MOOI Begaafd
Wanneer is AD(H)D een misdiagnose en alleen hoogbegaafd?
Toetsje vooraf 1. 2. 3. 4. 5.
Frank de Mink en Truus van der Kaaij MOOI Begaafd: Multidisciplinair Onderzoeks en Onderwijs Instituut voor Talentontwikkeling www.everyoneweb.com/MOOIBegaafd www.everyoneweb.com/Dabrowski www.everyoneweb.com/DenkenoverDenken
6. 7. 8. 9. 10.
Is AD(H)D een ziekte: ja of nee? Lijkt ADHD gedrag op HB-gedrag: ja of nee? Kan het kwaad bij twijfel de ADHD-diagnose na te gaan? Ja of nee Vinden ouders het een opluchting om te horen dat hun kind ADHD heeft of HB is? Ja of nee Hoeveel % van de ADHD-ers kan volgends experts zonder medicijnen worden geholpen? 0% 20% 40% 60% 80% 100% Is het medicijn Ritalin gevonden als oplossing voor ADHD? ja of nee? Hebben wetenschappers en industrie er belang bij om ADHD een hersenziekte te noemen? Ja of nee Kun je HB en ADHD samen hebben? Ja of nee. Kan de psychiater nagaan of een ADHD-er ook HB heeft? Ja of nee. Kun je zelf nagaan of de psychiater ten onrechte je kind of jou het stempel ADHD heeft gegeven, terwijl je eigenlijk gewoon HB bent? ja of nee
Twijfels over ADHD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Framing ADHD-gedrag Onze behoefte aan een diagnose -> GGZ en psychiatrie medicaliseert Positieve test strategie veroorzaakt bevestigende reactie op elke vraag De acht misverstanden volgens Batstra ADHD-vragenlijst: ben je vaak !!!! Vragen niet naar voordelen van ADHD-gedrag GGZ onderscheiden geen Hoogbegaafdheid
www.everyoneweb.com/ZAD Zomer Academie
Misverstanden (volgens Batstra en 3 toegevoegd van De Mink)
1. Begrip ADHD gebruikt voor gewoon gedrag, in elke school…. 2. Diagnose lijkt Objectief? vaak.. voorkomen. Dus erg subjectief. Problematisch…. Al aangenomen 3. Je hebt ADHD hebt en dat verklaart je gedrag? Nee: het is dat gedrag zelf en verklaart niets. 4. Tellen van de criteria maakt het beter? Criteria overlappen: meeloop effect! 5. Oorzaak of gevolg? Ziekte of omgeving? Afgeleid: Les te moeilijk of te makkelijk? 6. We kijken naar problematisch gedrag, niet naar de voordelen. 7. We tellen ongelijksoortige dingen op, leidt tot onzin. 8. Onderliggende oorzaak (!!) altijd aanwezig?? momenten in de tijd: het bevriezingseffect, 1-dimensionaal meten. Gaat uit van de misvatting: “soms-dan-altijd”.
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5.
ADHD: hoe ziet het er uit? Framing ADHD? ADHD, alleen als er geen andere verklaring is: kunnen ouders/school ADHDgedrag veroorzaken? ADHD of HB? Misdiagnose? De diagnose nader verkend: 1. 2. 3.
6.
Zoals de huisarts er naar kijkt (pas op) Wat je met zelfdiagnose kunt doen (afgeraden) Wat de 2e lijn (PsyQ) doet (liever niet)
Gevaar van de ADHD diagnose a. b. c. d.
Onnodige medicalisering van gezond gedrag Fixatie van en op: bevriezing en vergroting van het probleem Afhankelijkheid van Ritalin; pills don’t teach skills Opgeven van eigen verantwoordelijkheid 1) 2) 3)
e.
7. 8.
Van cliënt Van de ouders, leerkrachten of omgeving Van beleid, de organisatie
Personaliseren van het probleem: onveranderd laten van de context
Geschiedenis van ADHD (Timo Bolt) Hoe voorkom je ADHD: zie af van de diagnose (Laura Batstra)
1. Wat is er met dit kind aan de hand? Creatief en fantasierijk, energiek, enthousiast, kan goed oplossingen bedenken, meelevend, beweegt graag en snel, eerlijk en rechtvaardig, groot gevoel voor humor, heeft originele ideeën, vrolijk en spontaan, onderneemt en onderzoekt alles, kan intens en onbezorgd genieten, doet direct wat er gevraagd wordt, is stoer en durft veel, scherpzinnig: hoort en ziet alles, is gek op een feestje Ontleend aan de affiche: Pluspunten van ADHD
1
MOOI Begaafd
ADHD-kenmerken
Is het gedrag echt een probleem?
• Aandachts- en concentratieproblemen • Impulsiviteit ADHD: doen voordat je denkt • Hyperactiviteit (kan ook vervallen: ADD) Snel opgewonden en gefrustreerd, onrust van binnen
• Aandachts- en concentratieproblemen: waarbij? Alleen bij saaie dingen? In het onderwijs? In de media? http://youtu.be/s7aZy8rNqI4 • Impulsiviteit: is dat niet soms/vaak vereist? Snel reageren? Overbleven uit de tijd dat we jagers waren, en daardoor konden overleven • Hyperactiviteit: hoeveel teveel is hyper? Welke norm, welk beroep heb je in gedachten?
Niet altijd druk: soms wel goed concentreren op sterke prikkels zoals spannende films of computerspellen: hyperfocus
De mens gezien als De mens die impliciet aanwezig is in elke regel, wordt gezien als • passief, object van iets anders • bepaalt door iets buiten zichzelf • of binnen zichzelf (homunculus; kleinemannetjes-in-je-hoofd beeld) waaraan hij niets kan doen, • niet volledig verantwoordelijk en zeker niet • niet vrij om te kiezen.
Wat doet deze taal met ons? Framing ADHD • Verklaren, begrijpelijk maken, oorzaken geven? • Excuseren, legitimeren, passief maken, buiten je verantwoordelijkheid plaatsen? • De mens gezien als bepaald door iets anders, als object, als voorspelbaar, afhankelijk van wetmatigheden. • Een mensbeeld waarin de mens onvrij is, niet zichzelf bepaalt, niet zichzelf vorm geeft, niet zichzelf stuurt, maar afhankelijk is.
2. Framing Bloemen en ADHD Wat hebben de volgende zinnen gemeen? • Bloemen houden van mensen. • Drank maakt meer kapot dan u lief is. • AD(H)D-gedrag komt door een stofje in je hoofd of liever het gebrek eraan. • Aspergers: problemen met informatieverwerking.
3. ADHD? Alleen als er geen andere verklaring is • ADHD kan, net als andere DSM-labels, geen ziekte genoemd worden. Het is een geselecteerde verzameling van gedragingen waarvan we veronderstellen dat die samenhangen met een syndroom: een veronderstelde onderliggende ziekte, die echter nog niet is aangetoond, en we daarom nog geen ziekte mogen noemen want (def): de oorzaak en het verloop zijn onbekend!
2
MOOI Begaafd
Ouders en school kunnen ADHD-symptomen veroorzaken (Rimm, 1995)
Relatie / emotie 1. Onenigheid tussen ouders over opvoeden, streng of niet, straf.. 2. Vaak boos en negatief tegen je kind 3. Eerst kwaad en dan je kind knuffelen: onvoorspelbaar 4. Continue machtsstrijd over school / huiswerk Verkeerd rolmodel, geen rust 6. Ouder zelf chaotisch en ongecontroleerd 7. Overbelasting van ouders (op werk), weinig tijd voor het kind 8. Twee uur of meer voor tv of computer Niet geleerd te reguleren 9. Goede prestaties alleen bij onderwerpen van eigen interesse 10. School te makkelijk of te moeilijk 11. Geen buitenschoolse activiteiten voor uitleven van energie 12. Slecht bij competitie, niet leren verliezen / winnen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
4. Mogelijke Misdiagnoses ivm HB
HB of ADHD, of 2E of misdiagnose?
Lecture of Webb May 11, 2011
HB-gedrag dat lijkt op ADHD-symptomen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
ADHD / ADD Syndroom van Asperger Depressie Narcisme Dwangmatig gedrag (OCD) Onaangepast gedrag (ODD) Dyslexie
Veel energie, intens, friemelen, impulsief Onderpresteren Boosheid en frustratie; emotioneel, humeurig Individualistisch, onaangepast, koppig Ongeorganiseerd, slordig, slecht handschrift Vergeetachtig, afwezig, dagdromend; chaos in hoofd Geen aandacht voor details Dit is niet bekend in de psychiatrie; wel bij HB-deskundigen
17
Een leerling heeft geen ADHD of ADD als: 12 punten uit Webb. cs: Dual and misdiagnoses with gifted children and adults.
1. Problemen pas op school ontstaan 2. Selectief bij concentratie, afhankelijk van de interesse 3. In staat tot voortdurende concentratie op uitdagende taken uit intrinsieke motivatie 4. Zich niet bewust is van de omgeving als het zich interesseert voor een taak 5. Makkelijk afgeleid, bij niet interessante taken, maar probeert anderen niet te storen 6. Stelt het geven van een antwoord uit, als het wordt aangesproken en geeft nadenkend een overwogen antwoord.
5. De ADHD-diagnose nader verkend
Een leerling heeft geen ADHD of ADD als:
5.1 De huisarts: (ja.. Dan doorsturen!) Aanbevolen door psychiaters aan huisartsen.
7. Met opzet uitstellen van taken, of niet afmaken met name bij uit-het-hoofd leertaken 8. Eruit geflapte antwoorden zijn meestal goed 9. Onderbrekingen van anderen zijn meestal bedoeld om fouten maken tegen te gaan 10.Kan makkelijk van een interessante naar een nieuwe, even interessante activiteit overgaan 11.Slaagt voor aandachtstesten, en kan met gemak de aandacht verleggen, indien gemotiveerd 12.Kan snel weer aandacht op de taak vestigen, indien afgeleid.
1. Voelt u zich doorgaans onrustig? (gejaagd, moeite met stilzitten, friemelen, veel sporten of beweeglijk)
2. Heeft u doorgaans de neiging om eerst te doen en dan pas te denken? (dingen eruit flappen, teveel geld uitgeven, of ongeduldig)
3. Heeft u doorgaans concentratieproblemen? (snel afgeleid, dingen niet afmaken, snel verveeld, vergeetachtig, chaotisch)
4. Heeft u dit altijd gehad? (zolang u zich kunt herinneren, of het grootste deel van uw leven zo geweest)
21
3
MOOI Begaafd
Helaas, onverantwoord om te vragen! Vergelijk de volgende twee vragen 1. Bent u gelukkig met uw sociale leven? 2. Bent ongelukkig met uw sociale leven? We menen misschien dat deze twee vragen tot dezelfde conclusie moet leiden: dus als 40% ja? zegt tegen de eerste vraag, denken we dat we 60% nee? zal zeggen tegen de tweede vraag.
Bias 1. Bent u gelukkig met uw sociale leven 2. Bent ongelukkig met uw sociale leven Maar dat is niet het geval. Als we 100 mensen deze vragen voorleggen: 1: levert dat op 73% ja antwoorden, 22% nee, en 5% weet niet of geen antwoord 2: levert dat op 65% ja antwoorden, 27% nee en 8% weet niet of geen antwoord • Bias (onbewust beïnvloed/bevooroordeeld) bij antwoorden, keuzes, beslissingen
5.2. ADHD vragen: diagnose vragenlijst (DIVA) 2 of meer kenmerken vd 9
Diagnose vragenlijst (vervolg)
A1 Slaagt u er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt u achteloos fouten in uw werk of bij andere activiteiten? En hoe was dit in de kindertijd? A2 Heeft u vaak moeite de aandacht bij taken te houden? A3 Lijkt u vaak niet te luisteren als u direct aangesproken wordt? A4 Volgt u aanwijzingen vaak niet op en slaagt u er vaak niet in karweitjes af te maken of verplichtingen op het werk na te komen? A5 Heeft u vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten?
A6 Vermijdt u vaak (of heeft u een afkeer van of bent u onwillig u bezig te houden met) taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen? A7 Raakt u vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden? A8 Wordt u vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels? A9 Bent u vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden?
Zijn psychiaters gedragswetenschappers? We hebben te maken met de “positieve test strategie”: we bevestigen vaker of liever de gestelde vraag, en dat kan in veel onderzoek een doorslaggevende rol spelen. Veel mensen zijn dus zowel gelukkig als ongelukkig met hun sociale leven, hoe valt dat te verklaren? We zoeken door de gekozen woorden in de vraagstelling bij het antwoorden naar een innerlijke maatstaf, en zien in gedachten al die gelukkige of ongelukkige momenten, afhankelijk van de gestelde vraag, en die stuurt ons antwoord, zonder dat we het weten.
Diagnose vragenlijst: 2 of meer kenmerken H/I 1 Beweegt u vaak onrustig met handen of voeten of draait u vaak in uw stoel? H/I 2 Staat u vaak op in situaties waarin verwacht wordt dat men op zijn plaats blijft zitten? H/I 3 Voelt u zich vaak rusteloos? H/I 4 Kunt u zich moeilijk rustig bezighouden met ontspannende activiteiten? H/I 5 Bent u vaak in de weer of draaft u maar door? H/I 6 Praat u vaak aan een stuk door? H/I 7 Gooit u vaak het antwoord er al uit voordat vragen afgemaakt zijn? H/I 8 Heeft u vaak moeite om op uw beurt te wachten? H/I 9 Verstoort u vaak bezigheden van anderen of dringt u zich op?
4
MOOI Begaafd
A1: Slaagt u er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt u achteloos fouten in uw werk of bij andere activiteiten? Voorbeelden volwassenheid ❑ Slordige fouten maken ❑ Langzaam moeten werken om fouten te voorkomen. ❑ Instructies niet nauwkeurig lezen. ❑ Slecht zijn in gedetailleerd werken ❑ Te veel tijd nodig hebben voor details ❑ Verzanden in details. ❑ Te snel werken en daardoor fouten maken. ❑ Overig: Symptoom aanwezig? ❑ Ja / ❑ Nee
Diagnose vragenlijst: Relatie en/of gezin 1. ❑ Snel uitgekeken op relaties 2. ❑ Impulsief relaties aangaan / verbreken 3. ❑ Ongelijkwaardige relatie vanwege klachten 4. ❑ Relatieproblemen, veel ruzies, gebrek intimiteit 5. ❑ Gescheiden als gevolg van klachten 6. ❑ Problemen met seksualiteit als gevolg van klachten 7. ❑ Opvoedingsproblemen als gevolg van klachten 8. ❑ Moeite met huishouden en/of administratie 9. ❑ Financiële problemen / gokken 10. ❑ Geen relatie aan durven gaan
Diagnose vragenlijst: Werk / opleiding
5.3. Diagnose vragenlijst: Gebieden: 2 of meer • • • • •
Werk / Opleiding Relatie en/of Gezin Sociale kontakten Vrije tijd / Hobby’s Zelfvertrouwen / Zelfbeeld
Hierna verder ingevuld met voorbeelden
Diagnose vragenlijst: Sociale contacten 1. Snel uitgekeken zijn op sociale contacten 2. Moeite met onderhouden sociale contacten 3. Conflicten gevolg v. communicatieproblemen 4. Moeite met het aangaan van sociale contacten 5. Subassertief gevolg van negatieve ervaringen 6. Niet attent zijn (vergeten kaart te sturen/meeleven/bellen etc.) Vrije tijd / hobby 1. Niet goed kunnen ontspannen in vrije tijd 2. Zeer veel moeten sporten om te kunnen ontspannen 3. Blessures als gevolg van vele sporten 4. Niet in staat zijn een boek uit te lezen of een film uit te kijken
5.
Continu bezig zijn en hierdoor oververmoeid raken 6. Snel uitgekeken zijn op hobby’s 7. Ongelukken/rijbewijs kwijt door roekeloos rijgedrag 8. Sensation seeking en/of te veel risico’s nemen 9. Contact met politie/justitie 10. Eetbuien Zelfvertrouwen / zelfbeeld 1. Onzekerheid door negatieve opmerkingen anderen 2. Negatief zelfbeeld vanwege faalervaringen 3. Faalangstig om aan nieuwe zaken te beginnen 4. Overmatig heftig reageren op kritiek 5. Perfectionisme 6. Verdrietig door de symptomen van ADHD
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
❑ ❑ ❑ ❑ ❑ ❑ ❑ ❑ ❑ ❑ ❑ ❑
Opleiding(en) nodig voor werk niet afgemaakt Werk beneden opleidingsniveau Snel op een werkplek uitgekeken Patroon van veel kortdurende banen Moeite met administratieve werkzaamheden/planning Geen promotie maken Beneden kunnen presteren op werk Met ruzie weggegaan of ontslagen zijn Ziektewet/WAO als gevolg van klachten Beperkt disfunctioneren door compensatie hoog IQ Beperkt disfunctioneren door compensatie externe structuur Overig:
6. Gevaar van de diagnose? Elke vraag gaat over een (mogelijk) probleem van bepaald gedrag -> kwaliteit?????
A1 Slaagt u er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt u achteloos fouten in uw werk of bij andere activiteiten? En hoe was dit in de kindertijd? • Als Kwaliteit: Houdt u meestal goed de grote lijn in gedachten met verwaarlozing van irrelevante details, van een betoog, een gesprek, van uw werk, of een project? Zonder grote, of onherstelbare fouten te maken?
5
MOOI Begaafd
De diagnose: hoe zwak, hoe valide? • Gevraagd wordt: …“vaak”…?: Dat is een subjectief oordeel, en hangt af van de context • Neutraal gedrag wordt onderzocht op mogelijk problematische kanten • Het moment? -> altijd! ???? • Sommige situaties -> overal! ???? • Wanneer is dit gedrag een voordeel, onmisbaar? • We nemen het medisch denken over hersenziekte aan • We zien niet meer de “gezonde” kanten en • “leren sturen van gedrag”: even niet aan gedacht?
(Remedie: Herkader de ADHD kenmerken☺ ☺ 1. Onderbreekt, stoort anderen 2. Kan niet met 1 ding bezig zijn 3. Vergeetachtig 4. 5. 6. 7. 8.
Ongeorganiseerd Koppig Inconsistent Wispelturig, depressief Hyperactief
1. is zeer gedreven en ijverig 2. ziet verbanden die anderen niet zien 3. geeft zich over aan onderwerpen, hyperfocus 4. spontaan 5. volhardend 6. bij vlagen briljant 7. gevoelig 8. energiek
Risico van de diagnose Let op. • Er staat: doorgaans, niet zo af en toe. (hoe subjectief is dat) • En ook: dat gedrag moet er altijd al geweest zijn, dus vanaf de kindertijd. (Is je herinnering wel een goede maatstaf?) • Kunnen deze sturende vragen er toe leiden dat we een andere kijk krijgen op onszelf? • En wordt die kans niet heel groot als de uitkomst zeer aantrekkelijk is? • De bedoeling is dat ook andere mensen dit soort vragen over jou gaan beantwoorden. • Voor hen geldt hetzelfde: zouden de vragen sturend kunnen zijn? Willen zij je helpen en gaan ze door deze vragen jou ook echt zo zien? Typisch een ADHD-er, kunnen ze gaan denken. Met als gevolg: je wordt ADHD-er als onderdeel van je identiteit
A1 Slaagt u er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt u achteloos fouten in uw werk of bij andere activiteiten? En hoe was dit in de kindertijd? Als Kwaliteit: Houdt u meestal goed de grote lijn in gedachten met verwaarlozing van irrelevant details, van een betoog, een gesprek, van uw werk, of een project? Zonder grote, of onherstelbare fouten te maken?
❑ Slordige fouten maken? bijzaken laat u aan anderen over ❑ Langzaam moeten werken om fouten te voorkomen? Indien nodig kunt u vertragen of inzoomen voor belangrijke, onmisbare details ❑ Instructies niet nauwkeurig lezen? Heeft u weinig of geen instructies nodig om aan de gang te gaan ❑ Slecht zijn in gedetailleerd werken? heeft u een voorkeur voor werk waarin grote lijnen worden uitgezet, en laat u uitwerking en details graag over aan anderen: delegeren gaat u goed af
Het effect van dit diagnostisch interview kan zijn: 1. dat deze interpretatie van je ervaringen door de vraagstelling als problematisch gezien wordt, ook waar dat niet altijd het geval was 2. dat je er door overtuigd raakt, dat zeer verschillende gebeurtenissen samenhangen en wel met de stoornis ADHD, waar je eerst nog aan twijfelde 3. dat je meent dat je altijd zo was en dat er gelukkig genezing mogelijk is 4. dat je dit gedrag niet meer wijdt aan omstandigheden of je vrije wil maar aan een stoornis, en daarmee aan anderen kunt laten zien dat het geen onwil is en niet jouw schuld 5. dat je gemotiveerd wordt een therapie te ondergaan, misschien met Ritalin waardoor het makkelijker wordt je te gedragen zoals van je wordt verwacht 6. dat je gaat uitstellen om zelf te werken aan de genoemde problemen, omdat je in de therapie steun verwacht. De wachttijd kan 6 maanden zijn.
Van valkuil naar kwaliteit? ❑ Te veel tijd nodig hebben voor details. Omdat de start, en de grote lijnen uw sterke kant is, weet u details te vermijden, en over te laten aan anderen ❑ Verzanden in details. Als anderen of de situatie u dwingen in te gaan op details, weet u, dat uw daar in kunt verdrinken; en dankzij deze zelfkennis, vermijdt u dat ❑ Te snel werken en daardoor fouten maken. U vraagt altijd graag anderen commentaar op uw werk, zeker waar het details betreft, zoals spelling, vormgeving, uitwerking, en heeft geen enkele moeite als anderen uw op dit gebied aanvullen ❑ Overig: Symptoom aanwezig? ❑ Ja / ❑ Nee
6
MOOI Begaafd
Vijf gevoeligheden: negatief gezien, “tragische gaven”
7. Korte geschiedenis van HB en ADHD
1. Psychomotorisch: hyperactief, friemelen, rusteloos, impulsief (ADHD?) 2. Zintuiglijk: kieskeurige eter, overreacties bij fysiek ongemak (ASS?) 3. Intellectueel: hoofd in de wolken, geen aandacht voor de omgeving [ASS, HB? ☺ ; isolement] 4. Verbeelding: dagdromen (ADD of Dyslexie?) 5. Emotioneel: humeurig, stemmingsgevoelig, geneigd tot depressie en ongerustheid. (Persoonlijkheidsstoornissen?)
20-30 jaar geleden: comorbiditeit, dubbele diagnose: HB gaat vaak samen met ADHD (en ASS, depressie, enz) Vanaf 10 jaar geleden. Nu spreekt men vaker van misdiagnose, want • ADHD gedrag verdwijnt als probleem bij HB in geschikte omgeving (misschien ook bij anderen..)
1. Moreel-ethisch defect (gebrek aan wil) en zenuwachtig (lichamelijk) ca. 1890-1930) 2. Ongedurig en nerveus (ca. 1930-1965) 3. MBD-hype en hyperactiviteit (ca. 1960-1985) 4. ADHD (ca. 1985-2008): Toename van AD(H)D en ritaline gebruik
• Deze korte deel-geschiedenis is ingebed in de ADHD-geschiedenis 46
43
Toename van gebruik van Ritalin in Nederland
Geschiedenis ADHD (volgens T. Bolt)
9 M - Verklaringen (?) voor toename ADHD
47
9 Verklaringen (?) voor toename ADHD
vrij naar Timo Bolt
1. Mode: ziekten komen en gaan, vgl. muisarm 2. Moderne tijd: drukte, veel impulsen, hoge eisen en volle agenda’s 3. Medische wetenschap: vooruitgang maakt herkenning en behandeling eerder mogelijk; spiraalwerking: omdat behandeling mogelijk is, worden meer gevallen gediagnostiseerd 4. Medicijn als diagnose: als Ritaline werkt, moet er sprake zijn van ADHD 5. Medische industrie: reclame/subsidie van farmaceutische industrie
1992: 1275
1999: 31.000
2007: 100.000 2009: 139.000 2011: 1 miljoen recepten vooral voor 12-14 jarige jongens Amfetamine achtige stof (Opium-wet) 49
50
6. Medicalisering: de medicus (ook huisarts) bemoeit zich met gebieden waar hij geen verstand van heeft (of krijgt dat toegewezen) 7. Misère van alle betrokkenen: verlangen naar een diagnose; toegeschreven naar hulp, gegarandeerd rugzakje 8. Meervoudige betekenis van het begrip ADHD en vervaging, leidt tot drempelverlaging 9. Maatschappelijk fenomeen….combinatie 51
7
MOOI Begaafd
8. Hoe voorkom je ADHD? (Batstra) Vermijd de diagnose! • doel anderen te helpen om uit het psychiatrisch circuit te blijven. • In de 2e lijn waar de psychiater zit, geen zorgvuldige diagnose. • Daarom elk jaar enorme groei. De gedragsproblemen die samenhangen met ADHD moet je eerst aanpakken, met hulp van pedagogen en psychologen in de 1e lijn, omdat die er verstand van hebben. Pas als dat niet lukt in het raadzaam om in de 2e lijn te gaan zoeken.
• De grote aantallen, de 200.000 kinderen met ADHD die per jaar verwacht worden, zijn geconcludeerd uit enquêtes, niet uit diagnoses wat de getallen natuurlijk veel hoger maakt. De vragenlijsten accentueren de negatieve gevolgen van gedrag dat op zich ook positief kan uitvallen. • In de folders wordt opgeroepen tijdig iets te doen, omdat de kans op ontsporingen bij deze groep zo groot zou zijn: onaangepast, verslaving, drop-out van school, relatieproblemen, problemen op het werk, vechtpartijen, misdaden. • ADHD is ‘alleen maar’ een verzameling gedragingen, het is geen ziekte. Het is niet de oorzaak of een verklaring van die gedragingen. Maar psychiaters doen wel even soms alsof, misschien omdat patiënten dan eerder geneigd zijn zich te laten behandelen en de medische adviezen serieus te nemen
• Op dit moment worden ouders en leerkrachten massaal verkeerd voorgelicht, door de vereniging Balans, door de farmaceutische industrie, door professionals die voorbij gaan aan bepaalde wetenschappelijke inzichten. • Je zou kunnen zeggen dat die daar van (die verkeerde voorlichting) profiteren: hun aanzien en inkomen hangt er van af, maar dat is misschien onvermijdelijk en begrijpelijk. Waar moeten ze anders hun aanzien en geld vandaan halen? • Bij wetenschappelijk onderzoek en hulpverlening willen we belangenverstrengeling voorkomen, of in elk geval bekend te maken, zodat de gebruiker ziet waar die belangen kunnen zitten.
Hoe voor kom je ADHD • • • • • • • •
H2: Wat is ADHD niet H3: Wat is ADHD wel H4 De geschiedenis van ADHD H5:De enorme toename H6:De betrokken partijen, belanghebbenden H7:Medicatie H8:Diagnose ADHD is niet nodig voor goede hulp H9:Wat kun je doen om ADHD-problemen terug te dringen
Misverstanden over ADHD diagnose • Aandachtproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit komen vaak samen voor, dus het is niet verwonderlijk daar een term voor te bedenken. Er zijn 3 subtypes: hyper, onoplettend en combi. Als je voldoet aan zes van negen gedragingen kun je het label krijgen (elders te vinden). • Kun je…. Maar dat hoeft niet, want dit is niet toereikend voor een diagnose. Er moeten dan ook flinke problemen en beperkingen zijn. En ze moeten vanaf het 7e levensjaar en minstens 6 maanden aanwezig zijn. En in veel meer situaties dan alleen op school problematisch. En niet meer passen bij de leeftijd! Bedenk dat we daar met grote verschillen kunnen zitten! Jongere kinderen in de klas worden vaker ADHD gelabeld!
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
ADHD = ongezond gedrag? Past niet in de klas, bij dit moment Objectieve diagnose? “Vaak” voorkomen? Zeer subjectief! “Je hebt ADHD, verklaart je gedrag”. ADHD is dat gedrag zelf Opgetelde criteria = wetenschappelijk? Overlappen -> meeloop effect Ongelijksoortige dingen optellen. Wat tot onzin kan leiden Interne oorzaak? Onderwijs/context als oorzaak ADHD-gedrag is problematisch. Voordelen niet gezocht Altijd aanwezig! Momenten, het bevriezingseffect
Alsof een inspecteur u (uw kind) ten onrechte verdenkt van de misdaad, en u uw onschuld moet bewijzen, wat niet lukt, maar door de vragen gaat U de inspecteur geloven.
8