SC916 StairClimber Gebruikershandleiding
Nederlands Nautilus®
Bowflex®
001-7288-021208A
Schwinn® Fitness
StairMaster®
Universal®
Nautilus Institute®
Inleiding Hartelijk dank voor uw aankoop van de StairMaster® Commercial Series SC916 StairClimber, een merk van Nautilus, Inc. Al meer dan 30 jaar maakt Nautilus, Inc. de beste fitnessapparatuur ter wereld die in talloze fitnessclubs en huiskamers gebruikt wordt. Wij hopen dat dit product uw verwachtingen zal overtreffen en een waardevol instrument zal blijken. Lees deze handleiding aandachtig, zodat u vertrouwd geraakt met de werking van uw nieuwe SC916 StairClimber. Zo kunt u optimaal gebruikmaken van uw SC916 StairClimber en bent u verzekerd van veilige en efficiënte trainingen gedurende vele kilometers. Nautilus, Inc. Hoofdkantoor 16400 SE Nautilus Drive, Vancouver, WA 98683 ( 800 ) NAUTILUS ( 800-628-8458 ) nautilus.com
2 Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave Productspecificaties . ........................................................................................... 4 Veiligheidswaarschuwingen & -labels ............................................................... 5 Beginnen trainen..............................................................................................................7
Richtlijnen voor het op- en afstappen van de StairClimber .............................7 Bedieningen .....................................................................................................................8 Displaydefinities en -functies.................................................................................8 Toetsfuncties ............................................................................................................10 Programma's ............................................................................................................12 Toetsenbord voor de trainingsprogramma's . .....................................................12 Snelstartprogramma . ..............................................................................................14 Handmatig programma ...........................................................................................14 Vetverbrandingsprogramma ..................................................................................15 Calorieverbruiksprogramma ..................................................................................17 Intervallenprogramma . ...........................................................................................18
Train in HF zone ........................................................................................................19 Nautilus® Fit Test . ....................................................................................................21 Caloriedoel.................................................................................................................26 HF-intervallenprogramma . .....................................................................................27 Willekeurig programma ..........................................................................................28 Eigen intervallenprogramma . ................................................................................28 CPAT-programma .....................................................................................................29 Trainingsprogrammaopties ....................................................................................30 Hartslagmeting..........................................................................................................32 Telemetriehartslag....................................................................................................32 Onderhoud van de zendband . ...............................................................................33 Contacthartslag ........................................................................................................33 Hartslagprioriteit.......................................................................................................34 Consolecodes............................................................................................................36 Standaard- en aangepaste codes ........................................................................37 Machinestatuscodes................................................................................................38 Diagnosecodes..........................................................................................................39 Configuratiecodes.....................................................................................................41
Onderhoud ............................................................................................................. 43
Uw toestel verplaatsen............................................................................................43 Planning......................................................................................................................44 Batterijstatus controleren.......................................................................................45 Batterijback-up opnieuw opladen..........................................................................45 Batterij verwijderen & recyclen.............................................................................45
Contact opnemen met Nautilus, Inc...................................................................... 46 3 Gebruikershandleiding
Productspecificaties
Model SC916 Afmetingen: 27” B x 43” L x 68” H (68 cm x 109 cm x 173 cm) Toestelgewicht: 150 lbs (68 kg) Verzendgewicht: 178 lbs (81 kg) Trainingsruimte: 50” B x 81” L (127 cm x 205,74 cm) Inputvermogen: 9V DC 1,00 Amp Vermogen van de externe stroomadapters: VS & Canada, 120V 60Hz input, 9V DC 1,5A output Japan, 100V 50-60Hz input, 1,5A output Internationaal (EU & Australië/Nieuw-Zeeland), 230V (of 220-240V) 50Hz input, 9V DC 1,0A output Max. gewicht van de gebruiker: 300 lbs (136 kg) 4 Gebruikershandleiding
Veiligheidswaarschuwingen Dit icoontje wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of tot ernstige letsels.
Neem de volgende waarschuwingen in acht voor u dit toestel in gebruik neemt: Lees aandachtig de volledige gebruikershandleiding. Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel. •
Als dit toestel in een club gebruikt wordt, dan hebben de eindgebruikers deze handleiding misschien niet gelezen. Daarom is het de verantwoordelijkheid van de club om de gebruikers in te lichten over het correcte gebruik van het toestel en hen bewust te maken van de potentiële gevaren.
•
Houd kinderen uit de buurt van dit toestel. Houd hen goed in het oog als zij toch in de buurt van het toestel komen. Bewegende onderdelen kunnen in de ogen van kinderen minder gevaarlijk lijken dan voor volwassenen.
•
Raadpleeg een arts voor u een trainingsprogramma start. Stop met trainen wanneer u pijn of benauwdheid in uw borst voelt, kortademig wordt of u flauw voelt. Raadpleeg uw arts voor u het toestel opnieuw gebruikt.
•
Controleer of dit toestel geen losse onderdelen heeft of tekenen van slijtage vertoont. Kijk vooral goed de pedalen na. Neem contact op met de klantendienst van Nautilus ® voor meer informatie over eventuele reparaties. Gebruik uitsluitend oorspronkelijke StairMaster ® -vervangingsonderdelen die door Nautilus, Inc. geleverd worden.
•
Installeer en gebruik uw StairClimber op een harde en vlakke ondergrond.
•
Draag geen losse kleding of sierraden tijdens het trainen.
•
Maximale gebruikersgewicht: 300 lb (136 kg). Gebruik dit toestel niet wanneer u meer weegt dan het maximale gewicht.
•
Stabiliseer de pedalen voor u op het toestel stapt en wees voorzichtig wanneer u afstapt.
•
Houd minstens 19 inches (50 cm) vrije ruimte rondom het toestel. Dit is de aanbevolen veiligheidsafstand voor toegang en doorgang rond het toestel en voor het afstappen bij noodgevallen.
•
Vraag omstaanders om op een veilige afstand te blijven, minstens 3 feet (1 m). Laat niemand anders de operator aanraken, terwijl het toestel in beweging is.
•
Span uzelf niet overdreven in tijdens het trainen. Probeer niet met meer weerstand te trainen dan u fysiek aankunt. 5 Gebruikershandleiding
Waarschuwingsklevers voor u uw product in gebruik neemt: Zoek en lees alle waarschuwingsklevers op de StairMaster® Commercial Series SC916 StairClimber voor u uw product in gebruik neemt. Vervang beschadigde, onleesbare of ontbrekende waarschuwingsklevers. Als u vervangingsklevers nodig hebt, neem dan contact op met een Nautilus®-vertegenwoordiger op het nummer (800) 628-8458 (Noord-Amerika) of (41) (26) 460 77 77 (Internationaal kantoor). Klever 1: Algemene waarschuwing. Plaats:
Onderaan op de voorkant van het linkerpaneel (zie afbeelding 1).
Waarschuwing Klever Serienummer
Afbeelding 1 Klever 2: Algemene trainingswaarschuwing. Plaats:
Op de mast onder de console (zie afbeelding 2). SC916
MANUAL
CALORIE BURNER
FAT BURNER
1
2
3
4
5
6
7
INTERVALS
8
9
0 HR ZONE TRAINER
MORE WORKOUTS
STOP STOP QUICK START
STOP
STOP
Waarschuwing Klever
Afbeelding 2 6 Gebruikershandleiding
STOP
Beginnen trainen Opmerking: Overal in deze handleiding worden de aanduidingen "links", "rechts", "vooraan" of "achteraan" gegeven alsof u zelf op het toestel zit, klaar om te trainen. Richtlijnen voor het op- en afstappen van de SC916 StairClimber Verstrek aan alle gebruikers de onderstaande richtlijnen voor het op- en afstappen van de StairClimber. Volg deze instructies nauwgezet om letsels te vermijden. 1. De boodschap "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT") zou op het display moeten verschijnen. 2. Kies TRAIN HANDMATIG (MANUAL), zodat u het tempo van uw eerste training kunt controleren en aan de oefening kunt wennen. Druk op TRAIN HANDMATIG [MANUAL] en vervolgens op [ENTER]. 3. De console zal u vragen om uw lichaamsgewicht in te voeren. Voer uw gewicht in pond in (of in kilogram als de console op het metrische systeem is ingesteld). Corrigeer eventuele invoerfouten door op WISSEN [CLEAR] te drukken vooraleer u op [ENTER] drukt. 4. De console zal u vragen om uw stapsnelheid in te voeren. Voer uw gewenste stapsnelheid in van 24 (heel eenvoudig) tot 162 (heel moeilijk). Gebruikers die voor de eerste keer trainen, kiezen het best een lage stapsnelheid, zoals niveau 24. Corrigeer eventuele invoerfouten door op WISSEN [CLEAR] te drukken vooraleer u op [ENTER] drukt. 5. De console zal u vragen om uw trainingstijd in te voeren tussen 5 en 99 minuten. Druk op [1], [0], [ENTER] om tien minuten te trainen. Nadat u de tijd hebt ingevoerd, verschijnt de boodschap "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") op het display en begint uw programma. Als u niet begint te trainen binnen de 30 seconden, dan zal de console naar het startscherm terugkeren en uitgeschakeld worden. 6. Begin te trappen, zodat de pedalen tijdens de training de grond niet raken. Wanneer u begint te trainen, zal het HANDMATIGE (MANUAL) programma starten op het niveau dat u hebt ingevoerd. 7. Wanneer u de beweging in de benen begint te krijgen, drukt u op [LEVEL:£] en [LEVEL:] om de stapsnelheid aan te passen. 8. Ontspan u tijdens het trainen. 9. Stop en laat de pedalen voorzichtig naar beneden zakken alvorens van de StairClimber af te stappen. Gebruik de zijrails en hef één voet voorzichtig op, totdat de pedaalarm contact maakt met het bovenste blokkeersysteem. Plaats die voet nu op de vloer. Doe hetzelfde met uw andere voet. Laat de pedalen niet in de bovenste blokkeersystemen schieten, omdat dit onnodige slijtage zou kunnen veroorzaken. 7 Gebruikershandleiding
Bediening Het display en de bedieningen begrijpen De SC916-console is een computerpaneel waarmee de SC916 StairClimber bediend wordt en trainingsgegevens en de bedrijfsstatus van het toestel weergegeven worden. Neem voldoende tijd om de gebruikshandleiding te lezen en u vertrouwd te maken met de bediening van de SC916 StairClimber en met de plaats van alle toetsen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle trainingsopties van uw toestel. SC916
MANUAL
CALORIE BURNER
FAT BURNER
1
2
3
4
5
6
7
INTERVALS
8
9
0 HR ZONE TRAINER
MORE WORKOUTS
STOP
STOP
STOP QUICK START
STOP
STOP
Displaydefinities en -functies Computerdisplay en -functies: TIJD (TIME) De geselecteerde trainingstijd wordt afgebeeld links bovenaan op het bovenste displayvenster. Bij de meeste trainingen telt de timer de minuten en seconden af naar nul, totdat de training is voltooid of wordt gestopt. Als u in de trainingsprogramma's TRAIN HANDMATIG (MANUAL) of TRAIN IN HF ZONE (HR ZONE TRAINER) (0) invoert, dan zal de timer beginnen optellen. INTERVALTIMER De intervaltimer wordt op het onderste display weergegeven, (INTERVAL TIMER) bovenaan in de linkerhoek. De intervaltimer telt de resterende tijd
binnen elk interval af. 8
Gebruikershandleiding
Bediening STAPSNELHEID Door op de toets £ te drukken, verhoogt u de trainingsintensiteit (STEP RATE) en door op de toets te drukken, verlaagt u de trainingsintensiteit. Gebruikers moeten een arts raadplegen om een geschikte doelhartslag voor de training te bepalen op basis van leeftijd, gewicht en lichamelijke conditie. Nautilus® stelt enkele doelhartslagbereiken voor. Dit zijn echter slechts schattingen die niet als medisch advies beschouwd mogen worden. HARTSLAG (HEART RATE)
De huidige hartslag (HF) in slagen per minuut wordt naast het harticoontje op het onderste display weergegeven.
Percentage van de maximale hartslag - Er wordt een schatting van de maximale hartslag berekend op basis van de allernieuwste formule van het American College of Sports Medicine: Max. hartslag = 215 – (leeftijd * 0,75) Het percentage van de maximale hartslag wordt enkel in de HF-circuitprogramma's weergegeven. Voorbeeld: Voor een persoon van 40 jaar oud wordt de max. hartslag als volgt berekend: 215 – 40 (leeftijd) * 0,75) = 185. 185 slagen per minuut zou dus de gemiddelde maximale hartslag voor een 40-jarige gebruiker zijn. Als de gebruiker tijdens de training een hartslag van 140 slagen per minuut heeft, dan zal er in de linkerbovenhoek van het onderste display 76 % (140 / 185 = 76 %) verschijnen. Dit betekent dat, wanneer de 40-jarige gebruiker een hartslag van 140 slagen per minuut heeft, hij 76 % van zijn maximale hartslag heeft bereikt. (Raadpleeg de hartslagtrainingsprogramma's voor meer informatie.) AFSTAND (DISTANCE) Geeft het samengetelde totaal van de overeenstemmende afstand aan, in mijl (of in kilometer als uw display op metrische meeteenheden is ingesteld), die u hebt afgelegd. CALORIEËN (CALORIES) Geeft het huidige totaal van verbruikte calorieën aan tijdens een training. Opmerking: Dit is slechts een schatting, omdat het calorieverbruik van een gebruiker sterk varieert naar gelang van leeftijd, geslacht, gewicht en metabolisme. CALORIEËN/UUR Geeft de snelheid aan waarmee calorieën per uur (CALORIES/HOUR) verbrand worden met het huidige weerstandsniveau en stappen per minuut. SNELHEID (SPEED)
Geeft de stapsnelheid weer in stappen per minuut (SPM). 9 Gebruikershandleiding
Bediening WATTAGE (WATTS) Geeft het outputvermogen tijdens een training weer met de huidige pedaalverplaatsing en intensiteitsniveau, weergegeven in watt (746 watt = 1 pk). MET's (METs) MET (veelvoud van het basaal metabolisme) geeft het relatieve energieverbruik van een training aan. Wanneer u stilzit, verbruikt uw lichaam ongeveer 1 MET of 3,5 milliliter zuurstof per kilogram lichaamsmassa per minuut. Wanneer u traint, heeft uw lichaam meer zuurstof nodig om te functioneren. Wanneer u bijvoorbeeld met 10 MET's traint, dan ligt uw zuurstofverbruik tienmaal hoger dan in rusttoestand of ongeveer 35 milliliter per kilogram per minuut. Tijdens een training wordt het huidige MET-niveau op het display weergegeven. In het trainingsoverzicht wordt het gemiddelde MET-niveau weergegeven. Door tijdens een training de MET's in het oog te houden, kunt u zien hoe hard u zich inspan—hoe hoger het MET-niveau, hoe harder u zich inspant. TRAININGSPROFIEL Het puntmatrix-gedeelte van het display geeft het werkelijke (WORKOUT PROFILE) profiel van het geselecteerde trainingsprogramma weer. Hoe groter de kolom, hoe hoger de stapsnelheid en/of de MET's voor dat interval. De knipperende kolom geeft uw huidige interval weer.
TOETSFUNCTIES Display VERGRENDELEN / ONTGRENDELEN (Display LOCK / UNLOCK) - Statistiekentoets Tijdens het trainingsprogramma kan de toets Display VERGRENDELEN / ONTGRENDELEN (Display LOCK / UNLOCK) gebruikt worden om de trainingsstatistieken te bekijken die in de tekstlijn van het displayvenster worden weergegeven. Wanneer een training wordt gestart, is het display ontgrendeld en volgen de verschillende trainingsstatistieken elkaar op. Druk eenmaal op de [DISPLAY]-toets om de scanfunctie uit te schakelen en de huidige statistiek op het displayvenster weer te geven. Wanneer u opnieuw op de [DISPLAY]-toets drukt, zal de scanfunctie terug door de verschillende statistieken beginnen te lopen. Wanneer het display ontgrendeld is, zal de console de volgende statistieken in onderstaande volgorde doorlopen: mijlen, calorieën/uur, stappen per minuut, verdiepingen, wattage, MET's. Op het einde van de training worden de statistiekgemiddelden berekend op basisvan de gegevens die tijdens het trainingsprogramma verzameld zijn. 10 Gebruikershandleiding
Bediening SNELSTARTTOETS Met de snelstarttoets kunt u onmiddellijk een trainingssessie (QUICK START KEY) starten zonder dat u enige gebruikersinformatie hoeft te verstrekken. NIVEAU (STAPSNELHEID) De stapsnelheid kan op elk moment tijdens (LEVEL (STEP RATE)) OMHOOG- & de training aangepast worden. Door op de toets £ te drukken, v OMLAAGTOETSEN erhoogt u de stapsnelheid en door op de toets te drukken, (UP & DOWN KEYS) verlaagt u de stapsnelheid. Als u op een niveautoets drukt, verschijnt eerst de doelstapsnelheid op de tekstlijn. Nadien kunt u de stapsnelheid verhogen of verlagen door voort te blijven drukken. STOPTOETS (STOP KEY) Druk op de stoptoets telkens wanneer u het trainingsprogramma tot 2 minuten lang wilt pauzeren. Druk nogmaals op de stoptoets om de trainingsstatistieken weer te geven. Nadien zal het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT") opnieuw op het display verschijnen. CIJFERTOETSENBORD Het cijfertoetsenbord bevindt zich aan de rechterkant van de (NUMERIC KEYPAD) console. Tijdens de programma-instelling kunt u met dit (0-9) toetsenbord snel de vereiste informatie invoeren, zoals tijd, leeftijd, intensiteitsniveau, gewicht en hartslag.
Enter:
et de ENTER-toets bevestigt u trainingsselecties M en bewaart u de informatie die de console gebruikt om de trainingsstatistieken te berekenen.
Wissen (Clear): Tijdens de gegevensinvoering kunt u met de wistoets informatie uit het consolegeheugen verwijderen en terugkeren naar de vorige aanwijzing voor de invoer van gegevens.
11 Gebruikershandleiding
Bediening PROGRAMMA'S De StairMaster® Commercial Series SC916 StairClimber biedt een groot aantal verschillende programmaopties waarmee u op een zeer flexibele manier elk gewenst fitnessniveau kunt instellen. SC916
2
1 MANUAL
CALORIE BURNER
FAT BURNER
4
7
INTERVALS
5
8
3
6
9
0 HR ZONE TRAINER
MORE WORKOUTS
STOP
STOP
STOP QUICK START
STOP
STOP
Toetsenbord voor de trainingsprogramma's Het toetsenbord voor de trainingsprogramma's bevindt zich links van het display. Er zijn zes trainingsprogrammatoetsen, waaronder een toets voor meer oefeningen met allerlei geavanceerde programmaopties. Wanneer de console ingesteld staat op "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"), drukt u op een van de trainingsprogrammatoetsen om de gewenste training te bekijken. Nadat u de gewenste training hebt geselecteerd, volgt u gewoon de aanwijzingen voor het invoeren van de vereiste gebruikersgegevens voor dat programma. Bij het invoeren van de gegevens kan de gebruiker de standaardwaarden selecteren door op [ENTER] te drukken bij de aanwijzing op het display zonder eerst de gegevens te typen. Zo kunnen de volgende standaardgegevens op de console worden ingesteld:
12 Gebruikershandleiding
Bediening
Stapsnelheid: 41
Percentage max. hartslag: 70
Gewicht: 175 lbs (80 kg)
Intensiteitsniveau: 3
Leeftijd: (uitsluitend voor het programma Train in HF zone) 40 jaar
Trainingstijd: De standaardtijd in de geprogrammeerde trainingen en voor snelstart bedraagt 20 minuten. De programma's Train Handmatig en Train in HF zone hebben geen opgegeven standaardtijd. In deze programma's telt de consoletimer op tot de maximale tijd van 99 minuten. Wanneer u een programma hebt geselecteerd, volgt u de aanwijzingen op de console.
OER GEWICHT IN (ENTER WEIGHT): Voer uw lichaamsgewicht in pond in (of in V kilogram als de console op metrische maateenheden is ingesteld).
VOER STAPSNELHEID IN (ENTER STEP RATE): Voer uw gewenste stapsnelheid in. De StairClimber heeft een stapsnelheidsbereik van 24 tot 162. TIJDSINVOER 5-99: Selecteer de duur van de training van 5 tot 99 minuten.
13 Gebruikershandleiding
Bediening Het snelstartprogramma Met het snelstartprogramma kunt u meteen starten zonder dat u gebruikersgegevens hoeft in te voeren. Bij dit programma worden de standaardinstellingen gebruikt om het aantal verbruikte calorieën tijdens een trainingssessie te berekenen. U kunt het snelstartprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [SNELSTART] ([QUICK START]). Het bericht "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") wordt weergegeven en het programma begint trainingsstatistieken te verzamelen. 2. Tijdens de training: De stapsnelheid kan op elk moment tijdens de training worden gewijzigd met een druk op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) om de stapsnelheid te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de stapsnelheid te verlagen. Alle stapsnelheidswijzigingen worden weergegeven in de kolom die op dat moment aan het knipperen is. De nieuwe stapsnelheid wordt gedurende de rest van de training gebruikt, totdat het niveau opnieuw met de niveautoetsen wordt gewijzigd. 3. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). VERBRUIKTE CALORIEËN: Uw gewicht en stapsnelheid worden gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. Het handmatige programma Het handmatige trainingsprogramma stelt u in staat om tijdens de training zelf de stapsnelheid van de SC916 StairClimber te bepalen, terwijl toch nauwkeurige trainingsstatistieken worden bijgehouden op basis van uw gewicht. De standaardstapsnelheid is 41, tenzij dit tijdens de gegevensinvoer wordt gewijzigd. Het trainingsprofiel op het displayvenster is onderverdeeld in 30 gelijke intervallen binnen de geselecteerde trainingstijd. Het profiel is gebaseerd op het MET-niveau, waarbij elke MET gelijk staat aan een verticaal streepje. Het METniveau is gebaseerd op een combinatie van stapsnelheid en tijd. U kunt het handmatige programma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [HANDMATIG] ([MANUAL]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "HANDMATIGE TRAINING" ("MANUAL WORKOUT") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 14 Gebruikershandleiding
Bediening 2. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden.SFlb OPMERKING: U w gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 3. Op de console verschijnt "STAPSNELHEID" ("STEP RATE"). Voer de gewenste stapsnelheid in met de cijfertoetsen (24 - 162) en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5 – 99" ("ENTER TIME 5 – 99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardtijd te selecteren. Als u op [0] drukt, dan telt de timer op van 0:00 tot de maximale tijd van 99:00. 5. Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. De stapsnelheid kan op elk moment tijdens de training gewijzigd worden door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de stapsnelheid te verhogen of op de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de stapsnelheid te verlagen. Alle stapsnelheidswijzigingen worden weergegeven in de kolom die op dat moment aan het knipperen is. De nieuwe stapsnelheid wordt gedurende de rest van de training gebruikt, totdat het niveau opnieuw met de niveautoetsen wordt gewijzigd. 6. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). Het vetverbrandingsprogramma Het vetverbrandingsprogramma is een training met 30 intervallen en kleine intensiteitsniveauwijzigingen die de vetverbranding stimuleert bij gebruikers die een gewichtscontroleprogramma volgen. Het profiel in het midden van het display geeft de relatieve intensiteit aan. Als u het intensiteitsniveau wijzigt, dan verandert het resterende profiel niet. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot het einde van de training gelden. 15 Gebruikershandleiding
Bediening U kunt het vetverbrandingsprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [VETVERBRANDING] ([FAT BURNER]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "VETVERBRANDING" ("FAT BURNER") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 2. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk gewoon op [ENTER] om de standaardwaarde te gebruiken. Uw gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 3. Op de console verschijnt "VOER NIV 1-20 IN" ("ENTER LEVEL 1-20"). Voer het gewenste intensiteitsniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5 – 99" ("ENTER TIME 5 – 99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardtijd te selecteren. 5. Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. Het intensiteitsniveau kan op elk moment tijdens de training gewijzigd worden door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de weerstand te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de weerstand te verlagen. Wanneer u het intensiteitsniveau wijzigt, zal het resterende profiel toch onveranderd blijven. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot het einde van de training gelden. 6. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). VERBRUIKTE CALORIEËN: Uw gewicht en het intensiteitsniveau worden gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 16 Gebruikershandleiding
Bediening Het calorieverbruiksprogramma Het calorieverbruiksprogramma is een training met 30 intervallen voor gebruikers die hun aerobe capaciteit willen verhogen. De intensiteitswijzigingen zijn groter dan in het vetverbrandingsprogramma en zijn bedoeld om het hart- en ademhalingssysteem te belasten. Het profiel in het midden van het display geeft de relatieve intensiteit aan. Wanneer u het intensiteitsniveau wijzigt, zal het resterende profiel toch onveranderd blijven. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot het einde van de training gelden. U kunt het calorieverbruiksprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [CALORIEVERBRUIK] ([CALORIE BURNER]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "CALORIEVERBRUIK" ("CALORIE BURNER") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 2. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk gewoon op [ENTER] om de standaardwaarde te gebruiken. Uw gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 3. Op de console verschijnt "VOER NIV 1-20 IN" ("ENTER LEVEL 1-20"). Voer het gewenste intensiteitsniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5 – 99" ("ENTER TIME 5 – 99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardtijd te selecteren. 5. Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. Het intensiteitsniveau kan op elk moment tijdens de training gewijzigd worden door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de weerstand te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de weerstand te verlagen. Wanneer u het intensiteitsniveau wijzigt, zal het resterende profiel toch onveranderd blijven. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot het einde van de training gelden. 6. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). 17 Gebruikershandleiding
Bediening Het intervallenprogramma
Het intervallenprogramma is een training met 8 afwisselende rustintervallen en 7 trainingsintervallen. Een intervallencyclus bestaat uit een trainings- en een rustfase. U kunt het intensiteitsniveau in rust- en werktoestand afzonderlijk bepalen. Deze instellingen zullen dan voor de rest van de training bewaard worden. U kunt het intervallenprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets [INTERVALLEN] ([INTERVALS]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "INTERVALLEN" ("INTERVALS") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 2. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. Uw gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 3. Op de console verschijnt "VOER WERKNIVEAU IN" ("ENTER WORK LEVEL"). Voer het gewenste werkniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Op de console verschijnt "VOER RUSTNIV IN" ("ENTER REST LEVEL"). Voer het gewenste rustniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 5. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5 – 99" ("ENTER TIME 5 – 99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardtijd te selecteren. 6. Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. Het intensiteitsniveau kan op elk moment tijdens de training gewijzigd worden door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de weerstand te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de weerstand te verlagen. Elke niveauwijziging heeft enkel betrekking op de huidige rust- of werkfase. Als u het intensiteitsniveau van de werkfase wilt wijzigen, dan moet u het intensiteitsniveau tijdens een werkfase aanpassen. Als u het intensiteitsniveau van de rustfase wilt wijzigen, dan moet u het intensiteitsniveau tijdens een rustfase aanpassen. 18 Gebruikershandleiding
Bediening Wanneer u het intensiteitsniveau wijzigt, zal de rest van het profiel onveranderd blijven. Het nieuwe intensiteitsniveau blijft echter wel tot aan het einde van de training gelden. 7. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [STOP] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). Trainingsprogramma Hartslagzone (HF) Met het programma "Train in HF zone" kunt u trainen met een geselecteerde doelhartslag door automatisch het intensiteitsniveau (weerstand) aan te passen tijdens de training. De standaarddoelhartslag is gelijk aan 70 % van uw maximale hartslag, die met de volgende formule berekend wordt: Max. HF = 215 – (leeftijd * 0,75). Doelhartslag = max. HF * 0,7. Tijdens een training kunt u op elk gewenst moment overschakelen naar een nieuwe doelhartslag (tussen 100 en 180 slagen per minuut) door met de cijfertoetsen de nieuwe doelhartslag in te voeren en vervolgens op [ENTER] te drukken. U kunt het programma "Train in HF zone" als volgt gebruiken: 1. De beste resultaten verkrijgt u bij gebruik van een telemetrische borstband. U kunt echter ook de contactgrepen juist onder de console op de handvaten gebruiken. Als u een telemetrische borstband gebruikt voor hartslagmeting, brengt u de borstband aan. Denk eraan om de elektroden onder de borstband nat te maken. De console moet een hartslagsignaal detecteren voordat het programma Train in HF Zone kan worden geselecteerd. Als u de contactsensormethode gebruikt, plaatst u uw handen op de contactgrepen onder de console op de handvaten. 2. Druk op de toets [TRAIN IN HF ZONE] ([HR ZONE TRAINER]). In de tekstlijn verschijnt de boodschap "TRAIN IN HF ZONE" ("HR ZONE TRAINER") en het trainingsprofiel wordt op het onderste display weergegeven. Druk op [ENTER] om te bevestigen. 3. Op de console verschijnen vervolgens de volgende boodschappen: "Zoekt hartslag." ("Checking for HR.") "HF band nodig of pak sensors vast" ("Need HR belt or Hold HR sensors"). Wanneer de console een geldig signaal opvangt, zal het naar de volgende stap overgaan. 4. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of 19 Gebruikershandleiding
Bediening "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. Uw gewicht wordt gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen. 5. Op de console verschijnt nu "LEEFTIJD 10-99" ("ENTER AGE 10-99"). Voer uw leeftijd in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde van 40 jaar te aanvaarden. 6. Op de console wordt "DOEL HF" ("TARGET HR") weergegeven. A suggested THR will be displayed, based on your the numeric keypad and then press [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 7. Vervolgens wordt "TIJDSINVOER 5-99" ("ENTER TIME 5-99") op de console weergegeven. Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 8. Op de console verschijnt "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te tellen. De volgende berichten kunnen tijdens een training worden weergegeven: "CONTROLEER HF BAND" ("CHECK HR BELT")
Geeft aan dat het hartslagsignaal van de telemetrische borstband sinds 30 seconden ontbreekt.
"PAK SENSORS VAST" ("HOLD HR SENSORS")
Geeft aan dat het hartslagsignaal van de contactsensoren sinds 30 seconden ontbreekt.
"HF BAND NODIG" ("HR BELT Er is geen telemetrisch signaal opgevangen tijdens NEEDED") de installatietijd. "HF MODUS UIT" ("HR MODE DISABLED")
Geen hartslagsignaal toegestaan, omwille van de gekozen instellingsoptie. Hartslagmeting is niet mogelijk. U kunt de hartslagoptie wijzigen door de sectie hartslagprioriteit van deze handleiding te raadplegen.
9. Druk op de toets [STOP] om de training te onderbreken. Druk nogmaals op [Stop] om de training te beëindigen. De trainingsstatistieken worden weergegeven en vervolgens keert de console terug naar het bericht "KIES UW TRAINING" ("SELECT WORKOUT"). VERBRUIKTE CALORIEËN - Uw gewicht en het intensiteitsniveau worden gebruikt om het aantal verbruikte calorieën per minuut training en het totale aantal verbruikte calorieën tijdens de trainingssessie te berekenen.
20 Gebruikershandleiding
Bediening Doelhartslag De door de console geselecteerde doelhartslag is gebaseerd op leeftijd en is gelijk aan 70 % van uw maximale hartslag. Deze wordt berekend met de volgende formule: Max. HF = 215 – (leeftijd * 0,75) Doelhartslag = Max. HF * 0,7 Desgewenst kunt u de doelhartslag op dit moment met de cijfertoetsen wijzigen en vervolgens op [ENTER] drukken. Tijdens een training kunt u op elk gewenst moment overschakelen naar een nieuwe doelhartslag tussen 100 en 180 slagen per minuut door met de cijfertoetsen de nieuwe doelhartslag in te voeren en vervolgens op [ENTER] te drukken. Het intensiteitsniveau zal automatisch aangepast worden om de nieuwe doelhartslag te bereiken. Meer oefeningen Druk op de toets "Meer oefeningen" ("More Workouts") voor de geavanceerde programmaopties die hieronder beschreven staan. Gebruik de toetsen NIVEAU OMHOOG of OMLAAG (LEVEL UP of DOWN) om de programmaopties van MEER OEFENINGEN (MORE WORKOUTS) te bekijken. Druk op ENTER wanneer het gewenste programma op het display verschijnt. De Nautilus® Fit Test Informatie over submaximale fitheidstest Voordat u de StairMaster ® SC916 StairClimber gaat gebruiken voor submaximale fitheidstests, moet u weten dat bij alle submaximale tests wordt uitgegaan van een aantal vooronderstellingen: • Dat een constante hartslag wordt verkregen bij elke trainingsbelasting. • Dat er een lineaire relatie bestaat tussen hartslag, zuurstofverbruik en trainingsbelasting. • Dat de maximale hartslag voor een bepaalde leeftijd een uniform gegeven vormt. • Dat de mechanische efficiëntie van de uitgevoerde lichamelijke activiteit (d.i. het zuurstofverbruik bij een bepaalde trainingsbelasting) gelijk is voor iedereen. Houd er rekening mee dat een of meer van de bovengenoemde vooronderstellingen mogelijk niet kloppen bij een submaximale fitheidstest. Als, om welke reden dan ook, een van deze vooronderstellingen niet blijkt te kloppen, treden er fouten op bij het voorspellen van VO 2 max (Maximaal verbruikt zuurstofvolume per tijdseenheid). Helaas is het vaak moeilijk om aan alle vereisten voor de vier genoemde vooronderstellingen te voldoen. Zo kan een training van slechts enkele minuten bij een bepaalde trainingsbelasting te kort zijn voor veel mensen om tot een echt 21 Gebruikershandleiding
Bediening constante hartslag te komen. Om er zeker van te zijn dat de hartslag constant is, moet deze na twee minuten training bij een bepaalde trainingsbelasting worden gemeten en opnieuw na drie minuten bij dezelfde trainingsbelasting. Deze twee hartslagwaarden moeten vervolgens met elkaar worden vergeleken. Als het verschil tussen beide waarden meer dan vijf slagen per minuut bedraagt, moet de persoon in kwestie met intervallen van één minuut blijven doortrainen bij dezelfde trainingsbelasting totdat het verschil tussen twee opeenvolgende waarden minder dan vijf slagen per minuut bedraagt. Het is tevens belangrijk dat de verkregen submaximale hartslagen tussen 115 en 150 slagen per minuut liggen, omdat er bij de meeste volwassenen binnen dit hartslagbereik een lineaire relatie lijkt te bestaan tussen hartslag en zuurstofopname of trainingsbelasting. Als de hartslag minder dan 115 bedraagt, kunnen tal van externe factoren (zoals praten, lachen, bezorgdheid, enz.) een grote invloed op de hartslag hebben. Wanneer de hartslag een niveau tussen 115 en 150 bereikt, zijn externe factoren niet langer van invloed op de hartslag en bestaat er een lineaire relatie. Zodra de hartslag boven de 150 stijgt, wordt de relatie tussen hartslag en zuurstofopname kromlijnig. De derde vooronderstelling heeft betrekking op de maximale hartslag. De maximale hartslag is de hoogste hartslag die kan worden gemeten als een persoon traint tot het punt van totale vermoeidheid (oftewel uitputting) tijdens een geclassificeerde fitheidstest. De SC916 StairClimber maakt gebruik van de meest actuele formule voor het schatten van de gemiddelde maximale hartslag. Deze luidt: Max. hartslag = 215 – (leeftijd * 0,75) De maximale hartslag kan echter sterk variëren onder mensen uit de dezelfde leeftijdsgroep. Eén standaardafwijking is ±12 slagen per minuut. Dit betekent dat twee derde van de bevolking gemiddeld plus of min 12 hartslagen afwijkt van het gemiddelde in een voorspellingsformule. Als de op basis van de leeftijd voorspelde maximale hartslag van een persoon hoger ligt dan de daadwerkelijke maximale hartslag, dan wijkt zijn of haar geschatte VO 2 max af van de juiste of daadwerkelijke waarde. De laatste vooronderstelling betreft de mechanische efficiëntie. De zuurstofopname bij elke specifieke trainingsbelasting kan ongeveer 15 % verschillen bij verschillende personen. Daarom verschilt de hoeveelheid zuurstof die iemand bij een bepaalde trainingsbelasting verbruikt. Sommige personen verbruiken minder zuurstof bij het uitvoeren van een specifieke taak dan anderen. Bijgevolg kan het gemiddelde zuurstofverbruik bij een specifieke trainingsbelasting aanzienlijk variëren van persoon tot persoon. Daardoor bestaat de kans dat submaximale fitheidstests een te hoge schatting van de VO2 max-waarde opleveren bij mensen met een hoge mechanische efficiëntie en een te lage schatting bij mensen met een geringe mechanische efficiëntie. 22 Gebruikershandleiding
Bediening U mag niet vergeten dat submaximale fitheidstesten toch bepaalde voordelen bieden, hoewel ze minder nauwkeurig zijn dan maximale fitheidstesten. Zo kunnen de resultaten van dergelijke testen een vrij nauwkeurig beeld opleveren van de fitheid van een persoon zonder al de kosten, risico's, inspanningen (voor deze persoon) en de tijd die voor maximale fitheidstesten vereist zijn. Als een persoon regelmatig submaximale fitheidstesten aflegt en na verloop van tijd blijkt dat de hartslag van deze persoon afneemt bij een gelijke trainingsbelasting, dan kunt u met enige zekerheid besluiten dat deze persoon vooruitgang heeft geboekt wat betreft zijn fitheid (van hart en luchtwegen), ongeacht de nauwkeurigheid van de geschatte VO 2 max -waarde. Controles voor de test Voordat een fitheidstest wordt uitgevoerd (maximaal of submaximaal), moeten de deelnemers een korte medische/gezondheidstechnische vragenlijst invullen, hun bloeddruk en hartslag bij rust laten opmeten en een vrijwaringsformulier ondertekenen. De Physical Activity Readiness Questionnaire (vragenlijst voor bepaling van geschiktheid voor fysieke activiteiten), oftewel PAR-Q, is een voorbeeld van een geschikte medische/gezondheidstechnische vragenlijst voor het screenen van personen die een submaximale fitheidstest gaan afleggen. Gezondheids- en fitnessdeskundigen in Canada hebben uitgebreid (en met succes) gebruikgemaakt van de PAR-Q om te bepalen of iemand een fitheidstest zou moeten afleggen. Als een van de volgende zeven vragen van de PAR-Q met "Ja" wordt beantwoord, komt een deelnemer pas in aanmerking voor een fitheidstest na medische goedkeuring. Vragenlijst voor bepaling van geschiktheid voor fysieke activiteiten (PAR-Q) 1. Heeft uw arts u ooit verteld dat u een hartaandoening hebt en heeft hij of zij u geadviseerd om alleen lichamelijke activiteiten onder medische begeleiding uit te oefenen? 2. Krijgt u last van pijn op de borst tijdens lichamelijke activiteiten? 3. Hebt u de afgelopen maand last gekregen van pijn op de borst? 4. Verliest u regelmatig het bewustzijn of verliest u uw evenwicht ten gevolge van duizeligheid? 5. Hebt u bot- of gewrichtsproblemen die zouden kunnen verergeren door de voorgestelde lichamelijke activiteit? 6. Heeft een arts u ooit aangeraden medicijnen te gebruiken voor uw bloeddruk of voor een hartaandoening? 7. Hebt u weet, uit eigen ervaring of door doktersadvies, van andere lichamelijke bezwaren voor trainen zonder medische begeleiding? 23 Gebruikershandleiding
Bediening Submaximale fitheidstest van Nautilus® De Nautilus ® Fit Test is een programma dat een schatting maakt van de maximale aërobe capaciteit op basis van de reactie van de hartslag op submaximale trainingsinspanningen. Het testprotocol van Nautilus® is een reeks van 3 minuten durende perioden van continue training met toenemende intensiteit. De eerste fase is een opwarmingsperiode bij ongeveer 4 MET's. De intensiteit van de resterende perioden is gebaseerd op de reactie van de hartslag op de opwarmfase. De test is ontworpen om de constante hartslag van de persoon in kwestie te verhogen tot minstens 115 slagen per minuut. Vergeet niet dat twee opeenvolgende hartslagmetingen bij een hartslag boven 115 slagen per minuut nodig zijn om een voorspelling van de VO2 max-waarde te kunnen doen. De test duurt gewoonlijk tussen 6 en 15 minuten. Tijdens de test wordt bepaald of de hartslag niet van fase tot fase blijft stijgen. In het Nautilus®-protocol duurt elke inspanningsperiode 3 minuten, waarbij een hartslagmeting plaatsvindt gedurende de laatste 4 seconden van de tweede en derde minuut van elke fase. Als het verschil in hartslag binnen de 5 slagen per minuut ligt, wordt de hartslag gedurende de laatste minuut geregistreerd voor de huidige trainingsbelasting en gaat het programma door naar de volgende fase van 3 minuten. Het programma doorloopt twee tot vier fasen, totdat twee constante hartslagwaarden boven 115 slagen per minuut worden verkregen in twee opeenvolgende fasen. De lijn die wordt gegenereerd op basis van de getekende punten wordt vervolgens doorgetrokken naar de geschatte maximale hartslag op basis van de leeftijd. Vervolgens kunnen een bijbehorende maximale trainingsbelasting en VO2 MAX worden berekend. Als het verschil in hartslag aan het einde van de tweede en derde minuut meer dan vijf slagen bedraagt, wordt aan het einde van de derde minuut van elke fase de desbetreffende trainingsbelasting nog een extra minuut aangehouden. Aan het einde van de vierde minuut wordt de hartslag vergeleken met de hartslag aan het einde van de derde minuut. Als het verschil in hartslag binnen de 5 slagen per minuut ligt, wordt de hartslag gedurende de vierde minuut geregistreerd voor de huidige trainingsbelasting. Als het verschil in hartslag aan het einde van de derde en vierde minuut meer dan vijf slagen bedraagt, wordt de op dat moment gehanteerde trainingsbelasting nog een extra minuut aangehouden. Als het verschil in hartslag aan het einde van de vierde en vijfde minuut binnen de 5 slagen per minuut ligt, wordt de hartslag aan het einde van de vijfde minuut geregistreerd voor de huidige trainingsbelasting. Als het verschil in hartslag aan het einde van de vierde en vijfde minuut meer dan vijf slagen per minuut bedraagt, dan is de test mislukt. Nadat twee opeenvolgende hartslagmetingen van meer dan 115 slagen per minuut zijn geregistreerd, wordt de test met succes beëindigd en worden de resultaten weergegeven. De geschatte maximale aerobe capaciteit wordt weergegeven in ml/ kg/min. en MET's. Vervolgens worden de resultaten vergeleken met normatieve waarden voor andere personen in dezelfde leeftijdsgroep en van hetzelfde geslacht. 24 Gebruikershandleiding
Bediening U kunt de Fit Test als volgt gebruiken: 1. D oe de borstband om. Vergeet niet de elektroden onder de borstband te bevochtigen. 2. Druk op de toets [MEER OEFENINGEN] ([MORE WORKOUTS]). Gebruik vervolgens de toetsen Niveau OMHOOG of OMLAAG (Level UP of DOWN) om de programmaopties te bekijken. Wanneer "NAUTILUS FIT TEST" op de console verschijnt, drukt u op [ENTER] om de test te selecteren. 3. Op de console verschijnt "VOER GEWICHT IN - LBS" ("ENTER WEIGHT - LBS") (of "VOER GEWICHT IN - KG" ("ENTER WEIGHT - KG") als de console op metrische maateenheden is ingesteld). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen. 4. Op de console verschijnt nu "LEEFTIJD 10-99" ("ENTER AGE 10-99"). Voer uw leeftijd in met de cijfertoetsen. 5. Op de console verschijnt "VOER GESLACHT IN / 1 - MAN / 2 - VROUW" ("ENTER GENDER / 1 - MALE / 2 - FEMALE"). Voer de cijfercode voor uw geslacht in met de cijfertoetsen. 6. Op de console verschijnt nu "START FITTEST" ("BEGIN FIT TEST"). 7. De test wordt voortijdig afgebroken en de berichten "TEST BEËINDIGD / PROBEER LATER WEER" ("TEST TERMINATED / TRY AGAIN LATER") worden weergegeven als:
•
De gebruiker stopt met trainen op een willekeurig moment tijdens de test.
•
Op de toets [STOP] wordt gedrukt.
•
De hartslag bij elk inspanningsniveau gelijk of lager is dan bij het voorgaande inspanningsniveau.
•
De hartslag nooit 115 slagen per minuut bereikt.
•
De hartslag na de vijfde minuut blijft stijgen.
8. De test is voltooid als twee opeenvolgende constante hartslagwaarden boven 115 slagen per minuut worden gemeten. De test duurt minimaal 6 en maximaal 15 minuten. Er is geen afkoelingsfase aan het einde van de test. 9. De geschatte maximale aerobe capaciteit wordt weergegeven in MET's en VO 2 MAX . De resultaten worden vergeleken met normatieve waarden van mensen van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht1 (zie onder) en voorzien van een fitheidsclassificatie van "Laag" ("Low"), "Redelijk" ("Fair"), "Gemiddeld" ("Average"), "Goed" ("Good") of "Hoog" ("High"). 25 Gebruikershandleiding
Bediening Fitheidsclassificatie (VO 2 MAX ) EEFTIJD 20 – 29
30 – 39
40 – 49
50 – 59
60 +
Hoog
51,4 +
50,4 +
48,2 +
45,3 +
42,5 +
Goed
51.3 – 46.8
50,3 – 44,6
48,1 – 41,8
45,2 – 38,5
42,4 – 35,3
Gemiddeld
46.7 – 42.5
44,5 – 41,0
41,7 – 38,1
38,4 – 35,2
35,2 – 31,8
Redelijk
42,4 – 39,5
40,9 – 37,4
38,0 – 35,1
35,1 – 32,3
31,7 – 28,7
Laag
39,4 of minder 37,3 of minder 35 of minder
32,2 of minder 28,6 of minder
Hoog
44,2 +
41,0 +
39,5 +
35,2 +
35,2 +
Goed
44,1 – 38,1
40,9 – 36,7
39,4 – 33,8
35,1 – 30,9
35,1 – 29,4
Gemiddeld
38,0 – 35,2
36,6 – 33,8
33,7 – 30,9
30,8 – 28,2
29,3 – 25,8
Redelijk
35.1 – 32.3
33,7 – 30,5
30,8 – 28,3
28,1 – 25,5
25,7 – 23,8
Laag
32,2 of minder 30,4 of minder 28,2 of minder 25,4 of minder 23,7 of minder
Mannen
Vrouwen
1
T he American College of Sports Medicine, Guidelines for Exercise Testing and Prescription, 6th Edition, Lippincott Williams & Wilkins, Philidelphia, PA, 2000, p. 77.
Calorie Doel Met het caloriedoelprogramma kan de gebruiker een bepaald aantal tijdens de training te verbruiken calorieën instellen. U kunt het caloriedoelprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets MEER OEFENINGEN (MORE WORKOUTS). Gebruik vervolgens de toetsen Niveau OMHOOG of OMLAAG (Level UP of DOWN) om de programmaopties te bekijken. Wanneer "CALORIE DOEL" ("CALORIE GOAL") op de console verschijnt, drukt u op [ENTER] om dit programma te selecteren. 2. Op de console verschijnt vervolgens "VOER GEWICHT IN – LBS" (of "VOER GEWICHT IN – KG" indien metrische maateenheden). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 3. Op de console verschijnt "VOER STAPSNELHEID IN" ("ENTER STEP RATE"). Voer het gewenste intensiteitsniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Op de console verschijnt nu "VOER CALORIE IN" ("ENTER CALORIES"). Voer de gewenste caloriewaarde in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 5. Op de console verschijnt nu "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te lopen. 26 Gebruikershandleiding
Bediening HF intervalprogramma
Met het HF intervalprogramma kan de gebruiker een doelhartslag tijdens de training bepalen, de duur van de training met deze doelhartslag instellen, een doelhartslag in rusttoestand vastleggen en een totale trainingstijd invoeren. U kunt het HF intervalprogramma als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets MEER OEFENINGEN (MORE WORKOUTS). Gebruik vervolgens de toetsen Niveau OMHOOG of OMLAAG (Level UP of DOWN) om de programmaopties te bekijken. Wanneer "HF INTERVAL" ("HR INTERVALS") op de console verschijnt, drukt u op [ENTER] om dit programma te selecteren. 2. Op de console verschijnen vervolgens de volgende boodschappen: "Zoekt hartslag." ("Checking for HR.") "HF band nodig of pak sensors vast" ("Need HR belt or Hold HR sensors"). Wanneer de console een geldig signaal opvangt, zal het naar de volgende stap overgaan. 3. Op de console verschijnt vervolgens "VOER GEWICHT IN – LBS" (of "VOER GEWICHT IN – KG" indien metrische maateenheden). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Op de console verschijnt nu "LEEFTIJD 10-99" ("ENTER AGE 10-99"). Voer uw leeftijd in met de cijfertoetsen. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde van 40 jaar te aanvaarden. 5. Op de console wordt "TE BEHALEN HF" ("WORK TARGET HR") weergegeven. Er wordt een suggestie voor de doelhartslag gedaan op basis van uw leeftijd. Druk op [ENTER] om de berekende doelhartslag te aanvaarden of voer een andere doelhartslag in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [ENTER]. 6. Op de console verschijnt "VOER WERKTIJD IN" ("ENTER WORK TIME"). Dit is de tijdsperiode gedurende welke u wilt trainen in de actieve doelhartslagzone. Voer de gewenste werktijd in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. 7. Op de console verschijnt nu "RUST HARTSLAG" ("REST TARGET HR"). Er wordt een suggestie voor de doelhartslag gedaan op basis van uw leeftijd. Druk op [ENTER] om de berekende doelhartslag te aanvaarden of voer een andere doelhartslag in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [ENTER]. 8. Op de console verschijnt nu "VOER RUSTTIJD IN" ("ENTER REST TIME"). Dit is de tijdsperiode gedurende welke u wilt trainen in de inactieve doelhartslagzone. Voer de gewenste rusttijd in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 9. Op de console verschijnt nu "TIJDSINVOER 5-99" ("ENTER TIME"). Voer de gewenste totale trainingstijd in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 10. Op de console verschijnt nu "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te lopen. 27 Gebruikershandleiding
Bediening Willekeurig trainingsprogramma Het willekeurige trainingsprogramma is een programma dat op willekeurige wijze de intensiteit tijdens de training verandert. 1. Druk op de toets MEER OEFENINGEN (MORE WORKOUTS). Gebruik vervolgens de toetsen Niveau OMHOOG of OMLAAG (Level UP of DOWN) om de programmaopties te bekijken. Als "WILLEKEURIG" ("RANDOM PLAY") op de console verschijnt, drukt u op [ENTER] om dit programma te selecteren. 2. Op de console verschijnt vervolgens "VOER GEWICHT IN – LBS" (of "VOER GEWICHT IN – KG" indien metrische maateenheden). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 3. Op de console verschijnt nu "VOER NIVEAU IN" ("ENTER LEVEL"). Voer het gewenste gemiddelde intensiteitsniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Op de console verschijnt nu "TIJDSINVOER 5-99" ("ENTER TIME"). Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 5. Op de console verschijnt nu "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te lopen. Eigen intervals Met het programma eigen intervals kunnen gebruikers een persoonlijk intervallenprogramma samenstellen door het rustniveau, de rusttijd, het werkniveau, de werktijd en het totale aantal intervallen in te voeren. U kunt het programma eigen intervals als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets MEER OEFENINGEN (MORE WORKOUTS). Gebruik vervolgens de toetsen Level UP of DOWN om de programmaopties te bekijken. Wanneer "EIGEN INTERVALS" ("CUSTOM INTERVALS") op de console verschijnt, drukt u op [ENTER] om dit programma te selecteren. 2. Op de console verschijnt vervolgens "VOER GEWICHT IN – LBS" (of "VOER GEWICHT IN – KG" indien metrische maateenheden). Voer uw gewicht in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 3. Op de console verschijnt "VOER WERKNIVEAU IN" ("ENTER WORK LEVEL"). Voer de gewenste werksnelheid in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 4. Op de console verschijnt nu "VOER WERKTIJD IN" ("ENTER WORK TIME"). Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 28 Gebruikershandleiding
Bediening 5. Op de console verschijnt "VOER RUSTNIV IN" ("ENTER REST LEVEL"). Voer het gewenste rustniveau in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 6. Op de console verschijnt nu "VOER RUSTTIJD IN" ("ENTER REST TIME"). Voer de gewenste tijd in en druk op [ENTER]. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 7. Op de console verschijnt nu "AANTAL INTERVALLEN" ("# OF INTERVALS"). Voer het gewenste aantal intervallen in met de cijfertoetsen en druk op [ENTER]. De intervalkeuze gaat van 1 -15. Of druk op [ENTER] om de standaardwaarde te aanvaarden. 8. Op de console verschijnt nu "LEUKE TRAINING" ("ENJOY WORKOUT") en de timer begint te lopen. Het werk-/rustniveau kan op elk moment tijdens de training worden gewijzigd door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de weerstand te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de weerstand te verlagen. Elke wijziging van het werk-/rustniveau heeft enkel betrekking op de huidige rust- of werkfase. Als u de stapsnelheid van de werkfase wilt wijzigen, moet u de stapsnelheid tijdens een werkfase aanpassen. Als u de stapsnelheid van de rustfase wilt wijzigen, moet u de stapsnelheid tijdens een rustfase aanpassen. Wanneer u de stapsnelheid wijzigt, zal de rest van het profiel onveranderd blijven. De nieuwe stapsnelheid blijft echter wel tot aan het einde van de training gelden. CPAT Test De eerste fase is een opwarmingsinterval met een intensiteit van 56 stappen/min. Deze fase duurt 20 seconden. Op het einde van dit eerste interval wordt de timer opnieuw op nul gezet. De tweede fase doorloopt negen intervallen van 20 seconden met een intensiteit van 68 stappen/min. De CPAT Stair Climb Test heeft 10 intervallen in totaal en duurt 3 minuten en 20 seconden (opwarming inbegrepen). U kunt de CPAT Test als volgt gebruiken: 1. Druk op de toets MEER OEFENINGEN (MORE WORKOUTS). Gebruik vervolgens de toetsen Niveau OMHOOG of OMLAAG (Level UP of DOWN) om de programmaopties te bekijken. Wanneer "CPAT TEST" op de console verschijnt, drukt u op [ENTER] om dit programma te selecteren. 2. Op de console verschijnt nu "START FITTEST" ("BEGIN FIT TEST"). 29 Gebruikershandleiding
Bediening Opties tijdens een training Nadat het bericht "Leuke training" ("Enjoy Workout") wordt weergegeven, begint het programma uw trainingsstatistieken te verzamelen. De volgende trainingsstatistieken worden in de aangegeven volgorde vastgelegd: • TIJD • MIJLEN • CAL/UUR • STEP/MIN • NIVEAUS • WATTAGE • MET'S Doelhartslag (uitsluitend in hartslagprogramma's) Het raster van 20 x 30 op het onderste venster van het display geeft het trainingsprofiel van het geselecteerde trainingsprogramma weer. Elke kolom vertegenwoordigt een gelijke sectie van de totale training en de knipperende kolom wordt verplaatst in het raster naarmate de training vordert. De stapsnelheid of de doelhartslag tijdens een training wijzigen De stapsnelheid kan op elk moment tijdens de training worden gewijzigd door op de toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de weerstand te verhogen of de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de weerstand te verlagen. Op de console verschijnt "STAPSNELHEID" ("STEP RATE"). Bij hartslagprogramma's kunt u de cijfertoetsen gebruiken om de doelhartslag te wijzigen. Als de gebruiker op een cijfertoets drukt in een hartslagprogramma, dan verschijnt de boodschap "DOEL HF" ("TARGET HR") in de berichtregel. Nadat u de gewenste doelhartslag hebt ingevoerd, drukt u op [ENTER] om deze te bevestigen. De console zal de weerstand dan geleidelijk aanpassen, totdat u de nieuwe doelhartslag hebt bereikt. Doelhartslag De door de console geselecteerde doelhartslag in de werkfase is gebaseerd op leeftijd en is gelijk aan 80 % van uw maximale hartslag. Deze wordt berekend met de volgende formule: Maximale hartslag = 215 – (0,75 * leeftijd). Doelhartslag = Max. HF * 0,8 Desgewenst kunt u de doelhartslag op dit moment met de cijfertoetsen wijzigen en vervolgens op [ENTER] drukken. Tijdens een training kunt u naar een nieuwe doelhartslag (tussen 100 en 180 slagen per minuut) overschakelen door met de cijfertoetsen de nieuwe doelhartslag in te voeren en vervolgens op [ENTER] te drukken. 30 Gebruikershandleiding
Bediening De door de console geselecteerde doelhartslag in rusttoestand is gebaseerd op leeftijd en is gelijk aan 65 % van uw maximale hartslag. Deze wordt berekend met de volgende formule: Maximale hartslag = 215 – (0,75 * leeftijd). Doelhartslag = Max. HF * 0,65 Desgewenst kunt u de doelhartslag op dit moment met de cijfertoetsen wijzigen en vervolgens op [ENTER] drukken. De training onderbreken Het programma activeert automatisch de PAUZE-stand tijdens een training wanneer u op de STOP-toets drukt. De training zal worden onderbroken en het programma zal gedurende 2 minuten om de 3 seconden de volgende afwisselende boodschappen op het display weergeven: "Training pauze." ("Workout paused.") "Druk op stop of start" ("Press Stop or Start"). Als het programma in de PAUZE-stand wordt gezet, begint de intervaltimer vanaf 2 minuten af te tellen zodat u de resterende pauzetijd kunt zien. U kunt als volgt de PAUZE-stand verlaten: •
Aan het einde van de twee minuten afteltijd wordt de huidige training beëindigd, schuiven de verzamelde trainingsstatistieken over het display en wordt het openingsbericht van het programma opnieuw weergegeven.
•
Als de gebruiker op [STOP] drukt, wordt het programma beëindigd, schuiven de verzamelde trainingsstatistieken over het display en wordt het openingsbericht van het programma weergegeven.
•
Als de gebruiker op [SNELSTART] ([QUICK START]) drukt, gaat de training verder van waar ze onderbroken werd.
De training beëindigen Het programma is aan het einde van de training aangekomen wanneer de trainingstijd is verstreken of als u in de PAUZE-stand op de toets [STOP] drukt. Op dit moment ziet u alle trainingsstatistieken met de berekende gemiddeldes over het display rollen: TIJD, AFSTAND, CAL, Gem. CAL/UUR, Gem. STEP/MIN, NIVEAUS, Gem. WATTAGE, Gem. MET'S. Nadat de statistieken over het display zijn gerold, keert het programma terug naar het openingsbericht. Als u de trainingsstatistieken opnieuw wilt afspelen, drukt u op de toets Display OP SLOT/VRIJ (Display LOCK/UNLOCK). Elke trainingsstatistiek zal eenmaal gedurende 3 seconden op het display verschijnen. 31 Gebruikershandleiding
Bediening HARTSLAGMETING
De hartslagmeting stelt gebruikers in staat om hun inspanningsniveau te volgen door het weergeven van de hartslag tijdens het trainen. De Commercial Series SC916 StairClimber biedt twee mogelijkheden om uw hartslag te meten: •
Telemetrie (bijvoorbeeld via een zendband van Polar® of een compatibele zendband). Met een Polar-compatibele borstband wordt het hartslagsignaal naar de ontvanger in het het display gezonden. Het display toont de hartslag in slagen per minuut en gebruikt de HF-waarde in de HF-controlemodus.
•
Contactsensoren (handgreep). Sensoren op de handgreep detecteren de hartslag en geven deze op de regeleenheid weer. Dragers van pacemakers moeten hun arts raadplegen voordat ze de telemetrische zendband gebruiken.
Telemetrische hartslagmeting Het telemetrische hartslagmeetsysteem bestaat uit de ontvanger, die zich in het display bevindt, en een zendband (apart aan te kopen) die rond de borst wordt gedragen. De meetfunctie wordt geactiveerd zodra u de borstband omdoet en u zich binnen het bereik van de ontvanger in het toestel bevindt. Twee elektroden aan de onderkant van de borstband detecteren het hartslagsignaal en zenden het naar de ontvanger. Het decimaalteken uiterst rechts van de hartslagweergave knippert om aan te geven dat het display een geldig signaal ontvangt. Een microprocessor in de regeleenheid berekent de hartslag en geeft hem in slagen per minuut weer op het display. Maak de twee elektrodevlakken vochtig voor u de zendband omdoet (de gegroefde rechthoeken op de achterkant van de band). Bevestig de zendband zo hoog mogelijk onder de borstspieren. De zendband moet nauw aansluiten en gemakkelijk zitten en mag uw ademhaling niet belemmeren. Nadat het hartslagsignaal van de band is gedetecteerd, doorloopt het display een valideringsfase. Er zijn vier goede hartslagsignalen van vier seconden nodig, voordat de telemetrische hartslagsignalen worden aanvaard voor de duur van de trainingssessie. Als uw hartslag niet wordt weergegeven, dan probeert u het volgende: • • •
Ga dichter bij het display staan. Trek het elastische gedeelte van de borstband strakker aan. Plaats de band hoger of lager op uw borst. 32 Gebruikershandleiding
Bediening • •
Maak de elektroden opnieuw vochtig. T est uw borstband met een instrument waarvan u zeker weet dat het werkt of met een horloge met hartslagmeter waarvan u weet dat deze werkt.
Onderhoud van de zendband Maak de borstband regelmatig schoon met milde zeep en laat hem goed drogen. Achterblijvend zweet en vocht blijven de monitor activeren en putten zijn batterij uit. Gebruik geen schurende of chemische middelen als staalwol of alcohol bij het schoonmaken. De elektroden kunnen er blijvend door beschadigd worden. Vervangingsbanden zijn verkrijgbaar bij een officiële handelaar in fitnesstoestellen van Nautilus of op www.nautilus.com. Contactsensoren Dankzij het gebruik van ingebouwde roestvrijstalen sensoren in het handvat en geavanceerde software kan de hartslag gedurende de volledige trainingssessie worden gevolgd. De hartslag wordt op dezelfde manier weergegeven op het display als met de draadloze telemetrische borstband. De detectie van een hartslagsignaal door de contactsensoren wordt beïnvloed door een aantal factoren. Een beweging van de bovenlichaamspieren veroorzaakt een elektrisch signaal (spierartefact) dat de detectie van het hartslagsignaal door de sensoren verstoort. Een beweging van de handen terwijl ze in contact zijn met de sensoren veroorzaakt eveneens een storing. Eelt op de handen en handlotions vormen een isolatielaag en verminderen de signaalsterkte. Bovendien wekken sommige personen een onvoldoende sterk ECG-signaal op, dat niet kan worden gedetecteerd door de sensoren. Deze personen kunnen beter voor de telemetrische hartslagmeting kiezen. De contactsensoren ontvangen alleen inputsignalen wanneer uw handen de sensoren uit roestvrij staal op de handrails aanraken. Wanneer u de contactsensoren gebruikt, moet u uw handen rond de handgrepen plaatsen zodat ze zowel de boven- als de onderkant van de sensoren raken. Nadat het eerste hartslagsignaal is gedetecteerd, doorloopt de regeleenheid een valideringsfase. Tijdens deze fase moet een goed hartslagsignaal worden ontvangen binnen 10 tot 15 seconden. Zo niet, dan wordt er gewacht tot het systeem een geldig signaal ontvangt. Tijdens de valideringsfase herkent de regeleenheid geen telemetrische hartslagsignalen. De regeleenheid geeft een hartpictogram weer. Als tijdens het trainen een verkeerde hartslag wordt weergegeven, kan het helpen om uw handen van de handgrepen te verwijderen, ze droog te wrijven en daarna de handgrepen weer vast te nemen. In alle programma's wordt de hartslag automatisch weergegeven op het displayvenster wanneer de sensoren voor het eerst worden aangeraakt. 33 Gebruikershandleiding
Bediening HARTSLAGPRIORITEIT
Zowel de contactsensoren als telemetrische hartslagdetectie (bijvoorbeeld Polar®) zijn beschikbaar. De standaardprioriteit voor de hartslaginput is "EEN VAN INPUTS" ("EITHER INPUT"). Opties voor geblokkeerd/ongeblokkeerd hartslagsignaal Als de optie "EEN VAN INPUTS" ("EITHER INPUT") is geselecteerd, wordt er geen vaste bron voor het hartslagsignaal gebruikt tijdens de trainingssessie (als het signaal verloren gaat, wordt eender welke input aanvaard). Als de optie "GESLOTEN INPUT" ("LOCKED INPUTS") is geselecteerd, wordt tijdens de training het als eerste gedetecteerde signaal als vaste bron voor het hartslagsignaal gebruikt. U kunt als volgt een hartslaginput instellen of de hartslagoptie helemaal uitschakelen: 1. Druk op het toetsenbord van de console op [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]), [3], [ENTER]. Op het scherm wordt nu "Aanpassen" ("Customize") weergegeven. Gebruik de toets [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]), totdat "HF INPUT" ("HR INPUTS") verschijnt en druk vervolgens op [ENTER] om deze optie te selecteren. 2. Er zijn zes opties voor het verwerken van hartslaginputs. Druk op de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) en [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om door de opties te bladeren, totdat u de gewenste optie hebt gevonden. Druk op de toets [ENTER] om deze optie te selecteren.
De volgende opties zijn beschikbaar: GESLOTEN INPUT Zo kunnen ofwel telemetrie ofwel contactsignalen opgevangen (LOCKED INPUTS) worden. Nadat de console een geldig inputsignaal heeft gedetecteerd, wordt het andere type signaal geblokkeerd voor de duur van de trainingssessie. Als u bijvoorbeeld eerst met de contactsensoren werkt, dan kunt u tijdens uw trainingssessie alleen maar de contactsensoren gebruiken, zelfs als het signaal tijdens de training verloren gaat, en omgekeerd. EEN VAN INPUTS Zo kunnen ofwel telemetrie ofwel contactsignalen (EITHER INPUT) opgevangen worden. Er wordt geen inputsignaal geblokkeerd tijdens de volledige trainingssessie. Met deze optie wordt één van beide inputsignalen gedetecteerd tijdens een trainingssessie, maar altijd slechts één tegelijk en altijd pas nadat het andere signaal is weggevallen. ALLEEN TELEMETRIE Hiermee worden contactsignalen geblokkeerd en enkel (TELEMETRY ONLY) de telemetrische signalen gedetecteerd. ALLEEN HANDEN Hiermee worden telemetriesignalen geblokkeerd en enkel de (HAND ONLY) contactsignalen gedetecteerd. BEIDE HF UIT Hiermee wordt de optie om hartslagsignalen te detecteren 34 Gebruikershandleiding
Bediening (BOTH HR OFF) uitgeschakeld. Gebruikt in zeldzame situaties waarbij er te veel storing is met de HF-signalen. Tijdens trainingen waarbij hartslagmeting is vereist, zoals de programma's Train in HF zone en de Fit Test, pikt de console wel telemetrische hartslagsignalen op, zodat de programma's niet worden uitgeschakeld. HAND HF OFF (HAND HR PGRM OFF)
Betekent dat de HF-controleprogramma's een telemetrieband nodig hebben om te werken.
Geen enkel fitnessprogramma is geschikt voor iedereen. Alle fitnessprogramma's moeten door fitnessprofessionals worden ontworpen die zijn getraind in het afstemmen van het programma op de individuele doelstellingen en fitnessniveaus van elke klant. De volgende informatie met betrekking tot trainingsintensiteit, -duur en -frequentie is gebaseerd op gemiddelden en wordt hier alleen opgenomen als richtlijn voor gebruik door fitnessprofessionals. Programma's moeten zo nodig worden aangepast ten behoeve van comfort en veiligheid.
35 Gebruikershandleiding
Bediening CONSOLECODES
De volgende vier groepen consolecodes zijn beschikbaar: Aanpassing (codes die beginnen met 2 of 3), Toestelstatus (codes die beginnen met 4), Diagnose (codes die beginnen met 6 of 7) en Configuratie (codes die beginnen met 8). Elke groep codes wordt hieronder gedefinieerd. U kunt toegang krijgen tot deze consolecodes en de opties binnen elke groep door de instructies voor elke sectie te volgen. De SC916 StairClimber Aanpassen U kunt verschillende parameters op de SC916 StairClimber aan uw individuele behoeften aanpassen. Zo kunt u de standaardwaarden voor de training wijzigen en aangepaste parameters instellen, zoals tijdslimieten, een ander schermcontrast, een andere taal en andere eenheden. U kunt als volgt de standaardwaarden voor uw training wijzigen: 1. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]), [2], [ENTER]. Op de console verschijnt "STANDAARDWAARDEN" ("DEFAULTS"). 2. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP] of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om door de standaardwaarden te bladeren. Selecteer de optie die u wilt wijzigen door op [ENTER] te drukken. Gebruik vervolgens de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) of de cijfertoetsen om de waarde van de geselecteerde optie te wijzigen. Druk op [ENTER] om de gewenste waarde voor deze optie te selecteren. De volgende standaardopties zijn beschikbaar: Het standaardgewicht wijzigen Gebruik de cijfertoetsen of de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om het gewenste standaardgewicht voor uw fitnessclub te wijzigen. Druk op [ENTER] om de nieuwe waarde te aanvaarden. De standaardtrainingstijd wijzigen Gebruik de cijfertoetsen of de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om de gewenste standaardtrainingstijd te wijzigen. Stel deze in op een waarde tussen 5 en 99 minuten. Druk op [ENTER] om de nieuwe waarde te aanvaarden. De standaardleeftijd wijzigen Gebruik de cijfertoetsen of de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om de gewenste standaardleeftijd te wijzigen. Deze wordt gebruikt voor het berekenen van de doelhartslag. Het geldige leeftijdsbereik ligt tussen 10 en 99. Druk op [ENTER] om de nieuwe waarde te accepteren. 36 Gebruikershandleiding
Bediening Het standaarddoelhartslagpercentage wijzigen Gebruik de cijfertoetsen of de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om het gewenste doelhartslagpercentage te wijzigen op basis van de maximale hartslag. Deze waarde wordt gebruikt voor het berekenen van de doelhartslag op basis van het percentage van de maximale hartslag. Het geldige doelhartslagpercentage ligt tussen 10 en 90 %. Druk op [ENTER] om de nieuwe waarde te aanvaarden. Het standaardstartniveau wijzigen Gebruik de cijfertoetsen of de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om het gewenste standaardstartniveau tussen 1 en 20 te wijzigen. Druk op [ENTER] om de nieuwe waarde te aanvaarden. De standaardstapsnelheid wijzigenGebruik de cijfertoetsen of de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om de gewenste standaardstapsnelheid tussen 26 en 162 te wijzigen. Druk op [ENTER] om de nieuwe waarde te aanvaarden. U kunt als volgt de console aanpassen voor uw gebruik: 1. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]), [3], [ENTER]. Op de console verschijnt "AANPASSEN". 2. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om door de aanpassingsopties te bladeren. Selecteer de optie die u wilt wijzigen door op [ENTER] te drukken. Gebruik vervolgens de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) of de cijfertoetsen om de waarde van de geselecteerde optie te wijzigen. Druk op [ENTER] om de gewenste waarde voor deze optie te selecteren. De volgende aanpassingsopties zijn beschikbaar: Koel neer (Cool Down) Gebruik de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) en [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) of de cijfertoetsen om de gewenste afkoelingstijd in minuten in te voeren. Druk op [ENTER] om uw optie te selecteren. Kies statistiek (Select Stats) Gebruik de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om de gewenste statistiek te kiezen. Druk tweemaal op [ENTER] om uw optie te selecteren. Max. tijdslimiet (Max time limit) Gebruik de cijfertoetsen om de gewenste tijdslimiet tussen 20 en 99 minuten in te voeren. Druk op [ENTER] om de nieuwe tijdslimiet te aanvaarden. Druk op [0] en op het display zal de boodschap "TIJDSLIMIET UIT" ("TIME LIMIT OFF") verschijnen. 37 Gebruikershandleiding
Bediening Verander eenh. (Change units) Gebruik de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) en [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om over te schakelen tussen Amerikaanse en metrische meeteenheden. Druk op [ENTER] om uw optie te selecteren. HF input (HR inputs) Zie hartslagprioriteit in de vorige sectie voor meer details over de mogelijke keuzes. Taal (Language) Gebruik de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) en [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om de keuzes te bekijken (Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Nederlands en Japans). Druk op [ENTER] om uw optie te selecteren. Contrastwijziging van het bovenste lcd-scherm Gebruik de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) en [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om het contrastniveau van het bovenste lcd-scherm te verhogen of te verlagen. Druk op [ENTER] om uw optie te selecteren.
ontrastwijziging van het onderste lcd-scherm C Gebruik de toetsen [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) en [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om het contrastniveau van het onderste lcd-scherm te verhogen of te verlagen. Druk op [ENTER] om uw optie te selecteren. Auto Repeat (Niet gebruikt) 3. U kunt "AANPASSEN" ("CUSTOMIZE") afsluiten door op de toets [WISSEN] ([CLEAR]) te drukken. Statuscodes van het toestel U kunt als volgt onderhoudsgegevens bekijken, zoals het aantal loopuren van het toestel, het aantal trainingen, de afgelegde afstand, het toesteltype en de softwarerevisie: 1. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]), [4], [ENTER]. Op de console verschijnt "TOESTELSTATUS" ("MACHINE STATUS"). 2. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om door de opties te bladeren. Druk op [WISSEN] ([CLEAR]) om de statuscodes van het toestel te verlaten. De volgende toestelstatusopties zijn beschikbaar: Looptijd van het toestel in uren Geeft de looptijd van het toestel in uren weer. Op de console verschijnt "LOOPUREN #####" ("RUN HOURS #####"). Aantal trainingen Geeft het aantal keren weer dat er op een trainingstoets is gedrukt. Op de console verschijnt "TRAININGEN ####" ("WORKOUTS ####"). 38 Gebruikershandleiding
Bediening Niveaus Geeft het totale aantal doorlopen niveaus weer. Op de console verschijnt "NIVEAU ####" ("FLOOR #####"). Softwarerevisie Geeft het softwarerevisienummer van de console weer. Op de console verschijnt "CONS 41375-###". Toesteltype Geeft het toesteltype weer waarvoor de console momenteel geconfigureerd is. Op de console verschijnt "STAIRCLIMBER" of een andere toesteltype. Looptijd van het toestel in uren sinds vorige nulzetting (gebruikt voor onderhoud) Geeft de looptijd van het toestel weer sinds de vorige nulzetting. Op de console verschijnt "ONDERHOUDSUREN #####" ("MAINT HOURS #####"). Hiermee wordt het aantal uren tussen service- of onderhoudsbeurten aangegeven. De looptijd van het toestel wordt in de volgende sectie Diagnose teruggezet op nul. 3. U kunt "TOESTELSTATUS" ("MACHINE STATUS") afsluiten door op de toets [WISSEN] ([CLEAR]) te drukken. Diagnosecodes Diagnosecodes worden gebruikt om verschillende onderdelen van het toestel (zoals het display, het toetsenbord, de seriële poort, de dynamo en de snelheidsmeter) te testen, de logboekgegevens te bekijken en de tijd tussen service- of onderhoudsbeurten terug op nul te zetten. U kunt als volgt een diagnose uitvoeren en diagnosegegevens bekijken: 1. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]), [6], [ENTER]. Op de console verschijnt "DIAGNOSEGEGEVENS" ("DIAGNOSTICS"). 2. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om door de opties te bladeren. Selecteer de optie die u wilt bekijken door op [ENTER] te drukken. De volgende diagnoseopties zijn beschikbaar: Display testen U kunt het lcd-display testen door op [ENTER] te drukken als het bericht "DISPLAYTEST" ("DISPLAY TEST") wordt weergegeven. Op het consolescherm worden afwisselend alle lcd-segmenten en een representatief programmascherm weergegeven. Controleer of alle lcd-segmenten geactiveerd worden.
39 Gebruikershandleiding
Bediening Toetsenbord testen U kunt alle toetsen op het toetsenbord testen door op [ENTER] te drukken wanneer het bericht "TOETSTEST" ("KEY TEST") wordt weergegeven. Druk vervolgens op een willekeurige toets op het toetsenbord. De naam van deze toets zal in de tekstregel worden weergegeven. Druk als laatste op de toets [WISSEN] ([CLEAR]) om deze test af te sluiten. Seriële poort testen U kunt de seriële poort testen door op [ENTER] te drukken wanneer het bericht "SERIËLE TESTS" ("SERIAL TESTS") wordt weergegeven. Bij deze test wordt een seriële kringlooptest uitgevoerd. Selecteer de optie CSAFE RS-232. Om deze test met succes te kunnen uitvoeren, moet u een kringloopkabel in de juiste connectorpoort plaatsen. Op de console verschijnt "GESLAAGD" ("PASS") of "GEFAALD" ("FAIL"). Dynamo testen U kunt de dynamo testen door op [ENTER] te drukken wanneer het bericht "DYN TEST" ("ALT TEST") wordt weergegeven. Deze test controleert de dynamoveldroutines door de console. Ga op het toestel staan en druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) voor "veld aan" ("field on"). Na een korte trainingsperiode zou u de weerstand moeten opbouwen. Voor "veld uit" ("field off") drukt u op [Niveau: OMLAAG] ([Level: DWN]). Snelheidsmeter testen U kunt de snelheidsmeter van het toestel testen door op [ENTER] te drukken wanneer het bericht "SNELHEIDSMETERTEST" ("TACH TEST") wordt weergegeven. Begin op het toestel te trainen. De console regelt de dynamoweerstand op basis van het snelheidssignaal, zodat u tijdens de training ongeveer 2.000 toeren per minuut blijft aanhouden. Als dit niet gebeurt, dan is er mogelijk een probleem met de stroomaanvoer of het veldcircuit. Controleer de dynamo, de stroomkabel, de veldkabel, de diode, de stations en de hoofdkabel. I/O-testDruk op [ENTER] wanneer de boodschap “I/O TEST” wordt weergegeven. De waarden AUX en B+ stellen respectievelijk de stroom en de spanning voor die door de dynamo geleverd worden. AUX is ingedeeld in 1000 eenheden en B+ in 300 eenheden. Deze waarden zullen verhogen met de snelheid van de dynamo (beide waarden zullen naar 0 zakken als de dynamo in ruststand blijft). De “---”-weergave blijft altijd op het display staan, omdat de StairClimber geen magnetische sleutel nodig heeft. A Sensor B Niet van toepassing 3. U kunt "DIAGNOSEGEGEVENS" ("DIAGNOSTICS") afsluiten door op de toets [WISSEN] ([CLEAR]) te drukken. 40 Gebruikershandleiding
Bediening U kunt als volgt het foutenlogboek bekijken en de servicetimer terug op nul zetten: 1. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]), [7], [ENTER]. Op de console verschijnt "Onderhoudslogboek" ("Maintenance Log"). 2. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om door de opties te bladeren. Selecteer de gewenste optie door op [ENTER] te drukken. Foutenlogboek U kunt het foutenlogboek van het toestel weergeven door op [ENTER] te drukken wanneer het bericht "FOUTENLOG" ("ERROR LOG") wordt weergegeven. De console geeft verschillende foutberichten in het displayvenster weer. Het totale aantal fouten wordt weergegeven in het rechterbovenvenster. Opmerking: alleen de gemelde fout met de hoogste prioriteit wordt weergegeven. Fouten worden op twee manieren afgehandeld. De eerste manier is als een niet-fatale "WAARSCHUWING" ("WARNING"). Hierbij wordt het tekstbericht weliswaar weergegeven, maar blijft het systeem doorwerken totdat u op de toets [WISSEN] ([CLEAR]) drukt. De tweede manier is als een fatale "FOUT" ("ERROR"). Hierbij wordt de training beëindigd en gaat het systeem terug naar een inactieve intensiteitstoestand. Op de console wordt de tekst van het foutbericht weergegeven. U kunt het programma pas opnieuw starten, nadat u de stroom hebt uit- en ingeschakeld. Er zijn 16 mogelijke foutberichten. Servicetijd op nul zetten U kunt de tijd tussen service- of onderhoudsbeurten terug op nul zetten door op [ENTER] te drukken wanneer het bericht "ONDERHOUDSUREN" ("MAINT HOURS") wordt weergegeven. Druk op [0] en vervolgens op [ENTER] om de tijd terug op nul te zetten. QA ID Niet van toepassing 3. U kunt "Onderhoudslogboek" ("Maintenance Log") afsluiten door op de toets [WISSEN] ([CLEAR]) te drukken. Configuratiecodes 1. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]), [8], [ENTER]. Op de console verschijnt "CONFIGURATIE" ("CONFIGURATION"). 2. Druk op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om door de opties te bladeren. Selecteer de gewenste optie door op [ENTER] te drukken.
41 Gebruikershandleiding
Bediening Verander toetsel (Change Machine) Verandert het toesteltype van StairClimber naar StepMill®, fiets rev B, fiets rev A of crosstrainer. Rol het scherm naar beneden totdat "VERANDER TOESTEL" ("CHANGE MACHINE") wordt weergegeven. Druk op [ENTER] en vervolgens op [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) of [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN]) om door de opties te bladeren. Selecteer het gewenste toesteltype door op [ENTER] te drukken. Gegevensinstellingen resetten Rol het scherm naar beneden totdat "GEGEVENSINSTELLINGEN RESETTEN" ("RESET DATA SET UP") wordt weergegeven en druk op [ENTER]. Alle aangepaste klanteninstellingen worden gewist. OPMERKING: De console moet dan wel opnieuw geconfigureerd worden. Foutenlog wissen Rol het scherm naar beneden totdat "FOUTENLOG WISSEN" ("CLEAR ERROR LOG") wordt weergegeven en druk op [ENTER]. Wanneer "KLAAR" ("DONE") verschijnt, zijn alle in het foutenlogboek opgeslagen fouten gewist. Console resetten Rol het scherm naar beneden totdat "CONSOLE RESETTEN" ("RESET CONSOLE") wordt weergegeven en druk op [ENTER]. Alle standaardwaarden worden zo naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen gereset. OPMERKING: De console moet dan wel opnieuw geconfigureerd worden.
42 Gebruikershandleiding
Onderhoud Onderhoudsrapporten Ten behoeve van het onderhoud worden op de console van de SC916 StairClimber de looptijd in uren, het aantal trainingen, de tijd sinds de vorige servicebeurt, enz. bijgehouden. U kunt snel toegang krijgen tot de instellingsmenu's door op [NIVEAU: OMHOOG] ([LEVEL: UP]), [4], [ENTER] te drukken. Op de console verschijnt vervolgens "TOESTELSTATUS" ("MACHINE STATUS"). Gebruik de toets [Niveau: OMHOOG] ([Level: UP]) en [Niveau: OMLAAG] ([Level: DOWN] om door de opties te bladeren. Raadpleeg de statuscodes van het toestel in de voorgaande sectie voor meer informatie. De onderhoudsteller terug op nul zetten Zet na elke onderhoudsbeurt de teller terug op nul. Druk op [NIVEAU: OMHOOG] [LEVEL: UP]), [7], [ENTER]. Gebruik de niveautoetsen om de opties te bekijken. Wanneer "ONDERHOUDSUREN" ("MAINT HOURS") wordt weergegeven, drukt u op [ENTER]. Druk op [0] en vervolgens op [ENTER]. Druk op de toets [WISSEN] ([CLEAR]) om terug te gaan naar het beginscherm. De SC916 StairClimber verplaatsen Ga voor het toestel staan en neem de handvatten vast. Trek het toetsel naar beneden, totdat de wieltjes de grond raken. Opmerking: Ga niet op de plastic kap staan om het toestel op te heffen, zodat de transportwieltjes de grond zouden raken. Gebruik de stabilisatiestangen, zodat u de plastic afdekkingen niet beschadigt. Het toestel kan nu op de transportwieltjes worden voortgerold. Opmerking: De transportwieltjes mogen enkel binnen gebruikt worden. Zij dienen niet om over beton of asfalt te rollen. Eerste onderhoud Veeg bij ontvangst uw toestel schoon met een zachte, schone doek om het stof te verwijderen dat zich tijdens de verzending op het toestel heeft verzameld. U hoeft slechts enkele elementen op uw nieuwe toestel te monteren. Raadpleeg de montagehandleiding voor nadere details. De veiligheid en de prestaties van dit product kunnen uitsluitend gegarandeerd worden als het toestel geregeld op schade en slijtage gecontroleerd wordt. Schenk in het bijzonder aandacht aan de onderdelen die het meest onderhevig zijn aan slijtage, zoals de behuizing van de contactsensoren, de voetpedaalkussens en de onderste zijafdekkingen. Zorg ervoor dat beschadigde toestellen niet langer gebruikt worden en vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Richt al uw vragen m.b.t. onderhoud of het nut ervan tot een erkend Nautilustechnicus. Raadpleeg de belangrijke contactgegevens achteraan in deze handleiding voor nadere contactgegevens. 43 Gebruikershandleiding
Onderhoudsschema Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Om de 3 maanden
Opmerkingen
Algemeen onderhoud Controleer de veiligheids- en waarschuwingsklevers
X
Visuele controle van de stepkettingen
X
Dynamoriemspanning
X
Spanning op 30-45 inlbs
Of om de 300 uur
30W Olie
Oliën Aandrijf- en stepkettingen Nivelleer- en pedaalarmassen
Of om de 900 uur
Multifunctioneel vet
Veerriemschijf en pedaalassen
Of om de 900 uur
Multifunctioneel vet
Schoonmaken Maak de console schoon
X
Schoonmaken met een vochtig doek en daarna droog maken.
Onderste zijafdekkingen schoonmaken
X
Maak de buitenkant schoon met zeep en water of een verdund reinigingsmiddel.
Pedaalveren schoonmaken en oliën
Schoonmaken en inwrijven met een in olie gedrenkte doek.
X
Schoonmaken 1. Gebruik geen glasreinigers of andere huishoudmiddelen op de console. Maak de console dagelijks schoon met een met water bevochtigde doek en wrijf na met een droge doek. 2. Maak de buitenkant van het toestel dagelijks schoon met water en zeep of een verdund, niet op mineralen gebaseerd huishoudelijk schoonmaakmiddel.®. Inspectie 1. Controleer het frame tijdens de dagelijkse schoonmaak op roest, glimmende plekken of verfsplinters. Het zout dat in zweet zit, kan de niet-geverfde oppervlakken aantasten. Repareer beschadigde plekken met een bijwerkkit van Nautilus® (telefoneer naar de klantenservice voor bestelinformatie). Onderdelen en service Geregeld en gepland onderhoud verlengen de levensduur van uw Nautilus®uitrusting. Gebruik uitsluitend oorspronkelijke vervangingsonderdelen van Nautilus®. De klantendienst van Nautilus® raadt u aan om uw bestelling van vervangingsonderdelen telefonisch door te geven. De batterijstatus controleren 44
Gebruikershandleiding
Onderhoud 1. Raak met uw multimeter de rode draad naar de positieve pool van de batterij aan en de zwarte draad naar de negatieve pool. 2. Als het spanningsniveau lager dan 6,1 DC is, moet u de batterij opladen. De batterijback-up opladen De StairMaster® Commercial Series SC916 StairClimber is zelfaangedreven (snoerloos) met een oplaadbare batterijback-up. De StairClimber kan dus gebruikt worden zonder dat u het toestel op de externe stroombron hoeft aan te sluiten. Als de console echter begint te knipperen tijdens de bediening of het display licht tijdens het gebruik van het toestel niet meer op, dan moet u het toetsel op de externe stroombron aansluiten om de batterijback-up opnieuw op te laden. De externe stroombron wordt met het toestel meegeleverd en kan op een standaardstopcontact van 115 volt, 15 amp of 220 volt, 10 amp worden aangesloten. (Alle belangrijke spanningsstekkers zijn verkrijgbaar.) De aansluiting voor de externe stroombron bevindt zich aan de voorkant van de basis van het toestel. BELANGRIJK: Als u het optionele lcd-scherm wilt installeren, dan moet u nu de NV915-installatiehandleiding raadplegen. Sluit de externe stroombron op de connector aan en laad de batterij gedurende ongeveer 24 uur op. Controleer de status daarna opnieuw. U mag het toestel blijven gebruiken, terwijl de externe stroombron is aangesloten. De console wordt geactiveerd wanneer de gebruiker begint te stappen en zal in de pauzemodus tot 60 seconden opgelicht blijven. Zestig seconden nadat u de training gestopt bent, wordt de console uitgeschakeld. De console licht op en zal opgelicht blijven wanneer de externe stroombron is aangesloten. De batterij wegwerpen Wanneer u nieuwe batterijen bestelt, zult u uw oude loodzwavelzuurbatterijen moeten recyclen. Volgens de wetgeving van de meeste landen moeten loodzwavelzuurbatterijen gerecycled worden. Werp oude batterijen zeker niet weg. Lood is een giftig zwaar metaal dat gevaarlijk is voor levende organismen. Recycling Zet dit toestel niet bij het afval. Dit product moet worden gerecycleerd. Neem contact op met de klantenservice van Nautilus voor meer informatie over de geschikte afvoermethode. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de klantendienst op het nummer 800-NAUTILUS (800-628-8458) of (41) (26) 460 77 77 (Internationaal kantoor) of raadpleegt u de belangrijke contactgegevens in deze handleiding.
45 Gebruikershandleiding
Contactgegevens KANTOREN IN DE VERENIGDE STATEN:
INTERNATIONALE KANTOREN:
E-mail:
[email protected]
Voor technische ondersteuning en een lijst van de verkooppunten in uw regio kunt u bellen of faxen naar een van de volgende nummers.
TECHNISCHE DIENST/KLANTENDIENST Telefoon: 800-NAUTILUS (800-628-8458) Fax: (877) 686-6466 E-mail:
[email protected]
INTERNATIONALE KLANTENSERVICE Nautilus International S.A. Rue Jean Prouvé 1762 Givisiez / Zwitserland Tel: (41) (26) 460 77 77 Fax: (41) (26) 460 77 70 E-mail:
[email protected]
HOOFDKANTOOR Nautilus, Inc. Hoofdkantoor 16400 SE Nautilus Drive Vancouver, Washington, VS 98683 Telefoon: (800) NAUTILUS (800) 628-8458
KANTOOR IN CANADA: Nautilus Fitness Canada, Inc. 925 Keewatin Street Winnipeg, MB, Canada R2X 2X4 Telefoon: (866) 381-5996 Fax: (800) 532-6934 E-mail:
[email protected]
Houd het serienummer en de datum van aankoop van uw toestel klaar wanneer u Nautilus opbelt. Gebruik de ruimte in de onderstaande vakken om deze informatie te noteren. Het serienummer van uw toestel vindt u op de informatiepagina over de waarschuwingsklevers. Bel naar het nummer van het kantoor in uw regio.
Please record the following information for future reference.
Serial Number
DUITSLAND en OOSTENRIJK Nautilus Deutschland GmbH Albin-Köbis-Str. 4 51147 Köln Tel.: (49) 02203 2020 0 Fax: (49) 02203 2020 45 45 ITALIË Nautilus Italy S.r.l., Via della Mercanzia, 103 40050 Funo di Argelato - Bologna Tel.: (39) 051 664 6201 Fax: (39) 051 664 7461 ZWITSERLAND Nautilus Switzerland SA Rue Jean-Prouvé 6, CH-1762 Givisiez Tel.: (41) 026 460 77 66 Fax: (41) 026 460 77 60 Verenigd Koninkrijk Nautilus UK Ltd Nautilus UK, 4 Vincent Avenue, Crownhill, Milton Keynes, Bucks, MK8 0AB Tel.: (44) 1908 267 345 Fax: (44) 1908 567 346 CHINA Vertegenwoordigingskantoor van Nautilus Nautilus, Shanghai, 7A No.728, Yan’an Rd(West), 200050 Shanghai, China Tel.: (86) 21 523 707 00 Fax: (86) 21 523 707 09
Date of Purchase
46 Gebruikershandleiding
©2008. Nautilus, Inc. Alle rechten voorbehouden. Nautilus, het Nautilus-logo, Universal, het Universal-logo, Bowflex, StairMaster, het StairMaster-logo en Nautilus Institute zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Nautilus, Inc. Schwinn en het kwaliteitslabel van Schwinn zijn geregistreerde handelsmerken. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectievelijke bedrijven. Nautilus, Inc., Hoofdkantoor, 16400 SE Nautilus Drive, Vancouver, WA 98683 1-800-NAUTILUS www.nautilus.com
Nautilus®
Bowflex®
Schwinn® Fitness
StairMaster®
Universal®
Nautilus Institute®