Schaderegeling in België
Hilde
ULRICHTS
Kluwer a Wolters Kluwer business
Inhoud pWoord vooraf
V
Inleiding bij de zesde editie 2008
VII
Hoofdstuk I. Verzekering Aansprakelijkheid Motorrijtuigen /. Wettelijke verplichting 2. Voorwerp van de verzekering 2.1. Waarborg tot schadeloosstelling 2.2. Verplichte vergoeding letselschade (art. 29bis WAM) 2.2.1. Inleiding 2.2.2. Historiek 2.2.3. Betrokkenheid bij een verkeersongeval 2.2.4. Uitsluiting zelfdoding 2.2.5. Rechthebbende bestuurder 2.2.6. Subrogatie e.a 2.2.7. De wettekst 3. Begrenzing van de waarborgen van de WAM 3.1. Principe 3.2. Uitzonderingen 3.3. Wet 12 januari 2007 3.4. Indexering 4. Uitgesloten vergoedingsgerechtigden 5. Tegenwerpelijkheid aan schadelijders 6. Bewijs van verzekering 7. Afschaffing van het bonus-malusstelsel / Attest van schadeverleden 8. Het gemeenschappelijk waarborgfonds
1 1 2 2 2 2 2 3 19 22 32 33 37 37 37 37 37 37 38 39 40 44
Hoofdstuk II. Onderhandelingen en betwistingen 9. Onderhandelingen met de WAM-verzekeraar 9.1. RDR-overeenkomst 9.2. Conventies "Onschuldige slachtoffers" en "Regeling van terugbetalingen/art. 29bis" 9.3. Wet van 22 augustus 2002: verbetering van de positie van de schadelijder 9.3.1. Afhandeling schadegevallen met buitenlandse factor (art. 12 WAM) 9.3.2. Vergoedingstermijnen (art. 13-14 WAM) 9.3.3. Onderbreking van de onderhandelingen 9.3.4. Klachten 9.4. Conventie mutualiteiten - verzekeraars 9.5. Verplichting om de schade-elementen te vermelden 9.6. De vijfde Europese richtlijn 9.7. Bemiddeling of mediation
50 50 50
X.I1
Schaderegeling in België
51 51 52 52 54 54 55 55 55 56
Kluwer
Inhoud 10. Betwistingen 10.1. De politierechtbank - materiële bevoegdheid 10.1.1. De politierechtbank als strafrechter 10.1.2. De politierechtbank als burgerlijke rechtbank 10.2. De politierechtbank - territoriale bevoegdheid 10.3. De verzekeraar als partij in het (straf-)proces 11. Bijstand van advocaat en medisch deskundige 12. Gerechtskosten en kosten van advocaat, medische en andere deskundigen 12.1. Gerechtskosten en kosten van advocaat 12.1.1. Wet RPV 12.1.2. Bijsturing wet RPV - wet 22 december 2008 - BS 12 januari 2009 12.1.3. Aanvullingen in het Wetboek van Strafvordering 12.1.4. Uitspraken Grondwettelijk Hof i.v.m. RPV 12.1.5. Bijsturing wet RPV op 21 februari 2010 (BS 11 maart 2010) 12.1.6. Omvang RPV in letselschadedossiers 12.1.7. De lege ferenda: rechtsplegingsvergoeding berekenen op het toegekende i.p.v. het gevorderde bedrag? 12.2. Kosten van medische en andere deskundigen 13. Verjaring 13.1. Verjaringswet 10 juni 1998 13.2. Vertrekpunt van de verjaring - cassatierechtspraak 13.3. Stuiting van de verjaring 13.4. Verjaring van de verhaalsvordering van de verzekeraar 13.5. Verjaring van de subrogatoire vordering 13.6. Uitspraken Grondwettelijk Hof en Hof van cassatie -art. 2262bis BW 14. Nuttige adressen
89 90
Hoofdstuk III. Voertuigschade en andere zaakschade 75. Herstellingskosten 16. Totaal verlies 17. Sleep- en stallingkosten 18. Waardevermindering 19. Gebruiksderving 20. Huur van een vervangingsvoertuig 21. Financieringskosten
92 92 92 94 94 95 96 96
Hoofdstuk IV. Letselschade 22. Basisbeginselen van de vergoeding voor letselschade 22.1. Soorten letselschade 22.2. Begroting van de schade 22.3. Tijdstip van de begroting van de schade 22.3.1. De waarde van de schade 22.3.2. Gebeurtenissen van na de onrechtmatige daad 23. Tijdelijke ongeschiktheid (T.O.) 23.1. De medische raming
Kluwer - Schaderegeling in België
57 57 57 60 61 61 63 65 65 65 67 67 69 71 74 76 80 84 84 85 86 88 88
97 107 107 108 109 109 111 111 111
XIII
Inhoud 23.2. De rechterlijke raming 23.2.1. Materiële schade 23.2.1.1. Inkomstenderving 23.2.1.2. Extra inspanningen 23.2. .3. Huishoudelijke arbeid 23.2. .4. Zelfstandigen 23.2. .5. Verlies van een schooljaar 23.2. .6. Buitenprofessionele schade 23.2. .7. Hulp van derden wegens verlies van zelfredzaamheid 23.2.1.8. Medische en andere kosten 23.2.2. Morele schade 24. De methodes van vergoeding van toekomstige schade uit overlijden of blijvende handicap 24.1. De kapitalisatiemethode 24.1.1. Kapitalisatie- en sterftetafels 24.1.2. (Kapitalisatie) Rentevoet 24.1.3. Basisbedrag 24.1.4. Opvang van toekomstige inflatie via basisbedrag of via rentevoet? 24.1.4.1. Cass. 22 december 1998 24.1.4.2. Cass. 20 januari 2003 24. .4.3. Cass. 8 november 2000 24. .4.4. Cass. 24 juni 2003 24. .4.5. Commentaar 24.1.5. Periodiciteit en duur 24.1.5.1. Tijdelijke rente 24.1.5.2. Levenslange rente 24.2. De ex aequo et bono-vergoeding 24.3. De splitsingsmethode 24.4. De geïndexeerde of aanpasbare rente 25. Blijvende invaliditeit (B.I.) / Blijvende ongeschiktheid (B.O.) 25.1. De medische raming 25.2. De rechterlijke raming 25.2.1. Materiële schade 25.2.1.1. De ex aequo et bono-vergoeding 25.2.1.2. Vergoeding met het kapitalisatiesysteem 25.2.2. Morele schade 25.2.2.1. Algemeen 25.2.2.2. Esthetische schade 25.2.2.3. Seksuele schade 25.2.2.4. Genegenheidsschade 26. Overlijden 26.1. Materiële schade 26.1.1. Inkomstenschade 26.1.1.1. Langstlevende echtgenoot 26.1.1.2. Andere vergoedingsgerechtigden
XIV
113 113 113 115 117 121 121 122 123 125 126 133 133 134 141 144 145 145 145 146 147 148 149 149 151 152 152 157 160 161 164 164 168 173 186 186 186 189 190 193 193 193 193 202
Schaderegeling in België - Kluwer
Inhoud
26.1.2. Kosten na overlijden 204 26.2. Morele schade 206 27. Bijzondere vraagstukken 210 27.1. Interesten 210 27.1.1. Moratoire interest 210 27.1.2. Compensatoire interest 211 27.2. Voorschotten (of provisies) 225 27.3. Vooraf bestaande toestand 227 27.4. Opdracht van de medisch deskundige 228 27.4.1. Libellering opdracht medisch deskundige in de indicatieve tabel 2008 229 27.4.2. Gebruikelijk model opdracht medisch deskundige 236 Hoofdstuk V. Subrogatie bij samenloop van gemeen recht en sociaal recht 28. Samenloop met arbeidsongevallenverzekering 28.1. Geen optierecht 28.2. Dubbele begrenzing 28.3. Verbod van cumul van vergoedingen voor dezelfde schade . . . . 28.4. Twee verschillende vergoedingswijzen 28.5. Arbeidsongevallenverzekeraar openbare sector 28.6. Burgerrechtelijke immuniteit van werkgevers en werkmakkers. . 28.7. Overeenkomst AO / gemeen recht tussen verzekeraars 29. Samenloop met ziekenfonds 29.1. Cumulatieverbod en verschilregeling ten voordele van de verzekerde 29.2. Provisionele tussenkomst van de mutualiteit 29.3. Niet-tegenstelbaarheid van een regeling 29.4. Subrogatie 29.5. Preferentie- of prioriteitsrecht van het ziekenfonds 29.6. Aansprakelijkheidsverdeling tussen het slachtoffer en een aansprakelijke derde 29.7. Verschillende ongeschiktheidspercentages en -periodes in overeenstemming met de RIZIV wetgeving enerzijds en naar gemeen recht anderzijds 29.8. Verwittigingsplicht 29.9. Verjaring van de subrogatoire vordering 29.10. Conventie
239 239 239 240 241 241 244 249 253 253
263 263 264 266
Hoofdstuk VI. Naar een duurzaam schadeloosstellingsrecht? 30. Hulp aan slachtoffers - recente initiatieven 31. Aansluiting vinden bij initiatieven in het buitenland 32. Naar een duurzaam schadeloosstellingsrecht.' 33. Noodzaak van een wetgevend initiatief
270 270 271 273 280
Hoofdstuk VII. Bijlagen ƒ. Indicatieve tabel 2008 2. Kapitalisatie- en sterftetafels 2010 2.1. Zekere rente gedurende een aantal jaren
287 287 316 316
Kluwer - Schaderegeling in BeJgiè"
XV
258 258 259 260 261 262
Inhoud 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7.
Zekere rente met de duur van de mediaanlevensduur Zekere rente met duur gelijk aan levensverwachting Lijfrente levenslang Lijfrente tot 65 jaar Huidige waarde van 1 euro te betalen na n-jaren Levensduur projectie 2010
Trefwoordenregister
XVI
320 324 328 333 336 337 341
Schaderegeling in België - Kluwer