AFVALSTOFFENPLAN
"Samen houden wij afval gescheiden"
1
2
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING
5
1. INLEIDING
14
2. BELEIDSKADERS 2.1 Inleiding 2.2 Europees afvalbeleid 2.3 Nederlands afvalbeleid 2.4 Afvalstoffenbeleid gemeente Sluis
15 15 15 18
3. OVEREENKOMSTEN 3.1 Inleiding 3.2 Inzamelcontracten 3.3 Verwerkingscontract in gemeenschappelijke regeling O.L.A.Z.
19 19 19 19
4. AFVALSTROMEN EN DIENSTEN 4.1 Inleiding 4.2 Inzamelresultaten 4.2.1 Inzamelresultaten 2008, 2009, 2010 en 2011 4.2.2 Sorteeranalyse 2009 4.2.3 Analyse inzamelresultaten 4.2.4 Doelstellingen 4.3 Rest- en gft-afval 4.3.1 Bestaande situatie inzamelstructuur 4.3.2 Verwerking 4.3.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen 4.4 Grof huisvuil/Elektrische- en elektronische apparatuur 4.4.1 Bestaande situatie inzamelstructuur 4.4.2 Verwerking 4.4.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen 4.5 Oud papier en karton (OPK) 4.5.1 Bestaande situatie inzamelstructuur 4.5.2 Verwerking 4.5.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen 4.6 Plastic verpakkingsafval 4.6.1 Bestaande situatie inzamelstructuur 4.6.2 Verwerking 4.6.3 Toekomstige ontwikkelingen 4.6.4 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen 4.7 Glas 4.7.1 Bestaande situatie inzamelstructuur 4.7.2 Verwerking 4.7.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen 4.8 Textiel 4.8.1 Bestaande situatie inzamelstructuur 4.8.2 Verwerking 4.8.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen 4.9 Milieustraat 4.9.1 Bestaande situatie 4.9.2 Verwerking 4.9.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen
20 20 20 20 21 22 23 24 24 25 25 29 29 29 30 31 31 31 32 33 33 34 34 35 36 36 36 37 38 38 38 39 40 40 40 40 3
5. FINANCIËN 5.1 Kosten en baten 5.2 Kosten en baten na verbetermaatregelen
41 41 41
6. COMMUNICATIE 6.1 Inleiding 6.2 Bestaande situatie 6.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen
43 43 43 43
7. PLANNING
45
4
SAMENVATTING De gemeente is op grond van de Wet milieubeheer verplicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen bij woningen. Niet eerder is het afvalstoffenbeleid van de gemeente Sluis in een integraal plan in kaart gebracht en is de ambitie van de gemeente geformuleerd op het gebied van de afvalstoffenverwijdering. Dit afvalstoffenplan voor de periode 2013 - 2017 gaat over de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen die vrijkomen bij particuliere huishoudens. Ons afval bestaat voor een groot gedeelte uit waardevolle grondstoffen. Het huishoudelijk afval wordt daarom zoveel mogelijk gescheiden ingezameld. De gescheiden inzameling van afvalstoffen past dan ook in de doelstelling om de gemeente Sluis zo duurzaam mogelijk te maken. Van al het in de gemeente Sluis ingezamelde huishoudelijk afval wordt 57% gescheiden ingezameld en verwerkt. Dit is goed, maar kan uiteraard nog beter. Voor de periode waarvoor dit afvalstoffenplan geldt, heeft de gemeente Sluis als ambitie een afvalscheiding van 58% geformuleerd. Het afvalstoffenplan bevat een toelichting op de huidige situatie, de resultaten daarvan en beschrijft de wijze waarop we in de gemeente Sluis deze ambitie willen bereiken. Beleidskaders De Europese, Nederlandse en gemeentelijke beleidskaders vormen het uitgangspunt voor dit afvalstoffenplan. In de Europese kaderrichtlijn voor afvalstoffen liggen de basisbegrippen, de algemene uitgangspunten en kaders vast voor het afvalbeheer van de lidstaten. De belangrijkste landelijke beleidskaders bevinden zich in hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer en het Landelijk afvalbeheerplan (LAP). Het LAP bevat onder andere de landelijke doelstelling voor nuttige toepassing van huishoudelijk afval en de richtlijn voor bronscheiding per component, naar stedelijkheidsklasse. Voor de gemeente Sluis geldt de onderstaande richtlijn. Richtlijnen voor bronscheiding per component (in kg per inwoner) voor stedelijkheidsklasse 5.
Sted. klasse 5
GFT. afval 140
Papier 95
Glas 23
Textiel 5
KCA 2
Grofvuil 75%
Eén van de belangrijkste onderdelen van het landelijk afvalbeleid is de producentenverantwoordelijkheid. Producenten worden in toenemende mate verantwoordelijk gesteld voor de verantwoorde verwijdering van hun producten in de afvalfase. Voor verpakkingen (glas, papier, plastic, metaal), elektr(on)ische apparaten, autobanden, autowrakken, batterijen is dit vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. In het kader van de uitvoering van de producentenverantwoordelijkheid zijn tussen het ministerie van I&M, de VNG en het bedrijfsleven afspraken gemaakt over de inzameling van verpakkingen en elektr(on)ische apparaten. Recent heeft de staatssecretaris van I&M een onderhandelaarsakkoord gesloten met de VNG en het verpakkende bedrijfsleven over de inzameling van verpakkingen voor de periode 2013 -2022. Het meest in het oog springende onderdeel van dat akkoord is het binnen enkele jaren afschaffen van het statiegeld op grote PET-flessen. De gemeentelijke regelgeving op het gebied van afvalstoffenverwijdering ligt vast in de Afvalstoffenverordening. Het verhalen van de kosten verbonden aan de inzameling en verwerking op de gebruikers van de objecten waarvoor de inzamelplicht geldt, ligt vast in de Verordening afvalstoffenheffing. Overeenkomsten De gemeente Sluis voert de inzameling en verwerking van de uit de particuliere huishoudens afkomstige afvalstoffen niet zelf uit. Voor de inzameling van de diverse stromen uit het huishoudelijk afval heeft de gemeente overeenkomsten gesloten met inzamelaars. Zo wordt het rest- en gft-afval door de Zeeuwse Reinigingsdienst (ZRD) ingezameld.
5
De bevoegdheden op het gebied van de afvalverwerking heeft de gemeente overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling afvalstoffenverwijdering Zeeland (O.L.A.Z.). O.L.A.Z. heeft voor de verwerking van het door de Zeeuwse gemeenten ingezamelde afval een overeenkomst gesloten met Delta Milieu. Afvalstromen en diensten Om een reductie te laten plaatsvinden van het restafval moeten verbetermaatregelen in de afvalinzameling worden uitgevoerd. De algemene uitgangpunten daarvoor zijn: • Voor de afvalstromen waar de afvalinzameling nu naar wens verloopt zetten we dit voort, daarbij inspelend op de nieuwe ontwikkelingen in regelgeving en technologie. Voor de afvalstromen waar het serviceniveau, het milieurendement of de kosteneffectiviteit onder het gewenste niveau is voeren we aanpassingen uit of onderzoeken we mogelijkheden voor aanpassing. Hoeveelheden In de gemeente Sluis zamelen we jaarlijks in totaal iets minder dan 21.000 ton huishoudelijk afval in. Dat is inclusief de milieustraat. Daarvan wordt ongeveer 57% gescheiden ingezameld. Het deel dat niet gescheiden wordt ingezameld is restafval. Uit een in 2009 uitgevoerde sorteeranalyse blijkt dat ongeveer 70% van het restafval uit recyclebare/herbruikbare componenten bestaat, zoals: gft-afval, papier, glas, plastic verpakkingsafval. Doelstellingen De gemeente Sluis stelt zich tot doel dat minimaal 58% van het ingezamelde huishoudelijk afval nuttig wordt toegepast. Om de doelstelling te bereiken moet 375 ton huishoudelijk afval extra gescheiden worden ingezameld. Tabel 4.5: Extra bronscheiding per afvalcomponent
In restfractie
Extra bronsch.
Totaal
kg/aansluiting
kg/aansluiting
ton
GFT
203
15
180
Papier herbruikbaar
75
0
0
Glas
28
5
70
Textiel
17
1
14
Plast. verp afval
66
8
111 375
Rest- en gft-afval Ten behoeve van de inzameling van het rest- en gft-afval beschikken de eengezinswoningen over een grijze minicontainer voor het restafval en een groene minicontainer voor het gftafval. Appartementencomplexen beschikken over verzamelcontainers. Het rest- en gft-afval wordt alternerend ingezameld, de ene week het restafval en de andere week het gft-afval. In kuststrook wordt het huishoudelijk afval wekelijks integraal ingezameld. Het restafval wordt verbrand, waarbij elektriciteit wordt opgewekt, en het gft-afval wordt verwerkt tot compost.
6
Op dit moment is er geen aanleiding om de inzamelfrequentie, van met name het restafval, te verlagen. Op termijn kan de inzamelfrequentie van het restafval mogelijk omlaag. De in dit plan voorgestelde verbetermaatregelen voorzien onder andere in een intensivering van de gescheiden inzameling. Indien de daaraan gekoppelde doelstellingen worden gerealiseerd kan worden overwogen de inzamelfrequentie van het restafval te verlagen. De gemeente huurt de minicontainers van de inzameldienst. de overeenkomst eindigt op 31 december 2014. Overwogen moet worden of bij de aanschaf van nieuwe containers deze moeten worden gehuurd of gekocht. Met name vanwege het kostenaspect en de continuïteit gaat de voorkeur uit om bij aanschaf van nieuwe containers over te gaan tot aankoop van de minicontainers. Volgens schattingen van de gemeente en inzameldienst zijn sinds de invoering van de minicontainers ca. 1.000 grijze minicontainers 'spontaan' verdwenen. Tijdens de inzameling van het restafval worden meer containers aangeboden dan er aansluitingen zijn. Dit houdt in dat de 'verdwenen' minicontainers nog gebruikt worden en kan als consequentie hebben dat: de gebruikers hun afval niet gescheiden aanbieden en bedrijven 'verdwenen' containers gebruiken. Omdat voor het gebruik van de 'verdwenen' mincontainers niet wordt betaald, loopt de gemeente inkomsten mis. Deze problematiek kan worden aangepakt door nieuw aan te schaffen minicontainers te voorzien van een chip met de locatiegegevens die gekoppeld zijn aan een adressenbestand. Als 'verdwenen' opgegeven minicontainers worden uit het systeem verwijderd en worden niet meer geleegd. In Cadzand-Bad, Wijk de Brabander, Zwindorp, Pèse Schorre, Nieuwvliet-Bad Oost en Schoneveld, de 'kustroute', staan op veel locaties minicontainers permanent langs de straat op verzamelplaatsen. De verzamelplaatsen geven de betreffende straten/wegen een rommelige indruk. De minicontainers die permanent langs de straat/weg staan nodigt derden uit om daarin hun afval te dumpen. Ook in de perioden dat de bezetting van de vakantiewoningen aan de kust minimaal is, worden maandelijks tientallen tonnen afval ingezameld. Regelmatig verdwijnen minicontainers “spontaan” van de permanente verzamelplaatsen. Het dumpen van afval in de minicontainers en het verdwijnen van de minicontainers leidt tot kosten waartegenover geen opbrengsten staan. De minicontainers op verzamelplaatsen hebben hogere inzamelkosten tot gevolg omdat de inzameldienst alle minicontainers die buiten staan, moet behandelen. Ook buiten het zomerseizoen, wanneer er in veel minicontainers niets zit. De vorenvermelde problematiek kan worden aangepakt door in de 'kustroute' in te zamelen met ondergrondse verzamelcontainers, voorzien van toegang met identificatie en een systeem dat de vulgraad aangeeft. De gemeente stelt aan gebruikers van hoogbouwcomplexen standaard bovengrondse verzamelcontainers beschikbaar. De gebruiker van een perceel is zelf verantwoordelijk voor het plaatsen van het inzamelmiddel op dat perceel. Er is geen aanleiding het beleid ten aanzien van de inzameling bij hoogbouwcomplexen te wijzigen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - De huidige inzamelfrequentie van het rest- en gft-afval vooralsnog in stand houden. Na evaluatie van de ingevoerde verbetermaatregelen de huidige inzamelfrequentie heroverwegen. - Bij aanschaf van nieuwe minicontainers overgaan tot aankoop van de minicontainers, een container managementsysteem (cms) in gebruik nemen en in het kader daarvan de minicontainers te voorzien van een chip. - In de gebieden Cadzand-Bad, Wijk de Brabander, Zwindorp, Pèse Schorre, NieuwvlietBad Oost en Schoneveld ('de kustroute') het huishoudelijk afval inzamelen met ondergrondse verzamelcontainers voorzien van toegangsregistratie. - De huidige inzamelstructuur bij hoogbouwcomplexen in stand houden. Grof huisvuil/Elektrische- en elektronische apparatuur Het grof huisvuil wordt eenmaal per maand door de ZRD op afroep ingezameld. Het grof tuinafval wordt viermaal per jaar op afroep ingezameld. Voor de inzameling van grof huisvuil en het grof tuinafval worden geen extra kosten in rekening gebracht. 7
Wie niet in de gelegenheid is zijn/haar oud elektr(on)isch apparaat naar de milieustraat te brengen, kan het op afroep (1 x per maand) laten ophalen. Voor het ophalen van elektr(on)ische apparatuur worden geen kosten in rekening gebracht. Grof huisvuil wordt verbrand en grof tuinafval wordt verwerkt tot compost. De ingezamelde elektr(on)ische apparaten worden afgevoerd naar een demontage bedrijf. Grof huisvuil, grof tuinafval en grote elektr(on)ische apparaten moeten bij voorkeur naar de milieustraat worden gebracht, omdat dit de goedkoopste wijze van inzamelen is. Niet iedereen is in de gelegenheid of beschikt niet over een vervoermiddel om het grof huisvuil, etc. naar de milieustraat te brengen. Het is dan ook noodzakelijk een route-inzameling van grof huisvuil, grof tuinafval en grote elektr(on)ische apparaten in stand te laten. Er zijn ook geen redenen aanwezig om de inzamelfrequentie aan te passen. De inzamelkosten voor grof huisvuil bedragen jaarlijks niet meer dan € 20.000,-. Op het totale budget van de huisvuilinzameling is dat een marginale post. Het in rekening brengen van kosten houdt ook in dat kosten moeten gemaakt voor het invorderen daarvan. Uiteindelijk zal sprake zijn van een marginale besparing. Het in rekening brengen van kosten wordt niet aanbevolen. De staatssecretaris van milieu heeft aangekondigd dat hij actie gaat ondernemen om de gescheiden inzameling van grof huisvuil te verhogen. Concrete maatregelen in dat kader zijn op dit moment nog niet bekend. Het is dan ook te prematuur om daar op vooruit te lopen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - De frequentie van het inzamelen van grof huisvuil, grof tuinafval en elektr(on)ische apparaten niet wijzigen. - Geen extra kosten in rekening brengen voor het inzamelen van grof huisvuil, grof tuinafval en elektr(on)ische apparaten. - Geen initiatieven nemen op het gebied van kringloop en ook niet participeren in een kringloopbedrijf. - Indien de gemeente wettelijk verplicht wordt maatregelen te nemen om de gescheiden inzameling van grof huisvuil te verhogen, wordt inzamelstructuur van het grof huisvuil en het toerekenen van kosten heroverwogen. Oud papier en karton Het oud papier en karton wordt in de gemeente Sluis gescheiden ingezameld. Verenigingen zamelen het oud papier en karton in. Niet in alle kernen vindt er een huis aan huis inzameling plaats. In een aantal kernen is 'slechts' sprake van een brengvoorziening. De inzamelende verenigingen ontvangen een vaste vergoeding per ingezamelde kg. Het ingezamelde oud papier gaat via een sorteerinrichting naar de papierindustrie waar ze er gerecycled papier of karton van maken. Uit een in 2009 uitgevoerde sorteeranalyse blijkt dat het ingezamelde restafval nog voor 13% (= gemiddeld 43 kg/inwoner) uit herbruikbaar oud papier en karton bestaat. Bij het in stand houden van de huidige inzamelstructuur wordt niet meer oud papier en karton uit het restafval gehaald. Om dat te kunnen realiseren moeten maatregelen worden genomen, zoals het huis aan huis inzamelen in heel de gemeente, het verhogen van de inzamelfrequentie of jet inzamelen van oud papier en karton met minicontainers. Met de huidige inzamelstructuur is het uitvoeren van de twee eerstgenoemde maatregelen niet mogelijk. De gemeenteraad heeft in een eerder stadium besloten het oud papier en karton niet met minicontainers in te zamelen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - De huidige wijze van inzamelen van oud papier en karton in stand houden.
8
Plastic verpakkingsafval Ter uitvoering van de Raamovereenkomst over de aanpak van het dossier verpakkingen tussen het rijk, het verpakkende bedrijfsleven en de VNG is in oktober 2009 gestart met de gescheiden inzameling van plastic verpakkingsafval. Het plastic verpakkingsafval wordt eenmaal per vier weken huis aan huis ingezameld met speciaal daarvoor bestemde Plastic Hero zakken. De plastic zakken moeten telefonisch of via e-mail worden aangevraagd bij de ZRD. De ZRD zorgt via de post voor distributie van de plastic zakken. In de vakantieparken zamelen we het plastic verpakkingsafval in met verzamelcontainers. Het ingezamelde plastic verpakkingsafval wordt afgevoerd naar de kunststof verwerkende industrie. Verwacht werd dat per jaar gemiddeld 15 kg/woonhuisaansluiting zou worden ingezameld. De in 2011 gerealiseerde hoeveelheid bedraagt gemiddeld 12,7 kg/woonhuisaansluiting. Het achterblijvende resultaat heeft een aantal uiteenlopende oorzaken. Bijvoorbeeld, het volume van de grijze minicontainer. Die is namelijk groot genoeg voor het restafval, bij een ledigingsfrequentie van eenmaal per 2 weken. Een andere oorzaak is de lage inzamelfrequentie. Een verhoging van de inzamelfrequentie zonder flankerende maatregelen leidt niet tot een evenredige toename van de ingezamelde hoeveelheid. Een flankerende maatregel die kan worden toegepast is een lagere inzamelfrequentie van het restafval. De ruimte die daardoor ontstaat in het inzamelschema, zowel organisatorisch als financieel kan worden opgevuld met een hogere inzamelfrequentie van het plastic verpakkingsafval. Die hogere inzamelfrequentie leidt tot de inzameling van een grotere hoeveelheid omdat het plastic verpakkingsafval korter moet worden bewaard en de burgers worden gedwongen het plastic verpakkingsafval gescheiden te houden om voldoende ruimte vrij te houden in de grijze minicontainer voor restafval. Eén van de hoofdpunten uit het onderhandelaarsakkoord tussen de staatssecretaris van I&M, het verpakkende bedrijfsleven en de VNG is het afschaffen van het statiegeld op grote PET-flessen. Wanneer de verpakkingsindustrie voldoet aan de in de Raamovereenkomst gestelde voorwaarden ten aanzien van de verduurzaming van verpakkingen, wordt het statiegeld op z'n vroegst op 1 januari 2015 afgeschaft. De gemeente worden dan verplicht om ook de grote PET-flessen in te zamelen en kunnen daarbij kiezen voor bron- of nascheiding. Gelet op de contractuele relatie met Delta Milieu ligt het voor de hand in de Zeeuwse gemeenten de bronscheiding van het plastic verpakkingsafval voort te zetten, ook na afschaffing van het statiegeld op grote PET-flessen. Dit houdt een toename van het plastic verpakkingsafval in, waarbij een inzamelfrequentie van 1 x per 4 weken niet toereikend lijkt. Om de hiervoor vermelde redenen kan overwogen worden de inzamelfrequentie van het plastic verpakkingsafval te verhogen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - Een besluit tot het verhogen van de inzamelfrequentie van plastic verpakkingsafval afhankelijk te stellen van het aanbrengen van een chip met containerregistratie op de nieuw aan te schaffen minicontainers en/of de inzameling van grote PET-flessen. Glas Het verpakkingsglas (flessen en potten) wordt op kleurgescheiden ingezameld: wit, groen en bruin. Op 33 locaties staan in totaal 40 bovengrondse verzamelcontainers. In nagenoeg alle kernen en op de milieustraat staat tenminste één glascontainer. Voor de inzameling neemt de gemeente Sluis deel aan een door O.L.A.Z. met een particuliere inzamelaar gesloten raamovereenkomst. De raamovereenkomst heeft een looptijd van drie jaar en eindigt op 31 december 2013. De glasscherven vinden hun weg naar de glasindustrie om nieuw glas van te maken of de glaswolindustrie. Op kleur gescheiden inzameling van glas is goed voor het milieu en is financieel gezien gunstig voor de gemeente. De op kleur gescheiden inzameling van het verpakkingsglas wordt dan ook voortgezet. Kapotte glascontainers die ouder zijn dan 10 jaar worden vervangen door nieuwe, omdat de reparatiekosten hoger zijn dan de restwaarde. 9
Steeds meer gemeenten vervangen bovengrondse glascontainers door ondergrondse glascontainers, waarbij enkel nog de inwerpzuil zichtbaar is. Ondergrondse glascontainers kunnen niet verplaatst worden en zijn in aanschaf ca. vijfmaal duurder dan bovengrondse. In situaties waarbij meerdere bovengrondse glascontainers op één locatie staan of bij een reconstructie van een plein of straat, kan overwogen worden om bij het vervangen van bovengrondse glascontainers een ondergrondse glascontainer te plaatsen. Vraagtekens worden geplaatst bij de doelmatigheid van glascontainers in de kleine kernen en op locaties waar weinig wordt ingezameld. Bij het verdwijnen van die glascontainers gaat een deel van het glas naar andere glascontainers en een deel van het glas verdwijnt in de grijze minicontainer. Afgezet tegen de hoeveelheid glas dat we in totaal jaarlijks inzamelen zal dat laatste marginaal zijn. De exploitatie van de glascontainers waarmee we weinig glas inzamelen is niet kostendekkend. Het is dan ook niet bezwaarlijk glascontainers waarmee weinig glas wordt ingezameld niet te vervangen door nieuwe. Ten behoeve van de beoordeling welke glascontainers daarvoor in aanmerking komen dient het college van burgemeester en wethouders beleid vast te stellen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen De op drie kleuren (wit, groen en bruin) gescheiden inzameling van het glas voortzetten. Kapotte bovengrondse glascontainers die ouder zijn dan 10 jaar in principe vervangen door nieuwe bovengrondse glascontainers. - In bijzondere situaties bij het vervangen van bovengrondse glascontainers overwegen een ondergrondse glascontainer te plaatsen. Beleid wordt ontwikkeld op basis waarvan wordt beoordeeld op welke locaties een glascontainer niet worden vervangen door een nieuwe.
Textiel Het textiel wordt ingezameld met verzamelcontainers en de gemeente verleent vergunning voor vier huis aan huis inzamelingen per jaar. Het textiel wordt ingezameld door charitatieve instellingen. Het ingezamelde textiel wordt door de inzamelaar afgevoerd naar sorteerbedrijven. Sorteerbedrijven sorteren het textiel op herdraagbaar en niet herdraagbaar. In 2010 is in totaal 96 ton textiel ingezameld. Met deze hoeveelheid voldoen we bijna aan de doelstelling van 5 kilo per inwoner. Om de doelstelling te realiseren zijn maatregelen nodig om de inzameling te intensiveren. Textiel heeft een economische waarde. Met de hoeveelheid ingezameld textiel de afgelopen jaren en het huidige prijsniveau zal de opbrengst voor de gemeente Sluis ca. € 15.000,-/jaar bedragen. Indien meer textiel gescheiden wordt ingezameld wordt uiteraard ook de opbrengst hoger. Ook de gemeente Sluis dient de profiteren van de economische waarde van het ingezamelde textiel. In het te ontwikkelen beleid met betrekking tot de intensivering van de inzameling van textiel wordt verder uitgewerkt welk deel van de vergoeding ten goede komt aan de gemeente en het restant aan (lokale) goede doelen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - Beleid wordt ontwikkeld om de gescheiden inzameling van textiel te intensiveren. Waarin tevens wordt opgenomen dat de opbrengst van het ingezamelde textiel voor een deel ten goede komt aan de gemeente en het restant aan (lokale) goede doelen.
10
Milieustraat Op het bedrijventerrein Stampershoek te Oostburg bevindt zich de milieustraat. De milieustraat is eigendom van en wordt geëxploiteerd door de ZRD. De exploitatie vindt plaats in opdracht van O.L.A.Z. O.L.A.Z. rekent de exploitatiekosten door aan de gemeente. O.L.A.Z. bepaalt in overleg met de exploitant het acceptatiebeleid en welke afvalstromen op de milieustraat kunnen worden aangeboden. De afvalstoffen moeten gescheiden worden aangeboden en achtergelaten op de milieustraat. Voor het achterlaten van afvalstoffen op de milieustraat worden, met uitzondering van de fractie bouw- en sloopafval en puin, geen extra kosten in rekening gebracht. Op de milieustraten mogen enkel uit de huishoudens afkomstige afvalstoffen worden achtergelaten. Bedrijfsafval wordt niet geaccepteerd op de milieustraat. De burgers kunnen voor de volgende afvalstromen terecht op de milieustraat. Brandbaar restafval Gips Niet brandbaar restafval Verpakkingsglas Oud papier en karton Vlakglas Grof tuinafval Plastic verpakkingsafval KCA Destructieafval (kleine huisdieren) Puin Elektr(on)ische apparaten Hout (bijv: sloophout, tuinhout) Asbest Grond Frituurvet Metalen Textiel De milieustraten kenmerken zich door hun laagdrempeligheid. Dit houdt onder andere in dat er geen toegangscontrole is. Na uitvoering van een onderzoek naar de gevolgen van de laagdrempeligheid heeft het algemeen bestuur van O.L.A.Z. in 2009 besloten vooralsnog geen maatregelen te nemen om de laagdrempeligheid te beperken. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - Het beleid ten aanzien van de exploitatie van de milieustraat voortzetten en geen voorstellen tot wijziging van het exploitatie- en acceptatiebeleid indienen bij O.L.A.Z., Financiën Ten aanzien van de afvalverwijderingskosten wordt er onderscheid gemaakt in inzamelkosten en verwerkingskosten. De inzamelkosten hebben betrekking op kosten die te maken hebben met de inzameling, transport en middelen die benodigd zijn om het afval (gescheiden) in te kunnen zamelen. De verwerkingskosten hebben betrekking op kosten die gemaakt worden om het afval te verwerken. Tot de afvalverwijderingskosten worden ook de exploitatiekosten van de milieustraat gerekend. De baten bestaan onder meer uit de positieve opbrengsten die sommige afvalstoffen genereren en de inzamelvergoeding uit het landelijk Afvalfonds. Voor elk perceel waar huishoudelijk afval kan ontstaan wordt een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd. De opbrengst van de afvalstoffenheffing in de gemeente Sluis is 100% kostendekkend. Onderstaand overzicht geeft van de afgelopen jaren de grootste kostenposten weer en de baten. Kosten Inzamelkosten Verwerkingskosten Milieustraat Baten Opbrengst Inzamelvergoeding Netto kosten
2009 € 1.094.841 - 1.245.524 - 426.972
2010 € 1.186.537 - 1.175.820 - 442.334
2011 € 1.201.700 - 1.239.320 - 386.457
€ 59.420 - 52.915 € 2.655.000
€ 153.738 - 93.958 € 2.557.000
€ 196.553 - 124.613 € 2.541.000
11
De ambitie voor de gemeente Sluis is om de in dit plan voorgestelde verbetermaatregelen tenminste kostenneutraal door te voeren. De onderstaande tabel geeft een globale weergave van de financiële gevolgen, nadat alle verbetermaatregelen zijn doorgevoerd. Daaruit blijkt dat een besparing van ca. € 55.000 per jaar kan worden gerealiseerd. Inzameling -rest/gft -grof -containers (grijs/groen) * grijs/groen * ondergronds - plastic - papier Totaal Verschil
Huidige kosten. € 827.500
Kosten na verbetermaatr.
Toelichting
€ 802.600
3% na containers
€ 17.000 € 110.000
€ 17.000
€ 97.200 € 150.000 € 1.201.700
Verwerking - Besparing verwerkingskosten - Hogere inzamelvergoeding Totaal
bechippen
- huur € 113.000 € 72.000 € 127.100 € 150.000 € 1.281.700 + € 80.000
- kapitaallasten + beheer - kapitaallasten + beheer - 1 x 3 wkn inzameling
Na verbetermaatregelen € 77.650 € 56.635 € 134.285
Toelichting - -375 ton rest/+ 180 ton gft - plastic + glas
Communicatie Communicatie met de burger is belangrijk voor de juiste uitvoering van het gemeentelijk afvalbeleid. Echter, het geven van voorlichting zonder dat gelijktijdig wordt gewerkt aan gelegenheid tot afvalscheiding en omgekeerd blijft zonder resultaat. Jaarlijks geeft de gemeente Sluis een afvalkalender uit. Op de gemeentelijke website staat informatie over de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente Sluis. De informatiepagina in het ZVA wordt ook gebruikt voor informatie over de afvalverwijdering. De communicatiemiddelen die de gemeente nu gebruikt om de inwoners te bereiken over de afvalverwijdering zijn in principe toereikend. Dit afvalstoffenplan bevat voorstellen die betrekking hebben op structurele veranderingen in de inzameling van diverse afvalstromen. De communicatiemiddelen die nu worden gebruikt zijn niet toereikend om de inwoners op adequate wijze te informeren over die veranderingen. Voorgesteld wordt om bij elke structurele verandering in de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen een communicatieplan op te stellen. Ook in de communicatie met inwoners over de afvalverwijdering staan de ontwikkelingen niet stil. Nieuwe communicatiemiddelen die worden toegepast zijn bijvoorbeeld, een op adres gestelde afvalkalender of een digitale afvalkalender. Naar de technische uitvoerbaarheid en het kostenaspect dient nader onderzoek te worden gedaan, voordat een besluit kan worden genomen over toepassen van één van deze communicatiemiddelen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - De inzet van de huidige communicatiemiddelen (afvalkalender, website, informatiepagina ZVA) handhaven met betrekking tot de afvalverwijdering, tot nadere besluitvorming daaromtrent. - Bij elke structurele verandering in de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen een communicatieplan opstellen. - Na uitvoering van de structurele veranderingen in de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen een onderzoek uitvoeren naar de haalbaarheid van een digitale afvalkalender of de verspreiding van een op adres gestelde afvalkalender.
12
1. INLEIDING De inzameling van huishoudelijke afvalstoffen raakt op het gebied van milieuhygiëne en volksgezondheid alle burgers in Nederland. Mede daarom heeft de wetgever het inzamelen van huishoudelijk afval als een verplichte taak voor de gemeente in de Wet milieubeheer opgenomen. De inzameling van huishoudelijke afvalstoffen is daarmee één van de belangrijkste taken van de gemeente. Niet eerder is het afvalstoffenbeleid van de gemeente Sluis in een integraal plan in kaart gebracht en is de ambitie van de gemeente geformuleerd op het gebied van de afvalstoffenverwijdering. Voor u ligt het afvalstoffenplan van de gemeente Sluis voor de periode 2013 - 2017. Dit plan gaat over de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffen die vrijkomen bij particulieren huishoudens. Ons afval bestaat voor een groot gedeelte uit waardevolle grondstoffen. Het huishoudelijk afval wordt daarom zoveel mogelijk gescheiden ingezameld. Het gescheiden ingezamelde huishoudelijk afval wordt gerecycled tot grondstof voor nieuwe producten. Wat overblijft, het restafval, wordt gebruikt voor het opwekken en energie. Hiermee wordt een ongelimiteerde aanslag op de natuurlijke bronnen voorkomen. De gescheiden inzameling van afvalstoffen past dan ook in de doelstelling om de gemeente Sluis zo duurzaam mogelijk te maken. De gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen is niet alleen goed voor het milieu. De gescheiden ingezamelde afvalstoffen worden gebruikt voor de productie van nieuwe grondstoffen of het opwekken van energie en hebben dan ook een economische waarde. Verwacht wordt dat met het schaarser worden van de grondstoffen de economische waarde van de afvalstoffen alleen maar zal stijgen. Ook vanuit financieel oogpunt is het interessant om zoveel mogelijk huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen. Daar profiteren uiteindelijk, de leveranciers van die afvalstoffen, de inwoners van de gemeente Sluis van. Dit afvalstoffenplan brengt de huidige situatie in de gemeente Sluis in beeld. Het huidige resultaat op het gebied van de afvalinzameling is over het algemeen goed, wat grotendeels te danken is aan de gescheiden inzameling van diverse afvalstromen. Van al het in de gemeente Sluis ingezamelde huishoudelijk afval wordt 57% gescheiden ingezameld en verwerkt. Dit is goed, maar kan uiteraard nog beter. Een in 2009 uitgevoerde sorteeranalyse laat zien dat met name de componenten gft, glas, papier en plastic verpakkingsafval nog in ruime mate in het restafval aanwezig zijn. Voor de periode waarvoor dit afvalstoffenplan geldt, heeft de gemeente Sluis als ambitie een afvalscheiding van 60% geformuleerd. Het afvalstoffenplan beschrijft de wijze waarop we in de gemeente Sluis deze ambitie willen bereiken. Het richt zich op de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en de ontwikkelingen die hierbinnen gaande zijn. De gemeente streeft daarbij naar het behouden dan wel verbeteren van het serviceniveau en het beheersbaar houden van de totale afvalbeheerskosten. Voor de periode tot 2013 - 2017 is voorliggend plan het kader voor het afvalstoffenbeleid van de gemeente Sluis.
13
2.
BELEIDSKADERS
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de beleidskaders die het uitgangspunt vormen voor dit afvalstoffenplan. Het Europees en het Nederlands afvalbeleid worden geschetst, de belangrijkste ontwikkelingen in het landelijk afvalstoffenbeleid worden weergegeven en tenslotte wordt het afvalstoffenbeleid in de gemeente Sluis geschetst. 2.2 Europees afvalbeleid De ontwikkeling van het Europese afvalbeleid is vanaf 1975 goed op gang gekomen en op dit moment wordt het Nederlandse afvalbeleid in belangrijke mate bepaald door Europese afvalwetgeving. De Richtlijn betreffende afvalstoffen geeft het Europese raamwerk voor het beheer van afvalstoffen. Met de inwerkingtreding van de Richtlijn werden de basisbegrippen afvalstof, verwijdering, nuttige toepassing en andere afvaltermen binnen de Europese Unie geharmoniseerd en de algemene uitgangspunten en kaders voor het afvalbeheer voor de lidstaten vastgelegd. De kaderrichtlijn verplicht lidstaten om maatregelen te nemen ter bevordering van in de eerste plaats preventie of de vermindering van de productie en de schadelijkheid van afvalstoffen en in de tweede plaats nuttige toepassing van de afvalstoffen door recycling, hergebruik, terugwinning dan wel andere handelingen gericht op het verkrijgen van secundaire grondstoffen of het gebruik van afvalstoffen als energiebron. Lidstaten zijn verplicht om ervoor te zorgen dat de nuttige toepassing of de verwijdering van de afvalstoffen plaatsvindt zonder gevaar voor de gezondheid van de mens en dat procedés of methoden worden vermeden die nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Voorts moeten lidstaten ook bevoegde instanties aanwijzen die uitvoering geven aan het opstellen van afvalbeheerplannen en met bevoegde instanties de registratieplicht en vergunningverlening voor afvalverwerkinginrichtingen in overeenstemming brengen met de voorwaarden van de kaderrichtlijn. Lidstaten mogen de nodige maatregelen nemen om vervoer van afvalstoffen, dat niet in overeenstemming is met deze afvalbeheerplannen, te voorkomen. Tot slot bepaalt de kaderrichtlijn, dat de kosten voor de verwijdering van afvalstoffen overeenkomstig het beginsel "de vervuiler betaalt" voor rekening komen van de houder die afvalstoffen afgeeft aan een afvalinzamelaar en/of een voorgaande houder of de producent van het product dat tot ontstaan van de afvalstoffen heeft geleid. Met deze laatste bepaling werd de basis gelegd voor de invoering van producentenverantwoordelijkheid voor afval. 2.3 Nederlands afvalbeleid Algemeen De belangrijkste Nederlandse wetgeving voor afvalstoffen is terug te vinden in hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer. Daarnaast is het Landelijke afvalbeheer plan (LAP) het belangrijkste beleidskader. Hierna wordt eerst ingegaan op de Wet milieubeheer, waarna een toelichting wordt gegeven op het LAP en vervolgens op de producentenverantwoordelijkheid. Wet milieubeheer In hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer wordt voorgeschreven welke afvalstromen gemeenten in ieder geval gescheiden moeten inzamelen en welke middelen hiervoor beschikbaar moeten worden gesteld. Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor het inzamelen van huishoudelijk afval. In de gemeente moet een brengvoorziening zijn voor het afgeven van grof huishoudelijk afval. De gemeenten zijn ook wettelijk verplicht om gft-afval gescheiden in te zamelen.
14
Een dergelijke verplichting bestaat ook voor papier en karton, glas, textiel, wit- en bruingoed, klein chemisch afval en plastic verpakkingsafval. De gemeenten hebben de vrijheid om andere stromen ook gescheiden in te zamelen. Landelijk afvalbeheerplan Volgens de Wet milieubeheer is de Minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) verplicht om ten minste eenmaal in de vier jaar een afvalbeheerplan vast te stellen. Het Landelijk afvalbeheerplan 2 (LAP2) is de invulling van deze verplichting en bevat het beleid voor het afvalbeheer in Nederland. Het tweede LAP is in december 2009 in werking getreden en heeft een geldingsduur van zes jaar. Alle overheden moeten rekening houden met het LAP. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 10.14 van de Wet milieubeheer. Het LAP bestaat uit een beleidskader en sectorplannen. Het beleidskader bevat de hoofdlijnen van het afvalbeleid. Het betreft bijvoorbeeld de landelijke doelstellingen voor gescheiden inzameling en algemene uitgangspunten voor instrumenten als vergunningverlening en handhaving. De sectorplannen bevatten de uitwerking van het beleidskader voor specifieke (categorieën van) afvalstoffen. De kern van ieder sectorplan is de zogenaamde minimumstandaard waarin wordt aangegeven op welke wijze een bepaalde afvalstroom verwerkt dient te worden. De landelijke doelstelling uit het LAP voor nuttige toepassing van huishoudelijk afval is 60%. Deze doelstelling wordt gehaald als 55% van het huishoudelijke afval aan de bron wordt gescheiden en 5% van het huishoudelijk afval wordt nagescheiden. Deze doelstelling is gedifferentieerd naar stedelijkheidsklasse van de gemeenten. De gemeente Sluis valt onder stedelijkheidsklasse 5 en daarvoor geldt een doelstelling van 60% voor bronscheiding van huishoudelijk afval. De doelstelling voor bronscheiding realiseert een gemeente door gftafval, papier en karton, glas, textiel, KCA en grof huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen. Om een idee te geven hoeveel gemeenten in een bepaalde stedelijkheidsklasse kunnen inzamelen, zijn richtlijnen voor inzameling van deze componenten geformuleerd. U ziet deze in de onderstaande tabel 2.1. Voor grof huishoudelijk afval is geen richtlijn geformuleerd uitgedrukt in kg per inwoner, omdat de inzamelwijze bepalend is voor de hoeveelheid grof huishoudelijk afval. Tabel 2.1: Richtlijnen voor bronscheiding per component (in kg per inwoner) voor stedelijkheidsklasse 5.
Sted. klasse 5
GFT. afval 140
Papier 95
Glas 23
Textiel 5
KCA 2
Grofvuil 75%
Producenten verantwoordelijkheid Producenten worden in toenemende mate verantwoordelijk gesteld voor de verantwoorde verwijdering van hun producten in de afvalfase. Het principe van producentenverantwoordelijkheid is inmiddels voor een aantal afvalstromen in de regelgeving opgenomen, zoals voor verpakkingen, elektr(on)ische apparaten, autobanden, autowrakken, batterijen. Bij aankoop van een nieuw product betaalt de consument een verwijderingsbijdrage. Met deze bijdrage financiert de producent de inzameling en verwerking van het product in het afvalstadium. Gemeenten spelen vaak een rol bij de inzameling van deze afvalstromen. De daaraan verbonden kosten krijgen de gemeenten voor het grootste deel vergoedt. De Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur regelt de uitwerking van de producentenverantwoordelijkheid voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (bijv: wit- en bruingoed en ICT apparatuur). Op grond van de regeling moet er in de gemeente een plaats zijn waar de houder van afgedankte apparatuur, afkomstig uit particuliere huishoudens, kan achterlaten. In de gemeente Sluis is dat de milieustraat. De exploitatie vindt plaats in opdracht en voor rekening van O.L.A.Z. O.L.A.Z. ontvangt voor de inzameling van elektr(on)ische apparatuur een vergoeding van de producenten.
15
Voor de inzameling van verpakkingen van glas, papier en karton, kunststof en metaal en de daarvoor door de gemeenten ontvangen vergoedingen zijn afspraken gemaakt tussen de VNG, het ministerie van I&M en het verpakkende bedrijfsleven. Deze afspraken liggen vast in de Raamovereenkomst over de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2008 t/m 2012. Toekomstige ontwikkelingen De staatssecretaris van I&M heeft begin maart 2012 een onderhandelaarsakkoord bereikt met het verpakkende bedrijfsleven en de VNG over de toekomst van de inzameling en hergebruik van verpakkingen, voor een periode van 10 jaar (2013-2022). Het akkoord bestaat uit afspraken voor de verpakkingsmaterialen glas, papier en karton, hout, metaal en kunststof. Voor de gemeente Sluis zijn de afspraken over de componenten glas, papier en karton en kunststof relevant, omdat de gemeente die componenten gescheiden inzamelt. Het onderhandelaarsakkoord bevat voor de gemeente de volgende relevante hoofdpunten: Het verpakkende bedrijfsleven zorgt voor de bekostiging van de inzameling door middel van een toereikend en kostendekkend financieringsstelsel. De brongescheiden inzameling van glas en papier wordt voortgezet. Het heffen van statiegeld op grote PET-flessen verdwijnt, maar niet voor 1 januari 2015. Bij de inzameling van kunststof verpakkingsmateriaal hebben de gemeenten de keuze uit bronscheiding en nascheiding. De gemeenten ontvangen een inzamelvergoeding op basis van de aan de sorteerder/verwerkers aangeleverde hoeveelheid verpakkingsmateriaal dat geschikt is voor hergebruik. De gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2015 de regie over de kunststofketen, in elk geval het inzamelen en sorteren. De gemeenten kunnen er ook voor kiezen om het her te gebruiken materiaal te vermarkten. De VNG heeft te kennen gegeven dat afschaffing van het statiegeld alleen bespreekbaar kan zijn wanneer daar tegenover een substantiële verduurzaming van de keten staat. Dit heeft de VNG vastgelegd in een addendum bij de Afvalovereenkomst. In december 2012 heeft de VNG de gemeenten in een ledenraadpleging geadviseerd in te stemmen met de Raamovereenkomst en het addendum. In een eerder stadium hebben de gemeenten in grote meerderheid te kennen gegeven tegen het afschaffen van het statiegeld te zijn. In december 2012 lijkt er in de Tweede Kamer een meerderheid te zijn voor de afschaffing van het statiegeld op grote PET-flessen. Aangenomen wordt dat het statiegeld op grote PETflessen er op z'n vroegst op 1 januari 2015 af gaat. De gemeente is dan verplicht ook de grote PET-flessen in te zamelen. Dit heeft gevolgen voor de huidige inzamelstructuur. In paragraaf 5.6 wordt daar nader op ingegaan.
16
2.4 Afvalstoffenbeleid gemeente Sluis Een integraal afvalstoffenbeleid is tot op heden niet vastgesteld in de gemeente Sluis. Ten behoeve van de inzameling kunststof verpakkingsafval heeft de gemeenteraad op 16 juli 2009 de ‘Beleidsnotitie Gescheiden inzameling kunststof verpakkingsafval Gemeente Sluis’ vastgesteld. De gemeentelijke regelgeving op het gebied van de afvalstoffenverwijdering ligt vast in de Afvalstoffenverordening. De Afvalstoffenverordening van de gemeente Sluis is op 23 september 2004 vastgesteld door de gemeenteraad. In de Afvalstoffenverordening zijn bepalingen opgenomen over de inzameling en de voorschriften waar de houders van het afval aan moeten voldoen bij het ter inzameling aanbieden van de huishoudelijke afvalstoffen. De gemeente is op grond van de Wet Milieubeheer verplicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen bij woningen. Om aan deze wettelijke plicht te voldoen, zijn bij alle woningen afvalcontainers geplaatst. Tevens is de gemeente wettelijk verplicht een brengvoorzieningen aan te wijzen waar de burgers hun grof huishoudelijk afval achter kunnen laten. In de gemeente Sluis is dat de milieustraat op het bedrijventerrein Stampershoek te Oostburg. Aan de inzameling en de verwerking van het ingezamelde huishoudelijk afval zijn aanzienlijke kosten verbonden. In de gemeentelijke begroting voor 2011 is daarvoor een bedrag opgenomen van bijna 3 miljoen euro. Deze kosten worden door middel van de afvalstoffenheffing verhaald op de gebruikers van de objecten waarvoor de inzamelplicht geldt. De afvalstoffenheffing is een belasting. De bepalingen over de belastingplicht, maatstaf voor de heffing, het belastingtarief, etc. zijn opgenomen in de ‘Verordening afvalstoffenheffing’.
17
3.
OVEREENKOMSTEN
3.1 Inleiding De gemeente Sluis voert de inzameling en verwerking van de uit de particuliere huishoudens afkomstige afvalstoffen niet zelf uit. Voor de inzameling van de diverse stromen uit het huishoudelijk afval heeft de gemeente overeenkomsten gesloten met inzamelaars. Haar bevoegdheden op het gebied van de verwerking van het ingezamelde huishoudelijk afval heeft de gemeente Sluis overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling afvalstoffenverwijdering Zeeland (O.L.A.Z.). 3.2 Inzamelcontracten ZRD De gemeente Sluis heeft ten behoeve van de gescheiden inzameling van het restafval, gftafval, grof restafval, grof tuinafval en plastic verpakkingsafval sinds 1 januari 2003 een overeenkomst met de Zeeuwse Reinigingsdienst B.V. (ZRD). De looptijd van de overeenkomst met de ZRD eindigt op 31 december 2014. Glas Voor de inzameling (het legen van de verzamelcontainers) van het glas neemt de gemeente Sluis deel aan de door O.L.A.Z. namens de 12 Zeeuwse gemeenten met een inzamelaar gesloten raamovereenkomst. Met ingang van 1 januari 2011 heeft O.L.A.Z. een raamovereenkomst gesloten met Van Gansewinkel. De looptijd van de raamovereenkomst met Van Gansewinkel eindigt op 31 december 2013. 3.3 Verwerkingscontract in gemeenschappelijke regeling O.L.A.Z. Alle Zeeuwse gemeenten, dus ook de gemeente Sluis, nemen deel aan de gemeenschappelijke regeling afvalstoffenverwijdering Zeeland (O.L.A.Z.). De afkorting O.L.A.Z. staat voor ‘openbaar lichaam afvalstoffenverwijdering Zeeland’. De deelnemende gemeenten zijn verplicht al het door of namens hen ingezamelde afval ter verwerking aan te bieden aan O.L.A.Z. Tot 1 januari 2003 was O.L.A.Z. eigenaar/exploitant/deelnemer van/in bedrijven waar het door of namens de deelnemers ingezamelde afval werd verwerkt. Per genoemde datum zijn de activiteiten en activa van O.L.A.Z. verkocht aan DELTA N.V. De aanleverplicht voor de gemeenten is bij de verkoop mee verkocht aan DELTA N.V. De feitelijke verwerking van de afvalstoffen vindt nu plaats door Delta Milieu B.V., een dochteronderneming van DELTA NV. De verplichting tot levering door de gemeenten, de verplichting de aangeboden afvalstoffen te verwerken, afspraken over tarieven en de exploitatie van de milieustraten zijn opgenomen in de tussen O.L.A.Z. en Delta Milieu B.V. gesloten Afvalovereenkomst. De looptijd van de Afvalovereenkomst eindigt op 31 december 2017. Tot die datum zijn de Zeeuwse gemeenten verplicht de ingezamelde afvalstoffen ter verwerking aan te bieden aan Delta Milieu B.V.
18
4.
AFVALSTROMEN EN DIENSTEN
4.1 Inleiding De per afvalstroom gescheiden ingezamelde hoeveelheden is één van de resultaten van het gevoerde afvalbeleid. De toetsing van de inzamelresultaten aan de landelijke richtlijnen in relatie met de resultaten van een sorteeranalyse en een analyse van de huidige wijze van inzamelen geven de noodzaak van de aanpassing van het gevoerde beleid aan. In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we in de gemeente Sluis de inzameling de komende jaren willen organiseren. De algemene uitgangspunten voor de inzameling zijn: • Voor de afvalstromen waar de afvalinzameling nu naar wens verloopt zetten we dit voort, daarbij inspelend op de nieuwe ontwikkelingen in regelgeving en technologie. Voor de afvalstromen waar het serviceniveau, het milieurendement of de kosteneffectiviteit onder het gewenste niveau is voeren we aanpassingen uit of onderzoeken we mogelijkheden voor aanpassing. Daarbij stellen we ons tot doel zoveel mogelijk huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen, tot minimaal het niveau van de landelijk vastgestelde doelstellingen en richtlijnen. Om te voldoen aan de landelijke doelstelling van een bronscheiding van 60% moet per inwoner een reductie plaatsvinden van 35 kg restafval. Hoe de gemeente Sluis dat gaat realiseren wordt per afvalstroom beschreven. 4.2
Inzamelresultaten en doelstellingen
4.2.1 Inzamelresultaten 2008, 2009, 2010, 2011 In de onderstaande tabel 2 staan de per afvalstroom ingezamelde hoeveelheden in de afgelopen vier jaar. Tabel 4.1: Ingezamelde hoeveelheden in kg x 1.000
Afvalstroom
2008
2009
2010
2011
Restafval
7.952
7.719
7.463
7.476
Gft-afval
3.777
3.718
3.422
3.565
Grofvuil
174
110
103
92
Grof tuinafval
13
10
16
13
1.998
1.981
1.940
1.850
27
134
130
Halen
Papier (verenigingen) Plastic verp. afval Textiel
21
21
13
13
KCA
1
1
1
1
1.536
1.557
1.577
1.714
Papier
319
308
333
359
Textiel
87
83
83
85
KCA
50
44
47
42
3
18
22
)
Brengen/Milieustraat Restafval
Plastic verp. afval
2
Glas
723
699
700
630 )
Vlakglas
52
43
61
51
Metalen
293
285
277
268
19
Houtafval
888
1.087
1.112
1.162
2.693
2.612
2.551
2.837
Asbest
54
61
58
59
Grond
639
762
717
853
Gipsafval
82
82
72
76
Destructieafval
2
2
3
3
1
5
6
Puin
Frituurvet Elektr(on)ische app. Totaal
331
346
256
254
21.685
21.562
20.897
21.560
55%
56%
57%
57%
Bronscheiding 1
) KCA wordt met ingang van 2011 niet meer gescheiden aan huis opgehaald. 2 ) Dit is de volgens de inzamelaar ingezamelde hoeveelheid glas in 2011. De hoeveelheden in de overige Zeeuwse gemeenten laten geen daling zien. Aangenomen wordt dat over 2011 een deel van de weeggegevens van de gemeente Sluis verloren zijn gegaan bij de inzamelaar.
In 2008 zijn geen waarden ingevuld bij plastic verpakkingsafval en frituurvet (op de milieustraat). De gescheiden inzameling van deze afvalstromen is gestart in het vierde kwartaal van 2009. Ten aanzien van de afvalstromen gft-afval, papier, glas, textiel en KCA is een landelijke richtlijn bepaald van het minimaal per inwoner gescheiden in te zamelen aantal kilogrammen. In onderstaande tabel staat vermeld het aantal per inwoner ingezamelde kilogrammen van de genoemde afvalstromen. Ook de hoeveelheden uit de landelijke richtlijn zijn vermeld. Tabel 4.2: Kilogrammen per inwoner gescheiden ingezameld
GFT
Papier
Glas
Textiel
KCA
Landelijke richtlijn
140
95
23
5
2
2008
156
96
30
4
2
2009
154
95
29
4
2
2010
142
95
29
4
2
2011
149
92
26
4
2
4.2.2 Sorteeranalyse 2009 In 2009 zijn in opdracht en voor rekening van O.L.A.Z. twee sorteeranalyses gehouden. Deze sorteeranalyses dienen om inzicht te krijgen in de samenstelling van het met minicontainers ingezamelde restafval. De eerste sorteeranalyse is in april gehouden en de tweede in oktober. Ten behoeve van de sorteeranalyse zijn in de volgende drie gebieden steekproefmonsters genomen uit het restafval: I Kern Oostburg II Kern Aardenburg III Buitengebied bij Oostburg Per gebied is één steekproefmonster genomen. Een steekproefmonster bestaat uit de inhoud van 40 grijze minicontainers. In onderstaande tabel staan per sorteeranalyse de nog in het restafval aangetroffen percentages vermeld van de betreffende afvalstromen. Dit zijn de afvalstromen waarop ook de landelijke scheidingsrichtlijn zich richt, aangevuld met het kunststofafval. De twee onderste rijen hebben betrekking op het component herbruikbaar papier en karton dat de verenigingen inzamelen en het plastic verpakkingsafval dat sinds oktober 2009 gescheiden wordt ingezameld.
20
Tabel 4.3: Resultaten sorteeranalyses 2009
Afvalstroom GFT Papier Glas Textiel KCA Kunststof
April I % 33,83 20,45 4,50 2,80 0,19 15,69
II % 30,80 17,34 3,35 3,60 0,14 17,37
III % 33,11 20,54 8,68 2,19 0,36 14,00
Oktober I % 33,26 27,69 4,81 3,16 0,76 15,74
II % 46,76 14,50 1,40 1,80 0,53 15,23
III % 41,43 21,36 7,48 4,51 0,81 13,34
Gemid. % 36,53 20,31 5,04 3,01 0,47 15,23
Herbruikbaar opk Plastic verp. afval
14,51 11,99
10,89 13,52
14,02 11,76
20,41 11,75
7,02 11,49
13,79 10,55
13,44 11,84
De in tabel 4.3 vermelde percentages kunnen omgerekend worden naar hoeveelheden. Die hoeveelheden geven een indicatie van wat er van de betreffende afvalstromen in totaal en gemiddeld per inwoner en per aansluiting nog in de grijze container aanwezig is. Zie de onderstaande tabel. Tabel 4.4: Hoeveelheden in restafval 2009
Ton restafval Aantal inwoners Aantal aansluitingen Afvalstroom GFT Papier Glas Textiel KCA Kunststof Herbruikbaar papier Plastic verp. afval
7.719 24.135 13.900 Percentage 36,53% 20,31% 5,04% 3,01% 0,47 15,23% 13,44% 11,84%
Ton 2.820 1.568 389 232 36 1.176 1.037 914
Kg/inwoner 117 65 16 10 2 49 43 38
Kg/aansluiting 203 113 28 17 3 85 75 66
4.2.3 Analyse inzamelresultaten De totale hoeveelheid huishoudelijk afval was tot en met 2010 steeds iets gezakt (zie tabel 4.1). De hoeveelheid huishoudelijk afval in 2011 was weer op het niveau van 2009. Een aantoonbare oorzaak is niet aanwezig. Van de totaal ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval (zie tabel 4.1) werd in 2011 57% aan de bron gescheiden ingezameld. De gemeente Sluis benadert hiermee de landelijke doelstelling van 60% die geldt voor gemeenten die vallen onder de stedelijkheidsklasse 5. Onder stedelijkheidsklasse 5 vallen 'niet stedelijke' gebieden. Indien bij een huidige hoeveelheid huishoudelijk afval ca. 630 ton meer gescheiden wordt ingezameld voldoet de gemeente Sluis aan de landelijke doelstelling. Uit de hoeveelheden in tabel 4.4 blijkt dat er nog voldoende potentieel in het restafval zit om de resultaten van de afvalscheiding te verbeteren. Met name de afvalstromen gft-afval, papier en plastic verpakkingsafval bieden wat dat betreft mogelijkheden. De hoeveelheid gft-afval was de jaren voor 2010 vrij stabiel, tussen de 3.700 en 3.750 ton per jaar. In 2010 is ‘maar’ 3.422 ton gft-afval gescheiden ingezameld. In 2011 is er dan weer sprake van een flinke toename, waardoor er in totaal 3.565 ton is ingezameld. Dit komt neer op 149 kg. per inwoner. De gemeente Sluis voldoet nog aan de landelijke richtlijn.
21
Voor de mindere hoeveelheid ten opzichte van 2008 en 2009 kunnen onder andere de volgende oorzaken worden aangewezen: de afnemende bereidheid om gft-afval gescheiden te houden en de trend dat er vanwege het onderhoud steeds minder groen in de particuliere tuinen komt. Dat het gft-afval er overigens nog wel is, bevestigt het resultaat van de in 2009 uitgevoerde sorteeranalyse (tabel 4.3). Het restafval bestaat voor ruim 36% uit gft-afval. De afgelopen jaren is de ingezamelde hoeveelheid papier (verenigingen + milieustraat) gestaag afgenomen: 2008 – 2.317 ton; 2009 – 2.289 ton; 2010 – 2.270 ton; 2011 - 2209 ton. Ook hier kunnen als oorzaken worden aangewezen, het dalende aantal inwoners en de economische crisis. Aangenomen wordt dat de burger over het algemeen bereid is zijn papier apart te houden, al is het maar omdat ze daarmee de inzamelende vereniging steunen. Dit neemt overigens niet weg dat er nog veel herbruikbaar papier in het restafval zit. Volgens de resultaten van sorteeranalyse 2009 is dat ruim 13%. Opvallend daarbij is dat de steekproefmonsters genomen zijn in Oostburg en Aardenburg. Dit zijn kernen waar een vereniging het papier huis aan huis inzamelt. Als in de kernen Oostburg en Aardenburg het restafval nog voor ruim 13% uit herbruikbaar papier bestaat, dan zal in kernen waar het papier niet huis aan huis wordt ingezameld het percentage herbruikbaar papier in het restafval nog hoger zijn. De gescheiden inzameling van plastic verpakkingsafval is in oktober 2009 gestart. Medio 2009 is de inzameling van het eerste half jaar geëvalueerd. Daarin is geconcludeerd dat er een aanzienlijke hoeveelheid wordt ingezameld, maar dat nog niet wordt voldaan aan de verwachting van gemiddeld 15 kg per aansluiting. In 2011 is gemiddeld 12,7 kg per aansluiting ingezameld. Ruim een derde (1/3) van het huishoudelijk afval wordt gescheiden ingezameld via de milieustraat. De hoeveelheid varieert tussen de 7.700 en 8.000 ton per jaar. Een registratie van het aantal bezoekers wordt niet bijgehouden. Gelet op de regelmatige drukte op de milieustraat is duidelijk dat deze voorziening in de behoefte voorziet en dat deze voorziening en de laagdrempeligheid daarvan zeer wordt gewaardeerd door de burgers. Een analyse van de inzamelresultaten van de overige afvalstromen blijft in het kader van dit plan achterwege. De betreffende afvalstromen zijn zeer gering van omvang. 4.2.4. Doelstellingen Afvalscheidingsdoelstellingen In het LAP 2 (Landelijk afvalbeheersplan) is als doelstelling opgenomen dat in 2015 landelijk 60% van het huishoudelijk afval nuttig wordt toegepast. In de gemeente Sluis wordt van het ingezamelde huishoudelijk afval 57%, na bronscheiding, nuttig toegepast. Om de doelstelling van 60% te realiseren moet 630 ton huishoudelijk afval extra gescheiden worden ingezameld. In dit plan worden een aantal voorstellen gedaan voor het treffen van maatregelen die de resultaten van de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval moeten verbeteren. Indien de voorgestelde maatregelen worden uitgevoerd moet het mogelijk zijn minimaal 375 ton huishoudelijk afval extra gescheiden in te zamelen. Hiermee wordt ruim 58 % van het ingezamelde huishoudelijk afval nuttig toegepast. Met de in dit plan beoogde inzamelstructuur is dat een realistische doelstelling. In onderstaande tabel zijn per afvalcomponent de te realiseren doelstelling weergegeven.
22
Tabel 4.5: Extra bronscheiding per afvalcomponent
In restfractie
Extra bronsch.
Totaal
kg/aansluiting
kg/aansluiting
ton
GFT
203
15
180
Papier herbruikbaar
75
0
0
Glas
28
5
70
Textiel
17
1
14
Plast. verp afval
66
8
111 375
CO2 uitstoot besparing Activiteiten in de afvalbranche leiden tot CO2-uitstoot. Je kunt hierbij denken aan brandstofgebruik door de inzameling en het bewerken en verbranden van afval. Er staat echter veel meer vermeden uitstoot tegenover. Door het recyclen van gescheiden materialen worden emissies bij het winnen en transporteren van primaire grondstoffen voorkomen. Bij hergebruik van oud textiel bijvoorbeeld, hoeft er geen katoen geteeld en verscheept te worden. Bij het verbranden van afval wordt ook elektrische - en warmte energie teruggewonnen. Afval is hier een brandstof, waardoor er geen schaarse brandstoffen als olie of kolen verstookt hoeven worden. Het afvalbeheer draagt dus bij aan een schoon milieu, door elders in de productketen uitstoot te vermijden. Door het succes van scheiden, recyclen en energie terugwinning in Nederland is de vermeden uitstoot van afvalbeheer groter dan de veroorzaakte uitstoot. Goed afvalbeheer is beter dan ‘CO2-neutraal’. Dat is uniek. Waar veel sectoren hun uitstoot slechts beperken, gaat afvalbeheer een stap verder door uitstoot in de productketen helemaal overbodig te maken. Het huidige niveau van de afvalscheiding in de gemeente Sluis levert ten opzichte van verbranding van al het ingezamelde afval een CO2 besparing op van 5.751.510 kg CO2. Uitgaande van een gemiddeld elektriciteitsverbruik per huishouden per jaar van 3.480 kWh, komt dit overeen met het elektriciteitsverbruik van ca. 2.640 huishoudens. De CO 2 besparing op basis van de scheidingsdoelstelling bedraagt 6.121.686 kg CO2. Dit komt overeen met het jaarlijks elektriciteitsverbruik van ca. 2.815 huishoudens.
4.3
Rest- en gft-afval
4.3.1 Bestaande situatie inzamelstructuur In 1993 is gestart met het integraal inzamelen van het huishoudelijk afval met containers. Eengezinswoningen kregen een minicontainer van 240 ltr in gebruik; woningen voor één- en tweepersoonshuishoudens en bejaardenwoningen een minicontainer van 140 ltr; appartementencomplexen één of meerdere verzamelcontainers van 1.100 ltr, naar gelang het aantal appartementen in een complex. Inmiddels worden bij vier appartementencomplexen in de gemeente Sluis ondergrondse containers gebruikt voor de inzameling van het restafval. Op verzoek wordt aan huishoudens een extra minicontainer verstrekt. Voor het gebruik van de extra minicontainer worden jaarlijks kosten in rekening gebracht. Het tarief voor het gebruik van een extra minicontainer is eenmalig vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Het tarief voor het gebruik van een extra minicontainer volgt de indexering van het tarief van de afvalstoffenheffing.
23
In 1995 is gestart met de gescheiden inzameling van groente-, fruit- en tuinafval (gft-afval). Ten behoeve van de inzameling van gft-afval kregen eengezinswoningen een groene minicontainer van 240 ltr in gebruik en woningen voor één- en tweepersoonshuishoudens en bejaardenwoningen een groene minicontainer van 140 ltr. Op verzoek wordt bij woningen met een grote tuin een extra groene minicontainer in gebruik gegeven. Om het gescheiden aanbieden van gft-afval te stimuleren worden geen kosten in rekening gebracht voor een extra groene minicontainer. De hoeveelheid gft-afval dat bij appartementencomplexen vrijkomt is beperkt. Aan de bewoners van appartementencomplexen wordt de keuze gelaten één of meerdere groene minicontainers van 240 ltr bij het betreffende complex te plaatsen. De gescheiden inzameling van het rest- en gft-afval vindt beurtelings plaats. De ene week het restafval en de andere week het gft-afval. Dit met uitzondering van een aantal woongebieden in de kuststrook. In Cadzand-Bad, het Zwindorp, Nieuwvliet-Bad en Schoneveld wordt het huishoudelijk afval wekelijks integraal ingezameld. De woningen in die gebieden beschikken daartoe enkel over een grijze minicontainer van 240 ltr. Hiervoor is destijds gekozen in verband met het groot aantal vakantiewoning in die gebieden. De wisseling van de bewoning sluit niet altijd aan op het inzamelschema en mede daardoor was het niet gegarandeerd dat de gebruikers van de woningen het gft-afval gescheiden zouden bewaren. De ZRD voert de inzameling uit van het rest- en gft-afval en van het huishoudelijk afval uit de kuststrook. De in minicontainers aangeboden huishoudelijke afvalstoffen worden geleegd met zogenaamde zijbeladers. De minicontainers moeten daartoe zoveel mogelijk op verzamelplaatsen ter lediging worden aangeboden. De verzamelcontainers worden geleegd met traditionele vuilniswagens, de zogenaamde achterladers. De ondergrondse verzamelcontainers worden geleegd met een vrachtwagen met een kraan op. 4.3.2 Verwerking Het ingezamelde restafval wordt afgevoerd naar het afvaloverslagstation van Delta Milieu in de Koegorspolder bij Sluiskil. Van daaruit wordt het verder getransporteerd naar de afvalenergiecentrale van Attero te Moerdijk. Daar wordt het restafval verbrand. Ook het ingezamelde gft-afval wordt afgevoerd naar het afvaloverslagstation van Delta Milieu in de Koegorspolder bij Sluiskil. Vervolgens wordt het ter compostering afgevoerd naar de composteringsinstallatie van Delta Milieu te Nieuwdorp. 4.3.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen Inzameling De inzameling van het rest- en gft-afval met minicontainers bij laagbouw wordt aangemerkt als de meest geëigende manier van inzamelen voor dit type bebouwing. Zoals ook de inzameling met verzamelcontainers bij hoogbouw als meest geëigende manier wordt aangemerkt. Het inzamelen met minicontainers en verzamelcontainers is geaccepteerd door de gebruikers en kan dan ook worden gecontinueerd. De gemeente is wettelijk verplicht gft-afval gescheiden in te zamelen. Er zijn geen aanwijzingen dat de inzamelplicht van gft-afval komt te vervallen. Het gebruik van minicontainers voor de gescheiden inzameling van gft-afval blijft noodzakelijk. Zowel het rest- als gft-afval wordt ingezameld met een frequentie van eenmaal per twee weken. Op dit moment is er geen aanleiding om de inzamelfrequentie, van met name het restafval, te verlagen. De hoeveelheid restafval dat de meeste huishoudens produceren maakt een inzamelfrequentie van eenmaal per twee weken noodzakelijk. Een groot deel van de minicontainers met restafval zit elke twee weken helemaal vol. Het draagvlak onder de inwoners, voor het verlagen van de inzamelfrequentie, zal op dit moment niet voldoende zijn. 24
Op termijn kan de inzamelfrequentie van het restafval mogelijk omlaag. Huishoudens die nu al consequent gft-afval, glas, papier, plastic verpakkingsafval en textiel apart houden laten de container met het restafval eenmaal per vier weken legen door de inzameldienst. De in dit plan voorgestelde verbetermaatregelen voorzien onder andere in een intensivering van de gescheiden inzameling. Indien de daaraan gekoppelde doelstellingen worden gerealiseerd kan worden overwogen de inzamelfrequentie van het restafval te verlagen. Minicontainers, huur of koop De gemeente huurt de minicontainers van de huidige inzameldienst en daarvoor van de rechtsvoorgangers van de inzameldienst. De grijze minicontainers sinds 1993 en de groene minicontainers sinds 1995. De huur van de minicontainer is gekoppeld aan looptijd van de overeenkomst met de ZRD. Deze overeenkomst eindigt op 31 december 2014. In de overeenkomst is bepaald dat na ommekomst daarvan de gemeente de minicontainers tegen de boekwaarde overneemt. Overwogen moet worden of bij de aanschaf van nieuwe containers deze moeten worden gehuurd of gekocht. Onderstaande aspecten zijn van belang voor de overweging tussen huur of koop: De kosten van huur bedragen meer dan de lasten bij eigendom van de minicontainers, mede omdat de verhuurder een winstmarge zal doorberekenen in de huurprijs. Bij huur van de inzamelaar is de huurperiode gekoppeld aan de looptijd van de inzamelovereenkomst. De containers hebben veelal een langere levensduur. Dit houdt in dat afspraken moeten worden gemaakt voor het eind van de huurperiode, bijvoorbeeld: over de restwaarde bij overname door de gemeente. Bij huur heeft de gemeente geen omkijken naar voorraadbeheer, plaatsen, vervangen etc. De aan die werkzaamheden verbonden kosten verrekent de verhuurder in de huurprijs. Indien de gemeente mincontainers koopt is ze niet afhankelijk van een inzamelaar en loopt de gemeente niet het risico dat na iedere inzamelperiode de minicontainers moeten worden vervangen. De aankoop van minicontainers biedt meer zekerheid in de continuïteit van het gebruik van dezelfde soort containers. Dit voorkomt tevens dat na iedere inzamelperiode een nieuw containerregistratiesysteem moet worden opgezet, met bijbehorende kosten. En de burgers worden niet geconfronteerd met het herhaaldelijk omwisselen van de containers, dat mogelijk niet vlekkeloos verloopt. Indien de gemeente de containers in eigendom heeft kan het voorraadbeheer, plaatsen, vervangen etc. in eigen beheer worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden kunnen ook worden uitbesteed. In verband met het ontbreken van vergelijkingsmateriaal kan niet worden beoordeeld hoe de kosten van het in eigen beheer uitvoeren van de werkzaamheden zich verhouden tot het uitbesteden. Met name vanwege het kostenaspect en de continuïteit gaat de voorkeur uit om bij aanschaf van nieuwe containers over te gaan tot aankoop van de minicontainers. Containermanagement Sinds de invoering van de minicontainers zijn veel grijze minicontainers “spontaan” verdwenen. Volgens schattingen van de gemeente en inzameldienst zijn dat ca. 1.000 grijze minicontainers. Na melding van vermissing ontvangt de gebruiker een nieuwe container. Veel van die vermist opgegeven minicontainers worden ongeoorloofd gebruikt. Tijdens de inzameling van het restafval worden meer containers aangeboden dan er aansluitingen zijn. Het ongeoorloofd gebruik van de grijze minicontainers heeft de volgende consequenties: De gebruikers van de ongeoorloofd in gebruik zijnde minicontainers beschikken daardoor over voldoende opslagcapaciteit, zodat er geen stimulans is het afval gescheiden aan te bieden. Een deel van de ongeoorloofd in gebruik zijnde minicontainers bevat bedrijfsafval. 25
-
De gebruikers van de ongeoorloofd in gebruik zijnde minicontainers betalen voor dat gebruik geen kosten, waardoor de gemeente inkomsten misloopt. Tegenover de kosten van het ongeoorloofd gebruik staan geen opbrengsten, waardoor de kosten van het ongeoorloofd gebruik via de afvalstoffenheffing verdeeld worden over alle woonhuisaansluitingen. De illegale minicontainers staan (veelal op verzamelplaatsen) verspreidt door de hele gemeente. Het achterhalen daarvan is een tijdrovende en daarmee tevens kostbare aangelegenheid. Het uitvoeren van een dergelijk actie leidt tot een eenmalige opschoning van het containerbestand. Na verloop van tijd treedt er weer vervuiling van het containerbestand op. Een eenmalige opschoonactie wordt dan ook niet aanbevolen. Een structurele oplossing heeft de voorkeur. Steeds meer gemeenten erkennen de gevolgen van het ongeoorloofde gebruik van minicontainers en gaan over op het gebruik van een container management systeem (cms). Een goed cms helpt het ongeoorloofde gebruik van minicontainers te voorkomen, geeft een actueel containerbestand en je weet als gemeente waar welke minicontainer staat. Er is een aantal systemen die in de praktijk gehanteerd worden: De minicontainers waarvoor afvalstoffenheffing wordt betaald zijn voorzien van een eenvoudige sticker. De ter lediging aangeboden containers zijn dan visueel makkelijk te herkennen voor de afvalinzamelaar. Containers die niet voorzien zijn van een sticker worden niet geleegd. Met dit systeem kan niet worden voorkomen dat gestolen containers voorzien van een sticker elders op het grondgebied illegaal gebruikt worden, aangezien een dergelijke container niet opvalt tussen de overige containers. De minicontainers waarvoor afvalstoffenheffing wordt betaald zijn voorzien van een barcodesticker of chip met de locatiegegevens van een minicontainer. Een leesapparaat op de vuilniswagen leest de gegevens van de barcode of de chip. Een als 'verdwenen' opgegeven minicontainer wordt uit het systeem verwijderd en wordt niet meer geleegd. Het grote voordeel van een barcodesticker of chip ten opzichte van een eenvoudige sticker is dat het ongeoorloofd gebruik van een minicontainer niet meer mogelijk is. Wanneer diefstal van een minicontainer wordt gemeld worden de gegevens geblokkeerd en wordt de minicontainer niet meer geleegd. Met een dergelijk cms is er goed zicht op het actueel containerbestand. Voordeel van een chip ten opzichte van een barcodesticker is dat dit een meer duurzame oplossing is. De sticker zit op container en kan van de container verdwijnen, vanwege het gebruik van de container, de weersomstandigheden of baldadigheid. Terwijl een chip wordt aangebracht in een uitsparing in de opnamerand. Een goed werkend cms levert een besparing op in de inzamel- en verwerkingskosten. Er moeten minder minicontainers worden geleegd en er wordt minder afval ingezameld. De containers die extra in gebruik zijn staan allemaal geregistreerd en de kosten worden bij de gebruikers in rekening gebracht. Tegenover de opbrengsten van deze verbetermaatregel staan de kosten van het in stand houden van het systeem. De financiële consequenties zijn nader uitgewerkt in hoofdstuk 5. Geadviseerd wordt de te zijner tijd aan te kopen minicontainers te voorzien van een chip. Inzameling kustroute In Cadzand-Bad, Wijk de Brabander, Zwindorp, Pèse Schorre, Nieuwvliet-Bad Oost en Schoneveld, de 'kustroute', staan op veel locaties minicontainers permanent langs de straat op verzamelplaatsen. De verzamelplaatsen geven de betreffende straten/wegen een rommelige indruk. De minicontainers die permanent langs de straat/weg staan nodigt derden uit om daarin hun afval te dumpen. Dat afval is 1) afkomstig van burgers die hun afval niet voldoende scheiden en dus niet genoeg hebben aan één grijze minicontainer en 2) van bedrijven die geen kosten willen maken voor het gebruik van een bedrijfscontainer. 26
Ook in de perioden dat de bezetting van de vakantiewoningen aan de kust minimaal is, worden maandelijks tientallen tonnen afval ingezameld. Tegenover de verwerkingskosten van het gedumpte afval staan geen opbrengsten. Regelmatig verdwijnen minicontainers “spontaan” van de permanente verzamelplaatsen. De gevolgen van het ongeoorloofd gebruik van de minicontainers uit de ‘kustroute’ zijn dezelfde als bij het ongeoorloofd gebruik van de minicontainers in de rest van de gemeente. Om de hiervoor vermelde redenen is het noodzakelijk in de ‘kustroute’ maatregelen te nemen om het ongeoorloofd gebruik van minicontainers te voorkomen. De minicontainers in de ‘kustroute’ kunnen ook worden voorzien van een chip. Het gros van de minicontainers blijft echter permanent op de verzamelplaatsen staan. Voor derden blijft het dan mogelijk hun afval in die minicontainers te dumpen. Dit heeft tot gevolg dat de inzameldienst ook buiten de vakantieperiodes iedere week de hele ‘kustroute’ moet rijden. De minicontainers in de ‘kustroute’ voorzien van een chip heeft als enig voordeel dat het niet meer interessant is een container “spontaan” te laten verdwijnen. Voor het overige leveren de minicontainers in ‘kustroute’ met een chip geen voordeel op. De hiervoor geschetste problemen in de ‘kustroute’ kunnen worden voorkomen door het inzamelen met ondergrondse verzamelcontainers. De bak waarin het afval wordt bewaard heeft een inhoudsmaat van 3m3 of 5 m3. De inhoud van een grote ondergrondse verzamelcontainer komt overeen met ongeveer 20 minicontainers. Bovengronds is enkel een inwerpzuil zichtbaar. De inwerpzuil bevat een bak met een gelimiteerd volume van maximaal één vuilniszak. Het gebruik van ondergrondse verzamelcontainers levert wat het straatbeeld betreft een flinke kwaliteitsslag op. Om het dumpen van afval in de ondergrondse containers door onbevoegden te voorkomen moeten de containers zijn voorzien van elektrische toegang met identificatie (pasje of badge) of een sleutel. Tevens kunnen ondergrondse verzamelcontainers worden voorzien van een systeem dat de vulgraad aangeeft. De inhoud van de containers en het aantal aansluitingen per container moet zodanig op elkaar zijn afgesteld dat deze in de vakantieperiode/hoogseizoen één keer per week worden geleegd. Buiten de vakantieperiodes/zomerseizoen wordt de inzamelfrequentie aan de hand van de vulgraad bepaald. In de gemeente Veere zamelen ze in de vakantieparken het afval in met ondergrondse verzamelcontainers. De gebruikers en de gemeente zijn zeer tevreden over dit inzamelsysteem. Voorgesteld wordt om in de ‘kustroute’ in te zamelen met ondergrondse verzamelcontainers, voorzien van toegang met identificatie. De invoering van de ondergrondse verzamelcontainers moet bij voorkeur plaatsvinden voordat in de rest van de gemeenten de inzameling plaatsvindt met minicontainers voorzien van een chip. De personen die afval dumpen in de minicontainers in de ‘kustroute’ worden dan gedwongen hun afval beter te scheiden. Inzameling bij hoogbouw De gemeente stelt aan gebruikers van hoogbouwcomplexen standaard bovengrondse verzamelcontainers beschikbaar. De gebruiker van een perceel is zelf verantwoordelijk voor het plaatsen van het inzamelmiddel op dat perceel. Bij een aantal hoogbouwcomplexen hebben de eigenaren er voor gekozen ondergrondse verzamelcontainers op eigen terrein te plaatsen. De gemeente neemt daarin niet het initiatief. De gebruikers van de betreffende hoogbouwcomplexen betalen afvalstoffenheffing. De door de gemeente aangewezen inzameldienst leegt ook de ondergrondse verzamelcontainers. Er is geen aanleiding het beleid ten aanzien van de inzameling bij hoogbouwcomplexen te wijzigen. 27
Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - De huidige inzamelfrequentie van het restafval vooralsnog in stand houden. Na evaluatie van de ingevoerde verbetermaatregelen de huidige inzamelfrequentie heroverwegen. - Bij aanschaf van nieuwe minicontainers overgaan tot aankoop van de minicontainers, een container managementsysteem (cms) in gebruik nemen en in het kader daarvan de minicontainers te voorzien van een chip. - In de gebieden Cadzand-Bad, Wijk de Brabander, Zwindorp, Pèse Schorre, NieuwvlietBad Oost en Schoneveld ('de kustroute') het huishoudelijk afval inzamelen met ondergrondse verzamelcontainers voorzien van toegangsregistratie. - De huidige inzamelstructuur bij hoogbouwcomplexen in stand houden.
4.4
Grof huisvuil/Elektrische- en elektronische apparatuur
4.4.1 Bestaande situatie inzamelstructuur Het grof huisvuil wordt eenmaal per maand door de ZRD op afroep ingezameld. De componenten uit het huishoudelijk afval die vanwege de omvang niet in de grijze container kunnen, mogen worden aangeboden bij het grof huisvuil. Dit met uitzondering van grond, puin en elektr(on)ische apparatuur. Het aantal aanmelding per inzamelronde van het grof huisvuil ligt gemiddeld tussen de 70 en 80. Jaarlijks wordt op deze wijze 100 -110 ton grof huisvuil ingezameld. Het grof tuinafval wordt viermaal per jaar op afroep ingezameld. Twee inzamelrondes in het voorjaar en twee inzamelrondes in het najaar. Per inzamelronde mag maximaal 2m 3 grof huisvuil of grof tuinafval ter inzameling worden aangeboden. Voor de inzameling van grof huisvuil en het grof tuinafval worden geen extra kosten in rekening gebracht. Het aantal aanmeldingen per inzamelronde van het grof tuinafval bedraagt gemiddeld 25. Jaarlijks wordt op deze wijze 10 – 15 ton grof tuinafval ingezameld. Bij de aanschaf van een nieuw elektr(on)isch apparaat dient de koper het oude apparaat in te leveren bij de detailhandel waar het nieuw apparaat wordt gekocht. Niet altijd wordt een oud apparaat vervangen door een nieuw. In dat geval kan het oud apparaat worden achtergelaten op de milieustraat. Indien de houder van een oud elektr(on)isch apparaat niet over een vervoermiddel beschikt kan deze het op laten halen. Grote elektr(on)ische apparatuur worden eenmaal per maand op afroep ingezameld. Grote elektr(on)ische apparatuur zijn o.a.: koelkasten, diepvriezers, t.v.’s etc. Deze inzameling is in principe bedoeld voor mensen die geen nieuw apparaat hebben gekocht en die niet in staat zijn het apparaat zelf weg te brengen. Voor het ophalen van elektr(on)ische apparatuur worden geen kosten in rekening gebracht. Het op afroep ophalen van grote elektr(on)ische apparatuur wordt uitgevoerd door de eigen dienst. 4.4.2 Verwerking Het ingezamelde grof huisvuil wordt afgevoerd naar het afvaloverslagstation van Delta Milieu in de Koegorspolder bij Sluiskil. Van daaruit wordt het verder getransporteerd naar de afvalenergiecentrale van Attero te Moerdijk. Daar wordt het grof huisvuil verbrand. Ook het ingezamelde grof tuinafval wordt afgevoerd naar het afvaloverslagstation van Delta Milieu. Vervolgens wordt het door Delta Milieu ter compostering afgevoerd naar een composteerbedrijf in de Koegorspolder bij Sluiskil. De ingezamelde elektr(on)ische apparaten worden afgevoerd naar een demontage bedrijf. Daar worden de apparaten uit elkaar gehaald. Het merendeel van de componenten uit de apparaten worden gebruikt als grondstof voor nieuwe producten. 28
4.4.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen Inzameling Grof huisvuil, grof tuinafval en grote elektr(on)ische apparaten moeten bij voorkeur naar de milieustraat worden gebracht, omdat dit de goedkoopste wijze van inzamelen is (kosten milieustraat: ca. € 57,-/ton, kosten inzamelen grof huisvuil: ca. € 175,-/ton). Niet iedereen is in de gelegenheid of beschikt niet over een vervoermiddel om het grof huisvuil, etc. naar de milieustraat te brengen. Het is dan ook noodzakelijk een route-inzameling van grof huisvuil, grof tuinafval en grote elektr(on)ische apparaten in stand te laten. Gelet op het aantal aanmeldingen per inzamelronde voldoet deze wijze van inzamelen aan de behoefte. Het 1 x per maand inzamelen van grof huisvuil is een gangbare frequentie. Het verlagen van de frequentie zou betekenen dat het grof huisvuil langer moet worden opgeslagen. Bij woningen met weinig bergruimte kan dit problemen opleveren. De wijze van inzamelen van grof huisvuil, grof tuinafval en grote elektr(on)ische apparaten, inclusief de inzamelfrequenties, kan worden gehandhaafd. Toerekenen kosten Voor het laten ophalen van grof huisvuil, grof tuinafval en grote elektr(on)ische apparaten worden geen extra kosten in rekening gebracht. Er zijn gemeenten die extra kosten in rekening brengen voor het laten ophalen van grof huisvuil, etc. Daarmee wordt beoogd enerzijds de op te halen hoeveelheid terug te dringen en de burgers ertoe bewegen naar de milieustraat te gaan en anderzijds de inzamelkosten te beperken. De inzamelkosten voor grof huisvuil bedragen jaarlijks niet meer dan € 20.000,-. Op het totale budget van de huisvuilinzameling is dat een marginale post. Door kosten in rekening te brengen wordt bespaard op de inzamelkosten. Daartegenover staat dat kosten moeten worden gemaakt voor de invordering. Uiteindelijk zal er sprake zijn van een marginale besparing. Bij het in rekening brengen van kosten is de kans groter dat grof huisvuil niet wordt aangemeld maar op straat wordt gedumpt. De kosten van het opruimen kan dan meestal op niemand worden verhaald. Gelet op het hiervoor gestelde wordt niet aanbevolen om kosten in rekening te brengen voor het ophalen van grof huisvuil. Toekomstige ontwikkelingen In augustus 2011 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zijn afvalbrief gepubliceerd. Daarin heeft de staatssecretaris onder andere opgenomen dat hij actie gaat ondernemen om de gescheiden inzameling van grof huisvuil te verhogen. Concrete maatregelen in dat kader zijn op dit moment nog niet bekend. Het is dan ook te prematuur om daar op vooruit te lopen. Indien de staatssecretaris zijn voornemen overgaat in concrete maatregelen wordt de inzamelstructuur van het grof huisvuil en het toerekenen van kosten heroverwogen. Kringloop Goederen worden ook wel afgedankt voordat ze echt onbruikbaar zijn. Voor anderen vertegenwoordigen die goederen nog een economische waarde. Deze goederen horen nog niet thuis tussen het grof huisvuil maar kunnen worden ingeleverd bij een kringloopbedrijf. De gemeente Sluis participeert niet in een kringloopbedrijf. Er bestaan ook geen plannen daartoe. Het exploiteren dan wel participeren in een kringloopbedrijf behoort niet tot de kerntaken van de gemeente. In de kern Oostburg is een kringloopwinkel van het re-integratieproject van Piblw. De gemeente faciliteert de kringloopwinkel door deze onder aandacht te brengen van de inwoners door middel van een item op de gemeentelijke afvalkalender en op de website. De kringloopwinkel kan niet meer verkoopbare of herbruikbare goederen op de milieustraat afgeven.
29
Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - De frequentie van het inzamelen van grof huisvuil, grof tuinafval en elektr(on)ische apparaten niet wijzigen. - Geen extra kosten in rekening brengen voor het inzamelen van grof huisvuil, grof tuinafval en elektr(on)ische apparaten. - Geen initiatieven nemen op het gebied van kringloop en ook niet participeren in een kringloopbedrijf. - Indien de gemeente wettelijk verplicht wordt maatregelen te nemen om de gescheiden inzameling van grof huisvuil te verhogen, wordt inzamelstructuur van het grof huisvuil en het toerekenen van kosten heroverwogen.
4.5
Oud papier en karton
4.5.1 Bestaande situatie Inzamelstructuur Het oud papier en karton wordt in de gemeente Sluis gescheiden ingezameld. Verenigingen zamelen het oud papier en karton in. Het oud papier en karton wordt in kartonnen dozen of in gebundelde pakketten aangeboden aan de inzamelaars van de verenigingen. In de kernen Aardenburg, Groede en Oostburg vindt er een huis aan huis inzameling plaats en is er tevens een brengvoorziening. In de kernen Breskens, Cadzand, Heille, Hoofdplaat, Sint Kruis, Waterlandkerkje en IJzendijke vindt er enkel een huis aan huis inzameling plaats. In de kernen Draaibrug, Eede, Nieuwvliet, Schoondijke, Sluis en Zuidzande is er enkel sprake van inzamelen met een brengvoorziening. Waar er sprake is van een huis aan huis inzameling gebeurt dat meestal met een inzamelfrequentie van eenmaal per maand. In de kern Retranchement en het buitengebied wordt het oud papier en karton niet gescheiden ingezameld. In de kernen Aardenburg, Heille, Sint Kruis, Groede, IJzendijke en Hoofdplaat zamelen de verenigingen in met vuilniswagens (achterladers). De overige verenigingen die huis aan huis inzamelen doen dat met eigen vervoer. Oud papier en karton kan ook op de milieustraat worden achtergelaten. De verenigingen die oud papier en karton inzamelen ontvangen een vaste vergoeding per ingezamelde kg. De verenigingen kunnen er voor kiezen om de inzamelkosten voor eigen rekening te nemen of de inzamelkosten door de gemeente te laten betalen. Onder inzamelkosten worden verstaan de kosten die betrekking hebben op het gebruik van voertuigen, kraakperswagens en (magazijn)containers. De verenigingen die de inzamelkosten voor eigen rekening nemen ontvangen € 0,07 per ingezamelde kg. De verenigingen waarvoor de gemeente de inzamelkosten betaalt ontvangen € 0,041 per ingezamelde kg. 4.5.2 Verwerking Het ingezamelde oud papier en karton wordt afgevoerd naar het afvaloverslagstation van Delta Milieu in de Koegorspolder bij Sluiskil. Van daaruit wordt het verder getransporteerd naar de sorteerinrichting van Delta Milieu Recycling te Goes. Vervolgens wordt het gesorteerde en in balen geperste oud papier en karton afgevoerd naar de papierindustrie waar ze er gerecycled papier of karton van maken.
30
4.5.3 Beleidvoornemens/verbetermaatregelen Inzameling en hoeveelheden Ogenschijnlijk is er sprake van een goed renderende inzameling omdat de ingezamelde hoeveelheid voldoet aan de landelijke richtlijn van 95 kg/inwoner. In een deel van de gemeente wordt het oud papier en karton niet gescheiden ingezameld of enkel door middel van een brengvoorziening. Dit zijn de zogenaamde witte vlekken. Vooral van brengvoorzieningen is bekend dat daar minder per inwoner wordt aangeleverd dan bij een haalsysteem. Gelet op het aanzienlijk aantal huishoudens in de witte vlekken wordt aangenomen dat een deel van het ingezamelde oud papier en karton afkomstig is van bedrijven. Dit houdt in dat de ingezamelde en uit de huishoudens afkomstige hoeveelheid oud papier en karton in werkelijkheid lager is dan die 95 kg/inw. Uit een in 2009 uitgevoerde sorteeranalyse blijkt dat het ingezamelde restafval nog voor 13% (= gemiddeld 43 kg/inwoner) uit herbruikbaar oud papier en karton bestaat. Dit is een aanzienlijke hoeveelheid. Bij het in stand houden van de huidige inzamelstructuur wordt niet meer oud papier en karton uit het restafval gehaald. Om meer oud papier uit het restafval te halen zijn de volgende maatregelen mogelijk: - huis aan huis inzameling in het hele grondgebied van de gemeente; - het verhogen van de inzamelfrequentie; - het inzamelen van oud papier en karton met minicontainers. Een huis aan huis inzameling in het hele grondgebied van de gemeente kan met de huidige inzamelstructuur niet worden gerealiseerd. Er zijn niet voldoende verenigingen die oud papier en karton inzamelen. En de verenigingen die oud papier en karton inzamelen beschikken niet allemaal over voldoende menskracht om huis aan huis in te zamelen. Hiermee is tevens één van de knelpunten van de huidige inzamelstructuur benoemd. Het verhogen van de inzamelfrequentie betekent een verhoging van de belasting van de inzamelende verenigingen. Verenigingen hebben met de huidige inzamelfrequentie al moeite met het rond krijgen van de inzameling. Aangenomen wordt dat er onder de inzamelende verenigingen geen draagvlak is voor het inzamelen met een hogere frequentie. Ook met een hogere inzamelfrequentie worden niet alle huishoudens bereikt. Dit betreft de huishoudens in de kernen waar met een brengvoorziening wordt ingezameld en de huishoudens in het buitengebied. Verwacht wordt dat het effect van een hogere inzamelfrequentie marginaal is. In een eerder stadium heeft de gemeenteraad besloten het oud papier en karton niet met minicontainers in te zamelen. Deze maatregel wordt dan ook verder buiten beschouwing gelaten Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - De huidige wijze van inzamelen van oud papier en karton in stand houden.
4.6
Plastic verpakkingsafval
4.6.1. Bestaande situatie inzamelstructuur In oktober 2009 is gestart met de gescheiden inzameling van plastic verpakkingsafval. Dit ter uitvoering van de Raamovereenkomst over de aanpak van het dossier verpakkingen tussen het rijk, het verpakkende bedrijfsleven en de VNG. De hiervoor genoemde Raamovereenkomst geldt voor de jaren 2008 t/m 2012. In die Raamovereenkomst is onder andere geregeld dat de gemeenten per ingezamelde ton plastic verpakkingsafval een vergoeding van € 475,- uit het Afvalfonds ontvangen. 31
De inzameling vindt plaats op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde beleidsnotitie ‘Gescheiden inzameling kunststof verpakkingsafval Gemeente Sluis’. Het plastic verpakkingsafval wordt eenmaal per vier weken ingezameld met speciaal daarvoor bestemde zakken (met Plastic Hero opdruk), door middel van een route-inzameling ingezameld door de ZRD. De route-inzameling vindt plaats in de kernen en in het buitengebied. De ZRD voert de inzameling uit met vuilniswagens. De plastic zakken moeten telefonisch of via e-mail worden aangevraagd bij de ZRD. De ZRD zorgt via de post voor distributie van de plastic zakken. Het voordeel van uitbesteden van de verspreiding aan de ZRD ten opzichte van de verspreiding in eigen beheer is dat de gemeente niet zelf het voorraadbeheer moet uitvoeren met de daaraan verbonden werkzaamheden (mensuren, opslagruimte t.b.v. voorraad). In Cadzand-Bad, het Zwindorp, Nieuwvliet-Bad en Schoneveld vindt geen route-inzameling plaats. In Cadzand-Bad, Nieuwvliet-Bad en Schoneveld staan verzamelcontainers. Ook op de milieustraat staan verzamelcontainers voor plastic verpakkingsafval. 4.6.2. Verwerking Na de inzameling wordt het plastic verpakkingsafval afgevoerd naar het afvaloverslagstation van Delta Milieu in de Koegorspolder bij Sluiskil. Daar wordt het samengeperst en vervolgens getransporteerd naar een sorteerbedrijf. Het sorteerbedrijf sorteert het plastic verpakkingsafval in zes verschillende stromen. De zes stromen worden afgenomen door recyclebedrijven uit de kunststof verwerkende industrie. 4.6.3 Toekomstige ontwikkelingen In hoofdstuk 2 is gemeld dat de staatssecretaris van I&M een onderhandelaarsakkoord heeft bereikt met het verpakkende bedrijfsleven en de VNG over de toekomst van de inzameling en hergebruik van verpakkingen, voor de periode 2013-2022. Eén van de hoofdpunten uit het onderhandelaarsakkoord is het afschaffen van het statiegeld op grote PET-flessen. De staatssecretaris I&M in het kabinet Rutte II heeft het standpunt van zijn voorganger overgenomen. Verwacht wordt dat, ondanks de tegenstand onder de gemeenten, het statiegeld op grote PET-flessen op z'n vroegst op 1 januari 2015 wordt afgeschaft. De gemeente is dan verplicht om ook de grote PET-flessen in te zamelen. De gemeente kan daarbij kiezen voor bronscheiding of nascheiding, maar heeft hoe dan ook gevolgen voor de huidige inzamelstructuur. Bronscheiding Grote PET-flessen gaan met het overig plastic verpakkingsafval in de Plastic Hero zakken. Dit betekent een toename van de fractie. Verwacht wordt dat dan de inzamelfrequentie van 1 x per 4 weken niet toereikend is. Door een hogere inzamelfrequentie gaan meer inwoners het plastic verpakkingsafval gescheiden aanbieden aan de inzameldienst. Een hogere inzamelfrequentie en een grotere respons onder de inwoners heeft tot gevolg dat op meer dagen meer zakken langs de straat staan. We kunnen ons afvragen of dat wenselijk is. Dit kan worden voorkomen door het plastic verpakkingsafval samen met een andere fractie (bijv. oud papier) in minicontainers in te zamelen. Indien al het plastic verpakkingsafval met bijvoorbeeld oud papier in minicontainers wordt ingezameld leidt dit tot vervuiling van het oud papier. Wanneer de inzameling beperkt blijft tot flessen en flacons zoals in Vlaanderen, dan zal er nagenoeg geen sprake zijn van vervuiling van het oud papier. Bij de hiervoor vermelde wijze van inzamelen moet het voorbehoud worden gemaakt van het aanwezig zijn van een installatie waar de fracties oud papier en plastic verpakkingsafval gescheiden worden.
32
Een hogere inzamelfrequentie leidt tot meer plastic verpakkingsafval per huishouden. Dat plastic verpakkingsafval is afkomstig uit het restafval. De minicontainers met restafval zitten dan minder vol. Afhankelijk van de dan nog aanwezige hoeveelheid restafval in de minicontainers kan overwogen worden de inzamelfrequentie van het restafval te verlagen naar 1 x per 3 weken of nog lager. Nascheiding Nascheiding houdt in dat het plastic verpakkingsafval integraal met het restafval met de grijze minicontainer wordt ingezameld en achteraf in een scheidingsinstallatie uit het restafval wordt gehaald. In Nederland zijn momenteel twee nascheidingsinstallaties in werking, met wisselend resultaat. Plastic verpakkingsafval moet voldoen aan een gecertificeerde normen. De normen die van toepassing zijn moeten ter uitvoering van de Raamovereenkomst nog nader worden bepaald. Regionale aanpak Bij de inzameling en verwerking van de grote PET-flessen, samen met het overige plastic verpakkingsafval, zal een regionale aanpak het uitgangspunt zijn. De wijze van inzamelen moet aansluiten op de wijze van verwerken van het plastic verpakkingsafval. O.L.A.Z. heeft namens de Zeeuwse gemeenten een overeenkomst gesloten met Delta Milieu voor de verwerking van al het door of namens de gemeenten ingezamelde afval. Het plastic verpakkingsafval valt daar ook onder. De overeenkomst met Delta Milieu eindigt op 31 december 2017. Binnen de werking van de overeenkomst met Delta Milieu is het enkel mogelijk dat de inzameling plaatsvindt door middel van bronscheiding. Delta Milieu beschikt niet over een nascheidingsinstallatie. In de directe omgeving van de provincie Zeeland is ook geen nascheidingsinstallatie in werking, waar Delta Milieu het afval eventueel naar toe zou kunnen brengen. Of binnen de looptijd van de overeenkomst met Delta Milieu gekozen wordt voor nascheiding is afhankelijk van het gezamenlijk standpunt dat de gemeenten in dit kader in O.L.A.Z. innemen en de medewerking van Delta Milieu. De standpuntbepaling in O.L.A.Z. met betrekking tot de inzameling van grote PET-flessen moeten dan ook worden afgewacht. 4.6.4. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen Inzameling De inzameling van het plastic verpakkingsafval is er op gericht zoveel mogelijk in te zamelen. De tot op heden ingezamelde hoeveelheden blijven achter bij de verwachtingen, zoals die zijn uitgesproken bij de start van de inzameling. Verwacht werd dat per jaar gemiddeld 15 kg/woonhuisaansluiting zou worden ingezameld. De in 2011 gerealiseerde hoeveelheid bedraagt gemiddeld 12,7 kg/woonhuisaansluiting. Het achterblijvende resultaat heeft een aantal uiteenlopende oorzaken: de inzamelfrequentie is te laag waardoor het afval te lang moet worden bewaard; het aanvragen van de zakken is te omslachtig; de zin om plastic verpakkingsafval gescheiden te houden ontbreekt simpelweg. Voor dat deel van de inwoners dat het plastic verpakkingsafval niet gescheiden houdt ontbreekt de noodzaak om het wel te doen. De grijze minicontainer voor het restafval is namelijk groot genoeg, bij een ledigingsfrequentie van eenmaal per 2 weken. De ervaring bij andere gemeenten (bijvoorbeeld de gemeente Reimerswaal) leert dat een verhoging van de inzamelfrequentie naar eenmaal per drie weken, niet leidt tot evenredige toename van de ingezamelde hoeveelheid. Die evenredige toename is noodzakelijk om de inzameling kostendekkend uit te voeren.
33
Hieruit kan worden geconcludeerd dat het verhogen van de inzamelfrequentie zonder flankerende maatregelen niet zal leiden tot een evenredige toename van de hoeveelheid maar wel een toename van de inzamelkosten. Die flankerende maatregelen moeten leiden tot een toename van de ingezamelde hoeveelheid en mogen niet leiden tot hogere inzamelkosten. Een flankerende maatregelen die kan worden toegepast is een lagere inzamelfrequentie van het restafval. Dit onder voorwaarde dat de minicontainers zijn voorzien van een chip met daaraan gekoppeld de registratie van de woonhuisaansluiting waar ze zijn uitgezet. De ruimte die daardoor ontstaat in het inzamelschema, zowel organisatorisch als financieel kan worden opgevuld met een hogere inzamelfrequentie van het plastic verpakkingsafval. Die hogere inzamelfrequentie leidt tot de inzameling van een grotere hoeveelheid omdat het plastic verpakkingsafval korter moet worden bewaard en de burgers worden gedwongen het plastic verpakkingsafval gescheiden te houden om voldoende ruimte vrij te houden in de grijze minicontainer voor restafval. Het plastic verpakkingsafval kan ook met minicontainers worden ingezameld. De kosten voor de inzameling met minicontainers zijn hoog en worden niet volledig gecompenseerd door de vergoeding uit het Afvalfonds. Het inzamelen met minicontainers wordt niet aanbevolen. Het plastic verpakkingsafval kan ook gelijktijdig met een andere fractie worden ingezameld. Bijvoorbeeld met duobakken. Dat zijn minicontainers met in het midden een schot. In het ene deel moet het restafval en in het andere deel het plastic verpakkingsafval. Van de gemeente Venlo is bekend dat ze het plastic verpakkingsafval met duobakken inzamelen. Volgens de gemeente Venlo verloopt de inzameling succesvol. Vooralsnog is de gemeente Venlo de enige gemeente die het plastic verpakkingsafval op deze wijze inzamelt. Ervaringen van andere gemeenten zijn er dus niet. Bovendien is het grondgebied van de stedelijke gemeente Venlo niet vergelijkbaar met dat van de gemeente Sluis. Dit zijn argumenten om het plastic verpakkingsafval niet met duobakken in te zamelen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - Een besluit tot het verhogen van de inzamelfrequentie van plastic verpakkingsafval afhankelijk te stellen van het aanbrengen van een chip met containerregistratie op de nieuw aan te schaffen minicontainers en/of de inzameling van grote PET-flessen.
4.7
Glas
4.7.1. Bestaande situatie inzamelstructuur Glas dat hier wordt bedoeld is het verpakkingsglas: potten, flessen etc. Het glas wordt ingezameld met bovengrondse verzamelcontainers. Het glas wordt op kleurgescheiden ingezameld: wit, groen en bruin. Op 33 locaties staan in totaal 40 verzamelcontainers. In nagenoeg alle kernen en op de milieustraat staat tenminste één glascontainer. Waar in een kern een supermarkt aanwezig is, staan de glascontainers bij of nabij de supermarkt. In de andere gevallen staan de glascontainers op een min of meer centraal gelegen locatie in een kern. De ledigingsfrequentie van 34 containers bedraagt eenmaal per week en 8 containers worden voor een deel van het jaar of het hele jaar eenmaal per vier weken geleegd. De glascontainers zijn eigendom van de gemeente. Voor de inzameling neemt de gemeente Sluis deel aan een door O.L.A.Z. met een particuliere inzamelaar gesloten raamovereenkomst. De raamovereenkomst heeft een looptijd van drie jaar en eindigt op 31 december 2013.
34
4.7.2. Verwerking Het ingezamelde glas wordt afgevoerd naar een glasrecyclebedrijf waar het glas wordt ontdaan van productvreemde stoffen, zoals deksels, etiketten, voedselresten, etc. en wordt het tot scherven gemalen. De glasscherven vinden hun weg naar de glasindustrie om nieuw glas van te maken of de glaswolindustrie. 4.7.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen Inzamelen op kleur gescheiden De op kleur gescheiden inzameling van glas in verzamelcontainers is nog steeds de meest geëigende manier om glas in te zamelen. Er zijn geen ontwikkelingen bekend waardoor het op kleur gescheiden inzamelen van glas op korte termijn niet meer nodig zou zijn. Door glas op kleur gescheiden in te zamelen kan van het ingezamelde glas weer nieuw glas van dezelfde kleur worden gemaakt. Door van ingezameld glas nieuw glas te maken wordt bespaard op grondstoffen. Uit ingezameld glas nieuw glas maken kost minder energie dan uit nieuwe grondstoffen glas te maken. Glas op kleur gescheiden inzamelen is financieel gezien voor de gemeente het aantrekkelijkst. De gemeente krijgt dan de hoogste inzamelvergoeding uit het Afvalfonds, € 50,- per ton voor op kleur gescheiden glas, tegen € 40,- per ton voor niet op kleur gescheiden glas. Op kleur gescheiden inzameling van glas is goed voor het milieu en is financieel gezien het gunstigst voor de gemeente. De op kleur gescheiden inzameling van het verpakkingsglas wordt dan ook voortgezet. Glascontainers Voor de inzameling worden bovengrondse verzamelcontainers gebruikt. In 1995 zijn alle toen in gebruik zijnde glascontainers in één keer vervangen. Daarvan is nog 50% in gebruik. In 2009 is begonnen met het vervangen van kapotte glascontainers. Het repareren van glascontainers ouder dan 10 jaar is niet wenselijk omdat de reparatiekosten hoger zijn dan de restwaarde van de container. Kapotte glascontainers die ouder zijn dan 10 jaar dienen dan ook bij voorkeur vervangen te worden door nieuwe glascontainers. Bovengrondse containers zijn geen sieraden in het straatbeeld. Mede om die reden schakelen steeds meer gemeenten over op ondergrondse verzamelcontainers Bij ondergrondse containers is enkel nog de inworpzuil zichtbaar. Eenmaal geplaatst kunnen ondergrondse containers niet meer verplaatst worden. Ondergrondse containers zijn in aanschaf ca. vijfmaal duurder dan bovengrondse containers. Alleen al om financiële reden is het niet wenselijk om structureel alle bovengrondse glascontainers op termijn te vervangen door ondergrondse glascontainers. Uitgangspunt blijft het gebruik van bovengrondse glascontainers die geschikt zijn voor het op kleur gescheiden inzamelen van het glas. In bijzondere situaties kan bij het vervangen van glascontainers overwogen worden een ondergrondse glascontainer te plaatsen. Als bijzondere situaties kunnen worden aangemerkt: meerdere bovengrondse glascontainers op één locatie; door een reconstructie van een plein of straat is het niet meer wenselijk daar een bovengrondse glascontainer te handhaven. Locaties containers In alle kernen van enige omvang staat minimaal één glascontainer. De mate van succes van de glasinzameling wordt mede bepaald door de locatie van de glascontainers en het aantal glascontainers. De glascontainers staan bij supermarkten en op min of meer centrale plaatsen in de kernen. In verband met het groot aantal toeristen in de zomer is het noodzakelijk dat op bijvoorbeeld locaties bij supermarkten in Oostburg en Breskens meer glascontainers staan dan op basis van het aantal inwoners in die kernen nodig zouden zijn.
35
In de gemeente Sluis staan in totaal 40 verzamelcontainers. Dit komt neer op een dichtheid van 1 verzamelcontainer per 600 inwoners terwijl landelijk wordt uitgegaan van 1 verzamelcontainer per 1.000 inwoners. Het hanteren van de landelijke richtlijn is niet gewenst, gelet op de uitgestrektheid van de gemeente Sluis. Desondanks kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de doelmatigheid van glascontainers in de kleine kernen en op locaties waar weinig wordt ingezameld. Nagenoeg alle inwoners van de gemeente Sluis zijn voor hun (dagelijkse) boodschappen aangewezen op de in de gemeente aanwezige supermarkten. Bij alle supermarkten in de gemeente Sluis staan glascontainers. Tijdens een bezoek aan de supermarkt kan in principe het glas worden meegenomen. Het gaat echter te ver om enkel de glascontainers bij de supermarkten te handhaven en de overige glascontainers op termijn te verwijderen. Dit heeft onherroepelijk negatieve gevolgen voor de hoeveelheid glas dat wordt ingezameld. Het hiervoor vermelde neemt niet weg dat overwogen moet worden of het nog zinvol is elke glascontainer te vervangen door een nieuwe. Bij een aantal glascontainers zamelen we relatief gezien weinig glas in. Bij het verdwijnen van die glascontainers gaat een deel van het glas naar andere glascontainers, bijvoorbeeld bij de supermarkten, en een deel van het glas verdwijnt in de grijze minicontainer. Afgezet tegen de hoeveelheid glas dat we in totaal jaarlijks inzamelen zal dat laatste marginaal zijn. De exploitatie van de glascontainers waarmee we weinig glas inzamelen is niet kostendekkend. De inzamelvergoeding uit het afvalfonds dekt de inzamel- en exploitatiekosten slechts gedeeltelijk. Ook uit financieel oogpunt is het niet bezwaarlijk glascontainers waarmee weinig glas wordt ingezameld niet te vervangen door nieuwe. Ten behoeve van de beoordeling welke glascontainers daarvoor in aanmerking komen dient het college van burgemeester en wethouders beleid vast te stellen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen De op drie kleuren (wit, groen en bruin) gescheiden inzameling van het glas voortzetten. Kapotte bovengrondse glascontainers die ouder zijn dan 10 jaar in principe vervangen door nieuwe bovengrondse glascontainers. - In bijzondere situaties bij het vervangen bovengrondse glascontainers overwegen een ondergrondse glascontainer te plaatsen. Beleid wordt ontwikkeld op basis waarvan wordt beoordeeld op welke locaties een glascontainer niet worden vervangen door een nieuwe.
4.8
Textiel
4.8.1 Bestaande situatie inzamelstructuur Het textiel wordt ingezameld met verzamelcontainers en de gemeente verleent vergunning voor vier huis aan huis inzamelingen per jaar. In de kernen Oostburg, Breskens, IJzendijke, Aardenburg, Sluis, Schoondijke en Groede staan op 8 locaties in totaal 10 verzamelcontainers. Het textiel wordt ingezameld door charitatieve instellingen. Die instellingen genereren hun inkomsten uit de verkoop van het ingezamelde textiel aan sorteerbedrijven. 4.8.2 Verwerking Het ingezamelde textiel wordt door de inzamelaar afgevoerd naar sorteerbedrijven. Sorteerbedrijven sorteren het textiel op herdraagbaar en niet herdraagbaar. Wat er met herdraagbaar textiel gebeurt spreekt voor zich. Niet herdraagbaar textiel wordt verwerkt tot op vezelniveau die eventueel worden verwerkt in nieuw textiel. 36
4.8.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen Inzameling en hoeveelheden De inzameling door charitatieve instellingen is voor veel mensen een reden om het textiel daar aan af te geven. De inzameling door charitatieve instellingen levert in die zin een positieve bijdrage aan de gescheiden inzameling van textiel. De inzameling van textiel door charitatieve instelling wordt dan ook als uitgangspunt gehanteerd bij het te formuleren beleid ten aanzien van de gescheiden inzameling van textiel. In 2010 is met de verzamelcontainers 83 ton ingezameld en met de huis aan huis inzameling 13 ton. Voor de huis aan huis inzameling komt dat neer op gemiddeld iets meer dan 3 ton (3.000 kilo) per inzamelronde. Met de gemeentelijke inzameling ingezamelde hoeveelheden voldoen we bijna aan de landelijke doelstelling van 5 kilo per inwoner. De nog in het restafval aanwezige hoeveelheid textiel is een veelvoud van de jaarlijks ingezamelde hoeveelheid. Om de in dit plan ten aanzien van textiel geformuleerde doelstelling te realiseren zijn maatregelen nodig om de inzameling te intensiveren. Hierbij kan worden gedacht aan de uitbreiding van het aantal locaties met een kledingcontainer en het optimaliseren van de huis aan huis inzameling. Het college van burgemeester en wethouders stelt daartoe beleid vast. Economische waarde textiel Textiel heeft een economische waarde. Steeds meer gemeenten zijn van mening dat, evenals bij andere afvalstromen, de gemeenten dienen mee te profiteren van de opbrengst van het ingezamelde textiel. In de overeenkomst met de inzamelaar wordt dan opgenomen dat een deel van de financiële opbrengst ten goede komt aan de gemeente en het overige aan (lokale) goede doelen. Er zijn ook gemeenten die het textiel laten inzamelen door een commercieel bedrijf waarbij de financiële opbrengst wordt uitbetaald aan de gemeente. Met de hoeveelheid ingezameld textiel de afgelopen jaren en het huidige prijsniveau zal de opbrengst voor de gemeente Sluis ca. € 15.000,- bedragen. Indien meer textiel gescheiden wordt ingezameld wordt uiteraard ook de opbrengst hoger. Ook de gemeente Sluis dient de profiteren van de economische waarde van het ingezamelde textiel. In het te ontwikkelen beleid met betrekking tot de intensivering van de inzameling van textiel wordt verder uitgewerkt welk deel van de vergoeding ten goede komt aan de gemeente en het restant aan (lokale) goede doelen. In de met de inzamelaars af te sluiten inzamelovereenkomsten worden daartoe voorwaarden opgenomen. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - Beleid wordt ontwikkeld om de gescheiden inzameling van textiel te intensiveren. Waarin tevens wordt opgenomen dat de opbrengst van het ingezamelde textiel voor een deel ten goede komt aan de gemeente en het restant aan (lokale) goede doelen.
37
4.9
Milieustraat
4.9.1 Bestaande situatie Op het bedrijventerrein Stampershoek te Oostburg bevindt zich de milieustraat. De milieustraat is eigendom van en wordt geëxploiteerd door de ZRD. De exploitatie vindt plaats in opdracht van O.L.A.Z. O.L.A.Z. rekent de exploitatiekosten door aan de gemeente. Hiertoe wordt een regionale spreiding gehanteerd. De totale kosten van de 3 milieustraten in Zeeuwsch-Vlaanderen komen voor rekening van de 3 Zeeuwsvlaamse gemeenten. De totale kosten van de 10 milieustraten ten noorden van de Westerschelde komen voor rekening van de gemeenten op Walcheren, de Bevelanden, Schouwen-Duiveland en Tholen. O.L.A.Z. bepaalt in overleg met de exploitant het acceptatiebeleid en welke afvalstromen op de milieustraat kunnen worden aangeboden. De inwoners van de gemeente en eigenaren van tweede woningen die een aanslag afvalstoffenheffing ontvangen kunnen op de milieustraat terecht met alle soorten grof huishoudelijk afval dat niet in de minicontainer kan of mag. De afvalstoffen moeten gescheiden worden aangeboden en achtergelaten op de milieustraat. Voor het achterlaten van afvalstoffen op de milieustraat worden, met uitzondering van de fractie bouw- en sloopafval en puin, geen extra kosten in rekening gebracht. Bedrijfsafval wordt niet geaccepteerd op de milieustraat. De burgers kunnen voor de volgende afvalstromen terecht op de milieustraat. Brandbaar restafval Gips Niet brandbaar restafval Verpakkingsglas Oud papier en karton Vlakglas Grof tuinafval Plastic verpakkingsafval KCA Destructieafval (kleine huisdieren) Puin Elektr(on)ische apparaten Hout (bijv: sloophout, tuinhout) Asbest Grond Frituurvet Metalen Textiel 4.9.2. Verwerking De op milieustraat gescheiden ingezamelde afvalstromen worden gescheiden verwerkt. De afvalstromen worden gerecycled tot nieuwe grondstoffen of worden hergebruikt. 4.9.3. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen Op de milieustraten mogen enkel uit de huishoudens afkomstige afvalstoffen worden achtergelaten. De milieustraten kenmerken zich door hun laagdrempeligheid. Dit houdt onder andere in dat er geen toegangscontrole is en dat, met uitzondering van bouw- en sloopafval, niet moet worden betaald voor het achterlaten van afvalstoffen. Na uitvoering van een onderzoek naar de gevolgen van de laagdrempeligheid heeft het algemeen bestuur van O.L.A.Z. in 2009 besloten vooralsnog geen maatregelen te nemen om de laagdrempeligheid te beperken. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - Het beleid ten aanzien van de exploitatie van de milieustraat voortzetten en geen voorstellen tot wijziging van het exploitatie- en acceptatiebeleid indienen bij O.L.A.Z.,
38
5.
FINANCIËN
5.1. Kosten en baten Kosten Ten aanzien van de afvalverwijderingskosten wordt er onderscheid gemaakt in inzamelkosten en verwerkingskosten. De inzamelkosten hebben betrekking op kosten die te maken hebben met de inzameling, transport en middelen die benodigd zijn om het afval (gescheiden) in te kunnen zamelen. De verwerkingskosten hebben betrekking op kosten die gemaakt worden om het afval te verwerken. Volgens de daarvoor afgesloten overeenkomsten worden de tarieven voor het inzamelen en verwerken van de huishoudelijke afvalstoffen jaarlijks geïndexeerd. Tot de afvalverwijderingskosten worden ook de exploitatiekosten van de milieustraat gerekend. De exploitatiekosten van de milieustraat brengt O.L.A.Z. bij de gemeente in rekening, op basis van een bedrag per inwoner. Baten De baten bestaan onder meer uit de positieve opbrengsten die sommige afvalstoffen genereren, zoals oud papier en glas. Voorts bestaan de baten uit de inzamelvergoeding uit het landelijk Afvalfonds voor de inzameling van oud papier, glas en plastic verpakkingsafval. Afvalstoffenheffing Voor elk perceel waar huishoudelijk afval kan ontstaan wordt een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd. De afvalstoffenheffing wordt geheven op grond van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. De uitvoering is vastgelegd in de gemeentelijke Verordening afvalstoffenheffing. De kosten van de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen worden gedekt uit de opbrengst van de afvalstoffenheffing. De opbrengst van de afvalstoffenheffing in de gemeente Sluis is 100% kostendekkend. De hoogte van het tarief van de afvalstoffenheffing is gekoppeld aan de omvang van het huishouden. Onderstaand overzicht geeft van de afgelopen jaren de grootste kostenposten weer en de baten. Tabel 5.1: Kostenoverzicht afvalverwijdering
Kosten Inzamelkosten Verwerkingskosten Milieustraat Baten Opbrengst Inzamelvergoeding Netto kosten
2009 € 1.094.841 - 1.245.524 - 426.972
2010 € 1.186.537 - 1.175.820 - 442.334
2011 € 1.236.727 - 1.239.320 - 386.457
€ 59.420 - 52.915 € 2.655.002
€ 153.738 - 93.958 € 2.556.995
€ 196.553 - 124.613 € 2.541.381
5.2 Kosten en baten na verbetermaatregelen De ambitie voor de gemeente Sluis is om de in dit plan voorgestelde verbetermaatregelen tenminste kostenneutraal door te voeren. Dit betreft het totaal van de kosten die betrekking hebben op de verwijdering van het huishoudelijk afval. De voorgestelde verbetermaatregelen leiden tot een toename van de inzamelkosten. Deze toename wordt met name veroorzaakt door de jaarlijkse kapitaallasten verbonden aan de aanschaf van nieuwe bechipte minicontainers voor de inzameling van rest- en gft-afval; de jaarlijkse kapitaallasten verbonden aan de aanschaf van ondergrondse containers; het eventueel verhogen van de inzamelfrequentie van plastic verpakkingsafval. Wanneer de voorgestelde maatregelen worden doorgevoerd leidt dat tot besparing in de verwerkingskosten, omdat minder restafval moet worden verbrand en de gemeente ontvangt een hogere opbrengst en vergoeding omdat meer afval gescheiden wordt ingezameld. 39
De onderstaande tabel geeft een globale weergave van de financiële gevolgen, nadat alle verbetermaatregelen zijn doorgevoerd. Daaruit blijkt dat een besparing van ca. € 55.000 per jaar kan worden gerealiseerd. Tabel 5.2: Financiële gevolgen na verbetermaatregelen
Inzameling -rest/gft -grof -containers (grijs/groen) * grijs/groen * ondergronds - plastic - papier Totaal Verschil
Huidige kostn. € 827.500 € 17.000 € 110.000 € 97.200 € 150.000 € 1.201.700
Verwerking - Besparing verwerkingskosten - Hogere inzamelvergoeding Totaal
Kosten na verbetermaatr. € 802.600 € 17.000 € 113.000 € 72.000 € 127.100 € 150.000 € 1.281.700 + € 80.000 Na verbetermaatregelen € 77.650 € 56.635 € 134.285
Toelichting -3% na bechippen containers - huur - kapitaallasten + beheer - kapitaallasten + beheer - 1 x 3 wkn inzameling
Toelichting - -375 ton rest/+ 180 ton gft - plastic + glas
40
6.
COMMUNICATIE
6.1 Inleiding Communicatie met de burger is belangrijk voor de juiste uitvoering van het gemeentelijk afvalbeleid. De algemene toonzetting van de communicatie moet er op zijn gericht om mensen tot het gewenste gedrag te verleiden. Het afvalscheidingsgedrag van de inwoner bestaat uit drie elementen: capaciteit (kennis, inzicht in het nut van de gescheiden afvalinzameling), motivatie (er voor gemotiveerd zijn om mee te doen) en gelegenheid (fysieke mogelijkheden, hindernissen, tijdstippen, e.d.; daadwerkelijk kunnen meedoen met de gescheiden afvalinzameling). Alle drie de elementen moeten in voldoende mate aanwezig zijn bij de inwoner om een optimaal afvalscheidingsgedrag te bereiken. De essentie van deze benadering is dat alle drie de gedragselementen gelijktijdig op peil gehouden moeten worden. Het geven van voorlichting zonder dat gelijktijdig wordt gewerkt aan gelegenheid tot afvalscheiding en omgekeerd blijft zonder resultaat. 6.2 Bestaande situatie Jaarlijks geeft de gemeente Sluis een afvalkalender uit. Deze afvalkalender wordt huis aan huis in heel de gemeente verspreid. In de afvalkalender staat informatie over: de inzamelroutes van de diverse afvalstromen; de afvalstromen die gescheiden worden ingezameld; de wijze van gescheiden inzamelen van de diverse afvalstromen; de openingstijden van de milieustraat. Op de gemeentelijke website staat informatie over de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente Sluis. In hoofdzaak is het dezelfde informatie als op de afvalkalender, maar dan uitgebreider. Als aanvulling op de afvalkalender wordt wekelijks op de gemeentelijke informatiepagina in het ZVA vermeld welke container (grijs of groen) die betreffende week wordt geleegd. De informatiepagina in het ZVA wordt ook gebruikt voor het verstrekken van informatie over specifieke inzamelacties en tussentijdse eenmalige wijzigingen in de inzamelroutes. Deze informatie wordt ook op de gemeentelijke website geplaatst. Informatie over de milieustraat (openingstijden, wat mag worden aangeboden, kosten, etc.) staat op de website van de Zeeuwse Reinigingsdienst (ZRD). 6.3 Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen De communicatiemiddelen die de gemeente nu gebruikt om de inwoners te bereiken over de afvalverwijdering zijn in principe toereikend. Voor de korte termijn ligt het voortzetten van deze wijze van communiceren met de inwoners over de afvalverwijdering dan ook voor de hand. Ruimte voor het aanbrengen van verbeteringen blijven aanwezig. Dit afvalstoffenplan bevat voorstellen die betrekking hebben op structurele veranderingen in de inzameling van diverse afvalstromen. Het betreft onder andere het inzamelen met ondergrondse verzamelcontainers in de vakantieparken. De communicatiemiddelen die nu worden gebruikt zijn niet toereikend om de inwoners op adequate wijze te informeren over die veranderingen. Daarnaast constateren we dat er geen uniforme wijze van communiceren bestaat, die bij alle veranderingen in de inzameling kan worden toegepast. Daarom wordt voorgesteld om bij elke structurele verandering in de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen een communicatieplan op te stellen.
41
Ook in de communicatie met inwoners over de afvalverwijdering staan de ontwikkelingen niet stil. Hoewel de meeste gemeenten jaarlijks huis aan huis een afvalkalender verspreiden is er een toenemend aantal gemeenten dat gebruik maakt van andere c.q. verbeterde versies van een afvalkalender. Hierbij kan worden gedacht aan de verspreiding van een op adres gestelde afvalkalender. Een dergelijke afvalkalender bevat dan enkel maar informatie dat relevant is voor dat adres. Een andere mogelijkheid is een digitale afvalkalender. De afvalkalender staat dan op een website. Door op die website een adres in te tikken krijgt men onder andere te zien welke afvalstroom op welke dag bij dat adres wordt ingezameld. Naar de technische uitvoerbaarheid en het kostenaspect dient nader onderzoek te worden gedaan, voordat een besluit kan worden genomen over toepassen van één van deze communicatiemiddelen. Daarbij heeft het de voorkeur om een dergelijk onderzoek uit te voeren nadat de voorgestelde structurele veranderingen in de inzameling zijn doorgevoerd. Beleidsvoornemens/verbetermaatregelen - De inzet van de huidige communicatiemiddelen (afvalkalender, website, informatiepagina ZVA) handhaven met betrekking tot de afvalverwijdering, tot nadere besluitvorming daaromtrent. - Bij elke structurele verandering in de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen een communicatieplan opstellen. - Na uitvoering van de structurele veranderingen in de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen een onderzoek uitvoeren naar de haalbaarheid van een digitale afvalkalender of de verspreiding van een op adres gestelde afvalkalender.
42
7.
PLANNING
In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de activiteiten die gedurende de looptijd van dit plan uitgevoerd moeten worden. Beleidsvoornemens/Verbetermaatregelen Rest- en gft-afval - Aankoop van nieuwe minicontainers en deze, in het kader van een container managementsysteem, voorzien van een chip. - De kustroute inzamelen met ondergrondse verzamelcontainers voorzien van toegangsregistratie. Plastic verpakkingsafval - Verhogen inzamelfrequentie. Glas - Vaststellen beleid op welke locaties glascontainers niet worden vervangen. Textiel - Vaststellen beleid intensivering gescheiden inzameling textiel. Communicatie - Opstellen communicatieplannen bij structurele veranderingen - Onderzoek naar haalbaarheid digitale afvalkalender of afvalkalender op adres.
2013
2014
2015
2016
2017
43