Glashelder Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V. voor ondernemers in de glastuinbouw - Jaargang 1 - Nr. 3 - Oktober 2002
RUB verdwijnt, middelen blijven? (pagina 4)
Topkwaliteit Syngenta Seeds met Jet 5 (pagina 8)
Schone start met Jet 5
Martin Meijdam, Product Manager
Stand verplicht ‘Eindelijk weer een vakman op het departement’, zo was bij boer en tuinder te beluisteren bij het aantreden van Cees Veerman als de minister van Landbouw. En inderdaad: Veerman laat er geen gras over groeien. Zijn eerste actie was de ondertekening van een vrijstellingsregel voor een onmisbaar fungicide in de uienteelt. Nu komt hij met een wetswijziging voor de bestrijdingsmiddelenwet. Hierdoor vergemakkelijkt hij het gebruik van onmisbare middelen uit binnen- en buitenland, waar geen alternatieven voor zijn. Behoud van teelten is de basis van het beleid. In lijn met Europa, richt Veerman zich op een geïntegreerd en samenhangend middelenpakket van chemische, mechanische en biologische middelen voor elke teelt. Duidelijke boerentaal, die onze steun verdient. Maar het komt natuurlijk op de ■ daden aan.
HIERBIJ EEN GRATIS SPONS Leg hem in water en u krijgt een handige spons voor de auto of het huishouden. Voor het ontsmetten van uw kas, werkt u natuurlijk makkelijker met een spuitpistool.
Glashelder
Hans Hogervorst (links) en Frans van Antwerpen
Tomatenteler Frans van Antwerpen uit Monster gebruikte vorig jaar voor het eerst Jet 5. Hij heeft er geen spijt van. “Schoon beginnen? Daar hoort Jet 5 bij,” is zijn ervaring.
“De grootste bedreiging voor de teelt is een combinatie van virussen en een Verticilliumbesmetting. In het Westland is het risico hierop extra groot door de grote concentratie telers.” Van Antwerpen gebruikt tien liter Jet 5 op duizend liter water. “Wij hebben dit jaar nog geen Verticillium gehad,” vertelt hij.
We zijn in verband met die hoge gasprijs vorig jaar overgeschakeld op vaste schermen. We zochten een desinfecteermiddel dat effectief is en geen dampwerking heeft, want dan krijg je verbranding. We willen er absoluut zeker van zijn dat dat niet gebeurt. Zo zijn we bij Jet 5 uitgekomen,” vertelt Frans van Antwerpen uit Monster. Frans en zijn broer telen 2,7 hectare trostomaten (Clotilde en Voyager) op twee locaties. Op de ene locatie eindigt de teelt eind oktober, op de andere in december.
Druipen Van Antwerpen heeft zijn kas zeven dagen voor de start van de teelt ontsmet. Omdat de buisrail blijft liggen - hij werkt met strokenfolie ontsmet Van Antwerpen met de spuitkar. Hij pakt met de spuit de buisrailsteunen, het oude folie en de druppelaars. “De spuitkar ver volg op pagina 2
1
ver volg van pagina 1
rijdt spuitend naar achteren toe. Twee doppen naar onderen en vier op de druppelaars gericht. Ze moeten druipen, zodat je zeker weet dat ze goed ontsmet worden.” De druppelaars hangen op anderhalve meter boven de folie. Achteraan wordt ook de gevel mee ontsmet. Dit tegen groene aanslag. Spuitend komt de kar weer terug uit de rij. “Daarna trekken we de stroken erin, gaan de druppelaars naar beneden en hebben we weer een schone start.”
ADVERTENTIECAMPAGNE JET 5 Dit najaar start Certis Europe weer een advertentiecampagne voor Jet 5 in de belangrijkste vakbladen. De advertentie die hieronder staat afgebeeld, wordt meerdere keren geplaatst. Links onderaan is een panel opgenomen waarin wordt aangekondigd dat Jet 5 nu ook in voordelige 20 en 200 liter verpakking wordt geleverd. En dat is zeker interessant te noemen.
Goedkoper “We verkopen steeds meer Jet 5. Men ziet dat het middel werkt,” vertelt Hans Hogervorst van tuinbouwcoöperatie Maasmond Westland in De Lier. De coöperatie levert haar producten in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Zeeland en West-Brabant. Hogervorst verwacht een verdere toename van gebruik nu Jet 5 ook wordt verkocht in grotere verpakkingseenheden, waardoor het product aanzienlijk goedkoper wordt. Hogervorst: “Jet 5 is bovendien een veilig middel. Zonder vervolgschade voor het gewas, ook dat is een grote plus.” ■
DESINFECTEREN MET JET5
JET 5 PERFECT VOOR DE TEELTWISSELING Jet 5 is een perfect desinfecteermiddel voor de teeltwisseling. Het is het enige middel in Nederland met een wettelijke toelating, dat kan worden gebruikt zonder gevaar voor de plant. Kassen en potten kunnen één uur na het opdrogen zonder enig risico weer worden gebruikt voor jong plantmateriaal.
Nu ook voor de biologische teelt Jet 5 bestrijdt schadelijke micro-organismen zoals schimmels en bacteriën op alle oppervlakken en materialen. Bijvoorbeeld op vloeren, tafels, wanden, matten, potten, kisten en fust. Jet 5 beperkt de ziektedruk in de nieuwe teelt tot een minimum. Dit voorkomt dat de nieuwe teelt wordt belaagd door ziekten. Het aantal chemische correcties op het jonge en
Glashelder
Verwijder alle gewasresten uit de kas. Let ook op bijvoorbeeld gewasdraden, kettingen, schermpakket, buisrailsystemen, druppelslangen, etc. Laat de gewasresten zo snel mogelijk van het erf verwijderen, omdat de infectiebron anders op het bedrijf aanwezig blijft. Spuit eerst de kas met water om gronddeeltjes te verwijderen. Gebruik hiervoor geen oppervlaktewater. Spuit hierna de gehele kas met 1% Jet 5. ■
kwetsbare gewas kan daardoor beperkt blijven. Het middel is door de combinatie van uitvloeier en stabilisator bovendien uiterst geschikt voor de bestrijding van algen op ruiten. Eén behandeling volstaat. Natuurlijke oxidator Jet 5 werkt op basis van perazijnzuur. Het bevat ondermeer 5% perazijnzuur en 20% waterstofperoxide. Deze combinatie van stoffen werkt al in een relatief lage concentratie als een uiterst actieve natuurlijke oxidator. Voor versterking van de werking op allerlei verschillende materialen zijn krachtige oppervlakteactieve stoffen toegevoegd.
Voor de beste resultaten moeten alle delen in de kas goed worden geraakt, zoals het beton, de loopfolie, het glas en de poten. Vergeet ook niet schuur, erf, buisrail, karren, fust en alle hulpmiddelen die tijdens de teeltwisseling worden gebruikt, zoals de lepels van de heftruck, te reinigen. Jet 5 veroorzaakt geen waas of residu, zodat naspoelen overbodig is. ■
Het product dringt hierdoor diep door in poriën en kieren. Jet 5 breekt na toepassing af tot water, zuurstof en kooldioxide. Dit zijn natuurlijke en voor het milieu onschadelijke stoffen. Het product is nu ook toegelaten in de biolo■ gische teelt.
2
CERTIS BOUWT OP BREDE KENNIS steeds goed van pas. Hij zegt: “Je voelt sneller aan wat een teler beweegt. Ik heb bovendien op mijn bedrijf vroeger zelf veel onderzoek gedaan naar ziekten en plagen. Trouwens, de meesten in ons team telen thuis voor de hobby.” Geschikte kas In de rozenkas van Lommen zijn de omstandigheden ideaal voor een demonstratie. Alle rozen zijn gelijktijdig geplant. Ze zijn van één ras en er is op sommige plaatsen in de kas sprake van een flinke aantasting. De kas heeft bovendien gescheiden compartimenten. “Plaatselijk in de kas zitten er per blad zeker vijftien spintmijten,” constateert Hendriks. Niet ieder bedrijf is overigens geschikt voor deelname aan een praktijkproef. Hendriks: “Het gewas en de locatie moeten geschikt zijn en de teler moet serieus bezig zijn met zijn plaag- en ziektebestrijding.”
Certis-projectleider Edwin Hendriks, vertegenwoordiger Leon Daniels en bedrijfsleider Gerard van Wylick van Lommen Rozen bekijken de spintaantasting
Tussen de ontwikkeling en de aanvraag voor toelating van een nieuw middel zitten gemiddeld twee tot vier jaren van effectiviteitsonderzoek en praktijkproeven. Projectleider Edwin Hendriks van Certis is medeverantwoordelijk voor de samenstelling van de biologische dossiers.
Sleutelrol dealernetwerk bij vinden proefbedrijven “Je zult zien: in vier dagen is het hier over met de spintmijt,” verzekert veldmedewerker Edwin Hendriks van Certis aan rozenteler Ger Lommen en Leon Daniels van het dealerbedrijf Mertens. De Limburgse teler Lommen doet met zijn kas in Lomm mee aan een demonstratieproef voor het nieuwe Certis acaricide. Veel extra werk is dat niet. Hendriks heeft voor het rozenbedrijf een proefontheffing geregeld, zodat het middel gespoten mag worden. De teler hoeft slechts aan de ene zijde van de kas zijn gebruikelijke bestrijdingsmiddel toe te passen en aan de andere zijde het nieuwe middel. Vóór de proef neemt Hendriks nog even wat bladmonsters om de effectiviteit van het middel te kunnen meten. Na de proef zal hij hetzelfde doen.
Adviesrol De organisatie en begeleiding van de demonstratieproef bij Lommen Rozen is slechts één van de activiteiten van Hendriks. “We leggen proeven aan, spuiten, doen waarnemingen en rapporteren. We houden het dossier voor een nieuw middel bij en zorgen dat het compleet is voor een aanvraag. Wij zijn daar van begin tot eind medeverantwoordelijk voor,” aldus Hendriks. De projectleider van Certis adviseert en ondersteunt tevens de commerciële afdeling van zijn bedrijf. Aan het rond krijgen van een dossier gaan enkele seizoenen van praktijkproeven vooraf. “Of dat in twee seizoenen lukt, hangt natuurlijk mede af van de medewerking van telers. Doorgaans is dat geen probleem, maar ook de aanwezigheid van ziekten en plagen speelt mee. De plaag die je wilt bestrijden moet er wel zijn, anders kun je niet testen.” Allround onderzoekers Edwin Hendriks doet proeven in alle plantaardige sectoren. Hij is, net zoals alle onderzoekers van Certis dat zijn, allround. De kennis van ziekten en plagen is daardoor breed verspreid in de organisatie. Iedere onderzoeker heeft zich bovendien toegelegd op een deelgebied. Bij Hendriks is dat boomteelt, openbaar groen en de teelt van champignons. Overigens is zijn oorspronkelijke vakgebied de snijbloementeelt onder glas. Hendriks is zelf teler geweest. Die achtergrond komt nog
3
Dealernetwerk Lommen is benaderd via de dealer Mertens om mee te doen aan de demonstratieproef. De dealers spelen een belangrijke rol bij het vinden van goede proefbedrijven. “Wij onderhouden goede relaties met onze dealers. De samenwerking is goed voor de betrokkenheid. Doordat we vertegenwoordigers bij de productontwikkeling betrekken, zien ze al in een vroeg stadium wat ze van een nieuw middel kunnen verwachten,” vertelt Hendriks. De toelatingsprocedure voor het veelbelovende acaricide loopt nog. ■
...per blad zeker vijftien spintmijten...
Glashelder
RUB VERDWIJNT, MIDDELEN BLIJVEN? Door de Europese harmonisatie van het gewasbeschermingsmiddelenbeleid zal de huidige Regeling Uitzondering Bestrijdingsmiddelen (RUB) in juli 2003 vervallen. Dit betekent dat alle toepassingen die onder de RUB vallen, niet meer zijn toegelaten als ze niet worden aangemeld bij de Europese Commissie. Onder de RUB vallen gewasbeschermingsmiddelen met een zogeheten laag risicoprofiel, die geen wettelijk verplichte toelating via het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) hebben hoeven ondergaan. Het gaat hierbij overwegend om stoffen die veelal worden gebruikt voor andere doeleinden, maar daarnaast ook een gewasbeschermende toepassing hebben. Bijvoorbeeld melk tegen de overdracht van plantenvirussen en bier ter bestrijding van slakken. Andere voorbeelden zijn: zeep en spiritus ter bestrijding van insecten op planten, zand of gesteentemeel (zoals Vital) ter bestrijding van insecten, mijten, bacteriën en schimmels en extracten van knoflook (zoals Alsa), soja en ui voor de bescherming tegen insecten en schimmels. RUB-middel bier bestrijdt dorst en ook slakken
Voor stoffen voor de RUB hoeft geen werkzaamheid te worden aangetoond, dit in tegenstelling tot regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Er is daardoor dan ook geen garantie dat de toepassing voldoende werkzaam is.
De toepassing van RUB-middelen is beperkt tot dompelen en aangieten. Bespuitingen zijn uitgesloten, omdat gegevens voor blootstelling van ademhalingswegen en ogen ontbreken.
stof. Bij een positief besluit plaatst de EU het middel op de Annex 1, waarna het in ieder land kan worden aangevraagd. Een negatief besluit houdt automatisch in dat het middel in elke lidstaat is verboden.
EU-registratie noodzakelijk Sinds 1993 moeten alle gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd worden bij de EU.
Onduidelijkheid Onduidelijk is nog hoe de tijdsplanning van de EU zal verlopen. Het kan makkelijk tot 2008 duren voordat een stof is beoordeeld. Ook zijn voor sommige producten, waaronder de plantextracten, de dossiereisen nog niet bekend. Deze moeten eerst worden vastgesteld voordat een producent het dossier kan samenstellen. De aanmelding voor november is voorlopig dan ook niet meer dan een formele aankondiging van de producent dat hij te zijner tijd een volledig dossier voor de aangemelde stof zal genereren.
Voor de bestaande middelen verloopt die aanmelding in vier fasen. Het eerst aan de beurt waren de meest gevaarlijke gewasbeschermingsmiddelen en de chemische groepen van organofosfaten en carbamaten. Inmiddels zijn in fase vier alle resterende stoffen aan de beurt. Daartoe behoren de biologische middelen, waaronder de microbiële middelen en de plantextracten, maar ook feromonen, die voor 25 juli 1993 zijn toegelaten in een lidstaat.
De dossiereisen voor microbiële producten (schimmels, virussen, bacteriën) zijn al wel bekend. Voor deze middelen zal al snel een volledig dossier moeten worden ingediend. Deze stoffen zullen dan ook als eerste worden beoordeeld. Overigens staan op de RUB-lijst geen microbiële middelen. ■
Sommige van de stoffen van die vierde lijst hebben in Nederland een RUB-erkenning. Als een producent zo’n stof voor 1 november aanmeldt bij de EU zal deze een uitzonderingspositie behouden totdat de EU een definitief besluit heeft genomen over de betreffende
Glashelder
4
CERTIS HEEFT MIDDEL VOOR DE RUB Eind 2001 is de mogelijkheid gegeven om nieuwe toepassingen toegelaten te krijgen onder de RUB. Certis heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt om een plantaardige olie met een product op basis van een zetmeel aan te melden. Beide producten zijn verwerkt tot een middel dat insecten en mijten op planten kan bestrijden. Omdat beide actieve bestanddelen veel worden toegepast als voedingssupplementen, is er relatief veel bekend over deze stoffen.
Spintmijten
Procedure bijna afgerond Het dossier is in november 2001 opgestuurd naar het ministerie van LNV. Het ministerie is eerste aanspreekpunt als het gaat om middelen die in de RUB staan of erin geplaatst kunnen worden. LNV heeft op zijn beurt het dossier weer doorgestuurd naar het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB). Het CTB beoordeelt het dossier inhoudelijk en beslist of de stof vervolgens wordt toegelaten voor de RUB. In februari 2002 heeft het CTB een aantal aanvullende gegevens gevraagd. Certis heeft deze vragen begin maart beantwoord. Het CTB heeft toegezegd dat de toetsing in het derde kwartaal is afgerond.
Katoenluis
De eerste keer Het is voor het eerst dat Certis een product in de RUB wil plaatsen. Het past in de strategie om oplossingen te zoeken voor problemen die zich in de praktijk voordoen. Het plaatsen
van een effectief middel met een laag risicoprofiel in de RUB is zo’n oplossing. Uiteraard zal het product ook Europees worden aangemeld om zo de mogelijke registratie ook voor de toekomst te garanderen. ■
EDEN PROJECT KIEST VOOR EXPERTISE CERTIS De Engelse Certis-dochter BCP is sinds kort verantwoordelijk voor de biologische bestrijding en de teelttechnische ondersteuning van het zogeheten Eden Project in het Engelse graafschap Cornwall. BCP is zeer verguld met deze opdracht. Certis is uitverkoren voor de job op grond van de goede prestaties van de natuurlijke vijanden en de ruime ervaring met een scala aan gewasbeschermingstechnieken en -oplossingen. In Cornwall, in de kassen van het Eden Project, kunnen bezoekers genieten van de plantenrijkdom in verschillende klimaatzones. Ondermeer zijn de groeiomstandigheden in het Middellandse Zeegebied, Zuid-Afrika en Californië nagebootst. Ook is er een regenbos aangelegd. De klimatologische omstandigheden in de futuristisch aandoende kassen van het Eden Project stellen specifieke eisen aan
de ziektebestrijding. In de kassen is jaarrond een optimaal klimaat voor onder andere wolluis, dop- en schildluis, witte vlieg, trips en spintmijt. De kassen zijn sinds maart vorig jaar
5
opengesteld voor het publiek en trekken dagelijks veel bezoekers. De organisatie wil mede om die reden zo min mogelijk chemische bestrijding toepassen. ■
Glashelder
DELSURE IN DE STRIJD TEGEN WITTE VLIEG IN GERBERA twintig volwassen witte vliegen per blad en grote aantallen eitjes aanwezig zijn. Introduceer de kevers wanneer de gerbera licht vettig wordt van de honingdauw. Gebruik Delphastus samen met de sluipwespen Encarsia en Eretmocerus. De kever mijdt de grote larven en poppen van deze geparasiteerde witte vliegen, omdat de huid te taai is. Ook wordt geadviseerd de selectieve middelen buprofezin (Applaud) en puriproxifen (Admiral) te gebruiken om te corrigeren bij grote witte-vliegpopulaties.
Bert Duijndam
Witte vlieg is al jaren een van de lastigste plagen in gerbera. Delphastus pusillus levert een effectieve bijdrage aan de geïntegreerde bestrijding van witte vlieg in dit gewas. Zo is de ervaring van Bert Duijndam van adviesbureau Crop Protection. Certis heeft Delphastus geïntroduceerd in de glastuinbouw en verkoopt het onder de merknaam Delsure.
Larve Delphastus
Bert Duijndam begeleidde afgelopen voorjaar en zomer verschillende gerberakwekers bij de toepassing van Delsure. Zijn advies: tien kevers per m2 op plaatsen waar minimaal
Delphastus pusillus is voor sommige chemische middelen gevoelig. Zo is Duijndam dit jaar geconfronteerd met de negatieve uitwerking van onder andere imidacloprid (Admire) op de keverpopulatie. Verder twijfelt hij over de gevolgen van het middel triazamate (Aztec) voor de ontwikkeling van Delphastus. ■
Delphastus kever
DELPHASTUS HOUDT VAN GROTE POPULATIES WITTE VLIEG Delphastus is een predator van verschillende soorten witte vlieg, zoals kas, tabaks en kool witte vlieg. Delphastus voedt zich met alle stadia van witte vlieg. De volwassen D. pusillus is een kleine zwart glimmende kever van 1,3-1,8 mm. De larve is bleek, witgeel. Delphastus kan per dag gemiddeld 250 eitjes of zeventien larven consumeren. De keverlarven beginnen meteen na uitkomst te eten.
Glashelder
Ze verorberen gemiddeld zo’n 1465 eitjes voordat ze verpoppen. Een kever kan zo´n tienduizend witte-vliegeitjes, c.q. zevenhonderd grote larven op. Een kevervrouwtje heeft voor een goede eileg tussen de 100 en 150 witte-vliegeitjes per dag nodig. D. pusillus kan zich dan ook alleen handhaven in grote populaties witte vlieg. Delphastus voedt zich verder ook met de eieren van kasspint.
...veel witte vlieg...
6
Verpoppen De eieren van Delphastus komen bij 28ºC na drie tot vijf dagen uit. De ontwikkelingsduur van ei tot volwassen kever is bij die temperatuur 21 dagen. De volwassen kevers leven gemiddeld vijftig dagen. De vijanden van Delphastus zijn Orius, mieren en spinnen. Die voeden zich soms met de larven of poppen van de kever. Eieren van de witte vlieg
Larven van de witte vlieg
Delphastus is het meest effectief onder warme vochtige omstandigheden. De volwassen kevers kunnen goed vliegen. Ze gaan zelf op zoek naar andere aangetaste plekken. Zodra er minder dan vijf volwassen witte vliegen per blad voorkomen, verhuist de volwassen kever naar plekken met meer aantasting. De kevers zetten hun eieren meestal af in de top van een plant waar veel witte-vliegeitjes zijn. Als de Delphastus-larve ouder wordt, trekt hij naar een beschutte plaats in het hart van de plant om te verpoppen. Maar verpopping gebeurt ook wel onder potten, substraatmatten of op andere beschutte plaatsen. ■
ROCKET NU OOK VOOR SCHIMMELBESTRIJDING IN TOMAAT Het schimmelbestrijdingsmiddel Rocket is nu ook toegelaten in de tomatenteelt. Het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) heeft deze uitbreiding verleend. Dit betekent dat tomatentelers vanaf heden Rocket kunnen toepassen, ook al staat tomaat nog niet op het huidige etiket vermeld. De gebruiksaanwijzing voor komkommer geldt ook voor tomaat. Rocket is al vele jaren toegelaten als meeldauwbestrijdingsmiddel in de rozen- en komkommerteelt onder glas. Sinds de toelating in 1995 in de komkommerteelt geldt het als de standaard voor meeldauwbestrijding. Rocket heeft in de vruchtgroenteteelt de beste curatieve werking en een goede preventieve werking tegen meeldauw. Het is veilig voor bijen en natuurlijke vijanden. Aanvulling op zwavel In de tomatenteelt werkt zwavel preventief tegen meeldauw, zodat in de meeste gevallen nauwelijks curatief hoeft te worden ingegrepen. Maar in de zomermaan-
den en bij meeldauwgevoelige rassen kan meeldauw toch tot forse problemen leiden. In dat geval is het van groot belang dat de tomatenteelt kan beschikken over een goed curatief middel dat de meeldauwschimmel snel en volledig doodt. Daarna dient men meteen weer preventief met zwavel werken.
7
Met de toelating van Rocket is meeldauw voortaan dus sneller en beter te bestrijden. Het CTB vermeldt nog dat met de toelating van Rocket in de tomatenteelt een knelpunt is opgelost, doordat het beschikbare middelenpakket breder wordt en het gevaar van resistentie afneemt. ■
Glashelder
SYNGENTA SEEDS LEVERT TOPKWALITEIT MET JET 5
de wasstraat. Vooral in juli/augustus en in december is het topdrukte. Handige verpakking Syngenta vangt de gebruikte Jet 5 op en maakt het weer geschikt voor hergebruik. De Jong: “Na een week starten we met helemaal nieuw middel.” Syngenta krijgt Jet 5 aangeleverd op pallets met twee vaten van elk tweehonderd liter. “Vaten van tweehonderd liter zijn een uitkomst, zowel bedrijfsmatig als arbotechnisch. Ook omdat je maar 400 kilo op voorraad mag hebben.” ■
René de Jong van Syngenta Seeds: Jet 5 om alle risico’s te mijden
Wie de wasstraat van opkweekbedrijf Syngenta Seeds in De Lier binnenkomt, ruikt het meteen: Jet 5! De lichtzurige, onschadelijke azijngeur is onmiskenbaar. Syngenta Seeds is een grootgebruiker van het desinfecteringsmiddel. Bij Syngenta Seeds in De Lier, dat in de markt opereert als S&G Flowers, werken 120 mensen. In de vestiging vindt de opkweek van jonge planten plaats. Het bedrijf levert wereldwijd. Syngenta Seeds is een van de grootste veredelingsbedrijven ter wereld. In Nederland heeft het bedrijf vestigingen in Zeewolde, Enkhuizen en De Lier. Topkwaliteit planten Syngenta gebruikt jaarlijks enkele duizenden liters Jet 5. Het bedrijf gebruikt het middel om
plantentrays te desinfecteren. Syngenta heeft enkele jaren geleden een retoursysteem voor zijn X-trays ontwikkeld. Het bedrijf heeft het alleenrecht op deze zelf ontwikkelde, meermalig bruikbare fusttray. Het retoursysteem is een technische innovatie en revolutionair voor de sector. “Vroeger leverden we onze planten in piepschuim wegwerptrays, maar die vervuilden het milieu te zeer. Wegwerp was bovendien erg kostbaar. De retourtray is milieuvriendelijk. De plantkwaliteit van onze producten is erdoor verbeterd,” vertelt René de Jong, hoofd inkoop bij Syngenta Seeds en verantwoordelijk voor de trays. De Jong: “We desinfecteren onze X-trays met Jet 5, omdat we alle risico´s van bacteriën en schimmels willen mijden. Het is bovendien het enige toegelaten desinfecteermiddel, dat onschadelijk is voor de plant. Jet 5 heeft een goede uitvloeier, waardoor het langer inwerkt. Bovendien breekt het middel bij organisch materiaal tamelijk snel af tot water, zuurstof en kooldioxide, waardoor het ongevaarlijk is voor het milieu.” Miljoenen X-trays Syngenta Seeds heeft voor de desinfectie van de trays anderhalf jaar geleden een compleet nieuwe wasstraat met een vernevelingsinrichting gebouwd. De trays worden in de wasstraat ontdaan van alle plantresten en etiketten. Vervolgens worden ze behandeld met Jet 5 en op een pallet drie dagen te drogen gezet. Hierna zijn ze klaar voor hergebruik. Per jaar gaan enkele miljoenen X-trays door
8
De wasstraat
C o l o f o n Glashelder Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V. voor ondernemers in de glastuinbouw
Redactie: Vormgeving: Beeld:
Martin Meijdam, Certis PRL&T, Zoetermeer Crown Creatives in Communication, Driebergen BCP, Certis, Fotostudio G.J. Vlekke, Gé Hirdes
Certis biedt systeemoplossingen voor milieubewuste, geïntegreerde gewasbescherming. De onderneming levert de kennis en de producten, zoals biologische en chemische middelen, natuurlijke vijanden, feromonen en vangtechnieken. Hiermee ondersteunt Certis telers bij de ontwikkeling van een duurzame, gezonde teelt. Certis, onderdeel van Certis Europe B.V., vervult een voortrekkersrol met zijn systeemoplossingen voor specialistische, hoogwaardige gewassen. Postbus 1180 3600 BD Maarssen Straatweg 30 B 3604 BB Maarssen T +31(0)346 55 24 00 F +31(0)346 55 22 74 E
[email protected] www.certiseurope.nl
Glashelder