VERSLAG VOORBESPREKING Conceptnota Welstandsbeleid 16 juli 2013 Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede
Gespreksleider
de heer J.C. Bloemheuvel
Griffier
mevrouw M.A.C. van Esterik
Leden VVD
de heer E.A. Speijer
CDA
de heer drs. J.B. Smudde
SP
de heer J. Oechies
GroenLinks
de heer H.M.M. van der Lugt
PvdA
mevrouw E. Oosterom
PCG
de heer G. Taute
BurgerBelangen Nu
de heer R. van der Wal
D66
de heer A. Brouwer
Gasten
de heer A. Tom, directeuf WMMN de heer R. van Deelen, rayon architect WMMN
Portefeuillehouder
de heer drs. R.W. Peek
Notulist
mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig
Beeldvorming De gespreksleider opent de voorbespreking en heet iedereen welkom. Voordat de conceptnota welstandsbeleid wordt vrijgegeven voor de inspraak wordt de raad geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingen van het welstandsbeleid. Voorgesteld wordt om een groot gedeelte van de gemeente tot welstandsvrij gebied te verklaren. Verder worden er kleinere aanpassingen doorgevoerd. Naast deze wijziging van de nota welstandsbeleid ligt er nog het agenderingsverzoek met betrekking tot het aangaan van een gesprek over wel/geen stadsbouwmeester in plaats van een welstandscommissie. De behandeling van het 1 Voorbespreking conceptnota Welstandsbeleid, 16 juli 2013
agenderingsverzoek vindt gelijktijdig met de behandeling van de conceptnota plaats. Wethouder Peek leidt het onderwerp kort in. Er is voor gekozen om niet het hele stuk te herschrijven. Drie belangrijke zaken worden aangepast: de termen zijn aangepast in het kader van de Wabo, een aanpassing met betrekking tot de Steenstraat en voorgesteld wordt om een aanzienlijk deel van de gemeente welstandsvrij te maken. Eén en ander wordt in september voor inspraak vrijgegeven. Hij merkt op dat er wetsvoorstel is ingediend met betrekking tot de omgevingswet. Dit betekent dat allerlei wetten bij elkaar gebracht zullen worden. Hij verwacht dat voordat dit traject twee tot drie jaar in beslag zal nemen. Een deel van het welstandsbeleid zal altijd overeind blijven binnen de gemeente. Mevrouw Oosterom (PvdA) vraagt of de stippen op de kaart de gebouwen betreffen die onder welstand blijven. Wethouder Peek antwoordt dat zaken nog verfijnd moeten worden. Het is inderdaad de bedoeling dat bepaalde gebouwen worden aangemerkt. Mevrouw Oosterom (PvdA) merkt op dat bepaalde waardevolle landgoederen niet zijn aangemerkt. De heer Smudde (CDA) begrijpt dat Nieuw Domensteyn hier ook onder valt. Dit wordt bevestigd. De heer Brouwer (D66) refereert aan de balieomgevingsvergunning en informeert naar de samenhang. Wethouder Peek antwoordt dat deze niet ingevoerd kan worden als het welstandbeleid niet is aangepast. De heer Tom houdt een presentatie (hand-out verstrekt). Hij vindt het prettig om gezamenlijk over de ruimtelijke kwaliteit van Wijk bij Duurstede te spreken. Hij schetst de geschiedenis van het welstandstoezicht. Sinds de Gouden Eeuw zijn mensen al actief bij het adviseren over bouwplannen. De schoonheidscommissie is ongeveer 100 jaar geleden ontstaan. Betrokken particulieren maakten zich zorgen over wat er gebouwd werd. De Provinciale Utrechtse Welstandscommissie werd in 1929 opgericht. In 2004 is een welstandsnota verplicht gesteld. Het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid is meer dan alleen een beeldkwaliteitsplan. Een commissie ruimtelijke kwaliteit, een stadsbouwmeester of een welstandcommissie adviseert aan een gemeentebestuur of bouwplannen binnen het ruimtelijke kwaliteitsbeleid vallen. Het bestemmingsplan gaat voor welstandsadvisering. Welstand mag geen rechten frustreren of inperken. Hij wijst ter illustratie op een situatie in Amsterdam waarbij het in het bestemmingsplan mogelijk was om tot 12 lagen hoog te bouwen. De welstandscommissie kan dan enkel nog adviseren over de te gebruiken materialen. De welstandscommissie wordt heel vaak gelinkt aan dakkapellen, maar er komen veel meer zaken aan de orde. Hij wijst ter illustratie op de kwaliteit van bedrijventerreinen waar het zaak is om te bepalen voor welke kwaliteit wordt gekozen. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de relatie met de omgeving. Zaken worden getoetst aan de randvoorwaarden die de raad heeft opgesteld. De adviseur staat centraal. Niet alle plannen gaan via de welstandscommissie. Er worden regelmatig gesprekken gevoerd met leden van de welstandcommissie. Hij introduceert de heer P. van Deelen, die als architect is betrokken bij de gemeente.
2 Voorbespreking conceptnota Welstandsbeleid, 16 juli 2013
De welstandscommissie wil graag in een vroegtijdig stadium meedenken. Hij refereert aan het de wijk De Geer die hij aanmerkt als een bijzondere wijk. Het college heeft bij sommige plannen afgeweken van de adviezen van de welstandscommissie. Hij noemt in dit kader het Joliceterrein en het project Langshaven. Hij kan zich voorstellen dat er vragen zijn over het project aan de oude Haven; hier is nog steeds geen officiële bouwaanvraag voorgelegd. De welstandscommissie is voorstander van inspireren en meer vooroverleg. Daarnaast wordt het ervenconsulentschap verzorgd door de welstandscommissie. De gemeenschappelijke regeling bestaat sinds 1969, maar zal waarschijnlijk worden opgeheven. De heer Oechies (SP) licht het agenderingsverzoek toe. De functie die de welstandscommissie in de praktijk uitvoert, wordt vaak anders ervaren door de indieners van bouwplannen. Zijn fractie is voorstander van een traject waarbij meer vooroverleg plaatsheeft en er meer inspirerend gewerkt wordt. De opmerkingen die door welstand worden geplaatst kunnen ook tot kostenverhoging leiden in de uitvoering. Dat er getoetst dient te worden aan de kaders die de raad heeft gesteld blijft buiten kijf, maar er moeten geen drempels opgeworpen worden. De heer Speijer (VVD) merkt op dat de nota enkele zinnen bevat die tekstueel niet helemaal juist zijn. De gespreksleider verzoekt om dit door te geven aan de opstellers van de nota zodat het aangepast kan worden en biedt vervolgens gelegenheid om vragen te stellen. De heer Smudde (CDA) informeert of het idee dat nu ter tafel ligt een idee van de gemeente is. Wethouder Peek antwoordt dat dit het geval is. Welstandvrije of welstandsluwe gebieden sluiten aan bij een discussie die vaker wordt gevoerd in het kader van deregulering. Het college heeft dit opgepakt met dit voorstel. De wetgever biedt deze mogelijkheid. De nota komt nog terug bij de raad ter vaststelling in het najaar. Mevrouw Oosterom (PvdA) informeert naar de mening over het welstandsvrij maken van een groot deel van de gemeente en vraagt of dit belemmerend werkt voor de welstandscommissie. De heer Tom antwoordt dat dit past in de trend van deregulering. Het gaat er niet om wat de welstandscommissie vindt, maar hoe de raad hierover denkt. Hij noemde daarnet al de wijk De Geer als voorbeeld. Hij is benieuwd welke delen van Wijk bij Duurstede de raad interessant vindt. Hij adviseert om zorgvuldig om te gaan met het wegdoen van instrumenten die nu voor handen zijn. De welstandscommissie werkt als een soort zeef. Zaken kunnen soms discussies opleveren waardoor inderdaad enige vertraging ontstaat. Bij kleinere ingrepen kan wellicht wat soepeler met zaken omgegaan worden. Sommige gemeenten kiezen ervoor om de achterkanten van woningen als welstandvrij aan te merken. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) geeft aan dat zijn fractie een hekel heeft aan machtsposities. De burgerij kijkt toch vaak op een bepaalde manier aan tegen de welstandscommissie. Zijn fractie kan zich vinden in de plannen voor een stadsbouwmeester, maar stelt daarbij voor om meerdere stadsbouwmeesters aan te stellen zodat er meer marktwerking ontstaat.
3 Voorbespreking conceptnota Welstandsbeleid, 16 juli 2013
Wethouder Peek benadrukt dat er nog geen voorstel voorligt om een stadsbouwmeester aan te stellen. Het agenderingsverzoek richt zich wel op een stadsbouwmeester. De gemeente werkt op dit moment nog met de welstandscommissie. Het betreft een gemeenschappelijke regeling die als taak heeft om de kwaliteit van bouwplannen te beoordelen. Het veranderen van de samenstelling brengt ook in financiële zin een verandering met zich mee. Op het moment dat er sprake is van liquidatie van de GR kan deze afweging gemaakt worden. De heer Tom vult aan dat de wet vraagt om een onafhankelijk door de raad aangewezen persoon. Dit kan niet vanuit de markt. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) is van mening dat de gemeente een vijftal deskundigen zou kunnen benoemen. De heer Speijer (VVD) heeft kennis genomen van de nota. Deregulering spreekt zijn fractie aan. met betrekking tot het agenderingsverzoek merkt hij op dat de financiële onderbouwing niet voldoende is uitgewerkt. De gemeente wil een regiegemeente geworden. Hij vraagt zich af waarom dit onderwerp dan juist weer naar de gemeente getrokken wordt. De heer Oechies (SP) antwoordt dat het meer om een efficiencyslag gaat. Zijn fractie wil graag een inhoudelijke discussie voeren. De welstand wordt nu anders ervaren door personen die een aanvraag indienen. De heer Speijer (VVD) wijst op het beleid dat zorgvuldig gewogen moet worden omdat het veel impact kan hebben als zaken niet goed lopen. De heer Oechies (SP) vervolgt dat de gemeente Enschede sinds enkele jaren met twee stadsbouwmeesters werkt. Hij begrijpt dat de welstandscommissie ongeveer 25 aanvragen per jaar behandeld en informeert hoeveel bouwplannen er door een architect worden getekend. De heer Van Deelen antwoordt dat het niet uitmaakt wie de tekening heeft gemaakt. Eén en ander wordt getoetst aan de welstandsnota. Hij acht deze vraag niet relevant. De heer Oechies (SP) merkt op dat het straks bij de omgevingsvergunning wel een rol gaat spelen. Wethouder Peek verduidelijkt dat bij de balieomgevingsvergunning een lijst wordt opgesteld van architecten die plannen mogen indienen. De heer Taute (PCG) vindt de richting waarin het college probeert de lasten voor 80% te beperken heel goed. Hij wijst op het aantal malen dat advies is gegeven in 2011 en 2012 en wijst vervolgens op de financiële consequenties voor de gemeenschappelijke regeling. Wethouder Peek antwoordt dat de regeling zoals die nu wordt voorgesteld betekent dat er substantieel minder adviezen gevraag worden aan de welstandscommissie waardoor er een financiële compensatie moet worden afgesproken met de gemeenschappelijke regeling. Desgevraagd geeft hij aan dat er leges worden betaald voor een vergunning. Als er geen welstandstoets nodig is, zullen deze leges wellicht lager zijn. De heer Brouwer (D66) merkt op dat het voorstel betekent dat er sneller bouwvergunningen kunnen worden afgegeven, maar in financiële zin levert het niets op voor de gemeente omdat 4 Voorbespreking conceptnota Welstandsbeleid, 16 juli 2013
het verminderd aantal adviezen moet worden gecompenseerd. Hij is van mening dat er met een stadsbouwmeester goedkoper gewerkt kan worden dan met een welstandscommissie en verzoekt om dit idee te bekijken vanuit het college. Wethouder Peek antwoordt dat in de Kadernota al bedragen zijn opgenomen voor de financiële compensatie. De gemeenschappelijke regeling is in beweging, mogelijk wordt er zelfs overgegaan tot liquidatie. Het voorstel gaat over het aanpassen van het welstandsbeleid. Er wordt nog niet gekozen voor een stadsbouwmeester. De suggestie dat het goedkoper zou zijn, moet nog genuanceerd worden. Het gros van de bouwplannen wordt getoetst door de heer Van Deelen. Als het op een andere manier wordt georganiseerd, is het de vraag of dit voordeliger wordt. Hij stelt voor om één en ander nog niet nader te onderzoeken op dit moment in verband met de aanpassing van het welstandsbeleid en het invoeren van de balieomgevingsvergunning. De heer Van Deelen vult aan dat in een bepaalde gemeente onderzoek is gedaan naar de kosten van een bouwmeester waarna bleek dat de kosten voor de gemeente juist zouden stijgen. De heer Van der Lugt (GroenLinks) informeert naar het belangrijkste nadeel van een stadsbouwmeester. De heer Tom antwoordt dat het ideale model is dat in de dagelijkse praktijk met één persoon wordt gewerkt. Bij grotere, ingewikkelde plannen waar een bredere afweging nodig is, wordt gewerkt met bijvoorbeeld een commissie ruimtelijke kwaliteit. Voorkomen moet worden dat het een machtspositie wordt. De heer Van Deelen vult aan dat in de commissie ruimtelijke kwaliteit ook de monumentencommissie is opgenomen zodat voorkomen wordt dat er twee verschillende adviezen worden uitgebracht. Bij een bepaalde ontwikkeling zou ook een landschapsarchitect ingeschakeld kunnen worden. Plannen die twijfels oproepen worden in bredere context besproken. De heer Smudde (CDA) merkt op dat het voorstel in belangrijke mate tegemoet komt aan de wensen die er zijn. Hij veronderstelt dat de benodigde compensatie niet 100% van de huidige kosten zal bedragen. Wethouder Peek antwoordt dat de adviezen die worden gegeven uiteindelijk betaald worden door de initiatiefnemer van het bouwplan. De organisatie die nu de adviezen doet, moet gecompenseerd worden vanwege het gegeven dat er minder werk zal komen. Hij acht het reëel om een overbruggingstermijn in te stellen. De exacte bedragen zijn opgenomen in de Kadernota. Desgevraagd geeft hij aan dat er op termijn een voordeel voor de burgers ontstaat als effect op de legeskosten. Mevrouw Oosterom (PvdA) spreekt haar zorgen uit over de verschillende meningen van de welstandscommissie en de uitvoerders en informeert of hier op korte termijn wat aan gedaan kan worden. De heer Tom antwoordt dat het gaat om de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Wijk bij Duurstede. Als het niet goed wordt gedaan, wil hij graag horen hoe het beter gedaan kan worden. In 90% van de gevallen is men blij met de opmerkingen. Negatieve verhalen blijven 5 Voorbespreking conceptnota Welstandsbeleid, 16 juli 2013
altijd veel meer hangen dan positieve verhalen. Enquêtes geven toch blijk van andere resultaten. De ervaring is dat de schuld heel gemakkelijk bij de welstandscommissie wordt gelegd. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) geeft aan dat de rekening bij een partij terechtkomt die er geen belang bij heeft. Welstand is belangrijk, maar de rekening is voor de bouwer. Hij zou graag zelf willen kunnen bepalen die het advies schrijft. Daarnaast herhaalt hij dat hij graag zou zien dat er meerdere stadsbouwmeesters aangesteld worden. Wethouder Peek antwoordt dat het een creatief idee is, maar de gemeente heeft gekozen voor een welstandscommissie die de advisering verzorgt. De leden van de welstandscommissie kunnen ook als verschillende stadsbouwmeesters worden gezien. De heer Tom vult aan dat de gemeente zorg draagt voor een onafhankelijk instituut. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) is van mening dat wanneer er van een bepaald bureau veel adviezen worden afgewezen, dit bureau van de lijst geschrapt dient te worden. De heer Tom vervolgt dat het geen personen uit Wijk bij Duurstede mogen zijn en zij moeten voorts over bepaalde kennis en kunde beschikken. Hij begrijpt de opmerkingen met betrekking tot wie betaalt bepaalt en de onafhankelijkheid. De gemeente heeft verschillende gronden om zaken te vergunnen. De heer Speijer (VVD) verwijst naar de nota en de inhoud van het agenderingsvoorstel. Hij hoort tussen de regels door een redenering richting een bepaalde oplossing. Het gaat erom dat er duurzame en optimale besluiten genomen worden. De vraag is of hierbij uitgegaan moet worden van de nota of van het agenderingsvoorstel. Wethouder Peek antwoordt dat er een aanpassing van de welstandsnota is voorgelegd; een deel van de gemeente welstandsvrij maken. Het agenderingsverzoek wil graag de voor- en nadelen van een stadsbouwmeester ter sprake brengen. De heer Oechies (SP) vraagt of de wethouder bereid is om met de gemeenten binnen de gemeenschappelijke regeling te overleggen hoe zij tegenover deze materie staan en of zij bereid zijn om een gelijke stap te zetten met betrekking tot het welstandsvrij bouwen en het aanstellen van een stadsbouwmeester waardoor veel problemen voorkomen kunnen worden. Wethouder Peek antwoordt dat er altijd een natuurlijk moment volgt verder in het traject. Een stadsbouwmeester van buiten de gemeenschappelijke regeling heeft financiële consequenties. Binnen de gemeenschappelijke regeling kunnen zaken anders vormgegeven worden. Die discussie wil hij graag aangaan met zijn collega’s, maar de andere werkwijze kan het beste vormgegeven worden binnen de gemeenschappelijke regeling. De heer Taute (PCG) wijst het voorkomen van teleurstelling verderop in het proces door eerder betrokken te raken en vraagt hoe dit opgenomen wordt. De heer Tom antwoordt dat de heer Van Deelen op maandag een inloopspreekuur heeft. Daarnaast moet er ook gekeken worden naar de ambtelijke inbreng.
6 Voorbespreking conceptnota Welstandsbeleid, 16 juli 2013
De heer Brouwer (D66) begrijpt dat een welstandscommissie een betere gesprekspartner is dan een stadsbouwmeester. Hij wijst op de plannen, de omgeving en de structuurvisie en is van mening dat een stadsbouwmeester in staat is om te inspireren. Het wordt niet perse beter als er met meer mensen gewerkt wordt. De heer Tom antwoordt dat de ervaring leert dat één persoon makkelijker in stokpaardjes vervalt. Het is goed om in een discussie een gezamenlijke mening te vormen. Sentiment heeft soms een bredere discussie nodig. De heer Van der Lugt (GroenLinks) vraagt of er meer bezwaren verwacht worden als er meer welstandsvrij gebouwd mag worden. Wethouder Peek antwoordt dat het mogelijk is dat in welstandsvrije gebieden vaker bezwaar gemaakt wordt tegen de verschijningsvorm. Een dergelijk bezwaarschrift heeft echter weinig kans van slagen omdat er geen beleid meer is waaraan getoetst moet worden. Ervaringen in andere gemeenten leren dat er juist positieve signalen zijn. De heer Tom vult aan dat het een lastige materie betreft, mede vanwege de bouwcrisis. De heer Smudde (CDA) wijst op de parallel met het verlenen van kapvergunningen. Bomen die gehandhaafd dienen te worden, worden vooraf benoemd. Met deze pragmatische manier van werken wordt het aantal adviezen dat nodig is beperkt. Er wordt bewust een zeker risico op de koop toe genomen. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) vraagt of de bestemmingsplannen duidelijk genoeg zijn om deze welstandsnota aan te kunnen. Bezwaren gaan vaak over kleur en gebruikte materialen. Wethouder Peek antwoordt dat in het bestemmingsplan de afmetingen en omvang worden bepaald. Daarnaast kan een beeldkwaliteitsparagraaf worden toegevoegd. Bij nieuwbouwlocaties wordt nu nog gewerkt met een beeldkwaliteitsplan. De heer Oechies (SP) verwijst naar het onderzoek dat zijn fractie heeft gehouden waarbij het negatieve imago van de welstandscommissie aan de orde kwam. Vertraging wordt vaak verweten aan de welstandscommissie. Hij roept op de functie en werkwijze van de welstandscommissie duidelijk te maken aan de burgers. De gespreksleider geeft afsluitend aan dat de conceptnota in september ter inzage wordt gelegd. Er volgt dan ook nog een informatieavond. Hij bedankt de heren Tom en Van Delen voor de gegeven uitleg. Hij bedankt de overige aanwezigen voor hun inbreng en sluit de voorbespreking.
Toezeggingen: Er zijn geen toezeggingen gedaan.
7 Voorbespreking conceptnota Welstandsbeleid, 16 juli 2013