02 10 Alumni magazine van de Universiteit van Tilburg
saskia maas ‘ik ben het prototype regelneef’ Crisis schudt nieuwe generatie alumni wakker
Kennis helpt couveusebaby en ADHD’er
Direct na haar Tilburgse studie stichtte Saskia Maas met Jon en Andrew Boom Chicago
Saskia maas 1 (+ 22) COVER Saskia Maas (Boom Chicago)
2 2-2010 |
TICKERTAPE 4 Laatste nieuws alumni en universiteit
7 INES RIBBERS in Indonesië
8 HOOFDVERHAAL Arbeidsmarkt van de 21ste eeuw
12 UNTIL …WE MEET AGAIN Topsporters terug in Tilburg
until inhoud ■
Hein vAn Oorschot Onze universiteit kent een fascinerend palet van activiteiten. Dat laat deze Until mooi zien. Naast de gebruikelijke aandacht voor ons hoog aangeschreven onderzoek, onderwijs en de maatschappelijke implicaties daarvan, treft u deze keer ook sport en cultuur aan. Zo leest u over de sportende studenten Steven Zwerink, een hardloper, en Stefan van der Mast, een zeiler. Zij voegden zich nog niet zo lang geleden bij het groeiende leger alumni. Verder vindt u een bericht over nieuwe sportfaciliteiten op de campus. In ons lopende strategisch plan heeft studenten-topsport een bijzonder plaatsje gekregen. Wij willen dat studenten die topsport bedrijven, dat goed kunnen combineren met hun opleiding. Daar hebben we al regelingen voor. Wat het strategische plan daaraan toevoegt, is dat wij twee typische studentensporten, roeien en hockey, centraal zetten. We willen in die sporten landelijk zichtbaar worden en studenten, die in die sporten willen uitblinken, extra stimuleren om hier te gaan studeren. Wij geloven oprecht in de Romeinse wijsheid ‘mens sana in corpore sano’. Dat onze alumni op veel terreinen actief zijn, mag ook blijken uit het artikel van Saskia Maas. Het gezelschap Boom Chicago, waaraan zij als directeur leiding geeft, is inmiddels een begrip. Het verbaast mij niet dat alumni op veel verschillende plekken in de maatschappij belanden. Maar ik moet toegeven, met Boom Chicago had ook ik geen rekening gehouden. Het laatste thema waarop ik graag de aandacht van de lezer vestig, is dat van de valorisatie (zie: pagina 16). Onze universiteit draagt natuurlijk aan de samenleving bij via ons fundamentele onderzoek en de vele afgestudeerden die we afleveren. Zij beschikken over de nieuwste kennis op hun vakgebied en manifesteren zich hopelijk als verantwoordelijke leiders van onze toekomst. Maar steeds actueler wordt de vraag of de universiteit ook direct economisch rendement oplevert in termen van bedrijven en producten. Het valorisatieartikel gaat daarop in.
colofon Until is een periodieke uitgave van de Universiteit van Tilburg en de Stichting Professor Cobbenhagen. Dit magazine beoogt de banden met alumni te versterken. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur. uitgever Communicatie en Marketing, Universiteit van Tilburg hoofdredactie Walther Verhoeven bladmanagement Tonke van de Ven redactieraad Jan Boelhouwer, Hein Coppes, Clemens van Diek, Dennis van Ham, Anne-Marie Hartog, Ewoud Jansen, Merlijn Jansen, Roel Lauwerier, Annemeike Tan, Dieuwke van Turenhout, Michelle te Veldhuis, Aniek Verhoeven bladformule, redactie-coördinatie en eindredactie Joost Bijlsma (Magma Publicaties) art direction en vormgeving Patrick Hoogenberg & Djuke Vaartjes (Curve bno) auteurs Tineke Bennema, Joost Bijlsma, Philip Dröge, Jorrit Roerdinkholder, Joost Peters, Corien Prins, José van der Waerden, Irene Herbers, Trix Jacobs, Sara Terburg, Tim van der Avoird fotografen Ben Bergmans, Ton Toemen, Erik Verburgt, Harry Verheijden, Nikkie Stoffels, Helen van Vliet, Sander van Alfen, Jan de Wit, Michel Campfens, William Hoogteylink, Nicole Fouchier druk Koninklijke BDU, Grafisch bedrijf redactieadres Postbus 90153 5000 le Tilburg meer informatie over alumniactiviteiten www.uvt.nl/alumni
Ik wens u weer heel veel leesplezier. Hein van Oorschot, Voorzitter College van Bestuur
16 FEATURE Valoriseren in de praktijk
21 COLUMN Corien Prins over sociale netwerken
25 TIJDGENOTEN 26 ALUMNI NIEUWS Actualiteiten voor alumni, 3 x Bestuurlijke Informatiekunde van verenigingen en UvT
30 U VROEG? Wetenschapsrubriek
32 BACKCOVER Kloof tussen katholieke kerk en gelovige
| 2-2010 3
UvT in het Nieuws: "Slimme partner is beter voor loopbaan ☒ Haagse UvT Sociët
slachtoffers geweld vaker werkeloos, uvt opent babyla Wiskunde B en d:
Scholieren krijgen les van UvT
Jan de Wit …was voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie Kredietcrisis. SP-kamerlid en alumnus Jan de Wit (65) legde vorig jaar het woordvoerderschap Justitie neer. De reden: hij zat de parlementaire commissie voor die onderzoek deed naar de Kredietcrisis. “Ik studeerde af in 1969 in Tilburg in wat men toen nog Publiek Recht noemde. Na 25 jaar werkzaam te zijn geweest als sociaal advocaat, kwam ik in 1998 in de Tweede Kamer voor de SP. Vier jaar geleden werd ik benoemd tot woordvoerder voor Justitie: een functie die ik een jaar geleden neerlegde nadat de fractievoorzitters mij verkozen tot voorzitter van de onderzoekscommissie Kredietcrisis. Een enorme eer! En vanwege de materie ook buitengewoon interessant: de financiële crisis is natuurlijk een politiek uitermate gevoelig onderwerp. Desondanks zijn we erin geslaagd te komen tot unanieme conclusies en aanbevelingen. Hoe het werk in zo’n commissie verloopt? Je moet onderscheid maken tussen interne besprekingen in de commissie en de officiële activiteiten. Een gewone vergaderdag beslaat al gauw zo’n 7 uur tot 8 uur. Als wij gesprekken hadden met deskundigen verschilde dat nogal, afhankelijk van het aantal mensen dat we hadden uitgenodigd, maar ook in dit laatste geval waren wij uren bezig. De openbare verhoren besloegen meestal ook volle dagen, en daar komt dan de grote belangstelling van de media nog bij. Aanpoten dus! Over het werk in de commissie kan ik helaas niet uit de school klappen. Toch zaten er spectaculaire verhoren tussen. Zo verklaarde voormalig ABN-AMRO-topman Rijkman-Groenink dat hij bij zijn opstappen ‘met een zekere mate van woestheid’ een aandelenpakket van 26 miljoen had geaccepteerd. De sfeer binnen de commissie was overigens uitstekend. Vergeet ook niet dat wij werden ondersteund door een staf van in totaal vijf onderzoekers, en door een griffier van de Kamer met twee Kamermedewerkers. En door de bodes natuurlijk, die ervoor zorgden dat het ons aan niets heeft ontbroken. Allemaal ondersteuning die van levensbelang is, wil zo’n werk slagen.”
4 2-2010 |
Om te stimuleren dat scholieren exact kiezen, haalt de Universiteit van Tilburg ze tegenwoordig al vroeg naar de collegebanken. Vwo-leerlingen van zeven middelbare scholen in de omgeving van Tilburg volgen sinds twee jaar wiskunde D op de universiteit en sinds kort ook aanvullende lessen in het basisvak wiskunde B. Het gaat om een initiatief van hoogleraar Speltheorie en Operations Research Herbert Hamers. Hij vreesde de gevolgen van het besluit om de verplichte uren wiskunde terug te brengen van 800 naar 600 uur per jaar. “Scholieren kunnen die leemte opvullen door vrijwillig te kiezen voor wiskunde D. Dat is een nieuw keuzevak (2007) dat bedoeld is voor leerlingen die interesse hebben in uitdagende mathematica, zoals complexe getallen, speltheorie, financiële wiskunde, cryptografie en besliskunde. Samen met de basisuren wiskunde kom je met
wiskunde D op 1.000 uren. Maar er zijn scholen die dit vak niet aanbieden, simpelweg omdat het te duur is om dit aan een beperkte groep te doceren.” Hamers liet het er niet bij zitten en ging het vak zelf op de universiteit aanbieden. Honderdzestig vwo-scholieren volgden het afgelopen jaar wiskundeles aan de UvT. Hamers: “Zeker dertig daarvan konden alleen D kiezen, omdat wij dat aanbieden.” Het door het universiteitsfonds, SPRINT (UP) en Senter Novem ondersteunde project bevalt erg goed. Zo goed dat de universiteit nu ook extra wiskunde B-lessen verzorgt. Dit gebeurt aan de hand van onderwerpen die docenten van het voortgezet onderwijs aandragen. Hamers heeft landelijke ambities met zijn project, via een e-learning module op: www.uvt.nl/wiskunded
Boek: Passies van het brein Botox voor wereldvrede Waarom zondigen we eigenlijk? In haar boek Passies van het brein schetst hoogleraar klinische neuropsychologie Margriet Sitskoorn op toegankelijke wijze hoe zonden in ons brein zijn verankerd. Ze gebruikt daarbij de zeven hoofdzonden (hoogmoed, hebzucht, lust, afgunst, vraatzucht, woede en luiheid) als kapstok. Met indrukwekkende patiëntverhalen en concrete praktijkvoorbeelden maakt Sitskoorn duidelijk hoe onze hersenen onze gedragingen sturen. Zo levert de zogenoemde facial feedback-hypothese
interessante aanknopingspunten op, vertelt de hoogleraar. “Het is gebleken dat mensen die een botoxbehandeling hebben gehad, minder woedend gaan kijken: hun gezichtsspieren kunnen dat simpelweg niet meer zo goed als voorheen. Daardoor krijgen hun hersenen het signaal dat ze ook daadwerkelijk minder woedend zijn – met als gevolg dat deze mensen zich ook minder woedend voelen. ” Een andere illustratie van de invloed van onze hersenen is het Hubris-syndroom, vervolgt Sitskoorn. “De Britse neuroloog
until tickertape ■
Sociëteit geopend ☒ UvT wetenschapper geeft antwoord op vragen over geheim ☒
Modern sportcentrum, nu met strand
Wie heeft er niet ooit een bal geslagen, met gewichten gestoeid of een teamsport beoefend op het Tilburgse Sportcentrum? Al jaren draagt het centrum bij aan de sportieve ambities van de UvT: zoveel mogelijk studenten, medewerkers en alumni aan het sporten krijgen,
David Owen stelt dat macht je brein corrumpeert: hoe meer macht je vergaart, hoe meer hoogmoed zijn intrede doet in de hersenen. Mensen die aan het Hubris-syndroom lijden, denken steeds egoïstischer en nemen daardoor uiteindelijk minder goede beslissingen. Van onder andere de Amerikaanse oud-president George W. Bush wordt gesteld dat hij kenmerken van dit syndroom vertoont.” Passies van het brein is geen zelfhulpboek, benadrukt Sitskoorn. “Wel biedt het je meer inzicht in je eigen gedragingen, waardoor je wellicht verdraagzamer wordt: richting jezelf en de mensen in je omgeving.”
op zowel top- als recreatief niveau. De moderne accommodaties weten veel (oud-)studenten en medewerkers over de sportieve streep te trekken. Zo groeide het aantal competitie spelende leden van tennisvereniging Lacoste flink door de aanleg van de nieuwe tennisbanen.
foto: Nikkie Stoffels
abylab, meer studenten slagen dankzij e-learning, slachtoffer
En verwelkomde volleybalvereniging Gepidae dit voorjaar een heuse beachvolleybaltak. Verder beschikt handbalvereniging Camelot sinds kort over een eigen trainingsbeachveld. Geen overbodige luxe: de beachmannen van Camelot draaien mee in de Europese top.
BAs van der schot
| 2-2010 5
minister Klink ☒ UvT wetenschapper geeft antwoord op vragen over gehei-
uvt in het nieuws: slachtoffers geweld vaker werkeMet zijn 27 jaar is hij een van de jongste wethouders van Nederland: Sander van Alfen, student Fiscaal Recht aan de UvT. In de Gelderse gemeente Buren is hij onder meer verantwoordelijk voor het jeugd- en jongerenbeleid.
De interesse in politiek zat er al vroeg in? “Al op vrij jonge leeftijd interesseerde ik me voor wat er gebeurt in de samenleving: ik houd van een goede discussie, en vind het leuk om innovatieve oplossingen voor vraagstukken te bedenken. Bovendien ligt de gemiddelde leeftijd van een lokale politicus behoorlijk hoog en dat vond ik jammer. Toen ik eens een raadsvergadering bijwoonde en ik daar alleen maar vijftigplussers over jeugdbeleid hoorde praten, wist ik: dit is mijn kans.”
foto: William Hoogteyling
Hoe gaat je politieke carrière zich ontwikkelen? “Dat is van zoveel factoren afhankelijk… Momenteel haal ik wel veel bevrediging uit de politiek: op lokaal niveau sta je midden in de samenleving, en door mijn leeftijd bereik ik een jonge doelgroep. De landelijke politiek trekt me verder, en een burgemeesterschap zie ik wel zitten. Maar ook mijn nu tijdelijk onderbroken studie Fiscaal Recht afronden, staat op het lijstje, dus misschien volgt er ooit toch nog een carrière als fiscalist. Politiek bedrijven is eigenlijk niets anders dan het maken van goed beargumenteerde keuzes, dus ook nu al doe ik mijn voordeel met de kritische blik die je ontwikkelt op de universiteit.”
6 2-2010 |
Viraal lokkertje
De nieuwe tweejarige Interna tional Master in Service Engineering (IMSE) wil wereldwijd studenten naar Tilburg lokken. De opleiding die in september 2010 start, zet daarvoor een onconventioneel middel in. Het gaat om de virale wervingscampagne, Hello World. Deze tracht, via social media als Facebook en Twitter, de grootste e-card ter
wereld te maken. Deze elektronische kaart groeit met het aantal profielfoto’s van deelnemers dat wordt toegevoegd. En de eigen toegevoegde profielfoto wordt automatisch groter naarmate de persoon in kwestie de e-card vaker doorstuurt. Meedoen? De campagne is te zien op www.erasmusmundusimse.eu/ helloworld
Ik! Wie is dat? Je kunt niet vroeg genoeg beginnen om kinderen met wetenschap kennis te laten maken. De Universiteit van Tilburg benadert daarom de doelgroep basisschoolleerlingen uit groep 7 en 8 via de Kinderuniversiteit. Onder die noemer organiseert de UvT sinds 2008 kindercolleges, met een bijbehorende boekenreeks. In het boek ‘Ik! Wie is dat?’ proberen Tilburgse wetenschappers op een
toegankelijke manier een antwoord te formuleren op de prikkelende vraag: wie ben ik eigenlijk? In toegankelijk geschreven artikelen passeren onderwerpen als zelfbewustzijn en identiteit, groepsdynamica, evolutie, religie en zingeving de revue. In diverse, door het boek verspreide portretten vertellen basisschoolleerlingen over zichzelf, hun leven en ambities.
Illustratie: Helen van Vliet
Hoe word je al op je 27ste wethouder? “Nadat ik op mijn twintigste actief lid werd van D66, vroeg de lokale partij Gemeentebelangen mij in 2006 als lijsttrekker. Twee jaar later volgde het fractievoorzitterschap van de gezamenlijke fractie Gemeentebelangen/ D66, en na een goed verkiezingsresultaat voor Gemeentebelangen, eerder dit jaar, zijn we mee gaan regeren. Inmiddels ben ik benoemd als wethouder, met onder meer jeugd- en jongerenbeleid, burgerparticipatie en regionale samenwerking in mijn portefeuille.”
until interview alumnus ■
‘Indonesië heeft van mij een ander mens gemaakt’ “Na mijn eerste bezoek aan een weeshuis heb ik twee dagen nodig gehad om mijn gevoelens een plekje te geven”, vertelt alumna Ines Ribbers. Zij liet het er niet bij zitten en startte een inzamelingsactie. Tekst: Sara Terburg
H
aar ervaringen in Indonesië zal Ines Ribbers niet snel vergeten. “En dat komt niet alleen door de armoede die ik heb gezien. Indonesische vrienden hebben veel minder kansen en lopen tegen heel wat moeilijkheden aan. Jonge ambitieuze vrouwen mogen niet uitkomen voor hun mening en homoseksualiteit is een taboe. Een homoseksuele vriend van mij leeft een dubbelleven. Echt gelukkig zal hij nooit kunnen worden. Eens zei hij: ‘Volgens mijn religie heb ik twee keuzes, of ik trouw met een vrouw, of ik pleeg zelfmoord’. Deze ervaringen hebben me een ander mens gemaakt, ik besef, voel en ervaar nu pas echt hoe fijn Nederland is.” Via studentenorganisatie AIESEC ging Ribbers in de herfst van 2009 naar Bandung om les te geven in Engels en Nederlandse en Westerse cultuur. Ook wilde ze weeshuizen bezoeken om te zien of ze iets voor de kinderen kon doen. Ze gaf twee maanden les aan leerlingen in de leeftijd van 7 tot 40 jaar. “Dat was erg leuk, vooral omdat ze steeds meer los kwamen en meer durfden te doen en vragen. Zo heb ik bijvoorbeeld met de jongsten hoofd-schouders-knieën-teen gezongen en met de ouderen gepraat over
godsdienst en homoseksualiteit. Met Andika, een Indonesische vriend die een weeshuis leidt, bezocht ik een aantal weeshuizen. We stuitten op trieste situaties waarbij kinderen op de grond sliepen en weinig te eten kregen. Uiteindelijk vonden we twee weeshuizen die mijn hulp goed konden gebruiken, naast het huis van Andika dat ik ook graag wilde helpen.” Dus begon Ribbers een inzamelingsactie: “Ik heb informatiebrieven geschreven naar alle contacten in mijn netwerk. Ik hoopte 2.000 euro binnen te halen, maar binnen enkele weken liep de teller op tot 15.000 euro. Een van de grote sponsors was VeranderVisie waar ik mijn afstudeerstage heb gedaan. Maar ook vrienden en familie gaven geld.”
→→ Speelmat Vooral in weeshuis ‘Tunas Melati’ liep Ribbers aan tegen grote armoede. Daar sliepen vijf jongens op een tweepersoons matras. “Ik heb de dertig kinderen hier gevraagd op te schrijven waar ze behoefte aan hadden. Ze vroegen om van alles, van kleding tot een rem voor een fiets. Eén jongen wilde graag iemand om mee te praten, dat was erg ontroerend.” Uiteindelijk zorgde Ribbers voor een opknapbeurt voor de huizen, nieuwe bedden, kleding, een nieuwe keuken, kasten, sportmaterialen en fietsen. “En toen was er nog geld over. In een ander weeshuis, eentje voor baby’s, was de leefomgeving wel schoon, maar werden de kindjes aan hun lot overgelaten in de box. Voor hen hebben we speelgoed gekocht dat de ontwikkeling stimuleert en twee operaties vergoed voor kindjes die een hernia hadden. In plaats van in de box, liggen de kinderen nu regelmatig lekker te spelen op de speelmat.” Het weeshuisproject is afgerond, maar Ribbers gaat vast nog eens terug. “Ik heb nu zoveel contacten, daar wil ik zeker nog eens iets mee doen.” ■ Wil je meer lezen over Ines’ belevenissen in Bandung? Kijk dan eens op: www.inesribbers. reismee.nl | 2-2010
7
loyale loonslaaf Het einde van de
De arbeidsmarkt heeft een metamorfose ondergaan: hordes flexwerkers en zzpers zijn hiervan het levende bewijs. En dan doet ook nog een compleet nieuwe digitale generatie haar intrede. Hoogleraar Ton Wilthagen pleit voor drastische hervormingen die het flexibele deel der werkende natie meer zekerheid bieden. ‘We kunnen niet langer genoegzaam achterover leunen.’ Vakbondsman Eric de Macker en hr-directeur Femmeke Ruisch, beide alumni, reageren. tekst: Tineke Bennema
8 2-2010 |
until hoofdverhaal ■
e tijden dat je heel je leven lang bij één werkgever bleef, zijn echt voorbij”, zegt hoogleraar arbeidsrecht Ton Wilthagen van de Universiteit van Tilburg. Hij is directeur van het instituut ReflecT (Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion at Tilburg University) dat zich buigt over arbeidsmarktvraagstukken. En gelooft dat we de kop niet in het zand kunnen steken voor maatschappelijke veranderingen. “De ontwikkelingen in de ICT gaan hard en er is veel concurrentie uitAzië. Als we daarin niet meegaan, dreigen we de boot te missen. Zoiets als het ontslagrecht zal op de schop moeten, het moet flexibeler gehanteerd kunnen worden”, vindt hij. Wilthagen beseft dat dit punt politiek gevoelig ligt. Daarom is het volgens hem nodig dat er iets tegenover staat. “Je moet werknemers zekerheid bieden. Dat kan in de vorm van mogelijkheden voor permanente scholing en goede (sociale) voorzieningen, ook voor flexwerkers en zzp-ers”, stelt Wilthagen. De term die hij hiervoor hanteert is ‘flexicurity’. →→ Flexibele schil Natuurlijk biedt de gevestigde orde weerstand tegen veranderingen zoals Wilthagen ze voorstelt. Zij zien dat oude verworvenheden, zoals ontslagbescherming, op de tocht komen te staan door de ontwikkelingen. Maar het is moeilijk te ontkennen dat de vaderlandse arbeidsmarkt drastisch is veranderd. Daar kan eigenlijk niemand omheen. Je hoeft er de cijfers van het CBS maar bij te pakken. Illustratief is bijvoorbeeld de toename van de ‘flexibele schil’: mensen die werken op kortlopende contracten of zelfstandigen (zzp-ers) die door bedrijven worden ingehuurd. In 1996 behoorde nog één op de vier tot deze flexibele categorie, anno 2010 is dat al één op de drie. En het ziet ernaar uit dat deze trend zich de komende jaren doorzet. De crisis laat eens te meer zien dat bedrijven belang hebben bij de mogelijkheid om flexibele arbeidskrachten te kunnen inschakelen. Dit maakt ze wendbaarder bij conjuncturele schommelingen. Daar komt nog bij dat we leven in een tijd van snelle ecologische en technologische veranderingen. Ondernemingen willen hun businessmodellen snel kunnen aanpassen. En gemakkelijk en vlot een beroep kunnen doen op, nieuwe, goed geschoolde en snel inzetbare medewerkers. →→ Koffer als kantoor En dan hebben we het nog niet gehad over de behoeften van de nieuwe generatie werknemers zelf. Met de vergrijzing in aantocht is de inzetbaarheid van deze werk-
| 2-2010 9
→→ Werkzekerheid De nieuwe generatie medewerkers mag flexibeler zijn, ze is tegelijk minder loyaal. Werkgevers moeten er daarom rekening mee houden dat ze talent, waarin ze wellicht veel hebben geïnvesteerd, sneller kwijtraken. De jongere werknemer verwacht nogal wat van zijn baas, volgens Borghouts. “Hij wil mogelijkheden voor een eigen dagindeling, flexibele dagen van verlof, maar ook voor doorstroom en opleiding. En goede regelingen voor zijn pensioen en een buffer tegen eventuele werkloosheid. Daar ligt de grote uitdaging voor de werkgevers. Er moet vertrouwen zijn in de werknemer, zodat met goede afspra-
Onderzoeker Irmgard Borghouts, ReflecT: ‘Wat in ons land ontbreekt, is een duidelijke visie op hoe we moeten inspelen op de veranderende wensen van werkgevers en werknemers’ 10 2-2010 |
FOTO: Paul van Riel /hh
krachten van levensbelang. Het is daarom zaak om te luisteren naar wat jonge mensen willen. Wilthagens rechterhand Irmgard Borghouts doet onderzoek naar arbeidsmarkt en werkzekerheid. Volgens haar is de ‘mindsetting van de jonge generatie totaal anders dan van de oudere generatie’. “De oudere generatie had een duidelijk pad voor zich, met sociale zekerheid van de wieg tot het graf en lang niet zoveel keuzes als de jongeren. Maar de werknemer met het vaste contract is een uitstervend ras.” Dit impliceert volgens de onderzoekster overigens niet dat de jongere generatie louter uit jobhoppers bestaat. “De jonge generatie wil vooral een interessante baan, met inhoud en ontwikkelingsmogelijkheden die te combineren is met gezin, vrienden en vrije tijd. Hij moet er zijn passie in kwijt. Het is dus echt een verkeerd beeld dat jongeren alleen materialistische motieven hebben als ze op zoek zijn naar een baan.” Een medewerker van de nieuwe generatie heeft ook andere competenties, vertelt Borghouts. “Hij is een multitasker, is overal en altijd bereikbaar en overal van op de hoogte. Zijn koffer is zijn kantoor. Hij print misschien nog maar een A4-tje per week, maar is productiever omdat hij gemotiveerd is. Van zijn baas krijgt hij kortlopende projecten, een target, die hij als een uitdaging ziet, en zelfstandig en naar eigen inzichten afrondt en dan graag de beoordeling van zijn baas hoort.”
ken maximale flexibiliteit kan worden geboden.” Het vraagstuk van werkzekerheid onderzoekt Borghouts ook in andere Europese landen. In Zweden bijvoorbeeld, werken de sociale partners veel meer samen dan in Nederland. Ze sluiten gemakkelijker akkoorden zonder veel overheidsbemoeienis. Borghouts: “Ze doen veel meer aan preventie van werkloosheid dan wij in Nederland. Ze helpen werknemers die in de gevarenzone zitten met een opleiding en een stappenplan. In Nederland grijpen we pas in als er crisis is. In Zweden zijn ze ook verder met kinderopvang, waardoor werknemers flexibeler zijn. Wat in ons land ontbreekt, is een duidelijke visie op hoe we moeten inspelen op de veranderende wensen van werkgevers en werknemers. Die visie moet zowel bij de overheid maar ook bij de sociale partners nog worden ontwikkeld. Mijn advies zou zijn: zorg dat je in de toekomst een psychologisch contract sluit, waarin het welzijn van de werknemer centraal staat.” Volgens Borghouts moet daarbij ook rekening worden gehouden met secundaire arbeidsvoorwaarden. Denk daarbij aan zaken als pensioen, kinderopvang en vakantieregelingen.
until hoofdverhaal ■
Alumna Femmeke Ruisch, Pearle en Eyewish Groeneveld: ‘Jongeren hebben nu al heel veel keuzemogelijkheden. Het is de vraag of je ze gelukkiger maakt door die ruimte nog groter te maken’
→→ Vastigheid Voorzitter van CNV Publieke Zaak Eric de Macker werkt al 23 jaar voor de vakbond. De alumnus herkent het beeld dat Wilthagen en Borghouts schetsen maar al te goed. Bij de bond buigen ze zich al over oplossingen voor het vinden van werkzekerheid: “De rechtszekerheid is niet meegegroeid met de uitbreiding van de flexibele schil. Daar maken we ons zorgen over. Ook omdat jongeren onder de dertig jaar nog lang niet bezig zijn met vastigheid in hun leven. Daarom bouwen ze maar mondjesmaat pensioen op. De oudere generatie heeft het wat dat betreft beter voor elkaar. We zullen een beroep op hen moeten doen om solidair te zijn met deze generatie, bijvoorbeeld door pensioenregelingen ook voor mensen met flexibele arbeidsrelaties aantrekkelijk te maken. Daarnaast willen we dat flexwerkers kunnen worden geschoold en gebruik kunnen maken van verlofregelingen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door hen een voor die doelen te besteden budget toe te kennen. Dat biedt de werknemer voldoende ruimte zelf de keuzes te maken waaraan hij of zij behoefte heeft”, vindt De Macker.
→→ Levensloopplan Een budget, een soort rugzakje voor iedere werknemer? Zou dat een handig instrument zijn voor de arbeidsmarkt van de toekomst? Alumna Femmeke Ruisch, directeur human resources van de optische retailketens Pearle in de Benelux en Eyewish Groeneveld in Nederland heeft haar bedenkingen: “We hebben al genoeg regels in Nederland en je gaat zaken alleen maar ingewikkelder maken. Jongeren hebben nu al heel veel keuzemogelijkheden. Het is de vraag of je ze gelukkiger maakt door die ruimte nog groter te maken. Zo is eerder al het levensloopplan ingevoerd, maar daar wil niemand gebruik van maken.” Het is overigens niet zo dat zij ontkent dat de huidige generatie bestaat uit een andere soort medewerkers. “De jongere generatie wil vooral inhoudelijk en interessant, afwisselend werk” zegt Ruisch. Wie deze generatie wil binden, moet haar in haar ogen steunen in opleiding en ontwikkeling. Zo biedt Pearle werknemers de mogelijkheid om langdurige opleidingen te volgen, waarbij de werkgever obstakels als tijd en kosten substantieel uit de weg probeert te ruimen. Over wat (en wat juist niet) sociale partners en overheid moeten doen, zal nog veel water door de Rijn stromen. Maar in ieder geval vergt de arbeidsmarkt van de 21ste eeuw een nieuwe visie, lef en veel aanpassingsvermogen, van zowel werkgevers als werknemers. Een hervorming is de enige manier waarop we onze marktpositie kunnen behouden, gelooft Wilthagen. “We kunnen niet meer genoegzaam achterover leunen”, stelt de hoogleraar. “Ik wil niet dat mijn dochters later toetsenborden hoeven te maken voor China.” ■
Alumnus Erik de Macker, CNV Publieke Zaak: ‘De rechtszekerheid is niet meegegroeid met de uitbreiding van de flexibele schil. Daar maken we ons zorgen over’
→
| 2-2010 11
‘Onze generatie is wel wakker geschud’
12 2-2010 |
until…we meet again ■
Steven Zwerink (1982) en Stefan van der Mast (1983) zijn verse alumni. Nog geen drie jaar geleden behaalden ze hun master Marketing Management. Toch is er alweer veel veranderd. De Olympische droom van Steven viel in duigen en de zorgeloosheid over de arbeidsmarkt verdween. Gebleven is de gezamenlijke passie voor sport. ‘Het liefst op hoog niveau, niet van dat halve werk.’ Tekst: José van der Waerden
→→ Geen monnikenbestaan
Foto: ton Toemen
Steven en Stefan leerden elkaar kennen via een gemeenschappelijke vriend. De beide Tilburgse studenten deelden veel. Allereerst hun roots - het oosten van het land – en dús een voorliefde voor Grolsch. Maar ook hun opleidingsgeschiedenis – via hbo en pre-master naar de master - en hun actieve lidmaatschap van de Marketing Associatie. En verder de sport natuurlijk. Stefan: “De situatie van Steven, die alles voor een succesvolle atletiekcarrière over had, was voor mij heel herkenbaar. Want ik combineerde ooit het Nederlands zeilteam met een duale hbo-opleiding. Zoiets is echt buffelen. Ik begreep het als hij dat ene biertje niet meer wilde gaan drinken.” Niet dat Steven een monnikenbestaan leidde. “Ik ben best vaak op stap gegaan, maar vrijwel alleen buiten het seizoen. Veel medestudenten kenden mij in het begin niet omdat ze me niet in de stad hadden gezien. Dat was soms een beetje vervelend. Stefan begreep mij het beste als het over mijn sport ging, maar gek genoeg realiseer ik me dat nu pas.”
| 2-2010 13
→
→→ Lopen en varen
In 2007 won Steven Zwerink bij het NK Atletiek in Amsterdam een zilveren medaille op de 400 meter. Drie jaar lang combineerde hij in Tilburg topsport en studie. “Maar een echte relatie tussen de universiteit en sporten was er niet. In 2004 had ik nog geen topsportstatus. Daardoor viel ik niet in een regeling. Pas toen ik in mijn afstudeerjaar internationale wedstrijden ging lopen, heb ik om coulance gevraagd. Dat was geen probleem, ik mocht er langer over doen. Ik trainde ook niet op de campus, maar op de atletiekbaan bij het Willem II-stadion.” Door veelvuldig blessureleed moest hij zijn droom, de
→→ Vet in het vergiet
Tijdens de periode Tilburg deden de twee veel samen. Allebei met volle tassen in de trein richting Twente en de Achterhoek. Vaak samen studeren, in de bibliotheek of thuis. En dan bij elkaar koken en eten. “Dan moest het altijd pasta zijn”, lacht Stefan. “Zonder vet, dus het gehakt ging even in het vergiet.” Hij doet dat nog steeds, meldt Steven. Ze halen herinneringen op aan de hechte vriendengroep, vanaf het introductiekamp tot aan het afstuderen. In augustus gaat de hele club naar Renesse. Op de Tilburgse campus komen ze zelden. Wel heeft Stefan een presentatie gehouden tijdens de pre-master dag. “Vertellen over verwachtingen en ervaringen, heel leuk.” Bij hun afstuderen leken de bomen tot aan de hemel te groeien, blikt Stefan terug. “Onze generatie heeft nooit tegenslag meegemaakt, alles was mogelijk. Nu zijn er bij mijn bedrijf al heel wat arbeidsplaatsen verdwenen.” Steven had alleen zorgen over blessures. “Nooit over iets als geld lenen voor je studie. Er waren toch voldoende banen. We zijn wel wakker geschud. Als ik nu student was, zou ik goed nadenken over de hoogte van zo’n lening en misschien wat extra gaan werken.”
14 2-2010 |
Stefan van der Mast
Olympische Spelen, opgeven. Steven doet dit jaar een stapje terug van de topatletiek en richt zich voorlopig op mountainbiken. “In juli hoop ik aan het NK mee te doen.” Ook Stefan van der Mast is bekend met topsport. In de jaren 1999/2000 maakte hij deel uit van het Nederlands zeilteam. “Ik ben daarmee gestopt omdat het niet meer te combineren was met mijn studie en baan. Nu begint het weer te kriebelen. Vorig jaar heb ik een paar wedstrijden gezeild en dat beviel goed. Maar om echt mee te kunnen doen, heb je veel vrije tijd en een eigen boot nodig.”
until…we meet again ■
‘Veel medestudenten kenden mij in het begin niet omdat ze me niet in de stad hadden gezien’
Steven Zwerink →→ Steven Zwerink en → Stefan van der Mast
Na zijn afstuderen ging Steven Zwerink bij DSM aan de slag als business to business marketingconsultant. Sinds mei werkt hij als strategieconsultant bij Fronteer Strategy. Dat is een jong bedrijf dat zich meer bezighoudt met zijn ‘oude liefde’ consumermarketing. Hij woont in Amsterdam. “Bij DSM kon ik door een 24-urige werkweek topsport met werk combineren. Nu ligt het zwaartepunt op mijn baan, al heb ik bewust
gekozen voor 32 uur om tijd over te houden voor andere dingen.” Stefan van der Mast woont in Utrecht en werkt bij Atos Consulting als senior consultant customer management. “Terugkijkend heb ik veel gehad aan de lessen van de heer Roest, onze docent Brandmanagement. Hij gaf niets cadeau en liet je zwemmen. Zo werd je geleerd om zelf anders naar oplossingen te kijken en dieper tot de kern te gaan. Dat gebruik ik nu in mijn werk.” | 2-2010 15
Met kennis de wereld een beetje beter maken
Valoriseren: 1 interview, 3 cases
Valorisatie is het aan de maatschappij ter beschikking stellen van wetenschappelijke kennis. Dit past goed bij een universiteit die 'Understanding Society' hoog in het vaandel heeft staan. Philip Eijlander ziet het als een belangrijke pijler naast fundamenteel onderzoek. Een kort interview met de rector magnificus over valorisatie. Plus drie praktijkvoorbeelden. Tekst: Irene Herbers
Welke plaats neemt valorisatie in? Philip Eijlander: “Ik geloof in diversiteit, niet in eendimensionaal denken. Zowel qua onderwijs als onderzoek moet de universiteit alle kansen benutten, maar niet iedereen moet zich primair op valorisatie richten. Op een aantal punten zijn we academisch heel sterk en dat moet zo blijven. Laten we niet in de val trappen dat iedereen precies hetzelfde moet gaan doen.”
Sommige onderzoeksgroepen wel, andere liever niet? “Ja, Tilburg heeft ze ook allebei. We hebben groepen die internationale toppublicaties schrijven en groepen waarmee we op de verbinding met de samenleving mikken.”
Wat is een goed voorbeeld van die laatste? “Tranzo is een wetenschappelijk centrum op het terrein van welzijn en zorg. Via haar academische werkplaatsen slaat zij de brug tussen onze wetenschap en de praktijk in de zorg. Tranzo werkt veel met scientist-practitioners: iemand promoveert bij ons, maar werkt in de praktijk. Het gaat deze mensen niet om het schrijven van wetenschappelijke publicaties op het allerhoogste niveau. Hier draait het om het doen van onderzoek met directe consequenties voor de praktijk. Denk aan terreinen als preventie, chronische zorg of kwaliteit van ziekenhuizen. Tranzo laat duidelijk zien welke toegevoegde waarde we voor de samenleving hebben. Ik ben blij met ze, maar niet alle onderzoeksinstituten zouden zoals Tranzo moeten zijn.”
Voor welke sectoren ziet u de belangrijkste rol weggelegd? “Zorg en welzijn, veiligheid, de arbeidsmarkt en duurzaamheid.”
Hoe te valoriseren: vooraf of achteraf? “Wat mij betreft zit valorisatie vooral aan de achterkant. Ik ben niet voor een lijn waarbij je de onderzoekers vooraf beperkingen oplegt omdat je maatschappelijk relevant wil zijn. Primair is dat wij goed onderzoek doen en daarin is de keuze van de wetenschappers leidend. Je moet hen vooraf niet gaan verplichten om bepaalde vragen te stellen. Is het onderzoek klaar en gepubliceerd, dan pas is het zaak om te kijken hoe we verdere winst kunnen boeken. Vanaf dat moment gaat het om een systematisch antwoord op de vraag: wat hebben de economie en de samenleving eraan?”
Bedoelt u ‘nog een persbericht en/of vakpublicatie eruit’ en klaar? “Dat is te vrijblijvend om valorisatie echt van de grond te tillen. Valorisatie draait om netwerken, om hybriditeit. Het gaat om het intensief verbinden van wetenschap en maatschappij. Alleen een vakpublicatie zet geen zoden aan de dijk. Het gaat om vormen zoals academische werkplaatsen, scientist-practitioners (duale promoties), stageplekken, bijzondere hoogleraarschappen…”
Is daar nog een rol weggelegd voor onze alumni? “Alumni op de arbeidsmarkt kunnen ons zeker verder helpen. Door bijvoorbeeld op te treden als ambassadeurs. Zij hebben de contacten op terreinen waar wij wetenschappelijk actief zijn, zij kunnen de universiteit met de praktijk verbinden. Ik daag alumni graag uit om met ons mee te denken over de manieren waarop we onze kennis kunnen doorgeven.” 16 2-2010 |
until feature ■
→ | 2-2010 17
Valorisatie I
Optimale zorg voor baby’s at risk Couveusebaby Tom kijkt zijn moeder nieuwsgierig aan. “Zie je die geopende handjes?”, zegt verpleegkundige Roos. Ze bespreekt met de ouders een video-opname... Video Interactie Begeleiding (VIB) is een methode die in ziekenhuizen wordt gebruikt om de ouders van te vroeg geborenen te begeleiden in het contact met hun kindje. Bij VIB wordt een aantal contactmomenten tussen ouders en kind gefilmd en doorgesproken. "Die begeleiding is hard nodig", zegt epidemioloog Hannah Hoffenkamp, die samen met orthopedagoog Anneke Too-
‘Ook te vroeg geboren baby’s ontspannen door liefkozing en het horen van een bekende stem’
→→ Signalen In Nederland worden elk jaar ongeveer 16.000 kinderen na een zwangerschap van minder dan 37 weken geboren. Het contact tussen ouders en couveusekinderen verloopt vaak moeizaam, om allerlei redenen. Zo verhindert de apparatuur het directe contact. Hannah: “Ouders vallen vaak stil als ze voor de couveuse staan. Ze durven hun kindje niet aan te raken of gebruiken geen taal meer. Dat terwijl ook te vroeg geboren baby’s ontspannen door
FOTO: Frank Muller /hh
ten, onder leiding van Hedwig van Bakel, de effectiviteit van de VIB-methode onderzoekt. “Een couveuseperiode is een onderbreking van het natuurlijke proces van een kind krijgen en daar een band mee opbouwen. De precaire toestand van de baby en de emo-
ties van de ouders hinderen een goed contact. Premature kinderen zijn baby’s at risk. Niet alleen qua neurologische problematiek, zij lopen ook sociaal-emotioneel risico.” Als de band tussen ouders en baby’s niet goed tot stand komt, kunnen er gezinsproblemen ontstaan. Vroege effectieve hulp kan veel leed voorkomen.
liefkozing en het horen van een bekende stem.” Premature kinderen zijn snel overprikkeld en als dat zo is trekken ze zich tijdens het contact terug. Dat wil overigens niet zeggen dat ze geen contact zoeken. “Huilen, iemand aankijken, de handjes uitsteken: dat zijn duidelijke signalen van voldragen baby’s op zoek naar contact. Bij te vroeg geborenen zijn dat soort initiatieven er ook, maar subtieler. Wie de signalen niet kent, ziet ze gemakkelijk over het hoofd.” Bij VIB worden de ouders in interactie met hun kleintje gefilmd. Aan de hand van de beelden wijst een verpleegkundige de ouders op de signalen die het kind geeft. Ze leren wat het betekent en hoe ze er actief op kunnen reageren. Een aantal Nederlandse ziekenhuizen past VIB al dertig jaar toe, maar het is voor het eerst dat de methode empirisch wordt onderzocht. Als Hoffenkamp en Tooten kunnen aantonen dat de methode de band tussen ouders en kind versterkt, zou ze landelijk navolging kunnen krijgen.
18 2-2010 |
until feature ■
Valorisatie I I
Milieubewustzijn dat beter beklijft
‘De natuur heeft een helende werking op het egoïsme van de mens’
We willen graag, toch blijft het vooral bij zeggen. Want komt puntje bij paaltje, dan verkiezen we de goedkopere bloemkool boven zijn biologische broer. Waarom geven we de planeet nog altijd geen voorrang? Marijn Meijers, sociaal psychologe bij TIBER (Tilburg Institute for Behavioral Economics Research) onderzoekt hoe je mensen op subtiele wijze kunt aanzetten tot duurzaam consumeren. Het woord subtiel is in deze belangrijk, want mensen moeten niet graag. Veel huidige milieucampagnes klinken belerend, de consument krijgt het milieu er een beetje mee opgedrongen. Daar komt bij dat de campagneslogans vooral reppen over ‘later’, maar de verre toekomst stimuleert het milieubewustzijn niet genoeg. Promovendus Meijers: “De redding van de planeet is voor veel consumenten een ver-van-mijnbed-show. Daarbij krijgen mensen te weinig het gevoel dat wat ze nu doen daadwerkelijk helpt.” Om het milieubewustzijn te stimuleren, hoef je niet uitsluitend de langetermijnvisie te benadrukken. Het is zelfs beter om
ook in het hier en nu te denken, zo wijst deelonderzoek uit. →→ Groene slagzinnen Voor het beklijven van milieubewustzijn is het cruciaal dat mensen de natuur vanuit zichzelf belangrijk vinden. Als iemand vooral ‘groen’ doet omdat anderen dat heel belangrijk vinden, gaat hij of zij zichzelf doelen stellen. Dit doelmatig milieubewuste gedrag is vaak beperkt houdbaar. “Zodra de duurzame actie – bijvoorbeeld alle troep naar de milieustraat brengen of spaarlampen kopen – erop zit, is hij of zij klaar. Dat het beter is om ook kort te douchen en de verwarming lager te zetten, houdt deze mensen niet bezig”, vertelt Meijers. In dit verband helpt het om mensen constant (maar subtiel) aan de natuur te herinneren. Bijvoorbeeld via billboards, groene
slagzinnen, groene verpakkingen, prijskaartjes en posters. Was het aan Meijers, dan werd de natuur sowieso meer naar de winkel gehaald. “De natuur heeft een helende werking op het egoïsme van de mens. Zien proefpersonen een zak met appels met daarboven een prijskaartje, dan denken ze vooral aan zichzelf. Maar zien ze diezelfde zak appels in de natuurlijke omgeving – bijvoorbeeld via een plaatje aan een appelboom – dan stemt dat milieubewust, zo wijst het onderzoek bij TIBER uit.” Het praktische belang van dit soort wetenschappelijk onderzoek laat zich gemakkelijk raden. “Want als we nu niet ingrijpen, is het straks te laat.” Omdat die boodschap niet genoeg aanslaat bij het grote publiek is het de hoogste tijd voor de politiek en winkeliers om ‘groen’ en subtiel bij te sturen. Daartoe biedt het onderzoek van Meijers tal van aanknopingspunten.
| 2-2010 19
Valorisatie I I i
‘Train your Brain’ Bij ADHD functioneren de hersenen niet optimaal. In hersengolven gemeten woedt er bij overactieve ADHD’ers een orkaan op de oceaan. Onderzoekers in Tilburg proberen de hersenactiviteit terug te brengen met een computerspel dat werkt via neurofeedback. Promovenda Marleen Bink onderzoekt bij Tranzo wat het effect is van neurofeedback bij ADHD-jongeren met daarnaast andere gedragsproblemen. Denk bijvoorbeeld aan een twaalfjarige herrieschopper met ADHD en verslavingsproblematiek. Zulke probleemkinderen helpen, blijkt in de praktijk best lastig. Zelfs medicatie in combinatie met gedragstherapie - en dat heeft als behandelmethode de beste papieren - slaat niet altijd goed aan bij deze groep. Informatie beklijft niet doordat er teveel door het hoofd suist. Om jongeren met én ADHD én gedragsstoornissen én crimineel/normafwijkend gedrag te behandelen, moet je eerst hun ADHD aanpakken. Projectleider Chijs van Nieuwenhuizen, die behalve hoogleraar in Tilburg ook psycholoog/psychotherapeut is, vertelt dat de elektrische activiteit, die het elektro-encefalogram (EEG) van de deelgroep overactieve ADHD’ers laat zien, gigantisch is. “Bij alle
‘Ik lach meer, ik kijk een film helemaal uit, ik ben chill’
20 2-2010 |
proefpersonen uit de pilotstudie schoten de golfjes over de volle breedte van het scherm omhoog. Ik stelde mezelf toen voor als een bootje. Als ik alle kanten opschiet vanwege die roerige golven, hoe moet ik dan op hetzelfde moment ook nog een taak vervullen? Maar zodra ik ontspannen op een rustige zee kan varen, blijft er volop gelegenheid over om iets met mijn omgeving te doen.” →→ Computerspel Bij neurofeedback train je de golven van de hersenen opdat de storm – bij wijze van spreken - gaat liggen. Dat de methode werkt bij kinderen met alleen ADHD-klachten is inmiddels bewezen. Het UvT-onderzoek Train your Brain gaat in 2012 uitwijzen of het ook werkt bij jongeren met complexe problematiek. Een pilotstudie is afgerond en veelbelovend. Tijdens de neurofeedbacktraining spelen de jongeren een computerspel dat hen onbewust leert om hun hersenen
te sturen. Gezien de intensiteit van de training (veertig sessies van bijna een uur verdeeld over drie tot vijf maanden) was het zeer de vraag of de doelgroep het volgen van de neurofeedbacktraining zou kunnen volhouden. Dat kunnen ze, hoewel het niet gemakkelijk is. Klinisch relevante veranderingen waren er ook. De ‘orkaan in het hoofd’ veranderde na tien sessies in een storm en die ging, na nog een aantal sessies, uiteindelijk liggen. Die verandering in de hersengolven werd door de doelgroep als volgt opgemerkt: ‘mijn hoofd is rustiger, ik flip niet meer, ik slaap lekker, ik lach meer, ik kijk een film helemaal uit, ik ben chill, ik voel me relaxt, ik ben minder snel afgeleid en niet zo chaotisch’. Als de methode over twee jaar effect blijkt te sorteren, is de winst enorm. Voor het kind, de ouders én de zorg. “Het zou een uitkomst zijn om de jongeren niet meer op medicatie, bijvoorbeeld Ritalin, te hoeven zetten”, licht Van Nieuwenhuizen toe. “Levenslang pilletjes slikken is immers geen pretje, bovendien reageert niet iedereen goed op de medicatie.”
Weten hoe de braintrainer werkt?: www.uvt.nl/neurofeedback
column corien prins ■ 0102-55.32:01
nredoM yteicos
foto: erik van de Burgt
cer
Openbaar gevaar → Eind april klommen in de VS vier
senatoren in de pen. Ze uitten hun onvrede over de wijze waarop Facebook de privacy van gebruikers te grabbel gooit. De sociale netwerksite had vlak daarvoor de gebruiksvoorwaarden veranderd. Gevolg daarvan was dat gegevens over de woonplaats, interesses en vrienden van de ruim 400 miljoen gebruikers standaard openbaar zouden zijn. En dus ook: wereldwijd voor iedereen raadpleegbaar. Een ander punt waarover de senatoren ontstemd waren, had te maken met adverteerders. Die mochten gebruikersgegevens die ze van Facebook krijgen ineens langer dan 24 uur bewaren om gericht te adverteren. Het voorval laat maar weer eens zien dat onze gegevens in de digitale wereld niet alleen standaard voor het oprapen liggen, maar ook dat er een uiterst lucratieve handel in is. Met uw persoonlijke gegevens worden simpelweg miljoenen verdiend. En dat niet alleen. Er snuffelen ook personen op sociale netwerksites rond die ronduit duistere bedoelingen hebben. Vorig jaar zomer nog bleek een opvallend hoog percentage woninginbraken te relateren aan een vermelding van
vakantieplannen op Hyves. Reden voor twee jonge internetters om de website Pleaserobme.com te starten. Verzekeraar FBTO lanceerde zelfs een waarschuwingscampagne. →→ Naïviteit Ondanks alle media-aandacht voor de risico’s van het verspreiden van gegevens, foto’s en ander materiaal via sociale netwerksites, is de naïviteit nog steeds enorm. Ik kom studenten tegen die doodleuk melden dat ze voorafgaand aan een sollicitatiegesprek bepaalde foto’s nog wel even uit hun profiel verwijderen. Niet beseffend dat op internet alles altijd beschikbaar blijft. Of kinderen die klakkeloos muziekfragmenten op hun internetpagina zetten. Terwijl nog niet zo heel lang geleden een 15-jarige jongen een bedrag van 4.000 euro van de rechter aan zijn broek kreeg omdat hij in alle onschuld foto’s van Johan Cruijff op zijn website Soccer4u.nl had geplaatst. En velen zullen niet weten dat zowel de Belastingdienst als de politie actief de openbare gedeeltes van sociale netwerksites en andere internetpagina’s afstruinen op zoek naar bruikbare informatie.
De voorbeelden maken duidelijk dat de uitdagingen aan veel meer rechtsgebieden raken dan privacy alleen. Ook het auteursrecht, mededingingsrecht, aansprakelijkheidsrecht en contractenrecht (algemene voorwaarden) komen in beeld. Bovendien moeten vertrouwde concepten die we in diverse wetten aantreffen opnieuw voor de digitale omgeving worden doordacht. Illustratief is het concept ‘openbaar’, dat zowel in het strafrecht en het auteursrecht een belangrijke functie heeft. Wanneer precies vinden we met een juridische bril dat in de digitale wereld een handeling of uiting openbaar is? Het antwoord is nog niet zo eenvoudig te geven. Maar besef wel dat dit antwoord door de technische bril een makkie is: nog voordat u het zelf doorheeft! ■ Corien Prins, Raadslid Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), Hoogleraar Recht en Informatisering, Tilburg Institute for Law, Technology, and Society (TILT), Universiteit van Tilburg
| 2-2010 21
‘Ik ben e
22 2-2010 |
until interview alumnus ■
Alumna Saskia Maas (Roosendaal, 1970; Text Linguistics, 1994) overwoog te promoveren, maar ontpopte zich direct na haar studie als ondernemer. Ze is sindsdien mede-eigenaar van en leidinggevende bij Boom Chicago. Deze comedyonderneming heeft een eigen theater in Amsterdam, maakt videoproducties en luistert bedrijfsevenementen op. ‘Het werd een serieus bedrijf.’ Tekst: Jorrit Roerdinkholder, foto: michel campfens
Uvt-alumna Saskia Maas
n een regelneef’ T wee Amerikaanse twintigers belden Saskia Maas in 1993. Ze vroegen haar hulp bij het opzetten van een improvisatietheater in Amsterdam. Jon Rosenfeld en Andrew Moskos kenden Maas via via. Ze waren haar tegengekomen toen zij vanwege een uitwisseling een tijdje studeerde in Chicago. In die stad waren de jongens opgegroeid en hadden er improvisatietheaterles gevolgd aan Second City, befaamd door alumni als John Belushi en Bill Murray. Na hun afstuderen aan Northwestern University togen Rosenfeld en Moskos op Wanderschaft door Europa. Op doortocht in Amsterdam stelden ze vast dat er geen improvisatietheater bestond en besloten het zelf op te zetten. Maas studeerde met veel plezier aan de Universiteit van Tilburg en zat in haar zesde en laatste jaar. Ze vond studeren ‘hartstikke leuk’ en werkte in de wetenschapswinkel. Maas zinspeelde dan ook op een aio-functie. Maar ze ging voor de wetenschap verloren. Haar aio-ambities vervlogen na het telefoontje van de Amerikanen. Het avontuur lonkte. “Ik had nog nooit improvisatietheater gezien”, vertelt Maas, zittend op het zonnige terras voor haar theater aan het Leidseplein in Amsterdam. “Ze zochten een Nederlandstalig iemand voor gesprekken met sponsors en gemeente en om praktische dingen als telefoonaansluitingen te regelen. Dat leek me leuk om te doen. Ik ben het prototype regelneef. Als ik niet weet hoe iets werkt, pak ik de telefoon, zoek ik het uit en organiseer ik het. De twee mannen deden het creatieve proces, ik nam de zakelijke leiding op me. We werden met zijn drieën
eigenaar. Ons doel was basaal: met een stel vrienden theater maken en Amsterdam veroveren.”
→→ Marketingpassie Het theater begon met vier avondvoorstellingen per week. Locatie: een kleine salsabar met 120 stoelen, in een zijstraat van het Leidseplein. Ze wilden per se bij hét uitgaansgebied zitten. Het publiek bestond voor 70 procent uit toeristen en voor 30 procent uit Nederlanders. Om de zaal te vullen, publiceerden ze Boom Magazine met verhalen over de shows en een insiders tourguide voor Amsterdam. Dat blad legden ze bij hotels en de acteurs gingen er ook zelf de straat mee op om hun show te verkopen. Maas: “We zijn gepassioneerd over marketing en bedenken gekke dingen om nieuwe voorstellingen bekend te maken. Bijvoorbeeld stickers op alle fietsen in de omgeving. Daardoor kregen we veel media-aandacht. We zijn ook erg gedreven om voorstellingen te bedenken over de actualiteit”, zegt de eigenares. De salsabar was een uitprobeersel. Het liep zo goed dat de theatermakers binnen een jaar aan een grotere zaal toe waren. Boom Chicago verhuisde naar Studio Korteleidse, honderd meter verderop, tegenover de goedbezochte Melkweg. Het officiële theaterseizoen was in de winter, maar als beginnende groep konden ze alleen een theater huren als de anderen er niet waren, van mei tot oktober. Maas: “De eerstvolgende winter heb ik mijn scriptie geschreven. Of ik nou wat heb gehad aan vakken als literatuurwetenschap of statistiek, nee. Mijn liefde voor teksten is er nog wel. Ik schrijf graag de persberichten. De
→
| 2-2010 23
eerstvolgende studie die ik deed was Vakbekwaamheid Cafébedrijf, omdat we in ons nieuwe theater zelf een horecavergunning moesten hebben.” De ondernemers introduceerden pitchers, grote kannen Grolschbier voor de hele tafel. Dat liep zo goed dat concurrent Heineken vooralsnog tevergeefs kwam vragen of ze niet op dat merk wilden overstappen. Ook serveerden de theatermakers maaltijden en dat trok clubjes mensen aan. Langzaam verschoof de verhouding klanten naar 30 procent toeristen en 70 procent Nederlanders. Af en toe kwam er een groep zakenmensen voor een besloten avond met eten en een comedy-optreden. “Dan vroegen ze soms of we ook grappen wilden komen maken op het afscheidsfeest van de directeur. Aanvankelijk deden we dat alleen als het niet te ver van Amsterdam was, zodat we weer op tijd terug konden zijn voor het avondprogramma. Kort daarna heb ik drie extra acteurs aangenomen om permanent zakelijke opdrachten te kunnen doen.” →→ 1,1 Miljoen Na een jaar werd het de huisbaas te druk en moesten ze eruit. “We zijn toen naar Heineken gegaan en zeiden dat we hun bier wilden gaan schenken als ze ons aan een pand hielpen.” De bierbrouwer had het bewezen concept gezien en gunde de entrepreneurs de huidige locatie aan het Leidseplein. “Ze hebben enorm geholpen”, vindt Maas. “Ze stonden garant voor de 1,1 miljoen gulden lening voor de verbouwing en waren schappelijk over de overnamekosten en de huurprijs”. Op het Leidseplein groeide de onderneming snel. Van zes maanden naar 365 dagen per jaar geopend, van 220 naar 280 stoelen en van kortlopende naar vaste contracten. “Het werd een serieus bedrijf. We maakten ons eerste businessplan ooit en de omzetprognose was goed, zelfs volgens het slechtste scenario. Alleen vergaten we de inkomsten en uitgaven te plannen, waardoor we bijna onze honderd man personeel niet meer konden betalen. Dat was op het randje. Zo kregen we debiteurenbeheer goed in de smiezen”. Maas volgde een jaarcursus Foundations of Management bij Nyenrode om haar managementvaardigheden bij te spijkeren. “Het bedrijf is groot geworden doordat we altijd keihard gewerkt hebben, vijftig, zestig uur per week. En dankzij de juiste combinatie van creativiteit, zakelijkheid en passie. Jon doet de regie en de acteurs. Andrew is producent, doet marketing en stuurt de horeca aan. En ik doe vooral sales en financiën. We hebben nooit
Boom Chicago in kort bestek Boom Chicago maakt comedyproducties en improvisatietheater op verschillende manieren: in een eigen theater aan het Leidseplein, op locatie en via videoproducties voor bedrijven, zoals vorig jaar een serie kerstfilmpjes voor UPC. In 2009 zette het theaterbedrijf vier miljoen euro om door verkoop van circa honderdduizend entreekaarten, productie van twintig video’s en tweehonderd bedrijfsopdrachten.
24 2-2010 |
problemen gehad om geld, zijn nog steeds vrienden - Andrew is zelfs mijn echtgenoot - en we lachen ontzettend veel.” →→ Nine eleven Het heeft natuurlijk niet altijd soepel gelopen, erkent de zakelijk leider. “Na nine eleven viel de bodem uit de toeristenindustrie. De zomer erop hadden we veel minder publiek. Dan ga je meteen kijken: zijn we wel efficiënt genoeg? Hebben we alle honderd personeelsleden nodig? Vijftien zijn er uitgegaan zonder gedwongen ontslagen, na de recessie van vorig jaar nog eens vijftien. Nu gaat het beter en moeten we weer mensen aannemen. Personeel is een constante zorg. Het zijn mijn slechtste beslissingen geweest: verkeerde mensen aannemen. En met het Nederlandse ontslagrecht kom je er niet gemakkelijk vanaf.” Een andere flinke tegenvaller, vorig jaar, was een gewapende overval. Twee administratief medewerkers werden vastgebonden en kregen tape over hun mond. Ze raakten arbeidsongeschikt. De bandieten verdwenen met 2.500 euro wisselgeld. “Ik was er niet bij, maar voelde me wel verantwoordelijk. Het was een donkere periode, maar nu schijnt de zon weer. Je moet doorzettingsvermogen hebben. Je moet creatief blijven en niet in paniek verstijven. Met een nieuwe manager loopt de financiële afdeling gelukkig beter dan voorheen.” Boom Chicago is zelfverzekerd en wil groeien. Maas gaat het theater meer presenteren als zaal voor de verhuur voor nachtfeesten na afloop van de comedyshows. Ook wil ze vaker gastoptredens aanbieden van Amerikaanse comedians op tour door Europa. Verder geven ze een vrijdag per maand een Boom Chicago-optreden in Vredenburg, Utrecht. “Zo’n samenwerking wil ik wel in meer steden. En misschien wel een eigen theater in de Verenigde Staten of met een vast gezelschap door Amerika reizen. ■
Studie? “Bestuurlijke Informatiekunde, afgestudeerd in 1999 op ERP-systemen.” Werk? “Hoofd research bij onderzoeksbureau Giarte. Ik mag bij veel bedrijven in de keuken kijken en nadenken over hun sourcingstrategie.” Jaarsalaris? “Ik verdien 70.000 euro. En dat is exclusief de chocolade-eieren met Pasen.”
Hoeveel UvT-kennis gebruik je nog? “De studie heeft me geleerd vooral goed te luisteren en te kijken wat er aan de hand is. Vlak na mijn afstuderen zat ik al rond de tafel met een IT’er en iemand van buiten IT die elkaar absoluut niet begrepen. Terwijl ze precies hetzelfde wilden bereiken. Met een halfuurtje waren we eruit; bij Bestuurlijke Informatiekunde heb ik geleerd bruggen te bouwen tussen verschillende werelden.”
Bjorn Kaldenberg Woont in Beesd met Liesbeth; vader van Casper (7), Julian (5), Marijn (3) en Rosalie (1).
Heb je nog veel contact met oud-studiegenoten?
Tijdgenoten Studie? “Bestuurlijke Informatiekunde, afgestudeerd begin 1999 bij ExxonMobil.” Werk? “Projectmanager bij Genpact, een wereldwijde speler rond IT Outsourcing en BusinessProcess Outsourcing. We voeren bedrijfsprocessen uit, zoals de debiteuren/ crediteurenadministratie.” Jaarsalaris? “Ik verdien 105.000 euro, deels gekoppeld aan bonusafspraken.”
“Als voorzitter van de alumnivereniging Eksbit spreek ik nog zeer regelmatig voormalig studiegenoten.”
Kom je nog wel eens in Tilburg?
“Zeker. Ik bezoek er regelmatig vrienden en kom ook vaak in De Pont: een museum met een fantastische collectie.”
Wat spreekt je aan in je werk?
“Voor het werken in een projectomgeving heb je al je capaciteiten nodig, zowel technisch als financieel. Maar ook het persoonlijke is interessant: de omgang met teamleden, managers en eindgebruikers.”
Hoe is het alumni uit een bepaalde richting vergaan ná hun studietijd? Deze keer aan het woord: de studiegenoten Bjorn, Sven en Jaspar, die hun bul kregen rond de millenniumwisseling.
Studie? “In juni 2000 bij Bestuurlijke Informatiekunde afgestudeerd op kennismanagement.” Werk? “Als Chief Inspiration Officer van Dialogues Incubator, een dochter van ABN Amro, kijk ik naar de trends in de wereld van morgen en probeer die te vertalen naar de realiteit van vandaag: door bedrijven en projecten op te zetten ten bate van ABN Amro en stakeholders. Veel innovatie, ondernemerschap en creativiteit!” Jaarsalaris? “Ik kan zonder problemen mijn gezin onderhouden en leuke dingen doen.”
Wat heb je gemist in je studie?
“Vooral vakken over innovatie en ondernemerschap. Toch echt wel een misser wat mij betreft.”
Welk gevoel heb je anno 2010 bij Tilburg? “De stad heeft gekozen voor een
Welk specifiek vak is je bijgebleven?
moderne uitstraling en dat vind ik zonde. Maar stappen, met de kermis bijvoorbeeld, bevalt nog steeds goed!”
“E-commerce van Piet Ribbers, waarbij we voor het eerst leerden over cases als Wehkamp en eBay. Let wel: we schrijven 1997. Briljant als je er nu aan terugdenkt.”
Welke herinneringen heb je aan de UvT? “Computer Infrastructuren is
me zeker bijgebleven: een taai, technisch vak met een van de eerste online examens. Inclusief foutje. Als je overal het antwoord van de voorbeeldvraag invulde, had je minimaal een 8.”
Jaspar Roos Woont in Utrecht met Femke en dochter Bente (1).
Had je nu dezelfde studie gekozen? “Ik had zeker dezelfde stad
Sven van de Riet Woont in Utrecht.
gekozen. Qua studie weet ik het niet. Ik zou er nu iets bijdoen dat inspeelt op mijn creativiteit bijvoorbeeld: de Toneelschool of de Design Academy.”
| 2-2010 25
Prof. mr. Matton van den Berg gaat met emeritaat
Een Bredase bouwer in Tilburg Voor juridische alumni is Matton van den Berg tijdens hun studie altijd een bekend gezicht geweest. Maar de vriendelijke Bredanaar die de faculteit vanaf jaar één als student meemaakte en haar daarna bijna veertig jaar diende, gaf onlangs zijn afscheidscollege. tekst: Trix Jacobs
foto: ton toemen
Matton van den Berg behoorde tot het selecte groepje studenten dat de rechtenstudie begon in het allereerste jaar (1963) van het bestaan van de Tilburgse rechtenfaculteit. Na zijn studie stapte hij de praktijk van de aannemerswereld in bij het bouwbedrijf van zijn vader in Breda. Al spoedig keerde hij echter terug naar zijn Alma Mater om wetenschappelijk medewerker Privaatrecht te worden. Duizenden studenten heeft hij sindsdien, in de bijna veertig jaar dat hij bij de faculteit werkzaam was, altijd opgewekt, het privaatrecht bijgebracht. Veel studenten en collega’s hebben voor en na de colleges ook gemerkt dat hij een geel-zwart kloppend hart bleef houden met het avondje NAC hoog in het vaandel. Van den Bergs afkomst en zijn eerdere stappen in de bouwpraktijk verloochenden zich niet in de
26 2-2010 |
privaatrechtswetenschap. Zijn bijzondere aandachtsgebied werd het privaatrechtelijk bouwrecht. Op dat terrein schreef hij zijn proefschrift en werd hij een van de toonaangevende specialisten in het land. Leerstoelen Bouwrecht in Leiden en Tilburg waren daarvan een logisch gevolg met daarnaast in Tilburg ook het Privaatrecht in het algemeen. Hij richtte zijn aandacht op thema’s als samenwerkings- en contractsvormen in de bouw. En hij beperkte zich daarbij niet tot de wetenschappelijke theorie. Ook de praktijk had altijd zijn aandacht. Zo was hij in het begin van zijn wetenschappelijke loopbaan aan de universiteit al bestuurslid van de Stichting Studentenhuisvesting die zorgdroeg voor de bouw en ontwikkeling van studentenflats. En in de jaren negentig van de twintigste eeuw was hij betrokken bij de bouw van het tegenwoordige Dante-gebouw (1998). Dat werd een zogeheten ‘turn key-gebouw’, waarbij ontwerp en bouw volledig aan één partij werden overgelaten. Over deze en andere contractsvormen ging zijn afscheidscollege Van horige tot maat? Over de emancipatie van de aannemer als contractspartij’ op 23 april 2010. Daarbij voorspelde hij zijn talrijke toehoorders dat, als het aan hem ligt, naast de ‘bouwteammethode’ en het ‘geïntegreerde concept’, het ‘alliantiemodel’ in de bouw veld zal winnen waarbij de aannemer steeds meer de ‘maat’ van de opdrachtgever zal worden. →→ Alleen samen Dat Van den Berg hield van samenwerken, blijkt uit de vele bestuursfuncties die hij heeft bekleed, zowel binnen als buiten de universiteit. Hij was enige malen vakgroepvoorzitter en had zitting in talloze facultaire commissies. Verder was hij jarenlang lid van de Faculteitsraad en maar liefst zes maal van het Faculteitsbestuur. Een van zijn grote projecten de laatste jaren was het schrijven van een deel van de (bij juristen bekende) Asser-serie over het burgerlijk recht. Was dat schrijfwerk meer een soloproject, in de aan Van den Berg bij gelegenheid van zijn emeritaat aangeboden afscheidsbundel wordt hij toch vooral getypeerd als iemand bij wie samenwerking en collegialiteit vooropstaan. Vandaar de voor deze bundel gekozen titel ‘Alleen samen’.
until alumni nieuws ■ Nieuws uit de verenigingen DE TIENDE PENNING
Foto: Nicole Fouchier
Lustrumbundel Ter ere van het achtste lustrum van T.F.V. “De Smeetskring” is onlangs de langverwachte lustrumbundel uitgereikt. De bundel bevat vele verhalen over de geschiedenis van deze studievereniging voor studenten Fiscaal Recht of Fiscale Economie. Verder vindt u er verslagen van de lustrumactiviteiten in. Bent u lid van De Tiende Penning en heeft u als alumnus interesse in een exemplaar? Stuur dan een e-mail naar:
[email protected] met daarin uw adresgegevens. U krijgt de bundel thuis. Er worden geen exemplaren bijgedrukt, dus op=op.
DIALOGUS
Belactie alumni leidt tot actie Zoals u eerder in de UNTIL (editie 2-2009) heeft kunnen lezen organiseerde het Universiteitsfonds vorig jaar herfst een belactie. Een speciaal team van rechtenstudenten benaderde maar liefst 5.000 alumni van de rechtenfaculteit en kreeg enthousiaste reacties. In vier weken tijd hebben de rechtenstudenten ruim 2.200 alumni gesproken. Uit de gesprekken heeft het Universiteitsfonds vooral informatie gehaald waarmee zij de band met alumni kan gaan aanhalen. Veel alumni willen iets terugdoen voor de universiteit. Denk dan aan het aanbieden van stages, het geven van een masterclass en/of lezingen. Verder kregen de alumni een aantal projecten voorgelegd waaraan ze een financiële bijdrage zouden kunnen leveren. Een aantal alumni doneerde direct geld voor projecten als de faculteitsbibliotheek, studiebeurzen voor buitenlandse studenten en het onderzoek naar slachtofferervaringen van Rwandese vrouwen. In totaal heeft de universiteit ruim € 13.000,00 aan (toegezegde) giften ontvangen. Ruim 1.500 alumni hebben aan het einde van het jaar een bedankkaart ontvangen met daarin de belofte dat de faculteit weer
in het nieuwe jaar contact met ze opneemt. Bij een groot aantal is dit inmiddels gelukt: De enorme stapel stageverzoeken (ruim 450) is uitbesteed aan een facultair stagecoördinator. Donateurs hebben een brief van de decaan ontvangen waarin zij nader werden geïnformeerd over het project waaraan zij een bijdrage hebben geleverd. Geïnteresseerden in Post Academisch Onderwijs hebben een bericht ontvangen met meer informatie. De alumnivereniging JUVAT heeft alle wensen van alumni ten aanzien van activiteiten onder haar hoede genomen. En als laatste hebben veel alumni aangegeven graag op de hoogte te blijven van de facultaire ontwikkelingen. Voor hen wordt momenteel een digitale nieuwsbrief gemaakt. Al met al is de campagne een groot succes gebleken. Mede gezien de grote betrokkenheid van onze alumni. Een groot deel van hen wil graag met de universiteit in contact blijven of het contact uitbreiden. De rechtenfaculteit is daarom op dit moment nog steeds druk doende met alle afwikkelingen van de afgelopen belcampagne, maar maakt alweer plannen voor een nieuwe belronde in 2011!
Jubileumpicknick Datum: 24 juli Het jaar 2010 staat in het teken van het eerste lustrum. Op zaterdag 24 juli organiseren we een weerbestendige jubileumpicknick in de Warande, aanvang 14.00 uur. Introducés betalen € 7,50. De verenigingsleden ontvangen hierover nader bericht. Op zaterdag 20 november wordt het eerste erelidmaatschap verleend. Mail voor meer informatie naar
[email protected] of kijk op de website uvt.nl/alumni/vereniging/dialogos.
VvTE
VvTE-Asset Internationaal Congres Datum: 29 september 2010 Het jaarlijks VvTE-Asset Internationaal Congres vindt plaats op woensdag 29 september 2010. De titel van het congres is: “The World of Capital: Discovering its Future Notion” met sprekers als Jean Tirole en Frank de Grave. Toegang is voor VvTE-leden gratis. Voor meer informatie: vvte.nl
In memoriam
Op 24 april 2010 is oud-hoogleraar Sociologie Jan van Wezel (Arbeidssocioloog) op 71-jarige leeftijd overleden. Van Wezel was werkzaam als hoogleraar Sociologie. Als arbeidssocioloog heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan het Nederlandse onderzoek naar werkloosheid en herintreding en heeft hij de economische sociologie een sterke impuls gegeven. Ook oud-hoogleraar Kerkgeschiedenis Hans Bornewasser is onlangs overleden. Bornewasser was van 1967 tot 1989 werkzaam aan de Theologische Faculteit. In boekvorm beschreef hij onder meer de geschiedenis van de Katholieke Leergangen van Tilburg, van de Katholieke Hogeschool Tilburg, van het Thijmgenootschap en van de KVP.
| 2-2010 27
Verslag Vriendendag Cobbenhagen
‘Breda is eigenlijk Tilburg-west’ De Vrienden van Cobbenhagen troffen elkaar op 13 april in Breda. Ze bezochten daarbij de Grote Kerk en de Nederlandse Defensie Academie. Een verslag. Tekst: Tim van der Avoird Met een door de gemeente aangeboden lunch heette de Bredase burgemeester Peter van der Velden de Vrienden van Cobbenhagen welkom in zijn stad. Ondersteund door een flitsende powerpointpresentatie onderstreepte hij dat het goed gaat met Breda. Hij vertelde over diverse samenwerkingen van Breda en over hoe de gemeente is ontdekt door bekende internationale bedrijven, zoals modegigant Calvin Klein en elektronicareus LG. Volgens Van der Velden realiseert de gemeente zich terdege dat je het in deze wereld niet meer alleen redt en dat je succes van anderen afhangt. Houding en gedrag binnen allianties is daarom steeds belangrijker. Bepaald niet onbelangrijk voor de ‘vestingstad met de warme uitstraling’, zoals Breda zichzelf afficheert, is sinds
28 2-2010 |
een kleine tweehonderd jaar de Koninklijke Militaire Academie (KMA), tegenwoordig de Nederlandse Defensie Academie. Directeur bedrijfsvoering, kolonel P. Herber, legde uit hoe het opleidingsinstituut een moderne metamorfose heeft ondergaan. →→ Dutch approach Na de inleidingen over Breda en de Nederlandse Defensie Academie volgde de hoofdmoot van de dag: de Nederlandse missie in Afghanistan. Twee Nederlandse militairen van de Task Force Uruzgan vertelden over hun belevenissen. De eerste, generaal-majoor Tom Middendorp, gaf een half jaar leiding aan een internationale groep militairen en hulpverleners in Uruzgan. Volgens hem is het uniek dat de Task Force Uruzgan onder Neder-
lands gezag met een tweekoppige leiding (zowel militair als civiel) werkt. Vloeken in de militaire kerk, volgens de generaal-majoor, maar wel buitengewoon succesvol. Regelmatig komen andere landen kijken in Uruzgan om zich op de hoogte te stellen van deze Dutch approach, waarbij de 3 D’s, Defense, Development & Diplomacy, centraal staan. De militaire-civiele samenwerking is intensief. Het hoofd van de civiele ‘troepen’ praat al in de voorbereidingen mee met de militaire leiding. De aanpak sluit aan bij de ontwikkelingsstrategie van de Afghaanse overheid. De militairen proberen disablers, zoals onveiligheid en de invloed van de Taliban, zo veel mogelijk uit te schakelen. Zo breidt het gebied waarin de bewoners van Uruzgan weer een gewoon leven kunnen
until alumni nieuws ■
leiden zich als een inktvlek uit. En krijgen civiele organisaties de ruimte voor enablers, zoals het opbouwen van het gebied en het faciliteren van onderwijs en handel. Het is van cruciaal belang om de mensen uit de streek een aandeel te geven in het hele proces. Uiteindelijk moet de invloed van de buitenlandse inbreng teruggebracht worden. Met deze aanpak blijven nieuw gebouwde scholen in Uruzgan wel overeind staan, terwijl er in andere gebieden legio voorbeelden zijn van scholen die leeg staan of in rook opgegaan zijn. De tweede militaire spreker, eerste luitenant Stellan van Oorschot, nam de toehoorders mee tijdens zijn presentatie over twee missies die hij uitvoerde in Uruzgan. Tijdens de eerste missie in 2007 werden hij en zijn medemilitairen onder vuur genomen in een huis. Hierbij viel een slachtoffer. Een maand later maakte Van Oorschot nog zo’n hachelijke situatie mee. Na een volksvergadering met dorpsoudsten en een bezoek aan een weduwe van een politieagent, werd het peloton door Taliban vanuit de bosjes onder vuur genomen. Uit zijn betoog werd duidelijk
dat de jonge soldaten razendsnel moeten kunnen schakelen: van diplomaat naar trooster naar vechter en weer terug. In 2009 ging Van Oorschot nog een keer naar Uruzgan. Als Forward Air Controller coördineerde hij de inzet van vier pelotons, vanuit een kleine, flexibele unit. Van Oorschot: “Die periode was heel anders. Er deden zich maar heel weinig incidenten voor.” →→ Drie I’s De middag werd afgesloten door Armand Schreurs en zijn alter ego: een vogel, waarin zijn hand zat. Het spitsvondige Belgische entertainmentduo scoorde met de opmerking dat Breda eigenlijk Tilburg-West is. Naast de drie O’s van burgemeester Van der Velden (Overheid, Onderwijs en Ondernemers) en de drie D’s van generaal-majoor Middendorp (Defense, Development & Diplomacy) had de entertainer Schreurs drie I’s in het programma van de dag ontdekt: Interessant, Indrukwekkend en Indische rijsttafel. Voor meer details over de Vriendendag: www.uvt.nl/alumni/spc/vvc/bijeenkomsten/10-04-13/verslag/
Sites en boeken van en voor alumni →→ Uvt.nl/babylab
Op 10 mei opende de Universiteit van Tilburg haar Babylab voor hersenonderzoek bij jonge kinderen tot ongeveer drie jaar. In het Babylab wordt onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van het brein bij gezonde kinderen en kinderen met potentiële ontwikkelingsproblemen. →→ Clique.primelife.eu
Clique is een netwerksite waarop privacy beter is gewaarborgd dan bij bijvoorbeeld Facebook of Hyves. Een team van het UvT-onderzoeksinstituut Tilt (Tilburg Institute for Law, Technology and Society) zette de site op. Het instituut wil hiermee de privacygevaren van netwerksites onder de aandacht brengen. →→ Onderzoeksmagazine Tilburg Research
Voor wie zich meer wil verdiepen in het wetenschappelijk onderzoek bij de UvT is er Tilburg Research. Dit Engelstalige blad verschijnt drie keer per jaar en alumni kunnen zich er gratis op abonneren door een mail te sturen naar
[email protected]
Volgende Vriendendag
De najaars-Vriendendag van 2010 vindt traditiegetrouw plaats bij de universiteit op 17 november. Het thema van die dag is: Talent. Vriend en hoofd van de personeelsdivisie van KPN Hein Knaapen en UvT-hoogleraar Jaap Paauwe treden in ieder geval als sprekers op.
Personalia
→ Twee van onze afgestudeerden zijn benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Kees Meijers (72) ontving deze onderscheiding voor zijn grote maatschappelijke verdiensten als bestuurder bij tal van instellingen en organisaties op het gebied van zorg, maatschappelijk werk en cultuurbehoud. Zo nam hij nog zeer onlangs, na 14 jaar, afscheid als vicevoorzitter van het Dr.
Bernard Verbeeten Instituut te Tilburg. → Ook René Imkamp (62) ontving het felbegeerde lintje. Hij bekleedt en bekleedde veel bestuursfuncties in het veld van de zorg en de wereld van de cultuur. Zo was hij jarenlang penningmeester van het Limburgs Symfonie Orkest.
→ Sinds september 2009 is alumnus Jos Streppel (60) voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance (opvolger van Jean Frijns) en sinds april 2010 is Jos president Commissaris van KPN. → Alumna Judith Murk (33) is per 1 september 2009 Adviseur Informatie Proces Management bij de GGD Brabant Zuidoost.
| 2-2010 29
Foto: Evert-Jan Daniels/hh
U vroeg?
Presteren teams beter onder druk? Je zou denken dat stress het beste in teams naar boven brengt. Maar niets blijkt minder waar. De onlangs gepromoveerde psycholoog Wim Kamphuis is erachter gekomen dat teams in bedreigende situaties vooral rigide gedrag vertonen. Zijn onderzoek onder (onder andere) cadetten
bij Defensie laat zien dat teams juist verstarren omdat leidinggevenden zich ontpoppen tot controlefreaks en minder inspraak toelaten. Daarnaast is er minder teamoverleg en minder samenwerking omdat de teamleden vooral op zichzelf zijn gericht. Dat leidt tot slechtere prestaties dan
onder normale omstandigheden. Deze bevindingen kunnen helpen bij de bewustwording van de effecten van dreiging op teams bij bijvoorbeeld brandweer, politie of defensie. Kamphuis heeft daartoe een speciale training ontwikkeld.
De met diamanten ingelegde platina schedel van Damien Hirst
30 1-2010 |
x
Beïnvloedt rijkdom de prijs van kunst? Kunstenaars die hun stinkende best doen om iets bijzonders te creëren, kunnen dit bericht beter niet lezen. Het volgende onderzoeksnieuws kan dan een behoorlijke afknapper zijn. Wat blijkt? De waarde van kunst heeft vaak meer te maken met rijkdom, aandelenkoersen en inkomensverschillen dan met het kunstwerk zelf. Dat ontdekten de Tilburgse onderzoekers Luc Renneboog en Christophe Spaenjers. “Kunstwerken hebben vaak een lage intrinsieke waarde”, melden zij in hun studie Art and Money. Een van de weinige uitzonderingen daarop is de met diamanten ingelegde platina schedel van Damien Hirst. Daarvan bepalen het materiaal en de productiekosten in belangrijke mate
de prijs. Maar doorgaans is het vooral de vraag naar kunst die hoge bedragen en dito rendementen veroorzaakt. En die vraag wordt voornamelijk beïnvloed door drie factoren: aandelenmarkten, inkomenshoogte en inkomensverschillen. Als de beurskoersen stijgen en het gat tussen arm en rijk groter wordt, gaan de prijzen van kunstwerken het sterkst de hoogte in. Vooral de invloed van inkomensverschillen is opvallend. Het financiële vermogen van de allerrijksten bepaalt in belangrijke mate hoeveel er bijvoorbeeld bij veilingen wordt uitgegeven. Dit heeft nog meer invloed op de prijzen in de kunstwereld dan een toename van de gemiddelde, nationale rijkdom.
until wetenschap ■
Dröge Nieuwe Newtons
Neemt de productiviteit met de jaren af?
De meeste werknemers pieken tussen hun veertigste en vijftigste waarna hun productiviteit geleidelijk afneemt. Tenminste, daar gingen we met zijn allen van uit. Wel vreemd dat bijna niemand de moeite heeft genomen om uit te zoeken of dat ook klopt. Hoogleraar Jan van Ours, verbonden aan de UvT, deed dat wel. Hij onderzocht een groep hardlopers en een groep economen. En wat blijkt? Fysieke prestaties nemen inderdaad rond het veertigste levensjaar af, maar geestelijke niet. De oudere hardlopers liepen minder snel, maar de oudere economen publiceerden eigenlijk net zoveel in wetenschappelijke tijdschriften als ‘jonkies’. Van Ours stelde wel vast dat oudere werknemers bij productiebedrijven iets minder doen dan waarvoor ze betaald worden, terwijl dit bij jongeren precies andersom is. Maar dit verschil is verwaarloosbaar.
FOTO: Horst Friedrichs, / Anzenberger
Maakt aandelenbezit politici partijdig? Amerikaanse congresleden keurden eerder een financieel reddingsplan (bail out) van een financiële instelling goed als ze er zelf aandelen in hadden. Ook is het bezit van deze effecten van invloed geweest op hoeveel geld zo’n instelling kreeg en hoe snel. Tot deze conclusie kwamen UvT-hoogleraar Laurence van Lent en Ahmed Tahoun van de Manchester Business School, na een analyse van 555 beursgenoteerde ondernemingen in de financiële sector. De twee wetenschappers tonen hiermee als een van de eersten aan dat aandelenbezit een grote rol speelt bij de wetgevende en toezichthoudende activiteiten van Amerikaanse politici. Van lobbyen en campagnedonaties was dit al bekend. Wie wil uitzoeken hoe dit zit in Nederland, komt overigens van een koude kermis thuis. In tegenstelling tot Amerikaanse politici zijn Europese niet verplicht details over hun persoonlijk vermogen openbaar te maken. Hoog tijd om dat te veranderen, vinden de onderzoekers.
Toen Isaac Newton overleed, vond zijn familie meer dan 1,5 miljoen woorden aan aantekeningen. Maar zijn nazaten schaamde zich zo, dat ze de notitieboeken eeuwenlang verborgen. Dat komt omdat Newton het grootste gedeelte van zijn leven had gewijd aan alchemie en religieuze dogma’s. Meer dan 95 procent van zijn werk ging over mystieke zaken die niets met wetenschap te maken hadden. Zijn wiskundige vergelijkingen over zwaartekracht en beweging waren eigenlijk ‘bijproducten’ van zijn hocus pocus. De mensheid komt vooruit door uitzonderlijke geesten. Mensen die soms een hoop onzin beweren, maar door hun onorthodoxe manier van denken wel voor doorbraken zorgen. Leonardo da Vinci kon niet rekenen, hij dacht dat de maan uit water bestond en dat salamanders vuur aten. Toch deed hij briljante uitvindingen die we tot de dag van vandaag gebruiken. Wie is de volgende Leonardo of Newton? Ik denk niet dat hij of zij uit het academische milieu zal komen, simpelweg omdat afwijkend denken niet wordt gewaardeerd op de Nederlandse universiteiten. Wellicht dat volgende generaties eerder iemand als Bill Gates zien als de Newton van onze tijd. Gates sjeesde ooit als student, maar zorgde wel dat iedereen een computer in zijn huiskamer kreeg. Maar wellicht zal hij over honderd jaar nog het beste worden herinnerd als de man die het klimaat redde. Gates heeft net 7 miljard dollar bij elkaar gebracht om schepen te bouwen die wolken moeten gaan maken. De miljardair hoopt zo het klimaat af te koelen. Alchemie of afgrijselijk slim? De tijd zal het leren.
Philip Dröge is hoofdredacteur van de populairwetenschappelijke site www.faqt.nl en spreekt wekelijks een populairwetenschappelijke column uit op BNR Nieuwsradio.
| 1-2010 31
FOTO: Joyce van Belkom /hh
understanding society
Geloofskloof De periode tussen 1850 en 1950 bepaalt in belangrijke mate het huidige beeld van de rooms-katholieke kerk. De kerk had in dit tijdvak een allesoverheersende invloed op normen en waarden van Nederlandse gelovigen. Het is belangrijk om te beseffen dat dit lang niet altijd zo is geweest. De veranderingen in de opvattingen over seksuele relaties van kerkelijke voorgangers illustreren dat. Het celibaat is pas vanaf de twaalfde eeuw dwingend voorgeschreven aan priesters. Een van de redenen voor invoering was dat zij zich een etmaal voor een mis moesten onthouden van seks,
terwijl de frequentie van missen werd opgevoerd van één à twee keer per week naar dagelijks. Uit mijn eigen onderzoek blijkt dat in de vijftiende eeuw losjes met het celibaat werd omgegaan. Tussen 45 en 60 procent van de priesters hield zich er niet aan. Dit was maatschappelijk geaccepteerd. Niemand keek er van op dat een pastoor een vaste relatie en kinderen had met zijn huishoudster. Pas met de Contrareformatie, in de zestiende eeuw, werd de norm van het celibaat langzaam maar zeker aangescherpt. Anders dan andere kerken accepteerde Rome het niet langer dat een voor-
ganger een seksuele relatie had. Rooms-katholieke kerkleiders blijven zich tegenwoordig aan regels zoals het celibaat vastklampen. Terwijl gelovigen seksualiteit in toenemende mate loskoppelen van het geloof. De pijn bij gelovigen over de onthullingen van seksschandalen zit niet alleen in het slechte management van misstanden in de rooms-katholieke kerk, maar ook en vooral in deze kloof. Arnoud-Jan Bijsterveld, hoogleraar Cultuur in Brabant