SAMENVATTING VAN DE SCHOLINGEN VOOR POH EN DIËTISTEN SEPT 2015 Aanvulling op enkele van de gestelde vragen: Ligt er een Jodium tekort op de loer bij minder brood gebruik? Aanbevolen 150 ugram per dag. Ja, (Voedingscentrum) als je 6 sneden per dag eet van brood met 1,2% bakkerszout krijg je voldoende jodium binnen. Andere jodium bronnen zijn zeevis (kabeljauw, koolvis, schelvis, rode mul, schol, tong, heilbot) en eieren. Jozozout levert een klein beetje jodium. Het strenge koolhydraatbeperkte dieet bevat in het algemeen weinig zout, omdat er veelal onbewerkte producten worden gebruikt en ook het zout uit het brood niet wordt genomen. Dan is er wel enige ruimte om wat jozozout toe te voegen. Maar om met jozozout aan je jodium behoefte te voldoen is bijna onhaalbaar. Niet alleen het Jodium is een mineraal van aandacht in deze voeding, er zijn meer mineralen die men te weinig binnen kan krijgen en ook een aantal vitamines. Ook daarom is een heel uitgebreide voedingsanamnese door een diëtist zo belangrijk. Wat komen mensen nu al tekort en hoe kunnen we dat verbeteren. Vandaar kan het advies gegeven worden om een multivitaminen-met-mineralen-preparaat te gebruiken. Superfoods en rawfoods (zie artikel in Nederlands Tijdschrift voor Diëtisten juni 2015) wetenschappelijk onderzoek geeft voor de meeste gezondheidsclaims van superfoods onvoldoende bewijs om deze te kunnen ondersteunen. De plaats van (rood) vlees? Beperk rood vlees 31* Advies: max. 500 gram gaar rood vlees per week (incl. vleeswaren). Onder rood vlees verstaan we runds-, varkens-, lams- en geitenvlees. Kip en kalkoen noemen we geen rood vlees, maar wit vlees. Vitamine D? 17,40* Het vit D advies van de gezondheidsraad is, voor mensen die diabetes mellitus willen voorkomen en voor mensen die diabetes hebben, gelijk aan de adviezen van algemene populatie. Leeftijdsgroep Wie Vitamine D (mcg) Kinderen 0 t/m 3 jaar Iedereen 10 Donkere (getinte huidskleur Vrouwen 4 t/m 49 jaar 10 en/of niet genoeg buitenkomen 50 t/m 69 jaar Iedereen 10 70 jaar en ouder Iedereen 20 Zwangere Iedereen 10 vrouwen Donkere (getinte) huidskleur Mannen 4 t/m 69 jaar 10 en/of niet genoeg buitenkomen 70 jaar en ouder Iedereen 20 Kokosvet? 13* 86,5 % van kokosvet is verzadigd vet. Het advies is om producten met verzadigd vet te beperken (met uitzondering van zuivelproducten) en te vervangen door producten met enkelvoudig of meervoudig onverzadigd vet. Hoeveelheid melkproducten? Beperk gezoete melkproducten 34* Uitgangspunt is Richtlijn Goede Voeding (deze wordt eind dit jaar aangepast). Zelfmanagement? Belangrijk om dit te stimuleren door inzicht verhogen, dat nakijken door goede anamnese. Voor en nadelen matrix. Terugvalpreventie d.m.v. oefeningen. Verwijzen naar apps en berekeningsprogramma’s (Eetmeter). * paginanummers in NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 versie 1.3
SAMENVATTING STELLINGEN BIJEENKOMST POH-DIËTISTEN Stelling 1: de patiënt staat open voor de diëtist door een goede samenwerking tussen POH en diëtist. De patiënt mag van een goede samenwerking uitgaan, dus diëtist moet op de hoogte zijn van wat de POH doet en omgekeerd. Een bijeenkomst zoals in september draagt daar ook zeker aan bij! In het zorgprogramma Diabetes van Synchroon staat: elke nieuwe patiënt met Diabetes Mellitus komt bij de diëtist. Dat is het streven, op dit moment komt 15% van de patiënt met diabetes bij een diëtist. Hoe kunnen we dit verbeteren? Over het algemeen is de samenwerking tussen de POH en HA goed. Zij kunnen niet meer zonder elkaar. Hoe kunnen we dit ook bereiken met de samenwerking tussen de POH en diëtist? Maatwerk is het verwijzen! Een patiënt blijkt soms lastig te motiveren om naar de diëtist te gaan. In tegenstelling tot het ondergaan van de fundusfoto; hierover is weinig tot geen discussie nodig.(Filmpje: change the words; www.purplefeather.co.uk) Een diëtist doet meer dan begeleiden bij het afvallen; het welbekende beeld. De meerwaarde van de diëtist bestaat ook uit een screening van de voeding op tekorten, dat is met een eenmalig consult al mogelijk. Een diëtist weet de nieuwste richtlijnen om te zetten naar de individuele mogelijkheden om deze in te passen in gewoonten, kookkunde en kennis, gezinssituatie, werksituatie en financiële situatie van de patiënt. Daarbij is een behandeling bij de diëtist voor een patiënt in de ketenzorg ‘gratis’ (geen eigen risico)! Ideaal is dat HA, POH en diëtist een team zijn, elkaar aanvullen en op de hoogte houden van vorderingen en problemen die de patiënt. met zijn voeding, bloedglucose en medicatie heeft. De HA, POH en diëtist kunnen dit doen middels Vital Health, mail of telefoon. Wellicht een optie dat de POH en de diëtist in dezelfde praktijk op dezelfde dag spreekuur hebben en de deur open hebben staan op het moment er geen patiënten binnen zijn (korte lijntjes). Zo is het natuurlijk ook mogelijk om een dagdeel met elkaar mee te lopen. In het kader van zelfmanagement kun je de patiënt zelf een eerste contact met de diëtist laten leggen, echter er is niets mis met de mogelijkheid dat het eerste contact door de diëtist zelf gelegd wordt als onderdeel van het diabetes – team! Er zijn vele mogelijkheden om een afspraak in te plannen, indien gewenst in de avond- en weekenduren.
* paginanummers in NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 versie 1.3
Stelling 2: Alleen werk je sneller, samen bereik je meer Welke voordelen zijn er voor de patiënt als deze drie disciplines samenwerken? Samen werk je door onderling te communiceren Hoe stellen jullie het contact met de diëtist voor; wat is er al mogelijk in de communicatie? Innovaties: werken met een app, tussendoor beeldbellen, samen naar de supermarkt gezamenlijk koken Duidelijk is dat iedereen deze stelling onderschrijft. Werk je wel sneller alleen? Samenwerking biedt meer kansen, geeft meer duidelijkheid onderling en duidelijkheid naar de patiënt. In de NDF diabetes voedingsrichtlijn is aangegeven dat een nieuwe diabetes patiënt altijd naar een diëtiste wordt verwezen. Bij een nieuwe patiënt peilt de POH hoe de motivatie is of een patiënt open staat voor een gesprek bij de diëtist. Als POH kun je ook zelf voeding bespreken, maar dit kost veel tijd en er is veel kans op sociaal wenselijke antwoorden. Om de drempel te verlagen kun je aangeven dat een gesprek bij de diëtist eenmalig kan zijn of vaker als de patiënt daar behoefte aan heeft, afhankelijk van zijn doelen. Het is goed dat de POH en de diëtist elkaar kennen en weten te vinden voor vragen over voeding of overleg aangaande de patiënt. Ook voor algemene kennisvragen of inhoudelijke adviezen is contact met de diëtist mogelijk, nu telefonisch of per mail of in de vorm van een meeloopspreekuur. Door allemaal gebruik te maken van de laatste voedingsrichtlijnen dragen we als hulpverleners hetzelfde uit. Ook als we gebruikmaken van hetzelfde materiaal; zoals boeken, websites, diep.info, voorkeur/middenweg/uitzonderingslijstje Mogelijkheden om elkaar beter te leren kennen: Een multidisciplinair overleg eens per jaar zou een mogelijkheid zijn om elkaar beter te leren kennen en om kennis te delen. Andere mogelijkheden zijn het organiseren van spreekuur in carrouselvorm of het bijwonen van elkaars spreekuur gedurende een dagdeel of samen een consult met POH/diëtist/patiënt plannen. Een mooie vorm zou zijn: Groepsconsulten/voorlichting door diëtist/POH/huisarts voor patiënten en partner. Echter de ervaring leert dat dit soort groepen moeilijk te organiseren is. Communicatiemogelijkheden Kis Het KIS Systeem wordt als ideaal gezien wat betreft onderlinge verwijzing. In het KIS zijn verbeteringen mogelijk om de samenwerking makkelijker te maken. Een POH kijkt nu geen berichten terug vanuit KIS. Er vindt geen feedback plaats van de POH op de rapportage van de diëtist. Onzichtbaar is welke POH-er verwijst, eveneens mogelijke andere diagnoses en of er wel of geen insulinetherapie is ingezet. We ondervinden dat laboratoriumuitslagen en medicatie vaak niet actueel zijn. Ook de koppeling van bloeduitslagen van HIS naar KIS blijken niet altijd tijdig. Een chat- of berichtenfunctie in het KIS (bv pop-up) zou gewenst zijn om communicatie makkelijker te maken. En wellicht ook een patiënten portaal voor verhoging van de zelfmanagement van de patiënt.
* paginanummers in NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 versie 1.3
Stelling 3: Beperking in geraffineerde zetmeelrijke voedingsmiddelen en producten die veel vrije suikers bevatten, is altijd aan te bevelen! Deze stelling is waar! Zowel voor patiënten met diabetes als ter preventie van diabetes. Even ter verduidelijking: geraffineerd = bewerkt bijvoorbeeld: wit brood, witte pasta, witte rijst, vezelarme ontbijtgranen (bv cornflakes) vrije suikers = suiker, toegevoegde suikers en van nature aanwezig suikers bijvoorbeeld in koek, snoep, ontbijtkoek, gezoete melkproducten, gebak, cruesli, zoet beleg, frisdrank, limonadesiroop, ijs, honing, vruchtensappen, smoothies met fruit. Wat zijn dan betere keuzes: 21* volkorenbrood, volkorengraanproducten, zilvervliesrijst, volkoren pasta, havermout, muesli, quinoa peulvruchten verse groenten vers fruit water, thee en koffie zonder suiker dranken die gezoet zijn met zoetstoffen (light-frisdrank, limonadesiroop-0%-suiker) Koolhydraten beperken 20,21,91* Een nieuw standpunt in de voedingsrichtlijn is dat mensen met diabetes er baat bij kunnen hebben om de hoeveelheid koolhydraten te beperken, zeker als ze willen afvallen. Koolhydraatbeperking heeft een gunstig effect op HbA1c, insulinespiegels en glucosetolerantie. Gemiddeld consumeren mensen met diabetes 45 energie% uit koolhydraten. We spreken van een laag-koolhydraat-dieet bij maximaal 40 energie% koolhydraten. Bij een intake van 2000 kcal is dat maximaal 200 gram per dag. Bij een intake van 1500 kcal is dat maximaal 150 gram per dag. Hoeveel koolhydraten in een dagmenu? Dat is persoonlijk. De diëtist geeft hierin individueel advies; dat is maatwerk. Bij een koolhydraatbeperking worden op de eerste plaats geraffineerde koolhydraten en producten met vrije suikers beperkt (zie boven genoemd). En voor de overige koolhydraatbronnen geldt: kies kwalitatief goede, vezelrijke koolhydraatbronnen (volkoren graanproducten, peulvruchten, groenten, fruit). Individueel 13,91* Diverse voedingspatronen kunnen als uitgangspunt dienen, zoals een koolhydraatbeperkte voeding, een mediterrane voeding, een laag-glykemische voeding of een vegetarische voeding. Het is belangrijk in overleg met de patiënt het meest geschikte voedingspatroon te kiezen, waarbij gekeken wordt naar het patroon dat het dichtst ligt bij wat de patiënt gewend is en dat voor hem het beste vol te houden zal zijn. Natuurlijk let de diëtist ook op de volwaardigheid van de voeding, praktische uitvoerbaarheid en een beter eetgedrag op de lange termijn. Mediterrane voeding 91* Het mediterrane voedingspatroon heeft een beschermende werking op hart- en bloedvaten bij mensen met diabetes. Mediterrane voeding wordt gekenmerkt door het gebruik van verse hoogwaardige producten, culinaire eenvoud en een zekere soberheid. Bij deze voeding wordt ruim gebruik gemaakt van: verse groenten en fruit, volkoren pasta, zilvervliesrijst, aardappelen, peulvruchten, noten en zaden, olijfolie, vis en gevogelte en eieren. De koolhydraten hebben over het algemeen een laag glykemische index.
* paginanummers in NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 versie 1.3
Glykemische index 21* De glykemische index (GI) is een maat om aan te geven hoe snel koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose in het bloed worden opgenomen. De GI geeft een inschatting voor de snelheid waarmee de bloedsuikerspiegel stijgt als iemand koolhydraten heeft gegeten. Koolhydraten die snel worden afgebroken tijdens de spijsvertering en hun glucose snel afgeven in de bloedbaan hebben een hoge GI. Vele factoren zijn van invloed op de GI. Uitleg en goede interpretatie van de GI is complex. De diëtist is de aangewezen persoon om, indien gewenst, hierover uitleg te geven aan een patiënt. Volkoren ongeraffineerde producten Volkorenbrood is gemaakt van 100% volkorenmeel. Als er “volkoren” in de naam van het brood gebruikt is, dan weet je zeker dat het volkorenbrood is. Op het etiket staat in elk geval of er uitsluitend volkorentarwemeel is gebruikt of niet. Aan de kleur is niet te zien of brood bruin of volkoren is. Soms is het brood gekleurd met geroosterd moutmeel of gekarameliseerde suiker. Van speltbrood bestaan net als van tarwebrood verschillende varianten (wit, bruin, volkoren). Wil je zeker weten dat je volkoren te pakken hebt, kijk dan het etiket of vraag het de bakker. Zoetstof 23,24* Producten met zoetstoffen (acesulfaam-K, cyclamaat, sacharine, stevia en aspartaam) kunnen zonder enig gezondheidseffect dagelijks in normale hoeveelheden worden gebruikt. Je krijgt dan namelijk niet meer binnen dan de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI). De Europese Autoriteit voor de Voedselveiligheid (EFSA) heeft de onschadelijkheid van al deze zoetstoffen bevestigd. Ze hebben geen invloed op het bloedsuikergehalte en zijn daarom geschikt voor diabetespatiënten. Uit onderzoek blijkt dat deze zoetstoffen geen invloed hebben op de insulinerespons van het lichaam. Wij willen iedereen hartelijk bedanken voor zijn/haar aanwezigheid. En ook danken wij iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de voorbereiding en/of uitvoering op de dag(en) zelf en de verwerking van alle informatie. oktober 2015 leden van de werkgroep Diabetes van Diëtisten in Samenwerking
* paginanummers in NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 versie 1.3