Samenvatting
Meer voor minder? Een scan naar de positionering van sport in de gemeentelijke collegeprogramma’s 2010 – 2014
18 juni 2010 NOC*NSF Afdeling Corporate Communicatie
Inleiding Nu in de meeste gemeenten een nieuw college B&W is geïnstalleerd, is hier de vraag op welke wijze sport terugkomt in de collegeakkoorden voor de periode 2010 - 2014. Wordt de sport getroffen door de bezuinigingsdrift binnen gemeenten? Welke accenten op sportbeleid leggen de nieuwe colleges? NOC-NSF voerde een scan uit naar de positie van sport in de collegeakkoorden van 31 gemeenten: 1 de G-31, uitgezonderd Rotterdam, en inclusief de gemeente Goes . Aanvullend op het onderzoek is voor Rotterdam nog wel een aantal passages uit het collegeakkoord in deze samenvatting opgenomen (zie onderdaan). Het onderzoek vormt de afronding van de campagne “Maak van uw gemeente een sportgemeente!”, die de sport voerde in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart jl. Tijdens de campagne zijn diverse acties gehouden zoals het versturen van het gelijknamig pamflet aan de landelijke en lokale politieke partijen als input voor de verkiezingsprogramma’s en het organiseren van twaalf Lokale Sportdebatten in samenwerking met NISB, de VSG en de Olympische Netwerken. In lijn met de verkiezingsuitslag nemen meer lokale partijen deel in de colleges B&W ten opzichte van de vorige periode, ook met sport in hun portefeuille. De verdeling van de portefeuille sport is in de 2 onderzochte nieuwe B&W colleges als volgt. PvdA 11 CDA 6 Lokale partijen 5 VVD 4 D66 3 GroenLinks 1 SP 1 Hieronder leest u de opvallendste conclusies uit het onderzoek. We sluiten af met onze belangrijkste aanbeveling. Een voorbehoud is dat het onderzoek zich heeft gericht op de collegeakkoorden; het sportbeleid van de gemeentes is niet geëvalueerd.
Conclusies 1. Bijstelling van ambities op sportaccommodatiebeleid. Gemeentelijk sportbeleid is in hoofdzaak accommodatiebeleid. Jaarlijks gaat hier een bedrag in om van € 0,8 miljard euro. Gemeenten krijgen de komende jaren met forse bezuinigingen te maken en afgaand op de collegeakkoorden zal dat ook zijn weerslag hebben op het sportaccommodatiebeleid. • Ondanks de bezuinigingen melden de akkoorden een blijvende inzet voor voldoende accommodaties van goede kwaliteit. Onzekerheid over de (bezuinigings)plannen van een nieuw kabinet maakt echter voorzichtig en dwingt tot lastige keuzes. In Eindhoven “lijkt een hockeystadion gezien de huidige economische en financiële situatie voorlopig niet aan de orde” en Amersfoort moet “met pijn in het hart de IJsbaanreserve voorlopig opgeven, ondanks onze betrokkenheid bij deze (breedte)sport.” In Breda vinden de coalitiepartijen “het niet verantwoord om te investeren in de ontwikkeling van een nieuwe sporthal.” In plaats daarvan wordt het bestaande gemeentelijk Sportcentrum opgeknapt.
1
Op het moment van schrijven was er nog geen beschikking over het akkoord van Rotterdam. Dit valt daarom valt buiten de beschouwing. Goes was een van de gemeenten waar een sportdebat plaatsvond maar behoort niet tot de G-31. 2
Ten opzichte van het onderzoek van 4 jaar geleden is een aantal andere gemeenten onderzocht, mede als gevolg van gemeentelijke herindelingen.
2
•
Naast het afblazen of uitstellen van nieuwbouwplannen valt in de collegeakkoorden ook te lezen dat er op beheer en exploitatie van accommodaties bespaard zal worden. Den Haag gaat structureel €1 miljoen besparen door de exploitatie sportaccommodaties te optimaliseren. Tegelijkertijd zet Den Haag de ontwikkeling van de Sportcampus Zuiderpark door: trainings-, wedstrijdfaciliteiten, sportopleidingen en sportonderzoek op één plek.
Deze besparingen hoeven niet per se negatief uit te pakken, maar een aantal akkoorden waarschuwt dat de kwaliteit van dienstverlening mogelijk versobert. •
Er is veel aandacht voor efficiënt en meervoudig gebruik van accommodaties. Meer dan de helft van de colleges zet hierop in. Zo wil Deventer een efficiënter ruimte- en voorzieningengebruik realiseren door bevorderen gezamenlijk gebruik van beschikbare accommodaties op wijkniveau door deelnemers aan onderwijs, sport, cultuur, zorg en samenlevingsopbouw.
•
De wijze waarop de colleges de komende jaren met de OZB voor sportaccommodaties omgaan, laat een sterk wisselend beeld zien. In een aantal gemeenten gaat de OZB maximaal omhoog, andere gemeenten passen alleen inflatiecorrectie toe of verhogen de lokale lasten beslist niet. Een beperkt aantal verlaagt de OZB. Den Haag schaft hem voor bepaalde groepen, waaronder sportaccommodaties, volledig af.
•
In de collegeakkoorden is ook te lezen dat een aantal colleges onverminderd doorgaat met de uitvoering van (nieuwbouw)plannen. Emmen en Goes trekken extra geld uit voor een sportpark, Haarlemmermeer realiseert een Huis van de sport en Den Bosch “zet de realisatie van Sportpunten Hambaken, Rosmalen en West door”.
2. Weinig aandacht in collegeakkoorden voor bewegingsonderwijs. In de collegeakkoorden lezen we weinig over extra vakleerkrachten of meer uren bewegingsonderwijs en alleen in het akkoord van Amsterdam treffen we concrete doelstellingen aan.
Het college van Amsterdam stelt dat “90% van de basisscholen in 2014 een vakleerkracht lichamelijke opvoeding moet hebben”. Met schoolbesturen en stadsdelen wordt een convenant gesloten: minimaal drie sporturen per leerling per week.
3. Sportverenigingen belangrijk, maar weinig boter bij de vis. In vergelijking tot vier jaar geleden wordt er dit keer in de collegeakkoorden keer veel aandacht besteed aan de maatschappelijke rol van sportverenigingen in de wijk. Tegelijkertijd staat er weinig in over ondersteunende maatregelen en (financiële) middelen om dit waar te maken. • In ongeveer de helft van de akkoorden lezen we over de belangrijke maatschappelijke rol van sportverenigingen, maar alleen in de financiële paragraaf van Den Haag wordt een concreet bedrag genoemd: €2 mln. investering in maatschappelijke prestaties sportverenigingen. • Een zeer klein aantal akkoorden maakt melding van maatregelen om vrijwilligers te ondersteunen. • In nog geen kwart van de akkoorden wordt gesproken over het aanstellen van combinatiefunctionarissen. Dit is opvallend weinig gezien de subsidiegelden die vanuit Den Haag beschikbaar worden gesteld bij inzet van combinatiefunctionarissen. • Verminderen van administratieve lastendruk lijkt geen prioriteit meer te hebben. Geen enkel collegeakkoord refereert hieraan.
3
4. Topsport: aandacht voor topsport- en talentontwikkelingsprogramma’s Topsport- en talentontwikkelingsprogramma’s hebben in de collegeakkoorden van met name de grote steden een plek gekregen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan het investeren in training- en wedstrijdvoorzieningen voor topsporters. En veel gemeenten zien het organiseren van topsportevenementen als citymarketing. •
In ongeveer een op de drie collegeakkoorden wordt gesproken over het investeren in topsport. De gemeente Alkmaar ‘faciliteert sportverenigingen en bonden bij de ontwikkeling van topsport- en talentenprogramma’s ’.
•
Met name de grotere steden besteden aandacht aan het investeren in training- en wedstrijdvoorzieningen voor topsporters. Bijvoorbeeld: het college van Den Haag wil net als Groningen een topsportcampus realiseren. In beide gevallen moet er ook een verbinding komen met onderwijs. Opvallend is dat ’s-Gravenhage, ’s-Hertogenbosch en Utrecht alleen investeren in training- en wedstrijdvoorzieningen voor topsport als deze ook gebruikt kunnen worden voor breedtesport. Den Bosch gaat “de relatie tussen breedtesport- en topsport nog nadrukkelijker inhoud geven. Investeringen in topsportaccommodaties worden heel nadrukkelijk beoordeeld op hun betekenis en doorwerking voor de breedtesport.”
•
Ruim een kwart van de colleges laat in hun collegeakkoorden weten waarde te hechten aan de organisatie van topsportevenementen. Haarlem wil terugkerende evenementen als de Haarlem honkbalweek behouden. De Haarlem basketbalweek staat momenteel op losse schroeven door het faillissement van een partner. Den Haag stelt zich kandidaat voor het WK hockey. Andere gemeenten spreken vooral nadrukkelijk de wens uit topsportevenementen te willen organiseren. Zo heeft Amsterdam het over het binnenhalen en organiseren aansprekende sportevenementen, vindt Amersfoort een topsportevenement gepast en wil de gemeente Haarlemmermeer topsportevenementen mogelijk maken en steunen.
5. Sportbudgetten: onduidelijkheid nog over bezuinigingen. • Alle 31 onderzochte collegeakkoorden gaan uit van een (flinke) teruggang van het totale gemeentelijk budget. De gemeentelijke bezuinigingsopgaaf varieert van enkele procenten tot meer dan 10%. • Het merendeel ervan meldt dat de colleges de bezuinigingsplannen dit jaar gaan uitwerken, wanneer er meer duidelijkheid is over wat het nieuwe kabinet gaat doen. De gevolgen voor de sportbudgetten zijn nog maar beperkt zichtbaar in de akkoorden. • Een twaalftal akkoorden bevat concrete voorstellen die duidelijkheid geven over wijzigingen in structurele budgetten en eventuele incidentele impulsen voor sport. - De gemeenten Amsterdam, Breda, Emmen, Goes, Den Haag en Zoetermeer trekken extra geld uit voor sport. - Leeuwarden, Nijmegen, Tilburg korten op het sportbudget: de bezuinigingsmaatregelen zijn groter dan de (incidentele) impulsen. - In Groningen, Utrecht en Westland lijkt sport de dans te ontspringen. De colleges van deze gemeenten hebben de bezuinigingsvoorstellen al wel concreet uitgewerkt, maar noemen daarbij sport niet. Utrecht reserveert bovendien extra geld voor Brede scholen. • De overige 19 colleges melden in de loop van dit jaar - in enkele gevallen in de loop van 2011 - met uitgewerkte bezuinigingsvoorstellen te komen. In de tabel in bijlage 1 staat een overzicht van de financiële impulsen (+) en bezuinigingen (-) uit de collegeakkoorden voor zover die op dit moment bekend zijn. Er zijn alleen maatregelen in de tabel opgenomen waar de colleges concrete bedragen aan hebben verbonden.
4
6. Rotterdam Met het collegeakkoord 'Ruimte voor Talent en Ondernemen' zet het college B&W van Rotterdam in op het investeren in talent, “zodat talent toptalent kan worden'” Sport wordt genoemd als een van de essentiële voorwaarden voor talentontwikkeling. Het akkoord meldt dat extra wordt geïnvesteerd in o.m. onderwijs en sport. Tegelijkertijd moet Rotterdam over de volle breedte bezuinigen. Rotterdam profileert zich als Sportstad en wil “alle ambities op het terrein van sport een plek geven”. Zo zet het college in op een verhoging van de sportparticipatie naar 70% (in 2016) en op het binnenhalen van grote sportevenementen w.o. het WK 2018. Verder steunt Rotterdam de Olympische ambitie van Nederland voor 2028. De gemeente Rotterdam zet via een programma Sport in op 'alle ambities' in de sport: Sportparticipatie draagt bij aan de ontwikkeling en de gezondheid van de Rotterdammer. We willen meer Rotterdammers aan het bewegen krijgen. Onder meer om overgewicht tegen te gaan. Daarom moet in elke wijk de sportinfrastructuur op orde zijn. En moeten er voldoende accommodaties zijn die voorzien in de behoefte van sportbeoefening op topniveau. Bij het stimuleren van de sportparticipatie past het aantrekken van grote sportevenementen naar de stad. We ondersteunen de Olympische ambitie van Nederland voor 2028 en wellicht nog belangrijker, onze eigen ambitie om de sportparticipatie naar 70% te verhogen in 2016. We ondersteunen met enthousiasme de kandidatuur van Nederland voor het WK voetbal in 2018.
Aanbevelingen •
•
•
De sport deelt de zorgen van colleges over het accommodatiebeleid en begrijpt de voorzichtigheid waar het investeringen in extra sportaccommodatie betreft. Ons inziens ligt hier echter ook een kans. Gemeenten streven meer dan voorheen naar efficiënt en multifunctioneel gebruik van bestaande accommodaties en velden. Tegelijkertijd zetten gemeenten in op méér sport in de wijk. Deze zaken zijn goed te combineren door als overheid de voorwaarden te scheppen voor een samenhangend aanbod op het gebied van onderwijs, sport en wijkvoorzieningen voor jeugd en wijkbewoners. In 2006 was er al een zeer succesvolle stimuleringsregeling multifunctionele 3 (sport)accommodaties die voor sportaccommodaties tot 8x toe is overschreven . Onze aanbeveling luidt dan ook: voeg de jaarlijkse budgetten voor sportaccommodaties van verenigingen en voor sportaccommodaties van scholen bij elkaar en focus op multifunctioneel gebruik. Om dit te realiseren zou er in de komende kabinetsperiode een stimuleringsregeling vanuit de Rijksoverheid moeten komen zodat de bestaande locaties aangepast worden. Op deze manier kan het realiseren van ambities hand in hand gaan met structurele bezuinigingen.
Meer weten? Voor meer informatie over de gevoerde campagne of over het onderzoek “Meer voor minder? Sport in de collegeakkoorden 2010-2014” kunt u terecht bij Martijn Ubbink (
[email protected]) of Dorien Bosch (
[email protected]).
3
Met de enorme overvraging van het aantal ingediende projecten (346), waarvan 39 zijn gehonoreerd (12 %) werd de grote behoefte voor een dergelijke gecombineerde aanpak duidelijk geïllustreerd.
5
Bijlage 1: Overzicht impulsen en bezuinigingen op sport op basis van collegeakkoorden Gemeente
Impuls/ bezuiniging
Alkmaar
Nog onbekend
Almere
Nog onbekend
Amersfoort
Nog onbekend
Amsterdam
+ +
Apeldoorn
Nog onbekend
Arnhem
Nog onbekend
• •
Structureel €1 mln. voor combinatiefunctionarissen sport Incidenteel €8mln voor Olympische ambitie
• •
Breedtesport krijgt een impuls van € 3mln. De coalitiepartijen vinden het niet verantwoord om te investeren in de ontwikkeling van een nieuwe sporthal in Breda. In plaats daarvan wordt het bestaande Gemeentelijk Sportcentrum (De Scharen) opgeknapt (€2 mln.)
•
Investering van € 6,5 miljoen euro in sportpark.
+
•
+
•
Verbetering sportpark het Schenge 2012: € 262.500, 2013 ev: €487.500 (totaal €6,5 mln.) Structureel € 62.500 voor deelname kansarme kinderen aan activiteiten op school en sport
+/-
•
+
•
Breda
+ +/-
Delft
Nog onbekend
Deventer
Nog onbekend
Dordrecht
Nog onbekend
Ede
Nog onbekend
Eindhoven
Nog onbekend
Emmen Enschede Goes
‘s Gravenhage
Toelichting
+ Nog onbekend
+ • Groningen
Gelijk
Haarlem
Nog onbekend
Haarlemmermeer
Nog onbekend
‘s-Hertogenbosch
Nog onbekend
Leeuwarden
+
Leiden
Nog onbekend
Maastricht
Nog onbekend
Nijmegen
-
Structurele kostenbesparing door optimalisering exploitatie accommodaties: €1 mln. Structurele ophoging sportbudget: o Investering in maatschappelijke prestaties sportverenigingen: €2 mln. o Afschaffing OZB sportaccommodaties: €0,2 mln. Eenmalige investering in speelvoorzieningen (verdere uitvoering nota ‘Spelen in de stad’): €4 mln.
•
Sport wordt niet genoemd bij de concrete bezuinigingsvoorstellen.
• •
Structurele verlaging sportbudget: € 123.000 Incidentele ophoging sportbudget in 2011, 2012, 2013 met €65.000
•
Structurele verlagingen: o Sportbudget: €0,5 mln. Het gaat om het afstoten van
6
+ Sittard-Geleen
•
bovenwettelijke taken. Hierbij worden doelgroepen ontzien. o Budget voor wijkspeeltuinen: €0,2 mln Eenmalige reservering van €150.000 voor een cultuur- en sportfonds voor volwassenen
Nog onbekend
Tilburg
+
• •
Structurele verlaging sportbudget met €627.000 Huurverlaging Willem II: €400.000; vermoedelijk krijgt Willem II nog eer steun
Utrecht
Gelijk
•
Sport wordt niet genoemd bij de concrete bezuinigingsvoorstellen In 2012, 2013 en 2014 wordt er €680.000 euro gereserveerd voor Brede scholen
•
Westland Zaanstad Zoetermeer
Zwolle
•
Sport wordt niet genoemd in de concrete bezuinigingsvoorstellen
+
•
+
•
Speel-/ sportvoorzieningen in de wijk €77.000 in 2011, €87.000 in 2012 en €12.000 in 2013 en 2014. Totaalinvestering: € 188.000 Sport- en cultuurcheque €275.000 in 2011, €150.000 in 2012 en 2013 en €200.000 in 2014. Totaalinvestering: €825.000
Gelijk Nog onbekend
Nog onbekend
7