SINGEL 393
e
1012 WN AMSTERDAM
g~dsen& detailkaarten voor bergsport. ' voet-, fiets-, kano-, langlauf- en skilochten
SANTIAGO-GANGERS! aan poaXzeg& i n een e n v d a p en U oatvang2 onze Leuwe b u t d f i j a ; t "S1 N I - JACC)BSROUTEf' S X U U ~JO.65
open ma tlrn za 11-17 (van 114 tot 3U7 do ook van 17-21) postorderservice op schriftelijke bestelling telefoon 020 - 274455
een vertaling van het 12de-eeuwse manuscript met een uitvoerige inleldlng van dr. Jan van Herwaarden is natuurlijk niet het enlge boek dat verscheen bij
wllt u meer weten over deze boekmakerij verzeker u dan van regelmatige toezending van het Oosteinderweg 392 1432 BG AALSMEER 02977-42987
INHOUD
COLOFON
DE
JA COBSSTAF is
het
verenigingsblad
nr. 8 jaargang 2 (1990) december
van h e t Nederlands Genootschap v a n S i n t Jacob. Het verschijnt viermaal per jaar. ISSN 0923-1 145 Redactie: A n n e t v a n Wiechen en Frank Claessen.
Van de redactie
122
Redactie-adres:
Bij de achtste Jacobsstaf (Direksens)
123
Rijndijk 2 2
Heilige pelgrims en pelgrimsheiligen (Madou)
124
2394 AHHazerswoude-
Verval (De Vaan)
135
Rd, telefoon: 01 714 -
Najaarsvergadering Venray (Claessen)
136
15386.
Van onze buitenlandse vrienden
139
Een huis voor pelgrims in Pamplona (Bettonvil) 145 Jacobalia in Nederland Laren (vW)
146
@Nederlands Genoot-
Brief u i t Dongen (Van Kempen)
148
schap v a n Sin t-Jacob.
Zoekertjes
148
Niets u i t deze uitgave
Uit de regio's
149
mag worden verveel-
Jacobalia in Nederland Roermond (Kluijtmans)
153
voudigd e n / o f open -
Zoekertje
155
baar gemaakt
Jacobus-boeken & -CD'S
156
middel v a n druk. fo-
IN-DRUK
158
tokopie o f op welke
Typologie van een hedendaagse pelgrim (1R)
160
andere wijze dan ook,
Zoekertjes
162
zonder voorafgaande
Sint-Jacob in oude handschriften (V.d. Werff)
163
schriftelijke toestem -
Oproepen
167
ming v a n de uitgever.
Langs de Weg: Frómista
Omslag :
door
R. Conens
-
Sahagun (vW)
168
Agenda
175
Bestelformulier PELGRIMSPAS
175
Ons postorderbedrijf
176
121
VAN DE REDACTIE
Nu de tweede jaargang van DE JACOBSSTAF compleet i s met dit dikke nummer, zijn we druk bezig met het maken van plannen voor het derde jaar. De uiterste inleverdata van kopy s t a a n al v a s t : 15 februari (nummer g), 15 mei (nummer 101, 15 augustus (nummer 11) en 15 november (nummer 12) 1991. Wat betreft de inhoud van DE JACOBSSTAF; wij willen graag uw medewerking vragen voor de beschrijving van de volgende JACOBUSWEGEN: in nummer 9 gedeelte Via Viziliacensis, nl. tussen Vézelay e n Saint Léonard de Noblat e n i n nummer 10, de achtste etappe van h e t Liber Sancti Jacobi, nl. van Sahapun n a a r Praktische informatie, tips, goede hotelletjes, mooie paden etc. U kunt ook betreffende gedeelten van uw dagboek opsturen; wij zoeken dan n a a r leuke informatie. Met ingang van 12 januari 1991 verandert het secretariaatsadres; Frank Claessen gaat namelijk verhuizen naar de overkant van de s t r a a t . Zijn nieuwe adres luidt: Raaimoeren 31, 4824 KA Breda. Wij wensen u goede Kerst en een voorspoedig 1991!
de redactie
Annet van Wiechen en Frank Claessen
De uiterste inleverdatum van kopy voor het volgende nummer is 15 februari.
l
BIJ D E ACHTSTE JACOBSSTAF
Dit woordje van de voorzitter wil ik beginnen met een woord van dank a a n degenen die hebben gereageerd op mijn vertaling van de compostelana, zoals die in de vorige JACOBSSTAF i s verschenen. In een volgend nummer hoop ik die commentaren t e kunnen verwerken t o t een aangepaste t e k s t . Een tweede woord van dank, e n dan wel een heel hartelijk, gaat naar onze Hermanos holandeses, u weet wel, die in Astorga. Recentelijk ontving ik
l
namelijk een brief van Broeder Jan van Kempen, waarin hij mij h e t t r i e s t e bericht bracht, d a t zijn orde heeft besloten, h e t instituut in Astorga over t e dragen a a n h e t ministerie van onderwijs van de provincie León! Eind december van dit jaar t r e k t de congregatie weg uit Astorga. Wij begrijpen d a t die beslissing de broeders veel pijn moet hebben gekost en wij wensen hun heel veel s t e r k t e bij h e t verwerken ervan. Wellicht kunnen zij troost vinden in h e t feit, d a t heel veel pelgrims, onderweg n a a r Santiago, een warm plekje in hun h a r t hebben bewaard voor de broeders. De ondervonden gastvrijheid i s waarschijnlijk alleen t e begrijpen voor degenen, die zelf, op een hete julidag, of in de stromende regen, doodmoe a a n de poort van h e t klooster hebben geklopt
l
en a a n den lijve ondervonden hebben, hoe hartverwarmend h e t onthaal van de
l l
broeders was! Heel, heel veel dank daarvoor, namens alle pelgrims van h e t
I
Nederlands Genootschap van Sint-Jacob! Als u dit leest is de najaarsvergadering van ons Genootschap a l weer achter de rug. Nu ik met mijn PC probeer Wordperfect 5.0 zo t e gebruiken, d a t Annet
I
l l
s t r a k s alleen maar mijn schijfje in haar computer hoeft t e stoppen om de t e k s t rechtstreeks t e kunnen afdrukken, dus zonder die eerst over t e tikkenl, wil ik ten derde mijn medebestuursleden bedanken. De meeste leden van ons Genootschap zullen zich niet realiseren hoeveel inzet van een paar vrijwilligers h e t kost, om steeds weer t e zorgen d a t in een vereniging van zo'n zevenhonderd leden alles op wieltjes loopt. Mireille, Koos, Ton, Frank, Annet, Nico, Katrine en Els, namens alle leden van ons Genootschap, heel hartelijk bedankt. Zo, d a t moest ook maar eens een keer gezegd. Rest mij slechts, alle leden fijne feestdagen en een goed-lopend 1991 t e wensen! Koen Dircksens, voorzitter IJammer, beste voorzitter, maar h e t lukte niet! Ik werk nu nog met een 'verouderd' Wordperfect programma e n heb niets a a n je zwarte schijf. Ik heb je t e k s t dus 'ouderwets' overgetypt! AvW
HEILIGE PELGRIMS, pelgrimsheiligen en heiligdommen langs de weg SANT0 DOMINGO DE SILOS ( 4 ) STIJLKENMERKEN VAN DE OUDSTE RELIEFS De zes l lde-eeuwse gebeeldhouwde taferelen in h e t kloosterpand van Silos zijn alle gekenmerkt door een zeer vlak reliëf. De menselijke figuren zijn gek1ee.d in gewaden met delicaat aangeduide plooien. De nauwelijks zichtbare beweging van hun lichamen i s eerder gesuggereerd dan beklemtoond. De gezichten hebben kleine voorhoofden, a l s gevolg van een lage haarinplanting. Haren, snorren en baarden zijn volgens een wel bepaald schema gestileerd. De met git ingelegde ogen werken uitermate expressief. Jammer genoeg zijn deze "git-ogen" in de meeste gevallen verdwenen. Een ander opvallend kenmerk i s de isocephalie, het plaatsen van alle hoofden op gelijke hoogte. De indruk van eentonigheid die hierdoor zou kunnen ontstaan contrasteert op gelukkige wijze met de beweeglijke stand van de voeten. Verder wordt de strakheid van de kaders geregeld doorbroken door aureolen, handen, voeten e n gewaden die over de randen van de bogen of over de schachten van de zuiltjes gesculpteerd zijn. Met een minimum aan middelen wist de onbekende meester van Silos een maximale uitdrukking a a n zijn figuren t e geven. De subtiele lijnvoering in de fijnkorrelige s t e e n wekt de indruk d a t de gestalten hun zwaartekracht verloren hebben. In het abstraheren van de vormen heeft de kunstenaar nochtans zijn zin voor h e t realistische detail niet verloochend. Zijn grootste evocatieve kracht heeft de meester bereikt in het reliëf met de Emmaüsgangers. Dit tafereel i s van een ontroerende eenvoud en van een monumentaliteit die alle andere reliëfs overtreft. Vooral de figuur van Christus met de Jacobsschelpen op zijn scerpe zal op vele Santiagopelgrims een diepe indruk gemaakt hebben. TWEEDE BOUWFASE VAN HET KLOOSTERPAND Wanneer tussen 1109 en 1120 de bouwactiviteiten in Silos s t i l lagen, waren gedeelten van de zuidelijke e n van de westelijke galerij nog niet voltooid. Op welk tijdstip de werken opnieuw begonnen is niet bekend, doch een document uit 1158 vermeldt d a t de inkomsten van de abdij gedeeltelijk moeten besteed worden ad opera claustri, a a n h e t kloosterpand dus. Daaruit mag men afleiden
d a t in de tweede helft van de 12de eeuw de arbeid reeds hervat was. De twee reliëfs a a n de zuid-westelijke hoek, alsook een reeks kapitelen, stammen uit deze tweede bouwfase. De kapitelen zullen verder t e r sprak2 komen. De beide reliëfs, voorstellend de Boom van Jesse en de Boodschap a a n Maria worden nu eerst behandeld. BOOM VAN JESSE Over de hele breedte van het beeldvlak ligt de slapende Jesse, de vader v a n koning David, op een bed, h e t hoofd gesteund op zijn rechterhand. Uit zijn lichaam groeit een boom die zich naar boven toe vertakt. In de ranken zitten links en rechts telkens drie personages. In de a s van h e t beeldvlak troont Maria en boven h a a r bevindt zich God de Vader, eveneens tronend, met het kind Jezus op zijn schoot. Uit
de hemel d a a l t de heilige
Geest, in de gedaante van een duif, met gespreide vleugels neer. BOODSCHAP AAN MARIA Rechts i s Maria neergezeten, h e t gelaat gewend n a a r links, waar de engel Gabriel met uitgestoken rechterarm voor haar neerknielt. Maria i s gehuld in een soepel vallende, plooienrijke mantel. Haar rechterhand i s opgeheven e n met de linkerhand houdt zij, op kniehoogte, een slip van h a a r mantel vast. Het tafereel van de Boodschap speelt zich af onder een boog die op twee zuiltjes r u s t . Een gordijn i s a a n de boog opgehangen en v a l t in fijne plooien neer achter de personages. De uiteinden van h e t gordijn zijn spiraalvormig rond de schachten van de zuilîjes gewonden. Uit de wolkenrand bovenaan dalen twee engelen neer. Zij houden een kroon boven h e t hoofd van Maria. Hun bovenlijf i s naakt e n hun onderlijf is gewikkeld in een gedrapeerde doek. Opvallend zijn de volle, ronde krullen die hun hoofd sieren. Een gelijkaardig kapsel ziet men ook bij de engel Gabriel. ICONOGRAFIE De Boom van Jesse symboliseert de afstamming van Christus uit het koninklijk
geslacht van David. Met de stamboom van Christus (Liber generationis) vangt h e t Mattheusevangelie a a n ( M t 1, 1-16) e n ook Lucas geeft die stamboom in een kortere versie (Lc 3,23-38). Deze bijbelteksten kregen een zo goed a l s definitieve vormgeving i s een glasraam van de abdijkerk t e Saint-Denis, omstreeks 1145 gemaakt in opdracht van a b t Suger. Zijn uitbeeldingswijze bleef het type-voorbeeld voor vrijwel alle latere uitvoeringen van het Boom-vanJesse-motief in de beeldende kunsten. Merkwaardig genoeg wijkt h e t reliëf in Silos van h e t Franse voorbeeld a f , niet in de algemene opbouw of structu.ur, maar wel in de invulling van de figuren. De Boom van Jesse wordt hier niet bekroond door Christus, noch door Christus e n Maria, maar door de heilige Drievuldigheid. In de romaanse kunst zijn slechts twee van die afwijkende voorstellingen bekend: h e t hier besproken reliëf e n de zuil die h e t middenportaal ondersteunt van de Pórtico de l a Gloria i n Santiago de Compostela. Die zuil, waarop de pelgrims bij hun aankomst in Santiago hun hand leggen, i s een Boom van Jesse, bekroond door de heilige Drievuldigheid. Deze zeldzame combinatie van de Boom van Jesse met de beeltenis van God de Vader die het Christuskind op de schoot houdt kan verklaard worden vanuit de leer van de Kerk betreffende de goddelijke e n de menselijke afkomst v a n Christus: Zoon van God e n zoon v a n David, voorspeld door de profeten. De profeten hebben in Silos trouwens de plaats ingenomen van de koningen v a n Juda. De zes bedoelde personages hebben immers geen gekroonde hoofden; wel dragen ze allen schriftrollen in de handen. In h e t hoger vermelde glasraam van Saint-Denis zijn de profeten ook aanwezig, doch zij s t a a n in vertikale rijen a a n weerszijden van de eigenlijke Boom van Jesse opgesteld. Silos bezit aldus een unicum in de uitbeelding van h e t mysterie van de Incarnatie of menswording: de zeer geliefde Zoon van de Vader is door de heilige Geest mens geworden in de schoot van Maria. De messiaanse profetieën zijn in vervulling gegaan. Bij de Boodschap a a n Maria wordt de menswording geactualiseerd. Het zal dan ook geen toeval zijn d a t h e t tweede, hier behandelde reliëf de Annunciatie voorstelt. Beide afbeeldingen s t a a n in een logisch verband t o t elkaar. Ze zijn a l s het ware twee aspecten van eenzelfde theologisch leerstuk, gevisualiseerd in de sculptuur e n door de beschouwer i n één blik t e v a t t e n . Het leerstellig karakter i s ook t e merken in de uitbeelding van de Boodschap. Maria troont als een vorstin e n twee engelen brengen haar de kroon. De moeder van Christus i s tevens de hemelse koningin. Op zijn manier heeft de kunstenaar
v a n Silos. wellicht a l s a l l e r e e r s t e . g e s t a l t e gegeven a a n een thema d a t l a t e r , i n d e s c u l p t u u r v a n d e 13de-eeuwse k a t h e d r a l e n . algemeen verspreid z a l worden. De enige d e t a i l s die d e a a n d a c h t v a n d e beschouwer v a n h e t hoofdgebeuren zouden k u n n e n afleiden zijn d e twee h a l f n a a k t e engelen. Voor zover bekend vormen zulke engelen een g r o t e uitzondering op d e gangbare iconografie. KUNSTENAAR EN DATERING De beeldhouwer die d e beide reliëfs vervaardigde i s n i e t bekend. In d e l i t e r a t u u r wordt hij d e "tweede meester v a n Silos" genoemd. Maar. misschien i s die tweede meester toch n i e t zo anoniem a l s op h e t eerste
gezicht
lijkt.
Onder
het
reliëf met de Boodschap i s e e n steen
ingemetseld met
het
op-
schrift: Obiit m a g i s t e r Robertus e t uxor e j u s Cecilia
(gestorven
is
meester Robertus e n zijn e c h t genote Cecilia). De vorm v a n d e l e t t e r s verwijst n a a r d e tweede helft
van
de
12de eeuw.
Een
magister Robertus wordt vermeld a l s bemiddelaar i n e e n geschil t u s s e n d e abdijen v a n Silos e n Arlanza i n e e n document v a n 1176, afkomstig u i t h e t abdijarchief v a n Silos. Het is zeer verleidelijk
om t e denken d a t deze m a g i s t e r Robertus e e n
beeldhouwer was. die door zijn grote a r t i s t i e k e vaardigheid i n groot a a n z i e n s t o n d i n d e abdij e n h e t voorrecht genoot vereeuwigd t e worden i n e e n memoriesteen, onder zijn (?) reliëf a a n g e b r a c h t . Indien deze hypothese j u i s t mocht zijn. d a n k a n men i n elk g e v a l d a a r u i t concluderen d a t e r t u s s e n 1158 e n 1175 volop a a n d e voltooiing v a n h e t kloosterpand werd gewerkt. Een v e r d e r n i e t t e controleren bron g e e f t d e datum 1180 a a n a l s h e t j a a r waarin d e werken afgesloten werden. In ditzelfde j a a r zou ook h e t hele kloosterpand ingewijd zijn. Hoewel e r geen a b s o l u t e zekerheid b e s t a a t omtrent een e x a c t e datering. k u n n e n de hierboven aangevoerde j a a r t a l l e n a l s zeer plausibel gelden. In t o t a a l zou men aldus. zij h e t met onderbrekingen. ongeveer een eeuw gewerkt hebben om h e t hele kloosterpand op t e bouwen.
IHier moet a a n toegevoegd worden d a t vooral de Franse kunsthistorische l i t e r a t u u r de dateringen. zoals hier aangegeven, in twijfel trekt. De tegenargumenten van de Franse geleerden, die een datering omstreeks 1200 bepleiten, zijn echter weinig overtuigend. STIJLKENMERKEN VAN DE JONGERE RELIEFS Opvallend in het werk van de tweede meester is de weergave van de vele fijne plooien in gewaden en gordijnen. Deze plooien ontlokten a a n sommige a u t e u r s de vergelijking met de zogenaamde n a t t e draperieën ( draperies mouillées) van de laat-antieke sculptuur. Doch is dit niet wat ver gezocht? In Silos ziet men nergens d a t de gewaden a a n het lichaam gekleefd zijn. Veel meer suggereren de plooien een lichte stof, die zeer overvloedig om de gestalten gewikkeld i s en geenszins de naakte lichaamsvormen accentueert. De vooruitgestoken arm van de engel Gabriel moge als voorbeeld dienen voor de geheel eigen wijze waarop de plooien in verschillende richtingen verlopen en in hun nerveuze lijnvoering contrasteren met de ontblote pols en de hand van de engel en met zijn glad en '%lootu gezicht. Een ander opvallend kenmerk is precies de uitbeelding van de engelenhoofden. Ze vertonen bolle wangen, dikke ronde krullen en een hoge haarinplanting die de rondheid van de voorhoofden goed l a a t uikomen. Enkele stilistische gelijkenissen
-
of zouden het invloeden zijn?
- kan men vaststellen
t u s s e n de reliëfs van Silos e n de sculpturen a a n de Pórtico de l a Gloria in Santiago de Compostela. De bolle en volle gezichten en vooral de ronde krullen zijn karakteristiek voor verschillende personages die op beide ensembles woorkomen. Voor Santiago beschikt men over een onaanvechtbare datering. Meester Mateo schiep de Pórtico de la Gloria tussen 1168 e n 1188. dus in de tweede helft van de 12de eeuw. Vanzelfsprekend hebben zowel de iconografische a l s de stilistische verwantschappen tussen het beeldhouwwerk van Silos en van Santiago aanleiding gegeven tot allerlei veronderstellingen. Heeft de meester van Silos het werk van meester Mateo gezien? Is hij erdoor beïnvloed? Is h e t mogelijk d a t Mateo in Silos werkzaam was en daar een beeldhouwer (magister
Robertus?) gevormd heeft alvorens verder t e reizen naar Galicië? Zijn beide meesters in een zelfde centrum opgeleid om daarna elk huns weegs t e gaan, of g a a t het uiteindelijk over een en dezelfde beeldhouwer? Zo kan men nog meer vragen
bedenken en even zoveel hypothetische t o t louter speculatieve
antwoorden zoeken. De feiten laten enkel toe v a s t t e stellen dat de jongste sculpturen van Silos en de Pórtico de la Gloria van Santiago ongeveer gelijktijdig ontstaan zijn en vervaardigd werden door kunstenaars die hun vak
op meesterlijke wijze beheersten. De voorzichtig geponeerde datums voor Silos (tussen 1158 e n 1180) e n de bekende jaartallen voor Santiago (van 1168 t o t 1188) zijn niet strijdig met elkaar. De chronologische prioriteit van de reliëfs in Silos moet niet noodzakelijk in twijfel worden getrokken. De vragen naar de identiteit van de kunstenaar in Silos moeten helaas open blijven.
KAPITELEN Het kapiteel i s een steunpunt in een architecturaal geheel. Zijn vorm is meestal die van een afgeknotte piramide, met de smalle zijde naar onder gekeerd. Het kapiteel kan langs vier zijden gebeeldhouwd worden. De kunstenaar zal echter steeds de hem geboden ruimte respecteren e n in h e t aanbrengen van zijn repertoire de basisvorm van h e t kapiteel bewaren. Anders gezegd: de sculptuur i s gebonden a a n h e t architecturale kader en de dragende functie van h e t kapiteel blijft duidelijk zichtbaar. Gedurende de hele periode van de romaanse kunst hebben de beeldhouwers een onuitputtelijke vindingrijkheid a a n de dag gelegd bij de decoratie van de kapitelen. Zij gebruikten geometrische, plantaardige en dierlijke motieven. Ook schiepen zij gehistorieerde kapitelen, waarbij "historiën" of taferelen u i t de menselijke geschiedenis de vlakken vulden. Van a l deze vormen van decoratie zijn in Silos voorbeelden aanwezig.
Het talrijkst zijn echter de kapitelen met diermotieven. Men ziet vogels, leeuwen e n fabelwezens, waaronder veel harpijen, met een vogellichaam en een vrouwenhoofd. Meestal s t a a n al die creaturen frontaal of ruggelings tegenover elkaar. Soms zijn ze in een gevecht gewikkeld, boven elkaar gestapeld of
zitten
Steeds i s
verstrikt
in ranken.
e r sprake van
een
symmetrie, een ontdubbeling of een verdubbeling
van het
gekozen
thema. Een dergelijke ritmische uitbeelding biedt een zeer levendige aanblik. De tegenstelling tussen het statische van de architectuur e n de intense, doch bedwongen beweeglijkheid van de sculptuur i s een v a n de grote eigenschappen
van de
romaanse kust. Zowel in de oudste galerijen a l s in de galerijen u i t de tweede bouwfase zijn in Silos vele
;n C
2O
U
I I
staaltjes van virtuositeit in de
2
p:
vormgeving t e bewonderen. 4
Gehistorieerde kapitelen t r e f t men enkel a a n in de westelijke galerij, daterend
'g C>
uit de tweede helft van de 12de eeuw. Ze zijn stilistisch verwant met de twee
'"
jongere reliëfs. Het gaat om een dubbel en een vierdubbel kapiteel. Het e e r s t e
X
paar s t e l t taferelen voor u i t de Geboortecyclus: de Boodschap, de Visitatie, de
fd
g
r)
Geboorte (zie p. 1221, de boodschap a a n de herders en de vlucht naar Egypte. De tweede groep - vier kapitelen
-
bevindt zich in h e t midden van de galerij
boven vier ineengedraaide zuilschachten, uit één blok steen gehouwen. Hier ziet
z
2 g E:
men de intocht in Jeruzalem, de voetwassing en het Laatste Avondmaal.
.d
Alle kapitelen van het kloosterpand hebben een dekplaat, in de meeste gevallen
n
versierd met gestileerde bladranken. Een klein a a n t a l dekplaten i s onbewerkt
z
gebleven.
m
8
O
O
m
Over de taakverdeling tussen de kunstenaars die de reliëfs en de kapitelen vervaardigden i s niets bekend. Men mag veronderstellen d a t zowel de eerste a l s de tweede meester van Silos samenwerkte met enkele gezellen; een zogenaamd atelier. Geen enkel bericht is t o t ons gekomen over het a a n t a l beeldhouwers d a t gedurende ruim een eeuw in Silos werkzaam was. Gelukkig vormen de vele leemten in de kennis van de concrete gegevens geen beletsel om t e genieten van de fascinerende schoonheid van h e t kloosterpand. Het i s een meesterwerk, door Santo Domingo begonnen, vele jaren na zijn dood voltooid en in de 16de eeuw voor afbraak gespaard omdat, naar men zegt, de abdijgemeenschap h e t kloosterpand nog steeds beschouwde a l s een reliek van de heilige zelf.
HET BESCHILDERDE PLAFOND De vloer van h e t kloosterpand i s t h a n s teruggebracht op h e t oorspronkelijke niveau, zodat de hoogte van de galerijen weer 4,50 m bedraagt. Deze galerijen zijn afgedekt met een houten plafond, uitgevoerd volgens de moorse techniek
írnudéja$). Een dergelijk vakwerkplafond, alfarje genoemd, bestaat u i t planken, ondersteund door balken die zowel in de breedte a l s in de lengte worden vastgetimmerd. Aldus ontstaan diepe rechthoekige vakken, zodat men deze plafonds ook aanduidt met de term artesonado, wat letterlijk betekent: in vakken verdeeld. De moorse timmerlieden waren zeer bedreven in de uitvoering van alfarjes en waren voor dit soort werk zeer gerenommeerd.
'Mudéjares zijn de moren die n a de reconquista in de christelijke gebieden achterbleven. De term mudéjar a l s aanduiding van een kunststijl, i s in 1859 voor h e t eerst gebruikt.
Het plafond dateert van n a de abdijbrand van 1384. In 1388 moet het klaar geweest zijn. Deze betrekkelijk nauwkeurige datering kan gegeven worden dank zij de aanwezigheid v a n de familiewapens die op vele plaatsen geschilderd werden. De diepe vakken zijn versierd met gestileerde bloemen en bladranken. Op de dwarsbalken s t a a n taferelen ontleend a a n h e t hoofse milieu, satirische motieven, dieren en fabelwezens en een enkel religieus thema, namelijk de Aanbidding der koningen. Men ziet onder meer elegante dames en heren die converseren. of elkaar omhelzen. Er zijn jacht- en gevechtscenes, dans- en muziekuitvoeringen e n taferelen waarin dieren de rol van mensen spelen, zoals bijvoorbeeld drie knaagdieren die proberen een k a t a a n de galg t e hangen en een wolf die de mis opdraagt, bijgestaan door een vos die a l s akoliet fungeert. Inhoudelijk komt deze speelse en fantasierijke wereld overeen met de contemporaine drolerieën of (komiscKe) randversieringen die men a a n t r e f t in liturgische boeken e n in getijden- e n gebedenboeken e n ook op de zitterkes van de koorgestoelten in de kerken. In de mentaliteit v a n de l a t e middeleeuwen vallen profane thema's niet u i t de toon binnen een religieuze context. De monniken v a n Silos zullen dan ook terecht fier zijn geweest op hun alfarje. De mening v a n sommige auteurs, a l s zouden de schilderingen ontworpen zijn door kunstenaars die buiten de christelijke maatschappij stonden (joden en moren) en zich derhalve s a t i r e en spot konden veroorloven, i s totaal onjuist e n uiterst naïef. Als marginalen konden ze zich zoiets juist niet permitteren. Bovendien zou een prestigieuze abdij als Silos ieder soort van afbeeldingen d a t niet door de beugel kon, binnen h a a r muren niet geduld hebben. Het i s mogelijk d a t de uitvoerende artiesten mudejares waren. Het concept of iconografisch programma van het plafond i s echter noch joods, noch moors, maar integendeel zeer westers en internationaal. Het past volledig in de geest van de 14de eeuw waarin een secularisatieproces op gang is gekomen d a t t o t op onze dagen nog voortduurt. Men leze in d i t verband Huizinga's Herfsttij e n Eco's De naam van de roos.
De schilderingen zijn uitgevoerd in de encaustiektechniek. Hierbij wordt met was vermengde verf door middel van gloeiende stiften in h e t paneel gebrand. Daardoor bekomt men diepe en warme kleuren die een lange houdbaarheid hebben e n goed tegen vocht bestand zijn. In het plafond overheerst een dieprode kleur, contrasterend met wit e n zwart. Daarbij komen nog nuances van griis, paars, en groen.
Van dit uitzonderlijk ensemble i s enkel in de westelijke galerij alles bewaard. De alfarjes van de drie overige galerijen zijn zo goed a l s geheel vernield. Hun moderne restauratie getuigt van weinig smaak en weinig fantasie. Het overgebleven fragment is evenwel een schitterend en zeldzaam voorbeeld van de Castiliaanse paneelschilderkunst uit de 14de eeuw. DE ABDIJ VAN SILOS, VANAF DE DOOD VAN SANT0 DOMINGO TOT HEDEN Nog tijdens h e t leven v a n Santo Domingo woonde een kleine groep mensen rond de abdij. Koning Alfonso V1 van Castilië verleende tussen 1096 en 1098 de toestemming om de plaats systematisch t e bevolken. In de 13de eeuw was Silos betrekkelijk belangrijk geworden e n droeg de naam: El Burgo de Santo Domingo. Deze Burgo verwierf vele voorrechten en vrijheden. De abdij had in de Burgo een grote uistraling. Ze was op h e t toppunt v a n h a a r bloei a l s druk bezocht bedevaartsoord; Le bezat een hospitaal en een leprozerij e n vaak ontving zij koninklijk bezoek. De stadswijk rond de abdij gelegen noemde men de Barrio
castellano. Daarnaast bestond de Barrio de San Pedro, een bevolkingskern, geconcentreerd rond de oude parochiekerk. Een derde wijk was de Barrio de los
Gascones. Daar woonden de inwijkelingen. Zij kwamen niet enkel u i t Gascogne, maar ook uit andere delen van Frankrijk, vooral u i t Normandië. Verder woonden in die wijk ook lieden u i t Catalonië en Navarra. Afzonderlijke wijken voor joden e n mudejares worden niet vermeld, doch deze minderheidsgroepen waren in de Burgo ook aanwezig. De toeloop van buitenlanders hangt voor een deel samen met h e t feit d a t koning Alfonso V111 gehuwd was met Eleonora, de dochter van Aliénor van Aquitanië. De inwijking van Fransen is echter ook een gevolg van de ontwikkeling van de camino de Santiago. Alle plaatsen van betekenis langs de camino hadden een wijk waar de Fransen woonden. De weg naar Santiago kreeg niet voor niets de naam van camino frances. Silos had bovendien ook zelf wat t e bieden. In de 13de eeuw had de Burgo zich ontwikkeld t o t een rijk stadje met een bloeiende industrie
e n wolhandel.
Het kreeg rondom
een
vestingmuur
met drie
stadspoorten. De welvaart duurde echter niet lang en tegen het einde van de eeuw begon de ontvolking v a n de s t a d a l s gevolg van een golf van tegenspoed in geheel Castilië. De adel kwam in opstand tegen de koning en veel monastieke domeinen werden ingepalmd. De abdij overleefde die malaise, zij h e t in een lamentabele economische situatie. De abten van Silos, die ooit de raadgevers e n vrienden van de koningen waren traden steeds minder op de voorgrond. De
kloostertucht verslapte, de pelgrimstochten n a a r h e t graf van Santo Domingo namen
af en de komst van de franciscanen in de Buigo schiep een
concurrentiesituatie met de benedictijnen. De oude abdij kon zich uiteindelijk n i e t meer handhaven a l s zelfstandige stichting e n in 1512 werd ze aangesloten bij de machtige benedictunse congregatie van Valladolid, die in 1390 gesticht was. Het jaar 1521 bracht nog een kleine opflakkering van energie; men maakte plannen om h e t hele kloostercomplex af t e breken e n t e herbouwen in renaissancestijl. Door geldgebrek werden die plannen verijdeld. De 18de eeuw kende een algemene opbloei van h e t kloosterleven, wat ook in Silos merkb,aar was. De romaanse kerk werd afgebroken en vervangen door een neoklassieke bouw tussen 1751 en 1792. Eerder, van 1729 t o t 1739, had men reeds een nieuw kloosterpand gebouwd. Gelukkig liet men h e t oude kloosterpand ongemoeid. Was d i t nog steeds uit piëteit voor Santo Domingo? Of i s de oorzaak t e zoeken in de dreigende politieke omstandigheden die, n a de Franse revolutie, ook in Spanje voelbaar waren? De monniken hebben niet lang genoten van hun nieuwe gebouwen. Een decreet v a n Mendizibal schafte h e t klooster af in 1835 e n de monniken werden weggejaagd. Veel kunstschatten werden geroofd en verkocht e n zijn t h a n s in h e t bezit v a n musea e n bibliotheken overal t e r wereld. Tot in 1880 bleef de eertijds zo invloedrijke abdij verlaten liggen. In genoemd jaar kwam een groepje benedictijnen u i t de Franse abdij van Solesmes naar Silos om e r een nieuwe kloostergemeenschap t e stichten. Thans, n a ruim een eeuw, zijn alle gebouwen gerestaureerd e n de weinige aldaar bewaard gebleven kunstschatten zijn met veel zorg in een klein museum samengebracht. Met zijn rijke en moderne bibliotheek is de abdij uitgegroeid t o t een studiecentrum voor liturgie e n I
gregoriaanse muziek, hierin de idealen volgend van Solesmes. Vanuit Silos zijn
\
de oude abdijen van Estibaliz en Leyre hersticht, respectievelijk in 1922 en
l
1954. In 1958 stuurde Silos monniken naar h e t nieuwe klooster in de Valle de
los Caidos. D e voormalige Burgo de Santo Domingo i s nu een eenvoudig dorp geworden met
e e n indrukwekkende abdij a l s pronkstuk. De glorie van de abdij blijft de persoon v a n Santo Domingo. Dat zijn kloosterpand -een der mooiste van d e wereld- de eeuwen heeft weten t e trotseren is misschien wel een van de ultieme mirakelen van de heilige. Mireille Madou
I
VERVAL
De dreiging van de monsters i s versleten, slapen of glimlachen zij? Waarvan waren de worstelaars - of zijn h e t liefdesparen voor zij afbrokkelden zo fel bezeten?
-
Hoe de uitgeteerde gestalten heetten l a a t zich soms aflezen uit hun gebaren of v a l t t e raden uit h a a s t onzichtbare werktuigen waarvan wij de naam nog weten. Haperend, met gebroken stem, v e r t e l t Mnemosune verhalen. Hoe herstel ik woord voor rijmwoord ze in vroeger s t a a t ? Ze liggen onder mijn herinnering verborgen. Lieve dode moeder, zing h e t kinderlied voordat het mij ontgaat. Paul de Vaan
Venray, 10 november 1 9 9 0 Op 10 november trokken ongeveer 175 deelnemers in een druilerige regen naar h e t Noord-Limburgse
Venray voor de najaars-
vergadering van d i t jaar. Zij werden met koffie en vla ontvangen in de gebouwen van scholengemeenschap Jerusalem. Om even over half elf opent de voorzitter in de aula de vergadering met de mededeling d a t het genootschap dan 684 leden t e l t . Hij v e r t e l t vervolgens d a t de school in Astorga die door de broeders v a n Dongen wordt gedreven een andere bestemming zal krijgen met ander personeel, zodat e r na dit jaar vermoedelijk geen pelgrimsopvang meer zal zijn in die plaats. Niet alleen hij maar ook de broeders betreuren dit. Broeder J a n van Kempen biedt zelfs a a n de komende jaren weer ' s zomers n a a r Astorga t e gaan, echter op voorwaarde d a t hij daarbij geholpen wordt. Er wordt besloten d a t ook h e t bestuur aktie zal ondernemen om dit mogelijk t e maken. Vervolgens deelt de voorzitter mede d a t de volgende (1ustrum)vergaderingi zal zijn op 27 april 1991 in 's-Hertogenbosch. De heer Bettonvil e n mevrouw Olling bieden a a n bij de organisatie hiervan mee t e helpen. Op 9 november 1991 zal de najaarsvergadering plaatsvinden in Franeker. Daarvóór wordt op 20, 21 en 22 september in Maastricht de tweede internationale pelgrimsreunie georganiseerd. Bij de behandeling van de financiële s i t u a t i e van h e t Genootschap legt de penningmeester nogmaals uit waarom de huidige begroting zo veel afwijkt van van die welke bijna anderhalf jaar geleden i s opgemaakt. Op een vraag u i t de zaal over de bestuurskosten vertelt hij d a t de bestuursleden weliswaar de mogeITijdens de vergadering werd de datum 13 april 1991 opgegeven, maar door onvoorziene omstandigheden moest de datum worden gewijzigd in 27 april 1991. 136
C 'r)
.,-l
LI:
lijkheid hebben om reiskosten t e declareren, maar d a t zij hiervan ternauwernood
C
gebruik maken. Hij roept tevens de leden op de contributie voor 1991 tijdig.
a
zonder een aanmaning af t e wachten. t e betalen.
a,
C (d (d
Bij het volgende punt van de agenda krijgt de heer Bettonvil uit den Bosch h e t woord over de activiteiten van de groep Nederlanders die het pelgrimshuis in Pamplona hebben beheerd gedurende het afgelopen seizoen (zie ook p. 146). Tussen 1 juli en half september hebben 350 pelgrims in Pamplona overnacht, waaronder slechts zes Nederlanders. Het is een goed geoutilleerd gebouw met o.a. driepersoons slaap-kamers en een keuken. Helaas ligt h e t nogal ver van h e t centrum e n zijn er geen voorzieningen voor fietsers. De plannen voor volgend jaar zijn nog onze-ker. maar men wil wel met dit werk doorgaan. Vervolgens maakt hij melding van het feit d a t in huize Kafarnaum. Servatiusstraat 11. 5512 A J Vessem weer pelgrimsweekenden worden georganiseerd voor groepen van 8
t o t 10 personen (zie p. 162). Het is de bedoeling om ervaren en aanstaande pelgrims bijeen t e brengen e n zich t e bezinnen op zo'n tocht. Daarna worden e r door verschillende leden nog enige nuttige opmerkingen gemaakt die gaan van het vinden van een goed overnachtingsadres in Santiago t o t het aanraden van de door de organisatie "Posterheide" gegeven cursussen over de bedevaart naar Santiago.
Hierna volgt een lezing door mevrouw M. Madou over de kathedraal van Burgos. Z i j gaat daarbij in op de geschiedenis van de kathedraal e n besteedt aandacht
a a n enkele van de zeer vele kunstschatten die zich daar bevinden. 'Tijdens de pelgrimsparade komen de verhalen pas goed los: zij die al vaker gegaan zijn beschrijven wat de verschillen zijn tussen nu e n een a a n t a l jaren geleden. De aloude vraag over waarom men onderweg is, wordt beantwoord met
mensen, land en cultuur zijn meer dan de moeite waard om deze tocht t e maken. (Ook nu zijn e r weer twee pelgrims die melding maken van het binnenkort verschijnen v a n h e t dagboek van hun tocht. Er wordt zelfs een televisieuitzending ( 2 december 1990) in h e t vooruitzicht gesteld. Tijdens
de l u n c h p a u z e wordt druk
gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op alle niveau's bij t e praten. Ook h e t winkeltje, met daarin deze keer beeldjes van Jacobus a l s pelgrim, gemaakt door mevrouw Claessen-Willems uit Alphen a a n de Rijn (zie foto p. 137), heeft veel klandizie. Het middagprogramma bevat een lezing met dia's over de kunst van de Grote Kerk in Venray. Er blijkt daar een geweldige hoeveelheid heiligenbeelden t e s t a a n , waaronder ook twee van Jacobus de Meerdere. Na deze lezing heeft men nog de mogelijkheid om de beelden in werkelijkheid t e gaan bekijken in de nabij gelegen kerk. Deze kans wordt door velen aangegrepen en dan blijkt pas d a t er nog veel meer beelden s t a a n dan men a l had gedacht. Tegen 6 uur gaan de l a a t s t e leden huiswaarts,
tevreden
over een zeer
geslaagde dag. A.F.M.W.L. Claessen
VAN ONZE BUITENLANDSE VRIENDEN
...
EN VRIENDEN IN HET BUITENLAND De onvermoeibare Spaanse speurder naar Jacobusliederen, E. Goicoechea, heeft ergens een Franse t e k s t opgedoken waarbij de vermelding stond: "on chante avec l a mélodie: O Rotterdam verheven schon". Hij wil graag weten of de muziek van deze melodie terug t e vinden is. Datzelfde geldt voor een muziekstuk waarvan de t e k s t begint met de woorden: "Gij Christenen, hoort dit liedt". Kunt u de redaktie een fotocopie van deze muziek bezorgen? Vervolgens denkt hij d a t in het Antwerps Liedboek, uitgegeven in 1541 en 1543 mogelijk pelgrimsliederen s t a a n . Hij vraagt waar een uitgave of transcriptie van de editie van 1541 t e vinden is. Tenslotte is hij ergens de naam "Hugonele" tegengekomen a l s zijnde een plaats of een persoon die vanaf de 18de eeuw t e maken zou hebben gehad met een toneelstuk van de miraculeus geredde gehangene v a n Santo Domingo de l a Calzada. Laat deze "Hugonele" bij u een belletje rinkelen? Graag uw reakties naar de redaktie van DE JACOBSSTAF, Rijndijk 22, 2394 AH Hazerswoude-Rijndijk. 2. INTERNATIONALES TREFFEN EUROPAISCHER JAKOBUSVEREINIGUNGEN.
Op 5 . 6 en 7 oktober 1990 kwamen vertegenwoordigers van Jacobusgenootschappen uit Spanje, Frankrijk, België, Engeland, Nederland en Duitsland bijeen in de stad Speyer, die nog steeds bezig was met de viering van haar 2000-jarig bestaan. De begroeting van de deelnemers op vrijdagavond wees a l op een gedegen organisatie. hoewel de Nederlandse delegatie (de grootste uit het buitenland) even dreigde t e worden vergeten. Men had voor h e t amusement een beroep gedaan op de groep "Goet ende Fyn" u i t Badhoevedorp, die het gezelschap vermaakte met middeleeuwse muziek en zang. De zaterdagochtend was uitgetrokken voor het congresgedeelte: achtereenvolgens lezingen over Jacobswegen in de Pfalz, Jacobsverering in Görlitz (ex-DDR). Jacobsliederen in Europa en Jacobsrelekwieën in Duitsland. 's Middags was e r een rondleiding door de s t a d en natuurlijk de Dom, het pronkstuk van middeleeuwse bouwkunst in Speyer. De avond werd besteed a a n een hernieuwing of versteviging van de internationale kontakten onder het genot van Jacobswijn en -brood.
De echte verrassingen zaten echter op de zondag: een pontifikale eucharistieviering omdat de Dom die dag n e t
1000 jaar
bestond
en
daarna een stukje absurdistisch muziektheater in de buitenlucht, opgevoerd in een "reizend" beeldhouwwerk d a t was opgesteld in een park n a a s t de Dom, en d a t alles t e maken had met h e t pelgrimeren naar Santiago de Compostela. Dit alles was natuurlijk alleen maar mogelijk dankzij het feit d a t de Oberburgermeister van Speyer zelf a l s pelgrim n a a r Compostela i s geweest. Het was beslist een zeer geslaagde bijeenkomst,
die doet
uitkijken n a a r de volgende in 1993.
FC Ultreïa, nummer 6, november 1990 Het Zwitsers genootschap heeft inmiddels 200 leden. Het tijdschrift heeft in de meest brede zin van het woord '
SUISSE
'
aandacht voor alles wat met pelgrimstochten t e maken heeft.
Dit keer onder meer verslagen van twee congressen die dit jaar in Spanje zijn gehouden. In Estella (30.08-02.09.1 990) zijn geen definitieve besluiten genomen, maar de gedachten blijken duidelijk t e gaan in de richting van: Niet iedereen op de camino i s pelgrim. Pelgrims zijn zij die uit religieuze of spirituele overwegingen naar Santiago gaan en zij moeten een aanbevelingsbrief hebben van een Jacobusgenootschap of van hun parochie. Toeristen en (sportieve) wandelaars worden niet a l s traditionele pelgrims beschouwd. Vanaf Roncesvalles wordt a a n houders van bovengenoemde aanbevelingsbrieven een Credencial afgegeven, een stempelkaart die dient a l s bewijsstuk voor h e t verkrijgen van de compostelana. Vanaf Roncesvalles zijn regelmatig bijgehouden refugiolijsten beschikbaar. Refugio's zijn in principe gratis, maar men rekent op een bijdrage naar
+ +
draagkracht van en op onderhoud door de pelgrim. De 22 Jacobusgenootschappen langs de camino zullen zich beijveren voor verbetering v a n h e t comfort en aanleg van warme douches in de refugio's, alsook voor h e t verkrijgen van gratis toegang in zwembaden en musea voor pelgrims t e voet, met de f i e t s e n t e paard. De compostelana zullen op vertoon van een Credencial worden afgegeven door een priester die met de pelgrim een onderhoud heeft over diens motivatie: wie niet gelooft in een religieuze instelling moet ook maar afzien van een document d a t door deze instelling wordt afgegeven!
De voorzitter van het Zwitserse genootschap voegt hieraan toe: "Pelgrimeren in een middeleeuwse traditie i s niet hetzelfde a l s een volledig verzorgde vakantie op de Bahama's. Verbetering van de refugio's is geen eis van de buitenlandse pelgrims". (De redaktie van DE JACOBSSTAF vraagt zich af of Nederlandse pelgrims achter deze uitspraak staan!) Het verslag van het congres in Santiago s t a a t elders in dit nummer. Naast vele boekrecenties, een reisverslag, een kerstverhaal de vermelding v a n een nieuw netwerk van wandelpaden in Zwitserland: 2540 kilometer, die s t a a n voor 640 uur lopen. Een deeltje daarvan i s een "klassieke" Jacobsroute. Vervolgens: Jacobusbroederschappen in Solothurn en h e t canton Freiburg en een wetenschappelijk artikel over de legende van de miraculeus geredde gehangene in Santo Domingo de la Calzada. Daarin o.a. de vermelding van een t e k s t van de Antwerpenaar Jehan Lhermitte e n zijn vriend Henri Cock de Gorkum (15601622). Deze l a a t s t e noemt de betreffende geschiedenis e n l a a t het gezin uit Nijmegen komen! Ultreïa eindigt met een artikel over de invloed van de monnik Beatus op h e t pelgrimeren naar Santiago. De Pelgrim nummer 22, het derde nummer van 1990. In zijn t e n geleide gaat Dirk Aerts in op de reakties op het h
congres in Estella. Hij vreest een botsing tussen de Spaanse vernieuwingsdrang en de hang van de (niet-Spaanse) pelgrim naar r u s t , eenvoud e n natuur!
6
"Men moet eerst geleefd hebben temidden van een exploderende economie e n volgepropte autowegen om opnieuw de charme t e ontdekken van een oude pelgrimsweg. De boer uit Galicië bekijkt de eeuwige modder en de lastige blokken op de wegen met andere ogen dan de pelgrim". Verder in dit nummer grote artikelen over Jacobus in Vlaanderen en over de Via Turonensis, h e t vervolgverhaal v a n pater Willibrord Mondelaers. Bij d e boekbesprekingen raadt men ( n e t als in h e t Zwitserse tijdschrift) a f o m Le,s chemins de Saint-Jacques de Compostelle van het comité régional du tourisme Midi-Pyrénées a a n t e schaffen.
Bulletin nummer 36, oktober 1990. Verrassing: een zeer positieve recensie over het gebruik van de FIETSBUS ("Dutch for cycle bus") voor Engelsen die met de fiets naar Santiago gaan e n anderszins weer terug willen. De Prijs in 1990 was f 230,- (about P 76) van Burgos of Dax naar Woerden (near Rotterdam). Inlichtingen bij de Fietsvakantiewinkel, J a n de Bakkerstraat 14, 3441 Woerden, tel. 03480-21844. Daarnaast in h e t Bulletin een artikel over Jacobus in de Vaucluse en veel boekbesprekingen.
Le Pecten nummer 17, derde nummer van 1990. Naast h e t vanzelfsprekende verslag over de internationale bijeenkomst in Brussel op 30 juni 1990 een humoristische beschrijving door twee Luikenaren van diezelfde dag. Ook nog twee artikelen over Spaanse sporen in België en Jacobus in Namen. De historische rondleiding door Brussel die op 30 juni ietwat in h e t water viel, wordt hethaald op 19 januari 1990. Inlichtingen: Rue de Marbais 7 , B-6320 Villers-la-Ville. De Peregrino 15-16 (november 1990) heeft a l s bijlage de verslagen van de bijeenkomst in Estella. In h e t tijdschrift s t a a n h e t artikelen over Santa Maria de Yermo, de Camino mozarabe Santiago - Via de l a Plata (deel 1) en over pelgrims. Op 25-28 juli 1991 zal in Zamora h e t eerste internationale congres gehouden worden over de Via de la Plata a l s Camino de Santiago. Deze weg loopt via de volgende plaatsen: Sevilla, Mérida, Cacéres, Salamanca, Zamora e n Ourense. Het congres wordt georganiseerd door Fundación "Ramos de Castro" para el Estudio y Promoción del Hombre, c./ Santa Clara, 18, Zamora. Vertaling van de mededeling van de Comisión Interdiocesana del camino de
Santiago e n España d.d. 4 mei 1990. Van 1 t / m 4 mei 1990 werden t e Santiago voor de tweede maal Studiedagen gehouden over de begeleiding van de pelgrim. Hieraan werd deelgenomen door 60 vertegenwoordigers van de parochies van de Camino de Santiago in Spanje en door de leden van de "Cabildo" van Santiago en van Genootschappen van Vrienden van de Camino.
.
Conclusies
L
.4
Zonder pelgrims i s e r geen Camino. De deelnemers van de parochies van de Camino in Spanje constateren d a t t h a n s , evenals in voorbije eeuwen, de Camino de Santiago het werk is van de pelgrims; d a t de pelgrimage de afgelopen jaren geleidelijk in omvang toeneemt; dat het a a n t a l jonge pelgrims opvalt en d a t , in het algemeen, een verlangen v a l t waar t e nemen n a a r ondeizoek en vernieuwing van een "innerlijke weg" n a a r h e t geloof. De pelgrim is sober. Zijn stoffeliike behoeften zijn gering: een slaapplaats, water, en weinig meer. De priesters stellen v a s t d a t de pelgrim vooral "open deuren" behoeft. deuren die openstaan voor een gastvrij onthaal, broederlijkheid e n dialoog. De pelgrim leeft in een toestand van "armlastigheid en afhankelukheid". Inzake geesteli.ike bijstand i s h e t noodzakelijk d a t de pelgrim geen gesloten kerkdeuren a a n t r e f t , d a t hij h e t rooster van de godsdienstige plechtigheden kent en a a n deze diensten kan deelnemen. Als priesters van de Camino ondervinden wij moeilijkheden in de communicatie, die verband houden met taalverschillen en met de juiste instelling tegenover h e t verschijnsel van de tocht naar Santiago, alsook met h e t gebrek a a n tijd, hulpmiddelen voor de deelneming a a n de liturgie en medewerkers voor een betere begeleiding. De parochiepriesters betreuren h e t gebrek aan financiële ondersteuning_ - door overheid of particulieren - om de pelgrimsverblijven (refugios) in stand t e houden of nieuwe verblijven op t e richten waar deze niet bestaan. Ten aanzien van deze dienstverlening door de Kerk zij vermeld d a t wij, ingevolge h e t aanbod d a t de Bisschoppen van de Camino in hun Herderlijk Schrijven van juli 1988 hebben gedaan, ervoor openstaan deze dienstverlening a a n de pelgrim t e verbeteren in samenwerking met de Instellingen waarover de samenleving beschikt. Dit zou vooral betrekking hebben op de plaatsen met de minste mogelijkheden of die het meest noodzakelijk zijn. Onze ervaring leert ons d a t de pelgrimstocht naar St. Jacob een gelegenheid bij uitstek is voor h e t christelijk leven: voor liefde; de transcendente zin van h e t leven; de ontmoeting met God, boven al, in de n a t u u r a l s schepping; h e t contact met gewijde personen en plaatsen, en de praktijk van de gastvrijheid. Wat h e t pastoraal werk betreft stellen de parochiepriesters d a t de opvang van de pelgrims deel zou moeten uitmaken van de normale arbeid van de parochies van de Camino. Deze parochies en diocesen zouden, evenals zulks in andere sectoren van het pastoraal werk het geval i s , "gespecialiseerd" moeten zijn in deze dienstverlening. De parochiepriesters achten de inzet van programrnatievoorzieningen, hulpmiddelen en tijd voor deze opdracht een noodzakelijkheid. Daarom verzoeken zij de Bisschoppen van de Camino eveneens, bij benoemingen zoveel mogelijk rekening t e houden met de juiste instelling van de priesters t e n aanzien van de pelgrimstocht. De Interdiocesane Commissie en de parochiepriesters van de Camino erkennnen de onschatbare waarde van de Kathedraal van Santiago, die het graf van de Apostel in zich bergt, a l s einddoel van de pelgrimstocht e n vragen d a t de instanties van de Kathedraal zich in toenemende mate beijveren om de pastorale zorg t e n behoeve van de pelgrims uit t e bouwen. Indachtig h e t Herderlijk Schrijven van de Bisschoppen van de Camino verzoeken de Interdiocesane Commissie en de parochiepriesters a a n de dienstverlenende instanties van de Kerk om. n a a s t de begeleiding van de pelgrim, de pelgrimstocht a l s zodanig t e bevorderen en de catechetische voorbereiding t e verzorgen van degenen die de pelgrimsweg zullen opgaan. De Aartsbisschop van Santiago en allen die a a n deze Studiedagen over de begeleiding van de pelgrim hebben deelgenomen, danken de Genootschappen v a n
Vrienden van de Camino de Santiago voor de ondersteuning die zij de pelgrimage bieden en moedigen deze Genootschappen aan, a l hun activiteiten in een christelijke geest t e blijven ontplooien. Ook spreken zij hun dank u i t a a n de Gemeentebesturen en andere instellingen of personen die op materieel e n spiritueel gebied hun medewerking verlenen. De Kerk houdt haar deuren geopend voor a l degenen die op enigerlei wijze pelgrimeren naar Santiago, deze unieke plaats waar een Camino a a n voorafgaat. Wij weten d a t deze Camino met zijn pelgrimage een gelegenheid bij uitstek i s t o t oecumenische ontmoeting van "volkeren, natiën e n tongen". De deelnemers van deze Studiedagen verwijzen naar de herhaalde oproep van de Heilige Vader om thans, op de drempel van h e t derde millennium, n a a r Santiago t e pelgrimeren, zoals de Paus hiertoe opriep toen de tocht n a a r St. Jacob wortel schoot in alle ' s Heren landen. Vertaling: Gerrit van Lent
DON ELIAS VALIRA SAMPEDRO Op 18 augustus van dit jaar waren Anneke en ik in O Cebreiro waar we dit monumentje t e r herinnering a a n Don Elias Valiña fotografeerden. Hij overleed op 11 december 1989 en was dé grote promotor van de opleving van de pelgrimstochten n a a r Santiago. Het momumentje i s onthuld op 25 juli 1990. Op de plaat n a a s t h e t beeld wordt don Elias genoemd primus i n t e r peregrinos. Wim Bettonvil
We lazen in h e t Duitse blad Bild, d a t h e t eerste kind d a t in Berlijn werd geboren n a de Wiedervereinigung de naam JAKOB heeft gekregen.
Red.
ERGERNIS ?! Een van onze leden ergerde zich a a n de volgende notitie van een Nederlandse in e e n gastenboek langs de Spaanse camino: "Als het nu eens wat beter geregeld werd met de sleutel e n a l s de Spanjaarden ook eens Engels of Frans leerden, d a n hoefde ik hier niet a l s een halve a u t i s t rond t e lopen bespot door de paap: "'ze begrijpt ook niets". Amme hoela, ik spreek twee vreemde talen goed e n één matig, hij alleen kerklatijn?" (einde citaat). Ook de redactie vindt zo'n aanmatiging gênant, maar weet bijna zeker d a t dit geen lid van ons Genootschap is geweest. 144
EEN H U I S V O O R P E L G R I M S I N P A M P L O N A Onder deze t i t e l werd in DE JACOBSSTAF nr. 5 het beheer van een pelgrimshuis in Pamplona door Nederlanders deze zomer aangekondigd. Door omstandigheden duurde dit beheer, in plaats van de geplande vier maanden, twee-en-een-halve
maand, namelijk van 1 juli t o t midden september. In die
periode zijn 350 pelgrims ontvangen, van wie de helft Spanjaarden, dan Fransen, Duitsers, Zwitsers, een enkele Ier, Engelsman en Australiër, een paar Italianen en, t o t onze teleurstelling, slechts weinig Belgen ( 1 2 ) en Nederlanders ( 6 ) . Deze Albergue de Peregrinos had plus- en minpunten. Pluspunten waren t e n eerste h e t uitstekende voorzieningenpeil: twee- en drie-percoonskamers met 'enkele' bedden, dus geen stapelbedden, goede matrassen en beddegoed. Meerdere badkamers met bad, douche, wastafel, toilet en bidet e n warm en koud water. Een royale keuken met elektrische kookplaten en oven, koelkast, boiler en een redelijke keukenuitrusting. Verder een was-
en strijkgelegenheid, eet- en
leeszaal, en wat dies meer zij. Ten tweede de opvang, informatieverschaffing en, indien gewenst, begeleiding door de aanwezige beheerders, wat door veel pelgrims -gezien de positieve reacties in h e t pelgrimsboek- zeer op prijs werd gesteld. (Twee negatieve reacties, op hetzelfde geval slaand, waren van vóór de Nederlandse periode! ). De minpunten betreffen de ligging van het pand, zo'n anderhalve kilometer verwijderd van de pelgrimsroute, de betrekkelijke onbekendheid van h e t opvangadres bij toeristeninformatie e n kathedraal, waardoor e r minder pelgrims zijn gekomen dan mogelijk was geweest en het ontbreken van voorzieningen voor fietsen, waardoor we o.a. twee Nederlanders hebben moeten doorsturen n a a r Cizur Menor, slechts 4 km verder. Wij vonden h e t een eer en een genoegen de pelgrims op t e vangen en bij t e s t a a n e n gezien hun reacties e n die van het bestuur van h e t SantiagoGenootschap van Navarra was d a t genoegen wederzijds. Op het moment s t a a n de plannen voor 1991 nog niet v a s t .
Wim Bettonvil
A l s U een pelgrimspaspoort w i l t hebben voor uw tocht naar Santiago de Compostela, dan kunt u d i e b e s t e l l e n v i a h e t b e s t e l f o r m u l i e r ; gegevens vindt u op de een-na-laatste pagina van DE JACOBSSTAF. Vraag uw pelgrimspaspoort ZO TIJDIG MOGELIJK aan.
J A C O B A L I A IN N E D E R L A N D
Laren Jacobus draagt stevige schoenen en i s gekleed in een onderkleed met daaroverheen een halflange cape, die zijn linkerarm verbergt. De cape v a l t open en de rechterarm van de apostel s t e e k t door deze opening n a a r voren. In de hand heeft Jacobus zijn s t e u n , toeverlaat e n derde been, de pelgrimsstaf met kalebas. Op zijn hoofd draagt hij een hoed met een schelp op de naar bovengeslagen brede rand. Zijn gezicht, omlijst door een korte baard, maakt een vermoeide indruk. Deze Jacobus i s van brons en ongeveer 45 cm hoog; precies zoals zijn vijf dubbelgangers, die allemaal in Laren thuis horen. De kunstenares Marianne Houtkamp u i t Laren vervaardigde deze zes bronzen beelden in 1985 op verzoek van Ria Janson, die met deze Jacobus-jes een heel bijzondere bedoeling had. Ria e n h a a r man Leo Janson werden direkt n a hun trouwen geboeid door de eeuwenoude pelgrimage n a a r Santiago de Compostela. Zowel het religieuze a l s cultuur-historische element v a n deze tocht was voor beiden erg belangrijk. Elke vakantie namen Ria e n Leo met hun vier kinderen een gedeelte van de Jacobusweg 'onder handen'. Letterlijk, want h e t creatieve e n speelse element tijdens deze reizen was juist heel belangrijk voor de kinderen. Zo tekende iedereen in Fromista zijn favoriete plekje e n werd in Chartres Jacobus 'gezocht' tussen alle andere statige heiligen. Leo, die a l s jurist werkte o.a. bij de programmaleiding van de KRO-televisie en chef was van de Schooltelevisie, kon in 1980 zijn 'Jacobusf-passie ook in een documentair programma voor de Nederlandse Onderwijs Televisie vorm geven. Het succes van deze serie bij volwassenen was voor de KRO aanleiding om reizen naar Compostela t e organiseren, waarvan Leo de begeleiding verzorgde. De familie Janson had drie Jacobuswegen door Frankrijk en de Camino de
Santiago t o t Astorga afgelegd, toen Leo plotseling op 52-jarige leeftijd in 1985 overleed. Hij was zo door de pelgrimage en de pelgrim op weg naar Santiago de Compostela geïnspireerd tijdens zijn leven d a t ook zijn uitvaartmis in h e t teken stond van deze bedevaart. Om de hechte band tussen ouders, kinderen en Jacobus gestalte t e geven, liet Ria Janson zes prachtige bronzen Jacobus-beelden
C
2U C m
+ C,
maken, één voor ieder lid van h e t gezin.
a,
C C
..
De Jacobus van Leo Janson s t a a t op zijn graf tegen een ruwe, roodgeaderde
4
natuursteen, de Pyreneeën voorstellend: symbool van h e t halverwege op-weg-
2O
zijn, zowel op zijn levensweg a l s op de camino.
AvW
r=,
BRIEF UIT DONGEN
Nu ik de l a a t s t e vier jaren ruim 7000 pelgrims in de refugio van Astorga heb mogen verwelkomen, zal ik h e t wel l a t e n om over de pelgrims t e schrijven. Gelukkig kan d a t ook niet. En d a t vind ik h e t mooiste van deze ontmoetingen. Het kan niet, vanwege de grote verscheidenheid. De camino is niet voor een bepaalde groep, of voor bepaalde mensen. Zoals wij allen onderweg zijn, ook a l struikelen we wel eens, al nemen we eens een verkeerde afslag, en al moeten sommigen via een omleiding. Na een kleine kennismaking wijzen wij de vreemdeling (of de pelgrim) de goede weg. Maar dan weten we meteen, d a t we ook zelf weer goed zitten. Het zelf niet zeker weten (dat i s geloven), en toch een beetje bezorgd zijn voor de ander, die toch maar een vreemdeling voor je is. Ik moet vaak denken a a n h e t volgende, d a t ik wel eens gelezen heb: "Hij ging bij de put zitten om de MENSEN t e ontmoeten. Want Hij had ze allemaal lief." Wij ontmoeten onderweg ook heel veel vreemdelingen (pelgrims). J e kunt ze zelfs niet verstaan. Maar met een vriendelijk gezicht begrijp je elkaar wel. Zijn al die mensen die ook onderweg zijn dan toch familie van elkaar? We hebben e n doen allemaal zoveel goede en mooie dingen. Laten we daar op de
camino eens meer samen over praten, want dan bevestigen we elkaar met een schouderklopje. Kom, we moeten verder op onze weg. We trekken samen verder, een beetje bezorgd voor een ander. Broeder Jan van Kempen, broeder van deze tijd ZOEKERTJES
TIPS, SUGGESTIES, LEUKE ATTRACTIES, OPMERKINGEN, IDEEëN e t c . over traject
VEZELAY
-
SAINT LEONARD DE NOBLAT (DE JACOBSSTAF nummer 9)
naar het REDACTIE-ADRES:
R i j n d i j k 22, 2394 AH Hazerswoude-Rd
Toon Eskes, 57 j a a r , b e r e i d t zich voor om i n h e t voorjaar 1993 de pelgrimstocht naar Santiago t e beginnen: f i e t s e n d en lopend. Hij h e e f t geen h a a s t ; het mag g e r u s t 6 maanden duren. Wie wil(1en) mee? Bel of s c h r i j f om t e onderzoeken of e r een b a s i s i s om samen t e gaan con ayuda de Santiago! K. Doormanstraat 273B, 3012 GH Rotterdam, 010-4138117
U I T DE R E G I O ' S REGIO FRIESLAND Contactpersoon:
C.P.J. Meijer, Mauritsplein 31, 8931 DL Leeuwarden
Bijeenkomst 28 oktober 1990: Gelukkig konden alle leden van de groep de weg naar h e t hoge noorden vinden. Veel was e r t e vertellen. Zo langzamerhand voel je je thuis bij elkaar. Het duurde dan ook enige tijd voordat Toos en Sjaak Blok met het verhaal van hun voettocht van de afgelopen zomer konden beginnen. Aan de hand van prachtige sfeervolle dia's vertelden zij over de tocht van Pamplona n a a r Santiago de Compostela. Het was warm en dus zwaar. Maar samen hadden ze het erg goed. De kontakten met de Spaanse bevolking waren vaak verrassend gastvrij. Een paar weken liepen ze op met een Vlaamse mevrouw e n haar zoon. Ze werden op elkaars weg geplaatst. Het was een verhaal d a t bij de overige leden veel herinneringen boven deed komen. Daarna bewonderden we het prachtige reisverslag d a t J a n R. v.d. Wal gemaakt had van zijn tocht (in tegengestelde richting) over de pelgrimsroute van Bazel n a a r Kotnahora (Tsjechoslowakije). Hij maakte de tocht, vanwege de beperkte tijd, met de auto. De tijd vloog voorbij. Er was nauwelijks tijd voor de pelgrimsmuziek die Cecile had meegenomen. De volgende afspraken werden gemaakt: op 17 maart 1991 zal Marijke Lieftinck de groep in Drachten uitnodigen en op 27 april 1991 zullen we een gedeelte van een oude Friese Jacobsroute lopen; nl. de weg van Siegerswoude n a a r Nij Beets. Het was reeds middernacht geweest toen we afscheid namen.
Cees Visser
REGIO BOLLENSTREEK Contactpersoon: v
-
RIJNLAND
C.G. van Tongeren, Pijlkruidstraat 15, 2215 GE Voorhout, telefoon: 02522-31 147
REGIO DEN HAAG Contactpersoon:
Geertruy van Traa, Elia Kazanstrook 104, 2726 VG Zoetermeer, telefoon: 079-425344 en Janneke Kootte-v.d. Heuvel, Parkweg 137, 2271 AH Voorburg
REGIO NIJMEGEN C ~ n t a ~ t p e r ~ Ruud ~ ~ nHarmsen, : Vizier 5, 6641 HJ Beuningen, telefoon: 0889771183 REGIO MIDDEN NEDERLAND (Het Gooi, provincie Utrecht minus s t a d Utrecht) Contactpersoon:
Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarssenbroek, telefoon: 03465-69133
REGIO TILBURG Contactpersoon:
E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, "Leyehorst", Gemullehoekenweg 14c, 5062 CD Oisterwijk, telefoon: 04242-16582
De kring Tilburg was op 16 november bijna voltallig bijeen ten huize van Marianne Weber en René Abrahams. Marianne en René, beiden lid van een loge v a n vrijmetselaars, hielden een voordracht met a l s titel: "Als vrijmetselaar op weg n a a r Santiago de Compostela". Gedurende vele vakantieperiodes zijn zij ' t e voet' op weg n a a r Santiago gegaan en nog maar één traject rest hun nog yan h e t voorlopig einddoel. Uiteindelijk zal 'Jeruzalem' hun einddoel zijn. Over deze lezing zal in een volgende nummer van DE JACOBSSTAF een samenvatting volgen. De kring Tilburg gaat op zondag 16 december wandelen in de omgeving van Breda. Op vriidaaavond 18 januari i s de volgende bijeenkomst bij Diny en Ton van Oss in Loon op Zand. Ton zal ons dan enige dia's laten zien die hij gemaakt heeft tijdens zijn vele reizen langs diverse wegen op weg naar Santiago.
Els van Helmond
REGIO OOST NEDERLAND
\
Contactpersoon:
&ÇZ
A. van Gessel. Enschedesestraat 116, 7551 ES Hengelo
In DE JACOBSSTAF ontbraken t o t nu toe berichten uit de Oostelijke regio, Om een of andere reden kwamen mededelingen over activiteiten en Santiagogangers uit dit deel van Nederland niet goed door. Op initiatief van Gé Westgeest uit Vasse (OV) kwamen enkele jaren geleden een a a n t a l Jacobs-leden uit h e t gewest Twente bij elkaar. Dat was, om precies t e zijn op 26 februari 1988. Deze openingsavond werd bijgewoond door de toenmalige secretaris van het landelijk genootschap, wijlen Jan Naeff. Deze lichtte de doelstellingen van h e t genootschap toe, pleitte tevens voor h e t stimuleren van regionale activiteiten en ondersteunde d a t met voorbeelden u i t andere gewesten. Enkele maanden l a t e r volgde reeds de tweede bijeenkomst waarop twee Twentse broers een dia-verslag gaven van hun in 1987 gelopen tocht van Nijmegen naar Santiago. Met een frequentie van twee avonden per jaar kwam er een zekere regelmaat in de daarop volgende ontmoetingen. Inmiddels was het gezelschap belangstellenden uitgebreid met leden van buiten Twente. Reden waarom wij nu d e pretentie hebben ons de Regio Oost-Nederland t e noemen. Een telkens terugkerend thema op de avonden was:"Wat gaan we doen? Zijn e r bijzondere regionale activiteiten t e organiseren?" Tot op heden bleken de avonden ruimschoots gevuld t e kunnen worden met het uitwisselen van reis150
rfiaod
ervaringen e n h e t bekijken van de zeer goed verzorgde reisverslagen. Sommige in plakboekvorm met foto's, andere met dia's. Lopers en aspirantlopers zijn in ons betrekkelijk kleine gezelschap ruim vertegenwoordigd. Naast de reeds genoemde broers, Herman e n Ton van Gessel, liep in 1989 Mieke Geels u i t Hengelo de tocht in een keer uit. Jan Uiterwijk u i t Meppel i s ook in 1989 begonnen t e lopen en hij i s inmiddels gevorderd t o t Pamplona. Bert Haddink uit Diepenveen voltooide de tocht, samen met enkele Belgische vrienden, in september j.l., na in voorgaande jaren deeletappes t e hebben afgelegd. Ook Gé e n Anne Westgeest lopen jaarlijks gedeelten v a n de route. Zij zijn ook zeer aktief betrokken bij h e t uitzetten van wandelroutes i n de regio. Er zijn plannen om tijdens de bijeenkomsten andere aktiviteiten t e ontplooien. Maar e r hebben zich ook al weer nieuwe Santiagogangers gemeld, die graag v a n ervaringen van anderen willen profiteren. Voorlopig aanleiding genoeg om de halfjaarlijkse bijeenkomsten voort t e zetten. De volgende keer i s d a t op vrijdag 22 maart 1991 in Diepenveen. In h e t vervolg zullen w4 in de Jacobsstaf
regelmatig gewag maken van gebeurtenissen e n activiteiten rondom Sint-Jacob i n het oosten. Wellicht d a t u e r wijzer van wordt. z& +'&
'bo~cltlucl,
Wi~eu-m-
REGIO 'S-HERTOGENBOSCH - OSS Contactpersoon:
AvG
Annemarie Roebert, Ridderstraat 45, 5342 AK Oss, telefoon: 04120-40677
Verwachtingsvol begonnen wij 28 oktober a a n onze e e r s t e regiobijeenkomst v a n dit seizoen: een bezoek a a n de kerk van Jacobus de Meerdere in de gemeente die ook onder zijn bescherming i s gesteld, nl. Den Dungen, onder de rook van 's-Hertogenbosch. Pastoor Van Beurden ontving ons in zijn pastorie. In de kerk vertelde de heer Van Nuland over de geschiedenis van de kerk. De kapel u i t de 15de eeuw vormde het begin van de kerk. In de loop van de eeuwen is er veel verbouwd. De grote kruiskerk die het had moeten worden -getuige de zware pilaren in h e t kruis van de kerk- i s er nooit gekomen. Voor ons heel interessant waren de Jacobalia: twee houten Jacobusbeelden, verschillende malen h e t wapen van Den Dungen, ramen met Jacobusafbeeldingen, twee panelen v a n een vroeger Jacobusaltaar. In de sacristie hing een processievaandel: in h e t midden een f r a a i geborduurde Jacobus. De heer Arons, organist van de kerk, speelde op het warmklinkende Smitsorgel pelgrimsliederen, die door een a a n t a l van ons herkend werden. Nadat we buiten 151
het grote Jacobbeeld a a n de kerkgevel bekeken hadden, -de vlag wapperde a a n h e t gemeentehuis, speciaal voor ons uitgestoken! -, zijn we in de pastorie gaan genieten van een postzegelverzameling over de pelgrimsrouten, een plakboek en een fotoboek van onze medeleden Eekelen en Dodemont. Een studie voor h e t beeld van Sint Jacob, gemaakt door ons nieuw medelid de heer Coppens, stond e r ook. Een Jacob als een verweerde kerel, een man die honger en h i t t e van > e e n pelgrimstocht achter zich heeft. In h e t groot s t a a t dit beeld in h e t gemeentehuis van Den Dungen. Het enthousiasme van mensen met eenzelfde belangstelling doorstraalde deze hele middag. Een voetreis n a a r Santiago, samen met ezel Saartje, vormt h e t onderwerp voor onze volgende bijeenkomst op zondan 27 januari 1991 in de herreberg "Den Braai", de Akker 2, Vlijmen. We stellen ons voor vroeg in de middag om een uur of twee t e beginnen. Ignaas Brekelmans l a a t ons zijn reis meebeleven. REGIO BREDA Contactpersoon:
A. Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda
REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET Y Contactpersoon:
Mieneke J a s , Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn, telefoon: 02.29014334
REGIO LIMBURG Contactpersoon:
Chr. Janssen, Eurenderweg 107, 6417 PA Heerlen, telefoon: 045-419406
Op 13 oktober heeft een grote groep leden van deze regio en enkele gasten u i t andere regio's, kunnen deelnemen a a n een interessante rondleiding door de gerestaureerde Sint Servaasbasiliek in Maastricht. Het ging niet alleen om de restauratie, maar vooral over de betekenis van de verschillende objecten, schilderingen
en afbeeldingen, die in de basiliek
door de eeuwen zijn
aangebracht. Na deze rondleiding kon men nog een bezoek brengen a a n de Schatkamer van Sint Servaas, een unieke inkijk in 20 eeuwen Maastricht. Nu iedereen zich gaat voorbereiden op de komende feestdagen, geef ik graag deze tip mee: van zaterdag 22 december t o t en met zondag 6 januari 1991 zal in Heerlen (St. Joseph-Rustoord, Gasthuisstraat 6, elke dag 14.00-17.00 uur, vrije entree) een tentoonstelling Kerst-Aangekaart 1990plaats vinden van kerst- en nieuwjaarskaarten uit binnen- en buitenland, in allerlei vormen e n variaties. Deze tentoonstelling is samengesteld door de leden van h e t Genootschap Annette en Chris Janssen.
J A C O B A L I A IN N E D E R L A N D
De voorstad St. Jacob t e Roermond In 1963 i s bij baggerwerkzaamheden in de Maas een altaarsteen gevonden u i t de derde eeuw n a Christus. Hierop werd de riviernaam Roer aangetroffen. De naam Roermond betekent echter "versterkte plaats a a n de Roer" en niet zoals vrij algemeen wordt gedacht: "monding van de Roer (in de Maas)". Volgens overlevering zou Roermond in 1232 stadsrechten hebben gekregen. De s t a d behoorde toen t o t h e t graafschap Gelder. In 1348 moet er a l een brug over de Roer gelegen hebben voor de noord-zuidverbinding Venlo-Maastricht. Deze hoofdweg ging toen door de Brugstraat over de stenen brug door de voorstad. Reeds in 1231 was Roermond ommuurd met zeven poorten in de ringmuur. De brugpoort naar de voorstad St. Jacob i s in 1782 afgebroken. In de 14de eeuw bestond e r een Broederschap van O.L. Vrouw in de kapel v a n Sint Jacob over de brug. Uit die tijd zijn nog verschillende akten aanwezig zoals: - een a k t e waarbij Leonard Ancker a a n de meesters van de broederschap St. Jacob t e n behoeve van de miswijn in de kapel een r e n t e van 200 s t u i v e r s overdraagt. De inkomsten uit de kerkfabriek e n de broederschap van O.L. Vrouw van de kapel van St. Jacob de Meerdere in de gelijknamige voorstad t e n westen van de rivier de Roer werden door bisschop Lindanus in de inkomsten van de Roermondse pastorie geïncorporeerd, tegen overname van de verplichtingen in erediensten die reeds gefundeerd waren. De erediensten werden daarna vaak door een onderpastoor of rector gedaan tegen door de pastoor uit t e keren vergoeding. Over de heffing van de inkomsten ontstond vaak geschil met de naburen van de voorstad die zich als collator bleven beschouwen. - In 1759 krijgt de stadsschutterij van St. Jacob de Meerdere een stuk land achter de kapel tussen de Broecker- en de Herkenbosserweg, van de stad in gebruik en schiet naar de schijf "om drie tinnen schotelen en een aam bier". Het reglement gaf aan: Men zou ' s zondags alleen schieten na Vesper en Lof, niet wedden, niet vloeken, niet schelden, niet slaan, niet spreken tijdens h e t aanleggen, niet opstaan tegen officieren. Tijdens de Franse overheersing mochten zij geen vogel schieten, maar kregen ze toch de gewone gerechtigheid van twee tonnen bier.
In de hoogkerk (kathedraal) was in de 16de eeuw een kapel toegewijd a a n Sint Jacobus de Meerdere. In deze kapel bevindt zich nu een beeld van St. Rochus als pelgrim. Sint Jacobus verhuisde naar de doopkapel. In 1926 heeft A. Windhausen, een plaatselijk bekende schilder, een drieluik gemaakt. Het middenstuk s t e l t de bewening van Christus voor na de kruisafneming en i s 170 x 170 cm groot. Het linkerluik bevat een afbeelding van Sint Christoffel, de patroon van de kathedraal en schutspatroon van de s t a d Roermond. Het rechterpaneel toont een voorstelling van Sint Jacobus a l s pelgrim, met schelp op de hoed e n s t a f in de rechterhand. In de linkerhand draagt hij boek en zwaard. In de l a a t s t e oorlogsdagen werd de kathedraal gedeeltelijk verwoest. Bij de wederopbouw heeft Gerard Brom meegewerkt a a n verfraaiing van de kathedraal door het maken van een serie bronsplastieken, waarbij ook Sint Jacobus is afgebeeld.
In de kathedraal stond ook een reliekhouder met een relikwie van de heilige Jacobus. In een folder s t a a t de volgende tekst: "Hij bevat een deel van de onderarm .van de heilige. Navraag in Santiago in Spanje leverde h e t bericht op, d a t dit deel ontbrak bij de reliek in Spanje." Het beeld van de heilige in de voorstad, d a t dateerde uit 1958 en gemaakt was door Dolf Wong, is in h e t voorjaar van 1988 door baldadigheid verwoest, maar de huidige bewoners van de voorstad ijveren voor een nieuw beeld. In Sint Odiliënberg, 6 kilometer t e n zuiden van Roermond, bevindt zich in de basiliek een mooi raam met een afbeelding van de heilige Jacobus, gemaakt door de Roermondse glazenier Joep Nicolas. J . Kluijtmans ZOEKERTJE
Het komend jaar kent de V i e r d a a g s e van Nijmegen haar 75ste e d i t i e . N a t u u r l i j k h e e f t een d e r g e l i j k evenement n i e t s t e maken met de camino d e S a n t i a g o , benevens h e t t e voet afleggen van een bepaald t r a j e c t , maar misschien b e s t a a t e r b e l a n g s t e l l i n g van binnen- en buitenlandse pelgrims om d e e l t e nemen aan deze jubileumloop. Ik zou graag de mening van anderen w i l l e n horen. Gerard Rijnvos, Daalseweg 1 , 6521 GE Nijmegen
U i l t u uw adreswijzigingen s t u r e n naar de a d m i n i s t r a t i e van het ledensecretariaat:
Nico Z i j p , Marsdiepstraat 51
155
Naar de Ware Jacob : dagboek v a n e e n voettocht naar Santiago de Compostela / Cootje e n Jan Houduk.- Schoor1 : Conserve, 1990.- 269 p. : ill. ; 20 cm.- (Santiago de Compostela-bibliotheek ; 4).- ISBN 90-71380-77-7 f36.90
J& en Cootje Houdijk hadden zich a l s doel gesteld hun 25-jarig huwelijk t e gedenken in de vorm van een voettocht n a a r Santiago. Ze hebben drie jaar lang voorbereidingen getroffen en voorpret gehad. Ze vertrokken op 15 maart 1988 e n kwamen op 21 juli in Santiago aan. Het boek beschrijft hun wederwaardigheden, die men zeker zal herkennen wanneer men een dergelijke tocht heeft gemaakt. De a u t e u r s hebben duidelijk genoten van hun tocht. Ze hebben een dagboek bijgehouden en d a t n a a r huis gestuurd, waar h e t voor familie e n vrienden werd uitgetikt. Velen die een dergelijk dagboek publiceren, herschrijven h e t thuis nog eens, "voor h e t grote publiek", maar d a t is hier niet gebeurd. J e leest dan ook h e t dagboek in zijn niet verfraaide vorm, d a t wil zeggen in de taalcode die binnen de familie- e n vriendenkring wordt gebezigd. Het zou mijns inziens leesbaarder e n aangenamer zijn geworden wanneer die verfraaiing wel was toegepast, zodat spreektaal schrijftaal was geworden. In zijn beschouwingen over de n a t u u r e n h e t verleden hanteert J a n Houdijk die schrijft a a l wel en daar herkent men de goede verteller die hij heeft bewezen t e zijn in De weg naar de sterren. Hoe dan ook, het blijft een uniek verhaal over een unieke tocht. Want wie komt tijdens een voettocht van ruim vier maanden zowel de voorzitter a l s de secretaris van h e t Nederlands Genootschap van Sint-Jacob tegen? Ik wens u een hoeveelheid leesgenot die overeenkomt met h e t levensgenot van de a u t e u r s tijdens hun tocht. Dit indachtig de spreuk: Wie leefde a l s op pelgrimstocht e n gaande zocht, werd niet bekocht.
Ineke Claessen-Willems
In DE JACOBSSTAF nummer 7 werd gemeld d a t e r een nieuwe druk zou uitkomen van de vertaling van het 12de eeuwse pelgrimsgids. Deze herdruk, zo vertelde de uitgeverij, zal
niet
verschijnen.
In t h e Times Literary Supplement (12-18 October 1990, p. 1108) las ik de recentie van h e t boek: Spanish pilgrimage : a canter t o St. James / Robin
Hanbury-Tenison.- Sidgwick and Jackson, 1990.- l 8 2 p.- ISBN 0-09-174322-2.-
514.99. De auteur legde t e paard de weg van Roncesvalles tot Santiago de Compostela af in 26 dagen (inclusief drie hele rustdagen). De recensent vond h e t boek niet saai, "in tegendeel, je kijkt uit n a a r de volgende etappe met hetzelfde gevoel van verwachting, waarmee de twee pelgrims elke morgen h u n vertrek hebben moeten verwelkomen". Onder de t i t e l Druipend Kaarsvet heeft Jan-Maarten Dogterom een verslag gedaan (in h e t kader van zijn studie a a n de Rijkshogeschool IJsselland) van zijn zoektocht naar Nederlandstalige literatuur over de pelgrimage naar Santiago de Compostela. Uit zijn scriptie blijkt d a t de boekenlijst van onze vereniging zie bestellijst p. 176) heel up-to-date
is.
Tom Eskes wees me op de volgende twee CD'S met Santiago-muziek: CAMINO DE SANTIAGO : Musik auf dem Pilgerweg zum Hl. Jacobus : Music on t h e Pilgrimage Route t o St.James / Ensemble fur fruhe Musik Augsburg, Wolfgang Zahn (Pommer, Schlagwerk), Hans Ganser (Sanger 1, Blockflöten, Schlagwerk), Sabine Lutzenberger (Sangerin, Blockflöten), Heinz Schwamm (Fidel, Blockflöte, Dulcimer, Drehleier), Rainer Herpichböhm (Sanger 2, Chitarra sarazenica, Mittelalter-Laute, arabischer Ud).- 1988. CD 74530 - ChristophorusMusica Practica Mittelalter. O p deze CD s t a a n 20 nummers, met liederen uit o.a. de Liber Sancti Jacobi
(Dum Pater Familias, Congaudeant catholici) e n de Cantigas de Santa Maria. In een 14de eeuwse Duits pelgrimslied Wer daz elend bauen wil worden plaatsen langs de Jacobusweg bezongen. De Franse liederen (in h e t Frans of Latijn) dateren uit de llde-13de eeuw. In h e t begeleidend CD-boekje zijn de gezongen teksten (evt. met vertaling) afgedrukt. Dit l a a t s t e geldt ook voor de volgende CD met 15 nummers (o.a. Dum Pater Familias): : a ULTREIA! SUR LA ROUTE DE SAINT-JACQUES-DE-COMPOSTELLE pilgrimage t o St. James of Compostella / Ensemble de musique ancienne Polyphonia Antiqua, Yves Esquiei, Guy Laurent, M.-H. Coulomb, Y-M Deshays, Gilles Schneider, Magalie Bruzel, Nicole Esquieu, Frank Royon Le Mee.- 1990. CD PV 790042 - Disques Pierre Verany. AVW
De Brabantse pelgrim naar Compostela: Het dagboek van Ignaas Brekelmans over zijn reis met ezelin Saartje wordt uitgegeven in twee deeltjes. De kosten voor beide deeltjes tesamen bedragen f 25,--. De opbrengst i s bestemd voor h e t Liliane Fonds d a t zich inzet voor h e t gehandicapte kind in de derde wereld. Te bestellen door overmaking van f 25,-- op giro 3252 t.n.v. Stichting t o t Ontwikkeling van h e t Lilianefonds, Vlijmen. De heer J. in ' t Veld, Lepelstraat 25, 5211 DP 's-Hertogenbosch, heeft e e n Nederlandse vertaling gemaakt van de Guia del Peregrino. Voor onze leden i s deze voor persoonlijk gebruik t e r inzage t e krijgen indien zij de verzendkosten aan hem vergoeden. Vanzelfsprekend neemt men op zich t e t e k s t compleet, vlot e n in gesloten envelopherpakking terug t e zenden. 157
IN-DRUK Was de prijsvraag in h e t vorige nummer van DE JACOBSSTAF nu werkelijk t e moeilijk? Of heeft niemand herinneringen a a n deze poort? Misschien wel omdat h e t al heel lang geen heilig jaar i s geweest? In ieder geval hebben we geen enkele inzending binnen gekregen! De prijs gaat n a a r James A. Michener: "
...
een van de mooiste dingen i n
Compostela, i s de Puerta Santa (Heilige Deur), die alleen geopend wordt gedurende de heilige jaren. Het is een schitterend s t u k beeldhouwwerk. De deur i s a a n beide zijden beschermd door twaalf f i n gebeeldhouwde figuren van apostelen e n profeten en bovenin s t a a n de grotere figuren van H. Athanasius (links), H. Theodorus (rechts), en in h e t midden een van de bekendste voorstellingen van Santiago a l s pelgrim, met breedgerande hoed, stok, kalebas en schelp.
... De
24 figuren die de heilige poort bewaken, zijn n u nog actief in h e t
dagelijks leven van Compostela. Wie s t a l de koe van de weduwe? 'Eén van de 24'. Wie ging e r vandoor met de gemeentefondsen? 'Eén van de 24.' Niet zo lang geleden werd e r op de universiteit een bijzonder moeilijk examen afgenomen, een v a n de studenten antwoordde, 'Voor h e t antwoord op deze vraag moet u de 24 raadplegen!'. En daar s t a a n ze, 24 prachtige romaanse figuren, gekleed in massieve eenvoud.
...
Voor een stoffige pelgrim die eindelijk door deze mooie
deur de kathedraal kon betreden, moet h e t een fantastische ervaring zijn geweestl'l.
'Vrij vertaald uit: Iberia :Spanish travels a n d reflections / James A. Michener.New York : Ballantine Books ed., 1982.- ISBN 0-449-20281-X. Oorspr. uitg.: 1968. Het l a a t s t e hoofdstuk (p. 839-941) gaat over de caminoen Santiago de Compostela.
DIT IS NIET ZOMAAR EEN PRIJSVRAAG! We willen niet alleen van u weten waar deze foto gemaakt i s en wat h e t voors t e l t , maar ook welke indrukken, herinneringen, en emoties deze afbeelding bij u oproept. Uw reacties worden dan in het volgende nummer van DE JACOBSSTAF vermeld. Onder de inzenders verloten we dit keer Guia del peregrino : e l camino de Santiago / Elias Valiña Sampedro y equipo.
-
Ministerio de
transportes, turismo y comunicaciones, Secretaria de Estado de turismo, 1982. Graag ontvangen wij uw reacties vóór 15 februari op h e t redactie-adres: DE JACOBSSTAF A. van Wiechen, Rijndijk 22 2394 AH Hazerswoude-Rd
za 27 apr
VOORJAARSVERGADERING Nederlands Genootschap van Sint-Jacob i n 's-Hertogenbosch.
T Y P O L O G I E VAN DE HEDENDAAGSE P E L G R I M
Eerlijk gezegd zie je ze niet zoveel, en zeker niet onderweg. Dat l a a t s t e i s geen wonder. Alle pelgrims lopen in dezelfde richting en ongeveer in eenzelfde tempo. Er zijn e r dus een paar met wie je gelijkop loopt, gedurende de hele route. Die ontmoet je elke dag wel twee of drie keer. De e e r s t e keer a l s je zelf uitrust, de tweede keer a l s zij uitrusten en de derde keer in h e t nachtverblijf. J e kunt dan kiezen tussen totale verbroedering, hooghartig isolement of quasijoviale afstandelijkheid. Een enkele keer tref je e r een paar a a n bij een kruispunt of tijdens een rustdag. En een heel enkele keer loop je ze echt tegemoet, pelgrims die op de terugweg zijn. Alleen in h e t zicht van het doel en natuurlijk in Santiago zie je e r meer. Maar de meeste pelgrims zie je toch in de wandelgangen van vergaderingen, van ons
eigen
Genootschap, bij huiskamerbijeenkomsten
of
enkele speciale
gelegenheden. En elke keer vraag je je af: wat hebben die mensen gemeen, wat zijn h e t eigenlijk voor mensen, onderscheiden zij zich in enig opzicht van anderen? Ik heb e r langzamerhand heel wat gezien e n gesproken. En hoewel ik stellig niet de pretentie heb h e t nu wel t e weten en dus een portret t e kunnen schetsen van de hedendaagse Nederlandse pelgrim, v a l t e r toch wel i e t s over t e zeggen d a t anderen mogelijk kunnen aanvullen of tegenspreken. Om t e beginnen zijn er een paar kenmerken die je al die pelgrims zou toeschrijven, die helemaal niet kenmerkend blijken t e zijn. Er is, bijvoorbeeld, geen sprake v a n d a t alle hedendaagse Santiagogangers katholiek zijn, e n h e t i s zeker ook niet waar d a t zij allen uit duidelijk religieuze motieven naar Santiago gaan. Sommigen zijn daarin heel leerstellig en noemen zich dus geen pelgrims, maar toeristen. Wel vertellen ze dan toch weer een verhaal over u i t een katholiek nest komen, ontvankelijk zijn voor die nestgeur, de herinneringen a a n vroeger en de emoties die daarbij horen. En voor sommigen geldt ook dat niet. Wat a l die mensen wel gemeen hebben, is tijd. Drie weken of nog i e t s langer a l s het om vakantie gaat, maar ook zes weken, drie maanden, een half jaar of een jaartje. Er zijn opvallend veel Nederlanders die h e t zich blijkbaar kunnen veroorloven gedurende een langere periode huis e n hof t e verlaten en zich volledig op zo'n lange en ook wel kostbare tocht t e richten. Daar komt een tweede algemeen kenmerk bij. Heel anders dan vroeger, toen allerlei armoedzaaiers de lange tocht ondernamen, meestal zonder enig zicht
erop hoe zij a l die maanden a a n de kost zouden komen, i s de hedendaagse pelgrim voor geen financieel kleintje vervaard. Met de auto naar St-Jean-Piedle-Port, terugvliegen u i t Santiago of in elk geval per trein naar huis gaan, toegerust zijn met een fraaie lichtgewicht t e n t en donzen slaapzak, superslimme multifunctionele kleding, compactcamera's en een credit-card, d a t typeert hem beter dan de traditionele bedelnap. Het derde kenmerk, n a a r mijn gevoel h e t meest wezenlijke, i s d a t zeer velen de tocht aanvangen op een keerpunt in hun leven. Dat kan het afsluiten van de werkperiode zijn, met pensioen of VUT, het voltooien van een belangrijk werkstuk, zoals een boek, het verbreken van een relatie of studie. Allemaal momenten die aanleiding zijn t o t bezinning, met zichzelf in h e t reine komen, d e )dingen
op een rijtje zetten, eindelijk t o t zichzelf komen - termen die n i e t
rechtstreeks van devotie en heiligenverering getuigen, maar wel van een behoefte a a n inkeer, nadenken, bezinnen. Pelgrimeren, op weg gaan en lang weg blijven, leent zich daartoe uitstekend. Echt nadenken i s een moeilijk en ingrijpend proces d a t onmiskenbaar t o t een eind moet leiden: h e t formuleren van conclusies en h e t nemen van e e n )beslissing. En d a t maakt het begrijpelijk d a t veel mensen daarvoor een methode kiezen waarin zij - letterlijk - d a t nadenken op de lange baan schuiven, h e t vervangen door een activiteit van lange duur die d a t denken niet uitsluit. Lopen in plaats van denken, de blik op oneindig e n het verstand op nul, ik heb dle indruk en de ervaring d a t d a t meer typerend is voor w a t een lange-afstandwandelaar doet dan voortdurend mediteren of piekeren. Maar al doende i s e r dan toch wel sprake van afstand nemen, letterlijk alweer, h e t toetsen van h e t dagelijks verdriet
of
de onzekerheid
a a n een andere werkelijkheid
of
schijnwerkelijkheid (de vakantie-werkelijkheid i s nu eenmaal wat anders dan de alledaagse werkelijkheid thuis), relativeren van het eigen lot, e r weer tegen kunnen, tevreden zijn met h e t volbrengen van een lichamelijke prestatie. Ik heb maar weinig pelgrims ontmoet die echt op weg waren naar het graf van Jacobus om hem daar t e vereren. Behalve Spanje en een afkeer van Moorse heidenen belichaamt Jacobus ook weinig spectaculairs dat men ook niet elders zou kunnen verheerlijken. En het i s opvallend hoeveel pelgrims bekennen d a t het denken niet tot een eind gebracht is, het probleem niet t o t een oplossing, maar d a t binnenkort het gewone leven zijn rechten herneemt. De pracht van de enorme kathedraal, maar ook de nadrukkelijke wijze waarop de traditionele waarden daar gepresenteerd worden, s t a a n voor velen het beleven van h e t
wonder waarvoor zij op reis gingen in de weg. Natuurlijk niet voor allen. Er zijn e r die gelouterd u i t Santiago terugkeren en vurig verlangen nogmaals de geluksbeleving van tijdens hun aankomst daar t e ondergaan. Voor hen is Santiago meer dan een symbool geworden. Voor de meesten niet. En d a t maakt d a t zij het wel eens moeilijk hebben bij hun thuiskomst. Is hun bede nu verhoord? Was het meer dan een inspannende vakantie? Wat hebben zij dan ervaren? Het is opvallend hoe vaak op d a t punt in de discussie een bepaalde formule opduikt: "Met wat voor intentie je ook op weg g a a t , je komt allemaal a l s pelgrims aan". Mooi gedacht en gezegd, maar het betekent weinig. Wat zijn dan de kenmerken van zo'n gearriveerde pelgrim? Ben je nog wel een pelgrim, a l s je bent aangekomen? In welk opzicht ben je veranderd sinds je vertrek? Iedereen die n a a r Santiago g a a t , langs welke weg ook, draagt zo bij t o t h e t patroon van de pelgrimswegen. Wie over typologie van pelgrims schrijft, mag zich daarmee troosten. Hij maakt het beeld niet scherper, maar wel veelzijdiger. P. l e Rinesque
ZOEKERTJES
Caravanners gezocht! Wij, Mia en F r i t s Janssen, beginnende v u t t e r s , willen met de caravan naar Santiago, voorjaar 1992 of l a t e r . Wij zoeken tochtgenoten d i e op dezelfde manier reizen: 04904-12181 I n de kerk van h e t k l o o s t e r van San Juan de Ortega i n Spanje bevindt zich een beroemd k a p i t e e l met daarop de Annunciatie ( b l i j d e boodschap) afgebeeld. Wie kan mij helpen aan een afbeelding van deze Annunciatie, bijvoorbeeld een zelfgemaakte f o t o of afbeeldingen u i t k r a n t , f o l d e r of t i j d s c h r i f t . Ik ben bereid eventueel gemaakte kosten t e vergoeden. Ruud Harmsen, Vizier 5, 6641 HJ Beuningen, t e l . : 08897-71183
Huize Kafarnaiim t e Vessem o r g a n i s e e r t weer twee weekenden (5-6 en 26-27 januari 1991) voor hen, d i e naar Santiago de Compostela w i l l e n gaan of a l geweest z i j n om met e l k a a r van gedachten t e wisselen. Inlichtingen: Kosten van een weekend f 35.-- p . p . Br. Fons van der Laan, S e r v a t i u s s t r a a t 11 5512 AJ Vessem, telefoon: 04979-1207
SINT-JACOB
I N O U D E H A N D S C H R I F T E N (5)
Het boek waarover ik in dit nummer schrijf i s om méér dan één reden zeer bijzonder. Het is, allereerst, één van de mooiste verluchte handschriften die ooit in onze streken zijn ontstaan. Ook internationaal behoort h e t tot de absolute top van de 15de-eeuwse manuscripten. Voorts heeft h e t een zeer bewogen e n interessante geschiedenis en. l a s t but not least, komen e r een tweetal zeer fraaie afbeeldingen van Santiago in voor, of eigenlijk maar één, maar d a t volgt later. Het gaat hier om h e t beroemde Getudenboek van Catharina
van Kleef, d a t -zeer terechtde ereplaats innam op de ex-, positie die rondom de jaarwisseling 1989-1990 in h e t Catharijne Convent t e Utrecht werd gehouden. Het boek werd rond
1440 gemaakt in op-
dracht van, of a l t h a n s t e n behoeve van Catharina v a n Kleef (1417-1476), Hertogin van
Gelre en Gravin v a n
Zutphen. De recente geschiedenis ervan gaat terug van 1856, toen h e t door een Franse kunsthandelaar op de markt werd gebracht, t o t 1964, wanneer h e t in de Pierpont Morgan Bibliotheek (New York) werd tentoongesteld. Het behoorde op d a t moment t o t de z.g. Col-
lectie Guennol. Eigenlijk was h e t handschrift t o t dan toe nooit serieus bestudeerd; h e t was moeilijk in handen t e krijgen en omdat h e t zo dik was en zo rijk geïllustreerd (193 bladen, 63 illustraties) nam men zonder meer a a n hiermede h e t originele getijdenboek van Catharina t e bezitten l63
.....
totdat in 1963 a a n de Pierpont
Morgan Bibliotheek een ander handschrift werd aangeboden, d a t op zijn 164 bladen 94 illustraties droeg, in een band uit ca. 1850 z a t en waarvan men veronderstelde d a t het van dezelfde meester afkomstig was. Van dit l a a t s t e boek was de voorgeschiedenis
slechts oppervlakkig bekend, maar bij nadere
bestudering en vooral toen de beide boeken in 1964 n a a s t elkaar konden worden gelegd, bleek d a t de verwantschap tussen de twee zo groot was, dat zij samen
h e t gehele getijdenboek van Catharina hadden gevormd. Niet
alleen de kunstenaar
bleek dezelfde t e zijn, ook de bladgrootte
en het
aantal
regels
per
pagina;
voorts
bleken
de
teksten
elkaar
wederzijds a a n t e vullen. Op een tweetal plaatsen liep de t e k s t van h e t ene boek zelfs door op een pagina van het andere handschrift. Weliswaar had de perverse geest, die h e t oorspronkelijke werk in de 19de eeuw had gesplitst, op een a a n t a l plaatsen geprobeerd deze wandaad t e verhullen door b.v. bepaalde opschriften of woorden weg t e krassen, maar de hulpmiddelen waarover de moderne codicologie beschikt hebben deze vervalsingen weten t e achterhalen d.m.v. microscoop, structuurvergelijking
van
de vellen
perkament, de opbouw van de katernen e.d. Toen beide boeken uit de band waren genomen was een volledige reconstructie mogelijk e n bleken e r nog maar weinig folia t e ontbreken. Men kwam t o t de slotsom d a t h e t oorspronkelijke handschrift 32 miniaturen van een volle pagina en 136 van een halve pagina moet hebben bevat. Daarvan zijn er t h a n s nog in
totaal 157 over. Herbonden (toch weer !) in twee afzonderlijke banden worden deze beide thans onder de nummers M 945 (het vroegere Guennol-handschrift) en M 917 (het Morgan-handschrift) in de Pierpont Morgan Bibliotheek bewaard. Want het spreekt. dat de bibliotheek zich de kans niet liet ontgaan om beide handschriften in eigendom t e verwerven. Tot zover deze summiere beschrijving van de herontdekking van dit getijdenboek, waardoor wij een van de belangrijkste kunstwerken van de vroege Noordnederlandse schilderkunst rijker zijn geworden. Overigens, de naam van de kunstenaar die het handschrift verluchtte is niet bekend. Uit arren moede heeft men hem toen maar de nood-naam Meester van h e t Getijdenboek van Catharina
van Kleef gegeven. Er is n.l. nog meer werk van hem bekend. Er zijn overigens in h e t getijdenboek duidelijk drie "handen" aan het werk geweest. Een meester en twee leerlingen? EN NU SANTIAGO Deze wordt afgebeeld op de plaats waar men hem gevoeglijk kan verwachten: b@ de suffragiën, d.w.z. de gebeden t o t individuele heiligen, tamelijk achterin he!t boek (Morgan f 216, foto p. 163). De heilige bevindt zich in een landschap, iin een dal tussen twee beboste bergen, op elk waarvan een fors kasteel s t a a t . S t a f , pelgrimshoed (met schelp) en reismantel ontbreken niet. In zijn hand houdt hkj geen reistas -die hangt opzij-, maar een z.g. buidel-boek. Dit is een boek waarvan het lederen bekleedsel van de band a a n de onderzijde niet i s afgewerkt, maar doorloopt. Daardoor o n t s t a a t van onderen een soort bundel v a n leer, die men a l s handvat kan gebruiken om h e t t e dragen of het a a n zijn gordel t e hangen. Nog interessanter dan onze fiere apostel zijn eigenlijk de figuurtjes in de onderrand. Daar ziet men een priester/monnik die de handen oplegt aan een in het zwart geklede weduwvrouw. Blijkbaar krijgt zij de zegen voordat zij op bedevaart vertrekt.
Wij weten dit omdat dezelfde vrouw enige bladen verder (Morgan f 221) "onderweg is". Daar s t a a t , of liever, gaat zij in de marge van de afbeelding van de H. Thomas, die bekend i s om de lange reizen die hij maakte. Zelfs het overlijden
v a n h a a r man wordt afgebeeld. Een a a n t a l bladen eerder (Morgan f 180, zie foto p. 164), bij de maandaggetijden van de dodenmetten, ligt hij op sterven: op een volle pagina ziet men een sterfbed, de p r i e s t e r h o n n i k en de a.s. weduwe zitten vóór het bed t e bidden, e r achter i s een chirurgijn t e zien, die een urinaal omhoog houdt; twee vrouwen verplegen hem; een begerige erfgenaam meldt zich; ook in de benedenmarge i s deze aanwezig, bezig de geldkist leeg t e halen! Deze interacties tussen de hoofdvoorstelling en het "bij-werk" in de marges, waak vele bladen van elkaar verwijderd, zijn een bewijs t e meer voor h e t knappe programma d a t a a n de verluchting van dit handschrift t e n grondslag ligt. De andere miniatuur die ik onder uw aandacht wil brengen is die van de
Emmausgangers (Guennol f 139). In h e t opschrift daarvan s t a a t o.m. de Latijnse t e k s t van Mattheus 28:20 "Zie, ik blijf bij u alle dagen" en meteen daaronder Lucas 24:35 "De leerlingen herkenden de Heer a a n het breken des broods". Deze miniatuur heeft zijn plaats (terecht! gekregen bij h e t officie v a n de donderdag, d a t a a n h e t H. Sacrament is gewijd, e n wel bij de vespers, h e t avondgebed, indachtig de woorden v a n Lucas 24:29 "Blijf bij ons Heer, want
het
wordt
avond". Lucas 24 verhaalt eerder, hoe beide apostelen -op weg van Jeruzalem n a a r Emmaus-
in Jezus een
vreemdeling meenden t e zien.
De miniaturist heeft daar de originele gedachte door gekregen o m Jezus af te beelden als een pelgrim op weg naar Santiago. Hoed met schelp. een tweede schelp op de pelgrimsmantel en de staf die tegen de muur geplaatst is laten daar geen twijfel over bestaan. Men zou kunnen zeggen, dat de Verrezen Christus hier incognito gaat onder de vermomming van Santiago; een unieke afbeelding. Koos van der Werff Literatuur: Het Getijdenboek van Catharina van Kleef / inleiding e n commentaar van John Plummer.- 2e dr.- Amsterdam 1975, afb. 41, 75, 107 en 109. The Golden Age o f Dutch Manuscript Painting [catalogus Utrecht].- Utrecht 1989, 152-157, afb. p. 123-125. Early Dutch Painting / A. Ch2telet.- Amsterdam 1980, 53-60.
OPROEPEN
De penningmeester verzoekt u de contributie (minimaal f 30,-- ; huisgenoten f 20, --) van het Genootschap voor het jaar 1991 over te maken op POSTBANK (giro) nr. 515.11.46 of banknr. 48.48.85.693 t.n.v. de penningmeester van het
I
Nederlands Genootschap van Sint-Jacob te Rotterdam.
De administratie van het ledensecretariaat verzoekt eenieder die in 1990 zijdhaar compostelana heeft ontvangen daarvan een kopie op te sturen. In DE JACOBSSTAF nummer 9 zal een volledige lijst volgen. Post van het Genootschap aan de volgende leden kwam onbestelbaar retour. Wie helpt ons aan de adressen van: P.J. Herkernij (Amsterdam), J. Kaandorp (Assendelft), C.J.M. Gielen (Gendt) en W. Grotzebauch (Rotterdam]. Nico Zijp, Marsdiepstraat 512, 1784 AZ Den Helder
L A N G S D E W E G : Frómista
- Sahagun
De weg tussen Frómista en Sahagun (ca 55 km) i s in de pelgrimsgids van h e t Liber Sancti Jacobi (hoofdstuk 11) de zevende etappe. Voor de asfalt-gangers: Frómista-weg P980-Carrión de los Condes-N120-Sahagun. Voor de 'loop'route zie vooral de gids en kaartjes van Valiña 1983. "Deze route verlaat de P980 bij Población de Campos, bij een h a a s t onzichtbare gele pijl en voert langs de Rio Ucieza. Deze l a a t s t e route i s fraaier, maar wel lastiger, vooral omdat je een keer of vier, vijf in vrij diepe geulen moet afdalen en e r weer uit klimmen (steile wand). Maar alleen deze route komt langs twee ermitas, die je anders zou missen, nl. de Virgen del Rio en de Cristo de l a Salud" (WB). Het traject Frómista-Sahagun gaat door een deel van de vruchtbare hoogvlakte van Castilla, de Tierra de Campos, of zoals de Middeleeuwer het noemde de Campos Góticos, h e t niemandsland tussen de Christenen in het noorden en de Moren in h e t zuiden d a t vanaf de 9de eeuw werd herbevolkt. WB: "Anneke en ik hebben de afstand inmiddels vier keer gelopen, drie keer
richting Santiago, één keer de andere k a n t op. We liepen h e t in twee dagen met Carrión de los Condes a l s overnachtingsplaats. De tweede dag is dan wel wat lang (36 km). Als je e r drie dagen over wilt doen, kun je in Ledigos sober overnachten. Wij vonden die 36 km wel t e halen, want e r zijn niet veel bergen en dalen."
FRÓMISTA Hoogte 811m, bij binnenkomst van dorp: Canal de Castilla. kloosterkerk, romaans l l d e eeuw, gerestaureerd eind 19de - begin 20ste eeuw (nieuwe kapitelen gemerkt met R). Breedte 11.45m, lengte 28.25111, middenschip lom hoog. Exterieur: l e t op 315 (waarvan 86 gerestaureerd) dakconsoles gedekoreerd met geometrische en vegetale motieven, mens- en dierfiguren (jongleur, Samson met leeuw, moeder met kind etc.); westgevel twee ronde ruim 23m hoge torens met wenteltrap. Interieur: drie schepen met tongewelf, zeker twee beeldhouwers verantwoorde lijk voor kapitelen, met o.a. Aanbiddirug van de Drie Koningen, Adam en Eva e!n de zondeval. Christusbeeld 13de eeuw en een beelld van Santiago Peregrino van kersehout (uit San Pedro-kerk). San Pedro 15de eeuw. Interieur: 14de-16de eeuwse schilderingen. San Maria del Castillo 14de eeuw. Interieur: 16de eeuws Spaans/Vlaams altaarstuk. Plaza Mayor standbeeld Pedro González Telmo, de populaire San Telrno (geborem Frómista 1190), patroon van de zeevarenden. 16de eeuwse Palmeros gasthuis i s nu h e t Hosteria de los Palmero!~. Nuestra Señora del Otero 15de eeuw. Interieur: 14de eeuwse Maria beeld. Fiestas del Ole processies ed., direkt na Pasen. "Er i s een albergue de peregrinos in Frórnista op de Plaza de Tuy, maar wrij vonden deze niet erg schoon en de matrassen ronduit smerig, terwijl de keuken en badkamer matig zijn. Als je e r desondanks wilt slapen, moet je de sleutel ( e n een stempel) halen bij de pastoor die n a a s t Los Palmeros achter het beeld v a n San Telmo woont. Als je de albergue t e vies vindt, kun je -vanzelfsprekend tegen betaling- terecht bij HR San Telmo, c/ Martin Vena, 8 of bij Fonda Marisa achter de San Martin. Bij Marisa kun je ook prima eten; een driegangenmaal met brood en wijn v a n 700 t o t 1000 pesetas. Ook bij Los Palmeros kun je dineren, maar d a t wordt gauw twee keer zo duur. Winkels voor proviandering zijn e r genoeg in Frórnista" (WB). Peregrino mei 1990: voor de refugio vragen bij pastorie of ayuntamiento. POBLACIÓN DE CAMPOS, VILLOVIECO. VILLARMENTERO DE CAMPOS "Buiten Frórnista is nog steeds de meseta, eindeloos, boomloos, heet en droog (7 sept. 1989). Het i s maar 260, maar zonder wind i s h e t moeilijker t e verdragen dan 300 van vorige dagen met wind. In de verte doemen steeds kleine dorpjes op, met veel bomen en huizen ( v a n leem met s t r o ) , d a t motiveert telkens weer om daar t e komen. ... We zwaaien naar een herder die ongevraagd een demons t r a t i e geeft met zijn hond. Op de fluit van de herder rent de hond a l s e e n bezetene rond/langs de schaapskudde en dirigeert van links naar rechts. De hond heeft er veel plezier in en kijkt telkens 'vragend' naar de herder, hoe h e t verder moet. In zijn enthousiame hangt hij al rennend a a n een schaap en samen
gaan ze over de kop. Een schouwspel d a t wellicht a l meer dan 10.000 jaar oud is en boeiend h e t samenspel van mens en dier illustreert" (FBI. Ermita de l a Virgen del Rio Interieur: albasten beeld van Santiago Peregrino. Ermita del Cristo de la Salud "De deur i s met een hangslot gesloten, maar er zijn twee openingen, waardoor je de Christusfiguur boven het a l t a a r kunt zien. Er is nog een derde opening, waar Iimosna bij s t a a t e n je hoeft niet veel Spaans t e spreken om t e snappen d a t d a t aalmoes betekent. En omdat je nog bijna 400 km t o t Santiago t e gaan hebt e n je gezondheid je best wat waard is, werp je e r een muntstuk in" (WB). VILLALCáZAR DE SIRGA = Villasirga, hoogte 818m Santa Maria l a Blanca
l 2 e - l 3 e eeuw, derde kerk van de Tempelieren in Spanje. Exterieur west: geen gevel want een langer schip met zubeuken was gepland (zie boogaanzetten), zuid: toegangspoort met veel beeldhouwwerk (Jacobus! ). Interieur: Virgen de Las Cantigas of Santa Maria l a Blanca, stenen 13eeeuws beeld van Maria met kind. veel wonderen a a n h a a r t e danken, populair bij pelgrims. Capilla de Santiago: 13eeeuwse prachtige sarkofagen (Don Felipe en zijn tweede vrouw Doña Leonor Ruiz de C a s t r o ) , sarkofaag van J. Perez, ridder van de Orde van Santiago, en 16e-eeuws Jacobusaltaar met scenes u i t zijn legendarisch leven. Op de preekstoel ook Jacobus aanwezig!
I n de C a n t i g a s de Santa Maria, een verzameling van verzen t e r e r e van Maria samengesteld door Alfonso X de Wijze (1221-12841, worden veel wonderen bezongen d i e door tussenkomst van Maria van V i l l a s i r g a zouden hebben plaatsgevonden. O.a. c a n t i g a nr. 31: een boer, d i e nogal wat tegenslagen had gehad met z i j n vee, beloofde Maria een k a l f j e . Later bedacht h i j zich; het beloofde beest kon h i j maar b e t e r verkopen. Maar het kalf l i e p geheel u i t zichzelf d i r e k t naar de Virgen van V i l l a s i r g a ! Andere c a n t i g a s over Maria van V i l l a s i r g a : nummers 217, 218, 227, 229, 232, 234, 253, 268, 278, 301, 313, 355.
"Er i s een albergue in Villalcázar, voor wie daar wil overnachten en voor eem maaltijd kun je terecht bij Mesón de Villasirga" (WB). Peregrino mei 1990: voor refugio vragen in pastorie of Mesón. "Tegenover de kerk bevindt zich nog een authentieke pelgrimsherberg uit die middeleeuwen Mesón de Villasirga. De 'echte' herbergier heet Don Pablo e n geniet bekendheid e n gastvrijheid langs de hele camino. Zodra hij ons vieren gewaar wordt, komt hij in authentiek pelgrimsgewaad met s t a f e n kalebas n a a r buiten en gebaart ons d a t we zijn gast zijn. Binnen i s h e t vier eeuwen terug e n we wanen ons inderdaad in de middeleeuwen. We krijgen een flinke pot 'pelgrimssoep' (voedzaam, heet, lekker met hartige stukjes droge ham/spek erin) e n een aarden kruik met frisse wijn. We laten h e t ons goed smaken en bemerken uit het gastenboek dat welhaast alle nationaliteiten hier gast zijn geweest. Als je ooit de camino doet, mag je dit niet overslaan " (FB). CARRIÓN DE LOS CONDES Hoogte 814m, "een aangename en vriendelijke plaats, rijk a a n brood, wijn, vlees en alle vruchten des velds (Liber Sancti Jacobi pelgrimsgids 111). Rio Carrión, volgens dezelfde pelgrimsgids (VI) een rivier met "gezond en lekker water". Santiago bij Plaza Mayor, alleen romaanse westgevel bewaard gebleven, 12e eeuw: Christus met de 4 evangelistensymbolen e n de 12 apostelen, in archivolten handwerkslieden, ridders en muzikanten. Santa Maria del Camino / de l a Victoria 12e eeuw, romaans, naam herinnering a a n overwinning v a n Bermudo I op Moren. Exterieur: stierenkoppen en enkele menseliike
f i g u r e n a a n zuid gevel zouden h e r i n n e r e n a a n de zgn. stierenlegende (jaarlijks tribuut van 100 [of 41 meisjes a a n Moren, maar een kudde stieren joeg de moslims op de vlucht), kapitelen, archivolt met 37 figuren (Ouden en profeten), fries met Drie Koningen, Herodes en de kindermoord en Samson met leeuw. Interieur: 17de eeuwse grafmonumenten, gothisch Christusbeeld. "Deze kerk bezit twee 'eigenaardigheden': - een zeer vriendelijk e n behulpzame pastoor die met a l s een gids zijn kerkschatten één voor één liet bewonderen en me daarna een ruimte aanbood om t e slapen; - één van de kerkschatten (in nis a a n linkerkant van a l t a a r ) i s een beeld van de gekruisigde Christus waarschijnlijk door een Duitse pelgrim hier t e r plekke gemaakt. Twee duidelijke noordelijke kenmerken van dit kruisbeeld: een vredig en rustig gelaat en de armen in een Y vorm" (RH). San Zoilo Benediktijnerklooster, gesticht l l e eeuw, sarkofagen van de Condes de Carrión, 16e eeuwse kloostergang met museum. Van h e t pelgrimsgasthuis gelegen dichtbij de San Zoilo is niets meer bewaard gebleven. Nuestra Señora de Belén, patroonheilige van de stad Gothisch, uitzicht over s t a d en rivier. San Andrés Interieur: koorstoelen u i t de abdij van Benevivere. Peregrino mei 1990: refugio in de Sta Maria kerk. Tegen een heel redelijke prijs kunnen pelgrims onderdak krijgen in een ruimte bij h e t klooster van de Clarissen, maar kom hier niet t é l a a t a a n i.v.m. de leefregels van de religieuzen. "In Carrión worden we verwelkomd door een zeer schone Spaanse juffrouw, een speciale gastvrouw/gids voor pelgrims, weer wat nieuws! Ze heet Teresa en zorgt voor stempels op de pelgrimskaart, schrijft e r buen camino bij e n brengt ons n a a r de refugio, die eigenlijk in de kerk gehuisvest is; klein en gezellig met 10 bedden" (FB). "Als je a l s pelgrim in Carrión aankomt, ga je eerst je rugzak wegbrengen en je douchen in de fraai opgeknapte albergue de peregrinos op het pleintje achter de kerk van Santa Maria del Camino, waar je hartelijk wordt begroet door Don José e n zijn zus. Niet-pelgrims, auto- en buspelgrims kunnen overnachten bij Fonda Resbalón of in h e t nieuwe Hostal La Corte, tegenover de Sta Maria, waar je -zomer 1990- ook een goed dagmenu met brood en wijn kunt krijgen voor i650 pesetas. Bij Resbalón kun je ook voor een maaltijd terecht. Winkels zijn er ook genoeg. Voor kampeerders i s e r een goede camping El Edén op de oever v a n de Rio Carrión, waar ook niet-kampeerders zich even kunnen vermeien n a a s t of in de snelstromende rivier. Als je Carrión verlaat, moet je goed uitkijken d a t je de juiste weg neemt. Eerst s t e e k je een grote viersprong recht over -uitkijken!-, je loopt een benzinestation voorbij en kiest de asfaltweg die rechts aanhoudt, richting Villotilla. De asfaltweg links i s de N120 naar Sahagun, maar die is 8-9 km langer. Na ongeveer 4 km l a a t je het asfalt rechts en links liggen en betreedt e e n rollend-kiezelpad d a t je n a 12 km ellenlang de keel zal uithangen" (WB). CALZADA DE LOS MOLINOS Santiago Interieur: a l t a a r s t u k met een Santiago Matamoros, resten mudéjar plafond. "In CALZADILLA DE LA CUEZA, waar je opgelucht binnenloopt, is sinds korts e p t . 1990- een bar-hostal geopend, waar je een verdiende kop koffie of i e t s anders kunt kopen" (WB).
SANTA MARIA DE LAS TIENDAS Boerderij vroeger een gasthuis. LEDIGOS (Santiago kerk), TERRADILLOS DE LOS TEMPLARIOS, MORATINOS, SAN NICOLAS DEL REAL CAMINO "Tot voor kort liep je asfalt, t o t vlak voor Sahagun, maar de loop-route i s recent herpijld en vóór Ledigos s t u u r t een gele pijl je n a a r links, richting Población de Arroyo, waardoor je een groot stuk rijweg vermijdt. J e komt niet in Población de Arroyo, maar gaat n a een brug rechtsaf door Terradillos, Moratinos en San Nicolás. Over de Rio Valderaduey word je, een beetje onnodig, naar rechts gestuurd en dan weer n a a r links, waarbij je de nieuwe kunstwerken voor de wegomlegging van de N120 passeert" (WB). Peregrino mei 1990: Ledigos heeft een eenvoudige ruimte, vragen bij parochie of ayuntamiento. "In San Nicolas, ca 6 km vóór Sahagun, kwam ik -letterlijk- in aanraking met h e t oude Romeinse systeem van vloerverwarming; de tegels op de vloer verspreidden (op een koude novemberdag) een weldadige warmte. Jammer d a t de refugio hier ook niet van voorzien was! Deze refugio was een voormalige school, als opslagplaats gebruikt, vies en zonder voorzieningen" (RH). SAHAGÚN Hoogte 836m, Rio Cea, volgens de Liber Sancti Jacobi-pelgrimsgids (VU een rivier met "gezond en lekker water".. San Facundo (martelaar eind 3de eeuw) > Sant Facund > Sant Fagun > Sahagun. Begin I l d e eeuw monniken u i t Cluny hier om klooster t e hervormen, vandaar h e t zg. 'Cluny van Spanje'. Liber Sancti Jacobi pelgrimsgids VIII (ook 111): "Dan kan men de lichamen van de gelukzalige martelaren Facundus en Primitivus bezoeken, waarvoor Karel een basiliek bouwde. Nabij hun dorp i s de met bos beplante weide, waarvan men zegt d a t daar de in de grond gestoken lansen van strijders wortel schoten en gingen bloeien. Hun feestdag wordt op 27 november gevierd". Over deze legende wordt uitgebreid aandacht besteed in de Kroniek van de Pseudo-Turpun VIII: Karel de Grote zou hier geweest zijn met zijn leger om tegen de Moren t e strijden. Na de nacht bleken enkele lansen wortel t e hebben geschoten. Bij de veldslag bleek dat juist die soldaten sneuvelden van wie de lans t o t boom geworden was. San Lorenzo eind 12e - begin 13e eeuw. Exterieur: baksteen, mudejar, op Joostelijke drie absissen blinde hoefijzervormige bogen. Interieur: oorspronkelijk houten plafond, 17de eeuw huidige stenen gewelf. San Tirso l a t e l l d e - begin 12de eeuw. Exterieur: baksteen, rnudejar. 1
La PeregrinaRestauratie nog i n volle gang? 13de eeuw. Exterieur: baksteen, mudéjar. Interieur: 17de eeuwse beeld Virgen Peregrina als begeleidster v a n pelgrims (Cantigas de Santa Maria nummer 4 9 ) e n schitterende mudéjar decoraties. San Benito klooster, gesticht 12de-13de eeuw, verwoest eind 19de eeuw. Exterieur alleen 17de eeuwse zuid deel. Nuestra Señora del Puente 12de eeuwse romaanse kapel, rond 25 april processie. " W i j lopen -als we Sahagun binnenkomen- niet over h e t spoorwegemplacement, maar gewoon over de brug. Sommige boeken beweren dat er i n Sahagun gratis overnachtingsplaatsen zijn, maar wij houden h e t op h e t tijdschrift Peregrino (mei 1990) dat zegt dat er geen onderkomen i s , zodat we e e n fijne kamer i n h e t Hostal La Codorniz nemen, waar i n de hal e e n grote muurschildering v a n de Camino de Santiago i s . Je k u n t er ook uitstekend e t e n , alleen ' s avonds begint men pas om t i e n u u r , zodat je beter ' s middags e e t , o f allebei; volledig menu voor 700 pesetas. De camping v a n Sahagun ligt i e t s b u i t e n de stad, maar wel aan de camino" ( W B ) .
In dit artikel zijn de opmerkingen e n herinneringen v a n Wim Bettonvil (WB), F . Baas (FB), Ruud Harmsen ( R H ) verwerkt. Hartelijk dank voor uw medewerking! A. v a n Wiechen LITERATUUR, o.a.: Nederlandse vertaling v a n de 12e eeuwse pelgrimsgids: 0, roemrijke Jacobus, bescherm u w volk :pelgrimsgids naar Santiago / J a n van Herwaarden. - Amstelv e e n : Luyten, 1983. - ISBN 09-6416-047-3 Le chemin de Saint-Jacques de Compostelle e n Espagne : guide pratique du pelerin / Abbé Georges Bernes, Georges Veron, Louis Laborde Balen. - Editions Randonnées Pyrénéennes, 1986. - ISBN 2-905521 -10-4.- Prijs F F 1 IS,-. Carrión de los Condes : u n lugar para la hospitalidad / Enri-que Fuentes Quintana [ e t al.], i n : Peregrino mei 1990, 14-19. Rutas Jacobeas :historia de l a peregrinación, arte e n l a peregrinación, caminos para la peregrinación / Eusebio Goicoechea Arrondo. - Estella : Los Amigos del Camino de Santiago, 1971 Castille romane / Abundio Rodriguez l e t al.1.- La Pierre-qui-Vire : Zodiaque, 1966.- (La n u i t des temps ; 2 3 ) [Carrión de los Condes p. 26-27, San Martin i n Frómista p. 325-3433 El Camino de Santiago Palentino / R. Royo Abril.-
1989 ( W B )
St.Jacobls fietsroute : langs de pelgrimsweg naar Santiago de Compostela / g e f i e t s t e n beschreven door Clemens Sweerman.- Utrecht : Fietskaart Informatie Stichting, 1989. Deel 3: Pyreneeën-Santiago de Compostela.- ISBN 90-70893-05-3. El camino de Santiago : guia del peregrino / EIias Valiña Sampedro y equipo. León : Everest, 1985. - ISBN 84-241-4200-4 ("wel verouderd" W B ) KAART: Michelin kaart nr. 442: Espagne Nord, 1/400.000 174
AGENDA Vermeld in deze AGENDA worden de volgende activiteiten: (dia)lezingen, film-, muziekuitvoeringen, tentoonstellingen e.d. die door anderen georganiseerd worden en die 'iets' met de pelgrimage n a a r Santiago de Compostela t e maken hebben, regio-bijeenkomsten van h e t Genootschap etc. Vergissingen e n wijzigingen zijn altijd mogelijk, controleer daarom de gegevens voor u op pad gaat via h e t genoemde adres/telefoonnummer.
5-6 jan v r 11 jan
Weekend voor pelgrims in Vessem, zie p. 162. 20.00 uur Beets, NH Kerk: Santiago de Compostela, muziek e n beeld bij een pelgrimstocht, dia-concert door h e t Ensemblse Peregrino e n Conens & van Wiechen. Liederen o.a. uit Codex Calixtinus (12e E), Cantigas de Santa Maria (13e E) en Llibre Vermell (14e E). v r 18 jan Bijeenkomst regio Tilburg, zie p. 150. 26-27 jan Weekend voor pelgrims in Vessem, zie p. 162. zo 27 jan Bijeenkomst regio 's-Hertogenbosch, zie p. 152. 17 maart Bijeenkomst regio Friesland, zie p. 149. di 19 maart 20.15 uur Heemstede, Het Oude Slot: Santiago de Compostela, muziek en beeld bij een pelgrimstocht, dia-concert door h e t Ensemble Peregrino en Conens & van Wiechen. Zie ook v r 11 jan.. v r 22 maart Bijeenkomst regio Oost Nederland, zie p. 151. za 13 apr Voorjaarsvergadering Genootschap in 's-Hertonenbosch 27 apr Wandeling regio Friesland, zie p. 149. 20-22 sept Maastricht, tweede internationale pelgrimsweekend. za 9 nov Najaarsvergadering Genootschap in Franeker
Bestelformulier P E L G R I M S P A S 1
............. I Naam: ............................................................ I S t r a a t : .......................................................... Postcode: ............... P l a a t s : ................................ AANVRAAG PELGRIMSPAS
I
datum:
Bezorgadres (indien anders dan bovenstaand a d r e s ) :
PASPOORTNUMMER:
...............
lI
..................................................
1Dit formulier (of een kopie hiervan) ingevuld s t u r e n naar de penningmeestier (adres zie p. 176). De PELGRIMSPAS wordt alleen verstrekt a a n leden van hiet Nederlands Genootschap van Sint-Jacob. De kosten ad f 7,50 dienen contant of bij schriftelijke bestelling per giro/bank a a n de penningmeester voldaan t e worden. De opdracht wordt pas uitgevoerd als de betaling binnen is. Indien h e t paspoortnummer niet ingevuld is, kan de bestelling niet uitgevoerd worden. De PELGRIMSPAS wordt u binnen een maand toegestuurd.
i
I l i l l
l
O N S POSTORDERBEDRIJF
Hieronder vindt u een lijst van de verkrijgbare artikelen, elk voorzien van een nummer en de prijs inclusief verzendkosten. U voldoet het totaalbedrag door middel van betaling op Postbank-nummer
515.11.46 t.n.v. de Penningmeester Nederlands Genootschap van Sint-Jacob t e 9
Rotterdam onder vermelding van h e t (de) nummer(s) van de door u zewenste artikelen. Na ontvangst van het bedrag door de penningmeester en na controle of de aanvrager wel lid i s é n zijn contributie heeft betaald, wordt h e t bestelde toegezonden a a n het adres d a t op h e t giro-formulier s t a a t vermeld. Alleen bij bestelling van een pelgrimsvas dient u gebruik t e maken van het bestelformulier op p. 175; uiteraard k u n t u dit formulier kopiëren. Indien u niet per giro betaalt, maar per bank, dient u een lijst van de bestelde artikelen separaat toe t e zenden aan: J.M.A. v.d. Werff, Burgemeester Koningssingel 27, 3042 NK
otterd dam. PRIJS
ARTIKEL Alfabetische ledenlijst Ledenlijst volgens postcode Gebed van pelgrim Stickers (20 s t u k s ) Literatuurlijst Pelgrimspas Correspondentiekaart Rustende Pelgrims Lijst refugio's Tijdschrift DE PELGRIM nummer 10 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 11 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 12 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 13 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 14 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 15 Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer
f 3,00 f 3,00 f 2900
f
5,00 2,00 f 7,50 (per 10 s t u k s ) f 10,OO f 2,oo f 5,00 f 5,00 f 5,00 f 5,00 f 5,00 f 5,00 uitverkocht 1 2 uitverkocht 3 f 6,oo 4 f 6300 uitverkocht 5 6 uitverkocht 7 f 6900 8 f 6900
f