1
Samenvatting WAHSP project Utrecht, 4-11-2011
Uitvoerders Stephen Snelders (UU), Fons Laan (UVA), Toine Pieters (UU)
Probleemstelling Over historische context en achtergronden van de bijzondere Nederlandse omgang met drugs is relatief weinig bekend.
De eerste coffeeshop van Nederland
2
Doelstelling Achterhalen van publieke opinie en sentimenten rond drugs in Nederland, 19001945
Staatsopiumfabriek in Nederlands-Indië
Vraagstellingen •
Hoe ontwikkelen opinies en sentimenten zich in de publieke meningsvorming door de tijd heen, en onderscheiden naar domeinen (economie, wetenschap en cultuur), ideologische overtuigingen en zuilen?
•
Welke sentimenten kunnen onderscheiden worden in relatie tot verslaafden, patiënten, artsen en andere behandelaars of medische professionals?
•
Welke sentimenten kunnen zichtbaar gemaakt worden ten aanzien van drugshandelaren en vervolgingsbeleid van justitie en politie?
3
Het doel is nieuwe inzichten te genereren m.b.t. de historische achtergronden van het Nederlandse drugsbeleid, dat zich in de twintigste eeuw kenmerkte door een aantal bijzondere ontwikkelingen: •
De invoering vanaf 1920 van een opiumwetgeving waarbij bezit en gebruik van bepaalde en steeds meer psychoactieve middelen werd beperkt en gereguleerd, en verboden voor iedereen buiten een medische setting om – een ontwikkeling die nog steeds doorgaat.
•
Tegelijkertijd het tolerante drugsbeleid van Nederland in Nederlands-Indië als onderdeel van de opiumregie tot aan de Tweede Wereldoorlog.
•
De prominente positie van Nederland gedurende de hele twintigste eeuw als producent en distributieland van psychoactieve middelen (cocaïne en opiaten, XTC en (medicinale-) cannabis).
•
De ontwikkeling vanaf het midden van de jaren 1970 van het wereldberoemde gedoogbeleid en van een “harm reduction”-politiek, waarin Nederland zich zichtbaar zou onderscheiden van andere landen.
Hoe rijmen we al deze ontwikkelingen met elkaar? Vanaf de Eerste Wereldoorlog worden de Nederlanders in toenemende mate beperkt in hun vrijheid tot consumptie van psychoactieve stoffen. Is dit omdat er een belangrijk drugsprobleem van misbruik en verslaving bestond? Waarom bleef de Nederlandse staat tegelijkertijd zelf betrokken bij de distributie en productie van drugs zoals cocaïne en opium? Kunnen we de ontwikkelingen in de periode van circa 1900, toen de internationale drugsregulering langzaam op gang begon te komen, en het einde van de Tweede Wereldoorlog die ook een einde maakte aan de opiumregie in Nederlands-Indië, in verband brengen met de tolerante houding van de Nederlanders ten opzichte van drugsgebruik in de laatste decennia van de vorige eeuw?
4
De Nederlandsche Cocaïnefabriek in Amsterdam
5
6
Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indie,̈ 22 april 1927
Antwoorden Om deze vragen te kunnen beantwoorden willen we meer weten over ‘publieke sentimenten’ rond drugs in de periode 1900-1945. Het betekent dat we breder willen kijken dan de opinies en handelingen van beleidsmakers en beleidsuitvoerders. Dit is reeds uitgebreid aan bod gekomen in de fundamentele studie van Marcel de Kort, Tussen patiënt en delinquent. Geschiedenis van het Nederlandse drugsbeleid (Hilversum: Verloren, 1995). Wij richten ons met name op de ontwikkeling van de publieke opinie in brede zin, zoals die o.a. tot uiting kwam in de dagbladen, en meer in het bijzonder op de sentimenten die onder het Nederlandse publiek, in Nederland zelf en in de kolonies, aanwezig waren. Belangrijk daarbij is het zichtbaar maken van ‘verborgen’ vertogen rond drugs en drugsgebruik, die te vinden zijn in krantenartikelen die helemaal niet specifiek over dat onderwerp hoeven te gaan – het soort van sentimenten die zo algemeen zijn dat ze niet ter discussie staan De gedigitaliseerde krantendatabase van de Koninklijke Bibliotheek (KB, Den Haag) is een prachtige bron voor dit onderzoek. Het betreft ruim acht miljoen krantenpagina’s die de KB online beschikbaar stelt voor de periode 1900-1945 (http://kranten.kb.nl/). Het doel van de ontwikkeling van WAHSP is de interdisciplinaire (historicus/computerprogrammeur) ontwikkeling van een “digital tool” die het doorzoeken en analyseren van extensieve gedigitaliseerde databestanden mogelijk maakt. Met hulp van de demonstrator1 WAHSP kunnen historici, in dit geval de drugshistorici, relevante data voor hun onderzoek selecteren en analyseren. Het Instituut voor Informatica van de Universiteit van Amsterdam heeft voor geesteswetenschappelijk onderzoek een eigen tekst/sentiment-mining softwareprogramma in ontwikkeling: Fietstas. Fietstas wordt in dit project toegesneden op de behoeften van de historicus, die sentimenten wil onderzoeken in de KB-krantendatabase. Bij de ontwikkeling van WAHSP is gekozen voor de volgende werkopbouw: 1. De historicus geeft stapsgewijs zijn wensen over wat het programma moet kunnen doen door aan de programmeur 2. Gezamenlijk wordt daarbij bekeken en besproken welke methodologische en technische problemen kunnen optreden. 1 Een demonstrator is een software programma dat laat zien dat de beoogde 1 functionaliteit haalbaar is. Het is nog een paar stappen verwijderd van een algemeen bruikbare tool waarbij gebruiksvriendelijkheid en onderhoudbaarheid ook een belangrijke rol spelen. Een demonstrator laat zien dat het kan!
7
3. Het resultaat van deze iteratieve interdisciplinaire aanpak is de stapsgewijze ontwikkeling van een ‘flexible and stable web-service for the historical study of health and policy issues’ WAHSP genaamd (zie voor ontwerpschema hieronder). 4. WAHSP wordt uiteindelijk opgenomen in de Clarin-infrastructuur en geplaatst voor gebruik bij het Huijgens Instituut.
Workflow schema The table below lists the tasks planned for the implementation of the demonstrator ID
Task
Participant
T1
Data delivery
T2
Alpha-version of the demonstrator: basic visualization (word clouds only), no sentiment analysis Testing features of the alpha-version, suggesting improvements Installing alpha-version on a CLARIN server Beta-version of the demonstrator: complete visualization functionality Testing visualization features of the beta-version, suggesting improvements Final version of the demonstrator
Huygens (HI), KB, UvA UvA, Descartes (DC)
T3 T4 T5 T6 T7 T8 T9 T1 0 T1 1 T1 2 T1 3
Testing features of the final-version, suggesting improvements Validating CLARIN-compliancy of the demonstrator and the core service User, API and developer’s documentation, including the demo scenario Selecting required ISOcat categories, creating missing categories, describing the metadata, testing user requirements Requirements and desiderata for the CLARIN architecture Installing final version on a CLARIN server
DC UvA, HI UvA DC UvA DC HI UvA, DC UvA, DC
UvA, DC UvA, HI
Toekomst Als gezegd: WASHP staat voor een ‘demonstrator’ die moet laten zien dat het mogelijk is om met software enorme hoeveelheden teksten (hier krantenartikelen) door te ploegen op zoek naar positieve, neutrale en negatieve sentimenten over een bepaalde kwestie. De nu ontwikkelde software kent nog beperkingen in de zin dat allerlei zaken specifiek zijn toegesneden op enerzijds het materiaal dat doorzocht wordt en anderzijds de vragen die men wilt stellen. Als blijkt dat de verwachting bewaarheid worden en dat we nu dus inderdaad zaken kunnen doen die anders of onmogelijk waren of minstens een half-
8
mensenleven aan archiefonderzoek zouden kosten, dan ligt het voor de hand om de demonstrator om te bouwen tot een meer algemene tool waarmee geesteswetenschappers (en anderen natuurlijk) hun onderzoeksvragen kunnen stellen aan elk willekeurig groot tekstueel corpus.
9