Schaduwrapport MOD 7:
de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
September 2010
Inhoud Gebruikte methodologie Inleiding: de Millenniumontwikkelingsdoelen voor drinkwater en sanitaire voorzieningen 1.
Officiële status van MOD-7 streefdoel 10 wereldwijd, in sub-Saharisch Afrika, en in Rwanda en Burundi a. b.
2.
Wereldwijd en sub-Saharisch Afrika Rwanda en Burundi
De regionale verschillen voor drinkwater en sanitaire voorzieningen in Rwanda en Burundi a. b.
Stedelijk gebied en ruraal gebied Per regio
3.
Waterbeschikbaarheid a. Rwanda b. Burundi c. Besluit over de waterbeschikbaarheid
4.
Institutionele opbouw van de water- en sanitatiesector a. Rwanda b. Burundi
5.
Inspanningen om het MOD-streefdoel 10 tegen 2015 alsnog te halen a. Officiële plannen b. Nodige financiële middelen en deficit c. Verhouding interne / externe financiering d. Absorptiecapaciteit
6.
Kwaliteit van het drinkwater
7.
Algemeen besluit
PROTOS vzw Flamingostraat 36 9000 Gent 09/235 25 10
[email protected] www.protosh2o.org
Gebruikte methodologie Dit samenvattend rapport koppelt gegevens en uitspraken uit officiële VNdocumenten (hierna ‘bronnen’ genoemd) met lokaal verzamelde gegevens in Rwanda en Burundi. Deze lokaal verzamelde gegevens komen van ministeries van de landen, maar ook van studies gemaakt door externen. PROTOS en zijn partners zijn zowel in Rwanda als in Burundi maar in één district of provincie operationeel. Daarom werd ervoor gekozen om, in overleg met de landenvertegenwoordiger, de studies voor het verzamelen van interne gegevens toe te vertrouwen aan een lokale expert. Dit zijn de 2 rapporten in bijlage.
Inleiding: de Millenniumontwikkelingsdoelen voor drinkwater en sanitaire voorzieningen Tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september 2000 gingen 191 regeringsleiders in de “Millenniumverklaring” officieel de verbintenis aan om de strijd aan te binden tegen de extreme armoede in de wereld. De Millenniumverklaring werd later vertaald in 8 doelstellingen, de zogenaamde MillenniumOntwikkelingsDoelen (MOD), 18 streefdoelen en 48 meetbare indicatoren. Onder Doelstelling 7 dat een duurzaam leefmilieu wil waarborgen, valt streefdoel 10. Streefdoel 10 wil tegen 2015 het percentage van de bevolking halveren dat geen duurzame toegang heeft tot veilig drinkwater en basissanitatie, t.o.v. het referentiejaar 1990. De 2 indicatoren die voor dit streefdoel gemeten worden, zijn: het deel van de stedelijke en plattelandsbevolking dat op duurzame wijze toegang heeft tot een verbeterde waterbron; het deel van de stedelijke en plattelandsbevolking dat toegang heeft tot een beter systeem van sanitaire voorzieningen. Lees hier: huishoudelijke sanitaire basisvoorzieningen zoals een wc of latrine.
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
1.
Officiële status van MOD 7-streefdoel 10 wereldwijd, in sub-Saharisch Afrika, en in Rwanda en Burundi
a.
Wereldwijd en sub-Saharisch Afrika
Het officiële VN-telmechanisme voor het MOD 7-streefdoel 10 is het ‘Joint Monitoring Programme (JMP) for Water Supply and Sanitation’ van de Wereld gezondheidsorganisatie WHO en Unicef. In maart 2010 publiceerden zij hun ‘Update 2010’, die de cijfers van 2008 bevat (bron 1). Het goede nieuws van dit document is dat de wereld op goede weg is om de doelstelling rond toegang tot drinkwater te halen. Aan de huidige trend zal het streefdoel van 12% van de wereldbevolking zonder toegang tot een verbeterde waterbron in 2015 onderschreden worden tot 9%, hetgeen een succes is! Er zijn wel grote regionale verschillen. Vooral sub-Saharisch Afrika loopt achter op het schema. Als het vandaag al 2015 zou zijn, dan missen we in deze regio het streefdoel met niet minder dan 119 miljoen mensen. Het is nu al duidelijk dat het streefdoel voor sub-Saharisch Afrika in 2015 zeker niet gehaald zal worden. Wat betreft sanitaire basisvoorzieningen is de JMP-prognose volgens het huidige tempo alarmerend slecht. Vandaag ontberen nog 2,6 miljard mensen een degelijk toilet of latrine, en lopen we voor 1 miljard mensen achter op het streefdoel. Naast sub-Saharisch Afrika, heeft ook Azië hier een grote achterstand. Nu al staat vast dat het streefdoel voor basissanitatie wereldwijd niet gehaald kan worden in 2015. 1,1 miljard mensen hebben nog steeds geen andere keuze dan zich in open veld te ontlasten, met alle gevaren van dien voor de volksgezondheid. Nochtans is het al lang gekend en erkend dat 1€ investeren in schoon water en degelijke sanitaire voorzieningen gemiddeld 8€ uitspaart aan o.a. medische kosten (UNDP 2006-bron 4). Watergebonden ziekten zijn de 2e grootste ziekteoorzaak in ontwikkelingslanden en worden opgelopen door het drinken van vervuild water of door een gebrekkige hygiëne. Jaarlijks missen kinderen 443 miljoen schooldagen door watergebonden ziekten zoals diarree. Nuancering en relativering van deze cijfers Wellicht is het nuttig om zelfs het ‘goede nieuws’ over de toegang tot drinkbaar water even onder de loep te nemen. Wereldwijd beschikken 3,8 miljard mensen over een drinkwaterkraantje in of onmiddellijk naast hun woonst, net zoals we dit in de westerse landen kennen. Maar 2,9 miljard mensen hebben nog geen kraantje thuis, en moeten minder dan 30 minuten stappen naar een verbeterde waterbron. Volgens de VN-statistieken hebben zij wel toegang tot veilig drinkwater. Daarbij komen nog eens de 884 miljoen mensen die geen verbeterde waterbron hebben op minder dan 30 minuten stappen heen en weer van hun woonst. Die 30 minuten is de norm die de VN hanteren om een bevolking al of niet op te nemen in hun telmechanisme.
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
Ook voor sanitaire voorzieningen is enige realiteitszin noodzakelijk. Het MOD 7streefdoel 10 focust enkel op sanitaire basisvoorzieningen: dit zijn hygiënische latrines of propere toiletten voor het gezin of voor een groep gezinnen (gemeenschapstoiletten). De collectie en zuivering van afvalwater wordt niet meegenomen in de JMP-tellingen. Het gebrek aan het collecteren en zuiveren van afvalwater is een ware tijdbom voor de volksgezondheid in ontwikkelingslanden, eerst en vooral in de stedelijke gebieden met exponentiële bevolkingsgroei. De zuivering van afvalwater is zelfs bij ons in het Westen/Noorden vrij recent opgestart, maar de omgevingsfactoren in het Zuiden zoals de zomerse warmte het hele jaar door, het veelvuldig voorkomen van ziekteoverbrengende insecten en waterorganismen, het ontbreken van ondergrondse rioleringen en de slechte huisvestiging maken de noodzaak des te groter. Het 3e VN Wereld Water Ontwikkelingsrapport dat in maart 2009 werd uitgebracht (bron 2), schat de benodigde investering in afvalwaterzuivering in stedelijk gebied op 100 miljard USD per jaar. Dat is een veelvoud van de 7,4 miljard USD die in 2008 wereldwijd (bron 3) werd geïnvesteerd in de toegang tot drinkwater en sanitaire basisvoorzieningen! b.
Rwanda en Burundi Referentiejaar
% zonder toegang tot
% zonder toegang tot
verbeterde waterbron
basissanitair
Rwanda
1990
32
77
Rwanda
2008
35
46
Streefcijfer Rwanda
2015
16
38
Burundi
1990
30
56
Burundi
2008
28
54
Streefcijfer Burundi
2015
15
28 Bron 1 - JMP Update 2010
De JMP Update 2010-getallen voor Rwanda zijn: Kafunzo
RWANDA
UGANDA
Cyanika
Gisenyi Kabaya Ngaru
Nyundo
Ile Bugarura
GISHWATI NATURAL RESERVE
Lac Kivu Gishyita Rwamatamu
Birambo
Bugarama
Masango
The boundaries and names shown and the designations used on this map do not imply official endorsement or acceptance by the United Nations.
Map No. 3717 Rev. 10 June 2008
UNITED NATIONS
Kigali
Runda
Rukara
Rusatira
Gisagara
Ak
Lake Mujunju
TANZANIA
Kayonza
Bicumbi
Lac Nasho
Kigarama
Bugesera Rilima
Kibungo
Rukira
Sake
Ka Lac Rweru
ge
Lac Lac Mpanga Cyambwe
Lake Bisongou
Rusumo
Bare
Ngenda Lac Cyohoha Sud
UNITED REPUBLIC OF
Lac Ihema
Lac Mugesera
Gashora
Lac Kivumba
Rwamagana
Nemba
Karama
Butare
Gikoro
Butamwa
Ruhango
a
AKAGERA Lac NATIONAL Mikindi PARK EASTERN PROVINCE
Lac Muhazi
Kicukiro
Nyanza
Busoro Runyombyi
Rutare
Muhura
TOWN OF KIGALI
Gatagara
Karaba
Munini
Murambi
o Shyorongi
SOUTHERN PROVINCE
Bwakira
Kamembe Gisakura Gikongoro Bukavu Rwumba Cyangugu Kitabi Cyimbogo Karengera Nyakabuye Bugumya NYUNGWE NAT'L PARK Ruramba
Mbogo
ong
Gitarama
Kaduha Rwesero
Bulinga
Mabanza
Kibuye
Ile Idjwi
ar
ger
Lac Hago
Kinihira Kinyami
Kiyumba
WESTERN PROVINCE
Ile Wahu
ab
Ngororero
Gabiro Ngarama
Byumba
Rushashi
Ny
Lo wa
yaru
CONGO
Nemba
an
Goma
NORTHERN PROVINCE
Ka
Lac Rwanyakizinga
Gatunda
Mulindi
Kirambo Cyamba
Busogo Ruhondo
Kora Mutura Kagali
Muvumba
Lac Katuna Burera
Lac
DEMOCRATIC REPUBLIC OF THE
Nyagatare
Kabale Butaro
Kidaho
RWANDA
Rwemhasha Lubirizi
Ka
BIRUNGA NAT'L PARK Ruhengeri
Ile Gombo
Lake Bunyonyi
Kisoro
Rutshuru
Merama
Kagitumba
mba
Lake Mutanda
gi t u
National capital Prefecture capital Town, village Airport, airstrip International boundary Provincial boundary Road Track
Kirehe
ra
BURUNDI 0 0
10
20 10
30 20
40
50 km 30 mi
qua toegang tot drinkwater: 35% van de bevolking heeft in 2008 nog geen toegang tot zuiver drinkwater t.o.v. het basispercentage 32% in 1990. Er is dus een netto achteruitgang, die enerzijds te wijten is aan de jaren van instabiliteit, oorlog en genocide in de jaren ‘90, en anderzijds aan de grote bevolkingsaangroei na 1994. Indien het vandaag al 2015 zou zijn, dan mist Rwanda het streefdoel met 1,55 miljoen mensen.
Department of Field Support Cartographic Section
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
In de periode 1990-2008 kregen 1,45 miljoen mensen toegang tot drinkwater, hetgeen ruim onvoldoende is om het percentage mensen dat geen toegang had te halveren, en tegelijk ook te compenseren voor de bevolkingsaangroei. qua toegang tot sanitaire basisvoorzieningen: 46% ontberen nog hygiënische sanitaire voorzieningen. Vergeleken met het basispercentage 77% in het referentiejaar 1990, is voor dit streefdoel wel progressie gemaakt. De JMP Update 2010-getallen voor Burundi zijn: The boundaries and names shown and the designations used on this map do not imply official endorsement or acceptance by the United Nations.
Lac Rweru
K a g er a
Lac Cohoha
BURUNDI
2o 30'
2o 30'
Kirundo
KIRUNDO
wa
Ru
UNITED REPUBLIC OF
vuvu Ru
ra ra
3o 00'
Buhiga
u
CANKUZO
um ur Nd
da
R uvu
MURAMVYA
vu
Mwaro onza
Mutambu
Luvi
GITEGA
Lug
Ruyiga
k ija
r
Sanzu
Gitega
MWARO
us
i 3o 30'
RUYIGI Rum
n da
Bukirasazi zi
Matana we
BURURI mb
u le
M
La
Rutana M
uy
Rumonge
BURUNDI International boundary
o v o zi
Provincial boundary
Ta
iri
nyika
Ruko z
MAKAMBA
r
National capital Provincial capital
ra
ga
nga
Makamba
i az
Town, village
Mu
4o 00'
RUTANA
Mutangaro
Bururi
Road
Mabanda
Airport
Nyanza-Lac 0
10
0 4o 30' 29o 00'
29o 30'
30o 00'
20 10
30 km 20 mi
30o 30'
UNITED NATIONS
Department of Peacekeeping Operations Cartographic Section
De regionale verschillen voor drinkwater en sanitaire voorzieningen in Rwanda en Burundi
Dit is logisch voor de toegang tot drinkwater: het is veel moeilijker voldoende veilige waterpunten te voorzien voor een verspreid wonende bevolking, dan voor een meer geconcentreerde bevolking.
it i
gu
Mubara z
Ruw
Muramvya
BUJUMBURA
R uziba
Cankuzo
pu n
an
i
KARUZI
Kanyosha
3 30'
i
Karuzi
Bujumbura
o
us
M
ng a r o
BUBANZA
Gatumba
ogo r
Mig
Ny
KAYANZA
Mu
K
Kayanza
Bubanza zi
us w a g a
Ngozi am
Rusiba Musada
CONGO
TANZANIA
Muyinga
NGOZI
ntwa ula ab
Ru s i
DEMOCRATIC REPUBLIC OF THE
a
MUYINGA
Cibitoke
3o 00'
ny
u
we
Ka
CIBITOKE
Wereldwijd is het tekenend dat in alle landen de toegang tot drinkwater en basis sanitatie in het ruraal gebied achterblijft t.o.v. het stedelijk gebied.
v vu
ru
Ruh
Map No. 3753 Rev. 6 September 2004
2.
30o 00'
RWANDA
ke
qua toegang tot sanitaire basis voorzieningen: 54% van de bevolking ontbeert nog sanitaire basisvoorzieningen. Vergeleken met de 56% in het referentiejaar 1990, wordt voor dit streefdoel ook totaal onvoldoende vooruitgang geboekt.
29o 30'
N ya
In de periode 1990-2008 kregen 1,84 miljoen mensen toegang tot drinkwater. Op zich een mooie prestatie, maar ook dit blijkt niet voldoende te zijn om het percentage mensen dat geen toegang had te halveren, en tegelijk ook te compenseren voor de bevolkingsaangroei.
29o 00'
Mp
qua toegang tot drinkwater: 28% van de bevolking heeft in 2008 nog geen toegang tot zuiver drinkwater t.o.v. het basispercentage 30% in 1990. Deze kleine vooruitgang is onvoldoende, en is ook te wijten aan de jaren van instabiliteit en oorlog. Indien het vandaag 2015 zou zijn, dan mist Burundi het streefdoel met 1,05 miljoen mensen.
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
Wat betreft sanitaire basisvoorzieningen zou men dit niet meteen verwachten, maar wereldwijd, -een aantal uitzonderingen niet te na gesproken-, loopt het landelijk gebied ook achter op stedelijk gebied. Hier is de voornaamste reden echter het onvoldoende inzicht van de rurale bevolking in de relatie tussen slecht hygiënisch gedrag en volksgezondheid. Slechte hygiënische gewoontes zijn niet gemakkelijk te doorbreken. Tegelijk kan men ook wel stellen dat door de bevolkingsdichtheid in de steden, door het gebrek aan (resterende) open ruimte en de aanwezigheid van open rioleringen de risico’s voor het uitbreken van epidemieën in steden groter zijn dan op het platteland. a.
Stedelijk gebied en ruraal gebied
land
% stedelijke
% zonder
% zonder toegang
% zonder toegang
bevolking
toegang stedelijk
landelijk
totale bevolking
drinkwater
23
38
35
sanitair
50
45
46
drinkwater
17
29
28
sanitair
51
54
54
Rwanda
18
Burundi
10
Verschillen tussen stedelijk en landelijk gebied in Rwanda en Burundi: gegevens 2008 (Bron 1)
b.
Per regio
Binnen een land bestaan ook grote verschillen. Zo is de toegang tot drinkwater in Rwanda het hoogst in de omstreken van de hoofdstad Kigali (96,7%) en het laagst in de provincie ‘Sud’ (67,4%) (bijlage 1, p. 34). Voor Burundi is deze het hoogst in de provincie Karusi (82%); een groot verschil met de provincies Bubanza, Kirundo en Rutana, waar de toegang net iets meer dan 30% bedraagt (bijlage 2, p. 13-14).
3.
Waterbeschikbaarheid
De hydrologische cyclus (de watercyclus) zorgt voor neerslag. Beide landen bevinden zich in een regenrijk gebied, en zijn gezegend met voldoende en ook regelmatige neerslag, gezien over het gehele jaar. De Aquastat-statistieken van de FAO vormen een betrouwbare bron voor informatie over waterbeschikbaarheid en wateronttrekking. De totale hernieuwbare zoetwatervoorraden zijn de som van de interne (neerslag minus onmiddellijke verdamping) en de externe toevoer (van stromen en rivieren die uit de buurlanden komen). Men spreekt van waterschaarste indien men over minder dan 500 m³ zoet water per capita per jaar beschikt. Het is wel belangrijk te weten dat van de totale hoeveelheid onttrokken (gebruikt) water, het huishoudelijk (drinkwater) meestal de kleinste fractie is. Het meeste zoet water wordt in ontwikkelingslanden gebruikt voor landbouwdoeleinden. In beide landen neemt het watergebruik voor de weinig ontwikkelde industrie een laag aandeel in.
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
a.
Rwanda
Gemiddelde neerslag Totaal hernieuwbare watervoorraad Totale hoeveelheid onttrokken % gebruikt/beschikbaar Beschikbaar per capita per jaar
1.212 mm/m²/j 9,5 miljard m³/j 150 miljoen m³/j 1,6% 1.120 m³ Bijlage 1, p. 11
b.
Burundi
Gemiddelde neerslag Totaal hernieuwbare watervoorraad Totale hoeveelheid onttrokken % gebruikt/beschikbaar Beschikbaar per capita per jaar
1.274 mm/m²/j 12 miljard m³/jr 288 miljoen m³/j 2,4% 1.774 m³
Bijlage 2, p. 18 en bijgewerkt met Aquastat-statistieken
c.
Besluit over de waterbeschikbaarheid
Beide landen beschikken van nature over ruim voldoende kwalitatieve waterreserves om drinkwater te kunnen onttrekken en behandelen. Er is geen sprake van enige waterstress of watertekort (> 1000 m3/pers/jr). Rwanda en Burundi vallen dan ook wat betreft de toegang tot water onder de classificatie ‘economische waterschaarste’. D.w.z. er is voldoende grondstof onder de vorm van zoet water, maar er zijn onvoldoende financiële middelen beschikbaar of ingezet om de toegang tot water te realiseren. Een degelijke waterinfrastructuur veronderstelt bronnencaptaties, pompen, water reservoirs, waterbehandelingsinstallaties en veel waterleidingen voor de verdeling.
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
4.
Institutionele opbouw van de water- en sanitatiesector
a.
Rwanda
Het uittekenen van het beleid, van de strategische plannen, de opvolging van de realisatie en de coördinatie van de sector vallen onder MININFRA (Ministère des Infrastructures). De uitvoering van de plannen valt onder de verantwoordelijkheid van RWASCO (Rwanda Water and Sewage Corporation). De regulering valt onder RURA (Rwanda Utilities Regulatory Agency) (bijlage 1, p. 54). De voornaamste strategieën van de sector werden in 2004 vastgelegd: (bijlage 1, p. 18) een vraaggestuurde aanpak promoten (vraaggestuurde respons); het decentraliseren van de planning en het beheer van de diensten voor drinkwater en sanitatie; de lokale capaciteiten versterken; het opnieuw vastleggen van de rollen van diverse instanties in de water- en sanitatiediensten met het doel de participatie van de bevolking te bevorderen; de private sector als partner inschakelen; de openbare sector herstructureren zodat die als facilitator handelt. De private sector wordt meer en meer ingeschakeld als dienstverlener voor het beheer en onderhoud van de installaties op contractbasis. Deze strategie is ingegeven door het feit dat de evaluatie (in 2006) van het gemeenschapsbeheer in het verleden veelal slechte resultaten gaf (bijlage 1, p. 43). Let wel: het gaat hier meestal om kleine ondernemingen, coöperatieve structuren of eenpersoonszaken die het beheer opnemen. Ze zijn niet te vergelijken met de water multinationals die we in Europa kennen en die een machtspositie verworven hebben. In 2009 werden reeds 178 drinkwatersystemen beheerd door 57 verschillende private operatoren. Hiermee werden 455.000 watergebruikers bediend: dit is ongeveer 8% van het totaal aantal mensen met toegang tot drinkwater (bijlage 1, p. 49). Verwacht wordt dat de lokale besturen op het districtsniveau verder zullen gaan met het uitbesteden van de taken van beheer en onderhoud van de drinkwatersystemen.
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
b.
Burundi
Het Ministerie van Water, Milieu, Landinrichting en Urbanisme (MEEATU) tekent het beleid uit, zet de nodige structuren op, zorgt voor regulering en controle. Het werkt nauw samen met andere ministeries, zoals dat van Energie en Mijnbouw (MEM), van Volksgezondheid (MSP), van Decentralisatie en Dorpsontwikkeling (MDDC) en van Openbare Werken en Infrastructuur (MTPE) (bijlage 2, p. 21-24). Het MEEATU heeft in 2007 een nieuwe waterpolitiek uitgetekend, gebaseerd op 7 krachtlijnen (bijlage 2, p. 21-22): een omgeving creëren die goed bestuur rond water stimuleert; Integraal Waterbeheer (IWB) als kader gebruiken; drinkwater en sanitaire basisvoorzieningen; water voor socio-economische ontwikkeling en voor het milieu; grensoverschrijdende aspecten van de watervoorraden; tarieven en financiering van de watersector; versterking van professionele capaciteiten in de watersector. Specifiek voor de 3e krachtlijn, stelt men als doelen: het halveren tegen 2015 van het percentage mensen dat geen toegang heeft tot drinkwater en basissanitatie (overname van het MOD 7-streefdoel 10); het verbeteren van het beheer van de infrastructuur, om tot meer duurzame (gezien in de tijd) installaties te komen; het verhogen van de sensibilisatie bij de bevolking omtrent basissanitatie en hygiëne. Voor het beheer en onderhoud stimuleert Burundi de gemeentelijke regies, met participatie van de gebruikers. Dit past ook in de decentralisatiepolitiek, die de lokale gemeenschappen meer bevoegdheden wil toebedelen. Er is wel nood aan vorming om de capaciteiten van de regies te versterken, om zo tot duurzame installaties te komen (bijlage 2, p. 37 en 41).
10
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
5.
Inspanningen om het MOD 7-streefdoel 10 tegen 2015 alsnog te halen
a.
Officiële plannen
Rwanda Het huidige armoedebestrijdingsplan (EDPRS 2008-2012: Economic Development and Poverty Reduction Strategy) in uitvoering past in een algemeen plan ‘Vision 2020’. Vision 2020 heeft voor de sector drinkwater en sanitatie als ambitie dat alle Rwandezen tegen 2020 drinkwater hebben. En dat 80% van de bevolking toegang moet hebben tot goede diensten voor afvalbeheer, en de goede praktijken moet beheersen i.v.m. individuele en gemeenschappelijke hygiëne (bijlage 1, p. 20). In een recente studie uitgevoerd in opdracht van AMCOW (African Ministers Conference On Water) in samenwerking met WSP (Water Sanitation Programme) van de Wereldbank kan men lezen dat, wil men het MOD 7-streefdoel 10 in 2015 alsnog halen, men minstens 530.000 mensen per jaar moet bedienen van een toe gang tot veilig drinkwater in de periode 2009-2015 of 3,2 miljoen in de komende 6 jaar. Dit betekent een verhoging van de inspanningen met een factor 1,4 t.o.v. de periode tot 2005 voor drinkwater, en een factor 8 voor basissanitatie (bijlage 1, p. 21). Burundi De plannen om de MOD’s te halen zijn ingebed in het armoedebestrijdingsdocument van 2007 (Cadre Stratégique de Croissance et de Lutte contre la Pauvreté, CSLP) (bijlage 2, p. 25). Om het streefdoel 10 voor water te halen moet men nog ongeveer 1,3 miljoen mensen bereiken in de komende 6 jaar. Dit is een factor 2,9 t.o.v. de periode 20002008. Voor het streefdoel sanitaire voorzieningen zijn dat ongeveer 1,7 miljoen mensen, of een verdubbeling van de inspanningen over de voorbije 8 jaar. b.
Nodige financiële middelen en deficit
Rwanda In de CSO (Country Status Overview on Water Supply and Sanitation for Rwanda 2009) vindt men dat om de MOD tegen 2015 alsnog te realiseren, men in totaal 768 miljoen USD nodig heeft, terwijl er momenteel slechts 612 miljoen gepland is voor de periode 2010-2015. Het deficit bedraagt dus 156 miljoen USD of 26 miljoen USD per jaar (bijlage 1, p. 25). Het GLAAS-rapport (bron 3, p. 17) stelt dat Rwanda’s verwachte financiële middelen tussen de 50 à 75% van de noden liggen, met positieve tendens gezien over de laatste 3 jaar.
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
11
Burundi Volgens de studie uitgevoerd in opdracht van AMCOW in samenwerking met WSP, is een budget nodig van 318 miljoen USD voor de periode 2010-2015, als men het MOD 7-streefdoel 10 in 2015 alsnog wil halen. Het deficit bedraagt 113 miljoen USD of 19 miljoen per jaar (bijlage 2, p. 31). In het GLAAS-document rapporteert men voor Burundi voor ruraal drinkwater en sanitaire voorzieningen een tekort van meer dan 50% t.o.v. de noden. Alleen voor stedelijk drinkwater zouden de noden tussen de 50% en 75% ingevuld zijn (bron 3, p. 17) c.
Verhouding interne/externe financiering
Rwanda Volgens een rapport van MINIRENA (Ministère des Ressources Naturelles) ‘Revue des Dépenses Publiques, avril 2008’ waren de bestedingen in 2007 voor 22% afkomstig van interne financiering en voor 78% van externe bron. Externe bron is de som van alle specifieke water- en sanitatieprojecten gefinancierd door buitenlandse donoren en het deel van de ontvangen algemene budgetsteun besteed aan de sector (bijlage 1, p. 26). Deze percentages liggen helemaal anders in het GLAAS-rapport (bron 3, p. 46), waarin gesteld wordt dat in 2008 het donorgedeelte (extern gedeelte) voor Rwanda slechts 27% bedroeg. Hoewel dit laatste cijfer enkel op investeringen voor drinkwater slaat, is het verschil toch dusdanig, dat dit verder onderzoek vergt. Een bemoedigende indicator vinden we in hetzelfde GLAAS-rapport: in 2008 spendeerde Rwanda 1,2% van zijn Bruto Nationaal Product aan drinkwater en sanitatie. Dit is een goed resultaat, indien we dit afwegen tegen de aanbeveling van de UNDP (de ontwikkelingspoot van de VN), die in haar 2006 Human Development rapport stelde dat ontwikkelingslanden zelf meer moeten investeren in water en sanitatie. De aanbeveling was om de investering t.o.v. het BNP van gemiddeld 0,5% naar 1% op te trekken. Rwanda lijkt daarin te slagen. Het gemiddelde investeringscijfer in drinkwaterinfrastructuur van de 21 ontwikkelingslanden die rapporteerden naar GLAAS bedroeg 0,48% van hun BNP. Burundi Volgens een tabel over de voorziene bestedingen in de periode 2009-2012 geproduceerd door het Ministerie van Energie en Mijnbouw is Burundi voor deze periode voor 93% afhankelijk van buitenlandse financiële steun (bijlage 2, p. 29). In het GLAAS-rapport (bron 2-3, p. 46) geeft men 91% aan. Beide cijfers liggen dus in lijn met elkaar. Op het gebied van eigen investeringen in drinkwater en sanitatie behoort Burundi ook duidelijk bij de beteren van de klas: in 2008 bedroeg deze investering 1,5% van het BNP. Alleen Burkina Faso, Lesotho en Marokko deden beter. Deze 1,5% ligt ruim boven de aanbeveling van de UNDP. 12
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
Algemeen Beide landen benadrukken het belang van de voorspelbaarheid van de hulpstromen. Goede resultaten kunnen slechts gehaald worden als er vooraf een goede planning kan gemaakt worden, en er een goede toewijzing is van de beschikbare middelen voor de komende jaren naar subsectoren en subregio’s. Het vooraf kennen van beloofde hulp en het kunnen ‘er op rekenen’ dat die hulp er effectief komt, zijn cruciaal. d.
Absorptiecapaciteit
Voldoende financiële middelen kunnen mobiliseren is één ding; ze efficiënt kunnen besteden in het voorziene tijdsbestek is een andere zaak. Binnen de water- en sanitatiesector is een groot deel van de financiën bestemd voor nieuwe investeringen. De absorptiecapaciteit hangt af van het aankoopsysteem in het land zelf of van het donorland, de beschikbaarheid van het nodige materiaal in het land, de beschikbaarheid van studiebureaus en aannemers, en de graad van kennis en beschikbare opleiding bij zowel deze studiebureaus, aannemers als bij de overheidsdiensten zelf. De ‘soft component’ in het personeelsbestand (vaardigheden en kennis in bijvoorbeeld project management, leiderschap, kunnen omgaan met mensen), alsook de mensen voldoende kunnen betalen om ze te houden, zijn eveneens belangrijke factoren in de absorptiecapaciteit. Rwanda In het GLAAS-rapport stelt men dat Rwanda tussen 50 en 75% van de beschikbare fondsen van donoren weet aan te wenden binnen het voorziene tijdsbestek (bron 3, p. 44). Dit lijkt veeleer weinig, maar het is het gemiddelde van de 42 deelnemende landen aan deze enquête. In hetzelfde rapport rapporteert Rwanda dat zij het nodige personeel voorzien hebben voor de invulling van de nationale plannen voor water en sanitatie en dit als voldoende gekwalificeerd beschouwen (bron 3, p. 49). Een kanttekening hierbij is wel dat dit soort enquêtes altijd subjectief zijn, en sterk afhankelijk van hoe de invuller(s) van de enquête de vraag interpreteert (interpreteren). Burundi In het GLAAS-rapport geeft men voor stedelijk drinkwater aan dat Burundi de beschikbare fondsen voor meer dan 75% gebruikt. Voor drinkwater in landelijk gebied en voor sanitatie ligt dit ook tussen 50 en 75%. Wat betreft de evaluatie i.v.m. met voldoende personeel en voldoende scholing van het personeel voor het opzetten en uitvoeren van zijn nationale plannen, geeft Burundi aan dat dit voor drinkwater onvoldoende is, maar wel voldoende voor sanitatie (bron 3, p. 49).
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
13
6.
Kwaliteit van het drinkwater
Algemeen Hoewel het grote belang van de kwaliteit van goed drinkwater en hygiënische sanitaire voorzieningen voor de volksgezondheid algemeen bekend is, en erkend wordt (zie ook 1 a), valt het op hoe weinig aandacht er in de 4 VN-rapporten (de bronnen) gaat naar waterkwaliteit. In het JMP 2010-rapport (bron 1) gaat op welgeteld één bladzijde aandacht naar kwaliteit, en de titel van deze bladzijde luidt dan ook terecht “Uitdaging: de waterkwaliteit opvolgen”. Quasi alle VN-rapporten focussen voornamelijk op kwantiteit (halen van aantallen), en maar zelden of heel weinig op kwaliteit. Aantallen halen lijkt belangrijker dan kwaliteit halen. Nochtans heeft de Wereldgezondheidsorganisatie richtlijnen uitgebracht over drinkwaterkwaliteit (WHO Guidelines for drinking-water quality), alsook voor hergebruik van afvalwater (WHO Guidelines for the safe use of wastewater, excreta and greywater). Het lijkt alsof deze richtlijnen hoofdzakelijk in de kasten van de ministeries blijven liggen. Landen zoals Rwanda en Burundi hebben, vergeleken met België, veel minder industriële activiteiten en grootschalige landbouw. Er is dus minder druk op het milieu en de anorganische waterkwaliteit van bronnen en rivieren is meestal goed. Echter, door de problematiek van onvoldoende sanitaire basisvoorzieningen, van ongewenst hygiënisch gedrag en van verspreide veeteelt, is de bedreiging voor de bacteriologische kwaliteit van het water veel groter: besmetting met colliformen komt vrij frequent voor. Een zeer belangrijk aspect is “het correct omgaan” met water. Wat baat het om zuiver water aan een waterpunt te tappen, indien het gebruikte recipiënt vuil is, en/of indien het water urenlang en onbeschermd op een onhygiënische plaats staat in of naast de woonst? Wat is het belang van de kwaliteit van het drinkwater bij de bron als het drinkwater met vuile handen wordt aangeraakt? Sensibilisatie en vormingen rond hygiënisch gedrag en de omgang met water, zijn essentieel voor de (meestal ongeletterde) bevolking in landen in ontwikkeling. Deze ‘soft’ component is minstens even belangrijk als de ‘hard’ component, zijnde de infrastructuur en de technische waterbehandeling. Ten slotte merken we ook dat landen meer aandacht gaan besteden aan Integraal Waterbeheer (IWB). Toenemend gebruik van water voor irrigatie voor de landbouw en voor opkomende industriële activiteiten, de druk van de groei van steden met meer afvalwater, de gevolgen van de klimaatsverandering, zullen IWB als algemeen kader voor de sector steeds belangrijker maken. Maar er is nog een hele weg af te leggen voordat IWB concreet zal worden toegepast.
14
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
Rwanda De WHO-normen voor drinkwater worden specifiek vermeld in het sectorbeleid (bijlage 1, p. 30), maar dit gebeurt ‘standaard’ in alle landen. Metingen gebeuren, maar niet stelselmatig (bijlage 1, p. 35). Meer specifieke aandacht zou moeten gaan naar de problematiek van de in het land ruim verspreide koffiewasserijen, waarbij heel wat chemische substanties, inclusief restanten van fungicides en pesticides vrijkomen (bijlage 1, p. 36-37). Problemen met de waterkwaliteit dreigen er ook bij de meer intensieve veekwekerij, en door opkomende urbanisatie (bijlage 1, p. 37). Sinds 2008 promoot de Rwandese regering via een wet het gebruik, het bewaren, het beschermen en het beheer van de watervoorraden: Integraal Waterbeheer dus (bijlage 1, p. 46-47). Burundi Volgens metingen zou 84% van de waterpunten kwaliteitsvol water leveren. Dit gegeven is in tegenspraak met het feit dat 84% van de prevalentie van ziektes watergebonden is. Dit benadrukt op een andere wijze dat het heel belangrijk is om vorming te geven over goede praktijken en het verbeteren van de manier van om te gaan met water (transport, opslag, persoonlijke (hand-)hygiëne) (bijlage 2, p. 35). Dit is een veelzeggend signaal dat de Burundese bevolking onvoldoende gesensibiliseerd is over water en hygiënisch gedrag (bijlage 2, p. 42). Integraal Waterbeheer is opgenomen als één van de speerpunten in de Nationale waterplannen (zie punt 4 b), maar de concrete invulling moet nog gebeuren.
7.
Algemeen besluit
De wereld is goed op weg om in 2015 het MOD-streefdoel 10 wat betreft toegang tot drinkwater te realiseren. Voor het streefdoel sanitaire basisvoorzieningen is dit helemaal niet het geval, en is er een dramatische achterstand. Er zijn zeer grote regionale verschillen, ook voor drinkwater. Rwanda en Burundi, en bij uitbreiding geheel sub-Saharisch Afrika, lopen gevoelig achter om de doelstellingen te halen. Ook binnen een land bestaan er grote regionale verschillen, niet alleen tussen de stedelijke en landelijke bevolking, maar ook tussen de verschillende landelijke provincies of districten. Voor Rwanda en Burundi is de achterstand vooral te wijten aan de periode van instabiliteit, oorlog en genocide in de periode vóór 1995. Veel infrastructuur werd vernield, en de sociale cohesie die nodig is voor een goed beheer en onderhoud, ging verloren. Beide landen beschikken over een voldoende grote hoeveelheid hernieuwbaar zoet water. Er is geen sprake van fysische waterschaarste, echter wel van economische waterschaarste: er zijn te weinig financiële en technologische middelen om te investeren in de drinkwatersector.
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi
15
Sinds 1995 leveren beide landen via specifieke actieplannen serieuze inspanningen om de opgelopen achterstand t.o.v het MOD 7-streefdoel 10 in te lopen. Er worden, in vergelijking met andere landen, forse eigen investeringen voorzien t.o.v. het Bruto Nationaal Product. En het aantrekken van externe fondsen van donoren voor water en sanitatie krijgt veel aandacht. Toch is het een zekerheid dat beide landen het MOD 7-streefdoel 10 niet halen. De voornaamste risico’s zijn: een deficit tussen financiële noden en beloften dat op heden nog niet ingevuld is, een grote afhankelijkheid van externe financiering, een probleem met absorptiecapaciteit (onvoldoende geschoold personeel bij zowel de autoriteiten als de uitvoerders), onvoldoende gestabiliseerde structuren voor beheer en onderhoud om tot meer duurzame (gezien over de tijd) infrastructuur te komen. Waterkwaliteit wordt niet consistent gemeten, en er gaat te weinig aandacht naar uit. Er is een grote nood aan sensibilisering en vorming van de (veelal ongeletterde) bevolking rond de omgang met water en de verandering van hygiënische gewoontes en gedrag. Het concept Integraal Waterbeheer is opgenomen in de plannen. Het zal echter nog heel wat tijd vergen voor het concreet uitgevoerd wordt. Een goed plan met concrete doelstellingen voor 2020 opzetten, lijkt ons beter dan het nastreven van het ideaal beeld, om in 2015 de MOD 7 alsnog te proberen te halen. Bronnen: de officiële VN-rapporten 1. Progress on Sanitation and Drinking Water - 2010 Update. Joint Monitoring Programme World Health Organization and UNICEF. March 2010. 2. The United Nations World Water Development Report 3: “Water in a changing World” (WWDR-3). World Water Assessment Programme, Unesco. March 2009. 3. GLAAS 2010: UN-Water Global Annual Assessment of Sanitation and Drinking-water: “Targeting resources for better results”. UN Water – WHO. June 2010. 4. UNDP Human Development Report 2006 “Beyond scarcity: power, poverty and the global water crisis”. UNDP. November 2006.
Bijlagen: de 2 studies met lokaal verzamelde gegevens 1. Étude portant sur le niveau de progrès d’atteinte de OMD7-cible 10 au Rwanda. Emmanuel Nsanzumuganwa. Kigali, juni 2010 (in opdracht van PROTOS). 2. Étude portant sur le niveau de progrès d’atteinte de OMD7-cible 10 au Burundi. Joachim Kagari, april 2010 (in opdracht van PROTOS).
16
Schaduwrapport MOD 7: de drinkwater- en sanitaire basisvoorzieningen in Rwanda en Burundi