Samenwerken met re-integratiebedrijven
Samenwerken met re-integratiebedrijven
Inhoudsopgave Inleiding Aanleiding De Workshop Het verslag
2 2 2 2
Terminologie: Gebruikte termen in het verslag
3
Algemene uitgangspunten maatschappelijke organisaties
4
Knelpunten ingedeeld naar verschillende stadia in het traject Het kennismakingsgesprek: Knelpunten tijdens het werk Communicatie tussen trajectbegeleider en vrijwilligerscoördinator Begeleiding
5 5 6 6 7
Conclusies
8
Samenwerken met re-integratiebedrijven
Inleiding 'Samenwerken met re-integratiebedrijven' was de titel van een workshop gehouden op 25 september 2006 in Zeist. Re-integratiebedrijven doen regelmatig een beroep op maatschappelijke organisaties (waar vrijwilligers werken) om cliënten te plaatsen in het vrijwilligerswerk. Voor de maatschappelijke organisaties kan deze samenwerking interessant zijn, zij kunnen zo openstaande vrijwilligersvacatures invullen waarmee vrijwilligers bijdragen aan de realisatie van organisatiedoelen. In deze workshop stond deze samenwerking tussen de re-integratiebedrijven en de maatschappelijke organisaties centraal. De workshop was bestemd voor vrijwilligerscoördinatoren en medewerkers van maatschappelijke organisaties die met vrijwilligers werken. Bij de workshop was een trajectbegeleider van een re-integratiebedrijf aanwezig die, waar nodig, achtergrondinformatie heeft verstrekt. Aanleiding Af en toe ontvangt het Steunpunt Vrijwilligerswerk Zeist klachten over de samenwerking met re-integratiebedrijven. De klachten zijn uiteenlopend van aard zoals 'geen begeleiding', 'slechte match' en 'moeilijke vrijwilligers'. Negatieve ervaringen kunnen er toe leiden dat een maatschappelijke organisatie het op geeft en men geen samenwerking met een reintegratiebedrijf meer wenst. Er zijn echter ook genoeg positieve ervaringen, een teken dat er wel veel mogelijk is. De vraag is dan ook hoe de samenwerking tussen re-integratiebedrijven en maatschappelijke organisaties verbeterd kan worden, zodat beide partijen optimaal profijt hebben van de samenwerking. De Workshop Tijdens de workshop zijn de knelpunten geïnventariseerd die maatschappelijke organisaties ervaren in het samenwerken met re-integratiebedrijven. Daarna is bekeken of de knelpunten zijn op te lossen en wat daarvoor dan moet gebeuren. Tijdens de workshop stonden de ervaringen en knelpunten van de vrijwilligerscoördinatoren centraal. Hun kijk op de situatie was het uitgangspunt voor de workshop. Het verslag In het verslag zijn de knelpunten en mogelijke oplossingen beschreven, ingedeeld naar verschillende stadia in het traject. Daarnaast zijn een aantal algemene uitgangspunten van vrijwilligerscoördinatoren beschreven. Aan het eind van het verslag zijn enkele conclusies verwoord. Ook het verslag is geschreven vanuit de optiek van de vrijwilligerscoördinatoren. Daar waar een oplossing van een knelpunt het handelen van de trajectbegeleider betreft, is gebruik gemaakt van een schuin gedrukt lettertype. De deelnemers aan de workshop hopen van harte dat trajectbegeleiders de genoemde adviezen ter harte nemen.
Steunpunt Vrijwilligerswerk Zeist 2
Samenwerken met re-integratiebedrijven
Terminologie: Gebruikte termen in het verslag Re-integratiebedrijf: organisatie (profit of not-for-profit) die de opdracht heeft mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen bij de re-integratie. Het doel van de reintegratie kan zowel betaalde arbeid als vrijwilligerswerk zijn, afhankelijk van de opdracht. Soms is vrijwilligerswerk een tussenstap in de re-integratie naar betaalde arbeid. Cliënt: persoon die door het re-integratiebedrijf wordt begeleid en waarvoor werk of vrijwilligerswerk wordt gezocht. Trajectbegeleider: persoon die de re-integratieopdracht uitvoert, begeleider van de cliënten van het re-integratiebedrijf. Organisatie: in dit verslag bedoelen we daarmee de maatschappelijke organisatie die met vrijwilligers werkt. Vrijwilligerscoördinator / coördinator: persoon in de maatschappelijke organisatie die belast is met de selectie en aanname van vrijwilligers. Vrijwilliger: persoon die vrijwilligerswerk verricht (in dit verslag vaak ook cliënt van het reintegratiebedrijf). Eigen cliënten: cliënten van de maatschappelijke organisatie, bijvoorbeeld bewoners en bezoekers. Directe begeleider: persoon in de maatschappelijke organisatie die de verantwoordelijkheid heeft voor de begeleiding van de vrijwilliger.
Steunpunt Vrijwilligerswerk Zeist 3
Samenwerken met re-integratiebedrijven
Algemene uitgangspunten maatschappelijke organisaties Vrijwilligerscoördinatoren van maatschappelijke organisaties hanteren vaak een aantal algemene uitgangspunten om het samenwerken met re-integratiebedrijven zo succesvol mogelijk te laten verlopen. We kunnen vijf uitgangspunten onderscheiden. A) De plaatsing van een cliënt binnen een organisatie mag nooit ten koste gaan van: 1. De organisatie Er moet altijd sprake zijn van een win-win situatie. Wanneer de plaatsing de organisatie te veel kost (bijvoorbeeld begeleidingstijd) dan is plaatsing geen goede keuze. 2. De cliënten van de organisatie (bijvoorbeeld bewoners en bezoekers) Het welzijn en de veiligheid van de eigen cliënten staat voorop. 3. Het vrijwilligerswerk binnen de organisatie De aanwezigheid van een vrijwilliger mag geen negatief effect hebben op de andere vrijwilligers en op het imago van het vrijwilligerswerk binnen de organisatie. B) De draagkracht van de organisatie moet in het oog gehouden worden. In het algemeen wordt gesteld dat de organisatie maar een beperkt aantal moeilijk bemiddelbare vrijwilligers kan plaatsen**. Deze vrijwilligers vragen namelijk om meer begrip en tolerantie van beroepskrachten, aanwezige vrijwilligers en soms ook van de eigen cliënten. Beroepskrachten en vrijwilligers kunnen de aanwezigheid van enkele moeilijk bemiddelbare vrijwilligers ervaren als een uitdaging. De aanwezigheid van (te) veel moeilijk bemiddelbare vrijwilligers kan ervaren worden als een last. C) Of een cliënt past binnen een organisatie is vooraf nooit met zekerheid vast te stellen. Een evaluatie na 2 maanden is van belang om vast te stellen of voortzetting van het vrijwilligerswerk gewenst is. Tijdens de evaluatie wordt gesproken over: - het functioneren van de vrijwilliger; is er een stijgende lijn te zien? - de balans in de win-win situatie: hebben zowel organisatie als vrijwilliger baat bij de samenwerking? - de verwachting voor de balans in de win-win situatie in de toekomst D) Een open en heldere communicatie is van groot belang. Een open en heldere communicatie is nodig voor het voorkomen en/of oplossen van problemen rondom de plaatsing van de cliënt van het re-integratiebedrijf en het verloop van het vrijwilligerswerk. Het betreft zowel de communicatie tussen de organisatie en het re-integratiebedrijf als de communicatie tussen de organisatie en de vrijwilliger. Wanneer vragen, twijfels, ergernissen, etc. tijdig worden uitgesproken is de kans op succes groter. E) De trajectbegeleider is verantwoordelijk voor de plaatsing van een cliënt. Vrijwilligerscoördinatoren krijgen soms het gevoel dat zij het probleem van de plaatsing moeten oplossen. Dat gebeurt vooral als de cliënt moeilijk plaatsbaar is en de coördinator het hem/haar gunt om ergens aan de slag te gaan. Toch kunnen dat geen redenen zijn om ‘water bij de wijn’ te doen. In de praktijk blijkt dat het belangrijk is dat de coördinator bij zijn/haar eigen gevoel blijft over wat goed is voor de organisatie en vaak ook wat goed is voor de cliënt zelf. ** Binnen zorginstellingen (bijvoorbeeld instellingen voor verstandelijk gehandicapten) wordt steeds meer gezocht naar mogelijkheden om eigen bewoners/cliënten zelf actief te laten zijn. Vrijwilligersplaatsen waar eenvoudig werk verricht wordt zullen steeds meer ingevuld worden door de eigen bewoners/cliënten. Gevolg is dat er binnen deze instellingen minder eenvoudig vrijwilligerswerk beschikbaar is voor cliënten van re-integratiebedrijven.
Steunpunt Vrijwilligerswerk Zeist 4
Samenwerken met re-integratiebedrijven
Knelpunten ingedeeld naar verschillende stadia in het traject Het kennismakingsgesprek Knelpunt
Gevolg
Oplossing(en)
Vooraf niet gemeld dat de vrijwilliger een reintegratie-cliënt is.
Coördinator is onvoorbereid.
Laat trajectbegeleider de komst van de cliënt aankondigen.
In een aantal gevallen is de trajectbegeleider die bij het gesprek aanwezig is erg betuttelend en/of te nadrukkelijk aanwezig Cliënt/vrijwilliger heeft geen heldere motivatie.
Coördinator krijgt onvoldoende kans met de cliënt zelf te praten.
Trajectbegeleiders lijken wanhopig.
Coördinator kan het gevoel krijgen voor de oplossing te moeten zorgen.
Coördinator kan de vragen rechtstreeks aan de cliënt stellen. Coördinator kan aan het begin van het gesprek bespreken wat ieders rol is in het gesprek. De trajectbegeleider moet aanvullend zijn, niet invullend. Trajectbegeleider: in het voortraject ruim aandacht besteden aan de motivatie. n.b. Cliënten kunnen zich tijdens het kennismakingsgesprek anders gedragen dan vooraf verwacht. Oorzaken kunnen ook zijn: - cliënt heeft een black-out - cliënt wordt overvallen door angst - cliënt overziet dan pas de consequenties - cliënt heeft een verborgen agenda. Het is aan de trajectbegeleider om dan in te grijpen. Benoemen van het gevoel. n.b. Coördinator is nooit verantwoordelijk voor het probleem van de plaatsing.
Trajectbegeleiders zijn te veeleisend. Bijvoorbeeld: trajectbegeleider wil meer dagdelen dan mogelijk is of dan goed lijkt voor de organisatie (en voor de cliënt).
Coördinator kan in een dilemma komen: kiezen voor de wens van de trajectbegeleider of kiezen voor wat goed is/lijkt.
Trajectbegeleider wil dat de vrijwilliger snel begint met het vrijwilligerswerk.
Coördinator kan in een dilemma komen: kiezen voor de wens van de trajectbegeleider of kiezen voor wat goed is/lijkt.
Coördinator krijgt onvoldoende beeld van de wensen en motieven van de vrijwilliger.
Coördinator moet vasthouden aan eigen ideeën. Kies wat goed is voor de organisatie. Meestal is dat ook het beste voor de cliënt. Trajectbegeleider: respecteer de keuzes van de coördinator, aandringen wordt niet op prijs gesteld. n.b. Dit is een probleem van de trajectbegeleider: de opdrachtgever bepaalt hoeveel uur vrijwilligerswerk de cliënt moet verrichten, het re-integratiebedrijf heeft hier vaak weinig invloed op. Vrijwilligerswerk verspreiden over meerdere organisaties is een optie maar komt de cliënt meestal niet ten goede. Coördinator moet zich niet laten opjutten. Kies wat goed is voor de organisatie. Trajectbegeleider: respecteer de keuzes van de coördinator, aandringen wordt niet op prijs gesteld.
Steunpunt Vrijwilligerswerk Zeist 5
Samenwerken met re-integratiebedrijven
Knelpunten tijdens het werk Knelpunt Mismatch.
Gevolg Vrijwilliger functioneert onvoldoende en moet stoppen met het werk.
Cliënt haakt snel af.
Het vertrouwen van de organisatie in de motivatie van de cliënt/vrijwilliger neemt af. Ontevredenheid op de werkvloer.
Onvoldoende functioneren van de vrijwilliger. Trajectbegeleiding stopt terwijl de vrijwilliger nog niet voldoende functioneert.
Organisatie kan geen aanspraak meer maken op ondersteuning door de trajectbegeleider.
Oplossing(en) Voorkomen: uitgebreide intake doen, direct vragen naar beperkingen / punten van aandacht. We kijken steeds meer naar wat mensen wel kunnen maar daarmee dienen we de beperkingen niet over het hoofd te zien. Beperkingen bepalen welke situaties vermeden moeten worden of om extra begeleiding vragen. Oplossen door: eerlijkheid meedenken over wat wel kan z.s.m. terugkoppelen naar reintegratiebedrijf. z.s.m. contact opnemen met vrijwilliger en met re-integratiebedrijf zoeken naar de oorzaak: faalangst, cultuurverschillen (waardoor miscommunicatie ontstaat), verborgen agenda, … Zo veel mogelijk vinger aan de pols houden om miscommunicatie snel op te sporen snel in te grijpen. Een traject dient pas afgesloten te worden nadat er een laatste evaluatie heeft plaatsgevonden tussen de organisatie, de vrijwilliger en de trajectbegeleider.
Communicatie tussen trajectbegeleider en vrijwilligerscoördinator Knelpunt Wederzijdse verwachtingen zijn niet helder.
Gevolg Teleurstellingen.
Einde traject wordt niet doorgegeven aan de coördinator.
Geen afsluiting van het contact.
Oplossing(en) Wederzijdse verwachtingen bespreken in het eerste gesprek maar ook daarna; attent zijn op onuitgesproken verwachtingen. Verwachtingen betreffen o.a. de begeleiding hoe lang blijft de cliënt de rol van het re-integratiebedrijf de capaciteiten van de cliënt: arbeidsritme, vaardigheden, coachbaarheid, … doorgroeimogelijkheden. Trajectbegeleider laat weten aan de coördinator wanneer het traject beëindigd wordt. Plan een evaluatiegesprek.
Steunpunt Vrijwilligerswerk Zeist 6
Samenwerken met re-integratiebedrijven
Begeleiding Knelpunt Coördinator ervaart onvoldoende begeleiding door de trajectbegeleider.
Gevolg Het gevoel dat het reintegratiebedrijf zich er van af maakt.
De directe begeleider wordt onvoldoende betrokken bij het traject.
De directe begeleider is niet op de hoogte van hetgeen er speelt bij vrijwilliger en kan daardoor geen gerichte feedback geven.
Oplossing(en) Maak afspraken over de begeleiding door het re-integratiebedrijf hoe vaak hoe hoe wordt teruggekoppeld naar de organisatie hoe lang (wanneer stopt de begeleiding)**. Maak afspraken binnen de organisatie: wie doet de begeleiding: de vrijwilligerscoördinator of de directe begeleider hoe hoe vaak hoe wordt teruggekoppeld binnen de organisatie en naar de consulent?
** Pluswerk biedt 3 maanden nazorg na de plaatsing van de cliënt/vrijwilliger. Langere nazorg is er alleen, als de cliënt nog in de opbouwfase zit (hij/zij verricht nog niet het aantal uur wat is vermeld in de opdracht) of wanneer de cliënt in een traject zit dat moet leiden naar betaald werk. Wanneer zich problemen voordoen is het van belang tijdig aan de bel te trekken, voor het traject officieel is afgesloten.
Steunpunt Vrijwilligerswerk Zeist 7
Samenwerken met re-integratiebedrijven
Conclusies Veel vrijwilligerscoördinatoren van maatschappelijke organisaties staan welwillend tegenover de samenwerking met re-integratiebedrijven. Cliënten van re-integratiebedrijven kunnen een bijdrage leveren aan het werk binnen de organisatie. Dat de cliënt meer aandacht en begeleiding vraagt dan een gemiddelde vrijwilliger is niet bij voorbaat een reden om niet samen te werken. Wel spelen er andere factoren een rol om niet te kiezen voor plaatsing van een cliënt. De draagkracht van de organisatie en de vrijwilligersgroep speelt daarbij een grote rol. Er is vaak een spanning tussen de belangen van de het re-integratiebedrijf en de belangen van de organisatie die met vrijwilligers werkt. De organisatie wil het vrijwilligerswerk opbouwen, de ervaring leert dat dit de meeste kans op succes biedt. Het re-integratiebedrijf heeft de opdracht om de cliënt te bemiddelen naar een vaststaand minimaal aantal uren vrijwilligerswerk. Vrijwilligerscoördinatoren hebben enkele algemene verwachtingen ten aanzien van reintegratiebedrijf: - respecteer de keuzes van de coördinator, aandringen wordt niet op prijs gesteld. - bereid de cliënt zo goed mogelijk voor op het vrijwilligerswerk: wat is zijn motivatie, wat zijn te verwachten knelpunten, wat zijn zijn verwachtingen, hoe dient hij om te gaan met afspraken, enz. - het is prima om de mogelijkheden van de cliënt als uitgangspunt te nemen. Maar wees eerlijk over de achtergrond, de te verwachten knelpunten en de beperkingen van de cliënt. - neem verantwoordelijkheid in de begeleiding, maak hier goede afspraken over. De vrijwilligerscoördinatoren hanteren een aantal uitgangspunten bij de samenwerking met de re-integratiebedrijven. De plaatsing van een cliënt binnen een organisatie mag nooit ten koste gaan van de organisatie, de cliënten van de organisatie en het vrijwilligerswerk binnen de organisatie De draagkracht van de organisatie moet in het oog gehouden worden. Of een cliënt past binnen een organisatie is vooraf nooit met zekerheid vast te stellen. Een open en heldere communicatie is van groot belang. De trajectbegeleider is verantwoordelijk voor de plaatsing van een cliënt. Deze uitgangspunten zijn op pagina 4 van dit verslag uitgewerkt.
Steunpunt Vrijwilligerswerk Zeist 8