Samen
scholin
g
.nu
5 jaar bouwen aan
Opleiden in de School in het Rotterdamse voortgezet onderwijs
Samenscholing.nu Een duaal opleidingsconcept voor de Rotterdamse context Samenscholing.nu is een samenwerkingsverband tussen drie Rotterdamse schoolbesturen VO (BOOR, LMC, CVO) en de tweedegraads lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam.
Inhoudsopgave Inleiding
5
1: Opleidingsconcept 2: Curriculum 3: Begeleiding
6
12
18
4: De leeromgeving 24 5: Personeelsbeleid
30
6: Sturing 7: Financiën Samenvatting
46
Colofon
Overzichtsboek Samenscholing.nu
48
42
36
voorwoord
Het project Samenscholing.nu is 5 jaar geleden opgericht met twee doelen: een nieuwe, duale opleidingsstructuur voor tweedegraads leraren ontwikkelen in Rotterdam en afgestudeerde docenten binden aan het Rotterdamse onderwijsveld. Uniek aan het project is dat duale studenten al tijdens hun opleiding in dienst van een school komen. Dat schept – letterlijk - een directe band tussen school, student en opleiding. De school wordt medeverantwoordelijk voor het opleiden van de student.
Iedere klas die het zonder bevoegde docent moet stellen, is er één te veel. Gelukkig valt de werkelijke situatie in Rotterdam nog mee ten opzichte van de verwachtingen enkele jaren geleden. Duaal opleiden alléén kan het toenemende lerarentekort echter niet oplossen. Er wordt ook naar andere maatregelen gezocht; het terugdringen van de uitval in het eerste jaar van de opleidingen bijvoorbeeld. De Hogeschool Rotterdam werkt hier aan onder de noemer ‘Studiesucces’. De gemeente Rotterdam geeft leraren voorrang bij het vinden van een woning; ook dat is een maatregel die helpt. Maar daarnaast is het van groot belang studenten toe te rusten voor de pittige uitdaging waar zij in Rotterdam voor staan. Het duale traject van Samenscholing.nu laat studenten in een vroeg stadium kennismaken met het echte werk. De praktijk is de beste leerschool voor deze studenten. Zij worden al door de wol geverfd als ze nog in opleiding zijn. Praktijkervaring, de reflectie daarop plus het theoretische deel van de opleiding staan in dienst van hun leerproces. Neem daarbij de intensieve begeleiding en je hebt alle ingrediënten voor een kwalitatief hoogwaardige opleiding. En de kwaliteit van de leraar is rechtevenredig met de kwaliteit van het onderwijs. Op dit moment zitten er ruim 120 studenten in het duale traject. De studenten die gestart zijn in 2005 zijn bijna klaar en hebben reeds een vaste aanstelling. Er stroomt heel wat water door de Maas – om het maar eens op z’n Rotterdams te zeggen – voordat een project van deze omvang is ingebed in bestaande structuren. Dat dát is gelukt, is de werkelijke winst van dit project. Want nu staat er een structuur, stevig verankerd in het Rotterdamse onderwijsveld, die elk jaar opnieuw en elk jaar meer vruchten af zal werpen. Daarvan ben ik overtuigd. De afgelopen jaren heeft de gemeente Rotterdam geïnvesteerd in het project Samenscholing.nu. We staan nu aan het begin van een nieuwe Rotterdamse Onderwijs Beleid-periode (ROB2). Goede en gekwalificeerde leraren voor de klas blijven een speerpunt. Want uiteindelijk gaat het erom dat ieder kind zijn talenten maximaal kan ontwikkelen. En uiteraard dragen docenten daar aan bij. Leonard Geluk Wethouder Jeugd, Onderwijs en Samenleving gemeente Rotterdam
INLEIDING In het najaar van 2003 sloegen de Rotterdamse schoolbesturen BOOR, CVO, LMC en de lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam de handen ineen om een oplossing te vinden voor het dreigende lerarentekort in Rotterdam én voor de groeiende kloof tussen lerarenopleiding en onderwijspraktijk. De belangrijkste uitdaging was hoe mensen te boeien voor en te binden aan het Rotterdamse onderwijsveld. Het onderwijs kampt landelijk met een imagoprobleem. Bovendien gaat de huidige generatie leerkrachten tussen nu en tien jaar massaal met pensioen. Dat levert een uitstroom van docenten op die groter is dan de instroom. In Rotterdam komt daar nog een ander probleem bij: docenten die hier hun opleiding volgen, kiezen na diplomering vaak voor een baan elders. Lesgeven in Rotterdam blijkt niet zo populair. De grootstedelijke problematiek is op alle fronten heftig in Rotterdam. Dat is ook merkbaar op de scholen en vergt veel van docenten. Zij hebben relatief veel te maken met bijvoorbeeld taalachterstand, sociaal-maatschappelijke problematiek, drop outs en spijbelgedrag. Leerlingen van nu leren anders dan twintig jaar geleden. Zij staan in een dynamische samenleving waarin veranderingen elkaar razendsnel opvolgen. Kennis heeft binnen die context een andere rol gekregen. Sociale vaardigheden en tal van competenties worden belangrijker. Het onderwijs moet daar op inspelen. De traditionele manier van lesgeven sluit niet altijd meer aan bij de belevingswereld van jongeren. Dit vraagt van de lerarenopleidingen een investering in nieuwe opleidingsvormen. Hoe te bouwen aan een opleiding die past bij deze tijd en bij de Rotterdamse context en tegelijkertijd docenten bindt aan deze stad? Het antwoord is gevonden in een duaal competentiegericht opleidingsconcept - Samenscholing.nu - waarbij scholen en opleiding nauw met elkaar samenwerken. Uitgangspunt is om studenten vanaf het eerste jaar intensief kennis te laten maken met de diversiteit van de onderwijspraktijk in Rotterdam.
Samenscholing.nu is niet volgens een blauwdrukmodel geïmplementeerd in de opleidingspraktijk. Er is gekozen voor een geleidelijke ontwikkeling langs de weg van het voortschrijdend inzicht waarbij opleidingsscholen en lerarenopleiding vijf jaar lang intensief samen hebben gepionierd. Dat heeft behalve de spreekwoordelijke bloed, zweet en tranen een degelijke basis opgeleverd voor een hoogwaardige, duale lerarenopleiding. Plus een samenwerkingsstructuur tussen scholen, schoolbesturen en lerarenopleiding die staat als een huis. Dit boekje geeft een impressie van de ontwikkeling van Samenscholing.nu over de periode 2004 – 2009. Op 17 juni 2009 is de projectfase van Samenscholing.nu officieel afgesloten en heeft de opleiding een structurele plek binnen het aanbod van de lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam gekregen.
‘Van de docenten die wel in Rotterdam blijven, weten we dat ze het juist heel boeiend en dynamisch vinden om hier les te geven. Er gebeurt van alles. Het negatieve beeld van lesgeven in Rotterdam klopt dus niet met de werkelijkheid. Wim Littooij, bestuursvoorzitter CVO en voorzitter van de stuurgroep Samenscholing.nu, Informatiebulletin (startkrant) 1/2005
Overzichtsboek Samenscholing.nu
1 Opleidingsconcept
‘Ik vind het belangrijk leerlingen uit te dagen in de les door verschillende lesvormen aan te bieden. En ze moeten bij mij altijd Engels praten. Leerlingen leren veel van elkaar en door verschillende werkvormen te gebruiken houden ze de aandacht erbij. Het lesgeven ging mij vanaf het eerste jaar al gemakkelijk af. Inmiddels heb ik echt mijn eigen stijl gevonden.´ Jennifer Gerritsen, LIO-student Engels
1 Opleidingsconcept Duaal: meer tijd in de school Samenscholing.nu is een duaal opleidingstraject. Dat betekent dat studenten meer dan 40 procent van hun opleidingstijd doorbrengen op de opleidingsschool. Een intensieve kennismaking met de Rotterdamse onderwijspraktijk is van meet af aan het belangrijkste uitgangspunt geweest. Niet eerst op afstand een vak leren om er pas na diplomering achter te komen of dit wel echt is wat je wilde, maar direct voor de leeuwen om aan den lijve te ervaren wat er van een docent gevraagd wordt. Al doende leren en jezelf ontwikkelen, is het credo.
Gedurende de vijf projectjaren van Samenscholing.nu is er veel losgewoeld en in beweging gezet. Eén constante factor heeft echter gedurende die jaren alles en iedereen bijeen gehouden en dat is het opleidingsconcept. Het concept heeft gedurende de projectjaren gewerkt als een kompas die te midden van alle discussies, afwegingen en zoektochten gericht bleef op de juiste koers.
Samenscholing.nu is doelbewust als competentiegerichte opleiding vormgegeven. Lesgeven is niet primair excelleren in een vakgebied, het is excelleren in het geven van onderwijs. Dat betekent dat een docent naast vakinhoudelijke kennis over de noodzakelijke competenties moet beschikken om goed en aansprekend onderwijs te bieden in uiteenlopende situaties. De student leert daarnaast ook zijn eigen persoonlijkheid in te zetten om als docent succesvol te zijn. Continue reflectie op het handelen en de eigen ontwikkeling zijn daarbij cruciaal. Na een intensieve voorbereidingsperiode van circa vier maanden, gaan de Samenscholing.nu-studenten de praktijk in. Vanaf dat moment brengen ze wekelijks een toenemend aantal leerwerkdagen door op de opleidingsschool. Gedurende hun opleiding wisselen ze ten minste drie keer van opleidingsschool. Ze sluiten een arbeidsovereenkomst af met een van de drie schoolbesturen en ontvangen salaris.
Rotterdamse context Studenten van Samenscholing.nu worden klaargestoomd voor de Rotterdamse onderwijspraktijk. Tijdens hun opleiding leren zij functioneren in een interculturele context, zij leren (complexe) zorgvragen te herkennen,
‘Bij duaal opleiden zijn scholen en opleiding in toenemende mate wederzijds van elkaar afhankelijk.’ Hans van der Moolen, directeur Instituut voor lerarenopleidingen Hogeschool Rotterdam en lid stuurgroep, bij de uitreiking van het werkboek, juni 2008
Overzichtsboek Samenscholing.nu
om te gaan met (taal)achterstanden en bij te dragen aan brede-schoolnetwerken. Het curriculum van Samenscholing.nu is zoveel mogelijk afgestemd op de Rotterdamse context met haar grootstedelijke karakter en sluit aan bij de uitkomsten van een onderzoek naar het profiel van de Rotterdamse docent. Rotterdamse scholen vormen de praktijk voor de student. Gedurende hun vierjarige opleiding maken de studenten intensief kennis met deze rijke en gevarieerde leeromgeving.
Flexibiliseren en verbinden Duaal opleiden is een complexe zaak. Er zijn verschillende aspecten mee gemoeid die onderling nauw met elkaar samenhangen. Ontwikkelingen op het ene vlak hebben gevolgen voor ontwikkeling op andere vlakken. Omgekeerd betekent stagnatie op het ene vlak, stagnatie of scheefgroei van het hele proces. De eerste projectjaren van Samenscholing.nu stonden in het teken van het zichtbaar maken van deze processen en hun onderlinge samenhang.
Diversiteit - kwaliteit Diversiteit is binnen het Samenscholing.nu-concept een aspect van kwaliteit. Onderwijs is immers geen eenheidsworst. Leerlingen maar ook docenten-inopleiding ontwikkelen zich op hun eigen manier, afhankelijk van leeromgeving, leerstijl en persoonlijkheid. Het opleidingsconcept van Samenscholing. nu is gebaseerd op maatwerk en vereist een hoge mate van flexibiliteit. Zowel van alle betrokkenen als van organisaties en structuren. De ontwikkeling van de student vormt de rode draad waar begeleiding en curriculum zich als het ware omheen plooien. Uiteraard binnen landelijk gestelde normen en kaders. Met het oog daarop zijn diverse instrumenten voor begeleiding en evaluatie ontwikkeld: de leercyclus, werken met een portfolio, een kennisstructuur en een prestatieregister.
‘Kinderen zijn gewend te werken met hele snelle communicatiemiddelen. Ze msn-en, sms-en, speuren razendsnel het internet af op informatie die zij interessant vinden. Ze zijn gewend op drie schermen tegelijk bezig te zijn en tussendoor nog even te bellen of televisie te kijken. Dan is wat wij op school bieden wel erg saai en traag. Christa Thoolen, rector Thorbecke VO en lid stuurgroep Samenscholing.nu, nieuwsbrief 2/2005
1 Opleidingsconcept Het resultaat is het volgende totaalplaatje:
Opleidingsconcept Curriculum
Financiën
Begeleiding
Leeromgeving
Integraal werken aan alle aandachtsgebieden bleek meermaals een zware inspanning voor alle betrokkenen. Vooral ook omdat ontwikkelen en uitvoeren tegelijkertijd plaatsvonden. Er is behoefte aan duidelijke patronen en vaste routine om de waan van de dag het hoofd te kunnen bieden. Dat verhoudt zich slecht met het flexibiliseren, het losmaken van structuren. En juist dát was nodig om ruimte te scheppen voor het ontwerpen van deze nieuwe opleiding. Er komen studenten op school. Wat moeten zij hier gaan leren? Wie gaat hen begeleiden en hoe? Wat heeft deze school hen te bieden? Hoe betalen we dat? Pasklare oplossingen waren er niet. Scholen en opleiding hadden elkaar nodig om een antwoord te vinden op deze vragen en hun wederzijdse rol nader te bepalen. Structureel overleg, transparant werken, voortdurende reflectie op de voortgang en een open, proactieve houding van zowel projectmedewerkers als van studenten - die allesbehalve in een gespreid bedje terechtkwamen! – waren en zijn onmisbaar bij dit project. Evenals de bereidheid gezamenlijk in het diepe te duiken en verantwoordelijkheid te nemen voor het welslagen van de missie.
10
Overzichtsboek Samenscholing.nu
Sturing
Personeelsbeleid
‘We leven in een tijdperk waarin het individu centraal staat en de computer de grootste communicator dreigt te worden. Taalarmoede en sociale armoede dreigen. Dat los je niet op door in de les naar de rug van de leerling voor je te kijken. Leer ze samen te werken, samen te zoeken. Dat is heel belangrijk, juist nu.’ Wim Littooij, bestuursvoorzitter CVO en voorzitter van de stuurgroep Samenscholing.nu; nieuwsbrief 2 / 2005
0509
11
12
Overzichtsboek Samenscholing.nu
2 curriculum Curriculum
´Door mijn leeftijd en eigen kinderen (18 en 20 jaar) heb ik de nodige ervaring in het omgaan met pubers. Ook als docent vind ik het belangrijk om jongeren te begeleiden en klaar te stomen voor hun toekomstige rol in de samenleving. Pubers zitten nog een beetje tussen tafellaken en servet. Het zijn nog geen volwassenen maar ze zijn ook geen kind meer. Een lastige levensfase waarin veel gebeurt, zowel mentaal als fysiek. Ik vind het een enorme uitdaging hun ontwikkeling in goede banen te leiden én ze voor te bereiden op het vervolgonderwijs.’ Caroline Schenk, Lio-student nederlands 13
2 Curriculum De centrale vraag was: wat neem je mee in het curriculum? Met andere woorden: wat moeten docenten beheersen voor een professionele beroepsuitoefening en hoe laat je het curriculum optimaal aansluiten bij de wensen van het onderwijsveld? De Dublin-descriptoren (die algemene HBO-competenties beschrijven) en de landelijk geldende matrix (uitgangspunt in de wet BiO) vormen het officiële kader maar bieden onvoldoende houvast voor een concrete beschrijving van het curriculum. Daarom hebben de Samenscholing.nu-scholen aan deze abstracte competenties gedragsindicatoren toegevoegd (voorbeelden van gewenst gedrag). Dit zijn echter geen pasklare, af te vinken leerdoelen.
Het curriculum van de Samenscholing. nu-student is van meet af aan een complexe kwestie geweest. De methode van competentiegericht leren gaat vooral uit van de leerbehoefte en de individuele ontwikkeling van de student zelf. Maar heeft hij dan aan het einde van de rit wel voldoende bagage die hem kwalificeert voor het docentschap? Hoe koppel je de ervaringen die studenten in de praktijk opdoen aan de kennis en competenties waarover ze moeten beschikken? En wat is hierbij het aandeel van de scholen en van de opleiding?
Bij de invulling van het curriculum speelt zowel de Rotterdamse context als de wens tot vernieuwend onderwijs een rol. Samenscholing.nu-studenten moeten nu en in de toekomst een bijdrage kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van het onderwijs. In de laatste jaren van de opleiding verdiept de student zich in de domeinen taal, zorg of onderwijsontwikkeling. Een ander aspect van het curriculum is dat studenten hun persoonlijkheid als docent moeten kunnen ontwikkelen. Bij het geven van onderwijs gaat het immers niet alleen om vakinhoudelijke kennis en didactische vaardigheden maar ook om het ten volle benutten van je kwaliteiten als persoon. De belangrijkste winst die er met het project Samenscholing.nu is geboekt, is de omslag in het curriculum naar het docentschap. Samenscholing.nu leidt op tot docenten die excelleren als docent en daarnaast uitblinken in een bepaald vakgebied.
Diversiteit De deelnemende scholen aan Samenscholing. nu leveren een divers onderwijsveld op. Tijdens hun opleiding komen studenten in aanraking met verschillende onderwijsvisies en scenario’s variërend
‘De samenwerking tussen VO-scholen en lerarenopleiding is heel vruchtbaar. Voorheen heerste toch een sfeer van ‘wij’ en ‘zij’. Het is goed om samen na te denken over wat studenten nodig hebben aan kennis en ervaring. Dat geeft meer evenwicht.’ Claire Ohlenschlager, docent lerarenopleiding, productgroep Engels, nieuwsbrief 2/2005
14
Overzichtsboek Samenscholing.nu
van redelijk traditioneel tot vernieuwend. De vraag rijst dan; over welke tweedegraads beroepspraktijk hebben we het eigenlijk? In het havo/vwo is er bijvoorbeeld een meer kennisgerichte benadering, binnen het vmbo is er juist een sterke pedagogische invalshoek. Het wettelijke kader geeft geen mogelijkheid tot specialisatie maar leidt op tot een algemene tweedegraadsbevoegdheid. Wel is het mogelijk te differentiëren naar drie bestaande profileringen: vakinhoudelijke verdieping, beroepspraktijkvorming of zorgontwikkeling. Daarbij geldt de tweedegraadsbevoegdheid officieel voor een bepaald vak terwijl de onderwijspraktijk neigt naar een ontwikkeling richting leergebieden. In dit licht is binnen Samenscholing.nu gekozen voor een model waarbij studenten breed beginnen en in een later stadium verdiepen tot een bepaald vakgebied/ profiel.
Rotterdams profiel Het werd al eerder gezegd: onderwijs geven in Rotterdam vraagt - naast het basisprofiel - om specifieke kwaliteiten. Omgaan met een enorme diversiteit aan allochtone groepen, continue aandacht voor taalontwikkeling, relatief veel leerlingen in het vmbo (en dan vooral in de lagere leerwegen), voorkomen van vroegtijdige schooluitval… Kortom, een opeenstapeling van grootstedelijke problematiek. En tegelijkertijd een ongekende uitdaging voor het onderwijs om alle leerlingen de kansen te geven die ze verdienen. In deze setting zijn er drie specifieke aandachtsvelden:
• Zorg: Iedere docent moet problemen kunnen signaleren en herkennen of deze van onderwijskundige aard zijn of een andere oorzaak hebben. Scholen moeten een visie ontwikkelen hoe om te gaan met deze zorgkinderen; zelf zorg bieden of samenwerking met zorgpartners? • Taal: Elke docent is ook taaldocent. Naast taalgerichte vakdidactiek gaat het om vakgerichte taaldidactiek. Iedere docent draagt bij aan het ontwikkelen van taalvaardigheid, uitdrukkingsvaardigheid en de opbouw van een grote woordenschat. • Onderwijsontwikkeling: In een Rotterdamse setting worden er bijzonder hoge eisen gesteld aan de brug die het onderwijs moet slaan naar de leefwereld van kinderen. De leefomgeving is de leeromgeving. De docent moet zijn vak dichtbij de leerling kunnen brengen. Het onderwijs is dialooggestuurd. Dat veronderstelt didactische flexibiliteit en het vermogen zelf de inhoud en de werkwijze van het onderwijs te bepalen.
‘Het prestatieregister helpt de duale student om systematisch in de school aan de opleiding te werken’. Stephan Rothuizen, Begeleider op School Melanchthon, bij de uitreiking van het werkboek, juni 2008.
15
2 Curriculum Kwaliteit en ontwikkelingsvrijheid
Bezoek staatssecretaris Op 21 januari 2007 bezoekt staatsecretaris Marja Van Bijsterveld het project samenscholing.nu op het Comenius College, een van de 12 opleidingsscholen. Het is een bezoek in het kader van het actieplan Leerkracht van Nederland’ dat het ministerie van OCW in 2007 lanceerde om het dreigende lerarentekort aan te pakken. Een dag later meldt de Volkskrant dat de staatsecretaris wil dat hogescholen vaker lerarenopleidingen aanbieden waarin de student tijdens de opleiding al voor de klas staat. Volgens van Bijsterveldt zijn studenten in een duaal leertraject zekerder van zichzelf en weten zij beter wat het vak inhoudt door de ervaring die ze in de praktijk opdoen.
Een van de uitgangspunten van Samenscholing. nu is dat de student zijn eigen ontwikkeling stuurt. Tegelijkertijd garandeert het concept dat de opleiding aan alle inhoudelijke kwaliteitseisen voldoet. Het opleidingstraject is dan ook voor een groot deel vraaggestuurd: de student bepaalt hoe en hoe snel hij het traject doorloopt op weg naar een steeds betere beheersing van de competenties. Dit doet de student eerst onder begeleiding maar in toenemende mate zelfstandig. Het opleidingstraject is voor een deel ook aanbodgestuurd. Aanbodgestuurde activiteiten zijn vooral kenniselementen binnen een bepaald vak- of leergebied.
Rolverdeling De lerarenopleiding richt zich primair op de onderdelen van het curriculum die behoren bij het vak- of leergebied en de daarbij horende didactiek. De opleidingsschool concentreert zich op het bieden van een leeromgeving waarin de student de benodigde competenties kan ontwikkelen en op de begeleiding daarbij.
Prestaties De lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam en de deelnemende VO-scholen hebben vier jaar lang intensief samengewerkt om het curriculum te ontwikkelen. Deze langdurige samenwerking heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het dichten van de kloof tussen opleiding en school of praktijk. Bij de start van het project zijn er zes ontwikkelgroepen aan de slag gegaan om het bestaande curriculum voor duale studenten te bestuderen en met voorstellen te komen waar dit aan te passen.
‘In alle situaties waarin we taal gebruiken, is het vak Nederlands aan de orde. Je daar bewust van worden en letten op verschillen, levert al een mooie prestatie op. Wat voor taal gebruiken leerlingen onderling? Hoe spreken docenten met leerlingen? Hoe spreken zij met elkaar? En kun je vanuit die verschillen iets zeggen over de impact die taal heeft op rollen en posities? Zo’n prestatie heeft te maken met de omslag van student naar docent.’ Nelleke de Puit, docent lerarenopleiding, productgroep Nederlands, nieuwsbrief 2/2005
16
Overzichtsboek Samenscholing.nu
Vijf groepen richtten zich op de vakken: Nederlands, Engels en Wiskunde, de leergebieden Mens & Natuur en Mens & Maatschappij. Eén ontwikkelgroep richtte zich op een nadere beschrijving van vakoverstijgende competenties. Iedere ontwikkelgroep bestond uit docenten van deelnemende VO-scholen en lerarenopleiding. Daarnaast ontwikkelden de groepen competentiegerichte opdrachten (prestaties) voor duale studenten. Het resultaat – zo’n 320 prestaties – is geordend in het prestatieregister www.prestatieregister.nl. Met een prestatie kan de student de ontwikkeling van zijn competenties sturen.Prestaties zijn gekoppeld aan competenties. Zij vormen de brug tussen het curriculum van de lerarenopleiding en de praktijk van de opleidingsschool. Inmiddels wordt het prestatieregister ook structureel ingezet bij andere opleidingsvarianten.
‘Er is een behoorlijke overlap tussen de vakken en het is de kunst die zichtbaar te maken en daar wat mee te doen. Uiteindelijk leidt dat tot meer verdieping en blijft er meer tijd over voor projecten en andere werkvormen. Zo kun je leerlingen meer meegeven dan kennis. Maar je moet er wel voor waken dat de huidige kennisdoelen behouden blijven.’ Monique Taytelbaum, docent Comenius College, productgroep Mens & Natuur, nieuwsbrief 3/2006
Kennisstructuur in samenhang
‘Docenten zullen steeds vaker leermethoden zelf invullen en verder ontwikkelen. Het is de ontwikkeling van ‘lesgeven’ naar ‘onderwijs maken.’ Herman Hermans, projectleiding, nieuwsbrief 2/2005
De samenwerking in de productgroepen was dan wel inspirerend, makkelijk was het niet. De deelnemers vonden het lastig grip te krijgen op de kennisbasis van de opleiding. Waar het met name aan ontbrak was een structureel denkkader met een visie op het vak- en leergebied en een inventaris van de daarbij behorende kennis en vaardigheden. Een oplossing van dit probleem is gevonden in het ontwikkelen van een kennisstructuur uitgewerkt naar de verschillende vak/ leergebieden. Deze kennisstructuur is door Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) en de projectleiding van Samenscholing.nu opgesteld in de vorm van kennisposters. Er zijn kennisposters voor Nederlands, Engels, Wiskunde, Mens en Maatschappij en Mens en Natuur. Er is een aparte kennisposter voor het docentschap, met een uitwerking van de zeven competenties. Deze competenties staan centraal in het curriculum van de lerarenopleiding. Als metafoor is gekozen voor portaalkranen in de Rotterdamse containerhaven. Aan de kraan hangt aan de ene kant de visie als contragewicht en aan de andere kant containers met hoofddossiers, sleutelbegrippen en -vaardigheden. De posters worden door zowel vakdocenten van de lerarenopleiding als van de opleidingsscholen gebruikt. Is het niet als houvast bij de optimalisatie van het curriculum dan wel om te discussiëren over de inhoud.
17
18
Overzichtsboek Samenscholing.nu
3 Begeleiding ‘Je bent als docent continu bezig verschillende rollen aan te nemen. Soms ben je aan het opvoeden, op andere momenten de onderwijzer en weer op andere momenten een persoon waarmee gelachen of gehuild kan worden. Toch moet je bij al deze rollen jezelf blijven, een leerling heeft snel genoeg door of je het meent of maar een toneelstukje opvoert. Jezelf blijven binnen het onderwijs en toch de leerling in verschillende rollen kunnen benaderen zal altijd een uitdaging blijven.’ Anton Nieuwkoop, Lio-student geschiedenis
19
3 Begeleiding Er is fors geïnvesteerd in een professionaliseringstraject voor begeleiders. Zij hebben een trainingsprogramma doorlopen waarbij ze een vergelijkbare leercyclus doorlopen als de studenten die zij begeleiden. Deelnemers leren bijvoorbeeld hoe te werken met een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP), een leerwerkplan, een portfolio en hun reflecterend vermogen effectief te mobiliseren.
Begeleidingsstructuur
De professionaliteit van de begeleiding is een belangrijke waarborg voor de kwaliteit van duaal opleiden. Lerarenopleiding en opleidingsscholen dragen hierbij een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Gedurende de vijf projectjaren van Samenscholing.nu is er hard aan getrokken om heldere antwoorden te formuleren op de volgende vragen: Wie begeleidt de student bij wat? Wat moeten de begeleiders daarvoor in huis hebben? En, hoe verloopt de communicatie tussen de bij de begeleiding betrokken medewerkers? In de loop van het project zijn er bindende afspraken gemaakt over de structuur, de organisatie en de kwaliteit van de begeleiding en over de instrumenten die daarbij worden gebruikt.
Begeleiding en de ontwikkeling van de student kunnen niet los van elkaar gezien worden. Uitgangspunt is immers dat de begeleiding zich om de ontwikkeling van de student heen plooit. De student stuurt zoveel mogelijk zijn eigen ontwikkeling binnen de kaders van de competenties - op weg naar een zelfstandig opererende professional. Een docent die zijn handelen kan verantwoorden en zichzelf kan verbeteren. Ontwikkeling vindt niet toevallig en in het wilde weg plaats. Althans, niet alleen. De student stuurt zijn ontwikkeling doelbewust naar een steeds hoger plan. De leercyclus is daarbij een belangrijk instrument. De leercyclus van de student bestaat grofweg uit het opstellen van een leerwerkplan waarmee hij aan zijn Persoonlijke OntwikkelingsPlan (POP) werkt, de uitvoering van dat plan en de reflectie daarop. De reflectie is uitermate belangrijk in het ontwikkelingsproces van de student en vindt op verschillende abstractieniveaus plaats: van reflectie on the spot (Wat gebeurt er hier en nu?) tot metareflectie (Wat leer ik van die reflectie?). Elke stap vooruit in de leercyclus roept weer nieuwe leervragen op. En dat houdt het leerproces in beweging. De begeleiders begeleiden de student bij de doelgerichtheid en efficiëntie van zijn leerproces.
‘De ontwikkeling van docent naar coach is essentieel binnen Samenscholing.nu. Ook in het contact met de leerling worden docenten steeds meer coach. Met deze professionaliseringsslag kan die trend een duwtje krijgen.’ Jaap van der Elst, opleider en trainer lerarenopleiding Hogeschool Rotterdam, nieuwsbrief april 2006
20
Overzichtsboek Samenscholing.nu
Portfolio De student legt de bewijsstukken van zijn ontwikkeling vast in een portfolio. Bewijsstukken zijn bijvoorbeeld verslagen, lessenseries, foto’s en powerpoint presentaties. Er zijn twee soorten portfolio’s. Het ontwikkelingsportfolio is een verzameling van relevant materiaal dat de student heeft gebruikt of gemaakt en dat zijn ontwikkeling zichtbaar maakt. De student bouwt aan dit portfolio in samenspraak met zijn begeleiders op de school en in de opleiding. Het assessmentportfolio is een selectie uit het ontwikkelingsportfolio. Hiermee toont de student aan welke concrete groei hij heeft doorgemaakt in de beheersing van zijn competenties. Het gaat hierbij per definitie om integrale groei. Bij competent handelen zijn vrijwel altijd meerdere competenties in het spel, naast vaardigheden, kennis en houding. Het assessmentportfolio is een instrument bij de formele beoordeling van de ontwikkeling van de student.
• Docenten van de helpdesk Een speciale rol is weggelegd voor de helpdesk van de lerarenopleiding: hier kan de student terecht met concrete vragen over vakinhoud en vakdidactiek. • Regiomanager Deze bewaakt de kwaliteit van de begeleiding in een cluster van opleidingsscholen en wordt daarin bijgestaan door een team van Begeleiders in School (BiS).
Vanuit de school heeft de student te maken met de: • Werkplekcoach Iedere student heeft een werkplekcoach op school. Deze ondersteunt de student bij het vertalen van het POP naar een leerwerkplan, bij de uitvoering daarvan en bij de reflectie daarop.
• Begeleider op School (BoS)
De rolverdeling In de loop van het project zijn er vijf begeleidingsfuncties ontwikkeld en deze zijn in de praktijk nader uitgekristalliseerd. Vanuit de opleiding heeft de student te maken met de: • Begeleider in School (BiS) Iedere student heeft een BiS op de opleiding. En aan iedere deelnemende school is een BiS verbonden die structureel overlegt met de student en zijn coach. De BiS geeft de student individuele begeleiding en begeleiding in de tutorgroep en stelt samen met de student het POP op.
De BoS stuurt alle werkplekcoaches op de school aan en onderhoudt de relatie met de BiS en regiomanager van de lerarenopleiding.
‘Voor een professionele begeleiding moeten docenten opnieuw nadenken over hun eigen competenties.’ Wim Littooij, voorzitter CVO, Rotterdam, bij de uitreiking van het werkboek, juni 2008
21
3 Begeleiding Belangrijk is dat de bij de begeleiding betrokken medewerkers niet in het luchtledige opereren. De functies en werkzaamheden moeten stevig zijn ingebed in zowel het beleid als de organisatie van de scholen en lerarenopleiding. Samen opleiden betekent samen verantwoordelijkheid nemen in het begeleiden van de student. Dat vraagt ook om heldere communicatielijnen tussen alle betrokkenen en structureel overleg.
Kwaliteit en professionalisering Begeleiding van studenten is een vak apart. Het is daarom van belang dat een medewerker bewust kiest voor deze (neven)functie en zich kwalificeert als coach. School en opleiding investeren samen in de kwaliteit van de begeleiding en hebben competentiebeschrijvingen voor de verschillende begeleiders ontwikkeld.
‘ De coach moet natuurlijk van de hoed en de rand weten als het over het portfolio gaat. Hij kijkt mee met de student en moet er ook akkoord op geven. We zijn samen verantwoordelijk voor dit opleidingstraject. Wel denk ik dat de lerarenopleiding een voortrekkersrol heeft als het om de begeleiding bij het portfolio gaat. Wij zijn per slot eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de opleiding. Daar worden we ook op afgerekend.’ Peter la Fleur, ambassadeur (tegenwoordig regiomanager Rotterdam) lerarenopleiding; Hogeschool Rotterdam nieuwsbrief 1/2007
22
Overzichtsboek Samenscholing.nu
‘Dat niet alles vooraf in detail is uitgewerkt maar dat je gaat bijstellen als je ergens tegenaan loopt, past bij het uitgangspunt van competentiegericht leren; een uitgangspunt dat tevens voor de begeleiders geldt. De lerende is eigenaar van zijn leerproces. Teveel willen regelen staat haaks op de cultuur van Samenscholing.nu.’ Gert Kruit, begeleider op school (BoS) bij het Citycollege St. Franciscus; nieuwsbrief 1/2007
Met de start van Samenscholing.nu is de lerarenopleiding een trainingsprogramma voor coaches gestart. De training is opgezet analoog aan het leerproces van de student. Gedurende de training leren de begeleiders coachingsvaardigheden. Hierbij komen verschillende aspecten van het coachen aan de orde: Hoe leer ik een student reflecteren? Hoe daag ik hem uit? Hoe ga ik om met weerstand? Hoe creëer ik een effectieve leeromgeving? Hoe bied ik de student voldoende veiligheid? Belangrijk is dat begeleiders leren inzien wanneer werksituaties leermomenten zijn en hoe deze optimaal te benutten. Studenten moeten daarbij de ruimte krijgen om hun eigen manier te vinden. In het onderwijs kun je dezelfde dingen immers op verschillende manieren goed doen. Dat vraagt een hoge mate van flexibiliteit van de coach. Daarnaast maakt de coach intensief kennis met begeleidingsinstrumenten zoals de leercyclus, het portfolio en het prestatieregister. Ook leert de begeleider hoe het traject van Samenscholing.nu en de begeleidingssystematiek in elkaar zit.
24
Overzichtsboek Samenscholing.nu
4 De de Leeromgeving
´Het contact met de leerling en het zorgen voor een goede, veilige en gezellige sfeer op school. Dat zijn voor mij de belangrijkste aspecten van het docentenvak. Zowel tijdens als buiten de lessen is het contact met de leerling belangrijk. En het maakt niet uit of het daarbij over de les, over aardrijkskunde, over problemen of juist om een gezellig kletspraatje gaat. Een goed contact met je leerlingen is de eerste, cruciale stap naar een goede docent. Bij mij gaat dat vanzelf omdat ik écht geïnteresseerd ben ik mijn leerlingen. Het docentschap is een beetje mijn ´roeping´. Annika Wijnbergen, Lio-student aardrijkskunde 25
4 De Leeromgeving Scholen zijn in ontwikkeling Het onderwijs is in ontwikkeling en scholen ontwikkelen op hun eigen wijze en in hun eigen tempo mee. Onderwijsvernieuwing kent daardoor vele verschijningsvormen. Dat is ook duidelijk zichtbaar bij de VO-scholen die participeren in het Samenscholing. nu-traject. Voor de studenten biedt de grote variatie aan leeromgevingen een rijke voedingsbodem voor hun ontwikkeling tot docent. Tegelijkertijd is het lastig om grip te krijgen op deze variatie, om verschillen te kunnen herkennen als manifestaties van een ontwikkeling die in grote lijnen op vrijwel alle scholen plaatsvindt.
Samenscholing.nu slaat een brug tussen onderwijspraktijk en opleiding. Bij duaal leren is de praktijk immers een essentieel onderdeel van de opleiding. Het principe van duaal opleiden berust dan ook op the best of both worlds waarbij VO-scholen en lerarenopleiding vanuit hun eigen kracht samenwerken. De vraag is echter hoe de VO-school - waar de core bussiness het opleiden van leerlingen voor vervolgonderwijs is - een leerplek wordt waar studenten zich effectief kunnen ontwikkelen tot bekwame docenten? Hoe bereidt de opleiding studenten voor op de grote variatie aan Rotterdamse schoolcontexten? Hoe leert de student verschillen in de leeromgeving herkennen en benutten? En - last but not least - hoe verhouden VO-scholen en lerarenopleiding zich als de werkplek een leerplek wordt voor studenten?
De ambitie van Samenscholing.nu is om studenten op te leiden voor het onderwijs van morgen. Zij moeten niet alleen adequaat leren functioneren in het hier en nu maar ook basiskwaliteiten ontwikkelen om bij te dragen aan het continue proces van onderwijsvernieuwing. In het begin zijn de studenten waarschijnlijk vooral gericht op de dagelijkse onderwijsactiviteiten en zich nog niet bewust van het grotere geheel. Gaandeweg moeten zij echter leren zien welke ontwikkelingen schuil gaan achter die dagelijkse schoolpraktijk en welke inzichten, overwegingen en keuzes daar aan ten grondslag liggen. Om de studenten te helpen verschillende aspecten van schoolontwikkeling te herkennen, is er binnen het project Samenscholing.nu een referentiekader ontwikkeld waarmee studenten verschillen tussen opleidingsscholen kunnen typeren.
Referentiekader De vier scenario’s die door de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming in 2003 zijn beschreven, geven enig houvast. In de praktijk is er echter vaak sprake van een mix van scenario-onderdelen en dat maakt het voor studenten weer lastig grip te krijgen op het ontwikkelingsproces in de school. Ter verduidelijking van de scenario’s zijn er twee bewegingen te onderscheiden waarlangs schoolontwikkeling plaatsvindt:
‘De verschillen tussen scholen worden groter. Uit die diversiteit aan schoolcontexten haalt de student rijke leerervaringen.’ Willem Vonk, rector Citycollege St. Franciscus en lid stuurgroep, bij de uitreiking van het werkboek juni 2008
26
Overzichtsboek Samenscholing.nu
Aanbodsturing Scenario 1 Afstemming in de vakken
Scenario 2 Kennis en vaardigheden in projecten
Klassiek kennisbegrip
Breed kennisbegrip
Scenario 3 Ruimte voor verschillen in leergebieden
Scenario 4 De leerling leert zelf verantwoordelijk te nemen Vraagsturing
Schema beweging en posities van schoolontwikkeling
1. Het onderwijs verandert van kennisgericht naar een combinatie van kennis en competentiegericht. Naast kennis komt er steeds meer aandacht voor (sociale) vaardigheden, praktische toepassingen, meningen, morele overtuigingen en ervaringskennis. 2. Het onderwijs verschuift van aanbodgericht naar vraaggericht. Er komen meer vraaggerichte onderwijsvormen waarbij de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van leerlingen gestimuleerd wordt. Variatie in leeractiviteiten, nieuwe vormen van begeleiding, leren buiten de school en in verschillende groepen, zijn exponenten van vraaggericht onderwijs. Deze bewegingen zijn trouwens ook kenmerkend voor het opleidingsconcept van Samenscholing.nu. Ook studenten worden competentiegericht opgeleid met een sterke nadruk op het zelfsturende vermogen. In het volgende schema kunnen aan de hand van deze bewegingen die vier scenario’s worden ingepast. Op basis van dit schema kun je vervolgens kijken naar: • Het programma van de leerling (van vakgericht tot themaprojecten) • Rol van de docent (van individueel tot in teamverband) • Groepering (van klassen tot diverse groepssamenstellingen) • De tijd waarin wordt geleerd (van standaard lesuren tot variabele lestijd)
• De plek waar wordt geleerd (van in de klas tot buitenschools) Gedurende hun opleiding maken de studenten kennis met ten minste drie verschillende scholen/leeromgevingen.
‘Een echte scenario 4-school is Melanchthon Via in Rotterdam . We willen studenten van Samenscholing.nu zeker de kans geven een jaar mee te draaien in deze unieke omgeving. Er wordt bij Via niet alleen gewerkt volgens de nieuwste onderwijsmethoden, ook is alles daarop ingericht. Dus geen klaslokalen meer maar volop ruimte om in groepjes te werken, stilteplekken om je te concentreren en een huiskamer om te ontspannen. Kortom, een inspirerende leeromgeving voor iedere duale student.’ Stephan Rothuizen, Begeleider op School Melanchthon, nieuwsbrief april 2007
27
4 De Leeromgeving
Blik op de schoolomgeving In 2007 gaan de tweede- en derdejaars Samenscholing.nu-studenten aan de slag met de prestatie: ‘Breng je leeromgeving in beeld. De prestatie moet een kort filmpje opleveren over de ontwikkeling op hun school. Doel is de student inzicht geven in de belangrijkste aspecten van schoolontwikkeling. Weken werken de studenten aan het filmpje over hun leeromgeving. Ze volgen een workshop over schoolontwikkeling en een over filmtechniek. Ze schrijven een draaiboek en een kijkwijzer. Het resultaat toont een enorme diversiteit aan leerplekken. Maar het is niet alleen het resultaat dat telt. Belangrijker blijkt het proces dat de studenten doorlopen bij het maken van de film waarbij ze leren met een andere blik naar hun school te kijken. Wat gebeurt er zoal op die school? Welke onzichtbare processen spelen zich achter de schermen af? Hoe ervaren leerlingen hun school en hoe ziet de organisatie eruit vanuit het perspectief van de docenten? Op 16 januari 2008 vindt de grand final plaats met een presentatie van 12 filmpjes in een bomvolle zaal van Groothandelsgebouw. Een uniek moment in de geschiedenis van Samenscholing. nu. Naast eerste-, tweede- en derdejaarsstudenten is een groot deel van de bij het project betrokken medewerkers van de partij. Van coaches en tutoren tot schooldirecties en vertegenwoordigers van schoolbesturen.
Projecten Veel opleidingsscholen binnen Samenscholing.nu laten leerlingen een deel van de tijd in projecten werken. Maar het ene project is het andere niet. De manier waarop projecten zijn vormgegeven op een school en zijn ingebed in de dagelijkse onderwijspraktijk verschilt van school tot school. Projecten zijn daarom goede casussen om de schoolontwikkeling
28
Overzichtsboek Samenscholing.nu
mee te typeren. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld binnen het vak geschiedenis aandacht besteden aan het project WOII onder begeleiding van de vakdocent. Het kan ook dat een verticale leerlingengroep aan thema’s werkt waarbij de grenzen tussen de vakken verdwenen zijn en de begeleiding in handen is van een docententeam. Om maar eens twee uitersten te noemen.
Hoe het project er aan ‘de voorkant’ uitziet heeft ook gevolgen voor hoe het aan ‘de achterkant’ is georganiseerd. Hoe werken docenten samen in projecten? Hoe is het project georganiseerd in de school? Hoe past het in het onderwijsprogramma?
De student als innovator Het maakt niet uit in welke ontwikkelingsfase de opleidingsschool precies zit, zolang de school maar actief aan schoolontwikkeling werkt en hier bewust en transparant mee om gaat. Het is voor de student belangrijk om kennis te maken met de dynamiek van schoolontwikkeling en in alle openheid vragen te stellen over de keuzes die de school hierbij maakt. De school wordt een opleidingsschool als de student ruimte krijgt om ervaringen op te doen met het ontwerpen, ontwikkelen en uitvoeren van onderwijs. Het is daarom van belang dat de student een volwaardige plaats als collega-in-opleiding heeft binnen de schoolorganisatie. De aanwezigheid van Samenscholing.nu-studenten kan dan zelfs een impuls zijn voor de ontwikkeling van de school. Immers, de komst van een aantal nieuwe collega’s in opleiding brengt een hele schoolorganisatie in beweging. Wat gaan ze doen, wie gaat ze begeleiden, hoe organiseren we dat? Bovendien komen de studenten gedurende hun opleiding in aanraking met verschillende onderwijsvormen, onderwijsinhoud en didactiek en nemen ze de nieuwe ideeën mee in de school. Zij werken samen met docenten aan het (her)ontwerpen en ontwikkelen van onderwijs.
Dat alles is een extra prikkel voor opleidingsscholen. Zo werken zij actief mee aan het opleiden van docenten voor morgen. De lerarenopleiding is hierbij een expertisecentrum die de studenten voorbereidt op verschillende schoolcontexten. Vanuit die rol is er aandacht voor schoolontwikkeling, scenario’s, verschillende rollen van docenten in verschillende onderwijsmodellen, werken met diverse groepen, binnen verschillende leertijden en op wisselende leerplekken.
‘Landelijk bestaat er geen overeenstemming over wat een scenario 3school is. Vaste lessystemen maken plaats voor flexibel onderwijs. Langs deze lijn ontwikkelen scholen zich asynchroon. Dat wil zeggen, ze gaan niet op alle fronten even snel. En ze doen het allemaal op hun eigen manier. Dat levert dus die enorme variatie aan verschijningsvormen op, en dat zie je ook terug op de Samenscholing.nu-scholen.’ Uit het onderzoek ‘stilstaan bij voortgang’, nieuwsbrief april 2007
29
‘Leerlingen iets mee geven voor later, niet alleen op het gebied van Nederlands, maar ook in algemeen maatschappelijke zin. Dát vind ik belangrijk. Scholen spelen nu eenmaal een belangrijke rol bij de opvoeding van kinderen en ik hoop daar op een positieve manier aan bij te dragen en dat ze later nog eens met een lach aan mij terug denken. Ik heb daarbij nooit het gevoel gehad dat ik een kunstje moest leren en dat uitvoeren. Ik handel vanuit mijn intuïtie en dat pakt altijd goed uit. Ze zeggen wel eens: wie de schoen past, trekt hem aan. Ik denk dat onderwijs mijn schoen is.’ Stefanie Pattipeiluhu, Lio-student nederlands 30
Overzichtsboek Samenscholing.nu
5 Personeelsbeleid personeelsbeleid
31
5 Personeelsbeleid Waarom meedoen? De vraag waarmee het allemaal begint is: waarom wil de school een opleidingsschool zijn? De ervaring met Samenscholing.nu leert dat er door de bank genomen vier beweegredenen kunnen zijn:
Een duale student is geen stagiair maar een medewerker met een (tijdelijk) arbeidscontract. De student moet geworven, geselecteerd en geplaatst worden. Dat confronteert de opleidingsschool met vragen als: wat hebben wij deze werknemerstudent te bieden en wat mogen we van hem/haar verwachten? Welke taken kunnen we bij zo’n functie onderbrengen en zijn die wel leerzaam genoeg? Waar plaatsen we zo’n medewerker in ons functiebouwwerk? En hoe organiseren we de begeleiding van deze collega’sin-opleiding binnen ons personeelsbeleid?
1. een kwantitatieve behoefte. Vrijwel alle scholen worstelen met een (dreigend) tekort aan bevoegd personeel. In die context bekijken zij of en hoe bepaalde onderwijstaken uitgevoerd kunnen worden door (nog) niet bevoegde medewerkers. Bijvoorbeeld door duale studenten. 2. een kwalitatieve behoefte. Door Samenscholing. nu-studenten in huis te halen krijgt de school invloed op de inhoud van de opleiding. De samenwerking met de lerarenopleiding geeft scholen de mogelijkheid die kwaliteiten kweken waaraan de onderwijspraktijk behoefte heeft. 3. behoefte aan variatie: Door duale studenten in huis te halen komt er meer differentiatie in de leeftijdsopbouw van het docententeam. Maar dat niet alleen: een duale student brengt frisse ideeën mee en zorgt voor een innovatieve wind. Voor veel scholen is dat een impuls om te werken aan schoolontwikkeling. 4. behoefte aan diversiteit: Samenscholing.nu leidt studenten op voor de Rotterdamse onderwijsmarkt die een zeer divers karakter heeft. De studenten maken uitgebreid kennis met deze diversiteit en zijn aan het eind van de rit inzetbaar over de volle breedte van het Rotterdamse onderwijsveld. Bovendien kunnen de scholen tijdens de opleiding onderzoeken of er een klik is met een bepaalde student.
Van school tot opleidingsschool Wil een school participeren in het opleidingstraject van Samenscholing.nu dan vraagt dat om een aanpassing binnen de personele organisatie. Niet alleen om de studenten op een goede manier in te passen maar ook om de student de begeleiding te
Samenscholing.nu. Dat is werken en leren tegelijk en meteen het eerste jaar gaan verdienen. En dat is ook een laptop krijgen. Toch blijkt dat voor geen van de studenten een reden te zijn om voor deze opleidingsvariant te kiezen. Wel is het een aardige bijkomstigheid. In nieuwsbrief december 2006
32
Overzichtsboek Samenscholing.nu
kunnen bieden die hij nodig heeft. Werken met duale studenten vergt een professionele begeleidingsstructuur. Een opleidingsschool moet medewerkers vrijmaken voor begeleidingstaken en ervoor zorgen dat deze medewerkers kwalitatief zijn toegerust voor het coachen van studenten. Het is belangrijk de functies van student, coach en BoS te benoemen in het functiebouwwerk. Op die manier zijn de taken en functies geformaliseerd en dit dwingt de school hier serieus mee om te gaan. Het invoeren van een dergelijke vorm van functiedifferentiatie vergroot bovendien de horizontale carrièremogelijkheden binnen de school. Scholen die hun opleidingstaak op deze manier integreren in het personeelsbeleid zetten de aanwezige begeleidingscapaciteit vaak breder in. Bijvoorbeeld voor het begeleiden van nieuwe docenten of docenten die het moeilijk hebben. Een aspect waar de school zeker ook rekening mee moet houden, is dat er in het functiebouwwerk ruimte is voor inschaling van duale studenten op verschillende niveaus (bijvoorbeeld assisterend en basis). De studenten groeien immers gedurende hun opleiding in verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Het prestatieregister biedt een goed houvast bij de vraag welke taken de student in welke fase van zijn ontwikkeling kan uitvoeren op de school. Het vinden van de juiste balans tussen de student effectief inzetten als werknemer en hem de ruimte en faciliteiten te bieden om te leren, was voor de meeste scholen een hele zoektocht. Gedeeltelijk is dat een aangelegenheid waar elke school zijn eigen weg in moet vinden. Maar het is ook belangrijk dat de deelnemende scholen
zich houden aan de algemene uitgangspunten van de leerarbeidsovereenkomst, inschaling en overige arbeidsvoorwaarden. Dat schept helderheid voor alle betrokken partijen.
Van werving tot benoeming De VO-scholen spelen zelf een actieve rol in het werven van potentiële kandidaten voor het opleidingstraject van Samenscholing.nu. Zij kunnen in eigen vijver vissen, wervingscampagnes initiëren en hun eigen netwerken mobiliseren. Uiteraard heeft de lerarenopleiding eveneens een belangrijke taak bij het werven van nieuwe studenten.
‘De leerwerkovereenkomst en de plek op de loonlijst zorgen ervoor dat ik er bij hoor en ik de wederzijdse verantwoordelijkheden ken.’ Student Wiskunde, bij uitreiking werkboek juni 2008
33
5 Personeelsbeleid Studenten die kiezen voor de lerarenopleiding doorlopen een introductieprogramma. Tijdens dit programma maken zij kennis met het duale traject. Geïnteresseerden stellen een cv op, schrijven een motivatie en een zelfportret. Vervolgens worden zij al dan niet geselecteerd voor het duale traject op basis van een intakegesprek. Belangrijke selectiecriteria zijn: communicatieve kwaliteiten, beheersing van de Nederlandse taal, proactieve houding en voldoende motivatie. Samenscholing.nu is geen opleiding voor passieve studenten die wachten op pasklare opdrachten. Het hele traject vraagt om studenten die actief en bewust bezig zijn met hun eigen ontwikkeling tot docent. Ook is duidelijk geworden dat de belasting van de Samenscholing.nu-student relatief hoog is ten opzichte van de reguliere voltijdse opleiding. Deze opleiding vraagt dus relatief veel van studenten. Daar staat tegenover dat het rendement van de opleiding relatief hoog is en de uitval relatief laag. Na selectie volgt het matchen met een opleidingsschool. Een lastig proces omdat er diverse wensen van verschillende partijen meewegen. Scholen en studenten kunnen hun wensen kenbaar maken en daarnaast gelden criteria als hoeveel coachkracht kan de school bieden en hoeveel werkplekken heeft de school. Een mogelijke match leidt tot een sollicitatiegesprek en, als de partijen dat overeenkomen, tot het tekenen van een leerarbeidsovereenkomst.
‘We hebben ontdekt dat veel studenten het gevaar lopen opgeslokt te worden door de drukte van alledag en alleen maar de dingen doen waar ze toch al goed in zijn. Om dat te voorkomen is een gedetailleerde leerlijn voor het docentschap en een online register met leertaken (prestaties) ontwikkeld. Er staan nu ruim 300 prestaties in, bedacht in samenwerking met de scholen en de opleiding. Door prestaties uit te voeren die passen bij jouw persoonlijke ontwikkelplan, kun je aantonen hoever je bent in de ontwikkeling van je competenties. We hopen dat studenten hiermee steeds meer in charge komen van hun eigen ontwikkeling.’ Luc Sluijsmans, projectleiding Samenscholing.nu, nieuwsbrief april 2009
Daarin staan de arbeidsvoorwaarden en rechten en plichten van de duale student. Na diplomering hebben de studenten een baangarantie bij een van de drie deelnemende schoolbesturen.
‘Door de student in verschillende scholen te laten werken, wordt de veelzijdigheid en de uitdagendheid van het (Rotterdamse) onderwijs ervaren, zodat de student van meerdere markten thuis is.’ Christa Thoolen, rector Thorbecke VO en lid stuurgroep, Rotterdam, bij de uitreiking van het werkboek juni 2008.
34
Overzichtsboek Samenscholing.nu
‘Als docent moet je het natuurlijk leuk vinden om met mensen te werken. Plezier in je werk, enthousiasme zijn onmisbaar in dit vak. Maar je moet ook duidelijk en consequent kunnen zijn. Je leerlingen laten zien waar de grenzen liggen. En ze binnen die grenzen vrijheid kunnen geven. Als je dat allemaal beheerst dan heb je als docent een solide basis. Persoonlijk vond ik het vrij lastig om dat onder de knie te krijgen. Weinig mensen hebben dat van nature in huis. Je leert van je ervaringen voor de klas en van de reflectie daarop. Binnen Samenscholing.nu heb ik daar ruimschoots de gelegenheid toe gehad.’ Gijsbert Kruit, Lio-student aardrijkskunde 36
Overzichtsboek Samenscholing.nu
6 Sturing sturing
37
6 Sturing Het bijeenhouden van het netwerk van de drie schoolbesturen en de lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam, bleek niet alleen lastig door de natuurlijke neiging om een eigen invulling te geven aan dat wat overeengekomen is. Ook wisselingen in het management in scholen en opleiding bemoeilijkte het samen optrekken, zeker in het begin. Dat zijn natuurlijk volstrekt logische gebeurtenissen in een samenwerkingsstructuur van dergelijke omvang en duur. Sturing bestaat voor een groot gedeelte uit het steeds opnieuw samen vaststellen van de koers, in contact blijven met elkaar, interpretaties toetsen en iedereen steeds opnieuw ‘bij de les’ houden.
Gesamtkunstwerk
Het sturen van een omvangrijk, meerjarig en complex project als Samenscholing.nu is geen eenvoudige klus. Dat zal niemand verbazen. Gedurende de vijf projectjaren bleek de grootste uitdaging te liggen in het gezamenlijk optrekken in een volhardend tempo en met eenzelfde doel voor ogen. Dat is gelukt dankzij de inspanning van alle betrokken partijen die, ondanks hun eigen perspectief en belang, de wil hadden om gericht te blijven op de gezamenlijke doelstelling: het opzetten van een duaal opleidingstraject waarbij scholen en opleiding samen verantwoordelijkheid nemen.
De duale opleiding wordt verzorgd binnen een netwerk van drie schoolbesturen BOOR, CVO en LMC (met ieder een viertal deelnemende opleidingsscholen) en de tweedegraads lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam. Dat is een bewuste keuze. Het netwerk staat garant voor diversiteit, capaciteit, investeringsvermogen, kwaliteit, richt zich op de Rotterdamse onderwijssituatie en deelt het zelfde belang: voldoende bevoegde en bekwame docenten voor het VO in Rotterdam. Maar elk voordeel brengt ook een nadeel mee, of liever een extra uitdaging: de VO-scholen verschillen onderling sterk van elkaar en de positie van de lerarenopleiding is anders dan die van de scholen. De lerarenopleiding is immers wettelijk eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de opleiding. Sturing is erop gericht dat scholen en opleiding hun eigen rol en verantwoordelijkheid vinden en nemen. Het gaat daarbij om de balans tussen het genereren van betrokkenheid en het regisseren van een ‘Gesamtkunstwerk’. Bij alle betrokken partijen hebben zich globaal drie processen afgespeeld (die nog steeds gaande zijn): een proces van vernieuwing, een organisatieproces en een motivatieproces.
‘Samen Opleiden kan niet zonder een optimaal partnership tussen de betrokken organisaties.’ Roel Vijn, rector Comenius College en lid stuurgroep, Capelle a/d IJssel bij uitgave werkboek juni 2008
38
Overzichtsboek Samenscholing.nu
De school is de eenheid van verandering. In de praktijk zie je dat scholen zich in een verschillend tempo ontwikkelen. Er moet in de aansturing ruimte zijn voor deze verschillen, zolang iedereen maar op de doelen georiënteerd blijven. Veel tijd hebben de betrokkenen geïnvesteerd in het motivatieproces en het organiseren van de samenwerking. Terugkijkend is Samenscholing.nu ook een aaneenschakeling geweest van themamiddagen, bijeenkomsten, overlegvormen en bezoeken over en weer.
Rollen en taken De aansturing van Samenscholing.nu vond en vindt plaats op drie niveaus: Strategisch Bij de start van het project is er een stuurgroep geformeerd bestaande uit vertegenwoordigers van de drie deelnemende schoolbesturen BOOR, CVO en LMC en de lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam. Leden van de stuurgroep zijn bestuursleden, de regiomanager en rectoren/directies. Hun taak is het op koers houden van het hele samenwerkingsverband. Zij sturen op grote lijnen vanuit een langetermijnperspectief. De besluitvorming in de stuurgroep is gebaseerd op gelijkwaardigheid van de vier partners. De directies van deelnemende scholen voorzien de stuurgroep van relevante informatie over het verloop van het proces in de scholen, en de knelpunten en kansen die zich voordoen.
De stuurgroep is tevens verantwoordelijk voor het werven en beheren van de financiële middelen, is gesprekspartner voor OC&W en de gemeente Rotterdam en stuurt de projectleiding aan. Een wat onderbelichte plek in de sturing is de laag van de locatiedirecteuren. De deelnemende scholen hebben bijna allemaal verschillende locaties die min of meer als zelfstandige eenheden opereren. In de praktijk bleek dat deze laag niet altijd tijdig en voldoende geïnformeerd te zijn over relevante ontwikkelingen. Een punt van aandacht voor de toekomst, want hun betrokkenheid is cruciaal voor de kwaliteit van het samen opleiden.
‘Samenscholing.nu is uitgegroeid tot een organieke structuur die met de inzet van velen al vier jaar lang draaiende wordt gehouden. Daar mogen we trots op zijn. En daarnaast hebben we ook nog eens kans gezien om een prestatieregister, een Rotterdams docentenprofiel, een nieuw curriculum en een uitgebreid werkboek te ontwikkelen.’ Wim Littooij, bestuursvoorzitter CVO en voorzitter van de stuurgroep Samenscholing.nu, nieuwsbrief april 2009
39
6 Sturing Tactisch Op tactisch niveau vormen de BoS en de BiS een belangrijke schakel tussen de deelnemende VOscholen en de lerarenopleiding. In de scholen wordt de opleiding meestal verzorgd door een docententeam dat verantwoordelijk is voor de coaching van de studenten. De BoS heeft hierin een overkoepelende functie en stuurt zowel het docententeam als het studententeam aan. Het is belangrijk dat de functie van BoS stevig verankerd is in de personele organisatie van de school. Hetzelfde geldt voor de BiS binnen de lerarenopleiding. Binnen de lerarenopleiding wordt Samenscholing.nu uitgevoerd door een projectgroep. Hierbinnen vervullen de BiS en de regiomanager van Rotterdam een sleutelrol. De BiS en de regiomanager zijn vanuit de opleiding frequent aanwezig op de scholen. Operationeel De coaches en de studenten vormen de operationele laag in de sturing van het project. Studenten sturen hun eigen ontwikkeling. Eerst nog onder begeleiding van de coach maar steeds meer onder eigen regie. De coaches sturen zowel op de inhoudelijke kant als op de proceskant van deze ontwikkeling. Uiteraard spelen ook de betrokken vakdocenten hierbij een belangrijke rol.
Spin in het web De coördinatie over het hele project is vijf jaar lang in handen geweest van de projectleiding en gedurende deze tijd gericht geweest op de overdracht van het spreekwoordelijke stokje aan de rechtmatige eigenaren. De ervaring leert dat er een bindend element moet zijn die het netwerk bijeen houdt en de neuzen gericht houdt op het doel van de onderneming.
‘Ik ben er trots op dat de drie grote Rotterdamse schoolbesturen en de lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam dit project gezamenlijk tot stand hebben gebracht. In een klimaat waarin de interbestuurlijke relaties niet altijd optimaal zijn. Gelukkig zijn we met dit project in staat geweest om op de inhoud te gaan zitten.’ Christa Thoolen, rector Thorbecke VO en lid stuurgroep, nieuwsbrief april 2009
Nu het project overgaat in een reguliere opleidingsstructuur zal een coördinatieteam bestaande uit leden van het scholenveld en de regiomanager van de lerarenopleiding de algehele coördinatie op zich nemen. De regiomanager onderhoudt vanuit de lerarenopleiding de contacten met de deelnemende VO-scholen in de regio Rotterdam-Rijnmond. Het streven is dat er binnen deze regionale constructie op een uniforme manier wordt gewerkt en dat kansen en knelpunten regionaal worden opgepakt. Het coördinatieteam zal daarbij fungeren als spin in het web.
‘Dit project heeft wel iets weg van een kluwen draad waarbij het onze rol is om al die draadjes aan elkaar te knopen. We zijn voortdurend bezig om ontwikkelingen, resultaten en mensen met elkaar te verbinden. ‘We connect people’ Remy van Kasteren, projectleiding; nieuwsbrief 4/2006
40
Overzichtsboek Samenscholing.nu
‘Het belangrijkste van het docentenvak? De leerlingen! Als je goed contact met de leerlingen hebt is dit echt de leukste baan van de wereld. Dan krijg je zoveel positieve energie van hen. Het kan natuurlijk ook precies de andere kant op. Soms kom ik echt dood thuis. Gelukkig hoef ik meestal niet veel moeite te doen voor een goed contact, dat gaat automatisch. Maar structuur aanhouden in de lessen en organisatorische zaken goed regelen... Daar kan ik nog een hoop in bijleren’ Tisa de Jong, LIo-student maatschappijleer 42
Overzichtsboek Samenscholing.nu
7 Financiën
43
7 Financiën Kosten & baten Met de financiering van Samenscholing.nu zijn een aantal kostenposten gemoeid: De leerwerkvergoeding van de student Studenten zijn gedeeltelijk werknemers op grond van hun leerarbeidsovereenkomst. Zij hebben dus recht op leerwerkvergoeding. De duale studenten worden ingeschaald in de bestaande CAO. De inschaling - en dus de betaling – veranderd met de groei van de student naar meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Duaal student is geen officiële functie in de school en daarom wordt de student voor jaar 1, 2 en 3 ingeschaald als onderwijsassistent. Na het behalen van het assessment LIO-bekwaam wordt de student ingeschaald als LB.
Als het over geld gaat is de hamvraag natuurlijk: Wat kost het en wie betaalt dat? Wie betaalt het salaris van de studenten, de uren en het opleidingstraject van de coaches en wie de projectleiding? Wat betaalt de school zelf en wat komt voor rekening van de lerarenopleiding? Wat zijn de subsidiemogelijkheden en zijn gemeente en rijk bereidt om een duit in het zakje te doen? Gedurende de projectjaren 2004 - 2009 is het gelukt om de bulk van de (ontwikkel)kosten te dekken met subsidiegelden (€ 4,5 miljoen subsidie). Ook de scholen en opleiding investeerde flink in het project (€ 3,6 miljoen eigen investering). Dan kon en kan want de aanwezigheid van leerwerkstudenten levert de school ook wat op.
De begeleidingsuren (de coaches) De school zet docenten in als coach. Deze docenten moeten ook worden bijgeschoold om hen toe te rusten voor de veelal nieuwe taak. Bovendien moeten de uren van de coach worden betaald. De interne coördinatie in de school (de BoS) In de loop van de tijd neemt het aantal studenten op school toe. Ook het aantal coaches groeit daarmee evenredig. Dat vergt binnen de school een interne coördinatie in de vorm van een BoS. Ook de BoS-uren moeten worden betaald. De bijdrage aan de algehele coördinatie (overhead) Deelname aan het samenwerkingsverband vraagt samenwerking en overleg. Het netwerk zelf moet gecoördineerd worden. Aan de kosten daarvan dragen alle partijen naar rato bij.
‘Een jaarlijks terugkerende uitdaging was het rond krijgen van de financiering. Dat heeft ons elk jaar weer veel hoofdbrekens, tijd en energie gekost. En toch mogen we uiteindelijk niet klagen, want we hebben het elk jaar voor elkaar gekregen.’ Wim Littooij, bestuursvoorzitter CVO en voorzitter van de stuurgroep Samenscholing.nu, nieuwsbrief april 2009
44
Overzichtsboek Samenscholing.nu
Op basis van 10 studenten bedraagt de totale investering (leerwerkvergoeding studenten, coaching, inzet BoS en overhead) circa € 90.000,-. Een groot deel van het benodigde geld kwam gedurende de looptijd van het project van OC&W en van de gemeente Rotterdam. Nu deze subsidie vanaf het schooljaar 2009-2010 wegvalt, is de vraag veeleer: wat kost het, wat levert het op en wat hebben we er voor over? Op welke manier is de financiering van het opleiden van duale studenten structureel betaalbaar door de deelnemende partijen? In april 2009 heeft staatssecretaris Van Bijsterveldt een nieuwe regeling voor opleidingsscholen gepubliceerd. De regeling houdt onder andere in dat extra subsidiering voor opleiden in de school (OidS) beschikbaar is onder bepaalde voorwaarden. De aanvraag daarvoor is ingediend bij de NVAO. In december 2009 valt de beslissing of het partnerschap Samenscholing.nu structureel financiële ondersteuning krijgt vanuit het rijk. Ook is er een tegemoetkoming mogelijk voor opleidingsscholen vanuit de subsidie risicoregeling 20082011. Het Platform Onderwijsarbeidsmarkt Rotterdam financiert op basis van 12 opleidingsscholen in de regio Rotterdam en 125 studenten in 2009-2010 en 2010-2011 vanuit het plan Rotterdam boeit, bindt, bouwt en borgt een aantal uren (zie: www.rbbbb.nl).
‘Na dit jaar stopt de subsidie vanuit Jeugd, Opvoeding en Samenleving (JOS) van de gemeente Rotterdam. Vanaf 2009-2010 moet de opleiding worden ingebed in de eigen schoolstructuur. Dat wordt echt de uitdaging van de deelnemende scholen. Als de projectfinanciering wegvalt, moeten de scholen op zoek naar andere geldstromen. De meeste scholen kunnen het niet uit eigen middelen betalen. Om nieuwe geldbronnen aan te boren is het van belang dat het samenwerkingsverband stevig overeind blijft. Duaal opleiden staat hoog op de agenda en er zijn middelen voor, dus er zijn vast mogelijkheden voor externe financiering.’ Ineke Ginjaar, Stedelijk Team JOS en adviseur over subsidie voor Samenscholing.nu, nieuwsbrief december 2008
45
Samenvatting De ervaringen van het project Samenscholing.nu in 2004-2009 Samenscholing.nu Samenscholing.nu - een duaal opleidingsconcept voor de Rotterdamse context - is een samenwerkingsverband tussen drie Rotterdamse schoolbesturen VO (BOOR, LMC, CVO) en de tweedegraads lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam. Algemeen Het project Samenscholing.nu investeerde in de periode 2004-2009 samen met twaalf scholen voor voortgezet onderwijs in een duale opleiding voor tweedegraadsstudenten van de Hogeschool Rotterdam. De lerarenopleiding en scholen werkten intensief samen om het curriculum voor de duaal student te flexibiliseren. Opleiding en scholen brachten samen met de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) de structuur van de kennisbasis in kaart. Samen met het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit bouwen de opleiding en scholen aan een digitaal register met kwalitatief goede leertaken voor studenten die werken en leren in de school. In het samenwerkingsverband professionaliseren docenten zich tot vakcoach en Begeleider en Opleider op School (BOS). In juli 2009 is het project Samenscholing.nu onder dezelfde naam over gegaan naar een structurele structuur in de vorm van een partnerschap ‘Opleiden in de School’.
Specificatie van de opbrengst Websites: www.samenscholing.nu | www.prestatieregister.nl Informatiebulletins: juli 2005, oktober 2005, januari 2006, april 2006, juni 2006, oktober 2006, januari 2007, april 2007, juni 2007, december 2007, april 2008, december 2008 en maart 2009 Boekjes: Jaarlijkse folder: Samenscholing.nu, een uniek duaal traject voor Rotterdam Werkboek: met 7 werkdocumenten Slotboekje: 5 jaar bouwen aan Opleiden in de School in het Rotterdamse voorgezet onderwijs
46
Overzichtsboek Samenscholing.nu
Artikel: MESO Magazine 164, februari 2009: over de implementatie van Samenscholing.nu Landelijke presentaties: VELON-congres november 2006 VO-raadcongres april 2008 VELOV-congres februari 2009 Samenscholing.nu in cijfers - 371 personen zijn direct betrokkenen bij het project (van student tot stuurgroeplid) - 89 docenten hebben gewerkt in de rol van ontwikkelaar van het prestatieregister - 7 stuurgroepleden hielden het project de afgelopen vijf jaar op koers - 14 docenten werken in de rol van BOS - 112 docenten werken in de rol van coach - 72 coaches zijn gecertificeerd als coach binnen Samenscholing.nu - 12 opleidingsscholen doen mee aan Samenscholing.nu - 30 eerstejaars zijn nu in dienst van scholen - 40 tweedejaars zijn nu in dienst van scholen - 40 derdejaars zijn nu in dienst van scholen - 13 vierdejaars zijn vanaf het nieuwe schooljaar in vaste dienst van de opleidingscholen - 54 stuurgroepvergaderingen vonden plaats - 21 productgroepmiddagen - 320 leertaken zijn ontwikkeld - 16 studie- en themabijeenkomsten - 29 begeleidingsgroepbijeenkomsten voor de BIS/BOS/regiomanager - 4 FTE per jaar extra inzet in de projectperiode vanuit de lerarenopleiding met betrekking tot Opleiden in de School in de regio Rotterdam - € 8,1 miljoen aan totale projectkosten (€ 3,6 miljoen eigen investering, € 4,5 miljoen subsidie)
Wat deed Samenscholing.nu ook alweer? Het samenwerkingsverband van scholen en opleiding: - gaf het concept Opleiden in de School in Rotterdam handen en voeten in de periode 2004-2009 - stelde daarvoor een projectplan: ‘Samenwerken met perspectief’ op
- ondertekende een convenant voor de periode 2004-2009 - schreef het visiestuk: de Grondslag van Samenscholing.nu - gaf het Rotterdamse profiel smoel - implementeerde de leerwerkcyclus op 12 scholen - stelde een eigen keurmerk op voor OidS van 21 kwaliteitskenmerken - werkte de competenties en gedragsindicatoren voor het docentschap uit - bedacht het prestatieconcept om vraaggerichter te kunnen werken - werkte de assessmentprocedure uit - zorgde ervoor dat het duale programma in de studiegids werd opgenomen - bracht de kennisbasis van de vak- en leergebieden tweedegraadsgebied in kaart - vulde een digitale database met leertaken voor duale studenten en noemde het ‘het prestatieregister’ - stelde leerlijnen voor het docentschap op om studenten beter te volgen, te begeleiden en te beoordelen - stelde competentieprofielen op voor de coach, bos, bis en regiomanager - introduceerde de rol van de BIS in de scholen
- initieerde intervisiebijeenkomsten op school - bracht de fase van schoolontwikkeling per opleidingsschool in kaart - liet studenten hun leeromgeving filmen en het beeld delen met andere studenten - legde een wervingsprocedure en selectie gesprekken vast - ontwierp een matchingsprocedure - schreef evaluatierapporten en projectplannen om subsidie te ontvangen - stelde onderzoeksvragen ten behoeve van het structureel verankeren van OidS op - sloot een projectuitvoeringsovereenkomst met een transparante begroting en eindafrekening - legde resultaten vast aan de hand van zeven werkdocumenten - deed een aanvraag om het samenwerkingsverband van structureel geld te voorzien. - verhoogde de opleidingskwaliteit- en capaciteit van de twaalf VO-scholen - intensiveerde de samenwerking tussen de lerarenopleiding en het scholenveld - zette acteurs in om zo de coaches te leren omgaan met kritische situaties - professionaliseerde docenten in begeleiden en beoordelen van studenten
47
COLOFON Stuurgroep Wim Littooij, voorzitter stuurgroep Samenscholing.nu Christa Thoolen, namens BOOR Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam Roel Vijn, namens CVO Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Rotterdam Willem Vonk, namens LMC het bestuur van bijzondere of katholieke scholen in Rotterdam Hans van der Moolen, directeur Instituut voor de Lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam Peter la Fleur, lid managementteam tweedegraads lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam José Hofman, beleidsmedewerkster CVO, financieel beheer Opleidingsscholen Samenscholing.nu: Calvijn Citycollege St. Franciscus Comenius College Farelcollege Libanon Lyceum Melanchthon Nieuw-Zuid NOVA college Thorbecke VO Unie Noord Wolfert van Borselen Zuiderparkcollege Begeleidings-, trainings- en ontwerpgroep periode 2004-2009 Elles Meijer, Calvijn Ger Matthijs, Citycollege St. Franciscus Gert Kruit, Citycollege St. Franciscus Jan Roelevink, Comenius College Annie ten Cate, Farelcollege Stephan Rothuizen, Melanchthon Theo Groenendijk, Melanchthon Bert de Boer, Nieuw Zuid Marcel Boer, NOVA College Carina Schlamp, Thorbecke VO Tjeerd Braaksma, Unie Noord Elly Hanse, Wolfert van Borselen Taco Warmels, Zuiderparkcollege Margreet ter Hofstede, Libanon Lyceum Ans Sillen, Hogeschool Rotterdam Claire Ohlenschlager, Hogeschool Rotterdam Claudia Manetsgruber, Hogeschool Rotterdam Cornelia Wallien, Hogeschool Rotterdam
48
Overzichtsboek Samenscholing.nu
Erik van Caem, Hogeschool Rotterdam Gerdien Visser, Hogeschool Rotterdam Inge Heere, Hogeschool Rotterdam Jaap van Elst, Hogeschool Rotterdam Janneke Verloop, Hogeschool Rotterdam Jeanine Hoogerland, Hogeschool Rotterdam Michel Panis, Hogeschool Rotterdam Michèle Hollander, Hogeschool Rotterdam Mirna van der Hoeven, Hogeschool Rotterdam Nelleke de Puit, Hogeschool Rotterdam Paul Cappendijk, Hogeschool Rotterdam Peter la Fleur, Hogeschool Rotterdam Vacek Broz, Hogeschool Rotterdam Projectleiding Herman Hermans, RCSVO Luc Sluijsmans, Diephuis & Van Kasteren Remy van Kasteren, Diephuis & Van Kasteren
Veel dank en succes De lijst met direct en indirect betrokkenen die in de afgelopen vijf jaar hun steentje hebben bijdragen aan het professioneel opleiden, begeleiden en beoordelen van studenten van de lerarenopleiding is te lang om hier te vermelden. De stuurgroep en projectleiding bedanken dan ook langs deze weg alle rectoren, locatieleiders, productgroepleden, trainers, BISSEN en BOSSEN, coaches en uiteraard de studenten voor hun inzet in de periode 2004-2009. Zij wensen alle betrokkenen veel succes en wijsheid bij het verder bouwen aan het Opleiden in de School in het Rotterdamse voortgezet onderwijs.