Sanering LPG tankstations. Eindsituatie externe veiligheid Datum 12 mei 2011 Status Definitief

Sanering LPG tankstations Eindsituatie externe veiligheid 2010

Datum Status

12 mei 2011 Definitief

Definitief | Sanering LPG tankstations | 12 mei 2011

Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Prioritaire bedrijven Nieuwe Uitleg 1 Postbus 16191 2500 BD Den Haag

Publicatienummer: VI-2011-83 Deze publicatie is een uitgave van de VROM-Inspectie en is ook te downloaden via www.vrominspectie.nl

Pagina 2 van 15


Inhoud

Samenvatting ................................................................................................................ 4 1

Inleiding ........................................................................................................... 5

1.1

Aanleiding .......................................................................................................................... 5

1.2

Het Bevi en de Revi ............................................................................................................. 5

1.3

Sanering LPG-tankstations ................................................................................................... 6

1.4

Eerder onderzoek VI naar urgente saneringen ........................................................................ 6

1.5

Leeswijzer .......................................................................................................................... 7

2

Opdracht en onderzoeksmethodiek ...................................................................... 8

2.1

Opdracht............................................................................................................................ 8

2.2

Onderzoeksmethodiek ......................................................................................................... 9

2.3

Toetsingskader ................................................................................................................... 9

2.4

Afbakening ......................................................................................................................... 9

3

Bevindingen .................................................................................................... 11

3.1

Analyse van de gevallen .................................................................................................... 11

3.1.1

Overschrijding van de grenswaarde PR 10-5 .......................................................................... 11

3.1.2

Overschrijding van de grenswaarde PR 10-6 .......................................................................... 11

3.1.3

Onduidelijke situatie of hulpverzoek .................................................................................... 12

3.1.4

Groepsrisico ..................................................................................................................... 13

3.2

Opvolging door de VI ......................................................................................................... 13

4

Conclusies ...................................................................................................... 14

Bijlage 1 ..................................................................................................................... 15

Pagina 3 van 15


Samenvatting

De VROM-Inspectie (VI) heeft in dit onderzoek de stand van zaken rond de sanering van veiligheidsknelpunten bij de LPG-tankstations in beeld gebracht. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode oktober 2010 tot en met januari 2011. Er is daarvoor uit meerdere gegevensbestanden informatie verzameld en geanalyseerd. Met deze analyse is een groep van ongeveer 160 tankstations in beeld gebracht waarbij waarschijnlijk niet werd voldaan aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Op basis van informatie die van het bevoegd gezag is ontvangen heeft de VI deze gevallen beoordeeld. Een sanering kan plaatsvinden door het opheffen van het tankstation, het beëindigen van de levering van LPG, of door het treffen van aanvullende maatregelen. Dit resulteert vervolgens in een situatie waarbij de grenswaarde van het plaatsgebonden risico van 10-5 per jaar of 10-6 per jaar niet langer wordt overschreden. Er zijn zeventien LPG-tankstations aangetroffen waarbij dit plaatsgebonden risico nog niet voldoet aan de eisen.  In zeven van die zeventien gevallen heeft de VI een juridisch verzoek bij het bevoegd gezag ingediend tot aanpassing of intrekking van de vergunning.  De overige tien reeds lopende procedures worden door de VI nauwlettend gevolgd om zeker te stellen dat deze situaties ook daadwerkelijk op korte termijn worden opgelost. Op basis van de resultaten van het onderzoek concludeert de VI dat de sanering van risicovolle situaties rond LPG-tankstations vrijwel volledig is afgerond.

Pagina 4 van 15


1

Inleiding

1.1

Aanleiding In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) wordt geregeld dat risicovolle activiteiten op een vastgesteld moment moeten voldoen aan veiligheidseisen. Dat geldt ook voor de ruim 1700 LPG-tankstations. De VROM-Inspectie (VI) heeft in het verleden al vaker onderzocht of de termijnen die daarvoor zijn gesteld ook door het bevoegd gezag en het bedrijfsleven worden gehaald. Daarbij is tot op heden uitsluitend gekeken naar zogenoemde urgente saneringsgevallen. Aangezien op 1 januari 2010 in alle gevallen aan de veiligheidseisen uit het Bevi voldaan moest worden geeft de VI in dit onderzoek een eindbeeld van de landelijke situatie bij de LPG-tankstations.

1.2

Het Bevi en de Revi Op 27 oktober 2004 is het Bevi in werking getreden. Het besluit heeft tot doel de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Het besluit verplicht het bevoegd gezag daarom om bij het verlenen van vergunningen en het maken van bestemmingsplannen rekening te houden met externe veiligheid. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen kwetsbare objecten (zoals onder andere scholen, ziekenhuizen en woonwijken) en beperkt kwetsbare objecten (zoals onder andere bedrijfsgebouwen, kantoren en sporthallen). Met een toenemende afstand tot een risicovolle activiteit neemt ook de veiligheid toe. De druk op de beschikbare ruimte in Nederland is echter zeer groot. Daarom is bij het bieden van de basisveiligheid gekozen voor het normeren van het plaatsgebonden risico (PR) 1. Het gebied waarbinnen het PR een rol speelt wordt met contouren rondom een risicobron in beeld gebracht. De norm voor het PR is voor kwetsbare objecten een grenswaarde en voor beperkt kwetsbare objecten een richtwaarde. Daarnaast is in het Bevi het groepsrisico2 (GR) gedefinieerd. Voor het GR geldt een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag mag hiervan afwijken als daar gewichtige redenen voor zijn. Het bevoegd gezag heeft hier een verantwoordingsplicht. In de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) is een aantal zaken geregeld over de uitvoering van het Bevi. Zo is bepaald welke afstanden er in acht genomen moeten worden tussen Bevi- inrichtingen en (beperkt) kwetsbare objecten. Deze afstanden zijn afgeleid van de grenswaarden voor het PR en de oriëntatiewaarde voor het GR uit het Bevi.

1

Plaatsgebonden risico (PR): het risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is. 2

Groepsrisico (GR): cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden met een kans van resp. 10-5, 10-7 of 10-9 als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof of - afvalstof betrokken is.

Pagina 5 van 15


1.3

Sanering LPG-tankstations Het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) bevat het overzicht van inrichtingen die werken met gevaarlijke stoffen of die over installaties beschikken die gevaarlijke stoffen bevatten. Per januari 2011 staan er 1739 LPG tankstations geregistreerd in het RRGS. Omdat deze tankstations een risico kunnen vormen voor de directe omgeving, vallen ze onder de regels van het Bevi. Deze regels leiden tot afstanden die minimaal aangehouden moeten worden tussen kwetsbare objecten en het LPG-reservoir, het vulpunt van dit reservoir en de LPGafleverzuil. Deze afstanden zijn opgenomen in een bijlage van de Revi. Met de inwerkingtreding van het Bevi en de Revi is gestart met het saneren van die gevallen waarbij niet aan de afstandseisen werd voldaan. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen een urgente sanering (een kwetsbaar object binnen de risicocontour van het PR 10-5), een niet urgente sanering (een kwetsbaar object binnen de risicocontour PR 10-6) en een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het GR. De LPG-tankstations waarbij het PR de grenswaarde van 10-5 per jaar overschrijdt moesten uiterlijk 27 oktober 2007 zijn gesaneerd. Uiterlijk op 1 januari 2010 diende aan de grenswaarde voor het PR van 10-6 te worden voldaan. Het toenmalige ministerie van VROM heeft voor de urgente saneringsgevallen financiën beschikbaar gesteld. Er zijn voor het bevoegd gezag verschillende mogelijkheden om een knelpunt op te lossen:  Beperking van de maximaal vergunde doorzet.  Verplaatsing van het vulpunt.  Verplaatsing van het gehele tankstation.  Beëindiging van de verkoop van LPG. Het bedrijfsleven heeft op basis van het LPG-Convenant uit 2005 toegezegd de nieturgente saneringen en de overschrijdingen van de oriëntatiewaarde van het GR voor haar rekening te nemen. Daarvoor zou het bedrijfsleven zorgen voor de invoering van verbeterde vulslangen met een lagere faalfrequentie en voor tankauto’s met een hittewerende bekleding. Situaties die dan nog steeds niet zouden voldoen aan de grenswaarden uit het Bevi zouden door het bedrijfsleven worden gesaneerd.

1.4

Eerder onderzoek VI naar urgente saneringen Voorafgaand aan het definitief in werking treden van het Bevi is door het toenmalige ministerie van VROM een saneringsprogramma voorbereid voor de urgente saneringen. De basis voor het saneringsprogramma is een in 2003 uitgevoerde, uitgebreide inventarisatie van het bureau Op den Kamp Adviesgroep (OAG). Deze inventarisatie leverde een lijst op met 253 LPG-tankstations waar vermoedelijk niet voldaan werd aan de afstandseisen en dus mogelijk sprake was van een urgente saneringsituatie. Over de voortgang van deze sanering is door middel van drie eerdere onderzoeken door de VI gerapporteerd. 2006 In 2006 heeft de VI een onderzoek uitgevoerd naar de voortgang van het saneringsprogramma voor de urgente saneringen van LPG-tankstations. Er is ondermeer onderzocht of bij deze LPG-tankstations de verkoopactiviteiten feitelijk waren beëindigd. Daarbij is aandacht besteed aan gevallen waarbij reeds een Pagina 6 van 15


schadevergoeding was uitgekeerd en aan gevallen waarover nog geen informatie van het bevoegd gezag was ontvangen. Er werden daarvoor in totaal 81 tankstations bezocht. Op basis van dat onderzoek werd geconcludeerd dat de sanering na uitkering van een schadevergoeding goed verliep en dat nagenoeg alle saneringssituaties waren opgenomen in het huidige saneringsprogramma. 2007 In 2007 heeft de VI opnieuw een onderzoek uitgevoerd naar de voortgang van de urgente saneringen van LPG-tankstations. Er werden in 2007 in totaal 125 LPGtankstations bezocht. Bij een deel van deze bezoeken werd geverifieerd of, na uitkering van de schadevergoeding door het ministerie van VROM, de sluiting ook daadwerkelijk was gerealiseerd. Op basis van dat onderzoek werd geconcludeerd dat in alle gevallen de LPG-verkoop na intrekking van de vergunning ook daadwerkelijk was beëindigd. Het besluit tot intrekking van de vergunning was in een aantal gevallen niet of niet tijdig genomen, waardoor een aantal stations nog in werking was. Daarnaast was de ontmanteling van de tankstations niet overal even voortvarend ter hand genomen. Er waren op 27 oktober 2007 in totaal nog achttien urgent te saneren LPG-tankstations in werking en waren er achttien nog niet geheel ontmanteld. 2008 Uit het onderzoek in 2008 bleek dat op 1 mei 2008 negen stations nog niet voldeden aan de 10-5 -contour voor het PR. Daarnaast waren zeven tankstations wel gasvrij gemaakt, maar nog niet compleet ontmanteld ondanks het feit dat ze hiervoor wel een schadevergoeding hadden ontvangen.

1.5

Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de opdracht aan de VI en de aanpak van het onderzoek beschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten van het onderzoek. In hoofdstuk 4 worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Bijlage 1 geeft een overzicht van de LPG-tankstations die op het moment van onderzoek nog niet voldeden aan de grenswaarden voor het PR.

Pagina 7 van 15


2

Opdracht en onderzoeksmethodiek

2.1

Opdracht De VI heeft de stand van zaken bij de sanering van veiligheidsknelpunten rond de LPG-tankstations per november 2010 in beeld gebracht. Voor de sanering van veiligheidsknelpunten rond de LPG tankstations zijn verschillende categorieën onderscheiden met daarbij behorende verschillende saneringstermijnen:  De urgente saneringsgevallen (PR 10-5) hadden volgens het Bevi voor 27 oktober 2007 gesaneerd moeten zijn.  De niet urgente saneringsgevallen (PR 10-6) hadden per 1 januari 2010 gesaneerd moeten zijn.  Het toenmalige ministerie van VROM heeft de gemeenten in een brief van 15 oktober 2009 laten weten dat de saneringstermijn voor de PR 10-6 werd verlengd tot uiterlijk 1 juli 20103  In het informatieblad “Implementatie convenant LPG-autogas 2005” van het ministerie van VROM van december 2009 is gesteld dat de sanering van de overschrijdingen van het PR 10-6 in bepaalde gevallen uiterlijk in het najaar van 2010 gerealiseerd moet zijn. Op pagina 4 staat: “Daarentegen zullen op de streefdatum van 1 januari 2010 nog niet alle LPGtankwagens zijn voorzien van een hittewerende bekleding. Desondanks blijven de verkleinde afstanden wel van toepassing. In aanmerking nemende dat de laatste LPG-tankwagen in het najaar van 2010 zal zijn gecoat, zou het toepassen van grote afstanden immers leiden tot onnodige saneringen, hetgeen onwenselijk is.” Gelet op de diverse geldende saneringstermijnen heeft de VI als uitgangspunt genomen dat in ieder geval op 31 december 2010 alle overschrijdingen van de grenswaarden voor het PR 10-5 en PR 10-6 opgelost zouden moeten zijn. Daar waar de VI een overschrijding van de grenswaarden van het PR 10-5 of 10-6 aantreft zal een formeel verzoek tot intrekking of aanpassing van de vergunning worden ingediend. In de gevallen waar het bevoegd gezag om ondersteuning van de VI had verzocht (PR of GR) wordt nagegaan of en op welke wijze die steun geboden kan worden. Het doel van het onderzoek is daarmee het realiseren van alle noodzakelijke saneringen die voortvloeien uit het Bevi, zodat alle veiligheidsknelpunten rond LPGtankstations op zo kort mogelijke termijn zijn opgelost.

3

Deze brief betrof de sanering van de restcategorie LPG-tankstations: de LPG-tankstations die na het toepassen van een hittewerende bekleding en de verbeterde vulslang bij de LPG-tankwagens niet kunnen voldoen aan de afstandseisen van het PR 10 -6. Het betrof daarnaast ook de LPG-tankstations die na het toepassen van bovengenoemde technische maatregelen een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico lieten zien. Het bevoegd gezag is eveneens verzocht om knelpunten te melden, zodat de VI indien gewenst ondersteuning bij de sanering zou kunnen bieden.

Pagina 8 van 15


2.2

Onderzoeksmethodiek Het onderzoek is uitgevoerd in de periode oktober 2010 tot en met januari 2011. Hiervoor is informatie verzameld en geaggregeerd uit meerdere gegevensbestanden. Het overzicht is opgebouwd uit:  Informatie die uit eerdere onderzoeken in 2006, 2007 en 2008 van de VI beschikbaar was.  Informatie die bij de VI was binnengekomen uit contacten met het bevoegd gezag.  Informatie van de beleidsdirectie Risicobeleid over de urgente saneringen en verzoeken van het bevoegd gezag om ondersteuning.  Informatie van ingenieursbureau Oranjewoud over situaties waar sprake zou kunnen zijn van een mogelijke overschrijding van de grenswaarde voor het GR. Deze informatie is verzameld en verwerkt om te komen tot een totaalbestand van alle gevallen waarbij niet werd voldaan aan het Bevi. Dit betrof 162 stations met achterliggende relevante informatie. Om in een korte tijd op efficiënte wijze actuele informatie te verkrijgen en te beoordelen is ervoor gekozen om te starten met een telefonische ronde. Hierbij is gebruik gemaakt van een standaardvragenlijst. In de meeste gevallen is gevraagd om relevante documenten per email op te sturen aan de VI.

2.3

Toetsingskader De ontvangen documenten zijn getoetst aan het Bevi. Daarbij is aandacht geschonken aan de volgende vragen:  Is er sprake van een overschrijding van de grenswaarde voor het PR van 10-5 per jaar?  Is er sprake van een overschrijding van de grenswaarde voor het PR van 10-6 per jaar?  Is er een vergunning afgegeven met zodanige voorschriften waardoor de eerdere overschrijding wordt opgelost?  Voldoet de situatie zoals vastgelegd in de vergunning aan het Bevi?  Is er bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR een adequate verantwoording opgenomen in de vergunning?

2.4

Afbakening Het onderzoek richt zich op de saneringsgevallen waarbij de grenswaarde PR 10-5 of PR 10-6 wordt overschreden. Daarnaast is in een beperkt aantal gevallen ondersteuning geleverd aan het bevoegd gezag dat daarvoor een verzoek had ingediend. In het onderzoek is niet beoordeeld of de schadevergoedingen die door VROM zijn uitgekeerd voor de urgente saneringsgevallen op een juiste wijze zijn besteed. In het onderzoek is slechts in zeer beperkte mate getracht inzicht te verkrijgen in de wijze waarop gemeenten een overschrijding van de oriënterende waarde voor het GR verantwoorden. Aangezien een overschrijding van de oriënterende waarde slechts door het bevoegd gezag gemotiveerd hoeft te worden, heeft de VI weinig aangrijpingspunten om op te treden bij eventuele nalatigheid. Alleen bij die gemeenten die in het kader van een verzoek om hulp door de VI zijn bezocht, zijn

Pagina 9 van 15


de beschikbare dossiers beoordeeld op de verantwoording van het GR. Dit is slechts in twee gevallen voorgekomen. In dit onderzoek is uitgegaan van de LPG tankstations die reeds op de een of andere wijze voorkwamen in de beschikbare gegevensbestanden van de VI of de directie Risicobeleid. Daarmee is het totaalbestand van 162 mogelijke knelpunten samengesteld. Er is geen aanvullend onderzoek verricht naar de volledigheid van de gebruikte databestanden, bijvoorbeeld op basis van het RRGS. Gezien de onderzoeken die de afgelopen jaren al zijn uitgevoerd is het de verwachting dat de gebruikte informatie vrijwel volledig zal zijn. Er zijn door de VI geen inspecties bij de LPG-tankstations zelf uitgevoerd. Er is van uitgegaan dat bij een adequate vergunning de benodigde maatregelen zijn of op korte termijn worden getroffen, waardoor de situatie voldoet aan het Bevi.

Pagina 10 van 15


3

Bevindingen

3.1

Analyse van de gevallen De VI is gestart met een lijst van 162 stations waar mogelijk sprake was van een overschrijding van de grenswaarde voor het PR van 10-5 of 10-6 per jaar, een niet nader gedefinieerd knelpunt of een verzoek van het bevoegd gezag om ondersteuning bij het oplossen van een knelpunt. Na het opvragen van aanvullende informatie en analyse van de gegevens resteerden hiervan nog 53 tankstations, waarvan één nieuw knelpunt PR 10-5 ten opzichte van het onderzoek in 2008. In de overige 109 gevallen bleek er geen sprake te zijn van een overschrijding van het PR.

3.1.1

Overschrijding van de grenswaarde PR 10-5 In tien gevallen was er op basis van de laatste beschikbare informatie op 31 december 2010 sprake van een overschrijding van de grenswaarde PR 10-5. 



In zeven gevallen bleek de overschrijding van de grenswaarde inmiddels te zijn opgelost door een aanpassing van de vergunning door het bevoegd gezag. Aanpassingen hadden plaatsgevonden in 2005 (1x), 2007 (3x) en 2010 (3x). In drie gevallen loopt nog een procedure tot aanpassen van de vergunning. Eén van die procedures loopt al sinds 2006. Daar is door belanghebbenden een nieuwe procedure bij de Raad van State (RvS) aangespannen. In drie eerdere uitspraken van de RvS is de gemeente steeds in het ongelijk gesteld.

Grenswaarde PR 10-5

3 opgelost lopende procedure 7

3.1.2

Overschrijding van de grenswaarde PR 10-6 In 31 gevallen was er op basis van de laatste beschikbare informatie sprake van een overschrijding van de grenswaarde PR 10-6. 

In vijf gevallen bleek bij nadere analyse van de gegevens geen sprake te zijn van een overschrijding van het PR10-6. De oorspronkelijke informatie in de

Pagina 11 van 15


 

database over deze gevallen bleek niet overeen te komen met de werkelijke situatie. In veertien gevallen bleek de sanering inmiddels te zijn uitgevoerd: 2006 (1x), 2009 (1x) en 2010 (12x) In twaalf gevallen was nog steeds sprake van een overschrijding van de grenswaarde PR 10-6. Daarvan waren er zeven lopende procedures. In vier gevallen was echter nog geen procedure door het bevoegd gezag in gang gezet. In één geval moet een nieuwe procedure gestart worden als gevolg van een vernietiging van de vergunning door de RvS.

Grenswaarde PR 10-6 7 opgelost 1 lopende procedure 4

14

3.1.3

nieuwe procedure procedure nog niet gestart

Onduidelijke situatie of hulpverzoek In twaalf gevallen was er sprake van een onduidelijke situatie, een melding van een regioaccount van de VI of had het bevoegd gezag een verzoek ingediend om ondersteuning.   

In negen gevallen bleek de situatie inmiddels te zijn opgelost. In twee gevallen bleek er sprake te zijn van een overschrijding van de grenswaarde voor het PR van 10-6. In één geval was er sprake van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR.

Pagina 12 van 15


Onduidelijke situatie /hulpverzoek

opgelost

2

overschrijding grenswaarde PR 9

1

overschrijding oriëntatiewaarde GR

3.1.4

Groepsrisico In twee gevallen is het bevoegd gezag door de VI bezocht. Bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het GR is door de VI in beeld gebracht of dit door het bevoegd gezag adequaat is gemotiveerd. In één geval was het GR nog niet berekend, in het andere geval wordt het tankstation gesaneerd, waardoor er ook niet langer een overschrijding van het GR optreedt.

3.2

Opvolging door de VI In zeventien gevallen wordt nog niet wordt voldaan aan de grenswaarden voor het PR.  In zeven van die zeventien gevallen heeft de VI een juridisch verzoek bij het bevoegd gezag ingediend tot aanpassing of intrekking van de vergunning.  De tien lopende procedures met betrekking tot een overschrijding van de grenswaarde voor het PR 10-5 en PR 10-6 zullen door de VI nauwlettend worden gevolgd, tot er een onherroepelijke vergunning is afgegeven die voldoet aan het Bevi. Dit om zeker te stellen dat deze situaties ook daadwerkelijk op korte termijn worden opgelost en zijn geborgd.

Pagina 13 van 15


4

Conclusies

Op basis van de resultaten uit het onderzoek concludeert de VI dat de sanering van risicovolle situaties rond LPG-tankstations die betrekking hebben op het PR vrijwel volledig is afgerond. Deze sanering heeft plaatsgevonden door het opheffen van het tankstation, het stoppen met de levering van LPG of door het treffen van maatregelen waardoor de grenswaarde voor het PR van 10-5 of 10-6 niet langer wordt overschreden. Van de ongeveer 160 LPG-tankstations die mogelijk niet zouden voldoen aan het Bevi zijn er zeven gevallen waar de VI een verzoek tot aanpassing van de vergunning heeft ingediend bij het bevoegd gezag. Daarnaast zijn er nog tien lopende procedures die door de VI gevolgd worden om zeker te stellen dat deze situaties ook daadwerkelijk op korte termijn worden opgelost.

Pagina 14 van 15


Bijlage 1

Overzicht 17 tankstations met overschrijding PR op 28 januari 2011 PR10-5

PR10-6

Gemeente

Tankstation

Adres

Veldhoven

W. Versantvoort B.V.

Kruisstraat 86, 5502 JH, VELDHOVEN

Harlingen

Exploitatiemij. Porte B.V.

Stationsweg 8, 8861 GA, HARLINGEN

Losser

Total Brilman B.V.

Enschedesestraat 32, 7582 AG, LOSSER

Gemeente

Tankstation

Adres

Haaksbergen

Tankstations Keizers

Hengelosestraat 10, 7482 AC, HAAKSBERGEN

Boxtel

Service Station Van Esch B.V.

Baanderherenweg 7, 5282 RC, BOXTEL

Helmond

Schoenmakers

Hoofdstraat 66, 5706 AM, HELMOND

Oude Pekela

V.O.F. Zelftankstation J. Hilgers

Raadhuislaan 107, 9665 JC, PEKELA

Hoorn

Tankstation Commandeur

Keern 17, 1622 NA, HOORN

De Wolden

Autoservice Henk Kelly B.V.

Oosterstraat 56, 7963 AD, DE WOLDEN

Helmond

Texaco Vos

Engelseweg 200, 5705 AJ, HELMOND

Uden

Total Bitswij-Uden

Bitswijk 4, 5401 JB, UDEN

Leudal

Tankstation Koper

Meijelseweg 3, 6089 ND, LEUDAL

Drimmelen

Autobedrijf A. Van Nuenen V.O.F.

Adellaan 4, 4921 BM, DRIMMELEN

Elburg

Van Boven

Vrijheidsstraat 20, 8081 XD, ELBURG

Elburg

Autobedrijf E. Hooghordel

Zuiderzeestraatweg West 85 A, 8085 AC, ELBURG

De Ronde Venen

Auto Van Nieuwkerk Mijdrecht B.V. Bozenhoven 36, 3641 AH, DE RONDE VENEN

Geldrop-Mierlo

Tankstation Firebird van Vonderen

Sluisstraat 132, 5666 AP, GELDROP

Pagina 15 van 15

Sanering LPG tankstations. Eindsituatie externe veiligheid Datum 12 mei 2011 Status Definitief

Recommend Documents