Samen-werken Dames en heren, Uiteraard wens ik U om te beginnen zowel privé als zakelijk al het goede voor 2012. 2012, een jaar dat volgens sommigen – Nostradamus bijvoorbeeld - de (economische) ijstijd inleidt. Want, om maar met de deur in huis te vallen, het is koud. Al zou je het zo buiten niet zeggen, de economische gevoelstemperatuur ligt ver onder 0. Daar liggen overigens ook kansen. Kansen voor ik zou bijna zeggen echt Flevolands en Lelystads pioniersgedreven ondernemerschap. Als het koud is, moet je één ding niet doen, en dat is stilzitten. Bewegen helpt tegen kou. En er is nog iets dat helpt, samenkruipen en samenwerken. Dames en heren, 2011 was in een aantal opzichten voor velen een teleurstellend jaar. In 2011 verkochten we 2 hectare bedrijfsgrond. Dat is teleurstellend, want in 2010 nam Lelystad met 7 ha nog de tweede plaats in op de gronduitgifte-ranglijst binnen de gehele MRA (na Amsterdam met 11 ha). Tegelijkertijd hebben we ook moeten constateren we met heel veel “net niet bedrijfsvestigingen” te maken hebben gehad. Veel gesprekken, tijd, energie werden gestoken in een potentiële vestiging om aan het eind van het traject te moeten constateren dat, vaak om financiële redenen, verkoop niet doorging. U zult de problematiek herkennen. Tegelijkertijd – en dat is het goede nieuws – zien we nog wel interessante zaken gebeuren zoals de nieuwbouw van Nedfilter en Fiori langs A6 (Flevopoort). En ook niet te vergeten er waren verhuizingen van bv. K&W transmissies en KSP kunstgras die daarmee behouden bleven voor Lelystad. Doen we het daarmee slecht in Nederland ? Ik denk het niet. In het derde kwartaal van 2011 is de productie-/bedrijvigheid in Flevoland licht toegenomen. Flevoland ligt nu ruim boven het Nederlands gemiddelde. De productie/bedrijvigheid is in Nederland met 10% gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal. Het is koud, zei ik U al. Ook hier kunnen we samen zorgen dat het iets minder koud wordt. Lelystad is trots op haar bedrijfsleven. Met elkaar kunnen en mogen we trots zijn op hetgeen hier gepresteerd wordt. Ik heb in dat licht al eens 1
eerder gesuggereerd om samen een campagne “made in lelystad” te starten, een mooie manier om Lelystad als begrip te promoten. Ik hoop dat het Lelystads bedrijfsleven ook trots op Lelystad is. De ervaring leert dat het zittend bedrijfsleven niet alleen de belangrijkste banenmotor is, maar eigenlijk ook het belangrijkste acquisitiepotentieel. U werkt veelal in ketens en kent vast en zeker ketenpartners die – op termijn – wellicht een verhuizing overwegen. Samen met u willen we ze graag onze stad en mogelijkheden laten zien. Zoals de prachtige kavels vanaf ongeveer 1500 m2 die we in 2011 bouwrijp hebben gemaakt in het gebied Noordersluis –Vaartweg, maar hebben ook de terreinen Flevopoort en Larserpoort nog tal van mogelijkheden. We werken graag met onze ondernemers samen aan het verbeteren van de terreinen. Zo is bedrijventerrein Larserpoort sinds vrijdag 4 november 2011 24 uur per dag beveiligd met camera’s, iets dat zonder intensieve samenwerking tussen de ondernemers daar en de gemeente niet tot stand had kunnen komen. Ik hoop dat hier goed voorbeeld, goed volgen doet. Maar er zijn gelukkig meer kansen. Goede bereikbaarheid van onze stad is één van de voorwaarden voor economische ontwikkeling. In dat licht zijn wij ook benieuwd naar de kansen die de Hanzelijn ons vanaf het eind van dit jaar zal kunnen brengen Voor de economische ontwikkeling zijn verder luchthaven Lelystad maar ook de ontwikkeling Flevokust van belang. Over koude gesproken. De uitspraak van de Raad van State viel ons koud op het dak. Die was voor iedereen teleurstellend. Toch, zoals het zich nu laat aanzien, biedt die uitspraak voldoende mogelijkheden om de door ons gewenste ontwikkeling in 2012 op gang te krijgen. Veel zal afhangen van het Aldersadvies dat we in januari verwachten. Het bedrijfsleven heeft zich een warme ondersteuner getoond van de luchthavenontwikkeling. Ik ben – op een rimpeling rond de uitspraak van de raad van State na – tevreden en dankbaar voor onze samenwerking op dit dossier. Ook hiervoor geldt dat we samen ver kunnen komen. Maar daar hoort dan toch ook bij samen teleurstellingen verwerken zonder onmiddellijk te gaan zwartepieten. Voor Flevokust is 2011 het jaar van de omslag geweest. Ook hier is samenwerking het toverwoord. Samen met haven en gemeente Amsterdam en een grote marktpartij hopen we in 2012 overeenkomsten 2
op te kunnen maken en procedures te starten, waarna in 2013 hopelijk de schop de grond in kan. Overigens, hierop vooruitlopend vestigt 3D Metalforming, een prachtige innovatieve dochter van van Campen, zich op het Flevokustterrein. Een voorbeeld van de eerder genoemde kracht van het eigen bedrijfsleven. Belangrijk voor de stad – zowel voor de uitstraling als de werkgelegenheid – zijn ook toerisme en recreatie. Het jaar eindigde met een koude douche: de sluiting van Aviodrome. Maar doordat meer dan 20 initiatieven samen met de gemeente de handen ineen geslagen hebben zijn er nog kansen op een doorstart. We willen het Aviodrome niet missen. Immers, uit het toeristisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden, blijkt dat Lelystad wel degelijk een toeristische gemeente is bijvoorbeeld qua aantallen bezoekers en overnachtingen. Dit biedt perspectieven voor de winkeltijden wet en de zondagsopening, maar dat terzijde. Er is veel dynamiek met name aan de kust, bedrijven komen en gaan, het totaalbeeld groeit en daar zijn we blij mee. In dat kader ondersteunen we dan ook van harte de ambitie van de mensen rond Bataviahaven om de World Matching Racing Tour in 2013 naar Lelystad te halen en alle toonaangevende zeilevenementen die daaraan vooraf gaan. Een kans voor de stad die het gezamenlijk met City Marketing gekozen thema Lelystad – watersportstad meteen al meer reliëf geeft. Maar er is meer dan de kust. In 2011 vierden we de opening van de VVV. Een voor Nederland uniek concept gebaseerd op samenwerking tussen verschillende partijen. Er wordt gewerkt aan een mogelijke hotelontwikkeling in de Larserknoop en, ook onderzoeken we of we in Lelystad, Dronten en Zeewolde het Fietsknooppuntennetwerk kunnen invoeren. En tenslotte natuurlijk de Floriade. We zijn blij dat uw bedrijfskring zich net als de gemeente achter het Almeerse initiatief en de plannen voor de toeristische support vanuit Lelystad heeft geschaard. Samen gaan we die Floriade naar Flevoland halen en van de regio een toeristische bestemming maken, ook met de Oostvaardersplassen als trekpleister. Al deze fantastische initiatieven spelen zich ondertussen wel af in de kou. Dat blijkt ook uit de cijfers. Na een gemiddelde ontwikkeling van het aantal faillissementen in oktober zijn er in november duidelijk meer vestigingen (16) failliet gegaan, waarvan 8 in Lelystad. Hierbij zijn 111 3
arbeidsplaatsen verloren gegaan, waarvan 87 in Lelystad. Na januari 2011 heeft november met het hoogst aantal faillissementen. Daartegenover staat de beweging die veel starters maken. In Lelystad waren dat er t/m het 3e kwartaal 2011 602 tegenover 521 in de vergelijkbare periode over 2010. Een record dus. En dat zet door. Deze starters verdienen onze en uw steun. In de veranderende economische omstandigheden moet de groei in belangrijke mate komen van ondernemende Lelystedelingen die hun nek uit steken en juist nu het economisch toneel zelfstandig betreden. Dames en heren, dat brengt mij bij de twee laatste onderwerpen van mijn bijdrage, en die gaan over de vestigingsvoorwaarden. Ik doel dan op onderwijs en arbeidsmarkt en over de gemeente en u als ondernemer. Voor wat betreft het onderwijs is er op zich goed nieuws. De kwalificatie van de beroepsbevolking is sinds 1998 over de hele linie verbeterd. Minder laagopgeleiden; meer hoger opgeleiden. Lelystad heeft een flinke inhaalslag gemaakt. Prof. Tordoir stelt dat dit het gevolg is geweest van een woningbouwbeleid gericht op de hogere inkomens en de marktsituatie dat die mensen ook zijn gekomen. Maar dat terzijde. We zijn er echter nog lang niet. De komst van hoger onderwijs – ook naar onze stad – blijft een belangrijk speerpunt. Maar minstens zo belangrijk is het werken aan een doorlopende lijn van onderwijs naar arbeidsmarkt als ook specifiek tussen VMBO-MBO. Ik vraag in dat kader graag uw aandacht voor en medewerking aan het vakcollege. Het vakcollege wil leerlingen, hun ouders en leerkrachten tijdig kennis te laten maken met een lonkend perspectief op de arbeidsmarkt, een baan in de techniek. Landelijk wordt te weinig voor techniek gekozen en in Lelystad is de verhouding tussen economie/handel en techniek nog meer uit balans (12% in Lelystad tov 24% landelijk). De promotie van techniek (= breder dan alleen vakcollege) willen we nog verder ondersteunen, bijvoorbeeld in het basisonderwijs, en daar hebben we uw hulp bij nodig. Een ander initiatief waar we samen in op kunnen trekken is de Werkschool. In nauwe samenwerking met bedrijven wordt een groep kwetsbare leerlingen, met de juiste begeleiding, onder de voor werkgevers herkenbare vlag van de Werkschool een ervaringsplaats geboden. De expertise van de school is hierbij heel belangrijk en zowel Eduvier als De Steiger hebben aangegeven deze te kunnen en willen 4
bieden. Met als resultaat: de jongere heeft regulier werk in plaats van een uitkering, de werkgever heeft een gekwalificeerde werknemer en de overheid ontvangt meer rendement met minder middelen. Tenslotte de samenwerking tussen U en ons. Gelukkig bleek U in een rapport van de KVK behoorlijk positief over de kwaliteit van de dienstverlening vanuit EZ - waarbij wij uw kritiek als het gaat om de afhandeling van emails zeer ter harte hebben genomen. Maar tegelijkertijd beseffen we dat regels en voorschriften soms U in uw ondernemingszin remmen. Maar ja, deze functie is nou eenmaal die van wet-houder, wat niet betekent dat we het altijd met al die wetten eens zijn. Waar nodig willen we ons ook dit jaar inzetten om regels te vereenvoudigen en transparanter te maken. In dat opzicht ben ik blij met de oprichting van de Omgevingsdienst Flevoland, waarin we gezamenlijk met 16 andere overheden effectiever en kwalitatiever kunnen werken aan vergunningverlening en handhaving op het gebied van milieu. Maar ook zelf kunnen we het nodige doen. Globaler bestemmen bijvoorbeeld. Daardoor wordt voor burgers en bedrijven meer mogelijk in zowel gebruik als in bouwmogelijkheden, zonder dat eerst het bestemmingsplan via een lange procedure moet worden aangepast. In woonwijken betekent dit bijvoorbeeld dat het makkelijker wordt om een beroep of bedrijf aan huis te starten. Voor bedrijventerreinen, zoals het onlangs in procedure gebrachte bestemmingsplan Oostervaart, betekent dit dat de meeste bedrijven hoger en groter mogen worden, terwijl ook op de kavel minder stringent is voorgeschreven waar de uitbreiding kan plaatsvinden. Dames en heren, toen ik bijna klaar was met dit verhaal las ik een uitspraak van een werkgeversvoorzitter die aangaf dat de overheid eens op zou moeten houden met prediken. Ik had toen de keus opnieuw te beginnen met mijn verhaal…voor de volgende keer. Voor nu wens ik U en ons samen een warm 2012 !
5