protected] Het bestuur vergadert één keer per maand op de NTC-leslocatie tijdens de lesuren. Ook uw vragen en wensen kunnen op deze vergadering aan de orde komen door contact op te nemen met één van de bestuursleden. 2.2 De leerkrachten / assistenten / Intern Begeleider / vrijwilligers Het onderwijs zal dit jaar verzorgd worden door: Intern Begeleider Christien Nolet
2de + 1 jaar coördinator/leerkracht
Leerkrachten
Dienstjaar op de NTC-leslocatie
Amanda Maasakkers Annet Raaijmakers Marianne Swart Mariëtta Den Bakker Monique Koster
3de + 1 jaar vrijwillig klassenassistente 15de + 4 invaljaren 7de 15de 6de
Leerkracht Volwassenenonderwijs Els Theys
3de + 6 onderwijsjaren PO
Bibliothecaresse + assistent Lieve De Paep
9de + 2 onderwijsjaren
Jorgos Kalfopoulos
1ste
Klassenassistenten Danai Passa
2de
Minja Kamenovic
9de
Myrsini Kalfopoulou
1ste
2.4
Ouders
Het belang van betrokkenheid van ouders: Het is van groot belang dat u interesse toont in de ontwikkeling van uw kind. U kunt als ouder een positieve bijdrage leveren aan de vooruitgang op school in het algemeen. De school kan niet zonder uw medewerking. Voor het welzijn en een succesvolle schooltijd van uw kind is samenwerking met de ouders een noodzaak. Wat verwacht de school van de ouders: ► dat de kinderen op tijd op school zijn, om 9.25 uur, zodat de lessen om 9.30 uur kunnen beginnen; ► dat u de leerkracht van uw kind tijdig op de hoogte brengt als hij/zij niet komt, eventueel later komt of eerder weg moet van school; ► dat u uw kind iedere kans geeft om zich gemakkelijk en ontspannen met de Nederlandse taal bezig te houden; ► dat u uw kind stimuleert bij het huiswerk maken; ► dat de kinderen ontbijten vóór zij naar school komen en dat u iets gezonds als pauzehapje meegeeft. Er is eventueel wel gelegenheid eten te kopen in de cafetaria van de school; ► dat u zorgt dat uw kind alle schoolspullen in zijn/haar tas bij zich heeft, inclusief voldoende schrijfgerei en dat speelgoed van thuis ook thuis blijft (in het bijzonder elektronische spullen); ► dat u vrijwillig meehelpt op school, vb. pleinwacht, kopiëren, voorlezen,… Activiteiten, waaronder de jaarlijkse uitstap naar één van de vele Griekse bezienswaardigheden, stimuleren de samenwerking tussen ouders en school. Tijdens deze uitstap leren de kinderen, hun ouders, de leerkrachten en de leden van het bestuur elkaar beter kennen over de klas- en schoolgrenzen heen, waardoor duidelijk een hechtere band ontstaat.
3. Grondslag 3.1 Algemene doelstelling Voor de NTC-leslocatie “De Kikkertjes” is de allereerste prioriteit het creëren van een goede sfeer, zodat de kinderen met plezier naar school komen. Met behulp van die goede sfeer en de verdere, onderstaande prioriteiten is het doel van de NTC-leslocatie om de onder punt 6.4 genoemde onderwijsdoelstellingen zo veel mogelijk te verwezenlijken.
3.2 Uitgangspunten De NTC-leslocatie “De Kikkertjes“ heeft de volgende uitgangspunten: 1
2
3
Alle kinderen van 4 tot en met 18 jaar komen in aanmerking voor de NTCleslocatie, stellend dat er sprake is van een hechte band met Nederland of België en op voorwaarde dat de Nederlandse taal een duidelijke plaats in de totale opvoeding heeft. Er moet in de dagelijkse thuissituatie voldoende aanbod zijn van de Nederlandse taal. Als leerlingen op latere leeftijd instromen – of indien er sprake is van een duidelijke taalachterstand- geldt een proefperiode van drie maanden om te zien of het kind kan aansluiten bij een van de bestaande lesgroepen. Iedere leerling krijgt onderwijs aangeboden dat aansluit bij zijn/haar eigen taalontwikkeling; er is ruimte en begeleiding voor individuele problematiek. Ieder kind krijgt zo de gelegenheid om de taal naar eigen kunnen en in eigen tempo te ontwikkelen (zie ook punt 6.2.4: gedifferentieerd lesgeven). De NTC-leslocatie gaat uit van gelijkwaardigheid van alle leerlingen en respect en begrip voor iedere geloofsovertuiging of levensbeschouwing.
3.3 Aannamebeleid De NTC-locatie is bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 18 jaar stellend dat er sprake is van een band met Nederland of België en op voorwaarde dat de Nederlandse taal een plaats in de totale opvoeding heeft. Aanmelding van nieuwe leerlingen vindt plaats middels een intakegesprek en bijbehorend intakeformulier. De ouders van nieuwe leerlingen worden uitgenodigd voor een gesprek waarin de school wordt vertegenwoordigd door de groepsleerkracht en de Intern Begeleider. Het gesprek heeft als doel een beeld te krijgen van de wensen en de verwachtingen van de ouders en eventueel het kind zelf. Indien het kind geen Nederlands verstaat en/of spreekt, wordt dit enkel aanvaard op voorwaarde dat het de lessen niet stoort en/of niet teveel energie van de leerkracht vraagt tijdens de les. Na groep 2 wordt er een taaltoets afgenomen. Het kind moet dan een zodanige woordenschat opgebouwd hebben dat het bepaalde instructies in het Nederlands kan volgen, vooral die instructies en woorden die gebruikt worden in de lessen voorbereidend lezen. Pas dan kan de leerling doorstromen naar groep 3. Voorwaarde voor het instromen op latere leeftijd is ten minste een passieve beheersing van de taal hebben en actieve hulp van de ouders (Nederlands spreken in de thuissituatie en (voor)lezen). De reden hiervoor is dat in de klassen leerlingen van veel verschillende leeftijden en niveaus samen les krijgen. Hierdoor is het niet mogelijk om een leerling die nog geen of nauwelijks Nederlands spreekt (Richting 3/ Nederlands als vreemde taal), toe te laten. Op basis van een toets en in overleg met de ouders wordt uiteindelijk, na 3 maanden meedraaien, besloten op welk niveau het kind Nederlands onderwijs zal krijgen en bij welke groep het kind kan aansluiten. De voortgang van het kind wordt tijdens de schoolperiode nauwkeurig gevolgd. Indien deze echter onverhoopt en structureel achter blijft, bezint de school zich samen met de ouders op mogelijke extra ondersteuning, het bevorderen dat meer
Nederlands in de thuissituatie wordt aangeboden of in het uiterste geval, het beëindigen van het volgen van de lessen. Principieel wordt gesteld dat gedurende het leerproces van de kinderen een actieve rol van de ouders een voorwaarde is. Aangezien de NTC-locatie een officiële Nederlandse school is, zijn de leerlingen leerplichtig en is een ongeoorloofde absentie dan ook onwettelijk. 4. Organisatie 4.1 Organisatie van de NTC-leslocatie Het NTC-onderwijs vindt plaats naast het dagonderwijs dat het kind al volgt. De lessen beginnen zaterdagochtend om 9.30u voor alle groepen. Ruim een kwartier van tevoren is het schoolgebouw geopend. De lessen eindigen om 13.00u. De ouders dienen de kinderen in de klas op te halen. Tot die tijd is er toezicht op de kinderen. Mochten uw kinderen later opgehaald worden, meldt u dit dan tijdig aan de leerkracht, zodat er een oplossing gevonden kan worden en er geen kinderen zonder toezicht achter hoeven te blijven. De leerkrachten houden een absentielijst bij, omdat de leerlingen leerplichtig zijn. In principe vallen de vakanties samen met de vakanties van de plaatselijke scholen, maar soms begint de NTC-leslocatie een les eerder of gaat een zaterdag langer door ter verhoging van het aantal lesuren. In dit geval worden de ouders tijdig door de leerkrachten geïnformeerd. Ouders en leerkrachten overleggen met elkaar in geval van vervroegd op vakantie gaan of verlate terugkomst van een leerling, zodat er huiswerk voor die periode gegeven kan worden. 4.2 Grootte van de NTC-leslocatie Functies
Aantal
Leerlingen Intern Begeleider Leerkrachten Klassenassistenten Vaste vrijwilligers* Invalkracht
39 1 5 2 1
*ouders , of anderen, die als hulp(ouder) ingezet kunnen worden bij alle werkzaamheden (lezen, helpen in de klas, bibliotheek, administratie, pleinwacht, enz.)
4.3 Groepsindeling Hieronder volgt de indeling van de groepen met het aantal leerlingen voor het schooljaar 2015-2016. Eventuele veranderingen zijn mogelijk.
Groepen
Aantal leerlingen
leerkracht/onderwijsassistent
PO 1 & 2 PO 3a* & b PO 4 & 5 PO 6 & 7 & 7+ VO 1, 2 , 3 & 4a
3&2 2&4 3&6 2&3&4 1&2&3&4
Marianne Swart Mariëtta Den Bakker Annet Raaijmakers Amanda Maasakkers Monique Koster
* Voorwaarde om over te gaan naar groep 3 is dat het kind ook op zijn/haar normale dagschool in groep 3 wordt geplaatst. ** Zie 6.2.2.
. 4.4 Begeleiding bij overgang van leerlingen naar het (voortgezet/secundair) onderwijs in Nederland of België. De onderstaande punten kunnen de ouders op weg helpen bij het maken van een keuze: ► ► ► ► ► ►
Gesprekken ter voorlichting en oriëntatie van de ouders en de leerling. Individueel schoolkeuzegesprek met de leerling. Resultaten van een toets. (CITO, Taalunie, Tak-toets, e.d.) Advies – beoordeling van de docent van de dagschool. Advies leerkracht NTC-leslocatie. Het overhandigen aan de ouders van het leerlingendossier, waarin een aantal van de bovenstaande onderdelen verzameld is, zoals: - De toetsresultaten - Ouder – leerkrachtgesprekken - Gesprekken met eventueel andere betrokkenen - Onderwijskundig rapport - Bewijs van uitschrijving
4.5 De schoolbibliotheek De NTC-locatie beschikt over een vrij uitgebreide bibliotheek met meer dan duizend Nederlandstalige boeken en ongeveer 180 dvd’s. Het materiaal is ofwel nieuw aangekocht ofwel tweedehands, d.w.z. verkregen via giften. De boeken en dvd’s zijn efficiënt gesorteerd per leesniveau en leeftijdscategorie in een speciaal daartoe voorziene bibliotheekkast. De leerlingen krijgen elke zaterdag de gelegenheid om boeken en/of dvd’s te lenen. Bij hun boekenkeuze worden ze bijgestaan door de bibliothecaresse die rekening houdt met het leesniveau van elk kind. Per kind wordt een persoonlijke leeskaart bijgehouden. Afgeschreven boeken worden op een eenvoudige boekenmarkt van de hand gedaan. Het verkregen bedrag wordt opnieuw geïnvesteerd in de bibliotheek, meestal voor de aanschaf van nieuwe exemplaren. In het schooljaar 2012-2013 is van start gegaan met een beperkte Nederlandstalige bibliotheek voor volwassenen.
De bibliothecaresse wordt voor het uitoefenen van haar taak regelmatig bijgestaan door een assistent/oud-leerling.
5. Financiën Omdat de subsidies uit Nederland wegens bezuinigingen verminderd zijn, draait de NTC-leslocatie bijna volledig op de ouderbijdrage, eventueel aangevuld door sponsoring. Deze ouderbijdrage bedraagt 315 € per kind per jaar. Bij 3e kind is er een korting van 50% Voor het schooljaar 2015-2016 wordt u verzocht elke eerste zaterdag van de maand uw bijdrage te voldoen aan de penningmeester, die daarvoor op school aanwezig is. Geeft u uw bijdrage alstublieft mee aan een van uw kinderen als u zelf niet in het schoolgebouw aanwezig kunt zijn. Het bestuur behoudt zich het recht voor om de leerling de toegang tot de les te ontzeggen indien niet tijdig (langer dan 3 maand) aan de betalingsverplichting wordt voldaan.
Deel II: Het onderwijs 6. Het onderwijs 6.1 Doelstellingen 6.1.1
Doelen Taalonderwijs Voortbouwend op de onder punt 3.1 en 3.2 genoemde algemene doelstelling en uitgangspunten van de school richten we ons op het toewerken naar de kerndoelen van het onderwijs zoals deze geformuleerd zijn door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor de deelvaardigheden van de Nederlandse taal. Het onderwijs in de Nederlandse taal is erop gericht dat de leerlingen: ►
► ►
vaardigheden ontwikkelen waarmee ze doelmatig gebruiken in situaties die zich voordoen; kennis en inzicht verwerven over betekenis, taal; plezier hebben en houden in het gebruiken taal.
de Nederlandse taal in het dagelijks leven gebruik en vorm van de en beschouwen van de
Opmerking: Het realiseren van deze doelen is geheel afhankelijk van de taalsituatie waarin de leerling zich bevindt. In het kort betekent dit dat in : taalsituatie 1, waar thuis twee Nederlandssprekende ouders zijn, de kerndoelen in zijn geheel worden nageleefd en dat aansluiting bij het Nederlands onderwijs mogelijk is; taalsituatie 2, waar thuis één ouder is die Nederlands spreekt, maar dan wel in voldoende mate, het onderwijs zoveel mogelijk gericht zal zijn op het bereiken van de kerndoelen. Dit zal echter in sommige gevallen losgelaten moeten worden (in overleg met de ouders) of moeten worden verschoven naar een later tijdstip; taalsituatie 3, waar thuis een minimaal Nederlands taalaanbod is, het accent ligt op het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van de mondelinge taalvaardigheid. In overleg met de ouders wordt bepaald wanneer en in welke mate de schriftelijke taalvaardigheid aan bod zal komen. . 6.1.2
Doel cultuuronderwijs De lessen Nederlandse cultuur beogen het in stand houden en versterken van de verbondenheid met de Nederlandse cultuur, om een succesvolle terugkeer naar Nederland te bevorderen en ter ondersteuning van en aanvulling op de Nederlandse taallessen. In de lessen wordt, daar waar mogelijk, een relatie gelegd met de cultuur van het land van verblijf. Daar waar Vlaamse kinderen deel uitmaken van de groep zal ook hun cultuur onderdeel van de lessen zijn.
Ter ondersteuning van het bovenstaande doel worden verschillende Nederlandse feesten (Sinterklaas, carnaval en Koningsdag) ieder jaar in de Nederlandse sfeer gevierd. Ook andere buitenschoolse activiteiten krijgen bewust een Nederlands karakter (bijvoorbeeld de paaspicknick). 6.2 Leerstof en leerinhouden – Primair Onderwijs 6.2.1 Taalsituatie 1 en 2 (zie 6.1.1 bij opmerking e.v.) Groep 1 en 2 Methode
Hulpmiddelen
Ik & Ko
Aanvullend speel- en leermateriaal
In 2010 is er gekozen voor de methode Ik & Ko omdat het een speciale taalmethode is voor gebruik in meertalige groepen 1 en 2 van het basisonderwijs. Er wordt gewerkt aan een basiswoordenschat van ongeveer 1500 woorden, uitdrukkingen en (reken)begrippen. De activiteiten zijn erop gericht dat kinderen concrete ervaringen opdoen en dat ook de minder taalvaardige kinderen op een voor hen zinvolle manier met taal bezig kunnen zijn. Een zeer belangrijke figuur in de methode is Ko, de pop. Ko fungeert als intermediair tussen leerkracht en leerlingen. Ko lokt interactie uit met de kinderen op een voor hen veilige en prettige manier. In de praktijk blijkt namelijk dat kinderen eerder hun ideeën, fantasieën, gedachten en gevoelens uiten bij iemand met wie zij zich kunnen identificeren dan bij een volwassene, die bedreigend kan overkomen. Door middel van velerlei activiteiten, binnen het kader van achttien thema’s (die in twee jaar aan de orde komen), wordt gewerkt aan zowel de ontwikkeling van de mondelinge taalvaardigheid als aan de beginnende geletterdheid en taalbeschouwing (inclusief lees- en schrijfvoorwaarden). De nadruk ligt op de mondelinge vaardigheden: gespreksvaardigheid, begrijpend luisteren, interactie, informatie geven en gebruik van middelen. De activiteiten die in de thema’s aan bod komen zijn onder meer: spel, ontdekken, expressie, prentenboeken, knutselen en kringactiviteiten. De activiteiten worden deels in de grote groep en wanneer nodig in kleinere groepjes gedaan. Aangezien de methode bedoeld is voor normaal dagonderwijs, zal in de drie uur per week niet alles zo uitgebreid aan bod kunnen komen en worden er keuzes gemaakt welke activiteiten gedaan zullen worden. Het is daarom ook van het grootste belang dat de ouders thuis met hun kinderen inspelen op het thema. Een grote ondersteuning zijn: het voorlezen, Nederlandse filmpjes bekijken en spelletjes spelen in het Nederlands op de pc en natuurlijk veel Nederlands spreken.
Elk thema neemt 3 tot 4 weken in beslag. Na elke les wordt er per e-mail door de leerkracht verslag gedaan van de gedane activiteiten en eventueel alvast wat voorbereidends verteld over de volgende les. Groep 3a Methode Lijn 3
Hulpmiddelen Veilig leren lezen De ontdekset Audiovisuele materialen
De leerlingen van deze groep zijn op een dagschool net of al langer begonnen met het leren lezen en schrijven van een taal. Meestal is dit de Griekse taal. Om verwarring tussen de twee talen te voorkomen wordt niet tegelijkertijd met lezen en schrijven begonnen. Tot aan de kerstvakantie gaan de kinderen door met het opbouwen van hun woordenschat. Na de kerstvakantie wordt er begonnen met de methode Lijn 3, die door de NOB speciaal is aangepast op het NTConderwijs. Deze methode gaat uit van interactief, constructivistisch taalonderwijs. Het onderwijspakket beschikt over een breed scala aan materialen. Alle aspecten van taalonderwijs komen aan bod (luisteren, technisch lezen, begrijpend lezen, schrijven-stellen, spellen, woordenschat, taalbeschouwing en leesmotivatie. Speciale aandacht krijgen die letters of combinatie van letters, waarvan de klanken moeilijk te onderscheiden zijn, omdat ze in het Grieks niet voorkomen. Ook probeert de leerkracht het zelfstandig werken bij de kinderen te stimuleren, door verschillende routines te introduceren en door het creëren van een interactieve leersituatie. Groep 3b Methode Lijn 3
Hulpmiddelen Veilig leren lezen Woordkasteel Diverse andere software
In deze groep wordt doorgegaan met de methode Lijn. De kinderen leren tot de kerst de rest van de letters en tweetekenklanken. Na de kerst wordt deze kennis verder ingeoefend. De leesteksten worden moeilijker/complexer, de twee- en drielettergrepige woorden krijgen een plaats en er wordt een begin gemaakt met het onderwijzen van de eerste spellingregels. Taalbeschouwing gaat een grotere plaats innemen, zodat de kinderen het jaar daarop met Taalactief aan het werk kunnen.
Groep 4 t/m 8 Methode Taalactief 4 t/m 8 Taalactief Spelling 4 t/m 8
Hulpmiddelen Nieuwsbegrip Woordkasteel Audiovisuele materialen NederLAND IN ZICHT
De kinderen hebben leren lezen en schrijven dus nu is het tijd om actief met de taal aan de slag te gaan. De methode werkt met thema’s en elk jaar is er een herhaling van spellingregels, taalbeschouwing en woordenschat. Ook voor deze methode geldt dat de NOB de methode met modules heeft aangepast voor het NTC-onderwijs. Het vraagt om actieve medewerking van de kinderen zelf, maar ook van de ouders. Nieuwsbegrip wordt ingezet vanaf groep 4. Dit leermateriaal omvat alle taaldomeinen en is opgebouwd rond actuele onderwerpen uit de Nederlandse samenleving, die nauw verbonden zijn met de Nederlandse cultuur. De kinderen moeten ook regelmatig een leestafelopdracht doen die varieert van het lezen van een hoofdstuk (groep 5) tot het samenvatten van een boek (vanaf groep 7). Ter bevordering van de actieve taalbeheersing staat vanaf groep 5 het maken van één of meerdere spreekbeurten op het programma. Leseenheden taal: Na de introductie van het thema volgen de oefeningen/opdrachten uit het taalboek. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende onderdelen: 1. Luistervaardigheid – Spreekvaardigheid – Gespreksvaardigheid 2. Stellen (schrijven) – Leesvaardigheid 3. Taalbeschouwing (is het aspect van taal dat de leerlingen in staat stelt om te reflecteren op taal, dit door kritisch te luisteren en kijken, te interpreteren en te verklaren.) Leseenheden spelling: Alle behandelde spellingmoeilijkheden worden bijgehouden in een registratiesysteem. Bepaalde hardnekkige spellingfouten kunnen zo tijdig worden herkend en extra worden ingeoefend (zie punt 6.2.4: gedifferentieerd lesgeven). 6.2.2
Taalsituatie 3 De kinderen van T3 worden zonodig op de locatie apart begeleid zodat ze zich op eigen niveau en in eigen tempo de Nederlandse taal eigen kunnen maken. Doel blijft echter altijd deze kinderen, indien mogelijk, te integreren in het reguliere onderwijsprogramma voor T1 en T2. De mate waarin thuis Nederlands wordt gesproken is hierbij een belangrijke factor.
6.2.3
Huiswerk De leerlingen vanaf groep 3a krijgen iedere week huiswerk mee naar huis (zie huiswerkformulier), wat in de eerste plaats de beperkte lestijd uitbreidt. Bovendien betekent dit dat de leerling zelf tenminste één moment van de week extra, actief met de Nederlandse taal bezig is. Het is aan te bevelen van dit moment een vast Nederlandstalig uurtje of misschien wel avond te maken waar ouders gericht de taalontwikkeling van hun kinderen begeleiden.
6.2.4 Zelfstandig werken De kinderen zijn ingedeeld naar leeftijd in combinatiegroepen. Dit betekent dat er in ėėn groep verschillende niveaus bestaan wat betreft gesproken en geschreven Nederlands. Dit maakt het lastig voor de leerkracht klassikaal les te geven, dus aan de gehele groep tegelijkertijd. Er wordt gestreefd naar “onderwijs op maat”, want elk kind verdient het onderwijs waar het op dit moment van de schoolloopbaan aan toe is. Dat betekent dat de leerkracht vaak individueel met een kind zal werken of met een klein groepje. De stof die zo “op maat” aangeboden wordt en de gegeven opdrachten zullen dan een uitdaging zijn voor het kind om door te gaan en een hoger niveau te bereiken. Om dit soort onderwijs mogelijk te maken is het nodig dat de kinderen leren een bepaalde taak zelfstandig uit te voeren, alleen of in een klein groepje, zonder de leerkracht te storen. Om deze reden zijn de leerkrachten vorig schooljaar begonnen met een reeks bijeenkomsten om het project Zelfstandig Werken voor te bereiden. Deze werkwijze was ook voor de meeste leerkrachten nieuw. Na overleg is er een Plan van Aanpak opgesteld om de nieuwe vaardigheden ook aan de kinderen aan te leren. Na de Paasvakantie is het project van start gegaan en het beviel de kinderen goed. Het resultaat was verrassend. Dit schooljaar zal weer in elke groep geoefend worden met het Zelfstandig Werken. Omdat het Zelfstandig Werken in de hele school op dezelfde manier is ingevoerd, zal een kind in elke groep dezelfde regels en hulpmiddelen tegenkomen en zich zo op zijn gemak voelen. Als u nog vragen heeft of over dit onderwerp wilt doorpraten, aarzel niet contact op te nemen met de intern begeleider, Christien Nolet. 6.3. De resultaten van het onderwijs 6.3.1 Leerlingvolgsysteem De resultaten van het onderwijs worden verzameld met behulp van observatie, methodegebonden toetsen en met een methode onafhankelijk leerlingvolgsysteem bestaande uit delen van het CITOleerlingvolgsysteem. Deze onafhankelijke toetsen worden jaarlijks afgenomen: Begrijpend Lezen en Spelling van de CITO-toets en bij de kinderen van groep 3 de AVI- toets. Van iedere leerling bestaat een leerlingdossier, waarin alle gegevens van de leerling worden bijgehouden: het intakegesprek met gegevens over de thuissituatie m.b.t. de Nederlandse taal, de individuele gesprekken tijdens
de ouderdagen, alle toetsen, kopieën van de rapporten. De dossiers zijn eigendom van de school maar kunnen te allen tijde voor inzage worden opgevraagd. De toetsresultaten worden ook vastgelegd in het NTC School Administratie programma, een digitaal programma dat de school via de stichting NOB heeft aangekocht. Er wordt twee keer per jaar een oudergesprek gehouden waarin de vorderingen van de leerling met de ouders worden besproken. Op het einde van het schooljaar wordt ook een rapport meegegeven. Toetsenkalender: Groep 3a en b
6.3.2
AVI-toets
CITO toets
tot december
januari/juni
Groep 4
januari/juni
Groep 5
januari/juni
Groep 7
januari/juni
Resultaten van het onderwijs De individuele prestaties van de kinderen worden digitaal bijgehouden met het NTC School Administratie programma. Deze resultaten zijn door de ouders op te vragen bij de betreffende leerkracht. De resultaten van de school kunnen op aanvraag worden verstrekt.
6.3.3 Speciale zorg Als direct gevolg van het bijgehouden registratiesysteem kunnen de leerkrachten tijdig eventuele problemen constateren en kan een handelingsplan worden gemaakt. Een handelingsplan bestrijkt meestal een periode van 6 weken, waarin het kind een aangepast programma volgt en extra oefenmateriaal krijgt aangeboden. Na afloop van deze periode wordt het kind opnieuw getoetst. De ouders worden altijd nauw betrokken bij het aanbieden van speciale zorg. 6.4 Voortgezet Onderwijs 1. Leerstof Het VO bestaat dit schooljaar uit vier groepen VO1, VO2, VO3 en VO4. Deze groepen bestaan ook nog eens uit leerlingen met een verschillend taal- en leeftijdsniveau. Het leerstofpakket is zodanig aangepast dat het toelaat te differentiëren en de vorderingen van elke leerling of leerlingengroepje te volgen. Als basis wordt uitgegaan van de leerinhouden van Op Nieuw Niveau 1, 2, 3 en Op Niveau vwo/havo (Informatieboek). Aanvullend op de geselecteerde teksten, oefeningen en grammaticale schema’s uit de methode maakt de leerkracht verder gebruik van Nieuwsbegrip en stelt, afhankelijk van de groep, zelf een pakket samen van reële of licht bewerkte teksten uit kranten, tijdschriften, enz. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van korte films, documentaires, van het internet gedownloade radioprogramma’s, enz. om de leerlingen niet alleen de Nederlandse taal, maar ook de Nederlandse/Vlaamse cultuur eigen te maken. Een belangrijk onderdeel van de leerstof bestaat ook uit het oefenen met proefexamens van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal, die te vinden
zijn in de toetsenbank van de betreffende website. Op grond van de observaties van de docent worden aangepaste individuele opdrachten en groepsopdrachten samengesteld en uitgevoerd in de klas of thuis. Een doelstelling is de leerlingen aan te zetten om zo zelfstandig mogelijk te werken en hun interesse voor de taal te verruimen door aan de hand van nieuwe “ervaringen” hun reeds vergaarde kennis verder op te bouwen.Taal wordt bestudeerd in een ruimer filologisch kader, waardoor de leerling meer inzicht gaat krijgen in de onderliggende structuur van de taal en het hele taalgebeuren gaat “begrijpen”. Zo leren de leerlingen technieken aan die hen in staat stellen de taal te hanteren wanneer ze voor moeilijkere uitdagingen staan (vb. problemen met begrip, spelling, structureren van gedachten, verwerken van informatie, examens). 2. Beoordeling De mondelinge en schriftelijke opdrachten dienen in de eerste plaats om zich de taal op een praktische manier eigen te maken. Onder de taken horen ook een bepaald aantal boek- of filmbesprekingen en presentaties. Hiernaast maken de groepen VO3 en VO4 een werkstuk dat bestaat uit de gestructureerde en kritische behandeling van een actueel thema. Dit werkstuk zal zowel schriftelijk als mondeling gepresenteerd worden. De opdrachten worden zo beoordeeld(*) dat zowel de leerling als de docent de zwakkere punten meteen kunnen ontdekken en hierop kunnen inspelen. Bij de algemene beoordeling van de leerlingen telt ook de ontwikkeling en de vooruitgang mee die elke leerling op zijn voorgaand niveau geboekt heeft. Elke leerling wordt dus beoordeeld op grond van de observaties van de docent, de uitslagen van de toetsen en het geheel van zijn werk. Deze resultaten zijn te volgen in het leerlingenrapport en de leerlingenverslagen die twee maal per jaar worden opgesteld en die respectievelijk tijdens de oudergesprekken aan de ouders worden meegegeven en besproken. (*) Het beoordelingsmodel van elke leerling is ten dele gebaseerd op de beoordelinsprofielen van het CNaVT en wordt aangevuld met extra evaluatiecriteria, naargelang het soort taak. In het onderstaande schema ziet u een voorbeeld van een model dat wordt gebruikt voor schriftelijke taken.
Inhoud Taal
Thema
Heeft de leerling de vragen goed beantwoord/het thema adequaat behandeld?
Originaliteit
Toont de leerling originaliteit in aanpak en ideeën?
Structuur
Is de tekst, op inhoudelijk vlak, goed gestructureerd?
Woordenschat
Is de woordenschat uitgebreid of eerder beperkt? Origineel?
Grammatica
Past de student de grammaticale regels (overwegend) correct toe? (zinsconstructie, verbuigingen, werkwoordsvormen, …)
Spelling
Past de student de spellingregels (overwegend) correct toe?
Structuur
Is de tekst, op grammaticaal vlak, goed gestructureerd? Is er gebruik gemaakt van signaalwoorden, paragrafen, …?
Stijl
Is de tekst in zijn geheel stilistisch mooi geschreven (klinkt het goed)?
Algemene en specifieke opmerkingen
Welke zijn de sterkste en zwakste punten om te onthouden na beoordeling van deze taak? (Waar moet eventueel extra aan gewerkt worden?)
2. Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem wordt als volgt samengesteld: 1 algemene map per klas en 1 map per leerling. In de algemene groepsmap houdt de docent het klassenboek bij, de leerstof behandeld in de klas en de tabellen van alle, door de leerlingen gemaakte taken en toetsen per groep en per niveau met de behaalde scores per criterium (analytische beoordeling). In de leerlingenmap komt het rapport, gevolgd door de leerlingenverslagen (gebaseerd op de scores en de observatie van de geboekte vooruitgang van de leerling) en een lijst met de omschrijving van de geëvalueerde taken voor de twee semesters. Dit leerlingvolgsysteem geeft de school beter inzicht m.b.t. het niveau van de leerlingen en de gemaakte vorderingen, zowel van de leerlingen individueel als van de groep. 3. Certificaten Sinds 2001 kunnen de leerlingen van de NTC-locatie deelnemen aan het examen voor het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT), dat momenteel (sinds augustus 2014) geleid en uitgevoerd wordt door het Centrum voor Taal en Onderwijs van de Katholieke Universiteit Leuven. De leerlingen kunnen zich vanaf groep VO1 voor deze examens inschrijven. De NTC-locatie organiseert de examens voor het CNaVT jaarlijks. In het jaar dat de leerlingen zich inschrijven voor de examens, worden ze door de docenten hierop voorbereid. Daarbij wordt onder andere gebruik gemaakt van voorbeeldexamens uit de toetsenbank, aangeboden door het CNaVT. De docenten en ouders overleggen onderling en bepalen uiteindelijk welk profiel van het certificaat voor elke leerling geschikt is. Dit schooljaar zal een extra leerkracht ingezet worden tijdens de tweewekelijkse voorbereiding op de examens zodat elke groep leerlingen afzonderlijk op zijn eigen specifiek niveau de nodige aandacht krijgt.
Tot en met 2015 werden de volgende resultaten geboekt: Aantal leerlingen geslaagd voor het examen CNaVT per Profiel en per groep Groep 8
VO 1
2001-2002
4 Elementaire Kennis
6 Basiskennis
2002-2003
4 PTIT
4 PMT
2003-2004
5 PTIT
4 PMT
2004-2005
1 PTIT
5 PTIT
2005-2006
3 PTIT
1 PTIT
2007-2008
4 PTIT
VO 2
VO 3
4 PAT 5 PMT
4 PAT
2 PTHO 4 PTHO
2008-2009 2009-2010
2010-2011
2 PTIT
2011-2012
1 PTIT
2 PTHO
2 PAT
1 PMT
2 PTHO
1 PMT
1 PTHO
2012-2013
2 PTIT
3 PMT
2013-2014
3 PTIT
2 PMT
2014-2015
VO 4
4 PTIT
2 PMT
1PAT 3 STRT
Voor meer informatie (en ook voorbeeldexamens) zie www.cnavt.org of contacteer één van de docenten. 4. Doorstroming naar Nederland en België Van de leerlingen die het VO op onze school doorlopen hebben, zet het merendeel zijn studies voort in het Hoger Onderwijs of Universitair Onderwijs in Nederland of België. Naargelang de onderwijsinstelling wordt er naast het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal PTHO of PAT, ter plaatse al dan niet een bijkomend taalexamen gevraagd om de studies te mogen aanvatten. Deze taalproeven zijn over het algemeen van een lagere moeilijkheidsgraad dan het profiel PAT van het examen CNaVT. Al onze oudleerlingen hebben deze bijkomde proeven met succes afgelegd. De gekozen studierichtingen van onze oudleerlingen variëren van International Tourist Management tot Psychologie, Rechten en Geneeskunde.
6.5 Kwaliteitsverbetering van de NTC-leslocatie 6.5.1 Evaluatie schooljaar 2014-2015. In het kader van het streven naar verdere professionalisering van ons onderwijs zijn de volgende punten uitgevoerd: ► ►
► ► ►
►
6.5.2
Professionalisering van het personeel door cofinanciering van DigiPabo. De opgezette leeslijn met leeshalfuurtje en de aangeschafte boekjes op verschillende AVI-niveaus, afgestemd op de belevingswereld van kinderen in een bepaalde groep heeft een vaste plaats gekregen in ons onderwijs. Invoering van Zelfstanding werken onder de leerlingen (zie punt 6.2.4) Themalessen en/of een korte activiteit op cultuurdagen behouden, om de lestijd te vergroten en extra werk en kosten te besparen. Voortzetten van klasoverstijgend lesgeven, waarbij oudere leerlingen in andere groepen jongere leerlingen bijstaan in het leerproces. Vervanging van de studiedagen door een in de teamvergadering geïntegreerd onderdeel (bvb. voor uitwisseling van informatie en leerlingenoverdracht, het aanleren en uitvoeren van intervisiesessies), of door aparte bijeenkomsten voor leerkrachten op vrije dagen (bvb. voor het aanleren van “braingym”, het via motorische bewegingen stimuleren van leervaardigheden bij leerlingen)
Beleidsvoornemens voor het schooljaar 2015-2016: ► ► ► ► ► ► ►
Aanschaf nieuwe leermethode voor groep 3a en 3b: Lijn 3 Zelfstandig Werken uitbreiden. Uitbreiden van de bibliotheek. Voortzetten van klasoverstijgend project. Huiswerkmanagement VO aan de hand van vaste kalender met geplande toetsen, boekverslagen en spreekbeurten. Controle van leerlingendossiers gecentraliseerd onder één bevoegd persoon. Vanaf januari, tweewekelijkse splitsing van de grote VO groep met extra leerkracht voor de efficiëntere voorbereiding van de examens CnaVT.
7. Klachtenprocedure 7.1 Introductie Zoals ook op Nederlandse scholen, geldt voor de bij de Stichting NOB aangesloten NTC-leslocaties een verplichting om een klachtenregeling te hebben. Ouders en leerlingen kunnen klachten indienen over gedragingen beslissingen van het schoolbestuur, de directie en het personeel.
en
Uitgangspunt is dat de meeste klachten in onderling overleg worden afgehandeld. Alleen als dit niet mogelijk is kan er een beroep worden gedaan op de klachtenregeling. De bedoeling is dat de regeling een bijdrage levert aan de kwaliteit van het onderwijs. 7.2
Procedure Met behulp van richtlijnen van het NOB gebruiken we een zogenaamde getrapte aanspreekbaarheid c.q. bemoeienis bij klachten van ouders over bijvoorbeeld het lesgeven van een leerkracht. stap 1
De ouders nemen de klacht rechtstreeks op met de onderwijsgevende.
stap 2
Vinden de ouders en/of de onderwijsgevende geen bevredigende oplossing voor het probleem, dan wordt de directeur (hoofd van de NTC-leslocatie) ingeschakeld; dat kan al in de eerste fase, maar dan slechts met instemming van één van beide partijen.
stap 3
Indien ook na overleg met de directeur de kwestie niet bevredigend kan worden opgelost, dan wordt de zaak voorgelegd aan het schoolbestuur. Deze zal in voortdurend overleg met de directeur de kwestie bezien en hopelijk tot een oplossing kunnen brengen.
Als na al het bovengenoemde onderlinge overleg de klacht door zijn aard nog niet of niet naar tevredenheid is afgehandeld, dan wordt een beroep gedaan op de "Klachtenregeling Nederlands onderwijs in het Buitenland", waarvan een exemplaar ter inzage op de NTC-leslocatie aanwezig is. Meldpunt vertrouwensinspecteur: tussen 08.00 en 17.00 uur Nederlandse tijd tel.nr. : 0031 76 5244477, waarna men wordt doorgeschakeld. 7.3 Klachtencommissie Er is door de NTC-leslocatie een klachtencommissie samengesteld die het bestuur van advies kan dienen. Conform artikel 8 lid 2, bestaat deze commissie uit drie personen waarvan er ten hoogste één zittend bestuurslid mag zijn -mits deze niet persoonlijk betrokken is bij de ingediende klacht- en maken de twee overige leden geen deel uit van de schoolgemeenschap. Van de laatste twee leden is er één voorzitter. De klachtencommissie bestaat dit schooljaar uit: Dorothee Mesander, Carine Vloemans en Ira Emanuel. De betreffende telefoonnummers zijn op school opvraagbaar.
7.4 Verzekering Voor alle bij de school betrokken personen (leerlingen, leerkrachten, hulpkrachten etc.) geldt een W.A. verzekering die door de NOB voor alle scholen in het buitenland is afgesloten. 8. Kalender 2015-2016 (datums onder voorbehoud) 12 september 2015: Eerste schooldag (9.30 ontvangst van de ouders in de aula) 5 december 2015: Sinterklaasviering op boot (haven) (van 10.00-12.30) 19 december 2015: Laatste lesdag (Kerstthema) (start Kerstvakantie) 09 januari 2016: Begin school in het nieuwe jaar: Driekoningenviering 17 en 24 januari 2015: afname Cito-toetsen 30 januari 2016: Oudergesprekken en rapportenuitreiking PO-VO (vanaf 9.15) 12 maart 2016: Carnavalviering 23 april 2016: Laatste lesdag voor de paasvakantie (Paasthema) 30 april en 7 mei 2016: Paasvakantie 7 mei OF 21 mei 2016: Examens CNaVT voor VO 14 mei 2016: Schooluitstapje 11 juni 2016: Rapporten en oudergesprekken (vanaf 9.15) 18 juni 2016: Afsluiting schooljaar in Platanakia (Panorama)
9. Schoolregels voor het schooljaar 2015-2016 ► ► ► ► ►
Docenten en klassenassistenten zijn een kwartier van tevoren aanwezig. De les begint om 9.30, ook als een deel van de kinderen nog niet aanwezig is. Tijdens de les mogen de kinderen naar de WC als het dringend is. De leerlingen spreken de leerkrachten met de voornaam aan, bijvoorbeeld juf Annet. De leerlingen gaan tijdens de pauze allemaal naar buiten, behalve als er toezicht is in de lokalen. Op het schoolplein mag er niet met de bal gespeeld worden en aan de leerkrachten en ouders wordt gevraagd om niet op het schoolplein te roken tijdens de pauze. ► Na de les controleert de leerkracht met zijn leerlingen zijn/haar lokaal. ► Huiswerk wordt ingevuld op het huiswerkformulier. Bij de kleintjes worden de ouders via e-mail op de hoogte gebracht van het lesgebeuren en de huiswerkopdrachten. Ouders kunnen de docent bellen of mailen voor het huiswerk indien de leerling afwezig was. ► Huiswerk moet gemaakt worden.
Thessaloniki, oktober 2015.
