Glashelder Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V. voor ondernemers in de glastuinbouw - Jaargang 2 - Nr. 6 - oktober 2003
Gewasbescherming kan effectiever (pagina 4)
Telersvereniging tevreden over BCP (pagina 5)
“JET 5 PRIMA KASONTSMETTER”
Dennis Eekhoff, technisch adviseur
EVEN VOORSTELLEN Dennis Eekhoff. Ik werk sinds afgelopen juni bij Certis als technisch adviseur voor de glastuinbouw. Ik adviseer telers en adviseurs over het oplossen van problemen op het gebied van gewasbescherming. Ik zet proeven op om producten en nieuwe concepten te testen. Ook verzorg ik lezingen en presentaties. Als technisch adviseur ben ik de directe schakel tussen u, als teler en adviseur, en ons bedrijf. Zit u met een vraag: ik ben rechtstreeks bereikbaar. Bel 06-513 551 86 en u krijgt mij direct aan de lijn voor advies. In dit seizoen is de bestrijding van ongedierte weer erg actueel. Het ongedierte trekt nu naar binnen. Bij deze aflevering van Glashelder is daarom een handig boekje bijgevoegd over de bestrijding van ratten en muizen. Doe er uw voordeel mee. ■
Glashelder
Links adviseur Wim Voogt, rechts teler Ad van Meer
Langer schoon Van Meer spuit het middel in de winterperiode tot net boven de spanten. “De opstand blijft daardoor langer schoon.” In de zomer ontsmet hij tot net boven de gewasdraden. Ook gebruikt hij Jet 5 om de gevels te reinigen. “Vooral de ondergevels willen anders snel groen optrekken door de algen,” aldus Van Meer.
Jet 5 is niet alleen een goede fustreiniger, maar ook een prima kasontsmetter, zo is de ervaring van komkommerteler Ad van Meer uit Etten-Leur. Of het helemaal door Jet 5 komt, durft Ad van Meer niet met zekerheid te zeggen, maar sinds hij het ontsmettingsmiddel toepast, heeft hij in zijn kas geen last meer gehad van het komkommerbontvirus. “Ik heb een goed gevoel bij Jet 5,” zegt hij.
Hij gebruikt het liefst de 5 liter verpakking. “Dat is voldoende voor één spuitvulling. Ik werk altijd van achter naar voren om de mogelijke verspreiding van virus te voorkomen.” Ook draagt hij beschermende kleding en een masker als hij Jet 5 spuit. “De azijnlucht slaat me anders te zeer op de longen.”
Geen risico Van Meer gebruikt Jet 5 inmiddels zo’n vier jaar. “Vijftien liter per keer, zo’n vijfenveertig liter per jaar.” In de winterperiode ontsmet hij er zijn kas tweemaal mee, in de zomer éénmaal. Van Meer heeft bijna 16.000 m2 komkommers. Hij teelt voor het Belgische kwaliteitsmerk Flandria. “Hygiënisch werken is een manier van leven,” vertelt hij. Als eind november de oude planten eruit zijn, maakt hij zijn kas grondig schoon en spuit hem in met Jet 5. Eén dag voor de nieuwe aanplant wordt er nog een keer met Jet 5 ontsmet. “Jet 5 is het allerlaatste werk voor ik ga planten. Het mooie van het middel is dat je het op open steenwolmatten kunt gebruiken. Als het opgedroogd is, is het ook uitgewerkt. Het is daardoor geen risico voor de nieuwe planten.”
Mozaïekvirus “Een virus is een hygiënekwestie. Jet 5 moet je consequent gebruiken, ook als er geen virus in de kas is,” vertelt Wim Voogt. Hij is teelttechnisch adviseur van toeleverancier Klep B.V. in Etten-Leur. “Jet 5 is bovendien het enige toegestane middel. We verkopen het veel. In de tomatenteelt wordt Jet 5 veel gebruikt tegen het pepinomozaïekvirus. Maar ook bijvoorbeeld in de chrysantenteelt wordt het veel gebruikt. Het is namelijk zeer geschikt om het glas en de lege vakken tussen de gewassen te ontdoen van algen.” ■
1
DOSEERAPPARATUUR JET 5 UITKOMST VOOR TULPENBROEIERS EN PLANTENKWEKERS Het bedrijf ProMinent Verder b.v. uit Vleuten heeft in samenwerking met Certis meet- en doseerapparatuur voor Jet 5 ontwikkeld. Het systeem wordt inmiddels in de praktijk getest. Het is vooral voor tulpenbroeiers en plantenkwekers een uitkomst. Jet 5 is bij tulpenbroeiers en plantenkwekers veel in gebruik voor de ontsmetting van kisten en teelttafels. Vaak wordt hierbij een Jet 5oplossing aangemaakt voor een langere gebruiksperiode. Daarbij is essentieel dat de concentratie op peil blijft, zodat altijd de juiste dosering in gebruik is. De toepassingstermijn van de oplossing is mede afhankelijk van de waterkwaliteit. Vaak is op het moment van toepassen niet bekend wat de concentratie perazijnzuur in de gebruikte oplossing is. Daardoor wordt soms een te lage dosering gebruikt. Automatisch bijvullen De nu ontwikkelde apparatuur bestaat uit een meet- en regelpaneel en een doseerstation. De speciale perazijnsensor meet de concentratie, waarna een besturingseenheid deze waarde vergelijkt met de ingestelde waarde en zonodig een doseerpomp aanstuurt.
PERAZIJNZUUR-INDICATIESTROOKJES Meetstrookjes voor perazijnzuur zijn er in verschillende uitvoeringen. De concentratie is goed te beoordelen met behulp van onder andere perazijnzuur-indicatiestrookjes van Merck (1.10001.0001). Een verpakking bevat 100 stuks indicatiestrookjes. Vergelijk na het dompelen van het strookje de kleuromslag met de kleuren op de verpakking en vul eventueel aan met Jet 5. De standaarddosering van 1% Jet 5 bevat 500 ppm perazijnzuur.
Hierdoor blijft de concentratie perazijnzuur altijd op de gewenste waarde.. Het systeem kan tussen 10 en 2000 ppm (0,02 en 4% Jet 5) perazijnzuur meten en doseren. ProMinent Verder ontwikkelt, produceert, levert en onderhoudt apparatuur voor de
Altijd de juiste dosering behandeling van water. Het bedrijf heeft veel ervaring met de meting van perazijnzuur bij industriële toepassingen. ■
Rqflex2 Reflectometer
Jet 5 voor zaaitrays van de plantenkweker.
ANALYSE MET REFLECTOMETER Een eenvoudige multifunctionele digitale meter om de perazijnzuurmeetstrookjes te analyseren is de Merck reflectometer Rqflex2. De strookjes kunnen meten van 75 tot 400 ppm. Een oplossing van 1% moet 1:1 verdund worden. Oplossingen tot 0,8% kunnen onverdund worden gemeten. Na kalibratie voor de batchmeetstrookjes kan binnen 15 seconden een meting verricht worden. De concentratie is digitaal in ppm af te lezen. De strookjes circa 2 seconden in de te testen oplossing dompelen, afschudden en na het geluidssignaal in de meter plaatsen en concentratie aflezen. De reflectometer is o.a. ook geschikt voor pH- en nitraatmetingen. Het nieuwe doseerapparaat voor Jet 5
Glashelder
2
WAAROM DE PEROXIDE JET 5 EEN DOODSHOOFDMIDDEL IS Jet 5 is een niet giftig desinfectiemiddel. Toch staat een doodshoofd op de verpakking, omdat het in onverdunde vorm zeer corrosief is. Het verdunde product is nauwelijks schadelijk. Dit blijkt ook uit de veiligheidsaanbevelingen van het CTB. Bij toepassing van Jet 5 is een gasmasker niet verplicht. Overigens adviseert Certis dit wel te dragen.
waarschuwingen en veiligheidsaanbevelingen op het etiket. Schadegevallen met een reinigingsmiddel dat als desinfectiemiddel is gebruikt, zijn dan ook niet gedekt door de verzekering. De ARBO en de AID controleren sinds 2002 scherp op het gebruik van reinigingsmiddelen. ■
Jet 5 Advertentiecampagne
Reinigingsmiddelen Reinigingsmiddelen op basis van peroxide die als desinfectiemiddel worden toegepast, zijn niet door het CTB beoordeeld. Daardoor voeren middelen met zelfs een hoger gehalte peroxide geen doodshoofd. De werking van deze middelen is niet gegarandeerd. Bovendien spoort de toepassingswijze ervan vaak niet met de vermelde
Ook dit najaar worden er door Certis Europe weer advertenties in kleur voor Jet 5 geplaatst in de belangrijkste vakbladen. Motto van deze advertenties: “Jet 5. Schimmels, bacteriën en algen hebben er schoon genoeg van”. Maar u hebt voor de beste resultaten natuurlijk wel genoeg Jet 5 nodig. Daarom heeft Certis nu een speciale en voordelige 20 liter verpakking. ■
STRATEEG STIMULEERT GEÏNTEGREERDE BLOEMISTERIJ door Annelies Hooijmans, projectleider Strateeg
LTO Groeiservice is volop bezig met de uitbreiding van het project Strateeg. Het moet in de bloemisterij de geïntegreerde bestrijding verder op weg helpen. Strateeg wil dit bereiken door op verschillende manieren bij de telers
Welkom in voorbeeldgroep
hopen dat dit ertoe leidt dat Strateeg zo hét gezicht wordt voor de geïntegreerde bloemisterij. Voor alle gewassen is inbreng vanuit de praktijk van het grootste belang. Dit kan onder andere door deelname aan een voorbeeldgroep. Maar ook voor het toetsen van de handleidingen zijn telers nodig. Alles moet immers zo goed mogelijk aansluiten bij de praktijk. Deelnemers gezocht Zo’n voorbeeldgroep is vergelijkbaar met een excursiegroep, maar heeft een bredere functie. Bij elke excursie naar een bedrijf van een deel-
nemer is ook een voorlichter aanwezig. Wij verwachten zo een snellere vooruitgang als het gaat om geïntegreerde gewasbescherming. Jaarlijks is er bovendien een landelijke excursie op één van de deelnemende bedrijven. Deelname aan zo’n voorbeeldgroep is vrij voor elke teler. Het bedrijf hoeft niet reeds omgeschakeld te zijn naar een geïntegreerde of biologische teeltmethode. Een uitgelezen kans dus voor wie omschakelen wil. Deelnemers aan een voorbeeldgroep kunnen zich aanmelden bij: Annelies Hooijmans, Gewasmanager Zomerbloemen en Bolbloemen, Projectleider Strateeg, tel.: 06–225 150 20. ■
de kennisuitwisseling en kennisuitbreiding te stimuleren. Zo zullen per gewas voorbeeldgroepen worden opgericht en cursussen worden gegeven. Ook komen er gewasgerichte handleidingen. Verder worden jaarlijks een kennismarkt en per deelnemend gewas een landelijke excursie georganiseerd. Teler centraal Strateeg is een zogeheten koepelproject, waaronder deelprojecten vallen. De resultaten van de deelprojecten worden op elkaar afgestemd. Ook wordt vanuit een centraal punt afstemming gezocht met andere partijen. Wij
3
Glashelder
“GEWASBESCHERMING KAN EFFECTIEVER” Door onoordeelkundig gebruik van biologische bestrijders en chemische middelen blijft de effectiviteit van de gewasbescherming in sommige gevallen beneden de maat. Dit is de ervaring van Dennis Eekhoff, technisch adviseur van Certis. “Wat je soms tegenkomt, is dat een teler niet weet hoe een middel werkt en tegen welke stadia van een plaag,” vertelt Dennis Eekhoff. “Of men vernevelt een product, terwijl het gespoten moet worden, waardoor het effectiever is. Wat ook wel gebeurt, is dat gespoten wordt óver het gewas, terwijl de plaag onderin zit. Ook weet men soms niet hoe een middel goed af te wisselen is met een ander. Er wordt dan afgewisseld met een product uit eenzelfde groep. Met als gevolg een verhoogde kans op resistentie.” “Soms gaan telers in de fout bij de bewaring,” constateert Eekhoff. Als voorbeeld noemt hij de galmug tegen luis. De galmug mag niet teruggekoeld worden, want dan komt de pop niet meer uit. De verpakking is namelijk al bij de handelaar teruggekoeld.
houden. Iedereen gaat er vanuit dat leidingwater neutraal is, maar veelal is de zuurgraad boven de 7. In Turex en Floramite bijvoorbeeld breekt het molecuul te snel af bij een te hoge pH, waardoor de werking tegen kan vallen.” Maar ook veranderingen in het teeltsysteem beïnvloeden de werking. “Met harder stoken en meer licht werken plagen ook langer door. In de rozenteelt worden slechtere rozen naar binnen gebogen. Je kunt dan weliswaar een goed middel hebben, maar je zult het ook zo goed mogelijk bij de plaag moeten krijgen om het zijn werking te laten doen,” aldus Eekhoff. Telers moeten volgens hem niet blind varen op opmerkingen als ‘dat middel werkt zo goed’. “Je moet altijd kijken naar hóe iemand heeft gespoten. Je moet weten welke resultaten er zijn geboekt en wat de omstandigheden waren.”
Nieuwe plagen De kans op nieuwe ziekten en plagen neemt intussen toe volgens Eekhoff. “Het wordt warmer en Nederland is een im- en exportland. Vroeger had een teler alleen last van de gewone kaswitte vlieg. Nu tref je hier ook de bemisia aan. Die kwam vroeger alleen in Spanje en andere zuidelijke landen voor. Voor de bemisiabestrijding is een andere sluipwesp nodig dan voor de gewone witte vlieg. Een ander voorbeeld is de echinotrips. Ook die komt tegenwoordig veelvuldig voor in de Nederlandse kassen. Met deze nieuwe plagen zal de gewasbeschermingsstrategie ook weer veranderen. En zo komen er steeds weer nieuwe plagen bij. Mineervlieg en Californische trips zijn hier ook ooit begonnen en nu noemen we die Nederlandse plagen.” ■
Waterkwaliteit factor van belang Eekhoff heeft begrip voor sommige fouten. “Gewasbescherming is complexe materie. Je moet met veel facetten rekening houden. Bovendien hebben veranderende teeltsystemen en het grote aantal specifiek werkende middelen het er niet overzichtelijker op gemaakt.” Timing Bij gewasbescherming is timing erg belangrijk. “Je moet altijd kijken naar: Wat heb ik zitten? Welke middelen heb ik daartegen? Wat moet ik doen? Heb ik een middel dat werkt voor dit specifieke plaagstadium? Sommige telers letten daar niet op. Die zeggen: ik spuit op zaterdag, want dan heb ik geen personeel rondlopen. Maar zo kom je nooit van je plaag af. Je moet bestrijden op het moment dat je de plaag constateert. En uiteraard maatregelen treffen om je personeel en andere mensen te beschermen.” Waterkwaliteit Dennis Eekhoff: “Bij gewasbescherming wordt waterkwaliteit steeds meer een factor van betekenis. Bij de meeste chemische middelen moet je de pH van het water goed in de gaten
Glashelder
“Gewasbescherming is complexe materie”
DENNIS EEKHOFF BEGON ALS ROZENTELER Dennis Eekhoff adviseert telers en handelaren over het gebruik van chemische en biologische middelen en de geïntegreerde bestrijding. Ook zet hij demonstratieproeven op om te laten zien hoe goed de producten werken. In de wintermaanden verzorgt hij presentaties en lezingen. Eekhoff is rozenteler geweest en heeft gewerkt als gewasbeschermingsspecialist bij handelsbedrijven in biologische en chemische gewasbeschermingsmiddelen. Dennis: “Ik heb alle markten doorlopen. Ik weet wat een teler meemaakt, wat hij van een middel verwacht en van een handelaar. Maar ook wat een vertegenwoordiger van de handel van Certis verwacht.”
4
“IK WIL MATERIAAL WAAROP IK KAN BOUWEN” Telersvereniging United West Growers is een jaar geleden overgestapt op de natuurlijke vijanden van het Britse Certis-bedrijf BCP. Het wordt geleverd door Agrifirm. Tot tevredenheid, vindt André van der Valk. ”Wat ik van belang vind, is dat materiaal wordt geleverd, waarop ik kan bouwen. Agrifirm en Certis hebben dat aardig waar gemaakt. Zonder dat wij ook maar iets gezegd hadden, hebben ze uit eigener bewe-
Telers werken met biologie BCP Paprikateler André van der Valk
ging en gratis een partij Orius extra geleverd, omdat ze de eerste partij niet vertrouwden. Er zaten mogelijk onvoldoende goede beestjes in. Ik vind dat klasse. Dat geeft vertrouwen,” vertelt André van der Valk. De paprikateler uit Honselersdijk is voor de telersvereniging het centrale aanspreekpunt voor zaken die met de gewasbescherming te maken hebben. Van der Valk teelt Express en Ferrari (in totaal 40.000 m2).
Spuittechniek Van der Valk loopt met zijn voorlichter eens in de twee weken door de kas. “Hij adviseert. Ik beslis. Ik neem niet elk advies blindelings over. Ik heb vroeger eens een voorlichter gehad, die mij adviseerde heel veel water te gebruiken bij het spuiten. Dat advies heb ik niet opgevolgd. Ik spuit liever met laagvolumetechniek, want die geeft een betere bladbedekking. Ook heeft dit voordelen als je ’s avonds moet spuiten. Je gewas gaat dan niet zo nat de nacht in. Dit scheelt schimmelproblemen. Maar eigenlijk spuit ik het liefst in de namiddag. Dan zijn de plagen meer actief, maar dat lukt niet altijd vanwege werkzaamheden in het gewas of door zonnig weer.” Van der Valk gebruikt voor bespuitingen een spuitkar, maar overweegt de aanschaf van een spuitrobot.
komst. “Tien jaar geleden was witte vlieg in paprika nog niet zo’n probleem, maar door gewasacceptatie en een warmer klimaat heeft hij zich goed kunnen aanpassen.” Vooral Tabakswitte vlieg heeft hem flink wat werk bezorgd. Ook andere plagen, zoals echinotrips en boterbloemluis, vragen veel aandacht. De geïntegreerde strategie die Certis adviseert, past hem daarom goed. “Zo goed mogelijk biologie combineren met chemie. Want alleen zo kun je de nieuwe plagen goed aanpakken.” ■
Zorgen en knelpunten Van der Valk kijkt op het gebied van gewasbescherming met enige zorg naar de toe-
UNITED WEST GROWERS Orius De paprikateler zet Orius in vanaf week 10, daarvóór gebruikt hij de Amblyseius cucumeris. “De cucumeris kun je in december al inzetten. Hij pakt het larvenstadium van de trips. Orius pakt alle stadia, maar hij heeft daglengte nodig om zich te kunnen ontwikkelen.” Van der Valk zet ook Amblyseius degenerans in. “Als de Orius door rupsenbestrijding - met Nomolt® - wegvalt, dan heb ik nog een tripsbestrijder in mijn gewas”. Overigens is de rupsendruk dit jaar groot als gevolg van de zeer warme zomer. Ook trips en witte vlieg vormen dit jaar een grote plaag.
United West Growers is een samenwerkingsverband van de telersverenigingen Sweet Color Pepper en Quality Queen. Van de vereniging zijn zo’n dertig telers lid (75 hectare), allen EurepGap gecertificeerd. De telers hebben een eigen sorteercentrum. “De vereniging wil een kwaliteitsimago hebben en dat uitstralen naar markten die dat waarderen,” aldus André van der Valk. Geëxporteerd wordt naar ondermeer Scandinavië, Engeland, Italië, Amerika, Japan en Taiwan. United West Growers is een van de weinige verenigingen die niet aan een handelshuis gebonden is. De biologische en chemische gewasbeschermingsmiddelen worden gezamenlijk ingekocht. “Het is vooral een kwestie van een goede prijs/kwaliteitverhouding want dat is belangrijk,” aldus Van der Valk. “Als je in zo’n groep zit, moet je de inkopers van de groep ook vertrouwen durven geven. Het is niet zo dat je alsnog kunt afhaken, omdat je het er niet mee eens bent bij wie de groep koopt. Als je niet meedoet, koop je ook niet in tegen de scherpste prijs.”
5
Glashelder
CERTIS EN BCP STERKE COMBINATIE Biologische bestrijding is een onmisbaar onderdeel van de plaagbestrijding in groente– en sierteeltgewassen. De producten van BCP passen daarom perfect in het productenpakket van Certis. Bij de inzet van de natuurlijke vijanden is de ondersteuning van selectief werkende middelen als Nissorun, Floramite, Applaud, Turex en Spod-X onmisbaar. Zonder die selectieve middelen is geïntegreerd werken in vele teelten zelfs onmogelijk. Engels bedrijf Het van oorsprong Engelse BCP Ltd (Biological Crop Protection) maakt sinds eind 1999 deel uit van de Certis-groep. Het bedrijf is zestien jaar geleden opgezet door Phil Walker en John Dale. Het legde zich aanvankelijk uitsluitend toe op de levering van natuurlijke vijanden aan andere producenten. Vele Nederlandse en Belgische tuinders hebben zo zonder het te beseffen jarenlang BCPproducten gebruikt. BCP heeft in Engeland inmiddels een marktaandeel van 40%, mede dankzij de professionele advisering en de goede logistiek.
Tabaksplanten worden gebruikt voor de productie van Encarsia formosa en Eretmocerus eremicus
Innovatie: Feltiella Eén van de vele producten die BCP heeft geïntroduceerd, is Feltiella acarisuga. Feltiella gedijt waar andere spintbestrijders het vaak moeilijk hebben door óf de beharing van de plant óf de klimatologische omstandigheden. BCP onderkende tien jaar geleden de potentie van het insect in gewassen als tomaat, roos en aardbei. Feltiella is inmiddels een onmisbaar onderdeel in onder andere de geïntegreerde bestrijding in roos.
CONTROLE OP TOPKWALITEIT BCP hanteert voor de kwaliteitscontrole van natuurlijke vijanden als basis de richtlijnen van de International Organisation for Biological Control (IOBC). Alle producten worden systematisch gecontroleerd om te kunnen garanderen dat de tuinders topkwaliteit krijgen. Deze kwaliteitscontrole gebeurt zowel tijdens het productieproces, als op het eindproduct. Gekeken wordt ondermeer naar het aantal per verpakking, de mortaliteit, de grootte, de sexratio, het vliegvermogen en de ei-afzet.
Phytoseiulus persimilis in tomaat BCP heeft begin jaren ‘90 veel onderzoek gedaan naar onder meer het gedrag van Phytoseiulus persimilis op tomaat en ontdekt dat Phytoseiulus beter presteert als die deels op tomatenplanten is gekweekt. In Engeland maken telers massaal gebruik van deze
‘tomaat-Phytoseiulus’ om spint te bestrijden. Er is namelijk geen chemisch alternatief dat voldoende werking én een korte wachttijd heeft. Altijd vers BCP was het eerste bedrijf dat op al zijn producten een vervaldatum heeft gezet. De tuinder kan zo gemakkelijk zien dat het om vers materiaal gaat. De meeste producten zijn pas verpakt na bestelling. Het tussentraject tussen productie en eindverbruiker is daardoor zeer kort. Tijdens het transport wordt de temperatuur geregistreerd door dataloggers, zodat de ideale temperatuur voor de natuurlijke vijanden is gegarandeerd. ■
Diglyphus isaea is een onmisbaar onderdeel van de geïntegreerde bestrijding in verschillende gewassen
Glashelder
6
VERNIEUWD AMBSURE (CV) BREED INZETBAAR Amblyseius cucumeris wordt geleverd in verschillende verpakkingen en formaten. Dit maakt tripsbestrijding in steeds meer gewassen mogelijk. De keuze van het soort verpakking en de introductiemethode hangt af van het gewas, de infectiedruk en de lengte van de teelt. Bij een grote tripsdruk kiezen tuinders vaak voor de strooibus. Op die manier worden grote aantallen (50 – 100 roofmijten per m2/week) in het gewas gebracht die dan vrij snel de tripspopulatie verminderen. Bij de kartonnen strooibus is keuze uit zemelen en vermiculiet als draagstof. Het op zemelen gebaseerde product Ambsure (c) wordt gebruikt in onder andere paprika, komkommer en aardbei. Het op vermiculiet geba-
seerde Ambsure (cv) wordt aangeraden in teelten, waarin zemelen het gewas kunnen vervuilen, bijvoorbeeld in de teelt van kruiden, potplanten en sierteeltgewassen. Geen zemelen op sierteeltgewassen Ambsure (cv) bestond voorheen uit ongeveer 80% vermiculiet en 20% zemelen. Maar door een verbeterde kweektechniek is het percentage zemelen teruggebracht tot slechts een paar procent. Dat betekent dat er nauwelijks nog zemelen op de plant achterblijven. Ook zit er minder meelmijt in het product. Roofmijten gaan daardoor sneller achter de trips aan. Ook verkleint het vernieuwde product aanzienlijk de kans op schade in gewassen die gevoelig zijn voor meelmijt. ■
AMBLYSEIUS-KWEEKZAKJE MAAKT HET TRIPS NOG LASTIGER De Amblyseius cucumeris kan nu nog effectiever worden ingezet. BCP heeft het bekende kartonnen doosje vervangen door een nieuw papieren kweekzakje, dat gemakkelijker te hanteren is, langer mee gaat, meer roofmijten produceert en dus een nog betere tripsbestrijding geeft.
Vrucht van onderzoek De afdeling Onderzoek en Ontwikkeling van BCP heeft meer dan een jaar proeven gedaan om het ideale zakje te ontwikkelen. Belangrijk voor een grote en langdurige Amblyseiusproductie is het behoud van het vocht, de verhouding meelmijt–roofmijt en de afmetingen van het gaatje in het zakje.
De Amblyseius cucumeris kweekzakjes geven de roofmijten geleidelijk vrij over een periode van zes tot acht weken. Per zakje komen er in die periode tussen de drie- en vijfduizend roofmijten uit.
Gebruiksgemak zakje groot Behalve het aantal roofmijten is voor de tuinder bovendien het gebruiksgemak van belang. Het zakje moet aan de plant blijven hangen. Vermeden moet worden dat het haakje loskomt van het zakje of het zakje van de plant afvalt. Het haakje is daarom geïntegreerd in het zakje. Bovendien is materiaal gebruikt dat stevig en vochtafstotend is. Het haakje vervormt daardoor niet door een schommelende temperatuur of RV. De vorm van de insnijding in het haakje voorkomt dat het zakje gemakkelijk van de plant afvalt. Succesvol toegepast In een zakje zitten bij het uithangen minimaal duizend Amblyseius cucumeris. De optimale verhouding van meelmijten en roofmijten
7
garandeert een goede productie van Amblyseius-roofmijten. Als die verhouding niet in evenwicht is, komen er in het begin teveel meelmijten uit het zakje. In sommige gewassen kunnen deze schade veroorzaken. Het nieuwe zakje is ruim acht maanden op de markt en in veel verschillende teelten en klimaatzones gebruikt. Wat in proeven reeds was waargenomen, is door de praktijk bevestigd. Het zakje is gemakkelijk uit te hangen, blijft zeer goed in de plant hangen en produceert grote aantallen roofmijt over een lange periode. ■
Glashelder
PAS NU OP VOOR RATTEN EN MUIZEN In de herfstperiode proberen ratten en muizen de kassen, schuren en sorteerruimtes binnen te komen. Extra waakzaamheid is dus geboden. Ratten en muizen knagen aan bloemen, groenten, gebouwen, isolatiemateriaal en elektrische bedrading en ze bevuilen alles. Zeker gelet op protocollen als EurepGap en hygiënecodes als HACCP is een verantwoorde en systematische bestrijding een noodzaak. Certis heeft twee echte probleemoplossers: Klerat en Ratak. Beiden bestrijden snel, effectief en veilig bruine en zwarte rat-
ten en huismuizen. Voor een veilige toepassing is er de voerdoos Roguard Ratbox. Klerat werkt snel Klerat is het enige beschikbare ‘single-feed’ (éénmalige opname) rodenticide pellet, op basis van de meest actieve stof brodifacum. Doordat een eenmalige opname al tot sterfte leidt van ratten en muizen, werkt het snel en kan ook met minder product worden volstaan. Dit uiterst effectieve middel is de oplossing in geval van ratten- en muizenplagen, probleemgevallen of hardnekkige situaties.
ZUURGRAAD CRUCIAAL VOOR WERKING MIDDEL
Ratak bij eerste waarneming Ratak, op basis van het effectieve difenacum, is evenals de overige rodenticiden een ‘multi-feed’ (meermalige opname). Ratten en muizen gaan dood nadat ze 2-3 keer van het lokaas hebben gegeten. Ratak is zeer aantrekkelijk en smakelijk voor zowel ratten als muizen. Ratak is het eerste middel bij waarneming van enkele ratten of muizen. ■
C o l o f o n Glashelder Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V.
Waterconditioneringsmiddelen zijn een hot item in de gewasbescherming anno 2003. Wat doen de middelen en wat voegen ze toe aan de spuitresultaten? Waterconditioneringsmiddelen zijn, evenals uitvloeiers en hechters, hulpstoffen die de werking van een gewasbeschermingsmiddel kunnen verbeteren. Ze verlagen de pH en de hardheid van het water en zorgen ervoor dat de aangemaakte spuitvloeistof langer stabiel blijft. Middelen als Floramite, Turex en Spod-X zijn gevoelig voor een hoge pH in de spuittank. Ze breken bij een te hoge zuurgraad versneld af en hebben daardoor onvoldoende werking op respectievelijk spintmijten en rupsen. Wanneer de pH hoger is dan 7, moet een waterconditioneringsmiddel of een zuur toegevoegd worden om het optimale niveau van pH 5-7 te krijgen. Leidingwater In het algemeen wordt geadviseerd een gewasbeschermingsmiddel op te lossen in leidingwater, omdat sloot- en bassinwater vervuild kunnen zijn met organische verontreini-
ging en schimmelsporen. Maar het probleem met leidingwater is dat het vrijwel altijd een pH heeft van boven de 7 en in sommige regio’s zelfs hoger dan 8,5. Meet daarom altijd eerst de pH van het water voordat gewasbeschermingsmiddelen worden toegevoegd. Onderzochte middelen Certis heeft onderzoek gedaan naar aanzuren. Hierbij zijn de producten X-Change en Easi mix getest. Beide producten zijn goed te gebruiken in combinatie met bijvoorbeeld Floramite. Naast Easi mix en X-Change is ook Intake een mogelijkheid om de pH te corrigeren. Intake kleurt het water in de tank, zodat direct zichtbaar is of de juiste pH is bereikt. Certis heeft Intake echter nog niet getest. Het aanzuren met salpeterzuur of fosforzuur is af te raden, omdat de oplossing geen bufferend vermogen heeft. Een zeer geringe hoeveelheid zuur kan al te veel zijn.
voor ondernemers in de glastuinbouw
Redactie: Martin Meijdam, Certis PRLT food & agribusiness communicatie, Zoetermeer Vormgeving: Crown Creatives in Communication, Driebergen Beeld: BCP/ Ward Stepman, Marcel Bekken, Certis, Fotostudio G.J. Vlekke, NFP, Hans Sas fotografie, Theo Janssen
Geregistreerde handelsmerken: Nomolt® van BASF; Intake® van Headlands; X-Change® van Loveland Industries Ltd. Easi mix® wordt gedistribueerd door Holland Fyto
Technisch adviseur: Dennis Eekhoff: 06-513 551 86
Belangrijk: voeg eerst het conditioneringsmiddel aan het water toe en pas daarna het gewasbeschermingsmiddel. ■
PRAKTIJKPROEF LEIDINGWATER (VINKEVEEN), PH 7,6 Middel
Concentratie
pH in oplossing
X-Change X-Change X-change X-Change Easi mix Easi mix Easi mix Easi mix
0,0625% 0,125% 0,25% 0,5% 0,025% 0,050% 0,075% 0,10%
6,1 5,5 5,1 4,8 6,5 6,0 4,9 3,6
8
Certis Europe B.V. biedt systeemoplossingen voor milieubewuste, geïntegreerde gewasbescherming. Certis levert de kennis en producten, zoals biologische en chemische middelen, natuurlijke vijanden, feromonen en vangtechnieken. Certis ondersteunt hiermee telers van specialistische, hoogwaardige gewassen bij de ontwikkeling van een gezonde en duurzame teelt.
Postbus 1180 3600 BD Maarssen Straatweg 30 B 3604 BB Maarssen T +31(0)346 55 24 00 F +31(0)346 55 22 74 E
[email protected] www.certiseurope.nl
Glashelder