BIJLAGE II:
RIS142214b_01-DEC-2006
Samen stad zijn Burgers maken het verschil!
Beleidskader Burgerschap
Gemeente Den Haag 28 november 2006
1 Samen stad zijn
“We zullen nog meer moeten investeren in wat ik eenvoudigweg noem ‘het samen stad zijn’. De stad, dat zijn per slot van rekening de mensen die er wonen. Maar van echte samenhang kan pas sprake zijn als de verschillende bevolkingsgroepen met elkaar, niet langs elkaar heen leven”. W.J. Deetman
2 Samen stad zijn
Inhoud I. Waarom burgerschap?......................................................................................................... 4 1. Samen stad, samen sterk......................................................................................................... 4 2. Burgerschap: wat is dat eigenlijk? ......................................................................................... 6 3. Burger: ben je dat of word je dat? .......................................................................................... 7 4. Investeren in binding.............................................................................................................. 8 II. Hoe pakken we het aan? ..................................................................................................... 9 5. Waar liggen de kansen?.......................................................................................................... 9 6. Wat willen we bereiken met binding (en hoe stellen we dat vast)? ..................................... 12 III. Wat gaan we doen?.......................................................................................................... 13 7. Toerusten: onderwijs, werk, inburgering, maatwerk voor jongeren .................................... 13 8. Delen: discriminatie aanpakken en meer kleur in het gemeentelijke personeelsbestand..... 16 9. Verbinden: geld en zeggenschap voor burgers. ................................................................... 18 10. Fonds Burgerschap: ruim baan voor initiatiefrijke burgers ............................................... 18 11. Ontmoeting faciliteren........................................................................................................ 21 12. Verbinden door sport.......................................................................................................... 22 13. De brugfunctie van kunst en cultuur .................................................................................. 22 14. Stimuleren van het publieke debat ..................................................................................... 23 16. Verbinding over de grenzen ............................................................................................... 24 18. Hoe gaan we onze prestaties meten?.................................................................................. 25 19. Hoe organiseren we ons beleid burgerschap? .................................................................... 26 20. Communicatie en promotie ................................................................................................ 26 21. Geld .................................................................................................................................... 27 22. Tot slot…………………………………………………………………………………… 21 Samenvatting .......................................................................................................................... 28 Bijlage A: Beleidsagenda Nota Burgerschap ........................................................................... 29 Bijlage B: Te bereiken output Programma Burgerschap ......................................................... 30 Bijlage C: Middelen Programma Burgerschap ........................................................................ 32
3 Samen stad zijn
I. Waarom burgerschap? 1. Samen stad, samen sterk Wij zijn trots op onze stad. Daar hebben we alle reden toe. Topinstellingen, een veelkleurig maatschappelijk middenveld en vooral de Hagenaars zelf hebben Den Haag gemaakt tot wat het is: een democratische, internationale en sociale stad. Een stad die haar inwoners recht, vrede en veiligheid, welvaart en welzijn biedt. Een stad waarin het goed wonen, werken en ontspannen is. We moeten goed beseffen dat wat wij hier samen hebben opgebouwd bijzonder en waardevol is. Instandhouding en verbetering van de kwaliteit van onze samenleving vraagt om voortdurende inspanning. Van de gemeente, maar ook van de mensen in de stad en hun organisaties. De stad, dat zijn wij allemaal. En die stad is nooit af. Steeds duidelijker wordt dat je niet alles van bovenaf kunt regelen. Meer blauw op straat biedt geen garantie dat mensen zich veiliger gaan voelen. Meer vegen maakt de straat maar voor heel even schoner. Professionele opvoeders kunnen ouders wel aanvullen, maar niet vervangen. De overheid kan het casco beschikbaar stellen, maar de mensen moeten er een mooi huis van maken. De Hagenaar moet niet alleen als klant worden benaderd, maar ook als burger. Niet alleen als iemand met wensen en klachten, maar ook als iemand die de stad wat te bieden heeft. ‘Burgerschap’ is beseffen dat de straat, de school van je kinderen, het park om de hoek, het plein en het sportveld ook van jou zijn - en daarnaar handelen. Het huis en de stad dus zelf afmaken. Burgerschap omvat rechten, maar ook plichten en sociale verantwoordelijkheden. We willen we met “burgerschap” bereiken? In de eerste plaats willen we Hagenaars stimuleren om samen met ons verantwoordelijkheid te nemen voor een vitale, leefbare en sociale stad. Omdat de stad van de burgers is. Omdat wij de inbreng van burgers en hun creativiteit nodig hebben om van Den Haag een nog aantrekkelijker woon-, werk- en leefstad te maken. We pakken dit langs twee sporen aan. We nodigen burgers uit om zelf plannen te maken en uit te voeren om de kwaliteit van de leefomgeving van Hagenaars nog verder te verbeteren. Maar we geven burgers ook meer invloed op wat wij zelf doen. Door middel van samenspraak, wijkbudgetten en doorontwikkeling van de stadsdeelorganisatie. Door vaker en gerichter naar de mening van burgers te vragen en herkenbaar met de uitkomsten daarvan aan de slag te gaan. Op die manier willen wij, met de hulp van de burgers van onze stad, bewaken of wij de goede dingen doen, en of wij die dingen ook goed doen. Het tweede doel is het versterken van de sociale binding met en binnen de stad. Sociale netwerken spelen een grote rol in je leven. Je sociale netwerk helpt je bij het vinden van een huis, een baan, een partner en bij het invullen van je vrije tijd. Minstens even belangrijk: je sociale netwerk geeft zin en betekenis aan je leven. Hoe breder dat netwerk is, hoe meer kansen je hebt om je te ontplooien, in materiële en in immateriële zin. We willen ontmoeting, dialoog en samenwerking tussen Hagenaars stimuleren. Dat moet ertoe leiden dat mensen hun netwerken voor elkaar gaan openstellen. Dat biedt nieuwe kansen op sociaal-economische stijging, maar ook voor persoonlijke ontwikkeling en groei als mens. 4 Samen stad zijn
Wij vinden dit belangrijk omdat wij om ons heen zien dat het sociale, culturele en economische leven van veel mensen zich volledig afspeelt binnen hun eigen culturele of maatschappelijke groep. Sommigen voelen zich daar gelukkig bij, maar realiseren zich wellicht niet dat zij daarmee hun eigen mogelijkheden (en die van anderen) beperken. Dat geldt voor de migrant die pendelt tussen het koffiehuis, de moskee en de schotel. Maar even goed voor de hoog opgeleide Hagenaar die zich verschanst in zijn eigen elitaire subcultuur. Ook hij mist unieke kansen om nieuwe verbindingen aan te gaan en op andere manieren bij te dragen aan onze samenleving. Heel wat mensen voelen zich buitengesloten en ongelukkig. Zoals ouderen in een sociaal isolement of de zwaksten in de samenleving. Maar ook jongeren die geen aansluiting vinden bij het onderwijs of de arbeidsmarkt, of mensen met een handicap of een zwakke gezondheid. Dat isolement is geen keuze. Den Haag kan zich geen gedeelde samenleving veroorloven. De toekomst van de stad hangt in hoge mate af van het perspectief dat wij kunnen bieden aan al onze medeburgers, ongeacht hun herkomst, leeftijd, sekse, gezondheidstoestand of opleidingsniveau. Als we mensen aan de kant laten staan tast dat de vitaliteit van onze stad in zijn kern aan. Dat kan niet en dat mag niet. Wij doen daar zelf alles aan, maar wij vragen ook aan onze burgers om zich in te zetten voor het insluiten van mensen en groepen die nu nog te veel aan de kant staan. Wij roepen onze burgers op om in hun plannen voor de verbetering van het woon- en leefklimaat in de stad uitdrukkelijk aandacht te schenken aan het aspect bruggen bouwen: verbindingen leggen tussen groepen die nu nog te veel langs elkaar heen leven. Omdat burgers samen sterker zijn. Omdat diversiteit niet eng is, maar je leven verrijkt. En omdat je gewoon niet zonder elkaar kunt. Deze nota is een kadernota. We vonden het nodig om die te maken omdat burgerschap niet te isoleren valt binnen één portefeuille. Burgerschap loopt door alle gemeentelijke activiteiten heen. In deze kadernota geven wij aan wat wij onder burgerschap verstaan en geven wij een invulling op hoofdlijnen en een nadere uitwerking van één aspect: het (ver)binden van burgers met elkaar, met de buurt en met het bestuur. Andere aspecten van burgerschap zullen in sectorale nota’s en actieplannen worden uitgewerkt. Daarbij verwijzen wij onder meer naar onze invulling van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De kerntaak van de WMO is er in gelegen dat de gemeente een sociale structuur organiseert die er voor zorgt dat mensen kunnen (blijven) participeren in de samenleving. Door middel van het aanbieden van zorg en welzijn kunnen mensen mee (blijven) doen aan de samenleving. Burgerschap richt zich o.a. op het uitnodigen van burgers om mee te doen en te denken over de inhoud en uitvoering van beleid. Met de WMO zorgt de gemeente ervoor dat mensen in staat zijn om te kunnen participeren. Door de ontwikkeling van Burgerschap kunnen burgers deelnemen en mede uitvoering geven aan gemeentelijk beleid. Het thema burgerparticipatie wordt uitgewerkt in de nota deconcentratie .
5 Samen stad zijn
Wij willen geen “terugtredende overheid” zijn. Burgers kunnen rekenen op onze steun bij het uitwerken en uitvoeren van hun plannen. Wij blijven ook onverminderd aanspreekbaar op de kwaliteit en de doeltreffendheid van onze eigen inspanningen. Maar we willen anders gaan denken en werken: stimulerend, activerend, uitnodigend, gericht op het scheppen van voorwaarden en het wegnemen van belemmeringen. Burgerschap is niet niks. We beseffen dat we veel van burgers vragen. Wij willen burgers niet opzadelen met nieuwe plichten. Er moet al zoveel. Wel willen wij burgers verleiden om zelf in actie te komen, uit eigen keuze en vanuit hun eigen betrokkenheid bij de stad. Wij spreken burgers aan op hun creativiteit en hun oplossend vermogen. Wij dagen burgers uit om nieuwe verbindingen en partnerschappen aan te gaan. Samen stad zijn: samen sterk zijn. 2. Burgerschap: wat is dat eigenlijk? Er zijn veel definities van burgerschap. Wij houden het simpel. Burgerschap betekent voor ons dat mensen zich betrokken voelen: hun inzet om zelf bij te dragen aan het verbeteren van het sociale klimaat en ook verantwoordelijkheid te nemen voor hun sociale omgeving, dat noemen we burgerschap. Een burger voelt zich mede-eigenaar van zijn straat en zijn buurt. De school van zijn kinderen is zijn school, de boom voor zijn huis is zijn boom. De openbare ruimte is de huiskamer van de stad, waar je elkaar ontmoet. Waar je steun bij elkaar zoekt en waar je je ervaringen met elkaar deelt. Een burger beseft dat sociale kwaliteit geen recht en geen cadeau is, maar iets dat je met elkaar moet maken, elke dag weer opnieuw. Burgerschap biedt goede kansen om achterstand en sociale uitsluiting, maar ook maatschappelijk- en cultureel isolement aan te pakken. Burgerschap is immers een begrip dat bestaande etnische, sociale, culturele en religieuze verschillen overstijgt. Burgerschap speelt zich af op drie domeinen: burger-burger, burger-buurt en burger-bestuur. Burger kun je zijn op verschillende manieren en op verschillende niveaus: •
•
Door je aan wetten en regels te houden. Aan de basis van burgerschap ligt gelijkheid. Rechten die we voor onszelf claimen gelden onverkort voor iedere medeburger. Aan elk recht zit een plicht vast. Vrijheid van meningsuiting betekent dat je ongehinderd je eigen mening kan geven, maar ook moet accepteren dat een ander een mening kan uiten die jou niet bevalt. Door je in te spannen om zelfredzaam en economisch zelfstandig te zijn, door onderwijs te volgen, in te burgeren of te werken, door je kinderen op te voeden en verantwoordelijk om te gaan met de openbare ruimte.
6 Samen stad zijn
• •
Door energie te steken in je sociale omgeving, bijvoorbeeld als vrijwilliger of door maatschappelijke stages. Door deel te nemen aan het publieke debat en aan politieke besluitvorming. Zo kan je mede bepalen hoe onze samenleving wordt ingericht. Dat gaat van meedenken en meepraten tot meedoen. Van samenspraak tot actief en passief kiesrecht.
Veel mensen laten het bij de eerste twee niveaus. Niet onbegrijpelijk, we hebben het allemaal druk en hebben de handen al vol met werken en opvoeden. Maar als we dat allemaal zouden doen, blijven we opgesloten in onze eigen kring. We missen de kansen die burgerschap op zingeving en ontplooiing biedt en laten een schat aan menselijk kapitaal braak liggen. Gelukkig zijn er velen die zich inzetten als vrijwilliger en actief zijn in het maatschappelijk middenveld van verenigingen, zelforganisaties, belangengroepen, kerken, moskeeën en mandirs. Die inzet laat zich niet afdwingen, maar kan wel gericht gestimuleerd worden. Datzelfde geldt voor de deelname aan het publieke debat en aan politieke besluitvorming. Waarom zetten mensen zich in voor hun stad, hun buurt, hun straat of de school van hun kinderen? Burger van Den Haag zijn betekent dat je iets deelt met andere Hagenaars, dat je samen met hen een gezamenlijk belang hebt. Belang bij een samenleving waarin iedereen op zijn eigen manier invulling kan geven aan zijn leven. Met respect voor anderen en met inachtneming van de basiswaarden die in de Nederlandse wetgeving zijn neergelegd, zoals de gelijkheid van mannen en vrouwen, de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting. Wie hier is opgegroeid heeft meegewerkt om deze samenleving te maken wat zij nu is. Wie als volwassene van elders hier naar toe gekomen is heeft bewust voor deze stad gekozen. Uit die keuze vloeit voort dat je je moet inzetten om bij te dragen aan de kwaliteit van de samenleving. Waar het mij goed gaat, is mijn vaderland, luidt een oude wijsheid. Laten we ons daar dan ook naar gedragen en laten we naar beste vermogen in die samenleving investeren. 3. Burger: ben je dat of word je dat? Burger zijn is een recht. Wie actief is krijgt er geen rechten bij, wie zich afzijdig houdt verspeelt er geen. Maar burgerschap is behalve een juridisch begrip ook een levenshouding. We hebben het in deze kadernota niet over burgers in de betekenis van dragers van burgerrechten, maar over burgerschap als manier om in het leven te staan, om zin te geven aan het eigen bestaan door sociale verantwoordelijkheid te nemen. Om vorm en inhoud te geven aan die sociale verantwoordelijkheid heb je kennis en vaardigheden nodig. Essentieel is de wil en het vermogen om zich in anderen te verplaatsen, op zoek te gaan naar gezamenlijke (materiële of immateriële) belangen en met anderen samen te werken. Anders gezegd, om solidair en betrokken te zijn. Belangrijk zijn een goede beheersing van de Nederlandse taal, kennis van de Nederlandse samenleving en kennis van je stad, je wijk en je buurt. Je kunt een betrokken burger zijn zonder die kennis. Een Haagse buurtvader van Marokkaanse afkomst of een vrijwilliger die jongerenactiviteiten organiseert vanuit een moskee is helemaal de sociaal verantwoordelijke burger die ons voor ogen staat, ook als hij niet of nauwelijks Nederlands spreekt.
7 Samen stad zijn
Maar hij zou nog meer kunnen betekenen als hij dat wel doet. Hij krijgt dan toegang tot meer en nieuwe ontwikkelings- en emancipatiekanalen. Bovendien kunnen weer anderen profiteren van zijn kennis en ervaring. Kennis van de Nederlandse samenleving is voor ons meer dan alleen kennis van de normen en de waarden, de zeden en gewoonten van de “autochtonen”, om voor het eerst en het laatst in deze kadernota deze term te hanteren. De Nederlandse en Haagse samenleving bestaat inmiddels uit meerdere culturen. Haar normen en waarden zijn niet in beton gegoten, maar onderhevig aan veranderingen. Die ontwikkelingen moet je als burger blijven volgen. Je kunt er ook invloed op uitoefenen, door deel te nemen aan het publieke debat en door gebruik te maken van samenspraak, inspraak- en stemrechten. De overheid kan steun verlenen aan het proces van burger worden door te investeren in vier domeinen: • •
•
•
Investeren in menselijk kapitaal: zorgen voor onderwijs, werkgelegenheid, aanleren van sociale vaardigheden, vorming en ontwikkeling enz., zodat mensen de bagage hebben om burger te kunnen zijn. We noemen dit “toerusten”. Investeren in gelijke kansen, rechten en plichten. Hierbij gaat het om het wegnemen van belemmeringen die verhinderen dat mensen burger kunnen zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het inlopen van achterstanden, het waarborgen van een eerlijke verdeling van schaarse maatschappelijke goederen zoals woningen, arbeids- en stageplaatsen, het duidelijk uitleggen van wetten en regels en het voorkomen en bestrijden van discriminatie. We noemen dit “delen”. Investeren in verbinden. Dit omvat het stimuleren en faciliteren van ontmoeting en samenwerking van burgers, langs twee sporen: het scheppen van laagdrempelige ontmoetingsplekken en –gelegenheden en het stimuleren van gezamenlijke activiteiten, gericht op ontmoeting, dialoog, samen dingen doen en wederzijdse hulp. We noemen dit “verbinden”. Investeren in kaderstelling en handhaving. Burgerschap ontwikkelt zich het best binnen een raamwerk dat ruimte biedt voor initiatieven, maar ook duidelijk maakt wat wel en wat niet kan. Grenzen stellen en die ook snel, zichtbaar en consequent handhaven. Dat is nodig om de goedwillende burgers die hun sociale verantwoordelijkheid willen nemen, steun en bescherming te bieden. De stad moet zien dat burgerschap loont. Dat betekent dat anti-burgerschap, of ‘hufterigheid’, krachtig wordt afgewezen en aangepakt. Wij geven ruim baan aan de willers, maar hebben geen geduld of begrip meer voor niet-willers. We noemen dit “handhaven”.
Resultaat van deze “sociale investeringsvierhoek” is een sociaal verantwoordelijke stad waar het goed toeven is. Waar mensen zich gerespecteerd en gewaardeerd voelen voor de bijdrage die zij leveren aan de verschillende aspecten van de maatschappij. Waar initiatief welkom is, maar onmaatschappelijk gedrag wordt afgestraft. Burgerschap wil ook zeggen dat burgers die wegelopen van hun sociale verantwoordelijkheden (de “niet-willers”) daarop worden aangesproken. Burgerschap sluit ook iedere vorm van radicalisering en intolerantie tegenover burgers en (bevolkings)groepen uit. 4. Investeren in binding Toerusten en delen zijn essentiële voorwaarden voor burgerschap. Het belang daarvan kan niet worden overschat. 8 Samen stad zijn
Hard, en in een aantal gevallen harder, trekken aan onderwijs, volwasseneneducatie, werk, ondernemerschap, welzijn, zorg, emancipatie en discriminatiebestrijding is de onmisbare pendant van onze inzet voor binding. Onze ambities op het gebied van toerusten en delen zijn verwoord in het Coalitieakkoord MeeDoen. Wij stippen ze hier op hoofdlijnen aan. In aparte, sectorale nota’s en plannen werken wij uit hoe wij die ambities gaan realiseren. In deze kadernota stellen wij centraal hoe wij aan binding gaan werken. Binding krijgt concreet handen en voeten in de vorm van activiteiten van, voor en door burgers. Activiteiten die zijn gericht op het bouwen van bruggen tussen culturen, leefstijlen en generaties. Tussen ‘het zand’ en ‘het veen’ en tussen redzame en minder redzame Hagenaars. Om samen verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor zaken van gezamenlijk belang: een leefbare en veilige buurt, een klimaat waarin kinderen goed kunnen opgroeien en een solidaire omgeving die steun biedt als dat nodig is. Binden betekent zoeken naar gemeenschappelijkheid. Daarom gebruiken we geen begrippen meer die juist verschillen benadrukken, zoals allochtonen, of integratie. We zijn samen eigenaar van Den Haag. Cultuur, huidskleur, religie of verblijfsduur maken daarbij geen verschil. Binding vraagt om een kanteling van de bestaande rolverdeling tussen de gemeente en zijn inwoners. De gemeente zal de pretentie moeten loslaten dat zij voor elk probleem de oplossing heeft. In plaats daarvan gaan wij Hagenaars aanspreken op hun sociale verantwoordelijkheid voor een leefbare, veilige en betrokken stad. Op hun creativiteit en hun organiserend vermogen. Actieve burgers weten als geen ander wat er leeft, waar de kansen liggen en hoe die verzilverd kunnen worden. Veel Hagenaars hebben die handschoen al opgepakt. Zie bijvoorbeeld het grote aantal bewonersinitiatieven in de sfeer van veiligheid, waarbij meer dan 700 vrijwilligers betrokken zijn. En natuurlijk de talloze vrijwilligers, hun intermediaire instellingen en bewonersorganisaties die zich inzetten voor het sociale weefsel via het verenigingsleven, het jeugd- en jongerenwerk, de sport, de cultuur, de zorg, in wijkorganisaties en actiegroepen en in kerken, moskeeën en mandirs. Burgers worden en blijven actief als ze weten dat ze serieus genomen en gewaardeerd worden. Concreet betekent dit dat ze, binnen een duidelijk kader, de ruimte moeten krijgen om zelf plannen te maken. Er moet genoeg geld zijn om die plannen ook te kunnen uitvoeren. Hun inspanningen moeten zichtbaar zijn en erkenning krijgen. De gemeente zal dus flink moeten inzetten op communicatie en promotie. Burgers kunnen daar zelf mede vorm aan geven. Om burgers te helpen hun sociale verantwoordelijkheid waar te maken zal de gemeente voorwaarden moeten scheppen, belemmeringen weg moeten nemen en in bepaalde gevallen ook nieuwe prikkels moeten geven. II. Hoe pakken we het aan? 5. Waar liggen de kansen? Vertrouwen is essentieel om een samenleving te laten functioneren. Burgers moeten kunnen vertrouwen op elkaar en op de gemeente. De gemeente moet dan ook laten zien dat zij vertrouwen heeft in de Hagenaars. 9 Samen stad zijn
10 Samen stad zijn
Vertrouwen in burgers Gemeente en burgers zijn partners, niet gelijk maar wel gelijkwaardig. Burgers moeten erop kunnen rekenen dat hun plannen positief en oplossingsgericht worden benaderd. Dat betekent voor de gemeente: leg niet uit waarom iets niet kan, maar denk mee hoe het kan gaan werken! Maar omgekeerd mag de gemeente van burgers vragen dat zij hun steentje bijdragen. Door bijvoorbeeld te helpen om de stad schoon en heel te houden. Vertrouwen in insluiting Er is veel te doen over radicalisering en extremisme. Begrijpelijk, maar de toon waarop deze discussie wordt gevoerd spreekt ons niet aan. Radicalisering is niet het exclusieve domein van één bevolkingsgroep. Elkaar wantrouwen is niet de oplossing. Den Haag kiest voor een positieve benadering. Bestrijden van uitsluiting en hard werken aan insluiting is het beste wapen tegen vervreemding en radicalisering. Vertrouwen in het verenigingsleven Sportverenigingen, buurtorganisaties, bewonersorganisaties, zelforganisaties van migranten en andere soortgelijke maatschappelijke organisaties zijn het cement van de stad. Deze organisaties zijn bij uitstek geschikt om bruggen te bouwen tussen bevolkingsgroepen. Vertrouwen in levensbeschouwelijke organisaties Voor veel mensen is hun levensovertuiging zowel een inspiratie voor sociale verantwoordelijkheid als een belangrijk bindmiddel. Kerken, moskeeën, mandirs en andere levensbeschouwelijke organisaties hebben vaak een groot bereik. Om al deze redenen zijn zij een prima kanaal voor ontmoeting, dialoog en samenwerking. Daarbij gaat het onder andere om het bespreekbaar maken van vraagstukken zoals de positie van vrouwen en meisjes, omgaan met eer en schande en het voorkomen van maatschappelijke ontworteling en radicalisering. Sommige van deze organisaties beschikken (nog) niet over een goede gebedsruimte. Dat is geen eenvoudig probleem. Er is maar een beperkt aantal plekken dat hiervoor geschikt (te maken) is en bovendien betaalbaar en bereikbaar voor de leden is. De moeilijkheden zijn begrijpelijk, maar het duurt nu te lang voordat organisaties weten waar ze aan toe zijn. We spannen ons in om sneller duidelijkheid te geven over wat wel en wat niet kan. We erkennen en waarderen initiatieven van levensbeschouwelijke organisaties om sociale verantwoordelijkheid te nemen en om bruggen te bouwen naar de samenleving. Levensbeschouwelijke organisaties kunnen op dezelfde voet als andere organisaties steun vragen voor projecten en activiteiten die zich richten op ontmoeting, dialoog en samenwerking met anderen. Wij zien daarin geen spanning met de scheiding tussen kerk en staat. Die scheiding houdt in dat de overheid niet meebetaalt aan de eredienst. Dat principe laten we niet los. Vertrouwen in de gemeentelijke organisatie Om actief burgerschap de ruimte te kunnen geven moet de werkwijze van de gemeente worden veranderd. Deels doen we dat via het versterken van de stadsdeelorganisatie die erop gericht is de gemeentelijke dienstverlening dichter bij de burger te brengen. Daarover komen we eind dit jaar met een afzonderlijk beleidsstuk. Deels door extra aandacht te besteden aan de begrijpelijkheid en de toegankelijkheid van de stukken die wij de wereld in sturen en door burgers nadrukkelijker bij de voorbereiding en de uitvoering van beleid te betrekken. 11 Samen stad zijn
Met andere woorden: minder inspraak achteraf en meer samenspraak in het voortraject. En vooral door burgers te enthousiasmeren om actief te worden en door hun initiatieven te steunen. Er is een flinke cultuuromslag nodig om de stap te kunnen zetten van meespelend regisseur naar stimulator, schepper van voorwaarden en ondersteuner. Meer ruimte en meer verantwoordelijkheid geven aan burgers betekent dat de gemeente anders moet gaan werken. We trekken ons niet terug. Het is belangrijk om prikkels te blijven geven. Om burgers het duwtje in de rug te geven dat zij nodig hebben om hun eigen ideeën scherp te krijgen en uitvoerbaar te maken. Maar ook om te voorkomen dat initiatieven weer inzakken of gaan verstarren. We letten erop dat we het initiatief niet van de burgers overnemen. Het zal niet makkelijk voor ons zijn om te leren verantwoordelijkheid te delen, vrijheid te geven en los te laten. Deze kanteling vraagt om een intern stimuleringsprogramma dat ambtenaren prikkelt en uitdaagt. Stevige aansturing vanuit de ambtelijke top is daarvoor een noodzaak. Naast sturing “van bovenaf” moet er ook ruimte zijn voor initiatieven “van onderop”. Er zijn inmiddels al heel wat prijzen voor overheidsmanagers. We gaan die aanvullen met een prijs voor de (frontlijn) ambtenaar die in zijn dagelijkse contacten met burgers en hun organisaties het best vorm geeft aan de nieuwe cultuur. Burgers kunnen eens per jaar kandidaten voordragen bij ons college. Wij maken dan de keuze. De motivatie van de voordracht speelt bij onze keuze een doorslaggevende rol. We vertrouwen erop dat onze organisatie die cultuurverandering aankan, als de stad ons scherp houdt. Deze cultuurverandering sluit nauw aan bij het missietraject dat in gang is gezet door de ambtelijke top van onze gemeente. Centraal motto daarin is: ‘Wij werken samen aan een stad waarin iedereen een beetje Majesteit is’. Dat betekent onder meer dat de gemeentelijke organisatie extern gericht is. Het belang van de burger staat centraal bij het gemeentelijk handelen. Producten worden dicht bij en zo mogelijk samen met onze burgers ontwikkeld. De gemeente denkt en werkt oplossingsgericht mee met burgers die hun eigen sociale verantwoordelijkheid willen nemen. De missie vormt de kapstok voor het personeelsbeleid, de bedrijfsvoering en de wijze van klantbenadering in de komende periode. Zij wordt nader geconcretiseerd in een actieplan met meetbare doelstellingen. De voortgang daarvan wordt gemonitord via onder meer burgertevredenheids- en stakeholdersonderzoeken. 6. Wat willen we bereiken met binding (en hoe stellen we dat vast)? De meeste gemeentelijke nota’s staan vol met maatregelen en actiepunten die de gemeente in een bepaalde periode wil realiseren. In deze nota doen we dat een beetje anders. Het belangrijkst is dat er meer initiatieven uit de stad komen. Hoe die initiatieven eruit zien is geen vraag voor ons, maar voor de stad. Voor ons telt in de komende vier jaar vooral: • dat er initiatieven van, voor en door burgers komen, • gericht op de versterking van het sociale weefsel in buurt, wijk of stad • met daarbij uitdrukkelijke aandacht voor het bouwen van bruggen tussen culturen • dat de initiatiefnemers zelf actief betrokken willen zijn bij de uitwerking en de uitvoering van hun plannen. 12 Samen stad zijn
In het volgende hoofdstuk geven we aan hoe we dat willen organiseren. We meten het succes van onze aanpak voor een deel af aan het aantal initiatieven en het aantal mensen dat daaraan deelneemt. We zetten in op minstens honderd initiatieven per jaar, waarmee tienduizend burgers worden bereikt. Het aantal Hagenaars met contacten buiten de eigen bevolkingsgroep moet toenemen, evenals het aantal mensen dat die contacten positief waardeert. We zetten in op een stijging met tien procent in vier jaar. Deze en andere meetbare doelstellingen hebben we opgenomen in een bijlage. Meetbare resultaten zijn belangrijk, maar we moeten ons wel realiseren dat het bevorderen van burgerschap in de kern een kwalitatief proces is dat zich alleen gedeeltelijk in cijfers laat vangen. Daarom moet een onafhankelijke commissie in 2009 het beleid burgerschap tegen het licht houden, zodat de conclusies en aanbevelingen kunnen worden betrokken bij de opstelling van het Beleidsprogramma 2010-2014. Deze commissie gaat ook de stad in, om de mening van burgers en hun organisaties bij haar oordeelsvorming te betrekken. In de jaarlijkse Stadsenquête vragen wij gericht naar de mening van burgers over de gevolgde aanpak en hun waardering van de daarmee behaalde resultaten. Zo krijgen we langs twee lijnen feedback: van experts en uit de stad. In een jaarlijkse voortgangsnotitie worden de bereikte resultaten beschreven. III. Wat gaan we doen? 7. Toerusten: onderwijs, werk, inburgering, maatwerk voor jongeren Dit hoofdstuk gaat over de vierdeling toerusten, delen, verbinden en handhaven. Onderwijs, werk en opbouwwerk zijn de sleutels tot burgerschap. Mensen komen pas aan het nemen van sociale verantwoordelijkheid toe als zij in hun basisbehoeften hebben voorzien. Onderwijs en burgerparticipatie helpen mensen om de kennis en de vaardigheden te verwerven die zij nodig hebben om op eigen benen te staan en om iets te kunnen betekenen voor anderen. Onderwijs Al jarenlang werken wij samen met de schoolbesturen gericht aan het verbeteren van de schoolresultaten. Dat blijven we doen, want de Haagse arbeidsmarkt vraagt om steeds hogere kwalificaties. Bijzondere aandacht wordt daarbij gegeven aan de prestaties van migrantenjongeren. Het beeld van de resultaten wordt licht vertekend omdat er nog steeds nieuwe “eerste generatie” direct uit het herkomstland het Haagse onderwijs instroomt. Daarop gecorrigeerd doen de Haagse scholen het goed. Dat wordt duidelijk als je niet alleen kijkt naar de eindexamenresultaten, maar ook naar de voortgang die de leerlingen hebben geboekt tijdens hun verblijf op school. Migrantenjongeren lopen op school een groot deel van hun achterstand in. Dat is een grote prestatie van school en leerlingen. Daaraan mogen we best eens wat meer positieve aandacht geven. Tweede speerpunt in ons onderwijsbeleid is het terugdringen van de voortijdige schooluitval. We zoeken de oplossing hiervoor vooral in het verbeteren van de samenwerking tussen de instellingen die de jongeren op school moeten zien te houden of hen weer terug daar naartoe moeten leiden. We werken dit uit in ons “Actieprogramma Jeugd”. 13 Samen stad zijn
In het onderwijs worden ook waarden en normen overgedragen die belangrijk zijn voor burgerschap. Scholen moeten van het Rijk aandacht schenken aan burgerschap. Daarbij gaat het vooral om het ontwikkelen van een “burgerschapsbewustzijn” bij de leerlingen: het besef dat het belangrijk is sociale verantwoordelijkheid te nemen. Scholen bepalen zelf hoe zij dit doen. Als hulpmiddel daarvoor zijn op landelijk niveau lesprogramma’s ontwikkeld. Wij kunnen scholen geen aanwijzingen geven over de invulling van burgerschap. Dat is ook niet nodig: wij hebben er alle vertrouwen in dat zij dit goed oppakken. Scholen die samen met (organisaties van) Haagse burgers activiteiten willen ontwikkelen die gericht zijn op burgerschap kunnen een gemeentelijke subsidie aanvragen via het Fonds Burgerschap (zie hiervoor hoofdstuk 10). Wij vinden het wenselijk dat jongeren uit verschillende wijken, culturen en milieus elkaar ontmoeten en samen activiteiten ondernemen, zodat ze elkaar leren kennen, begrijpen en waarderen. De school is bij uitstek de plek daarvoor. Scholen zijn alleen niet altijd een afspiegeling van de samenleving. We kunnen deze ‘scheiding’ in het onderwijs niet doorbreken. Ouders hebben het recht op vrije schoolkeuze. Maar als de ontmoeting tussen jongeren met andere achtergronden niet op school kan plaatsvinden, kan ze wel via diezelfde school worden georganiseerd. Sport en cultuur zijn daarvoor goede aanknopingspunten. Instellingen als Centrum 16/22 en HCO kunnen daarin een goede verbindende functie vervullen. Met projecten als ‘Door andere ogen’, waarin leerlingen van verschillende scholen met elkaar in discussie gaan aan de hand van een film met een controversieel onderwerp, zijn daarmee al goede ervaringen opgedaan. In een diverse samenleving is het belangrijk dat mensen kennis nemen van elkaars culturele achtergrond, geschiedenis en literatuur. Van november 2006 tot en met mei 2007 werken Haagse culturele instellingen zoals de Openbare Bibliotheek, het Haags Gemeentearchief en het Haags Historisch Museum aan de ontwikkeling van een “Haagse Canon”. Dat is een reservoir van kennis die iedere Hagenaar zou moeten hebben over de geschiedenis van de stad en van de geschiedenissen en culturen van groepen die samen die stad vormen. Wij zien de Haagse Canon als een instrument voor verrijking en verbinding. Werken Jaarlijks worden 5.500 tot 6.000 reïntegratietrajecten gestart voor Haagse werklozen. Nu de economie aantrekt kunnen dat er wellicht nog meer worden. Veel werk wordt gevonden in het kader van een schone, hele en veilige stad. Denk aan handhaving, toezicht en schoonmaak. We gaan meer banen bij het bedrijfsleven zoeken door meer te investeren in onze relatie met werkgevers. We streven ernaar dat werkgevers straks nog maar met één gemeentelijke partij te maken hebben met wie hij alle afspraken kan maken over het plaatsen van personeel. Ook gaan we actief op pad naar werkgevers in de regio. Uitgangspunt van ons beleid is dat iedere werkloze aan het werk of naar een opleiding moet. Voor werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt worden terugkeerbanen (werken met behoud van uitkering) of banen met loonkostensubsidie ingezet. Dat is niet alleen de meest effectieve manier om aan de slag te komen, maar benadrukt ook burgerschapswaarden: het is normaal om wat terug te doen voor je uitkering. Voor sommigen is ondernemerschap het aangewezen middel om in het eigen bestaan te voorzien. In het Coalitieakkoord MeeDoen is uitvoerig beschreven hoe wij nieuwe impulsen willen geven aan startende ondernemers. 14 Samen stad zijn
Verbetering van de aansluiting tussen de vraag van ondernemers om training en begeleiding en het aanbod op die terreinen is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Inburgering Inburgering ligt op het snijvlak tussen toerusting en binding. Inburgering geeft mensen bagage mee om zelfstandig in deze samenleving te kunnen functioneren, maar legt ook de basis voor betrokkenheid en deelname. De inburgering van nieuwkomers en oudkomers is bij wet geregeld. De gemeente voert het rijksbeleid uit, maar voegt daar ook het nodige aan toe. Het wettelijk voorgeschreven inburgeringprogramma helpt inburgeraars wel op weg, maar is in de meeste gevallen niet voldoende om van hen zelfstandige en betrokken burgers te maken. De toegevoegde waarde vanuit de gemeente, de ‘plus’, zit in de breedte en in de diepte. In de komende jaren gaan we in fasen alle oudkomers een inburgeringsaanbod doen, ook als zij niet tot de door het rijk benoemde voorrangsgroepen (werklozen en opvoeders) horen. Per jaar worden drieduizend mensen op een inburgeringtraject geplaatst. Verder geven wij extra steun aan inburgeraars bij het opbouwen en versterken van een sociaal netwerk, buiten de eigen etnische of culturele groep. We bieden jaarlijks aan vierhonderd inburgeraars een “100 uren programma” aan. Daarin stellen inburgeraars een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Dat kan leiden naar scholing of betaald werk, maar ook naar vrijwilligerswerk. Tijdens het zogenaamde tweedaagse activiteiten programma maken jaarlijks vierhonderd inburgeraars kennis met de stad en met het voorzieningenaanbod dat we hebben op het gebied van sport, ontspanning en cultuur. Waar dat maar kan, leggen we een verbinding tussen inburgering en beroepsopleiding of een traject gericht op werk. Dat draagt bij aan de motivatie van de inburgeraars. Minstens even belangrijk is dat een opleiding volgen of werken ook betekent dat je contacten moet leggen en onderhouden met anderen. Je leert met anderen samen te werken, respect voor hen te hebben, je aan afspraken te houden en regels na te leven. Daarnaast gaan we inburgeraars een-op-een koppelen aan coaches. Dat zijn vrijwilligers die inburgeraars wegwijs gaan maken in de Haagse samenleving. Jaarlijks brengen we zeshonderd koppels bij elkaar. Voor het organiseren van die koppels denken we bijvoorbeeld aan een instelling als HOF. Vrouwen en meisjes uit migrantengroepen hebben nog minder dan mannen en jongens toegang tot sociale netwerken buiten de eigen etnische kring. Vooral als zij niet werken is hun leefwereld erg klein. Extra stimulansen vanuit de gemeente zijn nodig om dat te doorbreken. Vrouwelijke inburgeraars worden actief benaderd om deel te nemen aan activiteiten buitenshuis. In eerste instantie richten we ons op het stimuleren van het bezoek van belangrijke voorzieningen, zoals het consultatiebureau, de peuterspeelzaal, de (voor)school, het buurthuis en de bibliotheek. Om de drempel te verlagen geven we vrouwen die voor het eerst een dergelijke voorziening bezoeken een kleine beloning. De beloning loopt op naar mate meer activiteit wordt ontplooid, bijvoorbeeld als iemand een ander meeneemt, een cursus gaat volgen of vrijwilligerswerk gaat doen.
15 Samen stad zijn
Maatwerk voor bijzondere groepen: jongeren, vrouwen die in een maatschappelijk isolement verkeren, ouderen en gehandicapten Een klein deel van de migrantenjongeren ondervindt grote problemen bij het vinden van aansluiting bij de Nederlandse samenleving. Voor sommigen van hen zijn de verlokkingen van de criminaliteit groot. Zonder gerichte interventies is het risico levensgroot dat deze groep blijvend afdrijft van de rest van de samenleving. De aanpak is gericht op het tot stand brengen of herstellen van de binding met de maatschappij. Via scholing en werk, maar ook door zinvolle vrijetijdsbesteding en het normaliseren van de sociale contacten met anderen, binnen en buiten hun eigen etnische groep. Essentieel onderdeel van de aanpak is leren samenwerken en leren verantwoordelijkheid te dragen. Daarmee worden de voorwaarden geschapen voor binding. Dergelijke projecten lopen momenteel voor Marokkaanse en Antilliaanse jongeren. Bijzondere aandacht willen wij geven aan degenen die wel sociale verantwoordelijkheid zouden willen dragen, maar daar niet aan toe kunnen komen omdat zij al hun energie nodig hebben om hun eigen leven op de rails te houden. Dat kost enorm veel kracht: men noemt deze mensen vaak “zwakkeren”, maar in veel opzichten zijn zij juist heel sterk. Projecten en activiteiten die erop gericht zijn ook hen te betrekken bij leefbaarheid, veiligheid en ontmoeting hebben voor ons hoge prioriteit. Experts zoals Importante en het P-Team kunnen daarbij het voortouw nemen. Wij hechten er veel waarde aan dat dergelijke projecten niet alleen voor, maar ook met de doelgroep ontwikkeld worden. 8. Delen: discriminatie aanpakken en meer kleur in het gemeentelijke personeelsbestand Bij delen gaat het om een eerlijke verdeling van schaarse maatschappelijke goederen, maar ook over het voorkomen en bestrijden van discriminatie. De stageproblematiek komt aan de orde in beleidsstukken over onderwijs en jeugd. We beperken ons hier tot twee thema’s: de aanpak van discriminatie en de instroom van migranten in het gemeentelijke personeelsbestand. Aanpak van discriminatie De aanpak van discriminatie is een wezenlijk onderdeel van het beleid gericht op het bevorderen van burgerschap. Uitsluiting moet krachtig worden bestreden in alle sectoren. Wij horen uit de stad dat er meer en ook harder gediscrimineerd wordt dan een paar jaar geleden. Dit weerspiegelt zich niet meteen in meer klachten of aangiftes. Maar we vinden dit toch een signaal waaraan we niet voorbij willen gaan. De meeste signalen die wij krijgen gaan over discriminatie op de arbeidsmarkt en in het uitgaansleven. Vooral jongere migranten klagen over discriminatie bij sollicitaties en op de werkvloer. Dat hoeft niet altijd terecht te zijn. Het gedrag en de houding van de jongeren zelf kan ook een rol spelen. Door gerichte trainingen aan te bieden kunnen we jongeren bewuster en weerbaarder maken, zodat ze zich beter kunnen presenteren en handhaven. Daarmee maken we ons niet van het probleem af. Er is wel degelijk discriminatie in onze maatschappij, in alle geledingen, en ook op de arbeidsmarkt. Wij gaan daarover contact opnemen met (organisaties van) werkgevers. In de eerste plaats om een beter beeld te krijgen van wat er speelt. Vervolgens kunnen we bekijken of we tot een gezamenlijke aanpak kunnen komen. Bijvoorbeeld in de vorm van een gedragscode of een keurmerk voor bedrijven en organisaties die een goed diversiteitsbeleid voeren.
16 Samen stad zijn
Stappanel Naar aanleiding van een initiatiefvoorstel uit de raad heeft het vorige college een plan gemaakt voor de aanpak van discriminatie in het uitgaansleven. Dit plan voorziet onder meer in de instelling van een Stappanel. Over de voortgang van de uitvoering van dit plan van aanpak zullen wij de raad informeren. De discriminatiebestrijding is nu vooral reactief. We willen haar meer proactief zien. Met meer aandacht voor het signaleren van relevante maatschappelijke ontwikkelingen aan ons college. Maar ook voor het stimuleren en organiseren van het maatschappelijke debat over zaken als grondrechten, eerlijke arbeidskansen voor migranten en de toegankelijkheid van het uitgaansleven voor migrantenjongeren. Discriminatie en vooroordelen treden op bij alle lagen van de bevolking en bij alle bevolkingsgroepen. Tot nu toe is discriminatie binnen en tussen migrantengemeenschappen onderbelicht gebleven. Wij vinden het verontrustend dat jonge kinderen in de basisschoolleeftijd zich steeds extremer uitlaten over andere culturen en dat de aversie tegen homoseksualiteit lijkt toe te nemen. Dat vinden wij onacceptabel. Wij spreken in eerste instantie de ouders daarop aan. Ouders die hun verantwoordelijkheid nemen en zich willen inspannen om hun kinderen respect voor anderen bij te brengen kunnen rekenen op onze steun.
17 Samen stad zijn
Kleurrijk personeelsbeleid Het coalitieakkoord MeeDoen geeft aan dat wij ons willen inspannen voor een kleurrijkere gemeentelijke organisatie. Daarvoor zijn ook ambitieuze streefcijfers vastgesteld. De wethouder Organisatie heeft het initiatief bij de uitvoering van deze actiepunten. Wij hechten hier veel waarde aan. Het is doodzonde om hoger opgeleide migranten niet voor de sociale kwaliteit van de stad te benutten. Daarnaast is een veelkleurige organisatie ook beter in staat om een multiculturele stad te bedienen. Publieksenquêtes in Engeland, maar ook in Amsterdam Zuidoost wijzen uit dat de tevredenheid van burgers over dienstverlening en bejegening toeneemt als de organisatie een goede afspiegeling van de omgeving is. Ervaringen in andere steden wijzen erop dat bij krachtige sturing en voldoende betrokkenheid van de ambtelijke top deze ambitie haalbaar is. Een kleurrijk personeelsbestand is niet alleen voor onze gemeente belangrijk, maar ook voor andere werkgevers in Den Haag, overheidsinstellingen en bedrijven. Als wij onze ambities kunnen realiseren moeten anderen dat ook kunnen. Als onze inspanningen succes hebben dragen we ze als voorbeeld uit naar de rest van de stad. 9. Verbinden: geld en zeggenschap voor burgers In de volgende hoofdstukken werken we de dimensie verbinding uit. Het ‘kroonjuweel’ hierbij is het Fonds Burgerschap. Dit wordt het instrument bij uitstek om burgers te verleiden tot het nemen van initiatieven. Verder is er in de sector Volkshuisvesting het fonds ‘Steentje Bijdragen’. Hieruit kunnen investeringen worden betaald die bijdragen aan de fysieke kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Wij maken ernst met de invoering van wijkbudgetten. Burgers geven straks aan wat de prioriteiten zijn. Daarbij betrekken we ook de invulling van het extra budget van één miljoen euro per jaar voor wijk- en buurtgroen. Dit budget is ondergebracht bij de Haeghe Groep/Omnigroen en is bedoeld voor het verbeteren van de kwaliteit van het groen in wijken en buurten, samen met en op aanwijzing van bewoners. 10. Fonds Burgerschap: ruim baan voor initiatiefrijke burgers Om initiatieven uit de stad te stimuleren komt er met ingang van 2007 een Fonds Burgerschap. Projectsubsidies voor initiatieven van burgers en hun organisaties in de sfeer van ontmoeting, dialoog en samenwerking gaan voortaan allemaal via dit fonds lopen. De omvang van dit fonds bedraagt netto, dus exclusief beheers- en administratiekosten, één miljoen euro per jaar. Het Fonds Burgerschap is niet bedoeld voor wijkfeesten of voor de instandhouding van vrijwilligersorganisaties. Het Fonds Burgerschap wordt projectmatig ingezet. Plannen kunnen worden ingediend door vrijwilligersorganisaties en groepen van minstens tien Haagse burgers. Ook professionele instellingen kunnen plannen indienen, maar alleen samen met een groep van minimaal 10 (georganiseerde of ongeorganiseerde) burgers en op voorwaarde dat burgers actief zijn betrokken bij de uitvoering van het plan. De plannen zijn gericht op de versterking van de sociale binding in een wijk of een buurt. Het bouwen van bruggen tussen bevolkingsgroepen en/of generaties moet een wezenlijk onderdeel van het plan zijn. 18 Samen stad zijn
Hierbij kan onder meer worden gedacht aan: • Een sportcompetitie tussen buurten of tussen verschillende groepen in een buurt. • Gezamenlijk beheer van pleintjes en speelplekken. • Samenwerkingsprojecten tussen scholen of jongeren uit verschillende wijken. • Zakgeldprojecten voor jongeren, waarbij geld kan worden verdiend met klussen in de buurt. • “Wereldreis in eigen wijk” activiteiten waarbij organisaties hun deuren openen voor belangstellenden. • Gezamenlijke schoonmaak- en Opzoomeracties. • Activiteiten voor kinderen en jongeren. • Activiteiten zoals de “inner-city games”, waarbij via sport en cultuur bruggen worden gebouwd tussen burgers tussen uit verschillende delen van de stad. Dit biedt mogelijkheden om bijvoorbeeld het ‘zand’ en het ‘veen” dichter bij elkaar te brengen • Activiteiten waarin jongeren en ouderen elkaar ontmoeten en helpen. • Activiteiten gericht op het wegwijs maken van nieuwkomers, asielzoekers en anderen die daaraan behoefte hebben in de wijk. • Wijkbewoners of scholieren die samen een gedragscode of “etiquette” opstellen én in praktijk brengen. • Experimenten met wijkaandelen. • “Prestatiecontracten” tussen wijkorganisaties, de gemeente en andere relevante partijen, zoals de politie. Basis hiervan is een afspraak tussen deze partijen dat binnen een bepaalde tijd, met een bepaald budget en met een bepaalde gegarandeerde gemeentelijke inzet meetbare vooruitgang wordt gerealiseerd op het gebied van leefbaarheid, veiligheid en/of sociale samenhang. Niet alleen de gemeente en de politie, maar ook de wijkorganisatie verplicht zich tot het leveren van een aantal concrete prestaties. Voor de wijkorganisatie kan daarbij onder meer worden gedacht aan het organiseren of uitbreiden van een buurtpreventie of het ontwikkelen van activiteiten om bewoners bij elkaar te brengen. Indien de prestatie wordt geleverd ontvangt de wijkorganisatie van ons een bonus, te besteden in en voor de wijk. Plannen worden beoordeeld op de volgende criteria: • •
• • • • •
Activiteiten moeten de relatie burger-burger, burger-buurt en/of burger-bestuur versterken. Zij staan in het teken van ontmoeting, dialoog en/of samenwerking. Voorrang wordt gegeven aan initiatieven waarbij burgers met verschillende achtergronden samen actief aan de slag gaan om een door hun benoemd leefbaarheids-, veiligheids- of sociaal doel te bereiken. In de aanvraag wordt duidelijk en concreet aangegeven wat men wil doen, welke doelen daarmee bereikt moeten worden, wie de activiteit gaat uitvoeren en op wie de activiteit zich richt. Initiatieven kunnen zich richten op de hele stad, een stadsdeel, een wijk, een buurt, een straat of (leerlingen, docenten en ouders van) een school. Hagenaars uit verschillende culturele groepen werken actief mee aan de uitvoering van de activiteit. De activiteiten zijn herkenbaar zijn in de wijk (zie de voorbeelden hierboven). Zij mogen niet consumptief zijn. 19
Samen stad zijn
• • • •
Nederlands is de voertaal. De kosten moeten in een redelijke verhouding staan tot de waarde van de activiteit. Er mogen geen structurele verplichtingen uit voortvloeien. Alleen verenigingen of stichtingen kunnen rechtstreeks geld krijgen. Ook niet georganiseerde burgers kunnen plannen indienen, maar het geld wordt dan beheerd door een bewonersorganisatie of een welzijnsinstelling.
De initiatiefnemers moeten bereid zijn om zelf actief mee te werken aan de uitwerking en de uitvoering van hun plan. Daarmee wordt voorkomen dat burgers “verlanglijstjes” presenteren die door andere partijen, zoals de gemeente of het welzijnswerk, moeten worden uitgevoerd. Elk plan is voorzien van een globale begroting. Burgers die daar moeite mee hebben, kunnen daarbij ondersteuning krijgen. We vragen hierom omdat we het belangrijk vinden dat burgers kostenbewust zijn en nadenken over wat een redelijke verhouding is tussen kosten en opbrengsten. Het plan moet binnen een jaar worden uitgevoerd. De maximale gemeentelijke subsidie voor een plan is 25.000, - euro. Plannen kunnen het hele jaar door worden ingediend bij het Programmabureau Burgerschap. We nemen snel een besluit over de ingediende plannen. Ons streven is dat binnen vier weken wordt beslist. Alle aanvragen worden geplaatst op de burgerschapswebsite www.dehaagseontmoeting.nl. Als een plan zich richt op een stadsdeel, een wijk, een buurt, een straat of een school wordt de stadsdeelorganisatie bij de besluitvorming betrokken. Via die website maken we ook zichtbaar hoe de behandeling plaatsvindt en hoe er op de aanvraag wordt beslist. Daardoor kan iedereen volgen welke plannen er zijn ingediend, hoe lang het duurt voordat erop wordt beslist, wat wel en wat niet wordt toegekend en waarom. De gehonoreerde plannen worden uitgewerkt onder leiding van de indiener. Als de uitvoering van het plan inzet vereist van gemeentelijke diensten, zorgen wij ervoor dat deze ook wordt geleverd. Bij de beoordeling van de ingediende aanvragen werken wij nauw samen met het Fonds 1818. Die samenwerking kan ertoe leiden dat dit Fonds meebetaalt aan aanvragen waarvoor wij onvoldoende middelen beschikbaar hebben of die meer kosten dan 25.000 euro. Wij nomineren jaarlijks uit alle ingediende plannen de drie meest vernieuwende of meest inspirerende inzendingen. De indieners van die drie plannen ontvangen elk een stimuleringspremie van 2.500 euro, te besteden aan de uitwerking of de uitvoering van dat plan of aan een nieuw plan. De Haagse bevolking krijgt daarna de gelegenheid om op de drie genomineerde plannen te stemmen. Dat kan schriftelijk via een bon in de Stadskrant of via de website www.dehaagseontmoeting.nl. Het plan dat de meeste stemmen vergaart ontvangt de Haagse Burgerschaps Prijs. Deze prijs heeft een waarde van rond 25.000 euro. Onmiddellijk na de besluitvorming van de raad over deze kadernota Burgerschap starten wij een campagne om het doel en de werkwijze van het Fonds Burgerschap in de stad bekend te maken. De ambtenaren in de stadsdelen stimuleren burgers en organisaties om plannen in te dienen, mede via hun contacten met welzijnsinstellingen en opbouwwerk.
20 Samen stad zijn
Zij treden daarbij op als ‘sociale makelaars’: zij leggen verbindingen tussen mensen en organisaties en helpen bruggen te bouwen. Bijzondere aandacht wordt gegeven aan het enthousiasmeren van mensen die niet tot de “gestaalde kaders” behoren en de weg naar de gemeente nog niet kennen. Wij leggen eens per jaar aan de raad verantwoording af over de manier waarop wij met de ingediende plannen zijn omgegaan. Daarbij maken wij zichtbaar welke plannen zijn afgewezen en wat daarvoor de redenen zijn geweest. Deze verantwoording wordt openbaar gemaakt via de website www.dehaagseontmoeting.nl. 11. Ontmoeting mogelijk maken Pleinen en parken Laagdrempelige ontmoetingsplekken zijn een noodzakelijke voorwaarde om burgers met elkaar vertrouwd te maken en te houden. Het Zuiderpark, het wijkpark Transvaal en het Vermeerpark laten zien hoe belangrijk dat is en hoe goed dat kan werken. We hebben in onze stad al veel plekken waar burgers elkaar kunnen ontmoeten en samen dingen kunnen doen. Maar de vraag overtreft het aanbod nog steeds. De komende jaren gaan we ons inzetten om het aantal ontmoetingsplekken en activiteitenruimtes verder uit te breiden. Ook bekijken wij in hoeverre het functioneren van bestaande accommodaties kan worden verbeterd. Met gebruikmaking van de zogenaamde BOS impuls van de rijksoverheid worden extra plekken gecreëerd voor sport. Pleinen zijn ontmoetingsplekken bij uitstek. Ze kunnen die functie niet naar behoren vervullen als ze vies, onaantrekkelijk en onveilig zijn. Met een combinatie van fysieke en sociale maatregelen geven we een impuls aan de Waterloostraat, het Oranjeplein, de Fakonahof, het Meester de Bruinplein, het Jacob van Campenplein, het Hannemanplantsoen, de Nicolaas Penninghof, het Teniersplantsoen, het Van der Vennepark, het Vermeerpark, het Kaapseplein, het wijkpark Transvaal en het Joubertplantsoen. Dat doen we met eigen middelen, bijdragen van de corporaties en GSB-III geld. Speelvoorzieningen worden vernieuwd of opgeknapt. De bestrating wordt gerepareerd zodat er weer veilig gespeeld kan worden. Actieve bewoners worden ingezet om andere bewoners informatie te geven en hen te stimuleren om zich in te zetten voor de leefbaarheid in de wijk. “Bewoners voor bewoners” is daarbij de rode draad. In de loop van deze collegeperiode bezien wij of deze aanpak kan worden verbreed naar vergelijkbare plekken zoals parkjes of winkelgebieden. Optimaal benutten van onderwijs- en welzijnsaccommodaties Scholen zijn de ontmoetingsplaats in de wijk per uitstek. In het kader van de “brede buurtschool” wordt gewerkt aan het (verder) versterken van die functie. In een aantal wijken overtreft de vraag naar ontmoetings- en activiteitenruimte het aanbod. Openstelling van ruimte in scholen tijdens de avonduren en in het weekend voor wijkactiviteiten moet dit probleem een stuk kleiner maken. Bovendien zou dit helpen om de school nog meer dan nu al het geval is tot een sociaal middelpunt te maken. Het grootste knelpunt is dat er beheer moet zijn. We gaan onderzoeken of scholen ruimten open willen voor wijkactiviteiten als wij een subsidie geven voor de extra beheerskosten. Ook gaan we samen met de decentrale welzijnsinstellingen en de zelfstandige buurthuizen bekijken wat er gedaan moet worden om buiten de normale werktijden van het welzijnswerk de accommodaties open te stellen voor activiteiten van burgers. 21 Samen stad zijn
In sommige gevallen kan sleutelgebruik een oplossing zijn. In andere gevallen moet ook worden gedacht aan uitbreiding van het aantal uren beheer. 12. Verbinden door sport Sport is een maatschappelijk bindmiddel bij uitstek. Sportverenigingen leren hun leden, en vooral kinderen en jongeren, samen te werken, zich aan regels te houden, verantwoordelijkheid te nemen en respect voor elkaar te hebben. Sport is een prima middel om mensen met elkaar in contact te brengen. Dat geldt ook voor migranten. Ruim veertig procent van de eerste generatie en rond zestig procent van de tweede generatie doet aan sport. Recent is een convenant gesloten tussen de sportbonden, minister Verdonk en staatssecretaris Ross-van Dorp om migrantenjongeren in te sluizen in de georganiseerde sport. Een deel van dit geld wordt besteed via de gemeenten. Uit dit gemeentelijk deel worden drie sportleiders aangesteld die sportorganisaties waaraan migranten deelnemen ondersteunen op het gebied van kadervorming en -training, administratie, werving van vrijwilligers en ‘normen en waarden’ in de sport. We kiezen voor het gericht ondersteunen van sportorganisaties. Veel migranten kiezen namelijk nog voor sporten in een eigen vereniging. Omdat zij zich niet welkom voelen in bestaande algemene verenigingen of omdat de ‘eigen’ vereniging ook andere, sociale functies voor hen heeft. De ondersteuning is gericht op zelfredzaamheid als organisatie binnen het kader dat voor sportorganisaties in Nederland normaal is. Met andere woorden: de leden betalen contributie en ouders zijn actief als vrijwilliger. Sportverenigingen helpen elkaar. De hockeyclub HDM helpt de Marokkaanse vereniging HMC om hun verenigingsorganisatie te verbeteren. Een mooi voorbeeld van bruggen bouwen. Gelijk aan dit soort ontwikkelingen vinden ook steeds meer migranten de weg naar algemene sportverenigingen. Succesvolle voorbeelden van “multiculturele” sportverenigingen zijn HSV Escamp en VV Laakkwartier. 13. De brugfunctie van kunst en cultuur Kunst en cultuur brengen burgers bij elkaar, op stedelijk en op wijkniveau. We nemen het begrip kunst en cultuur daarbij ruim: uiteenlopend van amateuristische kunstbeoefening tot kunst in de openbare ruimte. Van in de religie gewortelde feesten tot vernieuwende experimenten waarin de ontmoeting tussen culturen en leefstijlen centraal staat. Binnenkort brengen wij een nota uit over kunst in de wijken. Daarin staat centraal hoe kunst naar de mensen kan worden gebracht. Vanuit het perspectief van burgerschap is het belangrijk om kunst in te zetten als middel om mensen bij elkaar te brengen. Kunst in de openbare ruimte is daar een goed voorbeeld van. Maar ook aandacht geven aan de geschiedenis van stad, wijk en buurt. De afgelopen jaren zijn al initiatieven genomen om de ‘oral history’ van Hagenaars te schrijven. Ook de beleving van Den Haag door migranten is daarbij aan de orde gekomen. Op die lijn gaan we door. Samen met de recent aangestelde hoogleraren in de sociale geschiedenis van Den Haag bekijken we hoe Hagenaars met elkaar in gesprek kunnen komen aan de hand van de historie van hun straat of buurt. Wie wonen daar? Hoe zijn zij daar terecht gekomen? Wat bindt hen? 22 Samen stad zijn
De culturele diversiteit van Den Haag komt tot uitdrukking in stedelijke festiviteiten en evenementen met een lage drempel en een brede uitstraling. Een aantal daarvan hoort al sinds jaar en dag bij de trekpleisters van Den Haag. Anderen hebben de potentie om dat ook te worden, als er voldoende aandacht wordt besteed aan het bereiken van andere doelgroepen dan de eigen gemeenschap. We trekken de komende vier jaar geld en tijd uit om de continuïteit van deze festiviteiten veilig te stellen en ze een breed publiek te laten bereiken. We stemmen de inzet daarvan af op het Haagse evenementenbeleid. 14. Stimuleren van het publieke debat Onze samenleving ontwikkelt zich snel. Bij een democratische samenleving hoort dat we ons inspannen om zoveel mogelijk mensen mee te laten denken en praten. In het kader van het Fonds Burgerschap kunnen Haagse burgers en organisaties subsidie aanvragen voor het organiseren van debatten over “brandende kwesties”, zoals vrijheid van meningsuiting, man vrouwverhoudingen, maatschappelijke ontworteling van jongeren en wat je kunt doen om dat te voorkomen enzovoorts. De aanvragers bepalen zelf waar ze het over willen hebben en wie ze daarbij willen betrekken. Zij moeten daarbij aantonen dat zij een zo breed mogelijk publiek bereiken. De hoogte van de bijdrage is gekoppeld aan het aantal deelnemers en de diversiteit van het deelnemersveld. Dit wordt achteraf met een waarderingssubsidie vastgesteld. Aanvullend geven we aan een of meer onafhankelijke organisaties de opdracht om in de stadsdelen stadsgesprekken te organiseren over burgerschap. In dit “Café Burgerschap” nemen maatschappelijke organisaties, individuele burgers en gemeente met elkaar de staat van de stad door. Hoe lopen de initiatieven burgerschap? Wat komen we allemaal tegen? Welke knelpunten moeten we oplossen? Van die gesprekken wordt een verslag gemaakt. Ten slotte is de jaarlijkse Dag van de Haagse Ontmoeting, dit jaar op 26 september, was de gelegenheid bij uitstek voor een dialoog met de stad om vast te stellen of we nog steeds op het goede spoor zitten en om elkaar wederzijds te inspireren. 15. Burger en bestuur
De afgelopen jaren is veel gesproken over een vermeende kloof tussen burger en bestuur. Vraag is of die discussie wel over de goede dingen ging. Veel burgers geven liever op een andere manier uitdrukking aan hun betrokkenheid bij de stad dan door vergaderingen bij te wonen of deel te nemen aan inspraak of samenspraak. Dat neemt niet weg dat de nieuwe instrumenten die de afgelopen jaren zijn geïntroduceerd om burgers bij het gemeentebestuur te betrekken een toegevoegde waarde hebben. Dat geldt vooral voor samenspraak. Deze aanpak, waarbij gemeente en burgers samen een plan maken, werkt vooral goed als het gaat om de invulling van een vaststaand raamwerk, er een overzichtelijk aantal belanghebbenden is en die ook allemaal in het proces kunnen worden meegenomen. Met name in de sfeer van stadsbeheer wordt samenspraak regelmatig en met succes toegepast. Het past in de geest van deze kadernota om dit voort te zetten. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om eigen voorstellen op de agenda van de raad te krijgen. Er wordt nog relatief weinig gebruik van gemaakt. We gaan samen met de raad bekijken hoe we het burgerinitiatief nog eens nadrukkelijk onder de aandacht van de stad kunnen brengen. Er zijn twee experimenten uitgevoerd met burgeradvieskringen. 23 Samen stad zijn
Een burgeradvieskring is een zo representatief mogelijke groep burgers die binnen het werkproces advies uitbrengt aan de gemeente. Het instrument burgeradvieskring heeft vooral waarde in situaties waarin nog weinig vaststaat, bijvoorbeeld als een wijkvisie moet worden ontwikkeld. Onder meer in het kader van de doorontwikkeling van de stadsdeelorganisatie gaan wij dit instrument vaker inzetten. De verkiezingsopkomst in Den Haag is al jarenlang een van de laagste in Nederland. Dat moet anders. Wij streven ernaar dat de verkiezingsopkomst in 2010 minstens gelijk is aan die in de andere drie grote steden. 16. Wereldburgerschap: verbinding over de grenzen Internationale samenwerking met steden en regio’s in de herkomstlanden van Hagenaars laat zien dat de gemeente Den Haag betrokken is met haar inwoners die hun wortels in andere landen hebben. Internationale samenwerking biedt ook unieke mogelijkheden aan Hagenaars met verschillende achtergronden om elkaar beter te leren kennen en waarderen. Het vorige college heeft als richtlijn voor internationale samenwerking met de herkomstlanden van migranten vastgesteld dat de gemeente initiatieven uit de stad positief wil oppakken, maar niet zelf de trekker wil zijn. Vraag is of dat uitgangspunt nog steeds houdbaar is. Er bestaat in de stad draagvlak voor het aangaan van vriendschapsrelaties met steden of gebieden in Suriname, Turkije en Marokko. Het lijkt er echter op dat we te veel vragen als we willen dat gemeenschappen daarin zelf het voortouw nemen. Het coalitieakkoord MeeDoen geeft aan dat we internationale samenwerking nieuw elan willen geven. Dat vraagt om een actievere gemeentelijke rol en om meer mensen die hun schouders hieronder willen zetten. Via advertenties en internet gaan wij inventariseren hoeveel mensen zich voor samenwerkingsprojecten willen inzetten. Daarbij gaat het om burgers en om ambtenaren. Ambtenaren die zich aanmelden om aan deze projecten mee te werken, mogen dat na toestemming van de algemeen directeur van de desbetreffende dienst en de wethouder CIIO onder nader te bepalen voorwaarden in werktijd doen. Uiteraard geldt hierbij dat ‘de dienst het toe moet laten’, maar medewerking aan de invulling van een project is voor het college ook belangrijk. Samenwerken moet altijd een helder doel hebben. Daarom voelen we meer voor concrete samenwerkingsovereenkomsten die binnen een bepaalde termijn een aantal meetbare resultaten moeten opleveren dan voor ‘open’ stedenbanden waarbij de instandhouding van de relatie een doel op zichzelf kan worden. 17. Grenzen stellen en handhaven Burgers geven keer op keer aan dat zij behoefte hebben aan strakkere handhaving. Hufterigheid is een bedreiging voor burgerschap. Hufterigheid is een probleem dat niet door de overheid alleen kan worden aangepakt. Het gaat immers vaak om gedrag dat wel laakbaar, maar niet verboden is, of om gedrag dat zich aan sluitende handhaving onttrekt. Voor een effectieve bestrijding van hufterigheid hebben we onze burgers nodig. Mensen zelf maken immers uit wat acceptabel en onacceptabel gedrag is, door elkaar op dat gedrag aan te spreken. Je verandert iemands gedrag niet door over hem te klagen bij een derde, wel door met hem in discussie te gaan, zeker als je dat niet alleen hoeft op te knappen maar je gesteund weet door anderen. 24 Samen stad zijn
Wij willen bevorderen dat in het onderwijs, het welzijnswerk, het verenigingsleven en bij de activiteiten van HALT aandacht wordt gegeven aan het handhaven van omgangsvormen. Projecten en activiteiten in deze sfeer kunnen worden ingediend bij het Fonds Burgerschap. Daarbij kunnen ook weerbaarheidstrainingen horen: veel mensen vinden het immers nog steeds moeilijk om een ander op zijn gedrag aan te spreken. We beseffen dat mensen die het aandurven anderen op hun gedrag aan te spreken risico’s nemen. Onze bewondering voor buurtvaders, buurtpreventie- en interventieteams, nachtpreventies maar ook al die individuele Hagenaars die hun nek durven uit te steken is groot. Hun inzet helpt anderen over hun angst heen. Ze geven een inspirerend voorbeeld en maken daardoor het verschil. Er wordt een grens overschreden als hufterigheid uitmondt in bedreiging, intimidatie of geweld. Daarbij houdt al ons begrip op. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat als zij intimiderend of gewelddadig gedrag bij ons of bij de politie melden snel, slagvaardig en zichtbaar wordt opgetreden. Als goed werkgever beschermen wij ons personeel tegen agressie van klanten of publiek. Wie zich daaraan schuldig maakt mag erop rekenen dat wij alle mogelijkheden die de wet ons geeft zullen benutten om de geleden schade op de dader te verhalen. We zien niets door de vingers. Agressie mag nooit lonen. Huisjesmelkers en dubieuze uitzendbureaus houden de uitbuiting van illegalen in stand. Slechte woonomstandigheden en overbevolking zetten in sommige delen van de stad het leefmilieu onder ontoelaatbare druk. We treden daar met kracht tegen op, onder meer via integrale handhaving. 18. Hoe gaan we onze prestaties meten? Over het meten van de door ons beoogde bewegingen in de stad hebben we het al gehad in hoofdstuk 6. In dit hoofdstuk hebben we het over de meting van de resultaten van onze eigen maatregelen en activiteiten. Burgerschap is geen wiskunde, het gaat om een kwalitatief proces. Maar dat moet wel systematisch worden aangepakt. We moeten systematisch gegevens verzamelen over onderwijsresultaten, werkgelegenheidsmaatregelen en deelname aan voorzieningen. In het kader van ‘burgerschap’ is iedereen gelijkwaardig. Herkomst speelt geen rol. Maar we moeten kijken of iedereen de bagage heeft om burger te kunnen zijn. Zijn de belemmeringen weggenomen en in hoeverre spreekt onze aanpak alle bevolkingsgroepen aan? Om dat te kunnen doen vormen we de oude Allochtonenmonitor om tot een Monitor Burgerschap. Zo blijft zicht bestaan op de positie van Hagenaars met een immigratie-achtergrond, uitgesplitst naar herkomstland, leeftijd en sekse. We volgen nu de prestaties van instellingen, maar hebben er maar een beperkt zicht op hoe al die inspanningen uitpakken in de inburgering of de emancipatie van individuele burgers. Daarom gaan we de komende jaren cohortenonderzoeken houden. We gaan de deelnemers aan inburgeringtrajecten gedurende vier jaar volgen op hun weg naar scholing, werk en volwaardig burgerschap. In een jaarlijkse rapportage brengen we in beeld waar zij staan. Als de onderzoeksgegevens daartoe aanleiding geven, zoomen we in op stagnaties in dat proces. We proberen scherp te krijgen waar het in de burgerschapsketen vastloopt en hoe het weer vlot getrokken kan worden. Cohortonderzoek is (erg) duur.
25 Samen stad zijn
Daarom en omdat het krijgen van meer inzicht in hoe nieuwkomers daadwerkelijk inburgeren in de Nederlandse samenleving een breder belang is dan alleen van de gemeente Den Haag gaan we in overleg met de rijksoverheid om te bezien of we hiervan een gezamenlijk project kunnen maken. Met deze metingen willen we vaststellen of het beleid succesvol is. Het succes moet tot uiting komen in een betere dienstverlening en in het dichten van de kloof tussen burger-burger, burger-buurt en burger-bestuur. 19. Hoe organiseren we ons beleid burgerschap? Burgerschap is facetbeleid, net als bijvoorbeeld emancipatie-, of jeugdbeleid. Er is een bestuurlijke trekker: de wethouder voor Burgerschap, Deconcentratie, Leefbaarheid en Media (BDLM). Hij is eerstverantwoordelijk voor dit beleidskader en de uitvoering daarvan. Onder zijn portefeuille vallen het Fonds Burgerschap, de inburgering en de leefbaarheid. Maar ook de vormgeving van de stadsdeelorganisatie. De door ons gewenste kanteling naar een faciliterende gemeentelijke organisatie zal zich voor een groot deel op het niveau van het stadsdeel moeten gaan voltrekken. Alle leden van het college zijn betrokken bij de invulling van burgerschap, binnen hun portefeuille en binnen hun stadsdeel. De meest betrokken portefeuillehouders (de Burgemeester en de wethouders van Onderwijs, Jeugd en Sport, van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie en van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie) vormen onder voorzitterschap van wethouder BDLM het Bestuurlijk Overleg Burgerschap (BOB). Het BOB volgt de voortgang van de uitvoering van deze kadernota en lost knelpunten op. Burgerschap kan niet worden geïsoleerd binnen één portefeuille. In verschillende sectorale nota’s en programma’s zullen vakportefeuillehouders invulling geven aan burgerschap binnen die sector. Voor jeugd zal dit bijvoorbeeld gebeuren in het “Actieprogramma Jeugd”, voor maatschappelijke opvang in de nota “Mensen Maken de Stad”, voor kunst en cultuur in een nota over wijkkunst. Er wordt een Programmabureau Burgerschap opgezet voor de uitvoering van deze nota. Dit Programmabureau werkt nauw samen met de andere diensten die betrokken zijn bij de concrete uitwerking van burgerschap in de diverse vaksectoren en met de stadsdelen. 20. Communicatie en promotie We starten in het najaar van 2006 met een campagne om het begrip Burgerschap bij de stad te introduceren. In die campagne staat het Fonds Burgerschap centraal. We willen burgers enthousiast maken om plannen bij dit fonds in te dienen. Via een nieuwsbrief, de speciale “Burgerschapswebsite” www.dehaagseontmoeting.nl, en via lokale radio en televisie zetten we inspirerende projecten van burgers in het zonnetje. Op www.dehaagseontmoeting.nl worden de initiatieven bij elkaar gebracht en wordt burgers de gelegenheid geboden om daarover met elkaar in discussie te gaan. Via lokale radio en televisie worden Hagenaars opgeroepen te stemmen op de genomineerde plannen voor de Haagse Burgerschaps Prijs. 26 Samen stad zijn
De uitslag wordt via de lokale televisie bekend gemaakt. De website wordt mede gebruikt om te rapporteren over de voortgang van de uitwerking van plannen van burgers en over de met die plannen bereikte resultaten. Belangrijke momenten, zoals openingen, worden via wijktelevisie onder de aandacht gebracht. Bij de publiciteit over andere zaken die voor de uitvoering van het beleid burgerschap van belang zijn, zoals de herijking van de stadsdeelorganisatie, wordt steeds de link naar burgerschap gelegd. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat burgers gebruik kunnen maken van de Haagse infrastructuur van lokale radio en televisie om hun eigen visie op hun woon- en leefomgeving te geven en de dialoog aan te gaan met andere burgers en de gemeente. Ook nieuwe instrumenten, zoals digitale wijkkranten, kunnen daarin een rol vervullen. Burgers geven hun eigen invullingen aan burgerschap, los van welke gemeentelijke agenda dan ook. En dat is ook wenselijk. Burgerschap geeft stem aan alle groeperingen en stromingen in de Haagse samenleving. Dit ondersteunen we met programmabudgetten. 21. Geld We financieren het beleid burgerschap grotendeels uit de voormalige middelen voor integratie. In totaal is rond 2,9 miljoen euro beschikbaar. Een globale specificatie van de inzet van deze middelen is in de bijlage vermeld. 22. Tot slot Deze nota is bedoeld om de dialoog met de stad aan te gaan. De verschillende voorbeelden van activiteiten en inspanningen die in deze nota genoemd worden zijn daarom meer richtinggevend dan bindend. De burgers van de stad worden nadrukkelijk uitgenodigd en uitgedaagd om iets van deze nota te vinden en suggesties te doen aan het gemeentebestuur. Op 26 september staat het thema Burgerschap centraal op de Dag van de Haagse Ontmoeting. Op verschillende locaties in de stad vinden dan activiteiten plaats. De dialoog met de stad over de Nota Burgerschap duurt tot 15 november 2006. In december 2006 wordt het Programma Burgerschap aan de raad aangeboden. Deze Nota Burgerschap is het resultaat van interviews met externe deskundigen, een inhoudelijke discussie met de Top-35 van het gemeentelijke apparaat, interviews met directeuren van diensten, inhoudelijke discussies in de Ambtelijke Werkgroep Burgerschap, een bespreking in het Gemeentelijk Management Team, een stadsgesprek met sleutelfiguren uit de stad, een expertmeeting met externe deskundigen die een “Klankbordgroep Burgerschap” vormen, een stedelijke conferentie met als thema “religie en burgerschap”, bijdragen van front-line medewerkers die in de stadsdelen werkzaam zijn en beleidsmedewerkers.
27 Samen stad zijn
Samenvatting Wat is burgerschap? Er zijn veel definities van burgerschap. Wij houden het simpel. Burgerschap betekent voor ons dat mensen zich betrokken voelen: hun inzet om zelf bij te dragen aan het verbeteren van het sociale klimaat en ook verantwoordelijkheid te nemen voor hun sociale omgeving, dat noemen we burgerschap. Een burger voelt zich mede-eigenaar van zijn straat en zijn buurt. De school van zijn kinderen is zijn school, de boom voor zijn huis is zijn boom. De openbare ruimte is de huiskamer van de stad, waar je elkaar ontmoet. Waar je steun bij elkaar zoekt en waar je je ervaringen met elkaar deelt. Een burger beseft dat sociale kwaliteit geen recht en geen cadeau is, maar iets dat je met elkaar moet maken, elke dag weer opnieuw. Burgerschap biedt goede kansen om achterstand en sociale uitsluiting, maar ook maatschappelijk- en cultureel isolement aan te pakken. Burgerschap is immers een begrip dat bestaande sociale scheidslijnen overstijgt. Met dit beleidskader nodigen wij burgers uit om zelf plannen te maken en uit te voeren om het sociale leefklimaat nog verder te verbeteren. We geven burgers ook meer invloed op wat de gemeente doet. Door middel van samenspraak, wijkbudgetten en het verder ontwikkelen van de stadsdeelorganisatie. Waarom burgerschap? De term "integratie" heeft een negatieve connotatie gekregen waarbij steeds meer het accent kwam te liggen op aanpassing van de nieuwe Hagenaar aan de ontvangende samenleving. Met "burgerschap" wil het college een aanzet geven tot een hernieuwde balans waarbij een tweerichtingsverkeer voorop staat. Het tweede doel is het versterken van de sociale netwerken. Deze helpen bij het vinden van een huis, een baan, een partner en bij het invullen van de vrije tijd. Hoe breder dat netwerk is, hoe meer kansen iemand heeft om te ontplooien. We stimuleren ontmoeting, dialoog en samenwerking tussen Hagenaars. Dat moet ertoe leiden dat mensen hun netwerken voor elkaar gaan openstellen. Dat geldt voor de migrant die pendelt tussen het koffiehuis, de moskee en de schotel. Maar even goed voor de hoog opgeleide Hagenaar, verschanst in zijn eigen elitaire subcultuur. Ook hij mist unieke kansen om nieuwe verbindingen aan te gaan en op andere manieren bij te dragen aan onze samenleving! Den Haag wil steun verlenen aan het proces van burger worden door te investeren in vier domeinen: • •
•
Menselijk kapitaal: zorgen voor onderwijs, werkgelegenheid, vorming en ontwikkeling enzovoorts. Dit zodat mensen de bagage hebben om burger te kunnen zijn. We noemen dit “toerusten”. Gelijke kansen, rechten en plichten. Het wegnemen van belemmeringen die verhinderen dat mensen burger kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan het inlopen van achterstanden, het waarborgen van een eerlijke verdeling van woningen, arbeids- en stageplaatsen en het voorkomen en bestrijden van discriminatie. We noemen dit “delen”. Verbinden. Het scheppen van laagdrempelige ontmoetingsplekken en gelegenheden en het stimuleren van gezamenlijke activiteiten, gericht op ontmoeting, dialoog en wederzijdse hulp. We noemen dit “verbinden”. 28
Samen stad zijn
•
Handhaving. Burgerschap ontwikkelt zich het best binnen een raamwerk dat ruimte biedt voor initiatieven, maar ook duidelijk maakt wat wel en wat niet kan. Dat betekent dat ‘hufterigheid’, krachtig wordt afgewezen en aangepakt. Wij geven ruim baan aan de willers, maar hebben geen geduld of begrip meer voor niet-willers. We noemen dit “handhaven”.
Wat gaan we er voor doen? We kantelen de huidige relatie tussen gemeente en burgers. We leggen ons toe op stimuleren en mogelijk maken van initiatieven uit de stad, in plaats van zelf elk probleem op te lossen. Vertrouwen is daarbij een sleutelwoord: vertrouwen in burgers, in het verenigingsleven, in onze eigen organisaties. Maar ook in levensbeschouwelijke organisaties, die wij meer dan in het verleden als partner bij ons beleid willen betrekken. Het gemeentebestuur investeert in: 1. Toerusten op het terrein van onderwijs, werk, inburgering en maatwerk voor kwetsbare groepen; 2. Delen. Discriminatie aanpakken en meer kleur brengen in het gemeentelijke personeelsbestand; 3. Verbinden. Geld en zeggenschap voor burgers, verbinden door sport, kunst en cultuur, verbinden door samenwerking met herkomstlanden. 4. Handhaven. Bestrijden van anti-maatschappelijk- en hufterig gedrag. 5. Het Fonds Burgerschap. De gemeente geeft ruim baan aan initiatiefrijke burgers. Wij bevorderen initiatieven van, voor en door burgers. Deze moeten gericht zijn op de versterking van de sociale binding in buurt, wijk of stad. Daarbij wordt uitdrukkelijk aandacht geschonken aan het bouwen van bruggen tussen culturen. Initiatiefnemers zijn actief betrokken bij de uitwerking en de uitvoering. Voor “Fonds Burgerschap” wordt totaal één miljoen euro ter beschikking gesteld voor initiatieven van burgers. Jaarlijks wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de bereikte resultaten. De resultaten van het beleid worden verder gevolgd via de Stadsenquête. Verder wordt de aanpak van burgerschap in 2009 geëvalueerd door een onafhankelijke externe commissie. Met deze metingen willen we vaststellen of het beleid succesvol is. Het succes moet tot uiting komen in een betere dienstverlening en in het dichten van de kloof tussen burger-burger, burger-buurt en burger-bestuur.
29 Samen stad zijn
Bijlage A: Beleidsagenda Nota Burgerschap 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 1.
Domein: Toerusten Burgerschapsprojecten opnemen in het onderwijs Terugdringen schooluitval Verbeteren schoolprestaties Meer werk- en stageplaatsen Betere aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Tegengaan van segregatie in het onderwijs Meer banen in het bedrijfsleven door meer te investeren in onze relatie met werkgevers Optimaal realiseren van een sluitende aanpak werkloosheid Inzetten werklozen in banen in het kader van een schone, hele en veilige stad: handhaving, toezicht en schoonmaak Stimulering startend ondernemerschap en professionalisering kleinschalig ondernemerschap Realiseren Haagse ambitie inburgeringtrajecten, inburgerkoppels, taalonderhoud en taalstages Maatschappelijke stages Toerusten van kwetsbare groepen Meer fysieke “Ruimte voor Gebed” Tegengaan van segregatie Afstemming met de WMO Domein: Delen Stimuleren toegang tot sociale netwerken Verhogen van de participatie aan belangrijke voorzieningen, zoals het consultatiebureau, de peuterspeelzaal, de school, het buurthuis, bewonersorganisaties en de bibliotheek Geven van cursussen vrijwilligerswerk aan migrantenvrouwen en meer aanbod van vrijwilligerswerk Pro-actieve aanpak van discriminatie in de sectoren wonen, werken, onderwijs en naar seksuele geaardheid, en bevorderen van de sociale veiligheid van meisjes en vrouwen Verbetering positie van vrouwen, en man-vrouwverhouding Meer in- en doorstroom (ook kwalitatief) van migranten in het gemeentelijke personeelsbestand Stimuleren politiek debat en politiek bewustzijn Meer debatten over brandende kwesties Domein: Verbinden 100 activiteiten in het kader van Fonds Burgerschap, met projecten op het terrein van dialoog, ontmoeting, samenwerking en zichtbare effecten in de directe woonomgeving Meer contacten tussen Hagenaars buiten de eigen bevolkingsgroep Structurele dialoog met levensbeschouwelijke instellingen Stimulering maatschappelijke activiteiten van levensbeschouwelijke instellingen Stimulering activiteiten in het kader van “Groen” Stimuleren ontmoeting in de openbare ruimte Openstelling scholen (en andere gemeentelijk panden) voor wijkactiviteiten Sport en cultuur inzetten als maatschappelijk bindmiddel Culturele diversiteit, kunst en cultuur in de wijken inzetten om bruggen te bouwen en de expressie van burgers te stimuleren Documenteren van de migrantengeschiedenis en inzetten van de ‘Haagse canon’ als bindmiddel Bevorderen van de binding met herkomstlanden Domein: Handhaven Tegengaan van anti-maatschappelijk- en hufterig gedrag
30 Samen stad zijn
Bijlage B: Te bereiken output Programma Burgerschap Programma-onderdelen Lopende projecten: Co-financiering Traha Brug II Co-financiering aanpak Marokkaanse jongeren Twinningproject Leicester/ co-financiering Haagse Beurs ondernemers/ co-financiering Fonds Burgerschap: Fonds Burgerschap Uitreiking Burgerschapprijs Burgerschap over de grenzen Haagse multiculturele festivals Politiek debat en dialoog Dag van de Haagse ontmoeting Café Burgerschap Dialoog religieuze instellingen Overig: Haags P-Team Inburgering: 100-urenprogramma Activiteiten programma inburgering (2-daags) Koppelingen inburgeraars/inzet coaches Taalonderhoud Haagse ambitie inburgering ivm Wet inburgering
Doelstellingen Zie programma Traha Brug II Zie programma problematische Marokkaanse jongeren 100 trajecten: oriëntatie op startend ondernemerschap nieuwe nationaliteiten 5.000 bezoekers 100 initiatieven uit de stad, met een bereik van 10.000 actieve burgers 500 deelnemers bij festiviteiten 2 uitwisselingsprogramma's en platform van 250 actieve vrijwilligers opzetten: totaal 6 projecten Minimaal 150.000 deelnemers
15 activiteiten in stadsdelen 8 activiteiten 12 bezoeken aan levensbeschouwelijke instellingen en een stadsgesprek
6 activiteiten 400 deelnemers 400 deelnemers 600 koppelingen 200 trajecten Ruim 3000 per jaar (in afwachting van vaststelling budget, nadere besluitvorming en politieke ontwikkeling)
*) De hier vermelde taakstellingen zijn een erfenis van het Programma Interculturalisatie en Diversiteit, waarbij migrantengroepen centraal stonden. Het jaar 2007 geldt daarom als een overgangsfase naar de Nota Burgerschap.
31 Samen stad zijn
Bijlage C: Middelen Programma Burgerschap Middelen Programma Burgerschap 2007 Organisatie: Programmabureau Extra personele inzet voor Fonds Burgerschap Monitoring en communicatie Doorlopende projecten: Co-financiering Traha Brug II Co-financiering aanpak Marokkaanse jongeren Twinningproject ondernemerschap Leicester/co-financiering Haagse Beurs Migrantenondernemerschap Fonds Burgerschap: Fonds Burgerschap Burgerschapsprijs Haagse multiculturele festivals: Politiek debat en dialoog Dag van de Haagse ontmoeting Café Burgerschap Dialoog levensbeschouwelijke instellingen Overig: Haags P-Team Knelpuntenbudget stedelijk Knelpuntenbudget stadsdelen: Centrum Laak Escamp Segbroek Haagse-Hout Scheveningen Loosduinen Leidschenveen-Ypenburg Wereldburgerschap: verbinding over de grenzen Totaal Programma Burgerschap Extra miljoen inburgering/taalonderhoud/Collegeakkoord 20062010 100-urenprogramma: 400 deelnemers Coaches en inburgerkoppels: 600 koppelingen Activiteiten 2-daags programma inburgering: 400 deelnemers Taalonderhoud: 200 trajecten
€ 358.000 160.000 53.000 145.000 207.000 60.000 25.000 75.000 47.000 1.045.000 1.000.000 45.000 265.000 100.000 50.000 40.000 10.000 969.000 20.000 349.000 80.000 80.000 80.000 80.000 20.000 20.000 20.000 20.000 200.000 2.944.000 1000000 240.000 300.000 260.000 200.000
32 Samen stad zijn