HOOFDSTUK III : SCHIKKINGEN INZAKE NATIONALE EN INTERNATIONALE COMPETITIES A. ALGEMENE BEPALINGEN ART. 301 : a. De voorschriften in dit hoofdstuk omvatten de regels die van toepassing zijn op de nationale en internationale evenementen. b. De Sportreglementen worden ontworpen respectievelijk door het Sportcomité, het Veteranencomité, het Jeugdcomité en het Technisch Comité. De voorontwerpen worden vervolgens aan de Reglementencommissie overgemaakt voor controle en afwerking. De goedkeuring van deze reglementen behoort toe aan het Directiecomité. c. De beleidsvoering specifiek met betrekking tot de voorbereiding op en deelname aan internationale evenementen wordt door de Topsportcoördinator bepaald. ART. 302 : DE BOWLINGSPELREGELS. De spelregels uitgevaardigd door de WTBA zijn van kracht. In geval van wijzigingen van deze laatste, treden deze slechts in voege na wijziging van de BBSF Sportreglementen Hoofdstuk I. ART. 303 : HET SPEELSEIZOEN. Het jaarlijks speelseizoen loopt van 1 juni tot 31 mei het jaar daaropvolgend. ART. 304 : DE JAARLIJKSE SPORTKALENDER. Jaarlijks publiceert de BBSF de bowlingkalender voor het volgende seizoen. Deze bevat onder meer alle sportevenementen die tijdens betreffend seizoen door de BBSF georganiseerd worden, de door de BBSF erkende toernooien alsook de schikkingen met betrekking tot de “Bowler van het Jaar". B. ORGANISATIE EN LEIDING VAN NATIONALE COMPETITIES ART. 305 : BEVOEGDHEDEN. De organisatie en leiding van de nationale competities is de bevoegdheid van wedstrijdverantwoordelijken eventueel bijgestaan door één of meerdere referees. De desbetreffende voorschriften en in acht te nemen richtlijnen door betrokkenen staan vermeld in een handleiding ter zake uitgegeven door de BBSF. De door de wedstrijdverantwoordelijke genomen beslissingen tijdens de uitoefening van zijn functie en voor de goede afloop van het kampioenschap zijn bindend. ART. 306 : DEELNAME – INSCHRIJVINGEN. a. Ongeveer 6 weken voor de aanvang van de nationale kampioenschappen worden de inschrijvingsformulieren door de BBSF aan de clubs overgemaakt. b. Deze inschrijvingsformulieren moeten ten laatste 14 dagen voor de aanvang van de bedoelde discipline op het secretariaat van de BBSF toekomen. c. De inschrijvingen worden enkel aanvaard op het daarvoor voorziene formulier door de BBSF uitgegeven. d. De inschrijvingskosten van de deelnemers worden door de betrokken club betaald na ontvangst van de factuur. e. De deelnamekosten van onwettig afwezige leden worden door de BBSF van de betrokken club gevorderd. Het clubbestuur zal de speler, die nalaat het verschuldigde bedrag aan zijn club te betalen, in gebreke stellen en vraagt de BBSF hem te schorsen tot hij aan zijn Uitgave 1 juni 2008 (Wijz. 1 juni 2011)
Pagina 1 van 5
R.I.O.
verplichtingen voldaan heeft. Het clubbestuur zal het secretariaat van de BBSF onmiddellijk in kennis stellen. ART. 307 : OUDERDOMSGROEPEN. De deelname aan de diverse competities is gebonden aan bepaalde ouderdomsgroepen. De verschillende ouderdomsgroepen zijn als volgt vastgelegd: a. Veteraan: een lid dat 50 jaar is of ouder voor 1 juni van het lopende seizoen. - Categorie A: 50-57 jaar. - Categorie B: 58-64 jaar. - Categorie C: 65 jaar en ouder (op 1 juni). b. Senior: Een lid dat 18 jaar is en nog geen 50 jaar is voor 1 juni van het lopende seizoen. c. Junior: Een lid dat 15 jaar is en nog geen 18 jaar is voor 1 juni van het lopende seizoen. d. Miniem: Een lid dat 12 jaar is en nog geen 15 jaar is voor 1 juni van het lopende seizoen. e. Preminiem: Een lid dat 6 jaar is op datum van inschrijving en nog geen 12 jaar is voor 1 juni van het lopende seizoen. ART. 308 : HET OFFICIEEL GEMIDDELDE. De deelname aan sommige competities is gebonden aan het nationaal gemiddelde van de leden. Het bepalen van het officieel gemiddelde is afhankelijk van volgende parameters: a. Het officieel gemiddelde wordt jaarlijks berekend op de scratch scores behaald ter gelegenheid van de door de BBSF georganiseerde of erkende disciplines tijdens de periode van 1 juni tot 31 mei daaropvolgend. b. Tellen mee in de berekening van het officieel gemiddelde: interploegenwedstrijden – bekerwedstrijden – nationale, provinciale en regionale kampioenschappen - internationale kampioenschappen gespeeld in België - door de BBSF gehomologeerde nationale en internationale toernooien. Komen niet in aanmerking voor de berekening van het officiële gemiddelde: Alle games gespeeld in het kader van de sportbowling. c. Voor ieder lid, dat 42 of meer games gespeeld heeft, tijdens het afgelopen seizoen, wordt zijn nieuw gemiddelde deze berekend op het aantal gespeelde games. d. Voor ieder lid, dat geen 42 games gespeeld heeft, tijdens het afgelopen seizoen, blijft het laatst door BBSF gekende officieel gemiddelde behouden. e. Om een gemiddelde te bekomen voor het volgende seizoen: - moeten de miniemen, preminiemen en junioren minimum 20 games gespeeld hebben Voor een junior die senior wordt is art. 308 a, b, c en d hierboven van toepassing.
Uitgave 1 juni 2008 (Wijz. 1 juni 2011)
Pagina 2 van 5
R.I.O.
ART. 309 : CATEGORIEËN - GEMIDDELDE 1. Senioren a. Naargelang hun bedrevenheid in de uitoefening van de bowlingsport worden de senioren leden onderverdeeld in verschillende categorieën:
Cat. A Cat. B Cat. C Cat. D
Heren 190 en hoger 175 – 189 160 – 174 0 – 159
Dames 180 en hoger 165 – 179 150 – 164 0 - 149
b. Nieuwe L-Licentieleden worden bij hun inschrijving in categorie D ingedeeld. c. Voor een lid met een vreemde nationaliteit en een wettelijke verblijfplaats heeft in het buitenland geldt volgende regel: (1). Ter gelegenheid van zijn/haar eerste inschrijving moet hij/zij een kopij van zijn/haar nationale licentie kunnen voorleggen. Aan de hand van het gemiddelde vermeld op de licentie zal hij/zij in de overeenkomstige categorie ingedeeld worden. (2). Beschikt het lid over een buitenlandse licentie, maar zonder gemiddelde van het laatste seizoen, dan wordt dit lid ingedeeld in categorie D en wordt als een nieuw lid ingeschreven (zie art. 308 b) (3). Beschikt het lid over geen buitenlandse licentie, dan wordt hij ingedeeld in categorie D en wordt als dusdanig als een nieuw lid ingeschreven. (zie art 308,b hierboven) d. Leden die één of meerdere jaren geen lid waren van de BBSF, dienen te worden ingedeeld in de categorie die overeenstemt met hun laatst gekend gemiddelde. 2. Jeugd Bij de jeugd bestaan volgende categorieën: - Cat. J: Junioren (jongens en meisjes) JUN. A (160 gemiddeld en meer) JUN. B (159 gemiddeld en minder) - Cat. M: Miniemen (jongens en meisjes) MIN. A (135 gemiddeld en meer) MIN. B (134 gemiddeld en minder) - Cat. PM: Preminiemen (jongens en meisjes) C. INTERNATIONALE COMPETITIES ART. 310 : BEVOEGDHEDEN. Het BBSF bestuur behoudt zich het recht voor, om de organisatie op zich te nemen van internationale wedstrijden en de beslissingen te treffen over de mate van haar deelname aan alle of een deel van de door de WTBA/ETBF ingerichte of erkende wedstrijden. ART. 311 : NATIONALE AFVAARDIGING. De afvaardiging aan internationale competities bestaat normaal uit: - De voorzitter van de BBSF of diens plaatsvervanger in de hoedanigheid van delegatiehoofd. - De nationale coach(es). Bij beslissing van het Directiecomité kan deze afvaardiging andere vormen aannemen en dit naarmate de omvang van de nationale ploeg(en) die aan betreffend kampioenschap deelneemt (deelnemen).
Uitgave 1 juni 2008 (Wijz. 1 juni 2011)
Pagina 3 van 5
R.I.O.
ART. 312: NATIONALE PLOEG(EN) – NATIONALE VERTEGENWOORDIGING. a. Onder nationale ploeg wordt verstaan: de groep van spelers geselecteerd uit een nationale preselectie die de BBSF in een internationaal kampioenschap zal vertegenwoordigen. b. De BBSF kent volgende nationale ploegen: - nationale ploeg dames (jeugd, senioren, veteranen) - nationale ploeg heren (jeugd, senioren, veteranen) - nationale vertegenwoordiging voor de World Cup - nationale vertegenwoordiging voor de European Champion Championship (ECC) - nationale vertegenwoordiging voor de World Games ART. 313 : VERPLICHTINGEN VAN DE CLUBS EN DE GESELECTEERDE SPELERS. a. Clubs kunnen in geen geval beletten dat hun spelers deel uitmaken van een nationale ploeg. b. Spelers uit de preselectie en definitief geselecteerde spelers voor een nationale ploeg die zonder geldige reden de selectiewedstrijden of oefenperiodes verzuimen, kunnen van verdere deelname uitgesloten worden. Deze maatregel geldt eveneens voor spelers die in gebreke blijven tegen de “gedragscode” c. Indien twee spelers van een ploeg niet beschikbaar zijn voor een Interteams- of Bekerwedstrijd, ingevolge hun aanduiding als speler, begeleider of coach van de nationale ploeg, of omwille van hun afvaardiging door de BBSF naar congressen, een internationale competitie, en dergelijke…, kan deze wedstrijd naar analogie van de bepalingen in art. 414 van de Sportregl. Hfst. IV, verplaatst worden (vooruitgeschoven of uitgesteld), indien hun ploeg het wenst. D. INTERLANDEN – SPORTKAMPEN ART. 314 : BEVOEGDHEDEN. De organisatie en leiding van de nationale sportkampen en interlanden vallen onder de bevoegdheid van de Topsportcoördinator. In dit verband zal hierboven vermeld afgevaardigde als Delegatiehoofd fungeren en de bevoegdheid hebben disciplinaire maatregelen te nemen zoals bepaald onder paragraaf 33 van de “gedragscode”. E. BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HETGEEN VERBODEN IS IN HET KADER VAN DE COMPETITIES Volgende lijst is niet beperkend. ART. 315 : DEELNAME DOOR NIET AANGESLOTEN SPELERS. Iedere club die niet aangesloten spelers laat deelnemen aan een door de BBSF georganiseerde competitie is in overtreding. ART. 316 : VALSE VERKLARINGEN. Ieder lid van een club die valse verklaringen aflegt wat betreft de gegevens van een speler, is strafbaar. ART. 317 : WANORDELIJK GEDRAG. Ieder persoon die het verloop van de wedstrijd zou bekritiseren of daden stellen die van aard zijn wanorde uit te lokken, stelt zich bloot aan sancties. ART. 318 : WEDDENSCHAPPEN. Weddenschappen voor geld zijn verboden.
Uitgave 1 juni 2008 (Wijz. 1 juni 2011)
Pagina 4 van 5
R.I.O.
ART. 319 : DOPING. Het is de leden van de BBSF verboden hun toevlucht te nemen tot doping. ART. 320 : DEELNAME AAN WEDSTRIJDEN INGERICHT DOOR NIET ERKENDE FEDERATIES OF CLUBS. Het is de leden van de BBSF verboden, deel te nemen als speler of in gelijk welke hoedanigheid, hetzij aan wedstrijden ingericht door geschorste, uitgesloten of niet aangesloten clubs, hetzij aan wedstrijden of toernooien die door de BBSF niet zijn toegelaten of georganiseerd door niet-erkende verenigingen. ART. 321 : INBREUK TEGEN DE REGLEMENTEN. Inbreuk plegen tegen de van kracht zijnde bowlingspel reglementen en andere sportreglementen tijdens kampioenschappen en toernooien georganiseerd door of onder bescherming van de BBSF of erkende groeperingen is strafbaar. ART. 322 : Daden stellen die nadeel kunnen berokkenen aan de BBSF, clubs of leden is strafbaar. ART. 323 : Het is een club verboden één van haar ploegen opzettelijk te verzwakken met het inzicht nadeel of voordeel aan gelijk welke andere ploeg te bezorgen. ART. 324 : Een lid dat door de BBSF geschorst is, mag geen enkele functie uitoefenen ter gelegenheid van kampioenschappen of erkende toernooien (vb.: afgevaardigde, wedstrijdleider, schrijver , referee, enz…). ART. 325 : Overtredingen tegen de artikels 315 tot en met 324 worden aanhangig gemaakt, behandeld en gesanctioneerd op de wijze beschreven in het hoofdstuk IV, RIO, ”Tuchtrechtspraak”.
Uitgave 1 juni 2008 (Wijz. 1 juni 2011)
Pagina 5 van 5
R.I.O.