Inhoud 0 1. 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 1.18
Hoe werkt deze cursus? Dwarslaesie in het kort Introductie / samenvatting Iets over medische termen Dwarslaesie Directe gevolgen De wervelkolom Zenuwbanen en functies Het zenuwstelstel Het ruggenmerg Berichten en signalen Wat is een dwarslaesie? Wat gebeurt er met mijn zenuwstelsel? Spinale shock Reflexen en spasticiteit Darmen Blaas Huid en gevoel Hoop op herstel en genezing Genezing Beschrijvingen
Hoe werkt deze cursus? Dit is de printversie van deze cursus, zodat je alles op je gemak kunt doorlezen. Je ziet aan de kleur in welk hoofdstuk je bent. Dit zie je zowel op de computer, tablet of smartphone als in de printversie. Op de website vertellen mensen met een dwarslaesie in een filmpje wat hun ervaringen zijn. Zij zijn de hoofdpersonen in deze cursus. Ze hebben allemaal een dwarslaesie en nodigen je uit om een kijkje te nemen in hun leven. Ze vertellen en laten ook zien hoe zij dit doen, dat leven met een dwarslaesie. Hoe zij relaties opbouwen, werken, wakker worden, transfers maken, van A naar B gaan en nog veel meer. Veel succes met het volgens van de cursus Weer op Weg!
Hoofdstuk 1
Dwarslaesie in het kort
1.0 Uitleg dwarslaesie Dit hoofdstuk geeft een overzicht van je letsel. Het is een samenvatting van de cursus en gaat in vogelvlucht langs alle onderdelen. Meer uitleg kan je vinden in de andere hoofdstukken. We leggen de basiswerking van het ruggenmerg uit. Dit hoofdstuk geeft als het ware een snelle cursus over hoe het ruggenmerg werkt en wat de directe gevolgen van schade zijn. Het gaat over beginnen met het stabiliseren van de beschadigde wervelkolom en het herstellen van eventuele verwondingen. Een aantal zaken willen veel patiënten in het begin weten als ze een dwarslaesie krijgen. Van 'wat kan ik verwachten na het krijgen van een dwarslaesie?' tot 'naar het toilet kunnen', seksuele zaken, gevoel, bloeddruk, en zaken zoals opstaan. Dit hoofdstuk geeft een mooi overzicht van wat je mag verwachten in het begin. Hoewel elke dwarslaesie uniek is en verschilt van persoon tot persoon zijn er zaken waar we allemaal mee te maken krijgen. Ook leggen we de werking van het zenuwstelsel uit. Ik ga je vertellen hoe alles aangestuurd wordt en welke problemen je tegen kan komen met een dwarslaesie.
Een van de eerste vragen die mensen je zullen stellen is: Welk niveau laesie heb jij? Ik leg je uit wat ze daar mee bedoelen en vertel je iets over het gevolg van de verschillende typen dwarslaesie.
Deze cursus is eenvoudig te begrijpen en wordt aangevuld met duidelijke afbeeldingen. Er wordt geen ingewikkeld medisch jargon gebruikt, alleen makkelijk te begrijpen termen. Als je de complete cursus hebt doorlopen weet je veel over jouw dwarslaesie. En ook over andere laesie-typen! Het bereid je voor en geeft je handvatten om weer op weg te gaan.
1.1
Iets over medische termen
De medische wetenschap heeft zich de afgelopen eeuwen enorm ontwikkeld. Er wordt daar veel gebruik gemaakt van medische termen die uit het Latijn komen. De medische taal is ontwikkeld om exact en onderscheidend te zijn.
Hij is bedoeld om verwarring te voorkomen onder mensen die in de zorg werken. Sommige termen kunnen onpersoonlijk, hard en soms zelfs negatief overkomen. Zoals beperkt, niet-functioneel, incompleet of slap. Al deze termen beschrijven de verschillende aspecten van je letsel. Onthoud, je bent een persoon die letsel heeft, je bent niet de hoge laesie in kamer 5. Als je een medische term niet kent, aarzel niet om uitleg te vragen aan de persoon die de term of woorden gebruikt. 1.2 Dwarslaesie Je hebt een ziekte of een ongeluk gehad waardoor je nu een dwarslaesie hebt. Hier leggen we uit hoe je lichaam werkt en welke gevolgen het letsel heeft op de manier waarop het functioneert. Een dwarslaesie verschilt van persoon tot persoon. Voor jou gelden misschien maar enkele gevolgen OF het hele pakket. Deze cursus helpt je 'Weer op weg' en hopelijk maakt het je hongerig naar meer informatie. Vraag de medische professionals om je heen wat er voor jou relevant is. Acute fase Na een ongeval of ziekte is er misschien een operatie nodig om de beschadigde wervels te stabiliseren. Dit stabiliseren is nodig om verdere schade aan het ruggenmerg te voorkomen. Soms moet je enige tijd een korset of halskraag dragen om de rug of nek stil te houden en te laten herstellen. Tip: In het ziekenhuis en het revalidatiecentrum komt er veel informatie op je af en het personeel lijkt erg druk. Blijf je vragen stellen, ook als er veel medische termen gebruikt worden.
1.3
Directe gevolgen Onder je dwarslaesie voel je geen druk op de huid en krijg je geen signalen die aangeven dat je de druk op je huid moet verminderen. Het is noodzakelijk je huid actief te beschermen tegen druk om wondjes te voorkomen. Dit kun je doen door de druk te variëren en van houding te wisselen, of door op een ondergrond te gaan zitten of liggen die de druk goed verdeelt.
Je kan het niet voelen als je blaas vol is en je kunt niet spontaan plassen. Een arts of verpleegkundige helpt je in het begin daarmee, totdat je dit zelf kan. Je hebt in het begin ook hulp nodig hebben om je darmen leeg te maken.
Omdat je je ledematen die verlamd zijn niet kunt bewegen doet een fysiotherapeut dit voor jou om te voorkomen dat ze stijf worden of gaan vervormen. Mogelijk krijg je ook spasmen en merk je dat spieren in het verlamde deel uit zichzelf aanspannen. Bij vrouwen stopt waarschijnlijk de ongesteldheid een tijdje, maar in de loop van de tijd zal zich dit herstellen.
Mannen zullen merken dat ze geen erectie kunnen krijgen of er geen invloed op hebben. De meeste mensen met een dwarslaesie kunnen weer een seksueel actief leven krijgen. Als je een hoge dwarslaesie hebt is het systeem dat je lichaamstemperatuur regelt, waarschijnlijk verstoord. Je temperatuur kan lager zijn dan normaal en je kunt rillerig zijn of warm aanvoelen. Mogelijk kun je niet zweten of merk je dat je JUIST veel zweet.
Je kunt niet zelfstandig zitten en in het begin word je voorzichtig en korte momenten rechtop gezet. Als je te snel rechtop komt, vooral als je een hoge dwarslaesie hebt, kun je flauw vallen. Je kunt last hebben van een lage bloeddruk. in de eerste weken. Na ongeveer een maand kunnen de mensen met een hoge dwarslaesie last krijgen van een hoge bloeddruk. Als je zit, merk je dat je geen evenwicht hebt zonder steun. Met je beperkte gevoel en bewegingsmogelijkheden leer je helemaal opnieuw hoe je je lichaam in balans houdt. Je kunt wat depressief zijn en je misschien wel boos of schuldig voelen. Dit zijn normale gevoelens na de heftige gebeurtenis die je overkomen is. De schok voor je lichaam, de verveling van plat op je rug liggen in het ziekenhuis, het gevoel dat alles voor je gedaan moet worden en je zelf niets kunt, de onzekerheid over de toekomst, en de zorgen die je je maakt over vrienden en familie. Dit zijn allemaal factoren die je gevoelens negatief kunnen beïnvloeden.
De komende weken kan je niet naar huis, je werk of studie niet oppakken, je kan niet zorgen voor je gezin, vrijen, koken of sporten.
Later in de revalidatie kan je er weer op uit, naar het café, de bioscoop, het theater en kun je weer de meeste dingen doen. In de meeste gevallen lukt het weer om een aantal taken uit te voeren, hoewel je er meer moeite voor moet doen dan hiervoor. Je waardeert ze weer net zo OF zelfs meer dan voorheen. De revalidatie die na de ziekenhuis periode volgt is een intensieve tijd waarin je hard werkt om de meest basale dingen opnieuw te leren. De revalidatie duurt meestal tussen de drie tot 9 maanden. Afhankelijk van de hoogte van de dwarslaesie en het herstel.
1.4 De wervelkolom De wervelkolom is een stapel botten, banden en zenuwbanen en hij voert twee belangrijke taken uit. Het is een structuur die de delen van je lichaam met elkaar verbindt. In de wervelkolom ligt het ruggenmerg dat met zenuwbanen de verbinding maakt tussen de hersenen en elk deel van het lichaam. Het ruggenmerg begint in je nek en eindigt bij je stuitje. De wervelkolom is een stapel van 33 wervels. De wervels staan op elkaar gestapeld en worden bij elkaar gehouden door tussenschijven, banden en spieren. Banden houden de wervelkolom stabiel en de spieren zorgen voor beweeglijkheid.
De elastische tussenwervelschijven bevinden zich tussen elke wervel en voorkomen dat de wervels elkaar raken en vangen schokken op voor de wervelkolom.
De wervelkolom is verdeeld in 4 delen, elk deel heeft een eigen naam en elke wervel een eigen nummer. Cervicaal (nek)
Thoracaal (hoge rug)
Lumbaal (lage rug)
Sacraal (stuitje)
1.5
Zenuwbanen en functies
Tussen elke twee wervel komen een tweetal zenuwbundels naar buiten. In de nek zijn er meer zenuwbundels (acht) dan er wervels zijn, dat zijn er namelijk zeven.
Midden in elke wervel zit een holte. Als alle wervels op elkaar staan, ontstaat er een tunnel, die we het wervelkanaal noemen. Deze tunnel beschermt de zenuwbanen helemaal rondom. Tussen elke twee wervels zitten links en rechts openingen waardoor zenuwbundels naar buiten komen. Elke zenuwbundel maakt de verbinding tussen de hersenen en de verschillende delen van je lichaam.
1.6
Het zenuwstelstel
Het zenuwstelsel bestaat uit je hersenen, het ruggenmerg en de zenuwbanen die uit het ruggenmerg komen. De hersenen regelen een aantal functies van het lichaam automatisch, zoals de hartslag en ademhaling. Zonder dat je je daar bewust van bent. Andere functies, zoals bijvoorbeeld het oppakken van een voorwerp, vragen bewuste actie. Het zenuwstelsel helpt je om alle lichaamsfuncties te controleren en kan ruwweg in tweeën verdeeld worden. De hersenen en het ruggenmerg samen vormen het centrale zenuwstelsel. De uitgaande zenuwbundels verbinden het centrale zenuwstelsel met de rest van het lichaam. Ze worden samen het perifere zenuwstelsel genoemd.
Het zenuwstelsel kan ook in twee delen onderverdeeld worden op basis van de functies. Het animale zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel. Het animale zenuwstelsel Het perifere zenuwstelsel zorgt voor de communicatie tussen de hersenen en de bewegende lichaamsdelen. De belangrijkste functie is prikkels doorgeven naar de hersenen en, nadat de informatie verwerkt is, het aansturen van bewuste bewegingen. Het perifere zenuwstelsel controleert en stuurt onder andere aan: • beweging • gevoel • reflexen Het autonome zenuwstelsel Het autonome zenuwstelsel beheert de onbewuste functies van je inwendige klieren en organen. Als je een dwarslaesie hebt, is dit systeem waarschijnlijk ook verstoord. Het autonome systeem controleert en stuurt onder andere aan: de hartslag en de bloeddruk - de ademhaling - de lichaamstemperatuur - zweten - rillen - de blaas- en darmfunctie - de spijsvertering - bij mannen: de seksuele functie
1.7
Het ruggenmerg
Je ruggenmerg is een ingewikkeld communicatie systeem dat het mogelijk maakt dat je hersenen 'praten' met delen van je lichaam en dat deze delen berichten terug kunnen sturen naar je hersenen.
Het ruggenmerg is te vergelijken met een telefoonkabel met heel veel draden. De doorsnede is ongeveer de dikte van je pink en loopt vanaf de hersenen omlaag tot ongeveer L1, de eerste lumbale wervel onderaan je rug. Op dit punt lopen de zenuwbanen als een bundel uit de wervel. Dit noemt men de cauda equina, vertaald betekent dit de paardenstaart, omdat het daar een beetje op lijkt.
Om het ruggenmerg liggen 3 beschermende lagen. • De buitenste laag heet dura mater en is erg sterk. • De volgende laag, de arachnoidea lijkt op een spinnenweb en is een strak ingepakte laag. • De pia mater is erg dun en zorgt voor een waterdichte laag waardoor de hersenvloeistof vastgehouden wordt. Deze vloeistof vangt schokken voor de hersenen en het ruggenmerg op.
Pia mater Arachnoidea Dura mater
Het ruggenmerg zelf heeft een vlindervorm met 2 waarneembare gebieden, de grijze en witte stof.
1.8 Berichten en signalen De belangrijkste functie van het ruggenmerg is het doorgeven van berichten uit je lichaam naar je hersenen en van je hersenen naar je lichaam. Deze berichten gaan door de witte stof in het ruggenmerg. Net als bij liften, hebben de banen ieder een eigen pad en bestemming. De banen gaan zowel van de hersenen af als naar de hersenen toe.
Er zijn 3 verschillende soorten berichten: 1. gevoel: sensorisch 2. beweging: motorisch 3. bescherming: reflexen Sensorische berichten: Sensorische berichten worden ergens vanuit je lichaam verzonden, bijvoorbeeld vanuit je hand, naar het ruggenmerg. Het ruggenmerg verstuurt de informatie dan naar de hersenen. Als het bericht de hersenen bereikt kan het vertaald worden naar gevoel, zoals aanraking, druk, pijn of temperatuur (warm of koud). Er is nog een belangrijk gevoel waar je je waarschijnlijk niet bewust van bent. Dit heet proprioceptie en het houdt onbewust continu bij wat de positie van je lichaamsdelen en gewrichten is. Proprioceptieve berichten geven de hersenen informatie over je lichaamshouding, om de hersenen te helpen de precieze bewegingen te coördineren. Dit gebeurt bijna onbewust, bijvoorbeeld bij het veranderen van de positie van je hand. Motorische berichten: Motorische berichten beginnen in je hersenen en gaan door het ruggenmerg. Zenuwbanen geleiden deze berichten naar de juiste delen van je lichaam. Dit systeem beheert de meeste spieren.
Reflexen: Het lichaam heeft een prachtig ingebouwd verdedigingssysteem. Niet alle berichten die vanuit het lichaam komen gaan helemaal naar je hersenen. Het ruggenmerg heeft de mogelijkheid zelf beslissingen te nemen. Als je bijvoorbeeld op een scherp voorwerp stapt, geeft de huid een sensorisch signaal af. Als dit signaal als een 'paniek' signaal herkend wordt, dan stuurt het ruggenmerg een reflex naar de spiergroep waar het signaal vandaan komt. Je voet zal zich automatisch omhoog trekken om weg te komen van het pijnlijke voorwerp. Het originele signaal gaat ook nog naar de hersenen om de reflex weer iets te onderdrukken om de controle over de beweging weer terug te krijgen. 1.9 Wat is een dwarslaesie? Een dwarslaesie ontstaat als er een beschadiging is in het ruggenmerg. Deze beschadiging blokkeert de communicatie tussen je hersenen en je lichaam. Een dwarslaesie die ontstaat door breken, afscheuren of kneuzen door krachten van buitenaf, heet een traumatische dwarslaesie.
Een dwarslaesie kan ook ontstaan door ziekte zoals multipele sclerose (MS), een infectie, of kanker in de wervelkolom. De hoogte van de dwarslaesie wordt aangegeven door de zenuwbaan die beschadigd is, maar kan ook verwijzen naar de beschadigde wervel. Meestal wordt de laesiehoogte aangeven met de hoogte van de beschadigde zenuw. Bijvoorbeeld C5/C6, dat betekent een breuk bij de 5e en 6e cervicale wervel. Dat is dus in de nek.
1.10 Wat gebeurt er met mijn zenuwstelsel? Nu signalen niet meer langs het beschadigde deel verstuurd worden, kunnen de hersenen de spieren onder je laesieniveau niet meer aansturen. Ook sensorische signalen kunnen niet meer naar de hersenen toe verstuurd worden. Hierdoor is het gevoel voor warm en koud, pijn en druk verstoord. Vraag de specialist om uit te leggen welk deel van de wervelkolom bij jou beschadigd is. Reflexen werken mogelijk nog wel via een soort 'loop' of terugkaatsing via het ruggenmerg zelf. Maar de hersenen kunnen die reflexen niet meer remmen, dit kan zich uiten in spasticiteit van de spieren. Het is belangrijk te begrijpen dat de signalen vanuit je hersenen en vanuit je lichaam nog wel worden verzonden, maar dat ze de hersenen of spieren niet meer bereiken. Ze kunnen niet meer langs het niveau van je dwarslaesie. De spieren en organen onder het niveau van de dwarslaesie worden wel nog van bloed en voedingsstoffen voorzien. Mogelijk ervaar je na de dwarslaesie veranderingen in je ademhaling, je temperatuurregeling, je hartslag en je bloeddruk. Waarschijnlijk is het behoorlijk lastig om te gaan met je blaas- en darmfunctie en seksualiteit. Meer informatie hierover vind je in de andere hoofdstukken in deze cursus. Onzekerheid over seksuele functies en of je nog kinderen kunt krijgen, kunnen een grote impact op je hebben.
1.11 Spinale shock Meteen na het ongeval kan het ruggenmerg in een shock raken. Tijdens deze shockfase kunnen reflexen, beweging en gevoel onder de dwarslaesie afwezig zijn. Een spinale shock kan van enkele uren, tot enkele maanden duren. Door deze spinale shock is het soms lastig om in de eerste fase de exacte uitval op de langere termijn te bepalen. Soms komt er in de eerste weken wat gevoel terug. Dit verschilt echter zeer van persoon tot persoon. Elke terugkeer van reflexen onder het laesieniveau geeft aan dat de spinale shockfase verloopt. 1.12 Reflexen en spasticiteit Reflexen behoren tot de normale functies van het ruggenmerg vóór de dwarslaesie. Het reflexsysteem reageert direct om het lichaam tegen schade te beschermen en het voorkomt zo dat je je zelf bezeert. Bijvoorbeeld door je lichaam terug te trekken van iets heets.
Pijnlijke druk op spieren of pijnsensaties vanuit de huid geven een signaal af via de zenuwbanen in dat gebied.
Zwakke signalen gaan via ruggenmerg naar de hersenen.
het
Sterke signalen keren via het ruggenmerg meteen terug naar de betreffende spieren om het lichaamsdeel weg te halen van de druk of pijn.
De hersenen remmen de reflex weer af naar een hanteerbare beweging. Als de dwarslaesie T12 of hoger is, zijn de reflexen waarschijnlijk nog intact. Signalen vanuit het lichaam worden nog steeds via het ruggenmerg zelf terugvertaald naar een reflex. Omdat de hersenen de beweging niet meer afremmen is het resultaat een spasme. Als de laesiehoogte T12 of lager is dan zul je waarschijnlijk geen last hebben van spasticiteit. Spasticiteit zul je niet snel als iets positiefs beschouwen. Toch kunnen spasmen erg handig zijn. Spasmen geven aan dat er iets niet in orde is. Gaandeweg zul je uit deze signalen leren begrijpen wat er aan de hand is met je lichaam. Zo kan spasme aangeven dat de blaas vol is. Spasticiteit kan ook de spieren in de benen onderhouden, de bloedsomloop op gang houden en de blaas of darmfunctie helpen. Een volle blaas bijvoorbeeld zal een sensorisch signaal afgeven naar de hersenen, dat signaal komt echter niet aan, maar kan wel een reflex geven die de blaas leegt. 1.13 Darmen Direct na het ontstaan van de dwarslaesie zijn de darmen 'slap', dat wil zeggen dat er geen spieractiviteit is. Je ingewanden verwerken nog wel voedsel en nemen voedingsstoffen op. Afhankelijk van de hoogte van de dwarslaesie ontwikkel je een 'reflexdarm' of de darmen blijven slap.
1.14 Blaasfunctie Plassen is een hele normale dagelijkse activiteit. Een plas doen is de laatste fase van een ingewikkeld en zeer belangrijk proces in ons lichaam. Het urinewegsysteem is voortdurend bezig met het controleren van de hoeveelheid water en afval in het lichaam. Het is het 'oliefilter' van het lichaam en zorgt ervoor dat het lichaam schoon blijft en soepel blijft lopen. Een dwarslaesie verstoort de mogelijkheid om normaal te plassen. Zelfs een kleine beschadiging heeft al invloed op het commando “plassen”. Er zijn echter verschillende manieren om de blaas weer onder controle te krijgen. Het is belangrijk om goede technieken te leren voor de controle van de blaas. Dat is nodig om geen blaasinfecties te krijgen, om blaas- en nierstenen en andere complicaties te voorkomen, zowel nu als in de toekomst. 1.15
Huid en gevoel
De zenuwbanen die uit het ruggenmerg vertakken, geven sensorische informatie vanuit de verschillende delen van het lichaam door aan de hersenen. Het gebied dat bediend wordt door één zenuw heet een dermatoom, Via dermatomen kan je vrij goed bepalen welk deel van het ruggenmerg beschadigd is. Andere zenuwbanen geven motorische informatie door aan de spiergroepen vlakbij de dermatomen. Het spiergebied dat bediend wordt door een zenuw heet een myotoom. Een dwarslaesie betekent dat je constant de taak van ‘op de huid letten’, van je zenuwstelsel moet overnemen.
Omdat je niet automatisch kunt reageren op schade op het moment dat deze ontstaat, moet je schade voorspellen en voorkomen voordat hij kan optreden.
Je moet goede gewoontes aanleren om druk te verminderen. Dit kan door te 'liften' in de stoel of te draaien als je ligt om je huid in conditie te houden. Dit alles om te voorkomen dat je terug moet naar het ziekenhuis of het revalidatiecentrum. 1.16
Hoop op herstel en genezing De spinale shock verbergt in eerste instantie de uiteindelijke hoogte van je beperkingen. Je komt misschien in de verleiding om niet mee te doen aan bepaalde delen van de revalidatie, in de hoop dat je volledig zult herstellen. Het is waar dat er veel verschillen zijn in het functieverlies, zelfs bij gelijke laesiehoogtes. Dit geldt vooral bij incomplete laesies. De hoop op herstel moet je echter niet tegenhouden in je revalidatie.
Hard werken tijdens de revalidatieperiode betekent dat je beter gebruik kunt maken van de eventuele terugkeer van functies in een later stadium. Als alles verder mee zit kan je misschien het revalidatiecentrum zelfs eerder verlaten!
1.17
Genezing Je wilt natuurlijk weten wat de kans op 'genezing' is. Een dwarslaesie is geen ziekte en kan niet genezen. Dat geldt ook als hij is ontstaan DOOR een ziekte. Net zoals bij andere verwondingen kunnen de medisch specialisten de symptomen en effecten van het letsel behandelen tot daar waar de medische wetenschap reikt. Een dwarslaesie is een van de meest complexe letsels die een lichaam kan overkomen.
Er zijn meer dan 200 internationale wetenschappelijke programma's waarin onderzoek wordt gedaan naar alle aspecten en de herstelmogelijkheden van een dwarslaesie.
De vooruitgang geeft hoop, maar bij GEEN van deze programma’s is het gelukt om een complete dwarslaesie te genezen.
Waarschijnlijk zal door de constante vooruitgang in de medische wetenschap, het uiteindelijk mogelijk worden om de functie van het ruggenmerg te repareren. Het is waarschijnlijk dat deze procedures eerst beschikbaar zullen komen voor mensen met een nieuwe dwarslaesie. Dit komt omdat het lichaam het beschadigde deel van het ruggenmerg 'aanvalt'. De eerste resultaten zullen bereikt worden, door in de eerste 48 uur na het letsel te voorkomen dat het lichaam deze 'aanval' uitvoert. Bestaande dwarslaesies zullen lastiger te repareren zijn dan de 'nieuwe' laesies. Na het letsel ontstaat er een kettingreactie in het lichaam, die de zenuwcellen rond het letsel beschadigt. Hierdoor vermindert de kans op herstel. De schade lijkt ook groter te zijn als er een zuurstoftekort is geweest na het letsel. Er is veel onderzoek naar het voorkomen van dit zuurstoftekort, om zo de totale schade te beperken. Er zijn veel publicaties en websites die aandacht besteden aan dit onderwerp.
1.18 Beschrijvingen Geen twee mensen met een dwarslaesie zijn hetzelfde. Afhankelijk van de oorzaak van de beperking, kunnen er enkele ruggenmergzenuwen niet aangetast zijn. De volgende termen worden gebruikt om het type en mate van de dwarslaesie te classificeren. De volgende tabel verklaart veelgebruikte termen en jargon die je dagelijks zult horen in het revalidatiecentrum. De behandelaars zijn zo gewend om deze termen te gebruiken, dat ze soms zullen vergeten ze voor je te vertalen. Als je een term hoort die je niet kent, vraag iemand om hem uit te leggen of zoek de term op in deze tabel. Zo kom je erachter waar ze het allemaal over hebben. Laesie Elke schade aan het ruggenmerg heet een dwarslaesie. Als hij veroorzaakt wordt door een trauma, dan heet het een traumatische dwarslaesie. Laesieniveau In de medische wereld wordt een dwarslaesie aangeduid door het niveau van de schade aan het ruggenmerg. Dit wervelniveau beschrijft welke wervel beschdigd is (bijvoorbeeld halswervel 6 en 7 = C6/7). Het neurologische niveau beschrijft welke zenuwbanen beschadigd zijn, gevolgd door de term compleet of incompleet. Compleet Een complete laesie betekent dat er een totale blokkade van signalen is vanaf het niveau van het letsel. Er is geen gevoel of beweging onder het niveau van het letsel. Incompleet Een incomplete laesie betekent dat er een gedeeltelijke blokkade is en dat er een deel van het gevoel of de bewegingen onder het niveau van de laesie intact is. De grootte van de verstoring hangt af van de schade in het ruggenmerg. Er zijn 5 types incomplete letsels: Paralyse Paralyse betekent dat het onmogelijk is om delen van het lichaam te voelen of bewust te bewegen. Paraplegie (lage dwarslaesie) Deze term wordt gebruikt om aan te geven dat er een uitval is onder de T1 wervel. Mensen met een paraplegie hebben een volledige of gedeeltelijke uitval van de benen en romp.
Tetraplegie/quadriplgie (hoge dwarslaesie) Mensen die letsel hebben in het cervicale deel van het ruggenmerg, hebben een incomplete of complete paralyse van de armen en benen. Ze heten tetraplegen omdat alle vier de ledematen uitgevallen zijn (tetra is Grieks voor vier). Quadriplegie betekent hetzelfde, deze term wordt meer in Amerika gebruikt. Neurologie Elk letsel dat het ruggenmerg niet beschadigt zal door medici worden beschreven als 'letsel zonder neurologische uitval'. Dit betekent dat het zenuwstelsel geen schade heeft en normaal functioneert. De meeste patienten zonder neurologische uitval zullen door orthopeden behandeld worden en niet verwezen worden naar een dwarslaesie-afdeling. Veel voorkomende termen In de volgende tabel staan de meest voorkomende termen, spreektaal en jargon, die je dagelijks om je heen hoort als je op een dwarslaesie-afdeling ligt. Het medische team is zo gewend deze 'codetaal' te gebruiken dat ze soms vergeten om alles voor jou te vertalen. Als je een term hoort die je niet kent, vraag dan iemand om uitleg. Als dat niet lukt, zoek het woord op in de volgende tabel. Dan krijg je enig idee waar ze het over hebben. Term Een acute dwarslaesie
Uitleg Alle patiënten in de eerste fase van het herstel noemt men ook wel acute dwarslaesie
Blaasspoelen
Zie het hoofdstuk 'blaas'
Douchetoiletstoel
Een rolstoel die gebruikt wordt om boven een toilet te gebruiken, maar die ook onder de douche gebruikt wordt
Elro
Elektrische Rolstoel
IC
Intensive Care De afdeling in het ziekenhuis waar mensen met een dwarslaesie vlak na het ongeval meestal terecht komen
Intermitterend Zelf Katheteriseren
Zie hoofdstuk 'blaas'
Isolatie
Patiënten met een bacterie zoals MRSA of EBSL moeten soms tijdelijk in isolatie verpleegd worden. Er worden dan extra maatregelen genomen om besmetting naar andere patiënten te voorkomen.
MRI
Magnetic resonance Imaging Methode om organen in het lichaam te bekijken
MRSA
Multi-resistant Staphylococcus Aureus Een bacterie die resistent is tegen behandeling. Mensen met MRSA worden met extra beschermende maatregelen verpleegd om verder besmetting te voorkomen.
ET
Ergotherapeut
FT
Fysiotherapeut
AT
Activiteitentherapie
Transfer
Het verplaatsen van het lichaam naar een andere plek. Bijvoorbeeld van het bed naar de rolstoel.
Vochtbalans
Een programma waarmee de hoeveelheid vloeistof die iemand drinkt en uitplast bijgehouden
Gefeliciteerd: je hebt het eerste hoofdstuk afgerond!