School-, stage- en examenreglement, , pg 2

School-, stage- en examenreglement, 2015-2016, pg 2

Beste student, Welkom op onze school voor verpleegkunde! Een speciale welkom aan de nieuwe studenten. Jullie hebben er recent voor gekozen om verpleegkundige te worden. In naam van al onze personeelsleden wens ik jullie van harte proficiat met jullie studie- en beroepskeuze. Welkom aan de ‘oudere’ studenten die de moed hebben opgebracht om op ‘latere’ leeftijd te starten met de opleiding verpleegkunde. Welkom ook aan de studenten die hun studie elders zijn begonnen en bij ons aansluiten in de loop van hun opleiding. En vanzelfsprekend ook een hartelijke welkom aan de studenten die zich hier al thuis voelen! Het beroep van verpleegkundige is een beroep met toekomst! Zowel de razendsnelle technologische ontwikkeling in de acute sector enerzijds als de zorg voor de steeds groter wordende groep van hoogbejaarden en chronisch zieken anderzijds stelt de sector van de gezondheidszorg voor grote uitdagingen. Toch is kiezen voor verpleegkunde niet evident in een samenleving die materieel comfort en persoonlijk gewin op de voorgrond plaatst. In de verpleegkunde staat immers de zorg voor de kwetsbare medemens centraal. Als verpleegkundige treed je binnen in het leven van mensen, op kritische of bijzondere momenten. En vaak maak je het verschil. Het is een beroep dat veel van jou vraagt, maar waar je ook ontzettend veel voor terugkrijgt. In onze school willen wij verpleegkundigen opleiden die de zorg voor de patiënt op een technisch én menselijk verantwoorde manier op zich kunnen nemen. Daarom besteden we in


de les en op stage zowel aandacht aan de noodzakelijke technische vaardigheden als aan de onontbeerlijke sociale vaardigheden die nodig zijn voor een zorg waarin de patiënt als mens centraal staat. We stellen ons als doel om jouw beginnende motivatie als student uit te bouwen tot een deskundige gedrevenheid die jou een hele loopbaan lang kan inspireren… In deze brochure vind je het school-, stage- en examenreglement waarin de regels zijn weergegeven die we willen respecteren in ons dagelijks samen leven en werken. Het zijn klare afspraken om de goede geest in onze schoolgemeenschap en op stage te bevorderen. Ik wens je een boeiend jaar toe. Dat we het goed mogen hebben samen! Mede namens alle personeelsleden van de school

Katrien Staessens Directeur

Dit school-, stage- en examenreglement wordt aan de student ter ondertekening voorgelegd. Leuven, 1 september 2015


Inhoud Welkom

3

Inhoud

5

Vooraf

9

Deel I: Pedagogisch project

10

1.1 Opdrachtverklaring van het Sint-Franciscusinstituut voor

11

verpleegkunde Leuven 1.2 Het Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven

12

als geloofsgemeenschap 1.3 Het Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven

13

als opvoedings- en leefgemeenschap Deel II: Reglement

14

2.1 Inschrijving als regelmatige student

15

2.1.1 Eerste inschrijving en herbevestiging van inschrijving

15

2.1.2 Studieaanbod met toelatings-en overgangsvoorwaarden

15

2.1.3 Toelatingsvoorwaarden voor de instapprocedure 18+ en procedure studieduurverkorting

17

2.1.3.1 Instapprocedure 18+

17

2.1.3.2 Procedure studieduurverkorting

17

2.1.4 Taalniveau Nederlands

17

2.1.5 Vrije student

18

2.1.6 Onderwijsactiviteiten, les- en stagespreiding, vakantie- en verlofregeling

18

2.1.6.1 Onderwijsactiviteiten

18

2.1.6.2 Les- en stagespreiding, vakanties en verlofregeling

20

2.1.7 Kosten verbonden aan de opleiding

20

2.1.7.1 Een toelichting bij de bijdrageregeling

20

2.1.7.2 Inschrijvingsgeld

21

2.1.7.3 Studieboeken en studiemateriaal

21

2.1.7.4 De betaling

21

2.1.7.5 Vervoer van en naar stageoorden

22

2.1.7.6 Dienstkledij

22

2.1.7.7 Maaltijden

22 School-, stage- en examenreglement, 2015-2016, pg 5

2.1.7.8 Studietoelage

22

2.1.8 Geneeskundig toezicht

23

2.2 Studiereglement

24

2.2.1 Aanwezigheid – regelmatige student

24

2.2.2 Afwezigheid

24

2.2.2.1 Gewettigde afwezigheden

24

2.2.2.2 Attestering van de gewettigde afwezigheden

26

2.2.2.3 Praktische afspraken i.v.m. aan- en afwezigheden tijdens lesperiodes

27

2.2.2.4 Ongewettigde afwezigheden

28

2.2.2.5 Algemeen overzicht: wat te doen bij afwezigheden

29

2.2.2.6 Spreiding van het lesprogramma

30

2.2.2.7 Problematische afwezigheden

30

2.2.2.8 Stopzetting studies in onze school

30

2.2.3 Persoonlijke documenten

30

2.2.3.1 Mededeling studievorderingen

30

2.2.3.2 Bijhouden van persoonlijke documenten

30

2.2.4 Begeleiding bij je studies

31

2.2.4.1 De moduleverantwoordelijke

31

2.2.4.2 Studentenbegeleiding

31

2.2.4.3 Begeleidende klassenraad

32

2.2.5 De evaluatie

32

2.2.5.1 Permanente evaluatie

32

2.2.5.2 De eindevaluatie

37

2.2.6 De deliberatie op het einde van de module

38

2.2.6.1 Samenstelling, bevoegdheid en werking van de delibererende klassenraad

38

2.2.6.2 Deliberatiebeslissing, motivering en advies

40

2.2.7 Mededeling van de evaluatieresultaten

41

2.2.7.1 Proclamatie

41

2.2.7.2 Bespreking en schriftelijke mededeling van de evaluatieresultaten

41

2.2.7.3 Studiebekrachtiging

41

2.2.8 Betwisting van de beslissing van de klassenraad

42

2.3 Stagereglement

45

2.3.1 Visie op stage en leren

45

2.3.2 Raamovereenkomst en individuele stageovereenkomst

45


2.3.3 Opleidingsovereenkomst of arbeidsovereenkomst?

46

2.3.4 Medisch onderzoek

47

2.3.5 Beroepsgeheim

47

2.3.6 Stageplanning en stageplaatsen

47

2.3.6.1 Stageplanning

47

2.3.6.2 Stageplaatsen

48

2.3.7 Stagebegeleiding vanuit de school

49

2.3.8 Stagebegeleiding vanuit de stageplaats

49

2.3.9 Stage-uren, inhaalstage

50

2.3.9.1 Stage-uren

50

2.3.9.2 Praktische afspraken i.v.m. aan- en afwezigheden tijdens de stageperiode

50

2.3.9.2 Stage versus inhaalstage

51

2.3.10 Stagedocumenten

51

2.3.10.1 Bewaren van stagedocumenten gedurende de hele opleiding

51

2.3.10.2 Stagemap per schooljaar

51

2.3.10.3 Stageverslagen

52

2.3.10.4 Stage-urenstaat

52

2.3.10.5 Groeiboek stage

52

2.3.11 Kosten verbonden aan de stage

53

2.3.11.1 De stagiair en zijn dienstkledij

53

2.3.11.2 Verplaatsing

53

2.3.11.3 Maaltijden

53

2.3.12 Beoordeling van de stage

54

2.3.13 Spreiding van het stageprogramma

54

2.3.13.1 Zwangerschap

54

2.3.13.2 Medische reden

54

2.3.14 Vroegtijdig beëindigen van de stageovereenkomst

55

2.3.14.1 Reden van voortijdig beëindigen van de stage op initiatief

55

van de directeur 2.3.14.2 Reden van voortijdig beëindigen van de stage op initiatief

55

van de stagegever 2.3.14.3 Procedure bij voortijdig beëindigen van de stage

55

2.3.15 Ongeval en verzekering

56

2.3.15.1 Ongeval op de stageplaats

56

2.3.15.2 Ongeval op de weg van en naar de stageplaats

57


2.3.15.3 Ongeval of materiële schade op de stageplaats

57

2.4 Orde- en tuchtreglement

58

2.4.1 Concrete afspraken en regels op school

58

2.4.1.1 Omgangsvormen

58

2.4.1.2 Gebruik van gemeenschappelijke lokalen

59

2.4.1.3 Verzekering

60

2.4.1.4 Mediatheek

61

2.4.1.5 Gebruik van de computers in de computerklas en van het

62

elektronisch leerplatform Smartschool 2.4.1.6 Gezondheid, veiligheid en welzijn

63

2.4.1.7 Privacy

65

2.4.2 Orde- en tuchtmaatregelen

66

2.4.2.1 Begeleidende maatregelen

66

2.4.2.2 Ordemaatregelen

66

2.4.2.3 Tuchtmaatregelen

67

Deel III: Informatie

71

3.1 Wie is wie?

72

3.2 Jaarkalender: vakantieperiodes en vrije dagen

78

3.3 Administratief dossier van de student

80

3.4 Persoonlijke studie

80

3.5 Ondersteuning bij studieproblemen en/of persoonlijke problemen

81

3.5.1 Begeleiding in overleg

81

3.5.2 Discretieplicht en beroepsgeheim

81

3.5.3 Een studentendossier

81

3.6 Studenten als vrijwilligers

82


Vooraf

Dit schoolreglement bestaat uit drie delen. Het eerste deel omvat ons pedagogisch project. Het tweede deel bevat o.m. het studiereglement, het stagereglement en het ordeen tuchtreglement. In deel drie is informatie opgenomen over diverse onderwerpen. Dat derde deel maakt strikt genomen geen deel uit van het schoolreglement, maar sluit er wel nauw bij aan. De volledige tekst werd overlegd in de inrichtende macht (verder het schoolbestuur genoemd) na raadpleging van de schoolraad. Bij de inschrijving in de school gaat de cursist (verder de student genoemd) akkoord met het volledige schoolreglement. Als de student minderjarig is, is ook het akkoord van de ouders noodzakelijk. Soms kan het nodig zijn dat de school het schoolreglement in de loop van het schooljaar wijzigt. Wanneer de school wijzigingen wil aanbrengen in het eerste en tweede deel is er een nieuw akkoord van de student (of zijn ouders) vereist. Voor wijzigingen aangebracht aan de informatie opgenomen in het derde deel is er geen nieuw akkoord noodzakelijk. De student verbindt zich ertoe het schoolreglement te lezen, ermee akkoord te gaan en het na te leven.


Deel I - Pedagogisch project


1.1 Opdrachtverklaring van het Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven Kansen krijgen, doet groeien Onze school wil vanuit een christelijke visie gegradueerde verpleegkundigen vormen die bij het afstuderen de competenties behalen die horen bij het ‘functioneringsniveau van de beginnende beroepsbeoefenaar’, zoals omschreven in ons leerplan (VVKSO-LICAP-BRUSSEL D/2004/0279/050 september 2004). We beogen een onmiddellijke en ruime inzetbaarheid in het werkveld. Daarom engageren wij ons tot het realiseren van de volgende doelen: Wij vormen sociaal voelende verpleegkundigen met een menselijke en respectvolle houding, een breed referentiekader en gevoelig voor de hedendaagse actualiteit. Wij zorgen ervoor dat de opleiding voldoende breed, gespecialiseerd en beroepsgericht is, zodat je als afgestudeerde alle kansen hebt om je aan te passen aan de steeds evoluerende arbeidsmarkt. Wij geven duidelijke informatie over de inhoud van de studie en over de studiebelasting. Wij stimuleren en ondersteunen jouw eigen inbreng. Wij doorbreken vooroordelen en geven alle studenten gelijke kansen. Wij begeleiden je in groep en individueel zodat je alle leerkansen kan benutten met het oog op het afmaken van de opleiding binnen de normale studieduur. Wij geven je een waardengerichte vorming. Wij stimuleren je tot een blijvende leerhouding. Dit vormings- en opvoedingsproject willen wij realiseren door: - de student centraal te stellen - de onderwijsactiviteiten optimaal te organiseren - een gunstig klimaat te creëren, waarin iedereen samenwerkt vanuit onderlinge waardering, openheid, vertrouwen en respect - de medewerkers te stimuleren tot permanente professionalisering - voorbeeldgedrag te tonen, gebaseerd op een duidelijke visie maar met persoonlijke flexibiliteit - ons open te stellen voor de multiculturele wereldgemeenschap, in de overtuiging dat hieruit kansen op verrijking groeien - ruimte te scheppen voor een authentieke beleving van ons christelijk geloof. School-, stage- en examenreglement, 2015-2016, pg 11

1.2 Het Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven als geloofsgemeenschap Geef ons dat fijne zintuig waardoor wij kunnen onderscheiden wat Gij ten diepste van ons verlangt. Franciscus van Assisi Onze school wil herkenbaar zijn als een ‘christelijke school’, waar geleefd wordt vanuit een evangelische bezieling, waar men leert samenwerken op alle vlakken en waar wederzijds respect en waardering aanwezig zijn. Niet alleen prestatie en carrière zijn belangrijk, maar ook het ontdekken en beleven van christelijke waarden. In het schoolgebeuren willen wij dit christelijk aspect door verschillende initiatieven voeden en een eigen gezicht geven. Voor elke klas worden jaarlijks ontmoetingsdagen ingericht die plaatsvinden buiten de school. Gedurende deze dagen ga je samen met je collega-studenten op zoek naar diepere waarden. De ontmoetingsdagen bieden ook een unieke kans om elkaar beter te leren kennen. De data van de ontmoetingsdagen zijn vermeld op de kalender die je vindt op het elektronisch leerplatform van de school. Binnen het schoolgebeuren worden er ook momenten voorzien om solidariteit en christelijke bewogenheid vorm te geven. Initiatief en deelname van de studenten worden hierbij sterk op prijs gesteld. Als christelijke school willen wij ons openstellen voor andere geloofsovertuigingen bij studenten. We vinden het immers belangrijk om in onze opleiding tot verpleegkundige op een constructieve manier mee te werken aan de uitbouw van een multiculturele samenleving. De inbreng van bijvoorbeeld islamitische studenten is niet alleen verrijkend voor ons persoonlijk leven, maar ook voor het ontwikkelen van onze visie op de zorg voor andersgelovige patiënten. We verwijzen hier ook naar de opdrachtverklaring van het katholiek onderwijs. De integrale tekst is beschikbaar op de website van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (http://www.vsko.be › het VSKO › opdrachten).


1.3 Het Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven als opvoedings- en leefgemeenschap Het Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven is een vrije onderwijsinstelling die in een christelijke geest wil leven en werken. De school is opgericht in de vorm van een vzw en organiseert verpleegkundig onderwijs binnen het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO), niveau 5. De school maakt deel uit van de Scholengemeenschap Katholiek Secundair Onderwijs Leuven (KSLeuven). Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband HBO5 Leuven samen met UCLeuven en de andere Leuvense HBO-partners (ACE-Groep T en CVO Sociale School Heverlee). Er wordt o.a. samengewerkt op volgende domeinen: afstemming van opleidingsprogramma, oriëntering en begeleiding van studenten, kwaliteitszorg, … Door je inschrijving in onze school verbind je je ertoe het christelijk karakter te eerbiedigen, de eruit voortvloeiende ethische implicaties na te leven en je in je gedragingen zowel binnen als buiten de schoolgemeenschap te laten leiden door eerbied voor de menselijke persoon.


Deel II – Reglement


2.1 Inschrijving als regelmatige student 2.1.1 Eerste inschrijving en herbevestiging van inschrijving Je neemt als student kennis van het pedagogisch project en het school-, stage- en examenreglement (verder het reglement genoemd) van de school. Enkel als je akkoord gaat met dat project en reglement, kan je ingeschreven worden. Indien je nog minderjarig bent, is het akkoord van minstens één van je ouders nodig. Je bent akkoord met het project en het reglement na het ondertekenen van het document ‘Ondertekening school-, stage- en examenreglement en pedagogisch project’. Eens ingeschreven in de school blijf je als student voor de duur van de volledige schoolloopbaan ingeschreven, tenzij bij definitieve uitsluiting of het stopzetten van de opleiding. De school vraagt op het einde van elke module, omwille van een goede schoolorganisatie, aan elke student wel een mondelinge herbevestiging van de inschrijving. De school heeft het recht om de inschrijving te weigeren van studenten die na een tuchtprocedure het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werden uitgesloten. De school heeft het recht om elke bijkomende inschrijving te weigeren wanneer wegens materiële omstandigheden de vooropgestelde maximumcapaciteit wordt overschreven. 2.1.2 Studieaanbod met toelatings- en overgangsvoorwaarden In onze school kan je de modulaire beroepsopleiding verpleegkunde volgen. Deze opleiding situeert zich binnen het hoger beroepsonderwijs, kwalificatieniveau 5 (HBO5) en leidt tot het diploma van gegradueerde in de verpleegkunde. De opleiding bestaat uit 5 modules, nl. Module 1: initiatie verpleegkunde Module 2: verpleegkundige basiszorg Module 3: oriëntatie geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg Module 4: oriëntatie algemene gezondheidszorg Module 5: toegepaste verpleegkunde Module 1 Om toegelaten te worden tot module 1 ‘initiatie verpleegkunde’, moet je voldoen aan één van de volgende voorwaarden: -

je hebt een diploma van het secundair onderwijs

-

je hebt een getuigschrift van het 2de jaar van de 3de graad van het beroepssecundair onderwijs


-

je hebt een certificaat van een opleiding van het secundair onderwijs voor sociale promotie of van het volwassenenonderwijs van minimaal 900 lestijden

-

je hebt een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie

-

je hebt een certificaat of diploma van het hoger beroepsonderwijs

-

je hebt een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan

-

je hebt een diploma van bachelor of master

-

je hebt een buitenlands diploma dat door het ministerie van onderwijs gelijkwaardig werd verklaard met één van de hierboven vermelde studiebewijzen

-

je bent ouder dan 18 jaar en je wordt toegelaten door een toelatingsklassenraad na het afleggen van een door de school ingerichte instaptoets (de zogenaamde instapprocedure 18+, zie 2.1.3)

Module 2 Om te starten met de module ‘verpleegkundige basiszorg’ moet je voldoen aan één van de volgende voorwaarden: -

je bent geslaagd in de eerste module (initiatie verpleegkunde)

-

je bent geslaagd in het zevende jaar thuis- en bejaardenzorg én je bent geslaagd in een door de school ingerichte instaptoets (de zogenaamde procedure studieduurverkorting, zie 2.1.3)

-

je volgde het eerste jaar hoger onderwijs, afdeling verpleegkunde of vroedkunde volledig (met inbegrip van stage) én je wordt toegelaten door een toelatingsklassenraad na het afleggen van een door de school ingerichte instaptoets (de zogenaamde procedure studieduurverkorting, zie 2.1.3).

Module 3 en module 4 De modules ‘oriëntatie algemene gezondheidszorg’ en ‘oriëntatie geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg’ kunnen in om het even welke volgorde worden gevolgd. Om in aanmerking te komen voor één van deze modules moet je voldoen aan één van de volgende voorwaarden: -

je bent geslaagd in de eerste twee modules

-

je bent geslaagd in het 1ste jaar ziekenhuis- of psychiatrische verpleegkunde van het vroegere lineair systeem

-

je bent geslaagd in het 1ste jaar hoger onderwijs, richting verpleegkunde


Module 5 De opleiding wordt afgerond met module 5 ‘toegepaste verpleegkunde’. In deze module kies je voor 1 van de volgende 4 praktijkvelden: -

psychiatrische verpleegkunde (module 5A)

-

ziekenhuisverpleegkunde (module 5B)

-

ouderenzorg (module 5C)

-

thuisgezondheidszorg (module 5D)

Tot de module ‘toegepaste verpleegkunde’ word je toegelaten als je voldoet aan één van de volgende voorwaarden: -

je bent geslaagd in de oriëntatiemodules (module 3 én module 4)

-

je beëindigde met vrucht het 2de jaar ziekenhuis- of psychiatrische verpleegkunde van het vroegere lineair systeem.

2.1.3 Toelatingsvoorwaarden voor de instapprocedure 18+ en de procedure studieduurverkorting 2.1.3.1 Instapprocedure 18+ Als je niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden (zie 2.1.2), biedt onze school je de kans om een toelatingsproef, nl. de instapprocedure 18+, af te leggen. Dit kan voor kandidaatstudenten die minimum 18 jaar oud zijn. Wordt de toelatingsproef gunstig beoordeeld door de toelatingsklassenraad, dan kan je ingeschreven worden. De toelatingsproef vindt ten laatste plaats binnen de vijf dagen nadat je met de opleiding start. 2.1.3.2 Procedure studieduurverkorting Indien je het 7de jaar thuis- en bejaardenzorg hebt behaald of het 1ste jaar verpleegkunde of vroedkunde aan een hogeschool volledig hebt gevolgd (met inbegrip van stage), kom je in aanmerking voor de procedure studieduurverkorting in het kader van de erkenning van elders verworven competenties. Indien je geslaagd bent op deze ‘instaptoets’, bekom je een vrijstelling van module 1 ‘initiatie verpleegkunde’ en kan je meteen starten in module 2 ‘verpleegkundige basiszorg’. 2.1.4 Taalniveau Nederlands Om te starten met de opleiding verpleegkunde is voldoende actieve en passieve kennis van de Nederlandse taal nodig. Dit is zowel belangrijk om de lessen te kunnen volgen als om stage te kunnen lopen. Een correcte communicatie met de patiënt op stage is immers onontbeerlijk en van levensbelang.


Ervaring wijst uit dat anderstalige kandidaat-studenten minstens een instapniveau Nederlands 2.4 behaald moeten hebben om de opleiding vlot te kunnen volgen. We verwachten van anderstalige studenten een attest van hun taalniveau dat maximum 1 jaar oud is. Wie geen attest heeft, kan gratis terecht bij het Huis van het Nederlands voor een niveaubepaling (www.huisvlaamsbrabant.be). 2.1.5 Vrije student Als je niet voldoet aan de reglementair vastgestelde toelatings- of overgangsvoorwaarden (zie 2.1.1), kan je niet worden ingeschreven. In een dergelijk geval kan je wel ingeschreven worden als vrije student. Een dergelijke inschrijving is evenwel geen recht. Ze heeft ook als gevolg dat er geen studiebewijzen kunnen worden uitgereikt. 2.1.6 Onderwijsactiviteiten, les- en stagespreiding, vakantie- en verlofregeling In het modulair systeem is de opleiding opgebouwd rond modules. Een module is een afgerond vormingspakket waarin theorie en praktijk in thema’s worden aangeboden. Stage is hierbij een onmisbare schakel. 2.1.6.1 Onderwijsactiviteiten De onderwijsactiviteiten bestaan uit: -

theoretische lessen, praktijklessen, oefenlessen, studiebezoeken, gastcolleges, begeleidingsuren in het kader van de GOA-uren (gedifferentieerde onderwijsactiviteiten) of portfolio, ontmoetingsdagen, besprekingen na een begeleidende klassenraad, opleidingsgebonden persoonlijke activiteiten (OPA-uren), …

-

de individueel of aan een groep opgelegde taken of opdrachten

-

de stages.

Voor het realiseren van deze onderwijsactiviteiten en de daaraan gekoppelde leeractiviteiten wordt een beroep gedaan op het elektronisch leerplatform Smartschool. Je krijgt voor de duur van je opleiding een stfran-mailadres toegewezen, dat gekoppeld is aan een persoonlijke toegangscode tot het leerplatform. Het grootste deel van de communicatie verloopt via Smartschool. Je bent zelf verantwoordelijk om regelmatig je elektronische correspondentie na te kijken. Indien je niet beschikt over een computer of over toegang tot het internet, neem je hierover best contact op met de onderwijscoördinator, zodat naar een oplossing kan worden gezocht.


Ontmoetingsdagen zijn verplichte onderwijsactiviteiten. De concrete planning van de ontmoetingsdagen (afhankelijk van de module 1 dag of 2 dagen mét overnachting) is bij de start van het schooljaar beschikbaar op het elektronisch leerplatform Smartschool. Afwezigheden tijdens ontmoetingsdagen moeten gewettigd worden. Voor afwezigheid wegens ziekte tijdens ontmoetingsdagen, zelfs van één dag, is een medisch attest vereist (zie punt 2.2.2.2). Bij niet-deelname aan ontmoetingsdagen mét een gewettigd afwezigheidsbewijs, wordt een bedrag van 10 euro reservatie- en administratiekosten aangerekend voor 1 dag of 20 euro voor een 2-daagse. Bij niet-deelname aan ontmoetingsdagen zonder gewettigd afwezigheidsbewijs, wordt het volledige bedrag aangerekend. Om een bredere en meer genuanceerde kijk te krijgen op de wereld van de zorg worden er jaarlijks enkele studiebezoeken georganiseerd naar ziekenhuizen, instellingen, tentoonstellingen, studiedagen, ... Studiebezoeken zijn een geïntegreerd en verplicht deel van de onderwijsactiviteiten. Daarom wordt er aan elk studiebezoek een opdracht gekoppeld. Deze studiebezoeken kunnen ook plaatsvinden op dinsdagnamiddag. Afwezigheden tijdens studiebezoeken moeten gewettigd worden. Voor afwezigheid wegens ziekte, zelfs van één dag, is voor deze activiteiten een medisch attest vereist (zie punt 2.2.2.2). Bij niet deelname aan studiebezoeken mét gewettigd afwezigheidsbewijs, wordt 1/3 van de inkom- en verplaatsingskosten aangerekend als reservatie- en administratiekosten. Bij niet deelname zonder gewettigd afwezigheidsbewijs, wordt het volledige bedrag van het studiebezoek aangerekend. Tijdens lesperiodes is de dinsdagnamiddag in principe lesvrij. Voor studenten uit elke module kunnen er op dinsdagnamiddag verplichte schoolgebonden activiteiten worden aangeboden in het kader van OPA-uren (opleidingsgebonden persoonlijke activiteiten, zie 2.1.6.1). Deze activiteiten behoren tot het curriculum (studieprogramma). Ze worden aangekondigd bij de start van de module of de cluster. Dezelfde regels rond aan- en afwezigheid als tijdens andere onderwijsactiviteiten zijn hier van toepassing. Zo worden er voor de studenten uit module 5 op dinsdagnamiddag 3 verplichte bijscholingen rond actuele verpleegkundige of medische onderwerpen georganiseerd, als onderdeel van het curriculum. Van de studenten in module 5 wordt verwacht dat ze naast deze 3 georganiseerde bijscholingen, nog 3 zelf gekozen bijscholingen volgen.


Hieronder wordt het lesrooster gepresenteerd.

LESROOSTER 1

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Lesblok 1

8.00-9.40u

8.00-9.40u

8.00-9.40u

8.00-9.40u

8.00-9.40u

Pauze

9.40-10.00u

9.40-10.00u

9.40-10.00u

9.40-10.00u

9.40-10.00u

Lesblok 2

10-11.40u

10-11.40u

10-11.40u

10-11.40u

10-11.40u

Middagpauze

11.40-12.30u

Lesvrij

Lesvrij

11.40-12.30u

11.40-12.30u

Lesblok 3

12.30-14.10u

12.30-14.10u

12.30-14.10u

Pauze

14.10-14.20u

14.10-14.20u

14.10-14.20u

Lesblok 4

14.20-16u

14.20-16u

14.20-16u

2.1.6.2 Les- en stagespreiding, vakanties en verlofregeling Bij de aanvang van het schooljaar krijg je via het elektronisch leerplatform Smartschool toegang tot de schoolkalender met het studieprogramma voor jouw modulair traject. Hierop vind je de onderwijsactiviteiten, de les- en stagespreiding, de toetsen vakantieperiodes. Module 1 en 2, resp. ‘initiatie verpleegkunde’ en ‘verpleegkundige basiszorg’, omvatten elk minstens 18 weken, waarvan 4 weken stage in module 1 en 8 weken stage in module 2. Module 3, ‘oriëntatie geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg’ heeft een duur van minstens 18 weken, waarvan 8 weken stage, nl. 4 weken in de geestelijke gezondheidszorg en 4 weken in de ouderenzorg. Module 4, ‘oriëntatie algemene gezondheidszorg’ duurt 18 weken, waarvan 8 weken stage, nl. 4 weken op een medische dienst en 4 weken op een heelkundige dienst. Module 5 omvat minstens 36 weken en bestaat uit 20 lesweken en 16 stageweken (waarvan een 2-daagse deelname aan het zorgethisch lab sTimul). 2.1.7 Kosten verbonden aan de opleiding 2.1.7.1 Een toelichting bij de bijdrageregeling Als bijlage bij dit schoolreglement (zie Smartschool) vind je een lijst met financiële bijdragen die van de student kunnen worden gevraagd. Die lijst bevat zowel verplichte als niet verplichte uitgaven.


-

Verplichte uitgaven zijn uitgaven die je zeker moet doen, bijvoorbeeld het betalen van schoolboeken, kopieën,…

-

Niet-verplichte uitgaven zijn uitgaven voor zaken die je niet verplicht moet aankopen of activiteiten waar je niet verplicht aan moet deelnemen, maar als je dergelijke aankopen doet of deelneemt aan deze activiteiten, dan moet je er wel een bijdrage voor betalen.

Voor sommige posten vermeldt de lijst vaste prijzen, voor andere posten zijn enkel richtprijzen vermeld. Bij een vaste prijs ligt het bedrag dat je voor die post moet betalen vast. Van die prijs zal het schoolbestuur niet afwijken. Voor sommige posten kent het schoolbestuur de kostprijs niet op voorhand. Zij geeft voor die posten richtprijzen mee. Dat betekent dat het te betalen bedrag in de buurt van de richtprijs zal liggen, het kan iets meer maar het kan ook iets minder zijn. Het schoolbestuur baseert zich voor het bepalen van de richtprijs op de prijs die de zaak of de activiteit vorig schooljaar kostte. Deze bijdrageregeling werd overlegd in de schoolraad. 2.1.7.2 Inschrijvingsgeld In onze school moet je geen inschrijvingsgeld betalen. 2.1.7.3 Studieboeken en studiemateriaal Eind augustus of eind januari/begin februari wordt een uniformen- en boekenverkoop georganiseerd door de school. Tijdens deze verkoop kan je uniformen, boeken, cursussen en oefenmateriaal aankopen die je gedurende de module nodig hebt. Je kan die dag cash of met bancontact betalen. Daarnaast krijg je een factuur per module waarin bijkomende kosten voor cursussen, stagedocumenten, verpleegkundig oefenmateriaal, extra kopieën, ontmoetingsdagen en studiebezoeken worden aangerekend. Bij niet-deelname aan ontmoetingsdagen en studiebezoeken worden reservatie- en administratiekosten aangerekend volgens de afspraken die vermeld zijn in de bijlagelijst met financiële bijdragen (zie ook 2.1.6.1). 2.1.7.4 De betaling De school bezorgt één schoolrekening per module. We verwachten dat deze afrekening tijdig (binnen 14 dagen na verzending (poststempel)) en volledig wordt betaald.


Bij betalingsmoeilijkheden Indien je problemen ondervindt met het betalen van de schoolrekening, kan je contact opnemen met de directeur. We zoeken dan samen, in overleg, naar een oplossing. Het is de bedoeling dat er afspraken worden gemaakt over een aangepaste manier van betalen. Wij verzekeren uiteraard een discrete behandeling van de vraag. Bij wanbetaling Indien we vaststellen dat de schoolrekening geheel of gedeeltelijk onbetaald blijft zonder dat er financiële problemen zijn of omdat de gemaakte afspraken niet worden nageleefd, zal de school verdere stappen ondernemen. Ook dan zoeken we in eerste instantie in overleg naar een oplossing. Indien dat niet mogelijk blijkt, kunnen we overgaan tot het versturen van een aangetekende ingebrekestelling, waarop een procedure van invordering via een incassobureau kan volgen. 2.1.7.5 Vervoer van en naar de stageplaatsen Je betaalt zelf het vervoer van en naar de stageplaatsen. 2.1.7.6 Dienstkledij Tijdens de stage draag je de voorziene dienstkledij. Via de school kan je verplegingspakken aankopen. Je dient zelf in te staan voor het wassen van de uniformen. 2.1.7.7 Maaltijden Maaltijden kan je gebruiken in de cafetaria van het regionaal ziekenhuis H. Hart Leuven aan bezoekerstarief. Tijdens de stagevoorbereiding krijg je van de stagebegeleider informatie over de maaltijdmogelijkheden op de verschillende stageplaatsen. 2.1.7.8 Studietoelage Studenten die de opleiding verpleegkunde HBO5 volgen, worden op het vlak van de regelgeving voor de studiefinanciering beschouwd als leerlingen secundair onderwijs. Voor het aanvragen van een studietoelage dien je dus een aanvraagformulier ‘de leerling in het secundair onderwijs’ in te vullen (en niet het formulier ‘de student’). Je kan online een studietoelage aanvragen op de volgende website: www.studietoelagen.be. Op deze site vind je ook alle wettelijke wijzigingen die in de loop van het schooljaar plaatsvinden.


2.1.8 Geneeskundig toezicht Omdat je een opleiding tot verpleegkundige volgt, ben je verplicht om je voor een geneeskundig onderzoek aan te bieden bij de arbeidsgeneeskundige dienst van de school. Indien je al gevaccineerd werd tegen hepatitis B, dien je de resultaten van de antistofbepalingen mee te brengen. Indien je nog geen vaccinatie kreeg, ben je verplicht dit in orde te brengen vóór je op stage kan gaan.


2.2 Studiereglement 2.2.1 Aanwezigheid – regelmatige student Je neemt vanaf de eerste schooldag deel aan alle lessen en activiteiten van de opleiding. Ontmoetingsdagen, buitenschoolse (lesvervangende) activiteiten e.d. worden als normale schooldagen beschouwd, ook als ze meerdere dagen in beslag nemen. Dat betekent dan ook dat je hieraan moet deelnemen. Je bent tevens elke schooldag tijdig aanwezig op school. Onze school voert een aanwezigheidsbeleid. Ze zal inspanningen leveren om studenten bij moeilijkheden er weer bovenop te helpen. Daarvoor verwacht de school van jou een positieve ingesteldheid. Om het officieel studiebewijs van een gevolgde module te behalen moet je een ‘regelmatige student’ zijn, d.w.z. -

je moet voldoen aan de wettelijke toelatingsvoorwaarden tot de module waarin je bent ingeschreven (zie 2.1.2)

-

je moet, behoudens in geval van gewettigde afwezigheid, het geheel van de vorming van deze module werkelijk en regelmatig volgen (zie 2.1.6.1).

De school ziet er op toe dat deze regels worden gerespecteerd. Overtredingen van de regels brengen de ‘regelmatigheid van de student’ in het gedrang, met mogelijk negatieve gevolgen voor studiebekrachtiging en kinderbijslag. 2.2.2 Afwezigheid De school moet tijdig op de hoogte gebracht worden van elke afwezigheid. Elke afwezigheid moet gewettigd worden. In sommige gevallen gebeurt dat automatisch als je de juiste documenten binnenbrengt. In andere gevallen heb je vooraf de uitdrukkelijke toestemming van de school nodig. Hiervoor moet je je wenden tot de directeur of haar afgevaardigde (onderwijs- of stagecoördinator). Indien je vooraf weet dat je onderwijsactiviteiten omwille van een gewettigde reden niet zal kunnen bijwonen, dan breng je de directeur of haar afgevaardigde hiervan op voorhand op de hoogte door middel van een geschreven en ondertekende verantwoording. 2.2.2.1 Gewettigde afwezigheden In de tabel hieronder vind je een overzicht van mogelijke redenen die gelden als gewettigde afwezigheid. Er wordt tevens aangegeven of de afwezigheid al dan niet moet worden ingehaald indien ze tijdens een stageperiode valt.


Aard van de afwezigheid

Inhalen tijdens stageperiode?

Ziekte of ongeval

Ja

Afwezigheid omwille van ziekte van een kind

Ja

Afwezigheid omwille van moederschapsverlof (max. 1 week

Ja

gewettigde afwezigheid vóór de vermoedelijke bevallingsdatum en max. 9 weken na de bevalling; de schoolvakanties schorten dit verlof niet op) Afwezigheid op de dag van begrafenis of huwelijk van bloed- of

Neen

aanverwant of iemand die bij de student inwoont. Bij overlijden familielid 1ste graad: gewettigde afwezigheid van de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis, met een maximum van 5 les- of stagedagen Bij het overlijden familielid 2de graad: gewettigde afwezigheid op de dag van de begrafenis Deelname aan een familieraad

Neen

Oproeping of dagvaarding voor een rechtbank

Neen

De onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school of

Ja

stageplaats door overmacht (vb. bij staking). Het onderworpen zijn aan maatregelen opgelegd in het kader van de

Neen

bijzondere jeugdzorg of de jeugdbescherming Het beleven van feestdagen inherent aan de door de grondwet

Neen

erkende levensbeschouwelijke overtuiging van de student Voor moslims: 1 dag voor het suikerfeest, 1 dag voor het offerfeest Voor joden: 2 dagen voor het joods Nieuwjaar, 1 dag voor de grote verzoendag, de 2 eerste dagen van het loofhuttenfeest en de 2 laatste dagen ervan (het slotfeest), 1 dag voor de kleine verzoendag, 1 dag voor het feest van Esther, 4 dagen voor het paasfeest en 2 dagen voor het wekenfeest Voor de orthodoxe kerk: (enkel voor de jaren waarin het orthodox Paasfeest niet samenvalt met het katholieke feest): Paasmaandag, 1 dag voor Hemelvaart en 1 dag voor Pinksteren Deelname aan proeven voor de examencommissie van de Vlaamse

Neen

Gemeenschap Preventieve of tijdelijke schorsing

Ja


Deelname aan stages, tornooien of wedstrijden voor wie een

Ja

topsportstatuut kreeg toegekend (maximum 40 halve lesdagen, de afwezigheid moet geattesteerd worden door de betrokken sportfederatie) – Dit geldt NIET voor de wekelijkse trainingen. Staking van docenten of mentoren (tijdens een stageperiode gaat de

Niet van toepassing

student wel op stage) Andere afwezigheden, bijvoorbeeld wegens persoonlijke redenen, moeten steeds vooraf besproken worden met de directeur of haar afgevaardigde. Zij gaat na of deze afwezigheden reglementair mogelijk zijn en zij beslist of ze al dan niet aanvaard worden. Afwezigheden om persoonlijke redenen zijn geen recht. 2.2.2.2 Attestering van de gewettigde afwezigheden Voor elke afwezigheid moet een schriftelijk bewijs worden voorgelegd. Deze bewijsstukken worden zo snel mogelijk op de receptie bezorgd uiterlijk vijf werkdagen na aanvang van de afwezigheid, zoniet ben je onwettig afwezig. a. Voor afwezigheid om medische redenen bestaan er vaste regels. -

Een medisch attest is niet nodig bij gewoon schoolverlet, d.i. een korte afwezigheid wegens ziekte van één, twee of drie opeenvolgende dagen. Voor een korte afwezigheid wegens ziekte volstaat dus een door je ouders (indien je nog minderjarig bent) of door jezelf ondertekende verklaring. Dit kan maximum vier keer per schooljaar.

-

Bij afwezigheid omwille van de ziekte van een kind wordt er wel een medisch attest verwacht.

-

Een medisch attest is ook vereist bij langdurig en veelvuldig schoolverlet: -

bij vier of meer opeenvolgende dagen afwezigheid wegens ziekte (d.i. een lange afwezigheid) zelfs als in die vier dagen eventueel één of meer vrije dagen zitten

-

na vier korte afwezigheden wegens ziekte van één, twee of drie dagen (vanaf de vijfde korte afwezigheid is dus ook voor elke bijkomende korte afwezigheid van één, twee of drie dagen een medisch attest vereist)

-

bij elke afwezigheid wegens ziekte bij permanente toetsen of bij de geïntegreerde casustoets

-

bij elke afwezigheid wegens ziekte tijdens ontmoetingsdagen en studiebezoeken.

Een medisch attest is slechts rechtsgeldig indien het is uitgereikt door een geneesheer, een geneesheer-specialist, een psychiater, een orthodontist en, in uitzonderlijke gevallen, door


een tandarts, door de administratieve diensten van een ziekenhuis of door een erkend labo. Een medisch attest wordt beschouwd als twijfelachtig in de volgende gevallen: -

het attest geeft zelf de twijfel van de geneesheer aan wanneer deze schrijft ‘dixit de patiënt’

-

de begin- en einddatum werden ogenschijnlijk vervalst

-

de datum waarop het attest is opgemaakt valt niet in de periode van afwezigheid.

Indien blijkt dat het doktersattest twijfelachtig is, kan er een tuchtprocedure volgen. Indien je omwille van eenzelfde medische behandeling meerdere malen afwezig bent op school, volstaat één medisch attest met de verschillende data. Ook bij veelvuldige afwezigheden wegens een chronische ziekte, zonder dat telkens de raadpleging van een arts nodig is, kan in samenspraak met de schoolarts één enkel medisch attest ingediend worden, dat dan bij elke afwezigheid gepreciseerd wordt. b. Voor andere afwezigheden, bijvoorbeeld door overmacht, moet zo snel mogelijk een geldend bewijsstuk kunnen worden voorgelegd dat de afwezigheid verklaart. Opgelet: -

Afspraken bij dokter of tandarts worden buiten de les- of stage-uren gemaakt tenzij in dringende gevallen.

-

Afspraken voor rijlessen of -examens worden eveneens buiten de les- of stage-uren gemaakt.

-

Afspraken voor sollicitatiegesprekken plan je eveneens niet tijdens de les- of stage-uren.

2.2.2.3 Praktische afspraken i.v.m. aan- en afwezigheid tijdens lesperiodes -

De docenten noteren de afwezigheden bij de start van de voormiddag en bij de start van de namiddag.

-

In tegenstelling tot de stage, waar een begonnen werkdag telt als een dag, wordt voor een student die er bijvoorbeeld om 8u wel is en om 12.30u niet, toch een attesteringsbriefje voor de namiddag verwacht dat telt als 1 briefje. Zoals eerder vermeld mag je maximum 4 zelf (of indien je minderjarig bent door je ouders) ondertekende verklaringen per schooljaar indienen. Je kan hiervoor de oranje standaardbriefjes gebruiken die je ontvangt bij het begin van het schooljaar. Je afwezigheden tijdens de module of cluster die je volgt van september tot januari worden dus doorgegeven naar de module of cluster die je volgt van februari tot juni.

-

Bij een onvoorziene afwezigheid moet je de receptie op dezelfde dag van de afwezigheid


telefonisch verwittigen (016/23.07.66) en dit vóór 11.40u. Afwezigheden kunnen ook via mail worden gemeld ([email protected]) maar NIET per SMS. -

Wanneer je in de loop van de dag de school verlaat, deel je dat ook mee op de receptie.

-

Wanneer je afwezig bent tijdens een permanente toets, wordt die toets altijd op het eerst volgende inhaalmoment ingehaald. Indien je afwezig bent tijdens een permanente toets zonder te verwittigen volgens de regels, wordt dit beschouwd als een ongewettigde afwezigheid en krijg je op de betreffende toets een nulkwotering! Zie ook 2.2.5.1 (‘Permanente evaluatie tijdens de lesperiode’).

-

Indien je tijdens één of meerdere lesuren voorafgaand aan een permanente toets of een inhaaltoets afwezig bent, dan kan je later op die dag geen permanente toets of inhaaltoets meer afleggen.

-

Indien je, wegens een gewettigde reden, niet kan deelnemen aan de geïntegreerde casustoets op het einde van een module, dan verwittig je de school vóór de aanvang van de geïntegreerde casustoets en bezorg je binnen de 5 werkdagen de verwachte attestering. Je neemt tevens contact op met de onderwijscoördinator, An Neven, die tijdens de periode van casustoetsen optreedt als ombudspersoon. Als je langdurig afwezig bent, beslist de directie in samenspraak met de klassenraad of, en zo ja, hoe en wanneer je de niet gemaakte casustoets(-en) kan inhalen.

-

Als je om gelijk welke reden een oefening, groepswerk of persoonlijk werk niet hebt kunnen afmaken, kan je verplicht worden dat achteraf in te halen (bijvoorbeeld in de vorm van een vervangende opdracht).

-

Als je langdurig afwezig bent, kan de directeur – in samenspraak met de begeleidende klassenraad – beslissen dat je (een gedeelte van) de niet gevolgde lesuren praktijk of stage moet inhalen evenals hoe en wanneer ze moeten worden ingehaald.

Verdere praktische afspraken i.v.m. aan- en afwezigheden in stageperiodes vind je in het stagereglement (zie 2.3.9.2) 2.2.2.4 Ongewettigde afwezigheden Indien je afwezig bent en de hierboven beschreven regels niet gevolgd hebt, ben je ongewettigd afwezig. Dit wordt ook zo in het aanwezigheidsregister genoteerd. Na de 3de ongewettigde afwezigheid krijg je een schriftelijke verwittiging (zie 2.4.2.2 ordemaatregelen). Drie schriftelijke verwittigingen leiden tot tuchtmaatregelen (zie 2.4.2.3 tuchtmaatregelen).


2.2.2.5 Algemeen overzicht: wat te doen bij afwezigheden?

Overzicht

Wie verwittigen?

Welk attest?

Inhalen?

stageperiode

stageplaats (vóór aanvangsuur) receptie school (vanaf 7.30u) stagebegeleider (indien samenwerking was gepland)

eigen briefje voor ≤ 3 dagen (max. 4x per schooljaar)

zie schema bij 2.2.2

lesperiode met permanente toets of casustoets

receptie school vóór 11.40u

lesperiode zonder toets of casustoets

receptie van de school (ook bij vroegtijdig verlaten van de school)

Gevolgen indien niet in orde stagedoelstelling bereikt? klassenraad beslist

medisch attest voor > 3 dagen of bij afwezigheid week vóór of na vakantie eigen briefje of medisch attest afgeven uiterlijk 5 werkdagen na aanvang afwezigheid medisch attest NOODZAKELIJK én op receptie afgeven uiterlijk 5 werkdagen na aanvang afwezigheid eigen briefje voor ≤ 3 dagen (max. 4x per schooljaar), ook voor ½ dag

steeds in te halen op eerstvolgend inhaalmoment

nulkwotering indien niet alle voorwaarden werden vervuld

leerstof van gemiste lessen zelf te verwerken (evtl. ondersteund door GOA)

indien niet in orde geldt dit als ongewettigde afwezigheid; na 3 ongewettigde afwezigheden volgt een schriftelijke verwittiging; 3 schriftelijke verwittigingen leiden tot tuchtmaatregel

medisch attest voor > 3 dagen of bij afwezigheid week vóór of na vakantie


2.2.2.6 Spreiding van het lesprogramma In uitzonderlijke gevallen (bijvb. ziekte, zwangerschap, … zie ook 2.3.13) kan de klassenraad je toestaan om het lesprogramma te spreiden over een langere periode dan normaal voor een module is voorzien. De school zal elke vraag onderzoeken, maar de spreiding van het lesprogramma is niet afdwingbaar. Bij een spreiding beslist de klassenraad welke leerstofonderdelen wanneer worden gevolgd en geëvalueerd. 2.2.2.7 Problematische afwezigheden Wanneer je niet meewerkt aan de beleidsdoelstellingen van de school kan de directeur beslissen je uit te schrijven, bijvoorbeeld omdat je problematisch afwezig blijft of omdat het voor de school al een hele tijd niet duidelijk is waar je verblijft. 2.2.2.8 Stopzetting studies in onze school Indien je je studies in onze school in de loop van een module wenst stop te zetten, meld je dat meteen aan de moduleverantwoordelijke, stage- of onderwijscoördinator of directeur. 2.2.3 Persoonlijke documenten 2.2.3.1 Mededeling studievorderingen (via het studentendossier) Ongeveer halfweg de module wordt er een gesprek gepland tussen jezelf en de moduleverantwoordelijke waarin o.a. de aandachtspunten van de begeleidende klassenraad ter sprake kunnen komen. Je tekent de schriftelijke neerslag van dit gesprek af ‘voor gezien’. Je ontvangt op het einde van elke module je rapport met de schriftelijke mededeling van de beslissing van de delibererende klassenraad, je aandachtspunten, een eventueel advies en je resultaat per kerncompetentie. Je tekent eveneens de schriftelijke neerslag hiervan in het studentendossier af. 2.2.3.2 Bijhouden van persoonlijke documenten Alle stagedocumenten, portfolio, toetsen, taken, notities, werkboeken, fardes, persoonlijk werk, … d.w.z. alle persoonlijke werken die tijdens het schooljaar gemaakt werden, moet je bijhouden tot het einde (31 augustus) van het daaropvolgende schooljaar. Je geeft de permanente toetsen af aan de themadocent (ten laatste vóór aanvang van de geïntegreerde casustoets).


2.2.4 Begeleiding bij je studies 2.2.4.1 De moduleverantwoordelijke Elke klas heeft 1 of 2 moduleverantwoordelijken. Zij begeleiden jou in je studie en volgen je leerproces op. Dit betekent dat je steeds bij je moduleverantwoordelijke terecht kan met vragen of problemen in verband met je studie. Een moduleverantwoordelijke is ook de meest aangewezen persoon om in te spelen op mogelijke problemen in de klas of in je persoonlijke situatie. 2.2.4.2 Studentenbegeleiding We kunnen voor gespecialiseerde studentenbegeleiding een beroep doen op het vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding Leuven (CLB). Bij de CLB–medewerker, Tine Wetsels, kan je terecht voor kosteloze psychologische hulp of studieremediëring. Uiteraard is de grootste discretie steeds gewaarborgd. In eerste instantie bestaat de ondersteuning uit enkele verkennende gesprekken waarin de vraag van de student goed wordt beluisterd. Indien nodig wordt doorverwezen naar gespecialiseerde hulp. Je kan in de school terecht bij onze docenten Caroline Peters, Sigrid Quintelier, Melanie Vandeput en Winnie van Hemelryck voor specifieke studie- en taalondersteuning. Zij organiseren zowel groepssessies als individuele begeleidingssessies. Verder kan je langsgaan bij de onderwijscoördinator, An Neven, wanneer je aanvoelt dat je studie niet echt vlot. Het kan zowel gaan om moeilijkheden met het theoretisch gedeelte of tijdens de stage als om moeilijkheden die meer van persoonlijke aard zijn. In de loop van het schooljaar word navorming georganiseerd rond het omgaan met faalangst en rond het groeien in zelfvertrouwen. Deze navormingen worden begeleid door Walter Debroyer. Op dinsdagnamiddag worden eveneens bijscholingen medisch rekenen georganiseerd. Deze bijscholingen kunnen op eigen initiatief worden gevolgd, of verplicht worden door de begeleidende of delibererende klassenraad. De volgende delibererende klassenraad houdt rekening met het al dan niet opvolgen van dit advies en met de behaalde resultaten op de toetsen medisch rekenen. Voor ziekte- of gezondheidsproblemen staat de arbeidsgeneeskundige dienst van de school (Idewe) ter beschikking van de studenten. Die zorgt voor eventuele doorverwijzing naar andere hulpverleners (zie ook 2.1.8).


2.2.4.3 Begeleidende klassenraad Op de begeleidende klassenraad, die minstens 1 maal per module samenkomt (en voor module 5 ook na de 1ste cluster), is het volledige docententeam van de klas aanwezig, samen met de stagebegeleiders. Daarnaast zijn ook de onderwijsen stagecoördinator en de directeur aanwezig. Het hoofddoel van de begeleidende klassenraad is de studievorderingen van de studenten in de tijd te volgen om op die manier de eindbeslissing van de delibererende klassenraad voor te bereiden. Tijdens de begeleidende klassenraad verstrekken de moduleverantwoordelijken ruime informatie over de studievorderingen van de hun toegewezen studenten. Indien nodig zoekt men naar een passende individuele studiebegeleiding, bijvoorbeeld in de vorm van een uitgeschreven begeleidingsplan. Soms is doorverwijzing naar een andere instantie noodzakelijk. In het verslag van de klassenraad wordt het besluit van de bespreking evenals het geformuleerde advies opgenomen. Dat besluit en het advies worden eveneens in het studentendossier genoteerd en bij de bespreking aan de student ter ondertekening voorgelegd. 2.2.5 De evaluatie 2.2.5.1 Permanente evaluatie Permanente evaluatie omvat zowel een proces- als een productevaluatie van het volledige leerproces, waarin o.a. volgende aspecten aan bod komen: het resultaat op de permanente toetsen, de vorderingen op stage, het persoonlijk werk, de studiehouding en de wijze waarop rekening wordt gehouden met de gekregen feedback, de medewerking aan groepswerk, projecten, opdrachten, … Deze evaluatie geeft je informatie over je studievorderingen. Binnen het modulair onderwijssysteem heeft de school gekozen voor een permanent evaluatiesysteem, gecombineerd met een afsluitende geïntegreerde casustoets op het einde van een module (of een cluster). Dit betekent dat zowel de lessen als de stages permanent geëvalueerd worden en dat je regelmatig gerichte feedback krijgt over jouw studievorderingen. Op het einde van een module (of van een cluster) is er bijgevolg geen uitgebreide examenperiode, maar wordt er op één dag een geïntegreerde casustoets afgenomen over de verschillende thema’s heen.


De kerncompetenties Hieronder wordt een overzicht gegeven van de 10 kerncompetenties die – zoals het leerplan het voorschrijft – van module 1 tot en met module 5 centraal staan in het evaluatiesysteem. Deze kerncompetenties – en de concretisering ervan in concrete doelstellingen per module – vormen de leidraad van zowel de stage-evaluaties, het individueel studentendossier, de permanente toetsen, de casustoets en het rapport. Kerncompetentie 1 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om gegevens over het menselijk functioneren, de ziekteverschijnselen en reacties op ziekte(n) en de behandeling ervan over en bij de zorgvrager systematisch te verzamelen en te rapporteren. Kerncompetentie 2 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om in samenspraak vanuit reële of potentiële verpleegproblemen, verpleegkundige zorgen te plannen. Kerncompetentie 3 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om in samenspraak basiszorg uit te voeren in het kader van de totaalzorg en erover te rapporteren. Kerncompetentie 4 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om verpleegkundige prestaties en door de arts toevertrouwde handelingen uit te voeren en erover te rapporteren. Kerncompetentie 5 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om met de zorgvrager een functionele (samenwerkings-)relatie met effectieve communicatie aan te gaan en daarover te rapporteren. Kerncompetentie 6 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om de zorgvrager doorheen het ziekteproces te begeleiden en te coachen en daarover te rapporteren.


Kerncompetentie 7 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om in een zorgteam te werken waarin hij/zij de verpleegkundige zorg op zorgvragerniveau coördineert. Kerncompetentie 8 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om in samenspraak de verpleegkundige zorg te evalueren. Kerncompetentie 9 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om te helpen bij de uitvoering van (wetenschappelijk) onderzoek naar meer effectieve en efficiënte wijzen van verpleegkundige zorg. Kerncompetentie 10 De beginnend gediplomeerd verpleegkundige is competent om de verpleegkundige zorg aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen in maatschappij en gezondheidszorg. Permanente evaluatie tijdens de lesperiode Tijdens de lesperiode worden er voor elk thema verschillende permanente toetsen of opdrachten gepland. De docent bepaalt in overleg met de collega’s die in eenzelfde module les geven het aantal, de spreiding en de vorm (mondeling of schriftelijk, theoretisch of praktisch, …) van de permanente toetsen of opdrachten. Permanente toetsen die omwille van een gewettigde reden niet werden afgelegd, worden in principe steeds ingehaald tijdens het eerstvolgende geplande inhaalmoment (zie lijst met inhaaltoetsen op de kalender op het elektronisch leerplatform Smartschool). Wie ook gewettigd afwezig is tijdens een inhaalmoment, legt de ontbrekende toetsen af op het volgende inhaalmoment of onmiddellijk na de geïntegreerde casustoets. Indien je tijdens een permanente toets ongewettigd afwezig bent (zie 2.2.2) krijg je op de betreffende toets een nulquotering maar moet je ze toch inhalen op het volgende inhaalmoment. Als je om gelijk welke reden aan een oefening, groepswerk of persoonlijk werk niet kan deelnemen, kan je verplicht worden dat achteraf in te halen (bijvb. in de vorm van een vervangende opdracht).


Permanente evaluatie tijdens de stageperiode In de opleiding tot verpleegkundige gaat grote aandacht naar de permanente evaluatie van de stages, d.m.v. functionerings- en beoordelingsgesprekken en de bespreking van de stageverslagen. Ook de stages worden permanent geëvalueerd. Dit gebeurt in samenspraak tussen de mentor en de stagebegeleider. Het is de stagebegeleider vanuit de school die de eindverantwoordelijkheid draagt voor de stage-evaluatie. Om te kunnen slagen voor een module, moet je op alle kerncompetenties minstens geslaagd zijn voor het totaal van de stages. Er wordt nagegaan of je alle doelstellingen hebt bereikt in functie van de volgende module of in functie van het beroepsleven. Geïntegreerde casustoetsen Op het einde van elke module (of van een cluster) wordt er een geïntegreerde casustoets afgenomen. De school bepaalt het aantal geïntegreerde casustoetsen. De periodes waarin die doorgaan, worden in de schoolkalender opgenomen en worden bij het begin van het schooljaar bekend gemaakt (zie ook op het elektronisch leerplatform Smartschool). De school behoudt zich het recht voor om in geval van onvoorziene omstandigheden daarvan af te wijken. De bedoeling van deze casustoets is na te gaan of je de leerstof van de betreffende module geïntegreerd hebt verwerkt en kan toepassen in een (beschreven) praktijksituatie. Tijdens de modules worden oefencasussen gemaakt waarin je geleidelijk aan vertrouwd raakt met deze werkvorm. De casustoetsen van de modules 1, 2, 3 en 4 zijn schriftelijk. In module 5 (A, B, C en D) kan het schriftelijk gedeelte worden aangevuld met een mondelinge bevraging. In module 5A gebeurt de aanvullende mondelinge bevraging zowel individueel als in groepsverband. Om tot de geïntegreerde casustoetsen te worden toegelaten, dien je ten minste aan de volgende voorwaarden te voldoen: -

regelmatig ingeschreven zijn in de school

-

de onderwijsactiviteiten regelmatig hebben bijgewoond

-

je voor alle verplichte geneeskundige onderzoeken hebben aangeboden

-

het school-, examen- en stagereglement ondertekend hebben.

Deelname aan geïntegreerde casustoetsen is verplicht. Tijdens de geïntegreerde casustoetsen is een geneeskundig getuigschrift vereist voor elke afwezigheid wegens ziekte, zelfs van één dag. Wanneer je op de dag van een geïntegreerde casustoets te laat of niet aanwezig bent, moet je vóór de start van de casustoets en liefst persoonlijk, contact


opnemen met de onderwijscoördinator, An Neven, die tijdens de periode van de casustoetsen optreedt als ombudspersoon. Indien dit niet gebeurt worden er nul punten toegekend voor die betreffende casustoets (zie 2.2.2.3). Indien je wegens ziekte of om een andere ernstige reden niet hebt kunnen deelnemen aan de geïntegreerde casustoets, zal de onderwijscoördinator in samenspraak met jou en na overleg met de klassenraad, een moment zoeken om deze toets zo vlug mogelijk af te leggen. Fraude Elk gedrag in het kader van de beoordeling van een thema of een specifieke kerncompetentie waardoor je het vormen van een juist oordeel omtrent jouw kennis, inzicht en/of vaardigheden dan wel de kennis, het inzicht en/of vaardigheden van andere studenten onmogelijk maakt of poogt te maken, wordt beschouwd als een onregelmatigheid. We denken bv. aan spieken, plagiaat, het gebruik van niet-toegelaten materialen, technieken en hulpmiddelen, … Zo wordt onder een onregelmatigheid ook verstaan het zonder duidelijke bronvermelding geheel of gedeeltelijk overnemen van gegevens bij schriftelijke opdrachten. Wanneer een personeelslid van de school je betrapt op een onregelmatigheid tijdens permanente toetsen, de geïntegreerde casustoetsen of tijdens het verbeteren van een andere opdracht, verzamelt het personeelslid de nodige bewijsstukken en treft hij een ordemaatregel die alleen tot doel heeft een verder normaal verloop van de toetsen mogelijk te maken. Enkel de klassenraad oordeelt over de vastgestelde onregelmatigheid. Na de vaststelling van het personeelslid van de school, zal jij steeds gehoord worden. Indien je dit wenst, kan een vertrouwenspersoon bij dit gesprek aanwezig zijn. De bewijsstukken worden verzameld. Het verslag van jouw verhoor en de verklaring van het personeelslid van toezicht worden er in opgenomen. Dit alles wordt aan de klassenraad bezorgd. De klassenraad oordeelt of de vastgestelde onregelmatigheid kan worden beschouwd als fraude en deelt je zijn beslissing zo snel mogelijk mee. Het plegen van fraude kan tot gevolg hebben dat je voor de bewuste toets of taak het cijfer nul krijgt of dat de bewuste toets of taak nietig wordt verklaard. De nietigverklaring heeft tot gevolg dat je geen cijfer krijgt op de toets of taak.


Wanneer de onregelmatigheid pas aan het licht komt op het moment dat er reeds een getuigschrift of diploma werd uitgereikt, dan kan de school, ongeacht het moment waarop de onregelmatigheid wordt vastgesteld, de afgeleverde deelcertificaten en diploma’s terugvorderen. Dit zal gebeuren wanneer de fraude zo ernstig is dat de behaalde resultaten nietig zijn en de genomen beslissing als juridisch onbestaande moet worden beschouwd. Het vaststellen van ernstige vormen van fraude kan bovendien leiden tot het opstarten van een tuchtprocedure. De ombudsfunctie De onderwijscoördinator treedt op als ombudspersoon tijdens de periode van de geïntegreerde casustoetsen. Zij treedt op als bemiddelaar tussen examinatoren en studenten. Zij waarborgt in overleg met de directeur, moduleverantwoordelijken, examinatoren en studenten een rechtvaardig en soepel verloop van de geïntegreerde casustoetsen. Zij heeft de bevoegdheid om een geprogrammeerde casustoets te verplaatsen in overleg met de betrokken docent en om toestemming te verlenen toetsen onder een andere dan de vastgestelde vorm af te leggen. Zij is tot geheimhouding verplicht en heeft recht op informatie betreffende elke toets. Zij neemt, met raadgevende stem, deel aan de delibererende klassenraad. Je bent verplicht de onderwijscoördinator-ombudspersoon te contacteren: -

indien je een casustoets niet op het geplande tijdstip (dag en uur) kan afleggen

-

indien je beslist om niet deel te nemen aan een casustoets.

2.2.5.2 De eindevaluatie In de eindevaluatie wordt nagegaan of je de kerncompetenties op het niveau van de gevolgde module al dan niet hebt bereikt. De eindevaluatie per module is gebaseerd op: -

de resultaten op de permanente toetsen en de evolutie die je hebt doorgemaakt

-

de resultaten op de stage(-s) en de evolutie die je hebt doorgemaakt

-

de resultaten op de geïntegreerde casustoets.

Om te kunnen slagen in een module moet je -

per kerncompetentie minstens geslaagd zijn voor het totaal van de stages van die module

-

per kerncompetentie minstens geslaagd zijn voor het totaal van de toetsen van die module (permanente toetsen én geïntegreerde casustoets)


-

minstens 50% behalen op de geïntegreerde casustoets. In module 5, toegepaste verpleegkunde, moet je minstens 50% behalen op het totaal van de geïntegreerde casustoets voor elke cluster afzonderlijk.

Bij de eindevaluatie per module krijg je een beoordeling op elke kerncompetentie. Op basis van alle beschikbare informatie, krijg je na elke module één van de volgende graden toegekend: -

geslaagd (50%-59%)

-

voldoening (60%-69%)

-

onderscheiding (70%-79%)

-

grote onderscheiding (80%-89%)

-

grootste onderscheiding (eventueel met felicitaties) (90%-100%)

In de modulaire opleiding verpleegkunde zijn er geen herexamens. Indien je niet geslaagd bent in een module, kan je zelf beslissen of je die module overdoet of ‘bist’. De klassenraad geeft telkens een advies of ze het al dan niet zinvol vindt om de module over te doen. Indien je een module voor de 3de maal wil overdoen of ‘trissen’ is er altijd een toelating van de directeur nodig, die zich hiervoor baseert op het advies van de delibererende klassenraad. 2.2.6 De deliberatie op het einde van de module 2.2.6.1 Samenstelling, bevoegdheid en werking van de delibererende klassenraad Samenstelling De delibererende klassenraad wordt voorgezeten door de directeur of door haar afgevaardigde. Op de vergadering is in principe het volledige docentenkorps van de klas, d.w.z. alle lesgevers en stagebegeleiders, aanwezig. Zij zijn stemgerechtigde leden. Een lid dat verhinderd is (gewettigde afwezigheid of overmacht), deelt dit zo spoedig mogelijk mee aan de voorzitter van de delibererende klassenraad. In principe zijn zowel de onderwijs- als de stagecoördinator aanwezig. Zij hebben geen stemrecht. In specifieke gevallen kan de voorzitter een aantal adviserende of raadgevende leden aan de delibererende klassenraad toevoegen: de ombudspersoon, een CLBmedewerker, ondersteunend personeel, … Zij hebben geen stemrecht. Een docent mag tijdens de delibererende klassenraad niet deelnemen aan de bespreking van een student waaraan hij privaatlessen of een schriftelijke cursus heeft gegeven of waarmee hij bloed- of aanverwant is tot en met de vierde graad. Dit betekent dat een docent niet mag


delibereren over zijn kinderen (eerste graad), zijn kleinkinderen of broers en zussen (tweede graad), de kinderen van zijn broers en zussen (derde graad), zijn neven en nichten (vierde graad) en al hun aanverwanten.

Bevoegdheid en werking De klassenraad handelt als college. Alle aanwezige leden nemen betreffende elke student deel aan de beraadslaging. Op het einde van de module beslist de delibererende klassenraad volledig autonoom over het slagen of niet slagen van de student. De delibererende klassenraad beoogt een toekomstgerichte deliberatie. Je wordt als geslaagd beschouwd indien je bekwaam wordt geacht je studies voort te zetten in de volgende module. Of je een module ‘met vrucht’ beëindigt, wordt dus in hoofdzaak bepaald door de kansen die je, naar het oordeel van de delibererende klassenraad, hebt om in het vervolg van het leertraject te slagen. Voor de laatste module beantwoordt de delibererende klassenraad de vraag of je voldaan hebt voor het geheel van de vorming. Prospectieve beschouwingen slaan hier op de mate waarin je bekwaam wordt geacht om in te treden in het beroepsleven op een niveau zoals bepaald in het opleidingsprofiel van de gegradueerde verpleegkundige. De klassenraad steunt zich bij de delibererende klassenraad op het individueel studentendossier dat minstens moet bevatten : -

de resultaten op de permanente toetsen en de evolutie die je tijdens de module hebt doorgemaakt

-

de resultaten op de stage

-

de resultaten op de geïntegreerde casustoets

-

beslissingen, vaststellingen en adviezen van de begeleidende klassenraad doorheen de module

-

de mogelijkheden van de student i.v.m. verdere studie of beroepsuitoefening.

Na onderzoek van alle gegevens komt de delibererende klassenraad tot een beslissing door het nastreven van een consensus. Het totale resultaat wordt door de delibererende klassenraad collegiaal vastgesteld. De voorzitter formuleert een voorstel dat als beslissing geldt indien er geen stemming gevraagd wordt. Over dit voorstel wordt gestemd wanneer een stemgerechtigd lid erom verzoekt. Elke stemming is geheim. Elk stemgerechtigd lid beschikt slechts over één stem.


De leden van de delibererende klassenraad en alle personen die ter zitting aanwezig zijn, zijn tot geheimhouding over de beraadslaging en de stemmingen verplicht. Het door de voorzitter geformuleerde voorstel geldt als beslissing wanneer het bij stemming de gewone meerderheid behaalt. Bij de stemmingen worden ongeldige stemmen en onthoudingen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is de beslissing in het voordeel van de student. Het verslag van de beraadslaging wordt ondertekend door de voorzitter en minstens drie stemgerechtigde leden. Het vermeldt voor elke student de genomen beslissing, de behaalde resultaten per kerncompetentie, het totale resultaat, de motivatie in geval van afwijzing en desgevallend de betwisting van de genomen beslissing. Je vindt hiervan een kort verslag in het studentendossier dat je ondertekent ter kennisgeving. 2.2.6.2 De deliberatiebeslissing, motivering en advies De delibererende klassenraad kan de volgende beslissingen nemen: -

Je bent geslaagd in de module en ontvangt een deelcertificaat. De klassenraad kan wel beslissen dat je een extra werk voor een bepaald thema krijgt of een waarschuwing (zie verder). Bij het behalen van de vijfde module ontvang je het diploma van gegradueerde in de verpleegkunde.

-

Je bent niet geslaagd in de module en ontvangt dus geen deelcertificaat.

-

De beslissing wordt uitgesteld, bijvoorbeeld omdat er nog stage moet worden ingehaald. In je dossier wordt dan vermeld op welke uiterste datum de stage ingehaald moet zijn.

Advies De delibererende klassenraad motiveert het niet behalen van een deelcertificaat of diploma en formuleert een geschreven advies. Bij het advies zal men er rekening mee houden dat talenten en geschiktheden vatbaar zijn voor ontwikkeling. Het advies groeit uit vaststellingen die al gedurende het schooljaar in de begeleidende klassenraad en nadien met de student werden besproken. Extra werk Bij de toekenning van een deelcertificaat, kan de delibererende klassenraad van oordeel zijn dat een student best een onderdeel van de leerstof van een bepaald thema nog zou uitdiepen of op peil houden.


Het extra werk is een studiehulp. Het moet met zorg worden uitgekozen en wel zo dat aan de noden van elke individuele student tegemoet wordt gekomen. Een goede of slechte quotatie op dit extra werk kan een element zijn voor de volgende delibererende klassenraad. De waarschuwing De klassenraad kan bij twijfel toch een positieve beslissing nemen en de student respijt geven: de student krijgt een ‘waarschuwing’, mag overgaan en krijgt tot de volgende delibererende klassenraad de tijd om een tekort weg te werken. Komt er, ondanks permanent begeleiden en remediëren door de docenten geen merkbare evolutie, dan kan de volgende delibererende klassenraad onmogelijk even soepel zijn. 2.2.7 Mededeling van de evaluatieresultaten 2.2.7.1 Proclamatie Na de beraadslaging proclameert de voorzitter van de klassenraad in het openbaar per klas voor elke student de beslissing van de klassenraad overeenkomstig de terminologie van punt 2.2.5.2. 2.2.7.2 Bespreking en schriftelijke mededeling van de evaluatieresultaten Onmiddellijk na de proclamatie stelt de begeleidende moduleverantwoordelijke zich ter beschikking van de studenten voor de bespreking van de resultaten. Na dit gesprek wordt verwacht dat je het individueel studentendossier ‘voor gezien’ ondertekent. De niet geslaagde studenten krijgen eerst de kans om hun resultaten met de moduleverantwoordelijke te spreken. Je ontvangt tijdens de bespreking eveneens je rapport waarop de globale beslissing van de klassenraad en het resultaat per kerncompetentie is weergegeven. 2.2.7.3 Studiebekrachtiging Je kan de volgende studiebewijzen halen in de HBO-opleiding verpleegkunde: -

Indien je als regelmatige student een module met vrucht hebt gevolgd, ontvang je een deelcertificaat.

-

Na geslaagd te zijn in de tweede module (verpleegkundige basiszorg) kan je op basis van het behaalde deelcertificaat aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid vragen om erkend te worden als zorgkundige.

-

Wanneer je geslaagd bent voor alle modules van de opleiding verpleegkunde en dus houder bent van de deelcertificaten van alle modules van die opleiding, ontvang je het


diploma van gegradueerde in de verpleegkunde. Bij het diploma worden ook een diplomasupplement en een attest van het praktijkveld waarvoor je in de laatste module hebt gekozen. -

Indien je nog geen diploma van het secundair onderwijs hebt, maar wel de tweede graad van het secundair met succes hebt beëindigd, krijg je aan het eind van de opleiding verpleegkunde eveneens het diploma van secundair onderwijs.

2.2.8 Betwisting van de beslissing van de klassenraad De delibererende klassenraad beslist na grondig overleg. Indien je de beslissing van de klassenraad betwist, moet je de volgende procedure volgen (als je minderjarig bent, moeten je ouders dit doen). Stap 1 Ten laatste de derde dag na de dag waarop de rapporten werden uitgedeeld (zaterdagen, zondagen, wettelijke en gelijkgestelde feestdagen niet meegerekend), vraag je een persoonlijk gesprek aan met de directeur of haar afgevaardigde. De precieze datum van de rapportuitdeling is opgenomen in de jaarplanning (zie deel III, punt 3.2). Er is dus een termijn van drie dagen om een gesprek aan te vragen. Indien er na de uitdeling van de rapporten een vakantieperiode valt, loopt deze periode toch door. Je kan als volgt een gesprek aanvragen: -

telefonisch op het nummer 016/23.07.66

-

via e-mail: [email protected]

Je krijgt een uitnodiging die de afspraak bevestigt. Het overleg vindt ten laatste plaats op de zesde dag na de dag waarop de rapporten werden uitgedeeld (zaterdagen, zondagen, wettelijke en gelijkgestelde feestdagen niet meegerekend). Let op: als het gesprek na het verstrijken van de termijn wordt aangevraagd, kunnen we niet meer op die vraag ingaan. Tijdens dit overleg maak je je bezwaren kenbaar. De directeur of haar afgevaardigde motiveert de beslissing die de klassenraad heeft genomen aan de hand van je dossier. We delen het resultaat van dit gesprek met een aangetekende brief mee. Er zijn twee mogelijkheden: -

de directeur of haar afgevaardigde vindt dat je argumenten geen nieuwe bijeenkomst van de delibererende klassenraad rechtvaardigen;


-

de directeur of haar afgevaardigde vindt dat je argumenten het overwegen waard zijn. In dat geval zal zij de delibererende klassenraad zo snel mogelijk samenroepen om de betwiste beslissing opnieuw te overwegen.

Als je het niet eens bent met ofwel de beslissing van de directeur of haar afgevaardigde, ofwel met de beslissing van de nieuwe delibererende klassenraad, dan blijft de betwisting bestaan. Stap 2 Als na stap 1 de betwisting blijft bestaan, dan kan je per aangetekende brief beroep instellen bij het schoolbestuur: Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven vzw t.a.v. Mevr. L. Van Hoestenberghe Voorzitter Naamsestraat 105 3000 Leuven Die brief verstuur je ten laatste de derde dag nadat aan jou -

ofwel het resultaat is meegedeeld van het gesprek met de directeur of haar afgevaardigde (wanneer de betwiste beslissing werd bevestigd);

-

ofwel de beslissing is meegedeeld van de nieuwe klassenraad, (wanneer die na het eerste gesprek opnieuw is bijeengekomen, maar je niet akkoord gaat met de beslissing).

Er is dus een termijn van drie dagen (zaterdagen, zondagen, wettelijke en gelijkgestelde feestdagen niet meegerekend), die begint te lopen de dag nadat de aangetekende brief van de school wordt ontvangen. De aangetekende brief met één van de twee mogelijke beslissingen (zie boven) wordt geacht uiterlijk de derde dag na verzending te zijn ontvangen. De poststempel geldt als bewijs, zowel voor de verzending als voor de ontvangst. Wanneer de school open is, kan je het beroep bij het schoolbestuur ook daar persoonlijk afgeven. Je krijgt dan een bewijs van ontvangst dat aantoont op welke datum je het hebt ingediend. Het beroep wordt daarna doorgegeven aan het schoolbestuur. Het beroep bij het schoolbestuur moet aan de volgende voorwaarden voldoen: -

het beroep is binnen de voorziene termijn ofwel per aangetekende brief verstuurd, ofwel op school afgegeven, met bewijs van ontvangst

-

het beroep is gedateerd en ondertekend

-

het beroep geeft de redenen aan waarom je de beslissing van de delibererende klassenraad betwist. School-, stage- en examenreglement, 2015-2016, pg 43

Let op: als het beroep niet aan de voorwaarden voldoet, zal de beroepscommissie het beroep als onontvankelijk afwijzen. Dat betekent dat ze het beroep niet inhoudelijk zal behandelen. Stap 3 Wanneer het schoolbestuur een beroep ontvangt, zal het een beroepscommissie samenstellen (zie ook deel III, 3.1 ‘Wie is wie’). In die beroepscommissie zitten zowel mensen die aan de school of het schoolbestuur zijn verbonden als mensen die dat niet zijn. Het gaat om een onafhankelijke commissie die je klacht grondig zal onderzoeken. De commissie zal je steeds uitnodigen voor een gesprek. Je kan je tijdens dit gesprek laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. In de brief met de uitnodiging zal staan wie de leden van de beroepscommissie zijn. De beroepscommissie streeft naar een consensus. Wanneer het toch tot een stemming komt, heeft de groep van mensen die aan de school of het schoolbestuur verbonden zijn even veel stemmen als de groep van mensen die dat niet zijn. De voorzitter is niet verbonden aan de school of het schoolbestuur. Wanneer er bij een stemming evenveel stemmen voor als tegen zijn, geeft zijn stem de doorslag. De beroepscommissie zal ofwel de betwiste beslissing bevestigen, ofwel een andere beslissing nemen. De voorzitter van de beroepscommissie zal de gemotiveerde beslissing binnen een redelijke termijn met een aangetekende brief meedelen. Dit gebeurt ten laatste op 15 september bij een module die op 30 juni eindigt; ten laatste op 15 maart bij een module die op 31 januari eindigt.


2.3 Stagereglement 2.3.1 Visie op stage en leren Binnen de opleiding verpleegkunde van het Hoger Beroeps Onderwijs niveau 5 (HBO5) leiden we studenten op tot zelfstandige verpleegkundigen in de uitvoering van zorgen binnen een laag tot midden complexe zorgsetting. Van de studenten wordt een gedreven en positieve beroepshouding verwacht op basis waarvan ze tijdens de stage kunnen optreden als teamspelers, openstaan voor feedback en alle leerkansen ten volle kunnen benutten. We streven ernaar studenten te vormen die blijvend op hun handelen reflecteren en zo levenslang (bij)leren. Een belangrijk deel van de opleiding vindt plaats op stage. De stages worden gepland in blokstages, d.w.z. dat er afwisselend een periode les en een periode stage plaatsvindt tijdens de opleiding. Vanuit de school bieden we werkbegeleiding aan. De student gaat samen met de stagebegeleider op stap in het leerproces op de werkvloer. Het stagereglement bevat alle regels die de stage in goede banen moeten leiden. Dit reglement wordt hierna toegelicht en is van toepassing op alle studenten die de opleiding verpleegkunde van het Hoger Beroeps Onderwijs niveau 5 (HBO5) volgen aan het SintFranciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven vzw. 2.3.2 Raamovereenkomst en individuele stageovereenkomst Bij elke stage zijn er drie betrokken partijen: - de stagiair of de student die stage loopt; - de onderwijsinstelling, in het reglement ook ‘school’ genoemd. Tijdens de stage blijft de stagiair onderworpen aan het gezag van de onderwijsinstelling vertegenwoordigd door de directeur of de stagebegeleider. Namens de onderwijsinstelling treden twee personen op die de stagiair begeleiden bij de stage: o

de stagecoördinator, belast met de organisatie en de administratie

o

de stagebegeleider, belast met de voorbereiding, het toezicht, de pedagogische begeleiding en de evaluatie van de stages van de individuele student.

- de stagegever, dit is het ziekenhuis of de instelling waar de student stage loopt. De stagementor is de persoon die door de stagegever belast wordt met het onthaal en de coaching op de werkvloer. Ook de hoofdverpleegkundige vertegenwoordigt de stagegever voor bepaalde aangelegenheden.


Voor elke stage worden doorgaans twee overeenkomsten afgesloten: -

een raamovereenkomst tussen de school en de stagegever met opgave van de lijst van alle studenten die op stage komen. Deze overeenkomst regelt de verhouding tussen stagegever en school.

-

een individuele stageovereenkomst tussen de school en elke stagiair. Deze overeenkomst vormt een aanvullend luik bij de raamovereenkomst.

De belangrijkste overeenkomst voor de stagiair is de individuele stageovereenkomst. Lees deze grondig na. Indien je hierover vragen hebt, kan je steeds terecht bij de stagecoördinator of je stagebegeleider. 2.3.3 Opleidingsovereenkomst of arbeidsovereenkomst? Een stageovereenkomst is duidelijk te onderscheiden van een arbeidsovereenkomst. Er ontstaat geen arbeidsrelatie tussen de stagiair en de stagegever en er wordt geen loon betaald. De stageovereenkomst is een vorm van een opleidingsovereenkomst. De begeleiding van de stage gebeurt zowel door de docent/stagebegeleider als door de stagementor en het personeel van de stageplaats. Alhoewel je als stagiair je prestaties niet verricht onder het gezag van de stagegever, ben je toch verplicht het arbeidsreglement en de voorschriften eigen aan de onderneming en/of sector na te leven tijdens de stage. Je stagegever of stagementor zullen hierop nauwgezet toezien. Indien je stage loopt binnen UZ Leuven verwacht je stagegever dat je de ‘Basisprincipes rond kwaliteit en patiëntenveiligheid’ hebt doorgenomen alvorens je op stage vertrekt. Je kan dit document terugvinden op Smartschool (Onderwijs-opleiding/curriculum/stage/JCIafspraken UZ). Je stagegever heeft bovendien het recht om: 1) te informeren naar de reden van je afwezigheid op de stageplaats 2) een stagementor naar zijn keuze aan te stellen 3) de stageovereenkomst op te schorten bij wangedrag of ernstige inbreuken tegen het stagereglement, bij herhaalde onwettige afwezigheid of veroorzaking van schade (zie 2.3.14)


2.3.4 Medisch onderzoek Je dient je te houden aan alle wettelijke verplichtingen betreffende preventie (o.a. verplichte vaccinaties hepatitis B,…) alvorens je op stage mag vertrekken. Indien je al gevaccineerd bent tegen hepatitis B, dien je de resultaten van de antistofbepalingen mee te brengen. Indien je nog geen vaccinatie kreeg, moet je dit in orde brengen vooraleer je op stage gaat. Je bent daarom verplicht je aan te melden op het medisch onderzoek via de arbeidsgeneeskundige dienst van Idewe. Deze onderzoeken worden voor jou door de school gepland (op dinsdag tussen 12u en 17u) bij de opstart van de module. Via de valven kan je opvolgen wanneer je dient langs te gaan voor je onderzoek. Dit onderzoek is gratis. Na dit onderzoek wordt er elektronisch een gezondheidsbeoordeling doorgestuurd naar de school. Indien je niet bent langsgegaan op een gepland onderzoeksmoment, dien je zelf een afspraak te maken bij Idewe alvorens de stage kan starten (IDEWE Interleuvenlaan 58 3001 Leuven - +32 16 39 04 11- [email protected]). Studenten die niet beschikken over een attest met de gezondheidsbeoordeling van de arbeidsgeneeskundige dienst, worden niet toegelaten op stage. Studenten die niet in orde zijn met de verplichte vaccinatie krijgen beperkende maatregelen opgelegd. 2.3.5 Beroepsgeheim De stagiair en de stagebegeleider zijn gehouden aan het beroepsgeheim. Ze dienen, eigen aan de sector waarin de stage wordt volbracht, het beroepsgeheim te eerbiedigen en zich te onthouden van elke handeling die de goede naam of de bedrijvigheid van de stagegever zou kunnen schaden (artikel 458 van het Strafwetboek en de Wet op de privacy). We denken hierbij aan het correct omgaan met verpleegdossier, briefingbladen, facebook, email, groeigroepen, …. Deze verplichting blijft ook doorlopen na de stageperiode. Overtredingen van het beroepsgeheim zijn strafbaar en worden ernstig genomen door de school en door de stageplaatsen. In de eindevaluatie wordt met deze overtredingen rekening gehouden (zie 2.3.12). 2.3.6 Stageplanning en stageplaatsen 2.3.6.1 Stageplanning De planning van de stages gebeurt door de stagecoördinator onder supervisie van de directeur. De planning van de stages wordt opgesteld op basis van de wettelijke bepalingen en voorschriften. In functie van het leerproces van de student wordt een stagetraject opgesteld voor iedere student. Via Smartschool en de valven wordt de stageplanning bekend


gemaakt aan de student. Er is een tijdsruimte voorzien tussen de voorlopige planning en de eindversie zodat de student mogelijke problemen kan melden. In een gesprek met de stagecoördinator kan er - indien opportuun - gezocht worden naar aanpassingen in de planning. Indien je geen regelmatige aanwezigheid tijdens het lesgebeuren kan voorleggen, kan er na een begeleidende klassenraad beslist worden dat je de geplande stage niet mag aanvatten. 2.3.6.2 Stageplaatsen Studenten kunnen enkel stage lopen in een door de school gekozen en afgesproken stageplaats. Studenten brengen zelf geen stageplaatsen aan. De stages – volgens het leerplan gaande van laag naar midden complexe zorg – worden gelopen in: -

Het Regionaal ziekenhuis H. Hart te Leuven

-

De Universitaire ziekenhuizen Leuven (campus Gasthuisberg, campus Sint-Pieter, campus Pellenberg)

-

Het Regionaal ziekenhuis H. Hart Tienen: campus Mariëndal, campus Sint-Jan en het Medisch Centrum Aarschot

-

Het Imeldaziekenhuis te Bonheiden

-

Het Algemeen ziekenhuis te Diest

-

National Center Multiple Sclerose Melsbroek

-

Het Universitair Psychiatrisch Centrum Sint-Kamillus te Bierbeek en Heverlee, het Universitair Psychiatrisch Centrum z.org KULeuven campus Kortenberg en campus Gasthuisberg, het psychiatrisch ziekenhuis Alexianen Zorggroep Tienen, PVT Sint Andreas te Lubbeek, OPZ te Geel en St?- Annendael te Diest en de Asstercampus in Melveren

-

Afdelingen van het Wit-Gele Kruis in provincie Vlaams-Brabant

-

Zelfstandige thuisverpleegkundige May Blockx te Haasrode, Groep Van den Broeck te Hoegaarden en Groep Meerdael te Haasrode

-

Het woon- en zorgcentrum Alexius te Tienen

-

Het woon- en zorgcentrum Betlehem te Herent

-

Het woon- en zorgcentrum Booghuys te Leuven

-

Het woon- en zorgcentrum De Wingerd te Leuven

-

Het woon- en zorgcentrum De Wyngaert te Rotselaar

-

Het woon- en zorgcentrum Dijlehof te Leuven

-

Het woon- en zorgcentrum Huize Nazareth te Goedsenhoven


-

Het woon- en zorgcentrum Sint-Bernardus te Bertem

-

Het woon- en zorgcentrum Sint-Margaretha in Holsbeek

-

Het woon- en zorgcentrum Sint-Rochus te Aarschot

-

Het woon- en zorgcentrum Ter Meeren te Neerijse

-

Het woon- en zorgcentrum Vondelhof te Boutersem

-

Het woon- en zorgcentrum d’Eyckenbrug te Bierbeek

2.3.7 Stagebegeleiding vanuit de school Werkbegeleiding blijft een troef binnen de opleiding verpleegkunde. Naast een lesopdracht heeft iedere docent ook één of meerdere vaste stageplaatsen waar hij de stagebegeleiding van de studenten op zich neemt. Als student heb je een vaste stagebegeleider per stageperiode, die belast is met de voorbereiding, de begeleiding en het toezicht op je stage. Deze stagebegeleider neemt je stagevoorbereiding, stagebegeleiding en stage-evaluatie ter harte gedurende de vooropgestelde stageperiode. Jouw contactgegevens worden bij aanvang van de stage bezorgd aan de stageplaats om je in noodgevallen te kunnen contacteren. Als je stagebegeleider korte tijd afwezig is wegens ziekte of een andere reden, brengt de stagebegeleider jou en de stageplaats hiervan op de hoogte. De mentoren/verpleegkundigen nemen in tussentijd de begeleiding op. Jij laat dan ook extra werkbegeleidingsfiches invullen. De stagebegeleider die langere tijd afwezig is wegens ziekte of een andere reden, wordt vervangen door een collega. De school brengt jou en de stageplaats hiervan op de hoogte. 2.3.8 Stagebegeleiding vanuit de stageplaats De stagegever of stagementor staat in voor het onthaal van de student op de stageplaats. De stagegever dient aan de stagebegeleider vrije toegang te verlenen tot de stageplaats, om de activiteiten van de studenten te plannen, te organiseren, te begeleiden en te bespreken. Hij zal de stagebegeleider op de overeengekomen wijze de inlichtingen verstrekken die noodzakelijk zijn voor de evaluatie van de studenten en de stage-organisatie in het algemeen. Tijdens je stage voer je stipt de opdrachten uit die vermeld zijn op de activiteitenlijst onder leiding en toezicht van de stagementor, verpleegkundige en/of de stagebegeleider. Je mag geen andere opdrachten, buiten je aangeleerde technieken op school, uitvoeren op eigen initiatief. De veiligheid van de patiënt staat centraal.


Je hebt het recht de uitvoering te weigeren van taken die niet in de activiteitenlijst voorzien zijn of die je fysische of psychische mogelijkheden te boven gaan, of die strijdig zijn met dit reglement. De stagegever mag alle nuttige inlichtingen betreffende jou in functie van het leerproces en het stageverloop inwinnen bij de stagebegeleider. 2.3.9 Stage-uren, inhaalstage 2.3.9.1 Stage-uren Je doorloopt dezelfde stage-uren als het verpleegkundig personeel. Dit is als basisregel 7u36min per dag in dagdienst. Er zijn geen stages tijdens de schoolvakanties, enkel inhaalstages. Vanaf de eerste module is er stage mogelijk tijdens weekends. Vanaf de vijfde module is er nachtdienst mogelijk. Een overzicht van de stageperiodes op jaarbasis, vind je op Smartschool. De stagegever stelt je concreet uurrooster op, rekening houdend met de bepalingen van de Welzijnswet en respecteert hierbij onder meer de verplichte rusttijden. De stagegever moet er voor zorgen dat de hele wetgeving op het welzijn op het werk wordt gerespecteerd. Deze wet noemt men de Welzijnswet. Wie hierover informatie zoekt kan die vinden op www.werk.belgië.be (zoek verder op trefwoord “Welzijn op het werk”). Belangrijk is te weten dat de bijzondere bescherming voor jeugdige werknemers niet meer van toepassing is op stagiairs. Ze worden voor de Welzijnswet als gewone werknemers behandeld. 2.3.9.2 Praktische afspraken i.v.m. aan- en afwezigheden tijdens de stageperiode Je dient je naar de stageplaats te begeven op de gestelde dagen en binnen de gestelde stage-uren overeenkomstig de stageovereenkomst. Je volgt de werktijden van de stageplaats waar je stage loopt. Je bent vijf minuten vóór het aangeduide aanvangsmoment aanwezig op de stageplaats. Bij iedere afwezigheid of te laat komen, verwittig je dadelijk zelf de stageplaats en nadien (vanaf 7.30u) de receptie van de school en de stagebegeleider. Vanaf de eerste dag afwezigheid bezorg je een afwezigheidsattest aan de school binnen de vijf werkdagen. In geval van staking, technische of economische werkloosheid, of overmacht dient de stagegever dit onmiddellijk te melden aan de directeur van de onderwijsinstelling of haar afgevaardigde. Je wordt in die periode teruggestuurd naar de school.


2.3.9.3 Stage versus inhaalstage Iedere niet gepresteerde stagedag, dien je in te halen tenzij anders vermeld (zie 2.2.2.1). Indien je tijdens een stageperiode enkele dagen afwezig bent geweest, dan haal je (indien mogelijk) de stage in tijdens diezelfde stageperiode. Het regelen van de inhaalstage binnen dezelfde periode gebeurt in samenspraak met je stagebegeleider en de hoofdverpleegkundige. Indien inhalen binnen dezelfde periode niet meer mogelijk is, gebeurt dit tijdens de volgende periode(-s), in samenspraak met je stagebegeleider en de stagecoördinator. Er wordt dan een nieuwe stageovereenkomst opgemaakt. Bij het begin van iedere stage leg je een overzicht van de reeds gepresteerde uren voor aan je stagebegeleider. Indien je onvoldoende stage-uren hebt, overleg je samen met je stagebegeleider hoe je deze kunt inhalen. Je mag echter maximum 8 uren per dag en 38u per week stage lopen. Voor langere afwezigheden kunnen de vakantieperiodes gebruikt worden om stages in te halen. In de vakantieperiodes worden geen gewone stages gepland, maar uitzonderlijk kunnen wel inhaalstages plaatsvinden. Hierover beslist de directeur en de stagecoördinator na advies van de klassenraad. Bij de planning van deze inhaalstages moet ervoor gezorgd worden dat in de grote vakantie elke student echter minstens 4 aaneengesloten weken vakantie kan genieten. Er worden geen inhaalstages georganiseerd tijdens de zomersluiting van de school. Bij de planning van de inhaalstage wordt eveneens de datum van de uitgestelde delibererende klassenraad meegedeeld. 2.3.10 Stagedocumenten 2.3.10.1 Bewaren van stagedocumenten gedurende de hele opleiding Bij de aanvang van de opleiding koop je tijdens de boekenverkoop een witte stagekaft waarin je alle stagedocumenten, afkomstig van alle opeenvolgende stageperiodes, bewaart gedurende de hele opleiding. Deze stagekaft is een officieel document. Indien je uit deze kaft documenten haalt om toe te voegen aan je portfolio, vermeld je dit of voeg je een fotokopie van de verwijderde documenten toe. 2.3.10.2 Stagemap per schooljaar Bij de start van elk schooljaar ontvang je een stagemap. Deze stagemap gebruik je tijdens het volledige schooljaar voor het bijhouden van de noodzakelijke stageadministratie. Hierin bewaar je de verslagen, urenstaat en werkbegeleidingsfiches.


De stagementor en de stagebegeleider zullen deze map op geregelde tijdstippen nazien. Je bezorgt deze map op het afgesproken moment (tweede lesdag, volgend op de stageperiode, vóór 11u40) op de receptie van de school. Bij het afgeven onderteken je een formulier als bewijs van afgifte. Indien je deze map zonder gegronde reden niet indient tegen het afgesproken ogenblik, wordt daar rekening mee gehouden in de eindevaluatie van de stage. 2.3.10.3 Stageverslagen Tijdens de stageperiode wordt er van jou een schriftelijke reflectie verwacht in de vorm van stageverslagen. Iedere stagebegeleider zal bij het begin van de stage zijn verwachtingen naar jou toe uitspreken over de inhoud en presentatie van deze verslagen. Dit gebeurt op het in het lesrooster geplande stagevoorbereidingsmoment vóór aanvang van de stage. Op Smartschool kan je de basisdocumenten voor deze verslaggeving terugvinden. Deze stageverslagen worden bezorgd aan de stagebegeleider op de vooraf afgesproken momenten. De stagebegeleider zorgt voor de verdere bespreking van deze verslagen gedurende de stageperiode. Op het einde van de stageperiode worden deze verslagen in de stagemap bewaard die je afgeeft op het afgesproken moment (2.3.10.1). 2.3.10.4 Stage-urenstaat Op de stage-urenstaat vul je dagelijks de gepresteerde uren in. Deze tabel dient te worden ondertekend door de hoofdverpleegkundige of stagementor op het einde van iedere stageweek. Je hebt dit overzicht van het aantal gepresteerde uren altijd bij je, zodat elke stagebegeleider kan nagaan of je eventueel stage-uren moet inhalen. Indien je stage-uren dient in te halen, noteer je deze op het formulier ‘niet gepresteerde uren’. Je bezorgt hiervan een kopie aan de stagecoördinator op het einde van de oorspronkelijk geplande stageperiode. Je meldt aan je stagebegeleider van de volgende stageperiode hoeveel stage-uren je nog moet inhalen. Je bent medeverantwoordelijk voor je eigen urenstaat. 2.3.10.5 Groeiboek stage Om te kunnen groeien tot een goede verpleegkundige heb je heel wat vaardigheden aan te leren. Om dit groeiproces alle kansen te geven, is het zinvol dat je telkens voor en na een stageperiode kijkt aan welke punten je nog verder moet werken. Hiervoor ontvang je bij de aanvang van de opleiding een groeiboek waarin de doelstellingen van iedere stageperiode en de concrete realisaties genoteerd kunnen worden. Het groeiboek heeft als bedoeling om


jouw evolutie gedurende de gehele opleiding te volgen en bij te sturen. Werkpunten gaan op die manier niet verloren na één stage, maar je krijgt de uitdaging om hier opbouwend aan te blijven werken. Samen met je stagebegeleider formuleer je de doelstellingen die je in de komende stageperiode wil behalen. Bij de bespreking van je stage-evaluatie vul je samen met je stagebegeleider in welke doelstelling werden behaald en waar er nog werkpunten liggen. Tijdens de stagevoorbereiding van de volgende periode laat je je groeiboek zien aan je stagebegeleider. Bij verlies van het groeiboek schaf je je een nieuw exemplaar aan op de receptie en je vult het in de mate van het mogelijke aan. 2.3.11 Kosten verbonden aan de stage 2.3.11.1 De stagiair en zijn dienstkledij Je zorgt steeds voor een verzorgd en sober voorkomen zoals dat in de bedrijfscultuur van een ziekenhuis of stageplaats past, dus geen opvallende haartooi, piercings, tattoos, juwelen, opmaak, gelnagels, … Je respecteert hierbij de afspraken die ter plekke gelden. De dienstkledij omvat: -

een broekpak

-

schoenen die geen lawaai maken en afwasbaar zijn.

Je kan ziekenhuisuniformen via de school aankopen. Je dient zelf in te staan voor het wassen van de uniformen. Het ziekenhuisuniform wordt alleen gedragen in het ziekenhuis. Tijdens je stage ben je identificeerbaar als student van deze school door het dragen van je identificatiebadge. Deze badge met je naam en foto, draag je de hele stageperiode bij je op een zichtbare plaats. Deze badge kan je aankopen aan de receptie van de school tegen betaling van 3 euro. 2.3.11.2 Verplaatsing Je draagt zelf de kosten die je maakt om je te verplaatsen van en naar je stageplaats. De afspraken in verband met parking verschillen per stageplaats. Je kan hierover informatie inwinnen bij je stagebegeleider tijdens de stagevoorbereiding. 2.3.11.3 Maaltijden De afspraken in verband met maaltijden verschillen per stageplaats. Je kan hierover informatie inwinnen bij de stagebegeleider tijdens de stagevoorbereiding.


2.3.12

Beoordeling van de stage

Op het einde van iedere stageperiode wordt er een stage-evaluatie opgesteld door de stagebegeleider, in samenspraak met de mentor(en). Deze evaluatie is gebaseerd op de besprekingen die tijdens de stage met de mentoren hebben plaatsgevonden, op de binnengebrachte stageverslagen en op de werkbegeleidingsfiches. Ook de samenwerkingsmomenten met de stagebegeleider worden hierbij in rekening gebracht. Deze stage-evaluatie wordt uitgedrukt in punten. Het geven van punten behoort tot de verantwoordelijkheid van de stagebegeleider. Bij betwistingen van de stage-evaluatie tussen de mentor en de stagebegeleider is het oordeel van de stagebegeleider doorslaggevend. Op de stage-evaluatiefiche wordt er ook melding gemaakt van het aantal gepresteerde stage-uren voor de gepresteerde stageperiode. Na bespreking wordt de stage-evaluatiefiche voor ‘gelezen en goedgekeurd’ ondertekend door de drie partijen: de student, de mentor en de stagebegeleider. Tijdens de tweede lesweek volgend op een stageperiode is er een stage-evaluatiemoment voorzien waar je als student de kans krijgt om samen met je stagebegeleider de stageevaluatie te bespreken. Tijdens dit evaluatiemoment vul je, samen met je stagebegeleider, ook het groeiboek in. De originele stage-evaluatiefiche bewaar je nadien in je witte stagekaft. Je stagebegeleider bezorgt een kopie van deze fiche aan je moduleverantwoordelijke ter bewaring in je individueel studentendossier. 2.3.13 Spreiding van het stageprogramma 2.3.13.1 Zwangerschap Indien je zwanger bent tijdens de opleiding, kan een spreiding van de module besproken worden met de stagecoördinator en/of directeur. Je bezorgt een attest van de behandelende arts met de vermoedelijke bevallingsdatum aan de directeur. Op basis van dit attest maakt de stagecoördinator (in overleg met de onderwijscoördinator) een spreidingsvoorstel van de module op. Dit voorstel wordt met jou besproken en ondertekend voor akkoord. 2.3.13.2 Medische reden Indien je gedurende een lange periode afwezig bent ten gevolge van een ernstige aandoening, kan een spreiding van de module worden besproken met de stagecoördinator en/of directeur. Hierdoor krijg je ruimte om een medische behandeling te combineren met de opleiding. Hiervoor bezorg je een attest van de behandelende arts met de vermoedelijke


afwezigheidsperiode aan de directeur. Op basis van dit attest maakt de stagecoördinator (in overleg met de onderwijscoördinator) een spreidingsvoorstel van de module op. Dit voorstel wordt besproken met jou en ondertekend voor akkoord. 2.3.14 Vroegtijdig beëindigen van de stageovereenkomst De stage heeft een bepaalde duur en moet gerespecteerd worden. Juridisch gezien kan de student onder geen enkele omstandigheid de stageovereenkomst eigenmachtig verbreken. Indien de student toch op eigen initiatief de stage verlaat dan zal dit door de school beschouwd worden als een zware fout en zal de school de stageovereenkomst eventueel verbreken. De stagegever kan de stage opschorten om ernstige redenen. Het is echter aan de onderwijsinstelling om een stage te beëindigen. De redenen en de procedures worden hierna besproken. 2.3.14.1 Reden van voortijdig beëindigen van de stage op initiatief van de directeur De directeur van de onderwijsinstelling kan, op eigen initiatief of op vraag van de stagebegeleider, de stageovereenkomst beëindigen: 1) bij ernstige fouten van de stagegever 2) wanneer de fysische of psychische gezondheid van de stagiair gevaar loopt 3) wanneer de stage inefficiënt of onnuttig is 4) bij een ernstige fout van de stagiair 2.3.14.2 Reden van voortijdig beëindigen van de stage op initiatief van de stagegever De stagegever kan de stageovereenkomst opschorten wanneer: 1) de stagiair zich niet kan houden aan de teamafspraken 2) de stagiair herhaald ongewettigd afwezig is op de stageplaats 3) de stagiair wangedrag vertoont of zich niet houdt aan de reglementen (beroepsgeheim, veiligheidsvoorschriften,…) 4) de stagiair de veiligheid van de patiënt en/of teamleden in gevaar brengt 5) de stagiair opzettelijk schade veroorzaakt 6) de stagiair een ernstige fout begaat 2.3.14.3 Procedure bij voortijdig beëindigen van de stage De directeur van de onderwijsinstelling kan het initiatief nemen om de stage voortijdig te beëindigen. In dit geval wordt de student gehoord door de stagecoördinator en/of de directeur en wordt er een bijzondere klassenraad bijeen geroepen die de directeur adviseert


over het al dan niet verbreken van de lopende stage, het aanbieden van een nieuwe stageplaats en over het vervolg van de opleiding. De uiteindelijke beslissing van de directeur wordt zowel mondeling als schriftelijk meegedeeld aan de student. Indien de stage wordt opgeschort door de stagegever, motiveert de hoofdverpleegkundige van de afdeling waar de student stage loopt schriftelijk de vraag aan de school om de stage voortijdig te beëindigen en ondertekent deze. De motivatie wordt op de afdeling besproken in aanwezigheid van de student, de stagebegeleider en de mentor(en). De stagecoördinator kan op dit overleg aanwezig zijn. Pas na deze bespreking wordt de stage op deze afdeling geschorst tot er een eindbeslissing valt. De student wordt gehoord door de stagecoördinator en/of directeur. Er wordt eveneens een bijzondere klassenraad bijeen geroepen die de directeur adviseert over het al dan niet verbreken van de lopende stage, het aanbieden van een nieuwe stageplaats en over het vervolg van de opleiding. Het is de directeur die een eindbeslissing neemt. De student wordt zowel mondeling als schriftelijk op de hoogte gebracht van deze beslissing. 2.3.15 Ongeval en verzekering Tijdens je stage kan je het slachtoffer worden van een ongeval of zelf schade veroorzaken. In beide gevallen ben je verzekerd door de onderwijsinstelling die verplicht is de nodige verzekeringen af te sluiten. Op Smartschool kan je de procedures en verzekeringspolis terugvinden (Smartschool: Voorzieningen/veiligheid en preventie). 2.3.15.1 Ongeval op de stageplaats Als stagiair heb je in feite twee werkgevers, de school en de stagegever. De wet heeft duidelijk bepaald welke verplichtingen beiden hebben. Voor de toepassing van de Welzijnswet treedt de stagegever als werkgever op. Hij staat onder meer in voor het maken van de risicoanalyse, het opstellen van de werkpostfiche en het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen. Indien er zich een ongeval voordoet op het werk, zal dit beschouwd worden als een arbeidsongeval. De stagegever zal je eerste zorgen toedienen en zal het ongeval onderzoeken. Bij een ernstig ongeval zal de stagegever dit ook aangeven aan de bevoegde instanties. Het is echter de school die instaat voor de verzekering. Elke onderwijsinstelling is immers verplicht een arbeidsongevallenverzekering voor haar stagiairs af te sluiten. De uitkering wordt bepaald door de wet. Op de stageplaats is de wettelijke regeling voor arbeidsongevallen voor stagiairs van toepassing.


Voor de stage van studenten verpleegkunde zijn prikongevallen, snijwonden en bloedspatten een belangrijk gegeven. Als je als stagiair hiermee geconfronteerd wordt, moet je ook strikt de procedure volgen die is voorgeschreven. Je meldt dit onmiddellijk op je stageplaats, daarna wend je je tot de receptie van de school voor het invullen van de nodige documenten en de verwijzing voor een bloedafname (die in het H. Hart-ziekenhuis Leuven gebeurt, ongeacht waar je op stage staat). Je krijgt daarvoor specifieke informatie die terug te vinden is in je stagemap en op Smartschool. 2.3.15.2 Ongeval op de weg van en naar de stageplaats Als je het slachtoffer wordt van een ongeval op de weg van en naar de stageplaats, ben je verzekerd tegen lichamelijke schade in het kader van de ongevallenpolis van de school (zie Smartschool). Dit is dan geen arbeidsongeval. Vóór het bezoek aan de dokter, meld je je voor de nodige documenten zo snel mogelijk op de receptie van de school. Zo nodig stuur je iemand anders om de documenten op te halen. Indien je zelf een ongeval veroorzaakt t.o.v derden (b.v. met de fiets) is je aansprakelijkheid gedekt via de burgerlijke aansprakelijkheid van het gezin. Dit noemt met ook de familiale verzekering. Het is belangrijk hiernaar te informeren of je zelf te verzekeren indien nodig. Het ongeval zelf is gedekt via de schoolpolis. Bij schade aan voertuigen bij een ongeval van en naar de stageplaats worden de verzekeringsaspecten geregeld door de autoverzekering(en). 2.3.15.3 Ongeval of materiële schade op de stageplaats Tijdens de stage zal je stagegever je het nodige materiaal ter beschikking stellen en laten gebruiken. Je bent als stagiair verplicht dit toevertrouwde materiaal in goede staat terug te geven. Je bent niet verantwoordelijk voor schade of sleet toe te schrijven aan het regelmatig gebruik van het materiaal. Als stagiair word je verondersteld zorgvuldig te handelen. Indien echter bv. door onhandigheid toch een schade wordt veroorzaakt, dan is de verantwoordelijkheid ten laste van de stagegever. Voor andere schade veroorzaakt door de stagiair wordt een verzekering ter dekking van de aansprakelijkheid van de stagiair afgesloten door de school voor de aanvang van de stageperiode. Bij een eventueel schadegeval neem je contact op met de receptie van de school waar men je verder zal helpen met het invullen van de nodige formulieren.


2.4 Orde- en tuchtreglement Het ordeen tuchtreglement is een middel om de goede gang van zaken in onze onderwijsgemeenschap te vrijwaren. 2.4.1 Concrete afspraken en regels op school 2.4.1.1 Omgangsvormen In je gedragingen en sociale relaties, zowel binnen als buiten de schoolgemeenschap, laat je je leiden door eerbied voor elke persoon en verricht je geen handelingen die onverenigbaar zijn met de opdracht van de school en met het verpleegkundig beroep. In je hele optreden zal je een waardige, hoffelijke houding aannemen en gedrag vermijden dat anderen kan kwetsen. Hierbij hoort dat je een net en verzorgd voorkomen hebt, een keurige taal spreekt, wellevend en tactvol bent. Tijdens stageperiodes volg je de regels en afspraken die ook gelden voor de eigen personeelsleden van de stage-instelling. Publicaties en groepsactiviteiten die betrekking hebben op de school dienen te getuigen van goede smaak en mogen in geen geval kwetsend of schadelijk zijn voor het beroep, de stageplaatsen, de deelnemers of de school zelf. Je bent je bewust van de verregaande gevolgen die onzorgvuldig, ondoordacht of kwaadwillig gebruik van ict-middelen kan hebben. Je waakt er over dat je het gezag, de integriteit en de waardigheid van jezelf, je medestudenten, de patiënten en personeelsleden van je stageplaats, de personeelsleden van de school en de schoolleiding niet aantast door laakbare uitingen of handelingen via ict-middelen. Je waakt er over alle toepasselijke wettelijke bepalingen na te leven bij het gebruik van ict-middelen. Deze omvatten onder meer maar niet uitsluitend de regelgeving inzake -

de openbare orde en de goede zeden

-

het auteursrecht

-

de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag;

-

de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

-

het verbod op aanstootgevende, racistische, xenofobe, discriminerende, pornografische, pedofiele of revisionistische publicaties

-

de elektronische communicatie

-

de informaticacriminaliteit.

Zoals op alle privédomeinen is het op de school niet toegestaan – op welke wijze dan ook – beeld- of geluidsopnamen te maken zonder voorafgaande toestemming van de betrokken persoon. Volgens de privacywet mag je beeld- of geluidsopnamen waarop medestudenten,


personeelsleden van de school of andere personen herkenbaar zijn, niet publiceren tenzij je uitdrukkelijk de toestemming hebt van alle betrokkenen. Voor publicaties en buitenschoolse activiteiten dragen de initiatiefnemers de verantwoordelijkheid, overeenkomstig het burgerlijk wetboek. Mobiele telefoons storen de lessen en dienen dus tijdens de lessen uitgeschakeld te worden. 2.4.1.2 Gebruik van gemeenschappelijke lokalen Om het samenleven op de school optimaal te laten verlopen is het goed aandacht te hebben voor een aantal belangrijke punten. Het is in ieders belang dat orde en netheid in de gemeenschappelijke ruimten (cafetaria in het H. Hartziekenhuis, klaslokalen, mediatheek, computerlokaal, living, gangen en toiletten) door iedereen gerespecteerd worden. Je zorgt ervoor dat de klas na elk lesuur in orde wordt achtergelaten en dat de lichten worden gedoofd. In de klaslokalen mag je niet eten of drinken. Indien je in je vrije tijd wil studeren of aan je stageverslag werken, kun je gebruik maken van de mediatheek die ook dienst doet als studielokaal of van het computerlokaal voor studenten. Informatie over het gebruik van de mediatheek vind je onder punt 2.4.1.4. Wanneer er zich in het computerlokaal storingen of defecten voordoen, meld je die onmiddellijk mondeling en/of schriftelijk aan de verantwoordelijke op het secretariaat. Tijdens de lesperiodes kun je tijdens de koffiepauze van 9.40u tot 10u gratis koffie bekomen in de cafetaria van het regionaal ziekenhuis H. Hart. Er wordt uitdrukkelijk gevraagd om vóór de start van de lessen om 8u geen koffie te halen in de cafetaria! In de cafetaria kan je verder terecht -

tussen 11.40u en 14u voor een middagmaal met soep

-

tussen 17u en 19u voor een avondmaal.

In de cafetaria kan je enkel plaats nemen op de plaatsen die voorzien zijn voor studenten van onze school. De overige plaatsen zijn voorbehouden voor personeel, patiënten en bezoekers van het H. Hartziekenhuis. Alle studenten zijn welkom in de living. Iedereen draagt bij tot een aangename sfeer: -

radio en T.V. worden enkel aangezet tijdens de pauzes

-

de living wordt ordelijk achtergelaten. Lege flesjes en blikjes worden opgeruimd. Wie als laatste de living verlaat schakelt radio, T.V. en licht uit.


De school is niet verantwoordelijk voor het verlies of de ontvreemding van persoonlijke goederen en gelden van de studenten. Wie zich aan diefstal schuldig maakt riskeert een tuchtmaatregel. Fietsen worden in de gesloten fietsenstalling geplaatst. Een badge die toegang verleent tot de stalling kan je op de receptie bekomen tegen betaling van een waarborg van 10 euro. Indien je met de auto naar school komt, kun je niet parkeren op het terrein van de school. Je mag de lessen of je stageplaats enkel tijdens pauzes verlaten om je parkeerschijf aan te passen. Indien je schade toebrengt aan gebouwen of materieel zowel op school als op stage, meld je dit onmiddellijk op de receptie, zodat de nodige maatregelen kunnen worden getroffen. 2.4.1.3 Verzekering -

Indien je het slachtoffer wordt van een ongeval tijdens de lessen of stages of op weg van en naar de onderwijsactiviteiten ben je via de school verzekerd tegen lichamelijke schade, volgens de modaliteiten voorzien in de betreffende polis (zie SMARTSCHOOL). Je meldt je voor de nodige documenten zo snel mogelijk op de receptie van de school, vóór het bezoek aan de dokter. Zo nodig stuur je iemand anders om de documenten op te halen.

-

Bij prikongevallen op stage meld je dit dadelijk op de stageplaats, daarna wend je je tot de receptie van de school voor het invullen van de nodige documenten en de verwijzing voor een bloedafname (die in het H. Hartziekenhuis Leuven gebeurt, ongeacht waar je op stage staat).

-

Indien je tijdens de onderwijsactiviteiten een beroepsziekte oploopt, kun je een aanvraag doen tot tegemoetkoming bij het fonds voor beroepsziekten.

-

Wanneer tijdens de onderwijsactiviteiten de burgerlijke aansprakelijkheid van docenten en studenten in het gedrang komt, kan de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering worden ingeroepen.

-

Voor activiteiten van de studentenraad of voor activiteiten die door studenten worden georganiseerd buiten de school, zijn de organisatoren zelf verantwoordelijk. Eventuele ongevallen in deze omstandigheden worden niet door de schoolverzekering gedekt.

-

Voor studiebezoeken wordt er meestal gemeenschappelijk vervoer voorzien. Wie zich toch met eigen vervoer verplaatst, is niet gedekt door de verzekering van de school, tenzij dit vooraf zo wordt afgesproken met de directie.


2.4.1.4 Mediatheek Algemeen De mediatheek is geopend van 7.30u tot 17 uur, op woensdag tot 16u. Er wordt absolute stilte gevraagd zodat iedereen rustig kan werken. Je kan altijd terecht bij de mediathecaris of bij de verantwoordelijke van de receptie voor hulp bij opzoekingswerk. De computers aan de receptie en achter de groene balie zijn enkel toegankelijk voor de mensen van de mediatheek. Voor het maken van groepswerken ga je op zoek naar een ander lokaal, dit kan niet in de mediatheek. In de mediatheek zet je je GSM af. Eten en drinken is er niet toegestaan. De mediatheek is geen opslagplaats voor allerlei materiaal. Raadplegen van boeken, CD-ROM’s en tijdschriften Woordenboeken, encyclopedieën, CD’s, medicatieboeken en tijdschriften kunnen ter plaatse geraadpleegd worden maar worden niet uitgeleend. Indien je een fotokopie wenst, vraag je dit aan de verantwoordelijke van de mediatheek. Je betaalt 0.04 euro per kopie. Na gebruik moeten boeken en/of tijdschriften terug in de rekken worden gezet. De boeken zijn gerangschikt volgens SISO-nummers en alfabetisch volgens auteur. Ontlenen van boeken -

De uitleentermijn is drie weken. Verlenging van de uitleentermijn is mogelijk, ook telefonisch.

-

Het boek moet steeds gescand worden door de verantwoordelijke van de bibliotheek.

-

Er mogen maximum vijf boeken tegelijk ontleend worden.

-

Boeken die door iemand anders ontleend zijn, kunnen gereserveerd worden.

-

Boeken met de vermelding ‘Dit boek wordt niet uitgeleend’ mogen uiteraard niet worden meegenomen.

-

De boeken die op het bureau van de mediathecaris liggen, mogen nooit meegenomen worden.

Terugbrengen van boeken en laattijdig inleveren van boeken Als een boek teruggebracht wordt, zet je het niet in de kast, maar leg je het op het bureau van de mediathecaris.


Bij het niet tijdig inleveren van boeken zullen kosten aangerekend worden (0,05 euro per dag per boek). Bij verlies of ernstige beschadiging van een boek dient het boek betaald te worden. 2.4.1.5 Gebruik van de computers in de computerklas en van het elektronisch leerplatform Smartschool -

De computers in de computerklas 1.1 staan tijdens de openingsuren van de school (van 7.30u tot 17u, op woensdag tot 16u) ter beschikking van de studenten.

-

Eten en drinken in de computerklas is niet toegestaan.

-

Het is onder geen enkele voorwaarde toegelaten nieuwe software op de PC’s te plaatsen of de instellingen te wijzigen.

-

De hardware (computers, printers, schermen, netwerkkabels, …) mag niet verplaatst of losgekoppeld worden.

-

Het gebruik van internet en van Smartschool is bedoeld voor het vervullen van schoolgebonden opdrachten.

-

Je kan in de computerklas geen documenten afdrukken. Je maakt voor het transport van schoolgebonden bestanden bij voorkeur gebruik van de mogelijkheden van Smartschool, maar je kan ook eigen gegevensdragers (diskette, CD, USB-stick, …) meebrengen.

-

Je bent zelf verantwoordelijk voor de inhoud van je Smartschool-mappen en –postbakjes. Gebruikersnamen en wachtwoorden worden niet doorgegeven.

-

Studenten die op het elektronisch leerplatform rechten trachten te verwerven die hen niet zijn toegestaan en/of digitaal materiaal kopiëren dat niet voor hen is bestemd, zijn strafbaar (sancties zie 2.4.2).

-

Storingen en defecten worden onmiddellijk doorgegeven aan de receptie.

-

Als je opzettelijk schade berokkent, zal je deze moeten vergoeden. Onder opzettelijke schade wordt onder andere verstaan: -

het wijzigen van en/of schade toebrengen aan de hardware

-

het besmetten van het systeem met virussen

-

het wissen of wijzigen van instellingen van de software die ter beschikking staat van de studenten

-

Bij het verlaten van de computerklas meld je je af op Smartschool, sluit je alle programma’s af, en verwijder je diskettes en CD’s uit de computer.

-

Elke toepassing die je realiseert en die in verband kan worden gebracht met de school is vrij van pornografische, racistische, shockerende, gewelddadige en discriminerende inhoud. Ze beantwoordt aan alle elementen van de wet op de privacy en van de wet op het auteursrecht en bevat geen informatie die kan beledigen, kwetsen of schade School-, stage- en examenreglement, 2015-2016, pg 62

berokkenen. 2.4.1.6 Gezondheid, veiligheid en welzijn a. Gezondheid Eerste hulp Als je het slachtoffer wordt van een ongeval of als je je onwel voelt, kan je terecht aan de receptie voor de eerste zorgen. De school beschikt over personeelsleden die geregeld opleiding volgen om eerste hulp te verstrekken. Als je een beroep doet op eerste hulp, wordt dat in een register genoteerd. De bedoeling is zo na te gaan welke ongevallen op school zoal gebeuren, zodat we maatregelen kunnen nemen om die in de toekomst te voorkomen. Op het einde van het jaar worden de gegevens in dat register vernietigd. Bij ongevallen tijdens de stageactiviteiten zal de preventiedienst van de stagegever het ongeval onderzoeken. De bedoeling van dit onderzoek is gelijkaardige ongevallen in de toekomst te voorkomen. Ziek worden op school Indien je ziek wordt of je onwel voelt, word je afhankelijk van de situatie opgevangen aan de receptie, of zo nodig naar huis of naar een ziekenhuis gebracht. De school beschikt over een beperkte voorraad eenvoudige, algemeen gangbare medicijnen. Wanneer de omstandigheden dat vereisen, zal de school één van die geneesmiddelen op uitdrukkelijk verzoek en in zeer beperkte mate ter beschikking stellen. Medische handelingen De school zal niet ingaan op verzoeken tot medische bijstand die buiten de hierboven behandelde situaties vallen. In geval van nood of ernstige bezorgdheid zal de school een arts en/of de door jou opgegeven ‘contactpersoon in geval van nood’ contacteren. Rookvrije campus Het Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde, dat gezondheidswerkers m.n. verpleegkundigen vormt, wil actief kennis, vaardigheden en attitudes bijbrengen die gericht zijn op de eigen gezondheid en die van anderen. Zij wil bewust meehelpen jongeren te behoeden voor overmatig drinken, roken en voor het misbruik van genees- en genotmiddelen.


De school bevindt zich op de rookvrije campus van het Heilig Hartziekenhuis. Op school is roken steeds verboden, ongeacht de plaats of het tijdstip. Dit wil zeggen dat zowel gesloten als open plaatsen volledig rookvrij zijn. Er mag dus niet gerookt worden: -

in de schoolgebouwen

-

aan de buitendeuren van de school

-

op de parking

-

in het ziekenhuis

-

op de gehele campus van het ziekenhuis gelegen tussen de Naamsestraat en de Consciencestraat.

Tijdens extra-murosactiviteiten is roken zowel op weekdagen als tijdens het weekend verboden tussen 6.30u ’s morgens en 18.30u ’s avonds. Extra-murosactiviteiten zijn activiteiten die plaatsvinden buiten de schoolmuren en die georganiseerd worden voor één of meer studentengroepen, bijvoorbeeld studiebezoeken, ontmoetingsdagen, e.d. Bij overtredingen van dit rookverbod kunnen er sancties getroffen worden conform het ordeen tuchtreglement. Preventiebeleid rond drugs Sommige genotmiddelen, en meer bepaald de illegale drugs – verder kortweg ‘drugs’ genoemd –, zijn door de wet verboden. Ze kunnen een ernstig gevaar zijn voor de gezondheid. Op de school zijn het bezit, het gebruik, het onder invloed zijn en het verhandelen van dergelijke drugs dan ook strikt verboden. Vanuit haar opvoedende opdracht voert de school ter zake een preventiebeleid. Wij nodigen alle schoolbetrokken partners uit aan dit beleid mee te werken. Voor studenten die in moeilijkheden geraken of dreigen te geraken met drugs, biedt de school in de eerste plaats een hulpverleningsaanbod. Dat neemt echter niet weg dat ze conform het ordeen tuchtreglement sancties kan nemen. Dat zal o.m. het geval zijn wanneer een student niet meewerkt met het hulpverleningsaanbod, wanneer hij het begeleidingsplan niet naleeft of wanneer hij medestudenten bij drugsgebruik betrekt. Het verhandelen van drugs is verboden. Vanuit de meldingsplicht is de school genoodzaakt de naam van de dealer(s) door te geven aan de diensten van de politie en de gerechtelijke instanties. Als bewezen is dat je effectief drugs verhandelt, word je onmiddellijk definitief uitgesloten.


b. Welzijn Pesten, geweld en ongewenst seksueel gedrag worden op onze school niet getolereerd. Systematisch vijandig gedrag tegenover steeds dezelfde student, die geïsoleerd wordt en geen weerstand kan bieden, wordt niet geduld. Indien je het slachtoffer bent van pesten, geweld of ongewenst seksueel gedrag kun je je in eerste instantie wenden tot de moduleverantwoordelijke die samen met jou naar een oplossing zal zoeken. Ten aanzien van studenten die pesten zal het personeel onmiddellijk tussenkomen en zal het ordeen tuchtreglement worden toegepast. Van alle studenten wordt verwacht dat zij pestgedrag signaleren wanneer ze er getuige van zijn. c. Veiligheid In het kader van de veiligheid, treft de school ook maatregelen betreffende brandpreventie, brandbestrijding en evacuatie. Zij zorgt voor de veiligheid van de elektrische installaties. De school doet inspanningen om defecten en storingen te vermijden en op te sporen. Het is eenieders taak om deze te signaleren. De school zorgt voor EHBO-voorzieningen. Er wordt van jou verwacht dat je je mee inzet om de veiligheid op school te bevorderen. Er wordt jaarlijks een brandoefening voorzien. De school beschikt eveneens over een crisisdraaiboek (zie Smartschool), waarin de procedure wordt beschreven die we volgen wanneer het schoolleven plots wordt verstoord door een dramatische gebeurtenis, binnen of buiten de schoolmuren, met een grote impact op het functioneren van de school. 2.4.1.7 Privacy De school verwerkt persoonsgegevens van alle ingeschreven studenten met behulp van de computer. Dat is nodig om de studentenadministratie en de studentenbegeleiding efficiënt te organiseren. Wat de studentenadministratie betreft, heeft de school een wettelijke basis om gegevens te verwerken. De uitdrukkelijke instemming van de student is dan ook niet vereist. Wat de gegevensverwerking in het kader van de schoolinterne studentenbegeleiding betreft, heeft de school die instemming wél nodig. Om gepast te kunnen optreden bij risicosituaties, verwerkt de school ook gegevens betreffende de gezondheidstoestand van sommige studenten, maar dat gebeurt enkel met hun schriftelijke toestemming. De school publiceert geregeld beeldopnamen van studenten op haar website, in de schoolkrant of op haar elektronisch leerplatform Smartschool. De bedoeling van deze


beelden is geïnteresseerden op school en daarbuiten op een leuke wijze te informeren over de schoolse activiteiten. De beelden worden steeds genomen in een normale schoolcontext, met het nodige respect voor ieders eigenheid. De school waakt erover dat de beeldopnamen niet aanstootgevend kunnen zijn. Bij twijfel zal de school zich steeds tot de betrokkenen wenden en hun toestemming vragen. We gaan ervan uit dat er geen bezwaar is tegen de publicatie van de beeldopnamen die in een schoolse context genomen worden. Indien je daar toch bezwaar tegen hebt, kan je dat ten allen tijde (bij de ondertekening van het schoolreglement of op elk later tijdstip) melden aan de directeur. Er worden dan geen beeldopnames van jou meer gepubliceerd. 2.4.2 Orde- en tuchtmaatregelen We verwachten dat iedereen op school de afspraken en leefregels naleeft. Als dit niet het geval is, kunnen we gebruik maken van het ordeen tuchtreglement. 2.4.2.1 Begeleidende maatregelen Wanneer je gedrag het onderwijs- of vormingsgebeuren op school hindert of in gevaar brengt, zal je in eerste instantie worden uitgenodigd voor een gesprek met de moduleverantwoordelijke, onderwijscoördinator of directeur. Eventueel kan de school in overleg met jou een begeleidingsovereenkomst voorstellen. Hierin leggen we samen met jou een aantal gedragsregels vast waarop je je meer zal focussen. Je krijgt de kans om zelf afspraken voor te stellen waar je mee verantwoordelijk voor bent. Eenmaal de begeleidingsovereenkomst is afgesloten, zullen we de afspraken samen met jou opvolgen. Op die manier willen we je helpen je gedrag zo aan te passen dat het contact en de samenwerking met personeelsleden en medestudenten opnieuw beter zal verlopen. 2.4.2.2 Ordemaatregelen Als je het onderwijs- of vormingsgebeuren op school hindert, kan één van de volgende ordemaatregelen worden genomen : - een persoonlijke berisping of een tijdelijke verwijdering uit de les (deze maatregelen kunnen worden genomen door alle personeelsleden van de school) - een schriftelijke verwittiging met vermelding van het laakbaar gedrag (een schriftelijke verwittiging gaat uit van de docent die het gedrag heeft vastgesteld en de directie; drie schriftelijke verwittigingen leiden tot tuchtmaatregelen)


Ordemaatregelen kunnen genomen worden door het bestuurs-, onderwijzend en ondersteunend personeel. Tegen een ordemaatregel is geen beroep mogelijk. 2.4.2.3 Tuchtmaatregelen Als je gedragingen stelt die een gevaar vormen voor het onderwijsen vormingsgebeuren en/of niet verenigbaar zijn met de realisatie van de doelstellingen van de school, kan er een tuchtmaatregel worden opgelegd. Dat zal bv. het geval zijn: -

als je ook na begeleidende- en/of ordemaatregelen de afspraken op school niet nakomt;

-

als je ernstige of wettelijk strafbare feiten pleegt;

-

als de stage om een zwaarwichtige reden verbroken wordt

-

als je de realisatie van het pedagogisch project in gevaar brengt.

Mogelijke tuchtmaatregelen zijn: -

een tijdelijke uitsluiting uit de lessen van één, meerdere of alle thema’s voor maximaal 15 schooldagen

-

een definitieve uitsluiting uit de school.

Alleen de directeur of haar afgevaardigde kan een tuchtmaatregel opleggen. Als de directeur of haar afgevaardigde een definitieve uitsluiting overweegt, vraagt zij vooraf het advies van de begeleidende klassenraad. Iemand van het CLB kan ook in die klassenraad zetelen. Het advies van de klassenraad maakt deel uit van het tuchtdossier. a.

Het verloop van de tuchtprocedure -

De directeur of haar afgevaardigde nodigt jou met een aangetekende brief uit op een gesprek. Indien je minderjarig bent worden ook je ouders uitgenodigd.

-

Vóór dat gesprek kan je op school het tuchtdossier komen inkijken.

-

Het gesprek zelf vindt ten vroegste plaats op de vierde dag na verzending van de brief

(zaterdagen,

zondagen,

wettelijke

en

reglementaire

feestdagen

niet

meegerekend). De poststempel geldt als bewijs van de datum van verzending. Je kan je tijdens dit gesprek laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Een personeelslid van de school of van het CLB kan bij een tuchtprocedure niet optreden als vertrouwenspersoon. -

Na het gesprek brengt de directeur of zijn afgevaardigde je binnen een termijn van vijf dagen (zaterdagen, zondagen, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend) met een aangetekende brief op de hoogte van haar beslissing. In die


brief staat ook een motivering van de beslissing en de ingangsdatum van de tuchtmaatregel. -

In uitzonderlijke gevallen kan je preventief geschorst worden tot het einde van de tuchtprocedure (zie punt d).

b.

Beroep tegen een tuchtmaatregel

Enkel tegen een definitieve uitsluiting kan je beroep aantekenen (als je minderjarig bent, moeten je ouders dit doen). Ook tijdens de beroepsprocedure blijft de tuchtmaatregel van kracht. De beroepsprocedure gaat als volgt: -

Je dient met een aangetekende brief beroep in bij het schoolbestuur: Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven vzw t.a.v. mevr. L. Van Hoestenberghe Voorzitter Naamsestraat 105 3000 Leuven

-

De aangetekende brief moet ten laatste verstuurd worden op de vijfde dag (zaterdagen, zondagen, wettelijke en gelijkgestelde feestdagen niet meegerekend) nadat de beslissing van je definitieve uitsluiting werd ontvangen. De aangetekende brief met het bericht van de definitieve uitsluiting wordt geacht uiterlijk de derde dag na verzending te zijn ontvangen. De poststempel geld als bewijs, zowel voor de verzending als voor de ontvangst. Wanneer de school open is, kan je het beroep bij het schoolbestuur ook daar persoonlijk afgeven. Je krijgt dan een bewijs van ontvangst dat aantoont op welke datum je het hebt ingediend. Het beroep wordt daarna doorgegeven aan het schoolbestuur. Let op: als het beroep te laat wordt verstuurd of afgegeven, zal de beroepscommissie het beroep als onontvankelijk afwijzen. Dat betekent dat ze het beroep niet inhoudelijk zal behandelen.

Het beroep bij het schoolbestuur moet aan de volgende voorwaarden voldoen: -

Het beroeps is ofwel per aangetekende brief verstuurd, ofwel op school afgegeven (met bewijs van ontvangst)

-

Het beroep is gedateerd en ondertekend

-

Het beroep geeft de redenen aan waarom je de definitieve uitsluiting betwist.


Wanneer

het

schoolbestuur

een

beroep

ontvangt,

zal

het

een

beroepscommissie

samenstellen (zie ook deel III, punt 3.1.3). In die beroepscommissie zitten zowel mensen die aan de school of het schoolbestuur zijn verbonden als mensen die dat niet zijn. Het gaat om een onafhankelijke commissie die je klacht grondig zal onderzoeken. De persoon die de definitieve uitsluiting heeft uitgesproken, zal nooit deel uitmaken van de beroepscommissie, maar zal wel gehoord worden. De beroepscommissie zal jou ook steeds uitnodigen voor een gesprek. Je kan je tijdens dit gesprek laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. In de brief met de uitnodiging zal staan wie de leden van de beroepscommissie zijn. Vóór de zitting kan je het tuchtdossier opnieuw inkijken. Het gesprek gebeurt ten laatste tien dagen (zaterdagen, zondagen, wettelijke

en

gelijkgestelde feestdagen niet meegerekend) nadat het schoolbestuur het beroep heeft ontvangen. Die termijn van tien dagen wordt opgeschort tijdens schoolvakanties. Dat betekent dat enkel schoolvakanties niet meetellen bij het berekenen van de termijn. De zitten van de beroepscommissie kan wel tijdens een schoolvakantie plaatsvinden. De beroepscommissie streeft naar een consensus. Wanneer het toch tot een stemming komt, heeft de groep van mensen die aan de school of het schoolbestuur verbonden zijn evenveel stemmen als de groep van mensen die dat niet zijn. De voorzitter is niet verbonden aan de school of het schoolbestuur. Wanneer er bij een stemming evenveel stemmen voor als tegen zijn, geeft zijn stem de doorslag. De beroepscommissie zal de definitieve uitsluiting ofwel bevestigen, ofwel vernietigen. De voorzitter van de beroepscommissie zal je de gemotiveerde beslissing binnen een termijn van vijf dagen (zaterdagen, zondagen, wettelijke en gelijkgestelde feestdagen niet meegerekend) met een aangetekende brief meedelen. De beslissing is bindend voor alle partijen. c.

Andere belangrijke informatie over de tuchtprocedure -

We zorgen

dat je vóór het tuchtverhoor op de hoogte bent van alle gegevens die

mogelijk een rol zullen spelen bij de beslissing over een tuchtmaatregel. Andere gegevens kunnen niet gebruikt worden. -

Buitenstaanders mogen je tuchtdossier niet inzien, behalve wanneer je hiervoor schriftelijk toestemming geeft.

-

Je tuchtdossier kan niet doorgegeven worden aan een andere school.

-

Als je definitief uitgesloten wordt vóór het einde van de module (d.i. 31 augustus pf 31 januari), blijf je bij ons administratief ingeschreven tot je inschrijving in een


andere school. We zullen je samen met het CLB helpen bij het zoeken naar een andere school. Wanneer je weigert om in te gaan op ons aanbod voor een andere school, kunnen we je administratief uitschrijven. Wanneer je 18 bent, kunnen we je vanaf de 10de lesdag na je definitieve uitsluiting administratief uitschrijven. -

Als je na een tuchtprocedure definitief werd uitgesloten, kunnen we een nieuwe inschrijving van jou weigeren tijdens hetzelfde schooljaar en tijdens de twee volgende schooljaren.

d.

Preventieve schorsing

Een preventieve schorsing houdt in dat je in afwachting van een eventuele tuchtmaatregel niet op school wordt toegelaten. Dit kan enkel bij de start van een tuchtprocedure en in heel uitzonderlijke situaties gebeuren: -

bij zware gedragsmoeilijkheden die kunnen leiden tot je definitieve uitsluiting;

-

wanneer je aanwezigheid op school een gevaar of ernstige belemmering vormt voor jezelf, voor medestudenten of voor personeelsleden van de school.

Alleen de directeur of haar afgevaardigde kan je preventief schorsen. Zij deelt die beslissing schriftelijk en kort gemotiveerd aan jou mee. Zij bevestigt dit in de brief waarmee de tuchtprocedure wordt opgestart en geeft zo nodig bijkomende motivering. De preventieve schorsing gaat onmiddellijk in en duurt in principe niet langer dan tien lesdagen. Uitzonderlijk kan de preventieve schorsing eenmaal verlengd worden.


Deel III – Informatie

De bepalingen opgenomen in dit deel zijn meer van informatieve aard. Ze maken strikt genomen geen deel uit van het schoolreglement. De school heeft het recht de informatie opgenomen in dit deel in de loop van het schooljaar te wijzigen, indien nodig na consultatie van de participatieorganen.


3.1 Wie is wie? Onze school behoort tot de Scholengemeenschap Katholiek Secundair Onderwijs Leuven. De inrichtende macht of het schoolbestuur is juridisch verantwoordelijk voor het onderwijs in de school. De voorzitter is mevrouw Lieve Van Hoestenberghe. Bij haar kan je tevens beroep aantekenen bij een definitieve uitsluiting uit de school of wanneer je niet akkoord gaat met de beslissing van de delibererende klassenraad. De dagelijkse leiding van de school is door de inrichtende macht toevertrouwd aan de directeur, mevrouw Katrien Staessens. Het directieteam bestaat uit de directeur, mevrouw Katrien Staessens, de onderwijscoördinator, mevrouw An Neven en de stagecoördinator, mevrouw Els Swinnen. An Neven coördineert het onderwijsgebeuren en begeleidt studenten. Je kan bij haar terecht wanneer je vragen of moeilijkheden hebt waarmee je niet bij de moduleverantwoordelijke terecht kan. Dit kunnen moeilijkheden zijn die betrekking hebben tot het verwerken van de leerstof of moeilijkheden die meer van persoonlijke aard zijn. Bij Els Swinnen kan je terecht met al je vragen over stage (inclusief de groeigroepen) waarmee je niet terecht kan bij je stagebegeleider. Bij het nemen van belangrijke beslissingen wordt het directieteam geadviseerd door de schoolraad waar personeelsleden, studenten en de lokale gemeenschap inspraak krijgen in het dagelijkse onderwijsgebeuren, waarvoor het schoolbestuur de eindverantwoordelijkheid draagt. Het lokaal onderhandelingscomité (LOC) is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de inrichtende macht en van het personeel en bespreekt personeelsaangelegenheden. De studentenraad is de spreekbuis van de studenten en is de officiële gesprekspartner van het directieteam voor alle globale thema's i.v.m. de opleiding. Twee afgevaardigden van de studentenraad zetelen in de schoolraad. De studentenraad informeert zelf de studenten over zijn structuur en organisatie. Hij organiseert zelf activiteiten binnen en/of buiten de school en zorgt zelf voor het afsluiten van de nodige verzekeringen. De groep van docenten vormt het onderwijzend personeel. Naast hun les- en stagebegeleidingsopdracht vervullen sommigen onder hen nog andere taken, bijvoorbeeld die van moduleverantwoordelijke, ICT-coördinator, themaverantwoordelijke, studie- en studentenbegeleider, …


Bij je moduleverantwoordelijke kan je terecht met vragen of problemen in verband met je studie of je persoonlijke situatie. Het ondersteunend personeel zorgt onder meer voor het onthaal op de receptie, de algemene schooladministratie, de studenten- en de personeelsadministratie, de boekhouding, de veiligheid, het onderhoud, de coördinatie van het elektronisch leerplatform Smartschool,… Op de receptie is er aan de balie steeds een verantwoordelijke bij wie je terecht kan voor informatie, meldingen en het laten invullen van formulieren. VCLB Leuven Onze school werkt samen met VCLB Leuven, Centrum voor Leerlingenbegeleiding voor Vrij en Gemeentelijk Onderwijs, Karel Van Lotharingenstraat 5, 3000 Leuven, 016/28.24.00, [email protected], [email protected], www.vclbleuven.be. De CLB-anker voor onze school is mevrouw Tine Wetsels. Waarvoor kan je bij het CLB terecht? Het centrum voor leerlingenbegeleiding heeft als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van onze studenten. De student staat centraal in de begeleiding. Hij heeft recht op informatie, hulp en privacy. Op vraag van studenten, ouders of school bieden CLB-medewerkers hulp. Dat kan informatie, advies, diagnostiek of begeleiding zijn op de volgende domeinen: -

gedrag, gevoelens en relaties: als je je niet goed in je vel voelt

-

leren en studeren: als het leren op school niet wil vlotten

-

onderwijsloopbaan: als je een heroriëntatie in je studie overweegt

Het CLB heeft een bijzondere opdracht voor studenten met specifieke onderwijsbehoeften. De CLB-medewerkers brengen in overleg met de student, ouders en school de wenselijke aanpassingen in kaart. Ze kunnen onder bepaalde voorwaarden een gemotiveerd verslag opstellen dat recht geeft op ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs (GON). Samenwerking school-CLB Het CLB is een partner in de studentenbegeleiding op school. De school en het CLB stellen een gezamenlijk beleidsdocument met afspraken en aandachtspunten. Via de schoolraad kunnen studenten zich daarover uitspreken. De CLB-anker werkt onafhankelijk van de school, maar kent de school wel goed. De school en het CLB kunnen gegevens uitwisselen over studenten voor zover die voor de begeleiding


op school noodzakelijk zijn. Dit gebeurt binnen de grenzen van de deontologie en het beroepsgeheim/discretieplicht waaraan alle medewerkers zich houden. Het CLB noteert relevante gegevens in jouw CLB-dossier. Hoe werkt het CLB? Als de school aan het CLB vraagt om een student te begeleiden, zal het CLB een begeleidingsvoorstel doen. Die begeleiding wordt enkel verdergezet mits je hiervoor toestemming geeft. Je wordt maximaal betrokken bij alle stappen van de begeleiding. De CLB-anker staat niet alleen. Binnen het CLB maakt hij deel uit van een team van collega’s met verschillende opleiding en ervaring. Zij overleggen regelmatig met elkaar. Het CLB heeft ook contacten met andere diensten en hulpverleners met wie het samenwerkt en naar wie het kan doorverwijzen. Het CLB werkt gratis. De CLB-medewerkers hebben beroepsgeheim en gaan met respect om met alle informatie. Het CLB-dossier Het CLB legt voor elke student een dossier aan waarin begeleidingsgegevens genoteerd worden. Dit gebeurt volgens vastgelegde regels waarin veel aandacht is voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Je hebt het recht om kennis te nemen van de gegevens in je CLB-dossier. Dat gebeurt via een begeleide inzage met de betrokken CLB-medewerkers die de informatie in het dossier kunnen duiden. Je hebt geen toegang tot gegevens die de privacy van anderen schenden. Als je van een school komt die begeleid werd door een ander CLB, wordt je dossier 10 dagen na de start in onze school automatisch bezorgd aan VCLB Leuven. Als je dit niet wenst moet je binnen de 10 dagen schriftelijk verzet aantekenen bij het CLB dat je vorige school begeleidt. Identificatiegegevens, vaccinatiegegevens en gegevens in het kader van de verplichte CLB-opdrachten (medische onderzoeken, afwezigheidsproblemen) worden in elk geval overgedragen. Wanneer je het secundair onderwijs definitief verlaat, wordt je dossier bewaard op het CLB. Het wordt gedurende 10 jaar gearchiveerd. Daarna wordt het dossier vernietigd. Wat te doen bij een besmettelijke ziekte? Het CLB heeft een opdracht in het voorkomen van de verspreiding van besmettelijke ziekten. Om besmettingsrisico’s te beperken moet de CLB-arts zo vlug mogelijk op de hoogte zijn van besmettelijke aandoeningen. Voor de volgende besmettelijke ziekten moet


een melding gebeuren: bof, voedselinfectie, buiktyfus, difterie, escherichia coli infectie, hersenvliesontsteking (meningitis), hepatitis A, hepatitis B, impetigo (krentenbaard), kinkhoest, kinderverlamming (polio), mazelen, roodvonk, (scarlatina), schurft (scabies), schimmelinfectie van de huid, shigellose en tuberculose. Bij twijfel neem je best telefonisch contact met de CLB-arts. De melding aan het CLB (016 28 24 00) kan gebeuren door de jezelf, door de behandelende arts of door de schooldirectie als deze op de hoogte is. Voor dringende melding van infectieziekten

buiten

de

kantooruren

kan

men

de

dienst

infectieziektebestrijding

contacteren op het nummer 02 512 93 89. De CLB-arts zal via de school de studenten informeren over de noodzakelijke maatregelen.


Overzicht: wie is wie? Directeur

Mevr. Katrien Staessens ([email protected])

Onderwijscoördinator

Mevr. An neven ([email protected])

Stagecoördinator

Mevr. Els Swinnen ([email protected])

Raad van bestuur

Voorzitter: Mevr. Lieve Van Hoestenberghe, Leden: Dhr. Joël Boydens, Dhr. Luc Ghekiere, Mevr. Rita Loonbeek, Mevr. Annemie Pernot, Dhr. K. Stassen, Mevr. K. Van Gerven

Beroepscommissie

De beroepscommissie bevoegd voor een beroep tegen een definitieve uitsluiting (zie deel II, punt 2.4.2). De beroepscommissie zal de definitieve uitsluiting ofwel bevestigen ofwel vernietigen. De beroepscommissie bevoegd voor een beroep tegen een beslissing van de delibererende klassenraad (zie deel II, punt 2.2.8). De beroepscommissie kan ofwel de betwiste beslissing bevestigen ofwel een andere beslissing nemen.

CLB

Centrum voor Leerlingenbegeleiding Karel Van Lotharingenstraat 5 3000 Leuven 016/28.24.00 Contactpersoon: Mevr. Tine Wetsels ([email protected])

Studentenraad

Elk jaar wordt een studentenraad verkozen die is samengesteld uit twee afgevaardigden per klas.

Schoolraad

Voorzitter: Mevr. An Neven Waarnemer: Mevr. Katrien Staessens Vertegenwoordiging inrichtende macht: Mevr. Rita Loonbeek


Personeelsleden: X en Mevr. Ingrid Peeters Twee studenten voorgedragen door de studentenraad Gecoöpteerde leden : Mevr. Mieke Florquin, Dhr. Marc D’hondt Verslaggeving: Mevr. Katrien Geboers Lokaal Onderhandelingscomité (LOC)

Voorzitter: Mevr. Lieve Van Hoestenberghe, Leden inrichtende macht: Dhr. Joël Boydens, Mevr. Rita Loonbeek, Mevr. Annemie Pernot, Mevr. Katrien Van Gerven Directeur: Mevr. Katrien Staessens Personeelsafvaardiging: Dhr. Stijn Conings, Dhr. Walter Debroyer, Mevr. Yvette Nagels, Mevr. Mia Van Wassenhove, Dhr. Nico Verstraeten

Smartschool-coördinator

Mevr. Katrien Geboers ([email protected])

Arbeidsgeneeskundige

Idewe Leuven, Interleuvenlaan 58, 3001 Leuven,

Dienst

016/39.04.11


3.2 Jaarkalender: vakantieperiodes en vrije dagen

Begin van het schooljaar

-

1 september 2015

Vieringen

-

openingsviering donderdag 3 september 2015 om 10u, gevolgd door drink

Vrije dagen eerste trimester

-

kerstviering vrijdag 18 december 2015 om 9.30u

-

maandag 5 oktober 2015 (lokale verlofdag)

-

vrijdag 23 oktober 2015 (pedagogische studiedag, alleen vrijaf voor wie in lesperiode is)

-

van maandag 2 november 2015 tot en met vrijdag 6 november 2015 (herfstvakantie)

-

woensdag 11 november 2015 (wapenstilstand)

-

les op dinsdagnamiddag 15 december 2015 en lesvrij op vrijdagnamiddag 18 december 2015

Kerstvakantie

-

van maandag 21 december 2015 tot en met vrijdag 1 januari 2016

Vrije dagen tweede trimester

-

van maandag 8 februari 2016 tot en met vrijdag 12 februari 2016 (krokusvakantie)

Paasvakantie

-

van maandag 28 maart 2016 tot en met vrijdag 8 april 2016

Vrije dagen derde trimester

-

donderdag 5 en vrijdag 6 mei 2016 (Hemelvaart)

-

maandag 16 mei 2016 (Pinkstermaandag)

Opendeurdag

-

zaterdag 16 april 2016 van 13.30u-17u

Mededeling van de resultaten

-

donderdag 28 januari 2016 om 10u

voor module 1 t.e.m. 5

-

donderdag 30 juni 2016 om 10u


Mededeling van de resultaten

-

voor studenten die afstuderen

studenten uit de laatste module die niet geslaagd zijn, worden telefonisch verwittigd door de moduleverantwoordelijke op de dag van de deliberatie (d.i. voor het 1ste semester op maandag 25 januari 2016 en voor het 2de semester op maandag 27 juni 2016).

-

studenten die geslaagd zijn ontvangen hun resultaat op de plechtige proclamatie.

Plechtige proclamatie

-

dinsdag 26 januari 2016 om 17.30u

voor de studenten die afstuderen -

dinsdag 28 juni 2016 om 17.30u

Einde van het schooljaar

donderdag 30 juni 2016 om 16u

-


3.3 Administratief dossier van de student De overheid controleert aan de hand van je administratief dossier of je aan de wettelijke toelatingsvoorwaarden voldoet. Het is dan ook van het allergrootste belang dat we zo vlug mogelijk over de juiste gegevens beschikken. Je bent pas ingeschreven als alle formaliteiten geregeld zijn en als je hebt ondertekend dat je kennis hebt genomen van en akkoord gaat met het school-, stage- en examenreglement en met het pedagogisch project. Als nieuwe student breng je daarom de volgende documenten binnen op het studentensecretariaat: -

een bewijs dat je aan de toelatingsvoorwaarden voldoet

-

je identiteitskaart waarvan een fotokopie in het dossier blijft bewaard.

Op het studentensecretariaat worden de persoonsgegevens die je bij inschrijving hebt meegedeeld gedeeltelijk met de computer verwerkt. Zo kan de school haar administratieve verplichtingen nauwgezet en efficiënt vervullen. De verwerking van persoonsgegevens gebeurt steeds overeenkomstig de privacywet van 8 december 1992.

3.4 Persoonlijke studie Studeren is jouw eerste opdracht in onze school. Je bent zelf verantwoordelijk voor je vormingsproces. Een actieve participatie aan dit proces is dan ook onontbeerlijk. Tijdens de lessen wordt er van jou aandacht en medewerking gevraagd. Je wordt uitgenodigd actief mee te werken en uitleg te vragen indien nodig. Je zoekt zelf een eigen wijze en een eigen ritme van studeren. Een verantwoorde organisatie van de studietijd is daartoe nodig. Je kan met al je vragen terecht bij de themadocent, moduleverantwoordelijke of onderwijscoördinator. Bij het leren studeren komt een methode kijken. De beste methode is regelmatig de leerstof herhalen. De docenten reiken methoden aan om de leerstof van hun thema te verwerken en lassen regelmatig toetsen in, zodat je kan leren op een zelfstandige wijze de leerstof te verwerken. Vanuit de school wordt de mogelijkheid geboden tot studiebegeleiding. Iedere docent en de moduleverantwoordelijken helpen jou bij je studie. Op het lesrooster staan regelmatig GOAuren vermeld. Dit zijn Gedifferentieerde Onderwijs Activiteiten, waarin je de geziene leerstof kan remediëren, bijwerken, verdiepen of verruimen. Tijdens OPA-uren (Onderwijsgebonden Persoonlijke Activiteiten) wordt er van jou verwacht dat je individueel werkt aan je leerproces (bv. werken aan je portfolio).


3.5 Ondersteuning bij studieproblemen en/of persoonlijke problemen De school wil studenten die het om de één of andere reden wat moeilijker hebben, helpen om hun moeilijkheden te boven te komen. Moduleverantwoordelijke, docenten, onderwijsen stagecoördinator, ondersteunend personeel en directeur bieden graag een luisterend oor (zie ook 2.2.4). Hieronder staan de principes op basis waarvan de school werkt. 3.5.1 Begeleiding in overleg Je wordt steeds betrokken bij de begeleiding, behalve in noodsituaties. Er zullen nooit beslissingen genomen worden zonder met jou te overleggen. De school kijkt naar jouw belang, maar houdt daarbij ook rekening met wat het beste is voor anderen. 3.5.2 Discretieplicht en beroepsgeheim Er zijn twee soorten van geheimhouding in de begeleiding: discretieplicht en beroepsgeheim. - Een student kan praten met allerlei personeelsleden zoals moduleverantwoordelijke, docenten, ondersteunend personeel, onderwijsen stagecoördinator en directeur. Zij hebben een discretieplicht en gaan dus vertrouwelijk om met de informatie die aan hen wordt verteld, maar kunnen niet beloven dat alles wat aan hen wordt verteld, geheim blijft. Wat een student vertelt, wordt soms besproken met een lid van het directieteam of met de moduleverantwoordelijke. - Een CLB-medewerker heeft beroepsgeheim: dat betekent dat hij wettelijk verplicht is om altijd toestemming te vragen voor er iets kan worden doorverteld. 3.5.3 Een studentendossier Door een beroep te doen op studentenbegeleiding, stem je er mee in dat de school relevante informatie bijhoudt in het studentendossier. Tot die informatie hebben enkel de leden van het directieteam, de persoon die je begeleidt en de moduleverantwoordelijke toegang. De school bekijkt samen met jou welke informatie in het dossier wordt opgenomen. Je mag altijd inzage vragen in en uitleg over de gegevens die via jou verkregen zijn. Om een oplossing te vinden, is het soms noodzakelijk te overleggen met anderen. In de mate van het mogelijke zal de school jou hier steeds over informeren.


3.6 Studenten als vrijwilligers De vrijwilligerswet van 3 juli 2005 legt een aantal verplichtingen op aan de organisaties die de vrijwilligers tewerk stellen. Ook de school maakt bij de organisatie van sommige activiteiten (bijvoorbeeld de opendeurdag) gebruik van vrijwilligers. Organisatie Sint-Franciscusinstituut voor verpleegkunde Leuven vzw Naamsestraat 105 3000 Leuven Verzekeringen De organisatie heeft een verzekeringscontract afgesloten tot dekking van -

de burgerlijke aansprakelijkheid, met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid, van de organisatie en de vrijwilliger

-

de lichamelijke schade die geleden is door vrijwilligers bij ongevallen tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op weg naar en van de activiteiten.

Het verzekeringscontract werd afgesloten bij verzekeringsmaatschappij Ethias onder het polisnummer 45048699. De polis ligt ter inzage op het schoolsecretariaat. Vergoedingen De activiteit wordt onbezoldigd en onverplicht verricht. De organisatie voorziet in geen enkele vergoeding voor vrijwilligersactiviteiten.


School-, stage- en examenreglement, , pg 2

Recommend Documents