Sanctiebeleid en Werkwijze bij calamiteiten Voedselveiligheidscertificaat (VVC-sb) Suikerbieten SUIKER UNIE gevestigd te Dinteloord en CSV COVAS
1
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ......................................................................................................................................... 3 Inleiding.................................................................................................................................................... 4 Algemene informatie ............................................................................................................................... 5 Werkwijze sanctiebeleid.......................................................................................................................... 6 Werkwijze bij calamiteiten ..................................................................................................................... 7 Bijlagen..................................................................................................................................................... 8 Bijlage 1 Stroomdiagrammen................................................................................................................ 8 1. Perceelskeuze ................................................................................................................................ 8 2. Bietenzaad ..................................................................................................................................... 9 3. Bemesting.................................................................................................................................... 10 4. Gewasbescherming...................................................................................................................... 11 5. Oogst, opslag en calamiteiten...................................................................................................... 13
Bijlage 2 Checklist............................................................................................................................... 15 Checklist vragen.............................................................................................................................. 15 Toelichting op checklist .................................................................................................................. 16 Bijlage 3 Checklist............................................................................................................................... 18 Interpretatie checklist ...................................................................................................................... 18
Bijlage 4 Calamiteiten......................................................................................................................... 21 Calamiteitenformulier ..................................................................................................................... 21
3
INLEIDING Met in gang van 2005 zijn de leveranciers (telers) van suikerbieten verplicht een voedselveiligheidscertificaat te behalen conform de eisen van de checklist van Suiker Unie. Ook andere door Suiker Unie goedgekeurde certificaten worden geaccepteerd. Hiertoe dienen zij zich aan te melden bij een daarvoor bevoegde Certificerende Instantie (CI). Het Beleid In principe is het beleid: indien er geen geldig certificaat is dan kunnen de suikerbieten niet geleverd worden. Niet aangemelde telers Dit geldt voor telers die zich niet hebben aangemeld. Bij deze telers die om wat voor reden dan ook weigeren mee te doen aan de certificering wordt geen leveringsovereenkomst afgesloten. De suikerbietenzaadbestelling wordt geweigerd. Hieronder vallen ook de telers die zich wel hebben aangemeld maar vervolgens verdere medewerking weigeren en telers die door CI om wat voor reden dan ook worden geroyeerd of geweigerd. Vanuit ADC wordt de teler dit schriftelijk kenbaar gemaakt en toewijzing vervalt. Aangemelde telers Anders is het wanneer een teler bereid is mee te doen en vervolgens tijdens de controle onvolkomenheden leiden tot het niet afgeven van het VVC. Voor hen treedt het sanctiebeleid in werking. De teler wordt, indien mogelijk, de kans geboden op een andere manier de voedselveiligheid aan te tonen alvorens te kunnen leveren. Suiker Unie bepaalt de werkwijze. De hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening teler. Werkwijze Zodra op de checklist een rood vierkantje is aangekruist rijst de vraag wat nu? Hoe de werkwijze in diverse voorkomende gevallen zal zijn, is uitgewerkt aan de hand van stroomdiagrammen. Nadat door CI geen certificaat is afgeven, wordt de teler in de gelegenheid gesteld om op een andere wijze de voedselveiligheid te borgen. In overleg met CI bepaald Suiker Unie (ADC) welke analyse(s) hiervoor uitgevoerd dienen te worden. De monstername en analyses worden verzorgd door de betreffende CI. Calamiteiten bij telers met certificaat Het hebben van het voornemen calamiteiten te melden is een eis voor het te behalen certificaat. Voor hen treedt de werkwijze bij calamiteiten in werking. Afhankelijk van de calamiteit en omvang wordt een plan van aanpak opgesteld. Suikerbieten die mogelijk de voedselveiligheid in gevaar brengen zijn ongeschikt voor verwerking. Om het melden van calamiteiten niet te frustreren is er een tegemoetkoming in de analysekosten behalve wanneer de schade op derden verhaald kan worden. Per geval zal dit bepaald worden. De schade als gevolg van de calamiteit ongeacht de uitslag van de analyse zijn voor rekening teler. Hoe moet worden omgegaan met deze meldingen is opgenomen in een apart stroomdiagram. Bijlage 1: Stroomdiagrammen uitwerking sanctiebeleid en werkwijze calamiteiten Bijlage 2: Checklist + toelichting Bijlage 3: Interpretatie checklist
4
Algemene informatie Afkortingen VVC(-sb) = VoedselVeiligheidsCertificaat suikerbieten CI = Certificerende Instantie ADC = Agrarische Dienst Centraal kantoor DH = Districtshoofd van Suiker Unie MAD = Manager Agrarische Dienst SU = Suiker Unie MRL = Maximum Residu Limiet GMO = Genetische geModificeerde Organisme Certificerende instanties NAKAGRO SGS ECAS Control Union Certifications Teler Uitvoerder van landbouwbedrijf dat zorgt voor teelt van suikerbieten. Om deze te kunnen leveren moet hij in het bezit zijn van een Voedselveiligheidscertificaat Suikerbieten van Suiker Unie of ander door COSUN erkend certificaat. Erkende Certificaten VVAK-certificaat SKAL voor biologisch geteelde suikerbieten Milieukeur IKKBstandaard voor Belgische bietentelers
5
Werkwijze en uitvoering sanctiebeleid Wanneer treed sanctiebeleid in werking. Indien uit controle van de CI blijkt dat niet kan worden voldaan aan eisen van het VVC van Suiker Unie of een ander gelijkwaardig, door Suiker Unie erkent certificaat, dan wordt er geen certificaat afgeven ofwel vervalt de geldigheid. Sanctie bepaling . Afhankelijk van de eis waaraan niet wordt voldaan, heeft de teler de mogelijkheid om binnen een door de CI bepaalde tijd dit alsnog te doen. Wanneer dit niet mogelijk is zal de CI dit rapporteren aan SU. Het betreffende bedrijf zal door SU zo spoedig mogelijk na melding van CI schriftelijk per aangetekende post in kennis worden gesteld van afkeuring van zijn bieten. SU zal in overleg met CI bepalen welke aanvullende maatregelen de teler dient te laten uitvoeren door CI om alsnog de voedselveiligheid te kunnen borgen. Dit gebeurt aan de hand van stroomschema’s (bijlage 1). De voornaamste aanvullende maatregelen zijn residuanalyses van de suikerbieten en/of teeltgrond. Uitvoering sanctie. Na vaststelling van de sanctie zal de CI zorgdragen voor monstername en vervolgens de monsters laten analyseren door een erkend sterlaboratorium. Het tijdstip waarop dit plaatsvindt, is medio augustus/september. Indien de uitslag van de analyse aan de gestelde eisen voldoet, kunnen de bieten alsnog worden geleverd. ADC stelt de DH hierover in kennis. Echter er wordt geen certificaat afgeven. Voor de nieuwe oogst moet de teler opnieuw het Voedselveiligheidscertificaat behalen. Omdat controles jaarrond plaatsvinden, kan de oorzaak van een sanctie betrekking hebben op bieten die al geleverd zijn. Indien dit het geval is zullen de suikerbieten van de eerst komende oogst aan de sanctie onderworpen worden. Gestelde eisen. Grondmonsters moeten voldoen aan de eisen van schone grond volgens het Besluit bodemkwaliteit en Regeling bodemkwaliteit. Gewas-/ productmonsters moeten voldoen aan de geldende MRL eisen. Indien noodzakelijk kan SU eventueel aanvullende eisen stellen als zij dat t.b.v. de borging van de voedselveiligheid nodig achten. Levering Nadat vastgesteld is dat er niet voldaan wordt aan de eisen, wordt de levering opgeschort tot de uitslag bekend is. Dit wordt de teler schriftelijk medegedeeld door de ADC direct nadat ADC betreffende DH en MAD hiervan op de hoogte heeft gesteld. Alleen bij een uitslag, waaruit blijkt dat er geen gevaar is voor voedselveiligheid kan alsnog tot afname worden overgegaan. Kosten De maatregelen en werkzaamheden die de uit de sanctie voortvloeien, brengen kosten met zich mee. Deze kosten komen volledig voor rekening van de teler en zullen door de CI aan hem in rekening worden gebracht. Reclame Wanneer na een controle van de CI het vereiste certificaat niet behaald wordt ofwel zijn geldigheid verliest kan hiertegen schriftelijk bezwaar gemaakt worden door de teler bij de betreffende CI. De teler heeft de mogelijkheid bij Suiker Unie te reclameren indien hij het niet eens is met de: 1. uitspraak van de CI op zijn schriftelijke bezwaar of 2. te nemen maatregelen als gevolg een ongeldig VVC voor suikerbieten of ander door Suiker Unie erkend certificaat of 3. uitspraak als gevolg van de resultaten van de genomen maatregelen, Het bezwaar dient aangetekend verzonden te worden aan het adres van COSUN, Arbitrage Commissie (Commisie Ledenzaken).
6
Werkwijze bij calamiteiten Calamiteiten De aard van de calamiteiten die kunnen voorkomen zijn heel divers. De meest voorkomende zijn: Spuitfouten: dosering; middel; overwaaien Lekkages : diesel of (hydrauliek)olie uit tractor; spuit; werktuig; rooimachine; kraan; transportmiddel Brand : overwaaien van asbest of andere risicostoffen Eis Teler meldt alle tijdens teelt, oogst en opslag voorkomende calamiteiten die verontreiniging van de bieten veroorzaken schriftelijk bij Suiker Unie. Hiervoor wordt bijvoorkeur gebruik gemaakt van het calamiteitenformulier. Hierop kan tevens de verplichte registratie en de genomen maatregelen vermeld worden. Werkwijze Na de melding wordt afhankelijk van de calamiteit, in overleg met de Agrarische Dienst de te volgen procedure bepaald aan de hand van het stroomschema voor calamiteiten (bijlage 1 blz13). Wanneer bieten de calamiteit niet overleven en/of op ander wijze niet meer geleverd worden, is er geen vervolgprocedure. Behalve indien de grond zodanig verontreinigd kan zijn dat er bij overzaai op het zelfde perceel een bodemanalyse noodzakelijk is om de voedselveiligheid te garanderen. In alle overige gevallen wordt na de risicoanalyse bepaald of er een verdere analyse nodig is om de voedselveiligheid te borgen. Dit kan een residu- en/of een bodemanalyse zijn. De bemonstering zal bijvoorkeur in augustus door de betreffende CI uitgevoerd worden. Dit kan uiteraard niet bij calamiteiten die later plaatsvinden. In dergelijke gevallen zal zo snel mogelijk deze werkwijze uitgevoerd worden. De telers worden schriftelijk geïnformeerd over de vervolgprocedure. Gestelde eisen. Grondmonsters moeten voldoen aan de eisen van schone grond volgens het Besluit bodemkwaliteit en Regeling bodemkwaliteit. Gewas-/ productmonsters moeten voldoen aan de geldende MRL eisen. Indien noodzakelijk kan SU eventueel aanvullende eisen stellen als zij dat t.b.v. de borging van de voedselveiligheid nodig achten. Levering Nadat vastgesteld is dat er niet voldaan wordt aan de eisen wordt de levering opgeschort tot de uitslag bekend is. Dit wordt de teler schriftelijk medegedeeld door de ADC direct nadat ADC de betreffende DH en MAD hiervan op de hoogte heeft gesteld. Alleen bij een positieve uitslag, waaruit blijkt dat er geen gevaar is voor voedselveiligheid, kan dan alsnog tot levering worden overgegaan. Kosten De kosten analyse kosten als gevolg van de calamiteit zullen door de CI bij de teler in rekening worden gebracht. Voor zover mogelijk dient hij de calamiteit bij de veroorzaker te claimen (die zijn mogelijk hiervoor verzekerd). Reclame Wanneer na de analyses blijkt dat de bieten een onaanvaardbaar risico zijn voor de borging van de voedselveiligheid zal de betreffende partij worden afgekeurd voor levering. De teler heeft de mogelijkheid bij COSUN te reclameren indien hij het niet eens is met de door SU genomen maatregelen. Het bezwaar dient aangetekend aan het adres van COSUN, Arbitrage commissie (commissie ledenzaken).
7
BIJLAGE 1 Uitwerking stroomdiagrammen volgens eisen van het Voedselveiligheidscertificaat Suikerbietenteelt van Suiker Unie, CSV COVAS 1. Perceelskeuze 1
Vindt de teelt van suikerbieten plaats op percelen die in de afgelopen drie jaar verontreinigd zijn door het opbrengen van niet officieel toegelaten stoffen, of als nieuwe landbouwgrond in cultuur wordt genomen en mogelijk verontreinigd is? Indien er de afgelopen drie jaar geen verontreiniging van het perceel heeft plaatsgevonden, en geen nieuwe landbouwgrond in gebruik wordt genomen met mogelijke verontreiniging dan wordt aangenomen dat het perceel geschikt is voor bietenteelt, anders verkennend bodemonderzoek overleggen: Vervuiling perceel
Bodemanalyse
Vervuilde grond
Schone grond Afhankelijk van vervuiling
Residu Analyse bieten
fout
goed
Bieten ongereinigd
Bieten gewassen grondtarra <1%
Afkeuren
Leveren
Vervuiling gemeld ja
nee
behoud certificaat
Geen certificaat
Indien er aanwijzingen zijn dat aan het bovenstaande niet voldaan kan worden dient de teler dit schriftelijk door te geven aan Suiker Unie,CSV COVAS (vraag 1a). Voor de perceelsaanduiding moeten de kadastrale nummers worden opgegeven. Van deze percelen moet vooraf een bodemanalyse bij een laboratorium met ISO 17025 certificaat plaatsvinden op basis van de criteria volgens het Besluit bodemkwaliteit en Regeling bodemkwaliteit. Afhankelijk van de uitslag van deze analyse wordt bepaald welke mogelijkheden voor levering er zijn. 8
2. Bietenzaad 2
Heeft u uitsluitend bietenzaad gebruikt dat geleverd is door de Nederlandse suikerindustrie?
De bietenteler is verplicht het bietenzaad via Suiker Unie, CSV COVAS te bestellen. Hij ontvangt dan een orderbevestiging, gespecificeerde factuur of een afleverbewijs. Daarmee is er zekerheid dat hij beschikt over bietenzaad met een GMO-verklaring, waaruit blijkt dat het zaad niet genetisch gemodificeerd is. Als bewijs dient een orderbevestiging of een afleverbewijs of een gespecificeerde rekening van het bietenzaad getoond te kunnen worden. Indien er bietenzaad gebruikt wordt dat niet geleverd is door de Nederlandse suikerindustrie, dan moet de teler van dit zaad een GMO-verklaring kunnen overleggen van de betreffende zaadleverancier (vraag 2.a). Uit deze verklaring moet blijken dat het zaad niet genetisch gemodificeerd is. Zo niet dan kan er geen certificaat worden afgegeven.
Bietenzaad gebruikt van Suiker Unie
nee
Herkomst controleren
ja
Gecertificeerd met GMO-verklaring
ja
Leveren Met certificaat
nee
Onduidelijke herkomst
Leveren zonder certificaat
Afkeuren Geen certificaat
Bietenpercelen waarin proefvelden liggen met GMO bietenrassen moeten schriftelijk gemeld worden aan Suiker Unie, CSV COVAS en aan het IRS. In dergelijke gevallen dient gehandeld te worden volgens een bij het IRS vastliggende procedure voor GMO-proefvelden met bieten. Bieten afkomstig van GMO-proefvelden mogen in geen geval geleverd worden.
9
3. Bemesting Gebruikt u zuiveringsslib, compost en/of overige organische meststoffen op uw bedrijf? Indien er de in de afgelopen drie jaren (mest)stoffen zijn toegepast zuiveringsslib, compost en/of overige organische meststoffen (bijv.: zwarte grond, compost of slib), dan moet dit geregistreerd zijn en aan de hand van analyserapporten aantonen dat de in de afgelopen drie jaren toegepaste producten voldoen aan de eisen van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (vraag ja
meststof zoals bedoeld in 3.1
Voldoet aan de eisen van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet nee
ja Bodemanalyse nee Vervuilde grond
Schone grond
Afhankelijk van vervuiling Residu Analyse bieten
goed
fout
Bieten ongereinigd
Leveren met certificaat
Afkeuren Geen certificaat
Bieten gewassen grondtarra <1%
Leveren zonder certificaat
3a). 3.2 Gebruik van meststoffen, bestaande uit (restanten van) diermeel, bloedmeel, slachtafval of vergelijkbare producten is niet toegestaan. Indien in de afgelopen drie jaar dergelijke producten zijn toegepast op het bietenperceel dan worden de bieten afgekeurd en certificaat ingetrokken.
10
4. Gewasbescherming 4.1
Maakt u uitsluitend gebruik van in de bietenteelt officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen in de toegestane doseringen? Indien de teelt op buitenlandse grond plaatsvindt, mogen geen middelen worden gebruikt met Nederlands label (Ctgb toelatingsnummer). Omgekeerd mag ook niet: in dergelijke gevallen is het toegestaan om middelen te gebruiken conform de toelating in het land waar de bieten geteeld worden. Wel dienen de geleverde bieten te voldoen aan de in Nederland geldende MRL-normen. In de suikerbietenteelt mogen uitsluitend gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast die officieel in het land waarin geteeld wordt, zijn toegelaten door in het betreffende land aangewezen officiële instantie en alleen in de voor de betreffende bestrijding toegestane doseringen. Als bewijs dient een registratie van het gewasbeschermingsmiddelengebruik zoals in vraag 4.3 omschreven getoond kunnen worden. 4.2 Worden op uw bietenpercelen proeven uitgevoerd met nog niet officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen? Indien ja, dan dient de teler in het bezit te zijn van een ontheffing voor proefdoeleinden (evt. copie) die is afgeven door het Ctgb voor het uitvoeren van deze proeven?
Proefveld niet officieel Toegelaten middelen
ja
(kopie) ontheffing Ctgb proefdoeleinden nee ja
nee
Afhandeling volgens ontheffing
Residu analyse en/of Bodem analyse
fout oké
Leveren met certificaat
Leveren Zonder certificaat
Afkeuren (In principe alleen proefveld) Geen certificaat
4.3 Houdt u per perceel een registratie bij van middel(en), dosering en datum toediening van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen? Van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dient een volledige registratie bij gehouden te worden. Dit kan op diverse manieren. Belangrijk is echter dat de volgende punten duidelijk zichtbaar moeten zijn: • perceelsaanduiding; 11
• • •
tijdstip toepassing; toegepast(e) middel(en); toegepaste dosering(en) per hectare.
4.4 Neemt u de veiligheidstermijnen in acht die bij de gebruikte middelen horen? Voor de veiligheidstermijnen die gelden voor gewasbeschermingsmiddelen is de datum waarop het product wordt toegepast en de oogstdatum bepalend (dus niet de datum van levering). Met name bij bestrijding van bladschimmels is dit van belang. De veiligheidstermijn bij de toegestane middelen tegen bladschimmels per middel verschillend. Indien er nog een late bestrijding tegen bladschimmels wordt overwogen dient men er rekening mee te houden dat de bieten pas na de gestelde veiligheidstermijn mogen worden gerooid. Als bewijs dient oogstdatum aangetoond te kunnen worden (zie vraag 5.1). 4.5 4.5a 4.5b 4.6
Worden de bespuitingen door uzelf uitgevoerd? Indien nee, ga verder met vraag 4.6. Indien de bespuitingen door uzelf worden uitgevoerd, werkt u met een SKL goedgekeurde landbouwspuit? Indien de bespuitingen door uzelf worden uitgevoerd, bent u in het bezit van een geldige spuitlicentie? Indien de bespuitingen door derden worden uitgevoerd: kunt u aantonen dat het betreffende (loon)bedrijf beschikt over een geldig SKL keuringsbewijs en de medewerker die de bespuitingen uitvoert in het bezit is van een geldige spuitlicentie?
Bespuitingen moeten worden uitgevoerd met een goedgekeurde veldspuit. De uitvoerende moet in het bezit zijn van een geldige spuitlicentie. Indien derden spuitwerkzaamheden hebben uitgevoerd, moet de teler kunnen aantonen dat wordt voldaan aan deze eisen. Dit kan door middel van een kopie van de spuitlicentie van de betreffende persoon en een kopie van het SKL keuringsbewijs van de gebruikte veldspuit. ja
Registratie middelen gewasbescherming
Voldoet aan Toelatingseisen en voorgeschreven dosering nee
ja
goed gekeurde veldspuit
nee
Residu analyse
ja
Geldige spuitlicentie
ja
fout
goed
Veiligheidstermijn In acht genomen
ja
Afkeuren Geen certificaat
Leveren zonder certificaat
Leveren met certificaat
Als binnen de afgesproken termijn niet een geldig keuringsbewijs en/of spuitlicentie overlegd kan worden dan krijgt de teler geen certificaat. Hij kan via een positieve uitslag van residu-analyse als nog bieten leveren zonder geldig voedselveiligheidscertificaat. De kosten van residu-analyse zijn in alle gevallen voor rekening teler. 12
5. Oogst, opslag en Calamiteiten 5.1 Registreert u de oogstdatum/-data, zodat u aantoonbaar rekening houdt met veiligheidstermijnen van gewasbeschermingsmiddelen? Registratie van de oogstdatum/-data is van belang voor controle op de hantering van de wettelijke veiligheidstermijn behorende bij de toegepaste gewasbeschermingsmiddelen. Dit kan eventueel aangetoond worden met behulp van de rekening van de loonwerker. 5.2 Is de opslagplaats voor bieten vrij van verontreinigingen zoals olie, chemicaliën, hout etc.? De opslagplaats voor suikerbieten moet voor de oogst schoon zijn en vrij zijn van verontreinigingen zoals olie, chemicaliën, hout, ijzer, stenen, glas, losfreesasfalt etc. Controle ter plaatse is gewenst als bewijs. 5.3
Indien tijdens teelt, oogst en opslag calamiteiten optreden die verontreiniging van de bieten veroorzaken: worden deze calamiteiten met de genomen maatregelen geregistreerd en schriftelijk gemeld aan Suiker Unie, CSV COVAS? Indien er zich tijdens teelt, oogst of opslag van de bieten calamiteiten voordoen waardoor het product verontreinigd kan zijn met olie of andere stoffen van welke aard dan ook, dan moet hiervan een registratie worden bijgehouden waarin vastligt: • datum dat de calamiteit plaatsvond; • aard van de calamiteit; • genomen maatregel(en); • datum schriftelijke melding calamiteit aan Suiker Unie, CSV COVAS. Onder calamiteiten worden gebeurtenissen verstaan zoals het overwaaien van middelen van naastliggende percelen of er zijn als gevolg van een spuitfout middelen toegepast die niet officieel in bieten zijn toegelaten of een gesprongen olieleiding waardoor het product verontreinigd kan zijn met olie of verontreinigingen met andere stoffen van welke aard dan ook. Naast de schriftelijke melding moet de calamiteit mondeling of telefonisch gemeld worden aan de buitendienstmedewerker van Suiker Unie. Schriftelijke melding is bij oogst of opslag, gezien het tijdstip waarop het speelt, veelal te laat, derhalve dient direct contact opgenomen te worden met de buitendienst. Van deze percelen of partijen dient mogelijk vooraf een residu-analyse overlegd te worden. Afhankelijk van de uitslag van deze analyse wordt bepaald welke mogelijkheden voor levering er zijn. Een tegemoetkoming van de kosten voor een residu-analyse door Suiker Unie is mogelijk. Indien voldaan wordt aan de meldingsplicht dan blijft de geldigheid van het certificaat behouden. Calamiteiten
Tijdens teelt
Tijdens Oogst en opslag
Afhankelijk van calamiteit
Geheel vervuild
Gedeelte vervuild
Bieten Selecteren en reinigen
Residu analyse
fout
goed
Afkeuren
Leveren
gemeld aan Suiker Unie of CSV COVAS ja
nee
behoud certificaat
Geen certificaat
13
14
Checklist 2011 voor het Voedselveiligheidscertificaat Suikerbietenteelt * Bedrijfsgegevens bedrijfsnr.:
2 NIET RETOURZENDEN
naam:
BEWAAR DIT FORMULIER TENMINSTE 3 JAAR IN UW ADMINISTRATIE
adres:
!
S.v.p. aankruisen. Zie ommezijde voor toelichting. 1 1 1a
Perceelskeuze
ja nee
Vindt de teelt van suikerbieten plaats op percelen die in de afgelopen drie jaar verontreinigd zijn door het opbrengen van niet officieel toegelaten stoffen, of als nieuwe landbouwgrond in cultuur wordt genomen en mogelijk verontreinigd is? Zo ja, is er in geval van mogelijke chemische verontreinigingen een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd.
2
Bietenzaad
2
Gebruikt u uitsluitend bietenzaad dat geleverd is door de Koninklijke Coöperatie Cosun UA?
2a
Bemesting
3.1
Gebruikt u zuiveringsslib, compost en/of overige organische meststoffen op uw bedrijf?
3.1a 3.2
Zo ja, kunt u aan de hand van analyserapporten aantonen dat de in de afgelopen drie jaren toegepaste producten voldoen aan de eisen van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet? Gebruik van meststoffen, bestaande uit (restanten van) diermeel, bloedmeel, slachtafval of vergelijkbare producten is niet toegestaan. Heeft u de afgelopen drie jaar dergelijke producten gebruikt op de percelen waar dit jaar bieten geteeld worden?
4
Gewasbescherming
4.1
Maakt u uitsluitend gebruik van in de bietenteelt officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen in de toegestane doseringen zoals aangegeven op het etiket?
4.2
Worden op uw bietenpercelen proeven uitgevoerd met nog niet officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen?
4.2a
Indien ja, bent u in het bezit van een ontheffing voor proefdoeleinden van het Ctgb voor het uitvoeren van deze proeven? Houdt u per perceel de verplichte registratie bij van middel(en), dosering en datum toediening van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen?
4.3a
4.5
Worden de bespuitingen door uzelf uitgevoerd? Indien nee, ga verder met vraag 4.6.
4.6
nee
De registratie dient u tenminste 3 jaar te bewaren. Kunt u deze over de afgelopen 3 jaren overleggen. Neemt u de wettelijke veiligheidstermijnen in acht die bij de gebruikte middelen horen?
4.5b
ja
ja nee
4.4
4.5a
nee
Indien nee, kunt u een ontheffing tonen welke is afgegeven door de Raad van Beheer van Cosun?
3
4.3
ja
Indien ja, werkt u met een SKL goedgekeurde landbouwspuit? Bent u in het bezit van een geldige spuitlicentie? Indien de bespuitingen door derden wordt uitgevoerd, vul in:
naam (loon)bedrijf: ______________________________________________ woonplaats:
______________________________________________
Kunt u aantonen dat het betreffende (loon)bedrijf beschikt over een geldig SKL keuringsbewijs en de medewerker die de bespuitingen uitvoert in het bezit is van een geldige spuitlicentie? 5
Oogst, opslag en calamiteiten
5.1
Registreert u de oogstdatum/-data, zodat u aantoonbaar rekening houdt met de veiligheidstermijnen van de gewasbeschermingsmiddelen?
ja nee
5.2
Is de opslagplaats voor bieten vrij van verontreinigingen (b.v. olie, hout, los freesasfalt, stenen, metalen en glas)?
5.3
Registratie en schriftelijke melding van calamiteiten is verplicht. Worden calamiteiten tijdens teelt, oogst en opslag die verontreiniging van de bieten veroorzaken met de genomen maatregelen geregistreerd en schriftelijk gemeld bij Suiker Unie?
Verklaring Teler verklaart dit formulier volledig en naar waarheid te hebben ingevuld:
NB: alléén ondertekende exemplaren zijn geldig! datum:
handtekening teler:
_____ / _____ / ________
_____________________
* Dit formulier niet gebruiken indien uw suikerbieten via VVAK, waarvan VVC-sb een onderdeel uitmaakt gecertificeerd zijn.
Toelichting bij de Checklist Perceelskeuze Vraag 1 en 1a Indien er de afgelopen drie jaar geen verontreiniging van het perceel heeft plaatsgevonden of bij nieuw in cultuur genomen landbouwgrond zonder mogelijke chemische verontreiniging, wordt aangenomen dat het perceel geschikt is voor bietenteelt. Indien er aanwijzingen zijn dat aan het bovenstaande niet voldaan kan worden, moet van deze percelen en percelen die als nieuw in cultuur gebracht zijn, vooraf een bodemanalyse bij een geaccrediteerd laboratorium2 plaatsvinden op basis van de criteria volgens het Besluit bodemkwaliteit en Regeling bodemkwaliteit. Afhankelijk van de uitslag van deze analyse wordt bepaald welke mogelijkheden voor levering er zijn. Bietenzaad Vraag 2 Als leverancier aan Suiker Unie bent u verplicht het bietenzaad van Koninklijke Coöperatie Cosun UA te bestellen. Dit wordt geleverd via Suiker Unie/CSV COVAS. Daarmee hebt u tevens zekerheid dat u beschikt over bietenzaad met een non-GMO3-verklaring, waaruit blijkt dat het zaad niet genetisch gemodificeerd is. Vraag 2a Indien u bietenzaad gebruikt dat niet geleverd is door de Koninklijke Coöperatie Cosun UA, dan moet u hiervoor een door de Raad van Beheer afgegeven ontheffing en van dit zaad een non-GMO3-verklaring kunnen overleggen van de betreffende zaadleverancier. Uit deze verklaring moet blijken dat het zaad niet genetisch gemodificeerd is. Bietenpercelen waarin proefvelden liggen met GMO3 bietenrassen moeten schriftelijk gemeld worden aan Suiker Unie1 en aan het IRS4. In dergelijke gevallen dient gehandeld te worden volgens een bij het IRS vastliggende procedure voor GMO-proefvelden met bieten. De proefvelden mogen in geen geval geleverd worden. Bemesting Vraag 3.1 en 3.1a Indien u de afgelopen 3 jaar compost, slib of overige organische meststoffen hebt toegepast, moeten deze voldoen aan de gestelde eisen in het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. De daarbij behorende registratie van deze meststoffen moet u kunnen overleggen. Vraag 3.2 Meststoffen bestaande uit (restanten van) diermeel, bloedmeel, slachtafval of vergelijkbare producten zijn in de bietenteelt niet toegestaan omdat restanten daarvan in de bietenpulp terecht kunnen komen. Gewasbescherming Vraag 4.1 In de suikerbietenteelt mogen uitsluitend gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast die officieel daarvoor in het land waarin geteeld wordt zijn toegelaten door in het betreffende land aangewezen officiële instantie en alleen in de voor de betreffende bestrijding toegestane doseringen zoals aangegeven op het etiket. Met dien verstande dat alle bieten moeten voldoen aan de in Nederland geldende MRLnormen8 voor suikerbieten. Vraag 4.2 Indien er in uw bietenpercelen proefvelden zijn aangelegd met nog niet officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, moet u hier ‘ja’ aankruisen. Vraag 4.2a Indien er proefvelden in uw bietenpercelen liggen met nog niet officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, moet u in het bezit zijn van een ontheffing voor proefdoeleinden (evt. kopie) die is afgegeven door het Ctgb6. Vraag 4.3 Van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dient u een volledige registratie bij te houden. Dit kan op diverse manieren. 1 2 3
4 5
6 7 8
Belangrijk is echter dat de volgende punten duidelijk zichtbaar moeten zijn: perceelsaanduiding; tijdstip toepassing; toegepast(e) middel(en); toegepaste dosering(en) per hectare. De registratie dient te allen tijde op het bedrijf aanwezig te zijn. Vraag 4.3a U bent verplicht naast de registratie5 gewasbescherming alle relevante gegevens voor het behalen van het certificaat (inclusief de checklist) tenminste 3 jaar te bewaren of vanaf het jaar van aanmelding wanneer dit minder dan 3 jaar is geleden, ter controle door uw certificeerder. Vraag 4.4 Voor de controle op de wettelijke veiligheidstermijnen die gelden voor gewasbeschermingsmiddelen is de datum waarop het product wordt toegepast en de oogstdatum bepalend (dus niet de datum van levering). Met name bij bestrijding van bladschimmels is dit van belang. De veiligheidstermijn verschilt per toegestaan middel tegen bladschimmels. Indien er nog een late bestrijding tegen bladschimmels wordt overwogen, dient u er rekening mee te houden dat de bieten pas na de gestelde veiligheidstermijn mogen worden gerooid. Vraag 4.5 t/m 4.6 Bespuitingen moeten worden uitgevoerd met een goedgekeurde veldspuit. De uitvoerende moet in het bezit zijn van een geldige spuitlicentie behorende bij zijn bevoegdheden. Indien derden spuitwerkzaamheden voor u uitvoeren, moet u kunnen aantonen dat wordt voldaan aan deze eisen. Dit kan door middel van een kopie van de spuitlicentie van de betreffende persoon en een kopie van het SKL7 keuringsbewijs van de gebruikte veldspuit of door aan te tonen dat u gebruik heeft gemaakt van een VKL gecertificeerde loonwerker. Oogst, opslag en calamiteiten Vraag 5.1 Registratie van de oogstdatum/-data is van belang voor controle op de hantering van de wettelijke veiligheidstermijn behorende bij de toegepaste gewasbeschermingsmiddelen. Dit kunt u eventueel aantonen met behulp van de rekening van de loonwerker. Vraag 5.2 De opslagplaats voor suikerbieten moet voor de oogst schoon zijn en vrij zijn van verontreinigingen zoals olie, chemicaliën, hout, ijzer, stenen, glas, los freesasfalt etc. Vraag 5.3 Indien er zich tijdens teelt, oogst of opslag van de bieten calamiteiten voordoen zoals bijvoorbeeld middelen van naastliggende percelen overwaaien of er zijn als gevolg van een spuitfout middelen in een te hoge dosering toegepast of middelen gebruikt die niet officieel in bieten zijn toegelaten of een gesprongen olieleiding waardoor het product verontreinigd kan zijn met olie of andere stoffen van welke aard dan ook, dan moet hiervan een registratie worden bijgehouden waarin vastligt: -
datum dat de calamiteit plaatsvond; aard van de calamiteit; genomen maatregel(en); datum schriftelijke melding calamiteit aan Suiker Unie.
Van deze percelen dient mogelijk vooraf een residu-analyse overlegd te worden. Afhankelijk van de uitslag van deze analyse wordt bepaald welke mogelijkheden voor levering er zijn. Het is verplicht calamiteiten mbt de bietenteelt schriftelijk te melden aan Suiker Unie en mondeling aan de buitendienstmedewerker van Suiker Unie in uw regio. Schriftelijke melding is bij oogst of opslag, gezien het tijdstip waarop het speelt, veelal te laat, derhalve dient direct contact opgenomen te worden met de buitendienst.
Suiker Unie, Postbus 100, 4750 AC te Oud Gastel. een laboratorium met ISO 17025 certificaat. De term GMO betekent Genetisch Gemodificeerde Organismen. Het gaat hierbij om bietenrassen waarin eigenschappen van andere (planten)soorten zijn ingebouwd, bijvoorbeeld resistentie tegen een herbicide. IRS: Instituut voor Rationele Suikerproductie, Postbus 32, 4600 AA te Bergen op Zoom. via teeltregistratie Unitip-online kunnen alle voor de certificering van bieten relevante onderdelen worden vastgelegd. De registratief worden automatisch voor uw in u eigen portaal meer dan drie jaren bewaard. Ctgb: College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen en biociden SKL: Stichting Kwaliteitseisen Landbouwtechniek. MRL: Maximum Residu Limiet . Maximale residu normen van stoffen zoals pesticiden en zware metalen V11.01, wijzigingen voorbehouden.
BIJLAGE 3 Interpretatie checklist t.b.v. controle door CI Voedselveiligheidscertificaat Suikerbietenteelt voor Suiker Unie en CSV COVAS Perceelskeuze. 1 Vindt de teelt van suikerbieten plaats op percelen die in de afgelopen drie jaar verontreinigd zijn door het opbrengen van niet officieel toegelaten stoffen, of als nieuwe landbouwgrond in cultuur wordt genomen en mogelijk verontreinigd is? Indien er de afgelopen drie jaar geen verontreiniging van het perceel heeft plaatsgevonden en geen mogelijk verontreinigde nieuwe landbouwgrond in cultuur is gebracht, wordt aangenomen dat het perceel geschikt is voor bietenteelt. Voorbeelden van mogelijk verontreinigde nieuw landbouwgrond zijn ex boomgaard, ex industrieterrein , ex afvalstort, enz.. Indien er aanwijzingen zijn dat aan het bovenstaande niet voldaan kan worden dient de teler dit schriftelijk door te geven aan Suiker Unie, CSV COVAS 1 (vraag 1a). Voor de perceelsaanduiding moeten de kadastrale nummers worden opgegeven. Van deze percelen moet vooraf een bodemanalyse bij een geaccrediteerd laboratorium2 plaatsvinden op basis van de criteria volgens het Besluit bodemkwaliteit en Regeling bodemkwaliteit. Afhankelijk van de uitslag van deze analyse wordt bepaald welke mogelijkheden voor levering er zijn.
Bietenzaad 2 Gebruikt u uitsluitend bietenzaad dat geleverd is door de Koninklijke Coöperatie Cosun UA? Als leverancier aan Suiker Unie zijn telers verplicht het bietenzaad via Suiker Unie, CSV COVAS te bestellen. Daarmee heeft hij tevens zekerheid te beschikken over bietenzaad met een GMO3-verklaring, waaruit blijkt dat het zaad niet genetisch gemodificeerd is.
Als bewijs dient een afleverbewijs of een gespecificeerde rekening van het bietenzaad getoond te kunnen worden. 2a Indien er bietenzaad gebruikt is dat niet is geleverd door de Koninklijke Coöperatie Cosun UA, dan moet de teler van dit zaad een GMO3-verklaring kunnen overleggen van de betreffende zaadleverancier. Uit deze verklaring moet blijken dat het zaad niet genetisch gemodificeerd is. Bietenpercelen waarin proefvelden liggen met GMO3 bietenrassen moeten schriftelijk gemeld worden aan Suiker Unie en aan het IRS4. In dergelijke gevallen dient gehandeld te worden volgens een bij het IRS vastliggende procedure voor GMOproefvelden met bieten. De proefvelden mogen in geen geval geleverd worden.
Bemesting 3.1 Gebruikt u zuiveringsslib, compost en/of overige organische meststoffen op uw bedrijf? Indien er bovenstaande (mest)stoffen zijn toegepast (bijv.: zwarte grond, compost of slib), dan moet teler aan de hand van analyserapporten aantonen dat de in de afgelopen drie jaren toegepaste producten voldoen aan de eisen van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet? (vraag 3.1a).
3.2 Gebruik van meststoffen, bestaande uit (restanten van) diermeel, bloedmeel, slachtafval of vergelijkbare producten is niet toegestaan. Heeft u de afgelopen 3 jaar dergelijke producten gebruikt op de percelen waar dit jaar bieten geteeld worden? Meststoffen bestaande uit (restanten van) diermeel, bloedmeel, slachtafval of vergelijkbare producten zijn in de bietenteelt niet toegestaan omdat restanten daarvan in de bietenpulp terecht kunnen komen.
Hieronder valt ook “ongeboren mest” (mest uit darmen na slachten) onder slachtafval. De kippenmest is geen vergelijkbaar product en mag daardoor toegepast worden. Gewasbescherming 4.1 Maakt u uitsluitend gebruik van in de bietenteelt officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen in de toegestane doseringen zoals aangegeven op het etiket? In de suikerbietenteelt mogen uitsluitend gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast die officieel in het land waarin geteeld wordt daarvoor zijn toegelaten door in het betreffende land aangewezen officiële instantie en alleen in de voor de betreffende bestrijding toegestane doseringen zoals aangegeven op het etiket. Met dien verstande dat alle bieten moeten voldoen aan de in Nederland geldende MRL-normen9 voor suikerbieten.
Bij de teelt van suikerbieten mogen uitsluitend gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast die in het betreffende land in de bietenteelt zijn toegelaten en alleen in de toegestane doseringen voor de betreffende bestrijding. Als bewijs dient een registratie van het gewasbeschermingsmiddelengebruik zoals in vraag 4.3 omschreven getoond te worden. 4.2
Worden op uw bietenpercelen proeven uitgevoerd met nog niet officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen?
Indien er in uw bietenpercelen proefvelden zijn aangelegd met nog niet officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, moet u hier “ja”aankruisen.
V11.01, wijzigingen voorbehouden.
4.2 a Indien ja, bent u in het bezit van een ontheffing voor proefdoeleinden (evt. copie) van het Ctgb7 voor het uitvoeren van deze proeven? Indien er proefvelden in uw bietenpercelen liggen met nog niet officieel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen, moet u in het bezit zijn van ontheffing voor proefvelden (evt. kopie) die is afgegeven door het Ctgb.
4.3
Houdt u per perceel een registratie bij van middel(en), dosering en datum toediening van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen?
Van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dient een volledige registratie bij gehouden te worden. Dit kan op diverse manieren. Belangrijk is echter dat de volgende punten duidelijk geregistreerd moeten zijn: perceelsaanduiding; tijdstip toepassing; toegepast(e) middel(en); toegepaste dosering(en) per hectare. 4.3a De registratie dient u tenminste 3 jaar te bewaren. Kunt u deze over de afgelopen 3 jaren overleggen of vanaf het jaar van aanmelding indien dit minder dan 3 jaar is geleden. Teler is verplicht naast de registratie gewasbescherming alle relevante gegevens voor het behalen van het certificaat (inclusief de checklist) tenminste 3 jaren te bewaren ter controle van de certificeerder.
4.4
Neemt u de veiligheidstermijnen in acht die bij de gebruikte middelen horen?
Voor de controle op de wettelijke veiligheidstermijnen die gelden voor gewasbeschermingsmiddelen is de datum waarop het product wordt toegepast en de oogstdatum bepalend (dus niet de datum van levering). Met name bij bestrijding van bladschimmels is dit van belang. De veiligheidstermijn bij de toegestane middelen is wisselend, lees hiervoor het ediket. Indien er nog een late bestrijding tegen bladschimmels wordt overwogen dient men er rekening mee te houden dat de bieten pas na de gestelde veiligheidstermijn mogen worden gerooid. Als bewijs dient oogstdatum aangetoond te kunnen worden (zie vraag 5.1).
4.5 Worden de bespuitingen door uzelf uitgevoerd? Indien nee, ga verder met vraag 4.6. 4.5a Indien de bespuitingen door uzelf worden uitgevoerd, werkt u met een SKL goedgekeurde landbouwspuit? 4.5b Indien de bespuitingen door uzelf worden uitgevoerd, bent u in het bezit van een geldige spuitlicentie? 4.6 Indien de bespuitingen door derden worden uitgevoerd: kunt u aantonen dat het betreffende (loon)bedrijf beschikt over een geldig SKL keuringsbewijs en de medewerker die de bespuitingen uitvoert in het bezit is van een geldige spuitlicentie? Bespuitingen moeten worden uitgevoerd met een goedgekeurde veldspuit. Duitse en Belgische telers moeten, i.p.v. een SKLkeuringsbewijs, een voor het betreffende land geldig keuringsbewijs overleggen. De uitvoerende moet in het bezit zijn van een geldige spuitlicentie. Duitse telers zullen hiervoor moeten beschikken over Duits diploma voor vakbekwaamheid spuiten of een diploma van middelbare landbouwopleiding of hoger. België kent geen bekwaamheidseisen voor spuiten in de landbouw, deze vraag is voor Belgische telers niet van toepassing. Het hebben van een geldige licentie is voldoende. Hierbij wordt niet gelet op de hoogte van de licentiegraad. Indien derden spuitwerkzaamheden hebben uitgevoerd, moet de teler kunnen aantonen dat wordt voldaan aan deze eisen. Dit kan door middel van een kopie van de spuitlicentie van de betreffende persoon en een kopie van het SKL8 keuringsbewijs van de gebruikte veldspuit. Ter controle dient op de checklist naam en woonplaats van betreffende spuiter geregistreerd te zijn.
Oogst, opslag en Calamiteiten 5.1 Registreert u de oogstdatum/-data, zodat u aantoonbaar rekening houdt met de veiligheidstermijnen van de gewasbeschermingsmiddelen? Registratie van de oogstdatum/-data is van belang voor controle op de hantering van de veiligheidstermijn behorende bij de toegepaste gewasbeschermingsmiddelen. Dit kan eventueel aangetoond worden met behulp van de rekening van de loonwerker.
5.2
Is de opslagplaats voor bieten vrij van verontreinigingen (b.v. olie, hout, los freesasfalt, steen, ijzer)?
De opslagplaats voor suikerbieten moet voor de oogst schoon zijn en vrij zijn van verontreinigingen zoals olie, chemicaliën, hout, ijzer, stenen, glas etc. Ook mag er zich op opslagplaats geen los puin of los freesasfalt bevinden. Controle ter plaatse is gewenst als bewijs.
V11.01, wijzigingen voorbehouden.
5.3
Registratie en schriftelijke melding van calamiteiten is verplicht. Worden tijdens teelt, oogst en opslag calamiteiten die verontreiniging van de bieten veroorzaken met de genomen maatregelen geregistreerd en schriftelijk gemeld bij Suiker Unie, CSV COVAS?
Indien er zich tijdens teelt, oogst of opslag van de bieten calamiteiten voordoen zoals b.v. middelen van naastliggende percelen overwaaien of er zijn als gevolg van een spuitfout middelen in een te hoge dosering toegepast of middelen gebruikt die niet officieel in bieten zijn toegelaten of een gesprongen olieleiding waardoor het product verontreinigd kan zijn met olie of andere stoffen van welke aard dan ook, dan moet hiervan een registratie worden bijgehouden waarin vastligt: datum dat de calamiteit plaatsvond; aard van de calamiteit; genomen maatregel(en); datum schriftelijke melding calamiteit aan Suiker Unie. Van deze percelen of partijen dient mogelijk vooraf een residu-analyse overlegd te worden. Afhankelijk van de uitslag van deze analyse wordt bepaald welke mogelijkheden voor levering er zijn. Het is verplicht calamiteiten m.b.t. de bietenteelt schriftelijk te melden aan Suiker Unie, CSV COVAS en mondeling aan de buitendienstmedewerker van Suiker Unie, CSV COVAS in uw regio. Schriftelijke melding is bij oogst of opslag, gezien het tijdstip waarop het speelt, veelal te laat, derhalve dient direct contact opgenomen te worden met de buitendienst.
Tot slot: telers zijn ten alle tijden verantwoordelijk voor de teelthandelingen ook als die zijn uitgevoerd door derden.
V11.01, wijzigingen voorbehouden.
CALAMITEITENFORMULIER VOEDSELVEILIGHEID SUIKERBIETEN
Agrarische Dienst Dinteloord/Centraal Noordzeedijk 113 4671 TL DINTELOORD Postbus 100 4750 AC OUD-GASTEL Telefoon (0165) 52 52 52 Telefax (0165) 52 50 28 E-mail
[email protected]
In te vullen bij calamiteiten tijdens teelt, oogst of opslag. SUbedrijfsnr. Naam teler
2 __ __ __ __ __ __
Adres Postcode
Plaats
(Land) Telefoonnr. Uw controlerende instantie
Faxnr. ECAS B.V. SGS Nederland B.V.
NAK AGRO Control Union Certifications
CALAMITEIT Datum calamiteit
___ / ___ / ________
Omschrijving calamiteit
Corrigerende maatregel
Verbetermaatregel (hoe in de toekomst calamiteit te voorkomen) Datum melding
___ / ___ / ________
Handtekening teler
Alléén volledig ingevulde formulieren opsturen naar Suiker Unie. >>> Bewaar een kopie voor uw eigen administratie!
V11.01, wijzigingen voorbehouden.
V11.01, wijzigingen voorbehouden.