SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING Syllabus Nederlands 2014 havo
Juni 2012
2
Inhoud Inleiding
4
1. Resultaten digitale veldraadpleging
5
2. Samenvatting en conclusie syllabuscommissie
7
Bijlage 1: Vragenlijst Syllabus Nederlandse taal en letterkunde havo
8
3
Inleiding In het kader van de implementatie van het referentiekader taal is de syllabus Nederlands havo voor 2014 aangepast. Een syllabus is een beschrijving van de centraal examenstof en heeft als doel docenten (en overige betrokkenen) houvast te bieden bij het voorbereiden van de examenkandidaten op de centrale examens. Om te vernemen of deze conceptsyllabus duidelijk aan dit doel voldoet en de gewenste informatie bevat over de aanpassingen die het gevolg zijn van de invoering van de referentieniveaus is het veld middels een digitale enquête geraadpleegd van november 2011 tot eind januari 2012. De resultaten van deze raadpleging zijn samengevat in het voorliggende verslag en zijn meegenomen bij het opstellen van de definitieve versie van de syllabus Nederlands havo 2014. Deze is gepubliceerd in juni 2012. Op dit moment vindt nog een onderzoek plaats naar het niveau van het huidige centraal examens Nederlands havo. De resultaten van dit onderzoek kunnen van invloed zijn op de uiteindelijke inhoud van de syllabus. Dit leidt dan tot een nadere vaststelling van de syllabus voor 2014.
4
1. Resultaten digitale veldraadpleging Opzet digitale veldraadpleging De digitale veldraadpleging vroeg naar de mening van de geënquêteerden over de keuzes die de syllabuscommissie gemaakt had met betrekking tot het inbedden van de referentieniveaus taal in het examenprogramma Nederlands havo. Hierbij waren de gemaakte keuzes expliciet in de vraag opgenomen. In totaal bestond de enquête uit 12 vragen. Bijlage 1 bevat de gehele vragenlijst. Respons digitale veldraadpleging De digitale enquête is voor havo door 56 personen ingevuld. Van deze groep zijn 51 personen docent Nederlands VO, waarvan 16 ook coördinator taalbeleid. De andere vijf zijn schoolleider, coördinator taalbeleid of op een andere manier betrokken bij het vak Nederlands VO. Resultaten per vraag De resultaten worden per vraag en per antwoord uitgedrukt in het aantal respondenten. Daarna volgt, indien van toepassing, een samenvatting van de opmerkingen die gemaakt zijn. NB. Bij de opzet van de veldraadpleging is ervan uitgegaan dat als respondenten op de vragen 1 en 3 ‘ja’ hadden geantwoord, zij de overige vragen niet hoefden te beantwoorden. Dit is ook deels gebeurd. Vanaf vraag 5 hebben 18 respondenten de vragen niet beantwoord. In tegenstelling tot wat de tekst aangaf, namelijk: ‘Indien bij 3 voor ‘ja’ of ‘geen mening’ wordt gekozen, dan eindigt de enquête en verschijnt de tekst ‘Einde Hartelijk dank voor uw medewerking.’ Indien bij 3 ‘nee’ is gekozen, dan volgen de volgende vragen’, was het echter wel mogelijk om de rest van de vragen te beantwoorden als men twee keer ‘ja’ had geantwoord. Dit maakt duidelijk waarom niet meer respondenten na vraag 3 zijn gestopt. Vraag 1: Is de beschrijving in de verantwoording over de aanpassingen als gevolg van het referentiekader taal duidelijk? ja nee geen mening
50 4 2
Vraag 3: Bent u het eens met de keuzes die in de syllabus gemaakt zijn ten aanzien van de aanpassingen als gevolg van het referentiekader taal? ja nee geen mening
43 7 6
Opmerkingen richten zich vooral op ‘lacunes’ in het examenprogramma en de beschrijving van het referentieniveau 3F. Vraag 5: Als bijlage B is de beschrijving van het referentieniveau 3F in de syllabus opgenomen. Bent u het eens met de wijze waarop bij Domein A Leesvaardigheid de tekstsoorten en tekstkenmerken afgestemd zijn op het referentiekader taal? ja nee geen mening niet ingevuld
28 8 2 18
Opgemerkt wordt dat de indeling uiteenzettend/beschouwend/betogend een helderheid suggereert die niet bestaat. Ook twijfelt een respondent over de juiste interpretatie van de referentieniveaus.
5
Vraag 7: Bent u het eens met de wijze waarop de niveauverschillen tussen havo en vwo tot uiting worden gebracht onder de kopjes ‘Onderwerpen van de teksten’, ‘Tekstkenmerken’ en ‘Opdrachten’? ja nee geen mening niet ingevuld
22 10 6 18
Uit opmerkingen blijkt dat men moeite heeft met het algemene karakter van deze beschrijvingen. Vraag 9: Als bijlage B is de beschrijving van het referentieniveau 3F in de syllabus opgenomen. Bent u het eens met de keuze van de syllabuscommissie om de vaardigheid ‘Opzoeken’ niet in het centraal examen te toetsen? ja nee geen mening niet ingevuld
35 3 0 18
In de opmerkingen wordt aangegeven dat opzoeken wel een belangrijke vaardigheid is, maar dat men begrijpt dat het in de huidige vorm lastig te toetsen is in het centraal examen. Vraag 11: Als bijlage B is de beschrijving van het referentieniveau 3F in de syllabus opgenomen. Bent u het eens met de keuze van de syllabuscommissie om geen instructieteksten op te nemen in het centraal examen leesvaardigheid Nederlands? ja nee geen mening niet ingevuld
32 5 1 18
Een respondent geeft aan dat deze tekstsoort wel belangrijk is in een centraal examen: ‘lezen wat er staat, is een te waarderen vaardigheid’. Ook is één respondent van mening dat het goed zou zijn om (pseudo)wetenschappelijke literatuur in het centraal examen op te nemen.
6
2. Samenvatting en conclusie syllabuscommissie Over het algemeen zijn de respondenten het eens met de keuzes die door de syllabuscommissie gemaakt zijn. Wel geven enkele respondenten aan dat het niveauverschil tussen havo en vwo wat hen betreft nog duidelijker mag worden beschreven. Dit probleem wordt al langer ervaren. Het College voor Examens gaat daarom na op welke manier hieraan tegemoet kan worden gekomen. Daarnaast wordt aangegeven dat de indeling in uiteenzettende, beschouwende en betogende teksten een helderheid suggereert die niet bestaat. De syllabuscommissie heeft begrip voor dit standpunt, maar is tevens van mening dat deze soorten teksten in de syllabus zelf wel helder worden uitgelegd. Daarin staat: ‘bij uiteenzettende teksten of tekstgedeelten wordt objectief uitleg gegeven, worden indelingen aangeduid en worden samenhangen en processen verduidelijkt; bij beschouwende teksten of tekstgedeelten worden interpretaties, verklaringen en opinies ter overweging aangeboden; bij betogende teksten of tekstgedeelten wordt een beargumenteerd standpunt ingenomen’. In het kader van de veldraadpleging heeft het College voor Examens ook een mail ontvangen over de conceptsyllabi havo en vwo. In deze mail werd ingegaan op de beschrijving van objectieve argumenten in de syllabi havo en vwo. Naar aanleiding van deze mail heeft de syllabuscommissie de tekst hierover in de syllabi havo en vwo aangepast. Deze tekst is geel gemarkeerd.
7
Bijlage 1: Vragenlijst Syllabus Nederlandse taal en letterkunde havo 1.
Is de beschrijving in de verantwoording over de aanpassingen als gevolg van het referentiekader taal duidelijk? Ja Nee Geen mening
2.
Geef indien gewenst een toelichting op uw antwoord.
3.
Bent u het eens met de in de syllabus gemaakte keuzes ten aanzien van de aanpassingen als gevolg van het referentiekader taal? Ja Nee Geen mening
4.
Geef indien gewenst een toelichting op uw antwoord. 2. 3.
5.
Als bijlage B is de beschrijving van het referentieniveau 4F in de syllabus opgenomen. Bent u het eens met de wijze waarop bij Domein A Leesvaardigheid de tekstsoorten en tekstkenmerken afgestemd zijn op het referentiekader taal? Ja Nee Geen mening
6.
Geef indien gewenst een toelichting op uw antwoord.
7.
Bent u het eens met de wijze waarop de niveauverschillen tussen havo en vwo tot uiting worden gebracht onder de kopjes ‘Onderwerpen van de teksten’, ‘Tekstkenmerken’ en ‘Opdrachten’? Ja Nee Geen mening
8.
Geef indien gewenst een toelichting op uw antwoord.
9.
Als bijlage B is de beschrijving van het referentieniveau 3F in de syllabus opgenomen. Bent u het eens met de keuze van de syllabuscommissie om de vaardigheid ‘Opzoeken’ niet in het centraal examen te toetsen? Ja Nee Geen mening
10.
Geef indien gewenst een toelichting op uw antwoord.
8
11.
Als bijlage B is de beschrijving van het referentieniveau 3F in de syllabus opgenomen. Bent u het eens met de keuze van de syllabuscommissie om geen instructieteksten op te nemen in het centraal examen leesvaardigheid Nederlands? Ja Nee Geen mening
12.
Geef indien gewenst een toelichting op uw antwoord.
Einde Hartelijk dank voor uw medewerking.
9
College voor Examens 030 28 40 700,
[email protected] Postbus 315, 3500 AH Utrecht
www.cve.nl 10