Garimpeiros in Suriname
Sao Luiz, basis van Garimpeiros ook voor Suriname Tekst en foto’s Anton JieSamFoek 14/04/2009 SAO LUIZ, BRAZILIE - Op het centrale Praça General Osorio in Sao Luiz de Maranhão, één van de meest rustige en rustieke steden in Noord-Oost Brazilië, komen bijna elke vrijdagavond een paar vrachtwagens met open laadbakken aangereden. Ze vervoeren jongemannen die zijn aangenomen voor werk. Het geeft niet welk werk ze wordt aangeboden, ze accepteren alles. De mannen kunnen zich zo bij de corretores aanmelden, waarna ze in een groep van twintig of dertig in de laadbak naar het binnenland van Para worden gereden. Om houtskool te maken, goud te delven in eigen land, in Frans Guyana of in Suriname. Maar de mannen kunnen ook kiezen om de grote en ver weg gelegen fazendas te beschermen tegen illegale beschermers.
Het plaatsje Oiapoque op zes uur rijden van Paramaribo. Hier heerst een wild-west situatie en is bijna alles mogelijk.-.
Seite 1
Garimpeiros in Suriname
Afgelopen vrijdag was het niet zo verschrikkelijk druk. Misschien morgen, zaterdag. Maar een ieder die hier staat, weet van de goudmijnen in Frans Guyana en Suriname. Alsof het een streek in Brazilië zelf is. Maar wat maakt het eigenlijk uit. Een ieder die de kans heeft de kampen van de garimpeiros in het Surinaamse binnenland te bezoeken kan met eigen ogen gadeslaan, hoe zeer dat stukje Suriname een stukje Brazilië is geworden. Deze ontwikkeling is ook in verschillende delen van Paramaribo te zien. Daar staan de menu’s in de restaurants in het Portugees, de meeste klanten en eigenaars of serveerders spreken noch Surinaams noch Nederlands. De hele sfeer, ook in enkele bordelen, is Braziliaans. In bepaalde buurten in het noorden van Paramaribo is de directe ontvangst van Braziliaanse sateliettelevisie en radio met de programma’s die je ook zou zien als je thuis in Maranhão was gebeleven, normaal. Van voetbal tot soap opera’s, en van novellas tot de weersverwachting. Waldir, die net als zovelen uit Teresinha in het Zuiden van Maranhão komt, gaat al zeker vijftien jaar op en neer tussen Paramaribo en Sao Luis. Hij zegt dat de sertão, de bewoners tot de armste ter wereld heeft gemaakt. De sertão is de bedroevend droge streek in het Noord-Oosten van Brazilië die zich uitstrekt tot Ceara, Paraiba, Rio Grande do Norte, Pernambuco en Bahia. In dit gebied regent het vrijwel niet. Waldir houdt van Suriname en gaat met een Surinaamse vrouw door het leven. Hij voorziet zijn landgenoten in het bos van materialen waarmee ze hun werk kunnen doen. Hem gaat het goed en echt behoefte om terug te keren naar zijn vaderland en er straks oud te worden heeft hij niet. "Waarom zou ik ook", zegt hij glimlachend”, het is hier net Brazilië. Ik heb mijn vrienden en gezin hier. Hier ben ik thuis”.
Seite 2
Garimpeiros in Suriname
Vervoer van passagiers geschiedt ook met een korjaal met buitenboordmotor.-. Een kennis en goudbewerker, eveneens uit Teresinha, zegt dat de meesten van zijn landgenoten uit zijn streek komen, en omdat Suriname zo'n goede naam heeft, zij er niet over denken terug te gaan. Wat hij niet zegt is dat veel van hen door het Braziliaanse justitiële apparaat worden gezocht, in verband met een al dan niet vermeend misdrijf. In Suriname zijn ze veilig en hoeven zich geen zorgen om vervolging te maken, tenzij ze op Surinaamse bodem ook een misdrijf, (dat bovendien zou moeten worden aangegeven) begaan. Daar schort het echter vaak aan, en dus nemen deze Brazilianen vaak het recht in eigen hand. Al is het maar om over de gunsten van een bepaalde vrouw te beslissen. De Surinaamse autoriteiten in Paramaribo staan vaak even machteloos als besluiteloos naar de ontwikkelingen te kijken. In de stad zijn inmiddels drie Braziliaanse priesters die het woord van een christelijke, vaak katholieke God en zijn Zoon in de kerk verwoorden. Zij zijn door de Braziliaanse kerk eerst naar Rotterdam gestuurd om Nederlands te leren om in die taal met de Surinamers te communiceren. Eén van hen ziet de ontwikkelingen zeer positief in en zegt dat er een nieuwe mens in Suriname aan het ontstaan is door de mengeling van Surinaamse vrouwen en Braziliaanse mannen. Of in een enkel geval van Surinaamse mannen met een Braziliaanse vrouw. Als voorbeeld voor vele andere landen. “Wat hier gebeurt" zegt hij, “is dat de Brazilianen hier in Suriname zich ontzettend op hun gemak gaan voelen en de Surinamers hoe langer hoe meer vertrouwd raken met alles wat Brazilië nu eenmaal heeft en biedt. En dat is heel veel". Vanuit Sao Luis gaan de goudzoekers die naar Suriname willen met de vrachtwagens naar Belem. Daar nemen ze hun intrek in hotel Santa Clara vlakbij het vliegveld. François Thijm uit Paramaribo en voormalig SLM-baas in Brazilië kent de eigenaar heel goed. Hij is als keeper naar Belem gekomen toen hij een keer moest invallen voor een Braziliaans elftal dat in Suriname speelde en zijn diensten nodig had. men raakte onder de indruk van zijn talenten en stelde voor hem mee te nemen en een profcontract aan te bieden. Sindsdien is hij succesvol trainer in Brazilië maar ook in het Midden Oosten geworden. Hij zegt dat indertijd, op hoogtijdagen, vrijwel alle vluchten vanuit Belem naar Paramaribo volgeboekt Seite 3
Garimpeiros in Suriname
dat indertijd, op hoogtijdagen, vrijwel alle vluchten vanuit Belem naar Paramaribo volgeboekt waren door garimpeiros. Maar ze gaan soms ook met de boot of zelfs met de auto over land. "Ze gaan op een toeristenvisum daar naar toe en blijven gewoon zonder dat iemand zich zorgen om papierwerk of, in een later stadium, over belastingaangifte of zo hoeft te maken. Het moet de overheid tientallen miljoenen aan gederfde inkomsten en belastingopbrengsten schelen, om nog maar niet te spreken over andere mogelijke manieren van het legaliseren van deze mensen", zegt hij. Wat er precies met het goud dat in Suriname wordt gedolven gebeurt, kan of wil hij niet zeggen. Ook niet of Suriname baat van deze opbrengsten heeft of niet. Wat hij wel weet is wat hij ziet als ze voor vakantie terug in Belem komen: dat ze altijd pakjes bij zich hebben die ze niet aan hoeven te geven bij de douane. De goden weten wel beter hoe het precies zit. Wat hij ook weet is dat sommigen die verkiezen uiteindelijk niet in Suriname te blijven, na een paar jaar terugkeren en grote huizen of landerijen met dikke autos als BMW en Mercedes Benz of Audi kopen om ermee te pronken en te vertellen hoe succesvol hun verblijf in Suriname wel niet is geweest. Alexander, de zoon van de hoteleigenaar uit Belem, rijdt de Ware Tijd maar liefst 600 kilometer zuidwaarts de staat Para in en laat de krant kennismaken met zijn oom Tocinho die hier nu in zijn onlangs opgezet en zelf gebouwd huis woont met Mercedes Benz voor de deur, maar toch heimwee heeft naar de gezellige tijd in Suriname. Hij kent vele Brazilianen die er zitten, naturlijk, en die er voor geen goud meer weg willen. "Het leven was goed en zoet. Ik doe nu niets meer en wil er best over nadenken terug te gaan. Suriname was als een tweede vaderland voor mij", zegt hij desgevraagd, "Wij willen er eigenlijk liever blijven omdat de mensen er zo verschrikkeljk vriendelijk zijn en ons in feite nauwelijks of geen last bezorgen. De politie is er ook veel beter dan in Brazilië, waar ze zomaar zonder eerst iets te vragen op je in slaan. Suriname zal altijd wel Suriname blijven, alleen is er een belangrijk Braziliaans bevolkingscomponent bij gekomen". Een groot aantal jaren geleden was Serra Pelada, (Naakte Berg... red dWT) ook in de staat Para, de grootste goudmijn ter wereld. Bijna 100.000 man uit alle rangen en standen en alle uithoeken van Brazilië zorgden toen voor een hausse in de gouddelving evenals in de prijs. Natuurlijk kwam ook alles wat daar omheen hing, koks, geldwisselaars die het goud in contanten omzetten, dames die kleren wasten en de heren masseerden, boeven en ander ‘ongedierte’ met de stroom mee. Het alluviale goud daar raakte echter op en Suriname werd, naast Frans Guyana, als bron van nieuwe rijkdom en welvaart ontdekt. Vale do Rio Doce, een staatsmijnbedrijf, nodigde de buitenlandse pers meerdere malen uit mee te vliegen met de DC-3 van de maatschappij om met eigen ogen te zien hoe de vork precies in de steel zat. Dat is nu voorbij. Serra Pelada is inderdaad kaal en afgekloven. Er wonen nog zo'n 2.000 mensen die het hoofd boven water houden door af en toe wat aan elkaar te verkopen. Onwillekeurig rijst de vraag of deze intrieste aanblik ook de toekomst van de Surinaamse goudvelden is. In 1984 kregen de goudzoekers 100 hectare voor eigen exploitatie van de 100.000 hectare die Vale do Rio Doce in eigendom had. Dat recht werd later ontnomen, maar de garimpeiros vochten terug en wonnen met behulp van de rechter. "Dat was een belangrijke slag die aantoont hoeveel kennis we hadden opgedaan om onze belangen te verdedigen", zegt Tocinho, die ook in de vakbond van garimpeiros heeft gezeten, "en die kennis komt ons altijd wel van pas". Kolonel Curio van het Braziliaanse leger was indertijd verantwoordelijk voor de organisatie van Serra Pelada. Nadat hij uit het leger stapte bleef hij - verleid door de glans van het goud - hangen. Tegenwoordig is hij nog steeds een belangrijke communityleider. De goudexploitatie bij Serra Pelada had echter desastreuze ecologische gevolgen. Naast nodeloze ontbossing vond er ook watervergiftiging van vele rivieren rond de goudvelden plaats. Kwikvergiftiging zorgde voor tientallen ziektegevallen, die nu niet meer te genezen zijn, Seite 4
Garimpeiros in Suriname
plaats. Kwikvergiftiging zorgde voor tientallen ziektegevallen, die nu niet meer te genezen zijn, met dank aan de gouddelvers, die de verantwoordelijkheid bij de regering leggen, terwijl ze in de wetenschap leven dat diezelfde regering ver weg is en er eigenlijk geen belangstelling voor heeft, zolang ze geen tjoekoes krijgt. Ook in Frans Guyana is de hoge influx van Braziliaanse toeristen die illegaal naar goud zoeken, een chronisch probleem geworden. Het Kawgebied aan de Marowijne, zeer rijk aan goud, is voor een Canadese onderneming ( Iamgold) uit Toronto een prospect voor exploitatie. Parijs heeft dat bedrijf echter toegang tot de regio ontzegd. Maar volgens wetenschappers vormen niet alleen de ondernemingen een gevaar voor het milieu, maar vooral de illegale Braziliaanse garimpeiros. In Corneliskondré, zegt mevrouw Pinas tegen de Ware Tijd dat "A liba e kir’ un sma. W’e siki dyaso. A fisi pori ". “De open mijnen zijn een bedreiging voor de habitat van de streek van Kaw”, zegt dr. PierreMichel Forget, een bioloog uit Frankrjk, die langer dan twintig jaar in de regio heeft gewoond en gewerkt, “het is aan de politiek om iets aan de garimpeiros uit Brazilie te doen. Dat zou ook in Paramaribo moeten gebeuren”. Sinds de jaren 80 herbergt Frans Guyana zo'n 15.000 informele Braziliaanse bezoekers die naar goud komen zoeken. De grensplaats Oiapoque is een nest van smokkel en alle zaken die de goden de mensen op straffe van een plaats in de hel verbieden. Als je echter in goud of euro’s wordt betaald - de goudpijs was in maart 1.100 US dollar per ounce en is nu op 900 terwijl die ooit op 200 was - neem je die bedreiging met een korreltje zout en op de koop toe en sla je de officiële regels voor het gemak maar even over. Dat is dan ook precies wat de garimpeiros doen. Ze gebruiken zowel de handmatige exploitatiemethodes die ze in Serra Pelada heben geleerd, als de mechanische die ze zelf hebben ontwikkeld, om het goud uit de grond te halen. Dat proces leidt uiteindelijk tot kwikvergiftiging en vergiftiging van andere zware metalen die rivieren en mensen die daar wonen, verzieken. Vooral kwik is een probleem. Als het in de rivier terecht komt, kan het van samenstelling veranderen en, in het lichaam van mens en dier terecht komend, de voedselketen binnentreden en daar neurologische storingen veroorzaken. Onderzoek in Frans Guyana wijst op een veel te hoge concentratie kwik bij mensen en vissen uit de gecontamineerde omgeving, aldus gegevens van Braziliaanse onderzoeksinstituten en organisaties. Dan hebben ze het nog niet gehad over de andere bijverschijnselen van het goudzoeken. De overheid in Parijs heeft meer grens- en bewakingspolitie naar hun departement overzee, onze oosterbuurman, gestuurd voor extra veiligheid. De Ware Tijd noteert echter dat de politieagenten hun verblijf daar als een lange vakantie in de tropen beschouwen en het niet zo nauw nemen met hun baan. Wie zou dat ook doen in zo'n schitterende omgeving zonder gezeur en gekwebbel van je baas die je voortdurend in de gaten houdt en over je schouder mee kijkt of je je werk wel goed uitvoert. Pakken ze een illegale garimpeiro dan wordt die zonder pardon en onder de toevoeging om vooral nooit meer zo stout te zijn, terug gestuurd. Dat schiet niet echt op, maar het is beter dan niets. De politici in Paramaribo hebben nog veel huiswerk te doen, maar als je net als toen op school er niet echt zin in hebt, en je laat het tot morgen wachten, kan het wel eens te laat zijn. De volgende generatie zal de problemen dan maar moeten opknappen. Maar de vraag is niet alleen of het dan al te laat is, of nog wel de moeite waard; misschien zijn wij tegen die tijd ook net als Brazilië wereldkampioen voetbal en dansen de samba alsof we dat van huis uit hebben meegekregen zoals de priester in de stad opmerkte.
Anton JieSamFoek, 10 april 2009 Seite 5