Schoolbeleidsplan. Thomas van der Staak en Gerdien Pastink. Wat gunnen we onze leerlingen en wat betekent dat voor ons handelen?

Thomas van der Staak en Gerdien Pastink

Schoolbeleidsplan

2015-2016 Dit beleidsplan bevat de onderwijskundige beleidsvoornemens voor het Thomas a Kempis College, het Centre for Sports and Education en voor JenaXL. Voor deze drie scholen is enerzijds overkoepelend beleid geformuleerd en zijn anderzijds team- of schoolspecifieke zaken benoemd. De team- of schoolgerelateerde voornemens zijn door de teamleiding beschreven in de teamplannen die als bijlage zijn toegevoegd.

Wat gunnen we onze leerlingen en wat betekent dat voor ons handelen?

Inhoudsopgave Voorwoord................................................................................................................................... 2 Opdracht en belanghebbenden ..................................................................................................... 3 Onze opdracht .......................................................................................................................................... 3 Onze belanghebbenden ........................................................................................................................... 4 Schoolprofiel ................................................................................................................................ 5 Missie ....................................................................................................................................................... 5 Visie .......................................................................................................................................................... 5 Waar zetten we op in ................................................................................................................... 6 Uitgangspunt ............................................................................................................................................ 6 De context ................................................................................................................................................ 6 Koers ..................................................................................................................................................... 7 Inrichting van de organisatie................................................................................................................ 7 Cultuur .................................................................................................................................................. 9 Ambities ................................................................................................................................................... 9 Uitdagingen ............................................................................................................................................ 10 Monitoring en verantwoording ................................................................................................... 11 Kwaliteitszorg ......................................................................................................................................... 11 Weten wat je meet met de kwaliteitszorgcyclus ................................................................................... 12 Verticale verantwoording naar het College van Bestuur ....................................................................... 12 Verticale verantwoording naar de inspectie van het onderwijs ............................................................ 12 Horizontale verantwoording naar de Ondernemingsraad..................................................................... 13 Horizontale verantwoording naar de Ouderraad .................................................................................. 13 Tot slot ...................................................................................................................................... 14 Bijlagen ...................................................................................................................................... 15

Schoolbeleidsplan 2015-2016

Voorwoord Voor u ligt het Schoolbeleidsplan van het Thomas a Kempis College, het Centre for Sports and Education en JenaXL. Deze drie scholen zijn onderwijskundig zo nauw met elkaar verbonden en zij delen zoveel personeel dat het voor ons niet meer dan vanzelfsprekend is om onze beleidsvoornemens in één beleidsplan te presenteren. Het is evident dat de scholen ook school- of teamspecifieke voornemens hebben die zijn afgeleid van het overkoepelende beleid. Deze zijn beschreven in de teamplannen die als bijlage zijn toegevoegd. Dit is een beleidsplan geworden dat voornamelijk voortbouwt op de ontwikkelingen die gedurende de voorgaande jaren zijn ingezet. Vanzelfsprekend zijn de recente ontwikkelingen in het onderwijs een bron van inspiratie geweest bij de totstandkoming van dit beleidsplan. In het algemeen bestaat een beleidsplan uit beleidsvoornemens en concrete, daaruit voortvloeiende activiteiten. Een beleidsplan maakt echter tevens deel uit van een kwaliteitscyclus die mogelijkheden aanreikt tot goede evaluatie van de opbrengsten en bijstelling van de plannen. Hoe concreter we deze cyclus beschrijven, hoe beter we ons over ons handelen kunnen verantwoorden tegenover de partijen die bij ons betrokken zijn. In dit beleidsplan beschrijven we achtereenvolgens onze opdracht, ons schoolprofiel, de visie en de ambities die we hebben. De ambities worden vertaald in streefdoelen die gelden voor alle drie de scholen en de teams daarbinnen in het bijzonder. Het beleidsplan is opgesteld in oktober 2015 en geldt voor de duur van het schooljaar 2015-2016. Het plan wijkt op hoofdlijnen niet af van het plan van vorig schooljaar. Wel zijn er - mede op basis van de evaluaties die aan het einde van het schooljaar 2014-2015 hebben plaatsgevonden in het managementteam, de teams en ook in de ouderraad – kleine aanpassingen gedaan. Buiten de formele kaders van dit beleidsplan vallen de teamplannen, die jaarlijks in de teams worden opgesteld. Deze teamplannen liggen in lijn met de geformuleerde ambities en zijn daarmee een verdere concretisering om deze te bereiken. Zoals eerder genoemd hebben wij voor de volledigheid deze teamplannen als bijlage toegevoegd. We hopen dat bestuur, teams en medewerkers, ouders en OR, ons en elkaar blijven bevragen of we de goede dingen doen en tevens of we de dingen goed doen.

Gerdien Pastink en Thomas van der Staak directie


Opdracht en belanghebbenden Onze opdracht Kortweg kan gezegd worden dat we ons voor de opdracht gesteld weten om de missie van de school te waarborgen. De scholen van Landstede VO willen toonaangevende scholen voor voortgezet onderwijs zijn. Wij willen dat op onze scholen leerlingen en medewerkers met passie en plezier samen-werken. Dat realiseren we door bijzonder onderwijs te geven met een dubbele betekenis: herkenbaar waardengericht met een uitgesproken onderwijskundig profiel. Onze scholen maken deel uit van Landstede. Daar werken we vanuit een christelijke inspiratie aan de opdracht het talent van deelnemers en medewerkers te ontwikkelen. Zowel de instelling als de scholen willen van maatschappelijk waarde zijn. Kernwaarden zijn:

    

Talentontwikkeling Respect voor eigenheid Ontmoeting Zingeving Verantwoordelijkheid

Waardengerichtheid De vijf waarden zijn bedoeld als belangrijke basis voor ons denken en handelen en zorgen voor verbindingen tussen alle mensen die bij of met Landstede Groep (samen)werken, ze vormen een opdracht. Dat betekent ook dat Landstede Groep de ruimte wil scheppen waarbinnen leerlingen, studenten, deelnemers en medewerkers zich kunnen blijven ontwikkeling naar zelfstandige medemensen in hun beste kunnen en ook in hun onvolkomenheden. Waardering Ieder mens – met sterke en zwakke kanten – is waardevol. De unieke combinatie van voelen, denken en handelen is het waard om optimaal ontwikkeld te worden. Daarom bevorderen we dat medewerkers en leerlingen elkaar met respect behandelen. Binnen onze scholen willen we op een eigen manier invulling geven aan bovengenoemde opdracht. Hoe wij dat doen valt te lezen in het hoofdstuk ‘visie’.


Onze belanghebbenden Wij willen als scholen herkenbaar zijn voor ouders en leerlingen. Zij zijn de eerste belanghebbenden. Vanuit onze identiteit staan we voor een aantal waarden: betrokkenheid naar elkaar, openheid, respect tonen, vertrouwen en een veilige omgeving. Deze waarden komen tot uiting in ons pedagogisch handelen dat gericht is op waardering hebben voor elkaar. Dit betekent dat er een wezenlijke belangstelling is voor de ander. De school is een waardengemeenschap waar leerlingen vanuit de waardering voor zichzelf en de ander zich thuis voelen. Dit pedagogisch handelen leidt tevens tot persoonlijke groei van leerlingen, zowel cognitief als emotioneel. Om persoonlijke groei van leerlingen en medewerkers te realiseren willen we uitdagend en effectief onderwijs aanbieden. Maar bovenal streven we ernaar leerlingen te raken. Want wanneer je oprecht in verbinding staat met de ander, is de weg vrij om tot leren te komen. Hiermee spreken we een verwachtingsvolle rol uit die we als school in willen innemen. Ouders en leerlingen mogen iets verwachten van ons, zowel van de professionaliteit van de medewerkers als van de inhoud en de resultaten van de programma’s. Tegelijkertijd verwachten wij ook iets van leerlingen door hoge eisen te stellen, zowel aan hun gedrag als aan hun resultaten. Van ouders verwachten wij betrokkenheid bij het leerproces van hun kind in de thuissituatie. Daarover gaan we graag met hen in gesprek. Naast ouders en leerlingen zijn er om ons heen meerdere belanghebbenden. Zo werken we in de contexten van onze scholen samen met scholen voor primair onderwijs, het vervolgonderwijs (MBO, HBO en WO), de gemeente, maatschappelijke instellingen en sportverenigingen. Een open houding met zicht op de gezamenlijke belangen maakt dat we als school een goede speler kunnen zijn op dit brede veld. We willen zicht hebben op wederzijdse verwachtingen, zodat we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid ten volle kunnen dragen. Bij de totstandkoming van dit beleidsplan zijn diverse belanghebbenden betrokken geweest. Dit gebeurde in de vorm van evaluaties van hetgeen we afgelopen jaar hebben gedaan, maar ook door het bespreken van de grote lijnen die we geschetst hebben ten aanzien van het beleid voor dit schooljaar.


Schoolprofiel Missie Onze missie is als volgt samen te vatten:    

wij willen onderwijs bieden dat aansluit bij waar een leerling is in zijn of haar ontwikkeling. wij willen leerlingen raken bij het onderwijs dat we bieden en de interactie daaromtrent. wij willen leerlingen uitdagen om elke dag het beste uit zichzelf te halen. Zowel op het gebied van de schoolprestaties als op het vlak van de persoonlijke ontwikkeling. wij willen onderwijs bieden dat het verschil maakt.

Dit alles zodat leerlingen goed toegerust de toekomst tegemoet kunnen treden.

Visie Het is onze missie om recht te doen aan de verschillen die de mensen in onze school kenmerken. Dat doen we door veelvuldig in gesprek te zijn met zowel leerlingen als met ouders. Pas als wij weten wat onze leerlingen kunnen en kennen, zijn we in staat om ze te begeleiden bij de volgende stap in hun leerproces. Wij willen dat onze school voor jongeren een plek is waar ze het naar hun zin hebben. We slagen erin voor leerlingen zo’n plek te zijn doordat we de passie en het talent van jongeren een plek te geven tijdens schooltijd. En door tijdens schooltijd dingen te mogen doen waar je veel plezier aan beleeft of waar je heel goed in bent, gaan de zaken die moeilijk of minder leuk zijn makkelijker. In de school is dus meer te doen dan alleen lessen volgen. In een dergelijke ambitieuze en inspirerende leeromgeving komen jongeren tot mooie leerprestaties en kunnen collega’s ook andere kwaliteiten inzetten. Deze visie heeft ook betekenis voor de omgeving van de scholen en de wijze waarop we ons verantwoorden. We dragen graag bij aan een betere samenleving. Vanuit onze visie op leren, leven en werken – en met de vijf waarden van Landstede als bindmiddelen - zetten wij ons in voor zelfstandige, betrokken en verantwoordelijke mensen. Dit doen we door ons persoonlijk te verbinden met die mensen en hun omgeving, verantwoordelijkheid te nemen en doelmatig te opereren. De vraag die we onszelf hierbij stellen is: ‘Wat gunnen we onze leerlingen en wat betekent dat voor ons handelen?’ Deze vraag is leidend bij de inrichting van ons onderwijs en komt tot uiting in het feit dat we drie scholen hebben met elk een uniek (onderwijskundig) concept. Bovendien is deze vraag richtinggevend in de wijze waarop we met leerlingen en ouders spreken over dat onderwijs. Maar deze vraag geeft ook betekenis aan de wijze waarop we de professionaliteit van medewerkers tot uiting willen laten komen.


Waar zetten we op in In dit beleidsplan verwoorden we de richting die we al in de geschetste beleidslijnen hebben aangekondigd. Dit beleidsplan geeft daarmee richting aan de teamplannen van de afzonderlijke teams. De beleidslijnen zijn in juli 2014 besproken met de teamleiding, de ouderraad en de ondernemingsraad. Zij hebben opmerkingen gemaakt en aanvullingen gegeven die zijn verwerkt in het voorliggende schoolbeleidsplan. Vanzelfsprekend zijn aan het einde van het vorige schooljaar ook de opbrengsten en de voornemens uit het vorige schoolbeleidsplan geëvalueerd. Dit gebeurde in diverse gremia is dit gebeurd en al deze evaluatieve opmerkingen hebben geleid tot de beleidsplannen die de basis vormen voor dit schoolbeleidsplan. De keuze voor deze route ligt in de wens om een lerende organisatie te zijn. Dat vraagt een open oog en oor voor de mensen die bij onze school betrokken zijn. Bovendien stelt deze route ons in de gelegenheid om een optimale afstemming te krijgen tussen het schoolbeleidsplan en de teamplannen. De hiervoor beschreven route helpt ons bij het verkrijgen van een meer verfijnde en exactere afstemming in de kwaliteitszorgcyclus.

Uitgangspunt Uitgangspunt van het beleid is de ingezette koers, die we met het vorige schoolbeleidsplan zijn aangegaan. Tegelijkertijd is er door CvB en directies een proces in gang gezet om te komen tot de strategienota Landstede 2015-2020. Ook elementen van dit proces zijn meegenomen in dit schoolbeleidsplan. De afgelopen jaren hebben we een stevige basis gelegd en zijn een aantal processen opgestart die zullen leiden tot mooie onderwijsopbrengsten. Deze basis, waar kwaliteitszorg en professionalisering een prominente plek innemen, willen we vasthouden en van daaruit willen we bouwen aan voornemens die passen bij de huidige en de nieuwe strategie.

De context De leerlingen van onze scholen zijn tussen de 12 en 18 jaar. Zij staan op die leeftijd voor de vraag wat hun eigen talent is en welke vervolgopleiding in het VMBO, MBO, HBO en WO daarbij past. Op alle drie de scholen bieden we VWO-onderwijs (1 t/m 6), HAVO-onderwijs (1 t/m 5) en VMBO-tl (1 t/m 4). Op JenaXL en het CSE bieden we ook VMBO-kb (1 t/m 4) en op het CSE kunnen leerlingen ook terecht voor VMBO-bb (1 t/m 4). We zijn onderdeel van De Landstede Groep. Als eenheid een onderdeel van het geheel. Ook in dit geheel zijn er vanuit een strategische invalshoek ambities uitgesproken. Deze ambities kleuren mede onze context. Aan de hand van de begrippen koers, inrichting van de organisatie en cultuur geven we een ruimere blik op de context die ons handelen mede bepaalt.


Koers Als directie hebben we in de afgelopen schooljaren richting gegeven en veel in gang gezet teneinde de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De koers die we gevaren hebben was ingezet vanuit de beleidsvoornemens uit het jaarplan van schooljaar 2013-2014 en zijn in hoofdlijnen te schetsen als: * werk maken van opbrengstgericht werken * professionaliseren in een lerende cultuur * onderwijskundige ontwikkelingen; op weg naar toekomstbestendig onderwijs Afgelopen schooljaar hebben we hieraan gewerkt en in dit beleidsplan valt te lezen hoe we aan deze zaken verder zullen werken in het huidige schooljaar. De scholen zijn te kenmerken als een drietal scholen dat graag leerlingen een kans geeft. Maar die mooie eigenschap heeft een keerzijde. Wanneer je dat namelijk te royaal doet, ben je je onvoldoende bewust van de opbrengstenkant waar je als school (deels) op wordt afgerekend. Reden dus om opbrengstgericht werken te agenderen. Om het pygmalion effect1 positief uit te laten pakken, is het nodig om de lat hoog te leggen voor zowel leerlingen als medewerkers. Elke dag weer het beste uit jezelf en uit je leerlingen willen halen is de ambitie. Om daar beter in te worden is het belangrijk om je te blijven ontwikkelen en te blijven professionaliseren. Feedback en kritische (zelf)reflectie zijn daarbij onmisbaar. En in een maatschappij waarin maatwerk belangrijk is en elk kind gezien wil worden in zijn of haar uniciteit, is het voor ons logisch om in onze koersbepaling en in onze onderwijskundige ambities daarbij aan te sluiten. Inrichting van de organisatie Om balans te creëren in enerzijds het geven van kansen en anderzijds aandacht voor de opbrengstenkant, hebben we er twee jaar geleden voor gekozen de secties te ‘revitaliseren’. Door de weggeëbde aandacht was er onvoldoende focus op de gezamenlijke doelen binnen het vak en ontbrak vaak de afstemming over vakinhoud en toetsing over de scholen heen. In evaluaties hebben we vastgesteld dat deze aandacht weer terug is. Bovendien zijn er door deze maatregel geen éénmanssecties meer. Om de sectie voldoende richting te geven, heeft elke sectie een voorzitter. Deze voorzitters zijn geschoold zodat zij weten hoe ze sturing kunnen geven aan hun vakgroep. In samenspraak met de taakhouders kwaliteitszorg & organisatie stellen zij de agenda voor het sectieoverleg vast en op die manier bewaken we dat de secties eenzelfde pad volgen in het bereiken van goede resultaten met hun leerlingen. De taakhouders hebben op hun beurt regelmatig overleg met ons als directie en maken deel uit van het MT+. Maar het gaat primair om de leerlingen in onze scholen. Het is onze opdracht hen in staat te stellen de volgende stap in hun leren te kunnen zetten. Om dat waar te maken leveren we maatwerk. Leerlingen kunnen excelleren in een vak waar ze goed in zijn door dat op een hoger niveau te volgen. Leerlingen kunnen ook versnellen en een vak al een jaar eerder afsluiten. Daardoor creëren we ruimte om met de leerlingen op zoek te gaan naar hun talenten en passies en die te laten bloeien. Wanneer we een stap verder kijken dan alleen onze scholen en het halen van een diploma, bieden de leerroutes prachtige mogelijkheden. Afgelopen jaar zijn we daar voorzichtig mee gestart en dat krijgt een vervolg, want wij zien de leerroutes als een uitgelezen kans om leerlingen al in een vroeg

1

Het pygmalion effect is het fenomeen waarbij mensen zich gaan gedragen naar de verwachtingen die gezaghebbenden van hen hebben.


stadium te laten nadenken over welke richting bij ze past en eigenaarschap te ontwikkelen om daar te komen.


Cultuur De scholen zijn te typeren als lerende organisaties. De koers is helder en wordt cyclisch besproken. Er is een open sfeer waarin leren aangemoedigd wordt. Collega’s bezoeken elkaar in de les en denken samen na over het stelselmatig verbeteren van het onderwijs. Scholing die mensen daarin verder kan helpen behoort tot de mogelijkheden en wordt aangemoedigd. In tegenstelling tot een aantal jaren geleden is het nu gebruikelijk om samen te praten over opbrengsten en hoe die verbeterd kunnen worden. Elkaar feedback geven hoort daar bij.

Ambities In dit plan formuleren we vier ambities die voor de drie scholen gelden. De concretisering van deze ambities vindt veelal plaats op teamniveau. De activiteiten die georganiseerd worden om de doelstellingen te behalen kunnen per school of per team verschillen. De ambities die we in het komende schooljaar willen verwezenlijken of die we een stap verder willen helpen, luiden als volgt: 1. Opbrengstgericht werken We zien door de hele organisatie heen dat mensen in toenemende mate opbrengstgericht denken en werken. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de secties waarin gerichter dan voorheen wordt gekeken naar de opbrengsten en passend daarbij plannen worden gemaakt voor een volgend jaar. Het is onze ambitie om deze manier van denken en werken verder te ontwikkelen in het komende schooljaar. De aandacht voor toetsing en normering binnen de ambitie ‘opbrengstgericht werken’ is voor ons evident. Immers, toetsen geven informatie over de mate waarin een leerling de stof beheerst en al dan niet over de benodigde vaardigheden beschikt. Wij vinden het van groot belang dat docenten hun kennis over toetsing (RTTI, feedback, feed forward en normeringen) vergroten teneinde nog beter aan te kunnen sluiten bij de individuele leerling. Daarnaast willen wij met het onderwijs dat wij verzorgen ook werken aan andersoortige opbrengsten. Opbrengsten die bijzonder waardevol zijn om na te streven, maar minder eenvoudig meetbaar zijn. 2. Professionaliseren in een lerende cultuur Er is in de afgelopen jaren al veel gebeurd in het verbeteren van de professionele cultuur en het voeren van de professionele dialoog. Maar het blijven zaken die permanente aandacht nodig hebben. Om een ieder die betrokken is bij de school steeds opnieuw stappen te laten zetten in zijn of haar ontwikkeling, is het noodzakelijk daarover in gesprek te zijn met elkaar. Daar hoort een goede gesprekkencyclus bij. 3. Een ambitieuze leeromgeving en sfeer Het is onze ambitie om meer en meer een ambitieuze leeromgeving te creëren en een daarbij passende sfeer. Dit met als doel dat leerlingen en medewerkers het gewoon vinden om ambitieus en leergierig te zijn. We willen excelleren! Niet alleen in cognitieve prestaties maar ook in gedrag. Per school zullen de uitwerkingen verschillen, maar leidend zullen termen als eigenaarschap en leerstijlen zijn.


4. Onderwijskundige ontwikkeling Om het verschil te maken voor leerlingen en ze daadwerkelijk ‘toekomstbestendig’ af te leveren zullen we ook onze onderwijskundige ontwikkeling blijven doorzetten. Dat gebeurt op alle scholen onder de noemer van de leerroutes. De vakroute, de collegeroute en de academische route bieden de scholen binnen hun eigenheid voldoende ruimte om het onderwijs voor leerlingen toekomstbestendig vorm te geven.

Uitdagingen Naast de hiervoor geformuleerde ambities, hebben we bij de start van het schooljaar de scholen ook een aantal uitdagingen meegegeven. Centre for Sports and Education * een aantrekkelijk gebouw met voldoende ruimte * het onderwijs en de resultaten op orde * strakkere administratieve processen JenaXL * een goede doorontwikkeling van het concept in de bovenbouw * aanbod onder de loep (wel of geen kader aanbieden) * het onderwijs en de resultaten op orde * deelname aan de Nederlandse School * meer / stevigere relaties met het primair onderwijs Thomas a Kempis College * doorontwikkeling van ‘onderwijs op maat’ * deelname aan de Nederlandse School * het onderwijs en de resultaten op orde * doorontwikkeling van de leerroutes


Monitoring en verantwoording Om de ambities uit het vorige hoofdstuk te realiseren, is het van belang dat binnen de organisatie zaken georganiseerd worden die faciliterend werken voor het realiseren van de ambities en de daaruit voortvloeiende streefdoelen. Het beleidsterrein kwaliteitszorg willen wij in dit kader nader toelichten.

Kwaliteitszorg Dit schoolbeleidsplan maakt onderdeel uit van de kwaliteitszorgcyclus van onze scholen. In dit schoolbeleidsplan worden de ambities beschreven om de kwaliteit van het onderwijs te optimaliseren. Dit schoolbeleidsplan is daarmee een schakel tussen de strategienota 2018 ‘De kracht van kiezen’ (opgesteld door het College van Bestuur) en de teamplannen (worden opgesteld door de teamleiders met hun team). Het schoolbeleidsplan is een tactische en organisatorische vertaling van de strategienota voor het Centre for Sports and Education, JenaXL en het Thomas a Kempis College. De teamplannen zijn gericht op de onderwijskwaliteit ten aanzien van de groepen leerlingen die bij de betreffende teams horen. Daarmee draagt het schoolbeleidsplan bij aan de onderwijskwaliteit van Landstede VO in het algemeen en aan die van de eenheid in het bijzonder. We werken sinds een aantal jaren met een heldere kwaliteitscyclus, waarmee we ons onder meer verantwoorden naar de inspectie. In onderstaand schema valt te lezen hoe het strategisch beleid, het locatiebeleid en de teamplannen zich tot elkaar verhouden.

CvB

Eenheid

beleidskader

beleidskader

Beleidsplan

Beleidsplan

Actualisatie & begroting

najaarsbrief

najaarsbrief


beleidskader

beleidskader

Enz.

Team

Beleidsplan

Beleidsplan


Zomer

Kerst


Weten wat je meet met de kwaliteitszorgcyclus Het verbeteren en borgen van de kwaliteit van het onderwijs is één van de belangrijkste functies van de kwaliteitszorg. Dit verbeteren en borgen komt het duidelijkst tot uitdrukking in het voornemen om iets te ontwikkelen. Nadat – passend bij het voornemen – heldere doelen zijn geformuleerd, is het tijd dit uit te voeren. Vervolgens moet worden gecontroleerd of het doel behaald is en dienen er bijstellingen te worden gedaan. Alle voornemens en ontwikkelingen uit het schoolbeleidsplan en de teamplannen bestaan uit deze zogenaamde PDCA cyclus. Een cyclus waarin we plannen (P), uitvoeren (D), evalueren (C) en bijstellen (A). Deze werkwijze draagt bij aan een werkwijze die ons in staat stelt om onze activiteiten effectief in te richten.

Echter met deze vier stappen is de kwaliteit van de voornemens en daarmee het onderwijs (nog) niet gewaarborgd. De kwaliteitszorgcyclus is pas compleet wanneer ook deze cyclus zelf wordt geëvalueerd en zo nodig wordt bijgesteld.

Verticale verantwoording naar het College van Bestuur Eens per kwartaal voeren directies en bestuur gesprekken waarin de directies hun handelen, de ontwikkelingen van de school en de behaalde resultaten verantwoorden tegenover het bestuur. Hierbij wordt gebruik gemaakt de instrumenten binnen het management informatiesysteem die ons in staat stellen om de kwaliteit van de rapportages te verbeteren. Deze slag zal ook naar de teams gemaakt worden zodat de teamleiders beter onderlegd met hun leidinggevende in gesprek kunnen gaan over de opbrengsten vanuit het onderwijs.

Verticale verantwoording naar de inspectie van het onderwijs Jaarlijks beoordeelt de inspectie van het onderwijs de resultaten die de school heeft behaald. Wanneer er geen reden is voor zorg, verantwoordt de school zich ‘op afstand’. Wanneer de inspectie echter zorgen heeft over de kwaliteit van het onderwijs, kan dat aanleiding zijn om een bezoek in het kader van de kwaliteit van het onderwijs aan te kondigen. Wanneer de inspectie een school bezoekt, is dat aanleiding voor een uitgebreide en gedetailleerde vorm van verantwoording over de ontwikkelingen binnen de school en de behaalde resultaten.


Horizontale verantwoording naar de Ondernemingsraad Als onderdeel binnen een instelling voor beroepsonderwijs heeft het Thomas a Kempis College te maken met een ondernemingsraad. In deze raad hebben formeel gezien slechts personeelsleden zitting. Om echter de parallel met de collega’s uit het voortgezet onderwijs zo nauwkeurig mogelijk te benaderen, geldt binnen onze ondernemingsraad de afspraak dat hierin ook medewerkers, ouders en leerlingen vertegenwoordigd zijn. De formele en wettelijke bevoegdheden zijn voorbehouden aan de Ondernemingsraad van de eenheid; dus de personeelsgeleding. De OR toetst de beleidsplannen en wordt om advies gevraagd. Bijzondere elementen uit het schoolbeleidsplan worden ter advisering of eventueel ter instemming voorgelegd.

Horizontale verantwoording naar de Ouderraad De ouderraad is een schakel tussen de ouders en de school. De ouderraad dient als klankbord voor de schoolleiding. Er wordt gevraagd naar de mening van de ouders. De ouderraad is een waardevolle gesprekspartner en informatiebron voor de school. De ouderraad vergadert tenminste zes keer per jaar met de schoolleiding. Regelmatig worden speciale thema’s besproken.

Het locatiebeleidsplan en de opbrengsten zijn onderdeel in deze cyclus.


Tot slot We realiseren ons dat we met dit schoolplan voortborduren op het plan van afgelopen jaar. Het plan is erop gericht datgene waar we twee jaar geleden op hadden ingezet, voldoende ingebed te laten raken in de scholen alvorens nieuwe ambities te formuleren. We zijn er trots op te mogen werken in de dynamische omgeving die deze drie scholen samen bieden en we kijken er naar uit om opnieuw een jaar vorm en inhoud te mogen geven aan onze gezamenlijke ambitie: het verschil maken voor onze leerlingen en ze raken in hun passie en talent.


Bijlagen

TEAMPLAN

CENTRE FOR SPORTS & EDUCATION

2015 - 2016


‘Winnaars hebben een plan, verliezers een excuus’ (Marc Lammers, oud-bondscoach Nederlands dameshockeyteam, winnaar Olympisch goud 2008) Het Centre for Sports & Education (CSE) is acht jaar geleden gestart met als doel een situatie te creëren waarbij leerlingen/sporters hun sportieve ambities optimaal kunnen combineren met hun ambities betreft onderwijs. In de jaren die achter ons liggen heeft het CSE een enorme groei doorgemaakt. Na een start met 35 leerlingen maken nu ruim 500 leerlingen deel uit van het CSE. Op het CSE worden alle niveaus van voortgezet onderwijs aangeboden. Het CSE heeft inmiddels al heel wat talenten ‘afgeleverd’. (Oud)leerlingen van het CSE zijn momenteel actief in de hoogste afdelingen van o.a. de nationale voetbal-, basketbal- en hockeycompetitie. Daarnaast worden ook in de individuele sporten topprestaties geleverd en zijn CSE leerlingen in ruime mate vertegenwoordigd in nationale (jeugd)selecties. Op onderwijskundig vlak is het ook onze ambitie om goede prestaties te leveren. Onder goede prestaties verstaan we rendementen die op óf eventueel boven het landelijk gemiddelde liggen. De combinatie met topsport kan hierin versterkend werken. Deze combinatie zorgt in een aantal gevallen ook voor een spreekwoordelijke spagaat bij zowel leerlingen als medewerkers en kan als belemmerend worden ervaren voor de onderwijsprestaties. Het is de taak van ons, als onderwijzend personeel van het CSE, de leerlingen te motiveren en activeren om ook op onderwijskundig gebied het maximale resultaat te boeken. Hoe we dat willen bereiken wordt jaarlijks vastgelegd in een teamplan. Schooljaar 2015 - 2016 wordt een bijzonder jaar voor het CSE. Vanwege de toename van het aantal leerlingen, is het huidige gebouw toe aan een grondige revitalisering. Voor ons is dit meteen een goed moment om het gebouw zodanig in te richten, dat het past bij de manier waarop we ons onderwijs willen verzorgen. De verbouwing vindt plaatst gedurende het lopende schooljaar. Hoewel we de beschikking hebben over goed ingerichte ‘noodlocatie’ zal er een extra beroep gedaan worden op de flexibiliteit bij leerlingen en medewerkers. Het teamplan 2015 - 2016 voor het Centre for Sports & Education is gebaseerd op een aantal doelstellingen die we dit schooljaar willen realiseren. Deze doelstellingen zijn gekozen op basis van gegevens die we in aanloop naar dit schooljaar hebben verzameld, geëvalueerd en geanalyseerd.      

Tevredenheidsonderzoek leerlingen klas 1 en 3 2015 Tevredenheidsonderzoek ouders 2015 Evaluatie teamplan 2014 - 2015 Evaluatie kwaliteitszorg 2014 - 2015 Onderzoek hogeschool Windesheim: De invloed van (school)sport op schoolbinding en schoolprestaties Evaluatie schoolbeleidsplan

Thema’s die in dit teamplan aan de orde komen zijn: kwaliteitszorg, activerende didactiek, rol leercoach en klas, sturen op gedrag en de verbinding tussen onderwijs en sport.


Doelstelling 1: De opbrengsten en rendementen moeten omhoog. Zie hiervoor het KWAZO plan 2015 2016 voor het CSE. Dit plan is integraal onderdeel van het teamplan van het CSE. Plan kwaliteitszorg 2015 - 2016 Kwaliteitszorg is sinds een aantal jaren een speerpunt van onze eenheid. Sinds schooljaar 2012 2013 werken de drie scholen CSE, JenaXL en Thomas a Kempis College daarom ook met een taakhouder kwaliteit. Binnen hun jaartaak is bij taakhouders een serieus deel gereserveerd voor hun rol in onze kwaliteitszorg. Ze hebben regelmatig overleg met de directie en schuiven aan als het MT+ bijeenkomt voor één van de periodieke thema bijeenkomsten. Doelen Kwaliteitszorg algemeen: -

-

Borgen via PTA’s dat het onderwijs aanbod dekkend is richting eindtermen en kerndoelen. Data verzamelen en analyseren m.b.t. opbrengsten (rendement onderbouw, slagingspercentages, gemiddelde CE-cijfers, verschil SE-CE cijfers). Data verzamelen en analyseren m.b.t. de kwaliteit van het onderwijs: effectief/efficiënt gebruik onderwijstijd, kwalitatieve toetsing, opbrengst gericht werken, effectieve didactiek, differentiatie, onderwijs op maat, kwaliteit zorg, kwaliteit mentoraat, LOB traject, ouder- en leerlingtevredenheid. Analyses vertalen in schoolbeleids-, team- en sectieplannen om tot verbetering te komen. Uitvoering van (delen van) ingezette verbeteringstrajecten, met name het begeleiden van sectievoorzitters/secties. Monitoren of gewenste verbetereffecten optreden, voorstellen doen tot aanpassing plannen.

Doelen Kwaliteitszorg CSE specifiek 2015 - 2016: -

-

Het onderbouw- en bovenbouwrendement is met elkaar in evenwicht. De opbrengsten van de bovenbouw zijn allemaal in het ‘groen’. De beoordelingen vanuit de tevredenheid enquêtes zijn boven het landelijk gemiddelde. Als school hebben we een helder beeld van de wijze waarop we determineren (werkgroep Determinatie). Dit is terug te zien in de onderbouw- en bovenbouwrendementen. Docenten gebruiken werkvormen die effectief zijn (werkgroep Activerende Didactiek). Dit is terug te zien in de resultaten en in de uitslag van de tevredenheid enquêtes. Docenten en leercoaches bezitten voldoende coachende vaardigheden (werkgroep Coachende Vaardigheden). Dit is terug te zien in de resultaten en in de uitslag van de tevredenheid enquêtes. Leerlingen zijn voldoende gefaciliteerd om op afstand te leren (werkgroep ITC). Eind van het jaar zijn de organisatie, inrichting, modules, toetsen en PTA’s voor het nieuwe VMBO klaar (werkgroep Vakroute) en kan er tijdig over gecommuniceerd worden. Werkgroepen formuleren hun plannen SMART en werken volgens het PDCA principe. Docenten zijn beter betrokken bij de kwaliteitszorg middels maandelijkse mailing.

Acties: Afgelopen twee jaar hebben we een jaarlijn kwaliteitszorg ontwikkeld van waaruit we planmatig werken aan bovengenoemde doelen. Deze jaarlijn is een samenvoeging van de jaarlijn Landstede VO, eenheid TAK, JenaXL en CSE en CSE specifiek. Naast die structureel lopende acties, moeten in de loop van 2015 -2016 plannen gemaakt en acties opgestart n.a.v. de evaluatie van vorig jaar. Toen hebben we geconstateerd dat extra aandacht nodig


is voor: Actie doorontwikkeling van de secties als gemeenschappen waarin collega’s van en met elkaar leren. Extra aandacht voor secties waar de ontwikkeling achterblijft: Ak/Ges, Frans, Duits, Engels en Economie Verschillende acties zijn verdeeld over de vijf werkgroepen.  ICT en didactiek  Activerende didactiek  Coachende vaardigheden  Ontwikkeling vakroute  Toetsing en determinatie

Wie Secties, olv sectievoorzitters en taakhouders

Docenten worden uitgenodigd om hun opbrengsten in Qlickview te bekijken en te bespreken. De doelstellingen voor schooljaar 2015 2016 worden vastgelegd per collega/vak.

Taakhouder kwaliteit

Tijdens eerste helft van het schooljaar wordt met alle docenten van de examenklassen een gesprek gepland.

Teamleider en taakhouder gaan regelmatig op lesbezoek. Alle collega’s krijgen minimaal twee keer lesbezoek in cursusjaar 2015 - 2016. Er wordt feedback gegeven op basis van het waarderingskader van inspectie. Teamleider maakt kort verslag van de lesbezoeken en de feedbackgesprekken.

Teamleider en taakhouder kwaliteit

Gedurende het schooljaar onaangekondigde lesbezoeken en feedbackgesprekken.

In samenwerking met ‘leren verbeteren’ van de VO-raad wordt traject gestart met als doel de onderwijskwaliteit op het CSE te verbeteren. De vraag aan de expert van de VO-raad: Hoe vertalen we onze plannen naar concreet handelen in de klas? Hoe borgen we dit?

Consulent VO-raad Directie/teamleider/taakhouder kwaliteit Team CSE

Traject start in oktober 2015

Alle leden van het team CSE zijn onderdeel van een van deze leergroepen

Wanneer Maandelijks sectieoverleg Schooloverstijgend met CSE, TAK en JenaXL Zie bijlage ‘leergroepen op het CSE’ met planning voor schooljaar 2015 - 2016.

Nieuwe activiteiten zullen mogelijk ook voortkomen uit het Landstede brede project kwaliteitszorg onder leiding van Harry van Goor en van daaruit een plek krijgen in de jaarlijn kwaliteitszorg. Deskundigheidsbevordering: Vanuit Landstede centraal wordt onder leiding van Harry van Goor gewerkt aan het vormgeven van een kwalitatief goede kwaliteitszorg op elke locatie. Daarbij gaat het om de ontwikkeling en implementatie van een brede agenda voor kwaliteitszorg op de verschillende eenheden en om een stuk deskundigheidsbevordering van de betrokken taakhouders. In het kader van hun taak zijn de taakhouders van Landstede VO actief betrokken in dit per 2013 2014 opgestarte proces. Zo vergroten zij hun deskundigheid m.b.t.: •

Jaarlijn / activiteiten; wat doen we, wanneer, waarom.



Instrumentarium. Hoe kom je aan de data die je nodig hebt om de kwaliteit van je school in


beeld te krijgen. Voor ons nieuwe instrumenten die verkend zijn, zijn Clickview van het magister management platform en de enquêtes van kwaliteitsscholen. • Hoe analyseer je de gegevens die je verzameld en wat doe je ermee. Intervisie en het uitwisselen van ‘good practices’ ook met collega’s van scholen van buiten Landstede zijn hierbij leerzaam geweest. 

Data verzamelen en analyse naar effectieve verbetering.

N.B. Naast bovengenoemde acties is er in de formatie ruimte gecreëerd om de ‘taakhouder kwaliteit’ per schooljaar 2015 - 2016 fulltime voor het CSE te laten werken

Doelstelling 2: Docenten moeten meer gebruik maken van activerende werkvormen in hun lessen. Vanwege de beknopte contacttijd wordt er op het CSE sneller gekozen voor klassikaal/frontaal lesgeven. In het tevredenheidsonderzoek 2016 moet er boven de benchmark gescoord worden op het gebied van activerende didactiek. Actie

Wie

Wanneer

Vanuit het team is de leergroep ‘activerende didactiek’ gestart. Zij informeren het team over de wijze waarop activerende werkvormen op het CSE optimaal ingezet kunnen worden.

Leergroep ‘activerende didactiek’ i.s.m. de lesgevende docenten.

1 september presentatie van plannen leergroep (zie bijlage) 29 september teambijeenkomst ‘activerende didactiek’ 22 maart presentatiemiddag van de leergroepen Lesgevende collega’s gaan meer gebruik maken van diverse activerende werkvormen. Tijdens de lesbezoeken is hier aandacht voor.


Vanuit het team is de leergroep ‘ICT en didactiek’ gestart. Deze leergroep deelt haar kennis met het team. De inzet van ICT als aanvulling op de bestaande didactische werkvormen.

Leergroep ‘ICT en didactiek’ i.s.m. de lesgevende docenten.

1 september presentatie van de plannen leergroep (zie bijlage) 12 januari themamiddag ICT en didactiek. O.a. aandacht voor Flipping the classroom 22 maart presentatiemiddag van de leergroepen Tijdens de lesbezoeken is er aandacht voor inzet van ICT als didactisch middel

Leerlingen van het CSE voelen zich vaak vanzelfsprekend onderdeel van hun sportteam of trainingsgroep. Gevolg hiervan is dat de binding met de klasgenoten vaak minder is. (zie onderzoek lectoraat Windesheim). Uit het tevredenheidsonderzoek blijkt dat we als CSE bij indicator mentor en klas onder de benchmark scoren.


Doelstelling 3: Aan het eind van dit schooljaar scoren we als CSE in het tevredenheidsonderzoek op zowel domein ‘mentor’ als ‘klas’ boven de benchmark. In de klassen moet meer aandacht besteed zijn aan het proces van de groepsvorming. De leercoach moet zich meer profileren als begeleider van de leerling in hun leerproces.

Actie In de introductieperiode is voor de onderbouwklassen meer aandacht voor het bevorderen van de onderlinge samenhang van de klas.

Wie Leercoaches onderbouw

Wanneer Introductieweek

Ontwikkelen van lessen voor leercoach om groepsproces in de klas positief te beïnvloeden (Equip). Er wordt gestart met een pilot in klas 2BK. Vervolgens uitgerold in meerdere (onderbouw) klassen.

Zorgcoördinator

Start oktober 2015

Leergroep ‘coachende vaardigheden’ laat team kennismaken met verschillende manieren waarop je als leercoach ook echt coach bent voor je leerlingen.

Leergroep ‘coachende vaardigheden’ i.s.m. docenten

Uitbreiding formatie om leercoaches tijdens TLC-uren meer gelegenheid te geven de leerlingen te begeleiden.

Leercoaches

Aftrap 1 december met presentatie in het team. 3 november werkmiddag coachende vaardigheden. Wekelijks in de TLCuren

N.a.v. o.a. onderzoek lectoraat Windesheim bereiden we dit schooljaar de invoering van Positive Behavior Support (PBS) voor. PBS moet een onderlegger worden voor ons handelen in de sport en het onderwijs.

Stuurgroep PBS met vertegenwoordigers vanuit sport (voetbal, basketbal, hockey en zwemmen) en onderwijs (MT en aantal docenten)


In schooljaar 20152016 komt deze groep 2 a 3 keer bij elkaar om te kijken wat er nodig is om een ‘PBS-school’ te worden.

Doelstelling 4: Topgedrag moet op het CSE vanzelfsprekend gedrag zijn. We moeten een cultuur ontwikkelen waarbij leerlingen en collega's trots zijn deel uit te maken van het CSE en gedrag laten zien dat deze trots bevestigt. Actie:

Wie:

Wanneer:

Nieuwe leerlingen hebben samen met hun ouders een intakegesprek voordat ze starten op het CSE. Tijdens dit intakegesprek wordt het CSE contract ondertekend. (zie bijlage voor CSE contract)

Cor Paul Andreke Topsport Overijssel

Eind schooljaar 2014 2015

Structureel overleg tussen onderbouwcoördinator PEC Zwolle en onderbouw collega’s CSE over gedrag jonge voetballers PEC Zwolle. Een middag per week is Henk Brugge (PEC Zwolle) beschikbaar voor de voetballers PEC Zwolle. (gedrag/schoolprestaties)

Cor vd W Andreke L Henk B Leercoaches onderbouw Vertegenwoordigers PEC Zwolle

drie à vier keer per jaar plenair overleg op school. Daarnaast telefonisch of per mail Henk Brugge wekelijks op het CSE

Voorbeeldgedrag van collega’s o.a. wat betreft netheid van het gebouw en afspraak=afspraak

Collega’s team CSE

Gehele jaar

Duidelijke regels hoe te handelen met absentie en te laat. Per dag afhandelen van de absentie en waar nodig sancties treffen (bijlage protocol verzuim/te laat)

Andreke Tamme Paul Petra Leercoaches

Gehele jaar

Leercoaches nemen wekelijks de klas door wat betreft absentie


Evaluatie oktober 2015

Doelstelling 5: De verbinding tussen het onderwijs en sport is aan het eind van dit schooljaar niet alleen organisatorisch op orde, maar ook inhoudelijk. Er is afstemming tussen leercoaches en sportcoaches over de (manier van) begeleiding van de leerlingen/sporters Actie:

Wie:

Organiseren van informele bijeenkomsten tussen docenten en trainer/coaches

Directie, teamleider en Per schooljaar drie topsportcoördinator bijeenkomsten waarbij personeel CSE elkaar treft.

Leercoaches en trainers leveren samen input voor de ontwikkeling van het sportfolio.

Docenten/trainers o.l.v. topsport Overijssel en zorgcoördinator van het CSE

Tijdens start bijeenkomst met het personeel (augustus) wordt hier mee gestart. Presentatie in het team eind september. Communicatie naar de sport via topsport Overijssel en topsportcoördinator. (oktober t/m december)

Topsportcoördinator is de intermediair tussen sport en onderwijs. Hij bezoekt met regelmaat trainingen en voert n.a.v. deze bezoeken gesprekken met trainers

Topsportcoördinator

Gedurende hele schooljaar

Twee keer per jaar vullen de leerlingen een enquête in, waarbij ze kunnen aangeven hoe ze trainingen ervaren. In enquête o.a. aandacht voor fysieke belasting, plezier in de training, inhoud trainingen.

Topsportcoördinator i.s.m. Topsport Overijssel

november/december


Wanneer:

april/mei

Tot slot We realiseren ons dat we een ambitieus teamplan hebben opgesteld. Vorig jaar hebben we al start gemaakt om, met name, op het gebied van kwaliteitszorg het CSE te verbeteren. Kwaliteitsverbetering beperkt zich niet tot uitsluitend goede examenopbrengsten, maar is vooral een verbetering die we nastreven in de gehele breedte van ons onderwijs. Naast de topsportcultuur, moet er ook een cultuur ontstaan zodat leerlingen ook op het gebied van hun onderwijsprestaties het beste in zichzelf naar boven willen halen. Om dit te bewerkstelligen kunnen we een beroep doen op de inzet van de bevlogen collega’s van het CSE die samen met de leerlingen zich niet in de spreekwoordelijke spagaat moete laten dwingen. Het CSE concept moet uitgroeien tot een ambitieuze omgeving waarbij zowel trainers als docenten leerlingen/sporters prikkelen zelf actief en verantwoordelijk te zijn om een maximaal resultaat te boeken. Wanneer leerlingen/sporters moeite hebben om zelf deze verantwoordelijkheid te nemen is het de taak van de medewerkers van het CSE de leerlingen hierin te begeleiden of te sturen.

Evaluatie van het teamplan vindt plaats in het team en met directie. Tussenevaluatie in januari 2016 en eind evaluatie in juni 2016. De uitkomst van de evaluatie dient als uitgangspunt voor teamplan 2016-2017.


Teamplan OBC

2015/2017

Visie van het onderbouwteam centrum Thomas a Kempis College: 





Het onderwijs van het onderbouwteam is gebaseerd op de overtuiging dat onze leerlingen unieke en waardevolle individuen zijn. Hierbij hebben we de overtuiging dat ze bewust leren en zich ontwikkelen binnen hun eigen ik. Het team begeleidt de leerlingen in dit proces. Als onderbouwteam willen we leerlingen uitdagen om in beweging te komen waardoor leerlingen zich kunnen ontwikkelen en kunnen gaan groeien. Dat betekent dat we ze willen uitdagen tot persoonlijke ontwikkeling, nieuwsgierigheid en een open houding. Docenten van het onderbouwteam kiezen er voor de leerlingen te ontmoeten vanuit betrokkenheid en betrouwbaarheid. Docenten zijn vakbekwame professionals die vanuit een omgevingsbewuste houding open staan voor leerlingen, ouders, collega’s en andere betrokkenen.

De hierboven vermelde visie bepaalt ons gedrag als docenten, als team. Het effect van ons gedrag op de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen is: 1.) Dat onze leerlingen op niveau zijn eind leerjaar twee, zodat ze op een goede manier richting leerjaar drie kunnen; 2.) Dat naast kennis en cognitie we onze leerlingen ook de nodige vaardigheden meegeven; 3.) Dat we een bijdrage leveren aan de identiteitsontwikkeling van onze leerlingen; 4.) Dat we onze leerlingen leren, leren van en met elkaar; 5.) Dat we van elke ‘klas’ een groep maken (de nadruk ligt op samen). Bovenstaande opbrengsten van ons handelen zijn zo concreet mogelijk vertaald naar de volgende beleidslijnen:    

opbrengst gericht werken professionaliseren in een lerende cultuur een ambitieuze leeromgeving en sfeer onderwijskundige ontwikkeling

Bepaalde beleidslijnen overlappen elkaar (vanzelfsprekend). Daarbij is er gekozen voor een vertaling op drie niveaus: IK, IK en de ANDER en IK en de TOEKOMST. Dat geldt overigens niet voor de beleidslijn een ambitieuze leeromgeving en sfeer. Deze is namelijk voorwaardelijk.


Opbrengst gericht werken Het resultaat van ons gedrag moet zijn: Ik De leerling kan de uniforme planners lezen en toepassen. De leerling kan de overgangsnormen lezen en toepassen op zijn/haar eigen resultaten. De leerling komt zelf terug op gemaakte afspraken in het voortgangsgesprek, dit betekent: -

De mentor begeleidt het traject van de leerling van docent gestuurd naar leerling gestuurd.

Wij willen de leerling maatwerk bieden. Dit betekent: dat we voortdurend met de leerling in gesprek zijn en daar waar nodig hen bedienen op zijn/haar wens hierbij maken we gebruik van mentor/ vakdocent/ zorg coördinatoren/ Loot/ extern/ HP coaches. De leerling beheerst de volgende vaardigheden: -

Studievaardigheden: hierop worden de volgende interventies toegepast het uitzoeken van leerstijlen, hoe komt een leerling tot leren en hoe leer je leren (zie bijlage 1); ICT vaardigheden; Presentatie- en werkstukvaardigheden.

De leerling is zelfstandiger, mondiger, gedraagt zich volwassener en aanspreekbaar op zijn/haar gedrag.

Ik en de ander Een leerling beheerst de volgende sociale vaardigheden (zie bijlage 2) waarin samenwerken met anderen een belangrijk element is. De leerlingen durven elkaar aan te spreken op het gedrag van de ander en zijn aanspreekbaar op het eigen handelen.

Ik en de toekomst De leerling werkt op een niveau wat bij hem/haar de beste kans geeft op diplomering op dat niveau (dit wordt zichtbaar door cijfers/verwachtingsgesprekken/mentorgesprekken). De leerling heeft een helder beeld van de (vakkenpakket) keuzemogelijkheden en kan een keuze maken.


Professionaliseren in een lerende cultuur (gericht op collega’s) Het resultaat van ons gedrag moet zijn:

Ik De docent heeft een actieve en open leerhouding wat vastgelegd is een POP en welke besproken wordt met de teamleider. De docent is zelfstandig, gaat de professionele dialoog aan, gedraagt zich volwassen (TA) en is aanspreekbaar op zijn/haar gedrag. De docent houdt zich ten allen tijde aan gemaakte afspraken: Indien een afspraak niet nagekomen kan worden ligt de verantwoordelijkheid voor het in overleg gaan bij de collega in kwestie.

Ik en de ander De docent neemt deel aan collegiale visitatie. Een nieuwe collega wordt begeleid door een teamlid. De docent geeft aan wat zijn/haar kwaliteiten zijn en wordt hierop ingezet. Collega’s bevragen elkaar ook op deze kwaliteiten en denken hierin mee. De collega’s durven elkaar aan te spreken op het gedrag van de ander en zijn aanspreekbaar op het eigen handelen.

Ik en de toekomst De docenten in het team zijn team -en taakvolwassen op het niveau van M3 (zie bijlage 3)


Een ambitieuze leeromgeving en sfeer Voorwaarden:              

Verwachtingsgesprek >> van binnenkomst tot uitstroom onderbouw We spreken leerlingen aan op hun intrinsieke motivatie Mentoraat >> Social media/ ik en de maatschappij/wereld-godsdiensten/ verantwoordelijkheidsgevoel / wie ben ik Ouderbetrokkenheid Groepsvorming (waarden en normen) Voorbeeldgedrag van docenten Inspiratiemoment bij elk teamoverleg Teambuilding Activiteiten >> buitenschoolse projecten / introductieperiode Activiteitenweek>> meelopen ouders/kamp/workshopdag/talendorp Vieringen Kerst/Pasen/(Allerzielen) Lief en leed Gezonde leefstijl >> duurzaamheid ICT

De voorwaarden zijn uitgewerkt in bijlage 4.


Onderwijskundige ontwikkeling Het resultaat van ons gedrag moet zijn:

Ik De leerling legt gedurende de onderbouw periode een portfolio aan (zie bijlage 5). Deze bevat ten minste de volgende elementen: -

vastleggen voortgangsgesprekken en rapporten vastleggen welke vaardigheden verworven zijn bevat een zelfreflectie (verslag wie ben jij) leren van en met elkaar een groepsopdracht waar ben je trots op

Ik en de ander De docenten houden een klassenbespreking. Mentoren maken een röntgenfoto van de mentorgroep.

Ik en de toekomst    

College route (LOB) Academische route (WEVO) Wij in 2025 Teamvergadering op thema


Taken Om dit binnen het team vorm te geven worden er 3 coördinatoren aangesteld om proces/procedure en inhoud te bewaken en afstemming te hebben met team en teamleider te hebben.      

Coördinator mentoraat leerjaar 1 Coördinator mentoraat leerjaar 2 Coördinator portfolio iCoach Leren van en met elkaar Coördinator zorg

De bovenstaande bijlagen worden ingevuld door de hierboven aangegeven coördinatoren.


De ambities die we in het komende schooljaar een stap verder willen helpen, luiden als volgt:

Opbrengstgericht werken In de hele organisatie denken en werken collega’s en leerlingen in toenemende mate opbrengstgericht. Opbrengstgericht werken: Je weet waarom je iets doet, wat je doet en hoe je dit wilt bereiken. Je kijkt ook terug of je dit hebt bereikt, dan weet je wanneer je tevreden bent en ook hoe je weet dat je tevreden bent.









LWP-upgrade (werkend-wijs): De samenwerking met vervolgopleidingen, het werkend-wijs traject, moet meer op maat gemaakt voor de leerling. Het moet krachtiger en de communicatie met de vervolgopleiding moet beter. Tevens moet er gaande weg het jaar worden nagedacht over het vervolg in leerjaar 4. o Verantwoordelijkheid: Ina Hiehle BetaPlatfom TaK: Scholing voor collega’s en betekenisvol beta-onderwijs ontwikkelen voor leerlingen. Voor exacte ontwikkelagenda: zie documentatie BetaPlatform o Verantwoordelijkheid: Jacco Dankers Planners: Dit blijft een punt van aandacht. In de loop van het jaar het gesprek (opnieuw) aangaan over het belang van een planner (onderwijskundig gezien), en wat dat dan betekent voor de vorm van een planner o Verantwoordelijkheid: Gijs van Andel ICT en didactiek: Dit jaar gericht de collega’s meenemen in de mogelijkheden om juist via de ICT herhaling en verrijking mogelijk te maken binnen een vak. Start met studieochtend 13 oktober. Vanuit deze studiedag de inzet van ICT om differentiatie vorm te geven stimuleren en volgen. Voor exacte ontwikkelagenda: zie documentatie iCoaches. o Verantwoordelijkheid: iCoaches.

Professionaliseren in een lerende cultuur Het voeren van de professionele dialoog in een daarbij passende cultuur is een permanent aandachtspunt. De open dialoog in welke situatie dan ook enerzijds en het werken met leergemeenschappen anderzijds vormen hiervoor de basis.



Pilot 3HV: Betere aansluiting onderbouw-bovenbouw en leerlingen beter Schoolbeleidsplan 2015-2016

voorbereid op de juiste plek. Voor exacte ontwikkelagenda: zie documentatie pilot. o Verantwoordelijkheid: Gijs van Andel en Emiel Löhr  Leerlijnen mentoraat opstellen. Het ontwikkelen van de leerlijnen moet een hogere basiskwaliteit mentoraat voor collega’s en meer duidelijkheid en voorspelbaarheid voor leerlingen en ouders genereren. Voor exacte ontwikkelagenda: zie documentatie projectopzet. o Verantwoordelijkheid: Rita Brink Een ambitieuze leeromgeving en sfeer Leerlingen en collega’s zijn ambitieus en leergierig. We willen excelleren! Niet alleen in cognitieve prestaties maar ook in gedrag.







Basiskwaliteit les op TaK formuleren. Om de kwaliteit van het onderwijs / de lessen robuuster te maken, gaat een werkgroep formuleren hoe goed onderwijs / een goede les op het TaK eruit ziet. In 2016-2017 zal dit het uitgangspunt zijn voor het onderwijs /de lessen op het TaK. Dit komt het opbrengstgericht werken ten goede en geeft nieuwe collega’s houvast om binnen de structuur van het TaK te werken. o Verantwoordelijkheid: Gijs van Andel en Rita Brink Gesprekkencyclus leerling-mentor(-ouders) opstellen. In de onderbouw wordt er al structureel een ontwikkelingsgesprek met elke leerling en zijn ouders gevoerd. De bovenbouw moet hier op een passende manier op aansluiten. Lopende het schooljaar gaan we de vorm en inhoud ontwerpen. De uitvoering is in 2016-2017. o Verantwoordelijkheid: Gijs van Andel Leren van en met elkaar. Voortbordurend op de evaluatie van afgelopen jaar zetten we de volgende stap in het leren van en met elkaar. Voor de exacte ontwikkelagenda: zie documentatie Leren van en met elkaar. o Verantwoordelijkheid: Emiel Löhr

Onderwijskundige ontwikkeling Onderwijskundige ontwikkeling is noodzakelijk om het verschil te maken voor leerlingen en ze daadwerkelijk ‘toekomstbestendig’ (zie startnotitie Leerroutes) af te leveren.





De Nederlandse School (dNS): Er zijn drie collega’s gestart met dNS. Als opdracht hebben zij meegekregen om dit jaar (adhv de opleiding) te onderzoeken op welke manier je persoonlijk leerroutes voor leerlingen kunt vormgeven binnen, naast of in plaats van de bestaande structuur. o Verantwoordelijkheid: Martijn Nass en Barbara Hartman Kok Mentoraat-decanaat-LOB ontwikkeling: Het gesprek is vorig jaar opgestart over Schoolbeleidsplan 2015-2016

de rol van de decaan en de vormgeving van LOB. Dit moet concreet gemaakt worden in combinatie met het ontwikkelen van een leerlijn mentoraat (uitvoeren 2016-2017) o Verantwoordelijkheid: Yvonne van Staalen


Teamplan JenaXL 2015-2016 Bij de afronding van schooljaar 2014/2015 heeft team JenaXL vastgesteld dat rond veel van de speerpunten uit het teamplan 2014-2015 flinke voortgang is geboekt. De uitkomsten van het traject met het CPS, de data uit het kwaliteitszorgtraject en de examenresultaten laten daarover geen misverstand bestaan. Punten om op te pakken en creatieve ideeën voor verbeteracties zijn er ook genoeg.2 Maar – en dit is duidelijk een winstpunt van het gevolgde CPS traject – hier werd direct bij opgemerkt dat alles te gelijk aanpakken niet effectief is en we dus keuzes moeten maken. Om optimaal te profiteren van de door het MT ingezette activiteiten op eenheidsniveau is het belangrijk om hierbij goed aan te sluiten bij de speerpunten uit het SchoolBeleidsPlan van de directie. Met bovenstaande in het achterhoofd kiest team JenaXL voor het teamplan voor schooljaar 2015-2016 de volgende speerpunten: 



2

Personeel en organisatie In de loop van 2014/15 is duidelijk geworden dat dit een belangrijk speerpunt moet zijn voor JenaXL. Het gaat hierbij om een aantal samenhangende ontwikkelingen: Vanuit het CPS traject is naar worden gekomen dat het aansluitprobleem onderbouw/bovenbouw voor een belangrijk deel ook een probleem is van het meenemen van de gastdocenten in de ontwikkeling van JenaXL. Er worden nu vanaf jaar drie en hoger te veel instructies gegeven waarin weinig jenaplan didactiek en pedagogiek aanwezig is. Bovendien is het voor de gastdocenten moeilijk aansluiten omdat ze onvoldoende zicht hebben op het startpunt van de leerlingen na jaar 2. Om dit punt aan te pakken zijn twee dingen nodig: een inleiding in het jenaplan voor onze gastdocenten. Hiertoe is vanuit het CPS traject een plan gemaakt dat in de loop van 15/16 moet worden geëffectueerd. Voorwaarde voor bovenstaande is dat een deel van de “praktische werkmiddagen” op de jaarlijn van de eenheid hiervoor worden gereserveerd. Ook vanuit het CPS traject komt het punt: meer planmatig/voorspelbaar werken. Onze klanten vragen daarom. Dat betekent dat we ons als team strakker aan onze eigen planning moeten leren houden bij het voorbereiden en vooral ook het communiceren van activiteiten. Ook hier ligt een plan dat geïmplementeerd moet worden. Verder is in het team vastgesteld dat we veel kunnen leren van elkaar, een punt dat ook de inspectie heeft benadrukt. Maar dat de collegiale visitatie / leergemeenschappen in de praktijk niet altijd voldoende prioriteit krijgt. Ook dat is een kwestie van plannen en organiseren en ons dan aan de planning houden. Vergroten naamsbekendheid – verbetering imago - verbetering klanttevredenheid – grotere instroom Het vergroten van de instroom lijkt deels een kwestie van betere PR maar is ook een kwestie van zorgen dat leerlingen en ouders met passie en enthousiasme over JenaXL

Zie Teamplan JenaXL 2014-2015 - evaluatie Schoolbeleidsplan 2015-2016

praten. Dat betekent dat wij moeten zorgen voor aansprekende activiteiten en goed onderwijs met een duidelijke meerwaarde – ook in de bovenbouw.  Betere aansluiting onder- en bovenbouw. Vanuit verschillende bronnen is duidelijk dat leerlingen de overgang van 2 naar 3 als te groot ervaren en dat zowel ouders als leerlingen over het aanbod in jaar 3 en hoger minder tevreden zijn. Om dit probleem aan te pakken willen we doorzetten waar we in 2014/15 mee begonnen zijn:  een serie verbeteracties die moeten zorgen dat de leerlingen na jaar 2 beter zijn voorbereid op de bovenbouw: dat ze meer hebben geleerd op het gebied van studiehouding en studievaardigheid en dat vooral de havo en vwo leerlingen meer zijn gewend aan een hogere studielast en inhoudelijk beter zijn voorbereid.  acties die moeten zorgen voor een versterking van het jenaplan profiel en stamgroep-gevoel in jaar 3 en hoger. Aanpassing in de personele bezetting van jaar drie en betere aansluiting van de gastdocenten bij het team en de visie van JenaXL. Hiernaast ontwikkelen we duidelijkere instructies voor het kringgesprek in de bovenbouw, een meer op reflectie en persoonlijke kwaliteiten/leer- en ontwikkelpunten gericht PWS/Sectorwerkstuk, en werken we aan een versterking van het LOB traject en het portfolio gebruikt.  Portfolio doorontwikkelen Vanaf de start van JenaXL heeft portfolio op de agenda gestaan binnen de onderbouwstamgroepen. Hiernaast werkten we met een gesprekkencyclus opbasis van rapportage: cijfers, observaties en woordrapport. Gedurende 15/16 willen we en Voor de hele school willen we het portfolio stevig doorontwikkelen tot de rode draad waaraan de cyclus van voortgangsgesprekken en het LOB traject in de bovenbouw is opgehangen. Dit moet helpen om de leerlingen meer zelfsturend te maken en de doorlopende (Jenaplan) lijn van onder- naar bovenbouw te versterken.


Schoolbeleidsplan. Thomas van der Staak en Gerdien Pastink. Wat gunnen we onze leerlingen en wat betekent dat voor ons handelen?

Recommend Documents