's-Hertogenbosch
Orthen-Links Beeldkwaliteitplan
's-Hertogenbosch
Orthen-Links Beeldkwaliteitplan
maart 2014
Orthen-Links
Ertveldplas
de positie van Orthen-Links in Den Bosch spoor
binnenstad
colofon Geurst & Schulze architecten: Jeroen Geurst, MarcJan Boerman, Christiane Wirth, Valerie Koppelle Brabant Wonen Jeroen Peeters, Maarten Kusters Gemeente ‘s-Hertogenbosch Sonja de Jong, Eric Visser, Ruben Blok, Esther Kolkman maart 2014 afbeelding voorzijde: vogelvlucht huidige situatie vanuit het noorden
voorwoord De woonbuurt Orthen-Links is één van de aandachtsgebieden in het kader van het Grotestedenbeleid. De ambitie is om met een integrale en doelgerichte aanpak de wijken leefbaar te houden. Zowel de bebouwde omgeving als de sociaal-economische structuur in de wijk zullen op het gewenste niveau worden gebracht. Voor Orthen-Links betekent dit dat de komende jaren een grondige wijkvernieuwing zal plaatsvinden. Een deel van de bebouwing zal worden vervangen door nieuwbouw en het openbaar gebied zal worden getransformeerd. Geurst & Schulze architecten heeft in opdracht van Brabant Wonen en de gemeente Den Bosch deze doelstellingen vertaald in het stedenbouwkundig plan en het Beeldkwaliteitplan. Het document dat voor u ligt, het Beeldwaliteitplan, toont de kaders voor een hoogwaardige en duurzame ruimtelijke kwaliteit van de gebouwen en de openbare ruimte, mede in hun onderlinge samenhang, die ten grondslag liggen aan het stedenbouwkundig plan. Door al in een vroeg stadium de uitgangspunten vast te leggen voor de kwaliteit van de omgeving, is het ambitieniveau voor alle betrokkenen duidelijk. Het Beeldkwaliteitplan is tevens de leidraad voor de behandeling van bouwplannen in de welstandscommissie. In nader overleg met de welstandscommissie kan worden afgeweken van de richtlijnen, indien dit geen afbreuk doet aan de beeldkwaliteit. De toetsing op de beeldkwaliteit zal geschieden door de welstandscommissie of een gemandateerd stedenbouwkundig ambtenaar.
vogelvlucht huidige situatie vanuit het zuiden
Boven: Plangebied Orthen-Links. Op de voorgrond het bebouwingsFRPSOH[YDQGH:HHQHU*URHS+HW QHHPWHHQDDQ]LHQOLMNGHHOLQYDQ het totale gebied.
inhoud inleiding
5
ambitie 1. de stedenbouwkundige opgave
6
2.
de ruimtelijke structuur van Orthen-Links
6
3.
sferen
10
spelregels 4.
beeldkwaliteit - bouwstenen - rooilijnen - kapvorm en bouwhoogten - materialisatie en kleur
12 12 14 14 16
5.
gevelindeling en plastiek
19
6.
parkeren
20
7.
zijgevels
21
8.
Brabantse stoep
22
9.
de zuidelijke kop
23
10.
bebouwing de Othense Donk
24
11.
afwijken van het Beeldkwaliteitplan
24
12.
gebiedsgerichte welstandscriteria
25
13.
welstandscriteria beheersfase
26
luchtfoto
inleiding Al in 815 wordt melding gemaakt van het huidige Orthen. Het is dus ouder dan de stad ’s-Hertogenbosch, die, naar wordt aangenomen, in 1196 is gesticht. In feite kan worden gesteld dat de stad ’s-Hertogenbosch uit Orthen is ontstaan. Oorspronkelijk lag de kern Orthen op een donk. Later heeft het zich meer als een dijkdorp ontwikkeld met karakteristieke dijkbebouwing aan de Engelse dijk, via de weg Orthen, Ketsheuvel tot en met de Herven. Tot begin jaren vijftig bepaalde dit beeld de verschijning van Orthen en lag de dorpskern los van de stad. In de wederopbouwperiode is er veel gebouwd in en rondom Orthen, waaronder in de woonbuurt Orthen-Links. Vanaf de jaren vijftig vinden daarnaast ten noorden van het stadscentrum meerdere uitbreidingen plaats, waardoor Orthen geleidelijk wordt opgenomen in het stedelijk weefsel van ’s-Hertogenbosch. Orthen-Links ligt ten noorden van het stadscentrum, direct bij de oorspronkelijke kern Orthen. Het plangebied wordt begrensd door respectievelijk de weg Orthen, de Zandzuigerstraat en de spoorweg richting Utrecht. Orthen-Links kent door deze omliggende verkeersstructuur een geïsoleerd karakter. Wie niet in de buurt moet zijn, zal er ook niet snel komen. Gelijktijdig ligt hier echter ook de kracht van de wijk in verscholen. Te midden van de stad ‘s-Hertogenbosch heeft Orthen-Links op haar eigen manier haar intieme karakter weten te behouden. Het geeft de buurt een sterke identiteit.
historische foto entree tot de wijk, Margarethalaan
historische foto Orthense Donk
historische foto Orthense Donk
ambitie 1. stedenbouwkundige opgave Het huidige Orthen-Links kent de typische doelmatige en sobere benadering van de stedenbouw uit de jaren vijftig. Het toegepaste stratenpatroon is helder in haar opzet met enkele lange, licht gebogen straten die onderling verbonden worden door dwarsstraten. De woningen bestaan merendeels uit twee lagen met een kap en zijn uitgevoerd in een ingetogen en licht geornamenteerde baksteenarchitectuur. Het centrum van de wijk wordt gevormd door de karakteristieke donk, een open ruimte die de centrale ontmoetingsruimte van de wijk vormt. Na verschillende generaties gehuisvest te hebben, is het duidelijk dat de wijk aan een behoorlijke slijtage onderhevig is. Een grootschalige renovatie van de woningen is uitgebleven, waardoor de bouwwerken momenteel een grote woon- en bouwtechnische achterstand kennen. De huidige staat van de woningen maakt het proces van sloop en vervangende nieuwbouw daarmee onvermijdbaar. De ambitie en sfeer die het plan voor ogen heeft is die van een kleinschalig woonmilieu dat nauw aansluit op de sfeer en materialisatie van Orthen en het historische dijklint. Daarmee wordt de eenduidigheid van de huidige wijk doorbroken en vervangen door een meer gevarieerde en rijkere woonomgeving. De nieuwbouw mag eigentijds zijn maar dient qua maat, schaal en detaillering aan te sluiten bij het karakter van de bestaande bebouwing en het historische lint. Stedenbouwkundig sluit het plan in grote lijnen aan bij de oorspronkelijke structuur. De openbare ruimte wordt integraal ontworpen. Er dient bijzondere aandacht te zijn voor bomen, hagen, erfafscheidingen en materialisering.
2.2. de Orthensedonk De Donk vormt het hart van het plan, de centrale ontmoetingsruimte voor de bewoners. Ten opzichte van de huidige afmetingen wordt de nieuwe Donk meer dan verdubbeld. Hierdoor krijgt het nieuwe Orthen-Links een meer groen en open karakter waar de meeste woningen vrij zicht op een open groene ruimte hebben.
huidige situatie, entree tot de wijk, Margarethalaan
2. ruimtelijke structuur Het nieuwe Orthen-Links sluit nauw aan bij de oorspronkelijke structuur. Er zijn daarnaast stedenbouwkundig een aantal ingrepen gedaan die knelpunten in de huidige structuur oplossen en zorg dragen voor een heldere structuur en een meer open en groene leefomgeving. Het betreft de volgende ingrepen:
Margarethalaan in het nieuwe plan, na verplaatsing entree
2.1. entree tot de wijk De huidige entree tot de wijk wordt gevormd door de Margarethalaan. Deze entree heeft verkeerskundig grote nadelen door een onoverzichtelijke en daarmee onveilige kruising tussen fiets- en autoverkeer. De entree tot de wijk is daarom verplaatst in noordelijke richting, waarbij de entree niet meer verschoven ligt ten opzichte van de er op uitkomende toegangsweg. Hierdoor ontstaat een meer heldere structuur met een leesbare entree. Bijkomend voordeel van deze verschuiving is dat de bebouwing van het historisch dijklint het zicht op de achterliggende wijk niet meer belemmerd, waardoor Orthen-Links een veel minder geïsoleerde positie zal hebben. De nieuwe toegangsweg wordt doorgetrokken tot aan het groene lint (de Adelheidstraat) en biedt zicht op het hier nieuw te realiseren appartementengebouw.
impressie nieuwe entree tot de wijk
Ham
r th en
eg
2.3. woonstraten In het huidige plan hebben de woonstraten een wat benauwd en stenig karakter. De straten in het nieuwe Orthen-Links hebben een opener en groener karakter. In de eerste plaats wordt dit bereikt doordat de straten aanzienlijk zijn verkort en doordat knikken in de straat, die het doorzicht belemmerenden, zijn komen te vervallen. Daarnaast is het straatprofiel aangepast; eenzijdig parkeren en een bomenrij (deels in een groene haag), zorgen voor een ruimere en groenere sfeer in de woonstraten. 2.4. het groene lint Het groene lint aan de westzijde van Orthen-links is nu al een belangrijke kwaliteit in de wijk en vormt bovendien een buffer tussen de spoorlijn en de woonbebouwing. De Adelheidstraat, die het groene lint begeleid, heeft door de flinke bomenrij en het aanwezige hoogteverschil een geheel ander karakter dan de overige straten in de buurt. Probleem is dat in de huidige situatie het profiel verkeerskundig te smal is om het aanwezige fietsverkeer veilig te combineren met auto’s en parkeerplaatsen. Om die reden is er voor gekozen de rooilijn in het noordelijk deel van de Adelheidstraat iets terug te leggen zodat meer ruimte voor auto’s en fietsers ontstaat, zonder dat de kwaliteit van het groen in het geding komt. In het brede middendeel van het groene lint, tussen de moestuinen en de Weener Groep, wordt een appartementencomplex gerealiseerd. Door gebruik te maken van het hier aanwezige hoogteverschil wordt het appartementencomplex op landschappelijke wijze ingepast; het gebouw wordt deels in het talud geschoven.
enw ba k
O
Centraal op de Donk kan een gebouw komen met zowel een woonfunctie, een algemene buurtfunctie of een mix hiervan. De dimensionering en positie van dit gebouw is zodanig dat het de ruimte van de Donk niet in twee ruimtes opdeelt waardoor deze overzichtelijk blijft. Meer hierover op pagina 23.
H et
W ie
lse m
de nieuwe entree tot de wijk
de Donk
de open ruimtes in de buurt, met de Donk als centrale ontmoetingsplek
het groene lint én de zichtlijnen
H er to g G od fr aa tr ds Ed
m
on
n
t
he
aa
rt
tr
O
ds
t
ie
3
4
th re ga
te
nb
ar
Ba
ur
M
Va n
al
aa
n
1
gs
tr
aa
t
2
Co
4
ad nr a
s t ra
at
S in tW illib r or d us s t r aa
e lh
t
Ad eid str aa t
4
3
S in
t
vat S al
or s
t r aa
t
nieuwe bouwveldcontour
1
de entree tot de wijk
2
de Donk
3
de woonstraten
4
het groene lint
kaart bestaande situatie (inclusief straatnamen) met in rode vlekken de nieuwe bouwveldcontouren eroverheen geprojecteerd, schaal 1:1500
3. sferen Het plangebied en de directe omgeving valt in te delen in vier sfeergebieden. De sfeergebieden hebben ieder duidelijk een eigen karakter. Architectuur en openbare ruimte sluiten aan bij dit karakter. 3.1. lintbebouwing met deels historische dijkbebouwing; Wordt gekenmerkt door kleinschalige en veelal vrijstaande bebouwing. Er is veel onderling verschil tussen de panden (kapvorm, materiaal en kleurgebruik). 3.2. de woonbuurt tussen het dijklint en de Adelheidstraat (inclusief de Donk en de woonstraten); De woonbuurt vormt duidelijk een eenheid en haar hart wordt gevormd door de Donk. Qua bebouwing is er een duidelijke parcelering (zie pagina 12) en een heldere ambitie ten aanzien van het kleur- en materiaalgebruik (zie pagina 16). De inrichting van de openbare ruimte is één ontwerp en vertoont een sterke samenhang.
1
3
3.3. het groene lint aan de Adelheidstraat (met onder andere het volkstuinen complex); Het groene lint kent grote hoogteverschillen en vormt de rand van de wijk. De inrichting van het openbaar gebied is zeer groen en eenduidig. Het nieuwe appartementengebouw is gelegen in het groene lint en maakt daarmee gebruik van de kwaliteit en uitstraling van het lint.
2
4
3.4. grootschalige bebouwing aan de spoorzone; Dit sfeergebied ligt tussen het groene lint en het spoor en bestaat uit een grovere schaal dan de woonbuurt. Het complex van de Weener Groep ligt in dit gebied.
sfeergebieden;1. lintbebouwing, 2. de woonbuurt, 3. het groene lint, 4. grootschalige bebouwing
1. sfeer lintbebouwing
2. sfeer woonbuurt
woonstraten, huidige situatie
10
2. sfeer woonbuurt
de Donk, gelegen in de woonbuurt, huidige situatie
3. sfeer groene lint
de Adelheidstraat
de moestuinen
3. sfeer groene lint
4. sfeer grootschalige bebouwing aan de spoorzone
impressie toekomstig appartementengebouw
complex van de Weener Groep
11
spelregels 4. beeldkwaliteit bouwstenen De ambitie van het nieuwe Orthen-Links is om qua sfeer en materialisatie dicht aan te sluiten op de sfeer en materialisatie van het historische dijklint. Daarmee wordt de huidige eentonigheid en schraalheid van de wijk doorbroken. Door te streven naar meer variatie en een kleinere korrelgrootte ontstaat meer rijkdom en afwisseling. Om dit te bereiken worden de straatwanden onderverdeeld in kleinere eenheden (bouwstenen) die ten opzichte van elkaar een wisselende uitstraling hebben. De gekozen eenheid van maximaal vier woningen vormt de bouwsteen waaruit het plan is opgebouwd. Daar waar de straatwanden zich niet in een veelvoud van vier laten opdelen ontstaan “rest” eenheden van één, twee of drie woningen.
het historische lint waar door verschil in kleur, materialisering, hoogte en rooilijnsprongen voor de parcellering wordt gezorgd
De continuïteit van de korrelgrootte brengt naast variatie ook eenheid op de schaal van de wijk als geheel. Spelregels bouwstenen Om zorg te dragen voor een goed afleesbaar onderscheid tussen de bouwstenen onderling is bepaald dat: • tussen twee bouwstenen altijd sprake is van minimaal één stedenbouwkundige sprong (A) én een sprong in kleurstelling (B). • de positie van de dakkapel kan worden ingezet als middel om de eenheden extra van elkaar te onderscheiden (C). • het maximum aantal bouwstenen dat aaneengesloten mag worden gebouwd drie bouwstenen is (12 woningen). A. De stedenbouwkundige sprong kent twee mogelijkheden: • een rooilijn sprong; de voorgevel rooilijn verspringt in dit geval circa één meter met het aangrenzende blok. • een goothoogte sprong; de goothoogte verspringt ten opzicht van het aangrenzende blok. B. De sprong in kleurstelling houdt in dat van twee aangrenzende blokken altijd zowel het gevelmetselwerk (steenkleur) als de pankleur wisselt (zie pagina 16). C. Daarnaast bestaat nog de mogelijkheid om het onderscheid tussen de blokken verder te versterken door de keuze van de positie van de dakkapellen. Daarbij bestaan twee mogelijkheden: • een dakkapel in het voorgevelvlak, als eenheid met de gevel in metselwerk uitgevoerd. • een dakkapel in het dakvlak, met een van het gevelmetselwerk afwijkende materialisatie (zink of hout) Toepassing van plaatmateriaal is niet toegestaan. Per bouwsteen geldt dat indien dakkapellen worden toegepast dit voor alle woningen gebeurt. Incidentele, losse, dakkapellen zijn niet toegestaan. Om zorg te dragen voor een regelmatige verdeling van de stedenbowuldundige sprongen over het plein, zijn in de kaart op pagina 15 zones aangegeven waar de sprongen dienen plaats te vinden.
hoek van de Conradstraat en de Sint Willibrordusstraat; in de bestaande bouw is ook een duidelijk verschil in parcellering tussen naastgelegen panden; hier wordt dat gedaan door verschil in kapvorm, gootlijn, kleur van het voegwerk en de daklijst
referentiebeeld parcelering d.m.v. gootsprong, materiaalsprong en hoogtesprong (Ypenburg)
12
sprong in gootlijn
lage dakrand
lage dakrand
hoge dakrand
rooilijn naar voren
rooilijn naar achteren
hoge dakrand
sprong in rooilijn
onderscheid bouwstenen stedenbouwkundige knip door verspringing gootlijn
lage dakrand
hoge dakrand
stedenbouwkundige knip door verspringing gootlijn
dakkapel in dakvlak
hoge dakrand
stedenbouwkundige knip door sprong in rooilijn
dakkapel in dakvlak
dakkapel als onderdeel gevel
stedenbouwkundige knip door verspringing gootlijn
lage dakrand
dakkapel als onderdeel gevel
verschil in positie dakkapel
dakkapel als onderdeel gevel
dakkapel als onderdeel gevel dakkapel in dakvlak
dakkapel in dakvlak
13
rooilijnen
kapvorm en bouwhoogten
De verspringing van de rooilijn is ingezet als één van de instrumenten om de eerder beschreven parcelering van het plan te bekrachtigen. De positie van de rooilijnsprong is in het stedenbouwkundig plan vastgelegd (zie kaart pagina 15). Bij een aantal blokken aan de oostzijde van de Sint Willbrordusstraat en de Donk is besloten geen rooilijnsprong te maken omdat het kavel hiervoor te ondiep is. Hier zal dus een gootlijnsprong komen.
In aansluiting op de omringende bebouwing is de bouwhoogte van het plan twee lagen met kap. Er gelden enkele uitzonderingen:
Spelregels rooilijnen: • per straatdeel verspringt de rooilijn circa één meter. • de hoeken van de straatdelen bevinden zich altijd in de voorste positie. • overal waar tussen twee eenheden geen rooilijnsprong aanwezig is zal altijd een goothoogte sprong gerealiseerd moet worden.
Voor de zuidelijke kop van het plangebied geldt een minimale bouwhoogte van 3, en een maximale bouwhoogte van 4 bouwlagen.
Het appartementengebouw aan de westzijde van het plangebied, waarbij een maximale bouwhoogte geldt van 4 bouwlagen. Qua verschijningsvorm en materialisatie vormt dit gebouw een integraal onderdeel van het plan.
Er kunnen in het plan enkele kleinere woningen komen van één bouwlaag met kap. De mogelijke positie van deze woningen is vastgelegd op de naastgelegen kaart. Voor de bebouwing op de Orthensedonk is geen vastgelegde kapvorm omschreven. De maximale bouwhoogte is 2 bouwlagen. Spelregels woningen van één laag met kap: • niet gelegen aan de Donk. • niet gelegen op een hoek. • als bouwsteen niet gepositioneerd tegenover elkaar of naast elkaar. • niet daar waar een grote schaalconfrontatie ontstaat tussen deze woningen en de naast/achtergelegen gebouwen. Op een aantal plekken in het plan zijn verbijzonderingen van de kapvorm voorgeschreven. Het betreft de twee koppen van de Donk waar deze overgaat in de woonstraten en de hoeken van de centrale entreeweg tot de wijk waar deze uitkomen op de Donk. Daarnaast is ook voor de kop die het zuidelijke uiteinde van de Sint Willibrordusstraat een verbijzonderde kapvorm voorgeschreven. Spelregels woningen met verbijzondering kapvorm: • positie is vastgelegd op naastgelegen kaart (roze ster). • vormgegeven als een gedraaide kap. • hebben een overhoekse oriëntatie. • hebben de entree op de kop.
stedenbouwkundige accenten Donk en Sint Willibrordusstraat, de kaprichting draait aan het einde van de zichtlijn
De koppen op de hoeken met de centrale entreeweg krijgen zo een kap in de richting van de overige bebouwing rond de Donk, waardoor de eenheid van de Donk als geheel wordt versterkt.
gedraaide kappen aan de Donk
14
in deze zone springt de rooilijn van een bouwsteen één keer terug in deze zone zal er een gootlijnsprong zijn in deze zone géén rooilijnsprong verbijzondering kap, stedebouwkundig accent mogelijke positie woning van één bouwlaag met kap gevelhoogte min. 3, max. 4 lagen (lessenaarsdak of appartementen) rooilijn woning, mogelijke uitwerking rooilijn parkeerkoffer, mogelijke positie kaart spelregels (rooilijnen, bouwhoogtes en kappen), schaal 1:1500
15
materialisatie en kleur Het kleur- en materiaalgebruik van het nieuwe Orthen-Links is afgestemd op de ambitie om een afwisselend straatbeeld te realiseren waarbij tegelijkertijd de eenheid en rust van het totale gebied gewaarborgd blijft. De bebouwing van het historische dijklint en die van de bebouwing die in de woonwijk staan (zowel van de te slopen als de te behouden bebouwing) gelden als inspiratie. Door de afwisseling in materiaalsteenkleur 1 en kleurgebruik van het historische dijklint op te pakken wordt de huidige eentonigheid en schraalheid van de wijk doorbroken. En door de architectonische identiteit van de huidige bebouwing (maar ook van andere bebouwing in Den Bosch uit deze tijd), met haar typische ornamentiek, gevelindeling en omlijstingen te gebruiken als inspiratie voor de nieuwbouw zal de wijk ook goed passen op deze plek en eigenheid hebben. DIE FARBEN ... AUF EINEN BLICK
DIE FARBEN ... AUF EINEN BLICK
Er zal overwegend baksteen worden gebruikt. Dit materiaal sluit goed aan bij de wijk en zal in de loop van de jaren een goede uitstraling blijven houden. De steen die gekozen zal worden dient een ambachtelijke uitstraling te hebben. Verdere detaillering kan worden gevonden in het voegwerk en de voegdiepte. Kijkend naar de kleuren steen van het historische dijklint (zie naastgelegen pagina) valt op dat er verschillende kleuren baksteen worden gebruikt, waardoor er een bepaalde rijkheid en diversiteit ontstaat die de individuele eenheid van de bouwstenen bekrachtigd, zonder een te groot constrast te krijgen. Deze kleuren zijn kenmerkend voor de plek en zullen ook worden gebruikt ingelb-bunt de nieuwbouw. gelb-bunt Schloß Sortierung De bandbreedte van de kleur steen zal lopen van zandgeel tot oxiderood. Elke bouwsteen zal worden opgebouwd uit één hoofdkleur, accenten in de gevel mogen worden gemaakt zolang deze liggen binnen de bandbreedte van het gekozen palet. Dit gebeurt nu ook al zo in de wijk, zoals aan de Adelheidstraat. Accenten in het gevelvlak door afwijkend materiaal (bijvoorbeeld keimwerk) zijn mogelijk mits deze ondergeschiktblijven aan het hoofdmateriaal. Grote contrasten moeten vermeden worden. rotgelb-bunt geflammt
rotgelb-bunt geflammt naturrot
DIE FARBEN ... AUF EINEN BLICK steenkleur 2
Spelregels kleur en materialisatie: • het steentype is Wasserstrich, de bandbreedte van de kleur steen zal lopen van zandgeel tot oxiderood, genuanceerd. • de pannen zijn oranjekleurig en antracietkleurig. • twee aangrenzende bouwstenen hebben nooit dezelfde kleur steen en pan. • in elk straatdeel (zie kaart pagina 18) komen alle tinten uit het gekozen palet minstens één maal voor. rotschwarz gedämpft-bunt
16
rotschwarz gedämpft-bunt blaugedämpft-bunt
Ortgangzie
Ortgangzie
Doppelwuls
Dunstrohrzi
Pultdach-Ab
Anschlusszi
Anschlusszi
Schloß Sortierung gelb-bunt rotgelb-bunt
steenkleur 3
rotgelb-bunt
First- und G und -endzie
Schloß Sortierung steen, kleur genuan-rotgelb-bunt wasserstrich ceerd, van zandgeel tot oxiderood Walmkappe
ALLES IM GR MIT INTEGRA
pankleur 1
naturrot rotgelb-bunt geflammt altbrand-rot "Hannover"
altbrand-rot "Hannover" naturrot
Naast de wisseling van steenkleur in de gevel vindt ook een wisseling in de pankleur plaats. De kleuren van de dakpannen zijn afkomstig uit de omgeving; oranjekleurig en antracietkleurig. De kozijnen worden uitgevoerd in hout, in een lichte kleurstelling, zodanig dat de belijning van de kozijnen een lichte aftekening ten opzichte van het glas vormen en ramen geen grote ongenuanceerede donkere gaten in de gevel vormen. Hemelwaterafvoeren en goten aan de straatzijde worden uitgevoerd in zink. Niet toegestane materialen in de gevel zijn:altbrand-rot plaatmateriaal, kaminrot geflammt onbehandeld hout enaltbrand-rot stucwerk.
VON A BIS Z DAS FORMZI
kaminrot geflammt altbrand-rot massivbraun
massivbraun kaminrot geflammt
palet kleur pan titangrau gedämpft-bunt blaugedämpft-bunt oranje en antraciet
Antennenzi mit Gummi
Ton-Grundz mit Laufros
Laufrost 25 feuerverzink passend zu
Ton-Grundz mit Steigtrit
massivbraun
pankleur 3 blaugedämpft-bunt rotschwarz gedämpft-bunt titangrau gedämpft-bunt
Ton-Dunstro Ø 125-150 m inkl. PVC-Ad
altbrand-rot "Han
pankleur 2
Solardurchg (für Rohrdu bis Ø 65 mm
Universal D 6-pfannig, f oder rot be
titangrau gedäm
kleuren en materialen in de buurt
het historische dijklint; steen: roodbruin, zand, wit; dak: grijstinten; kozijnen: donkergroen, oker, gebroken wit
het historische dijklint; steen: roodbruin; dak: oranje; kozijnen: gebroken wit, oker en donkergroen
het historische dijklint; steen: roodbruin en zand; dak: grijstinten; kozijnen: wit, donkergroen, donkerrood
Orthensedonk; steen: zandkleurig in combinatie met oranjerood; dak: grijstint; kozijnen: gebroken wit; de voordeur is omlijst en ornamentiek is ingezet in oranjerood in het gevelvlak en ter plaatse van de daklijst
Adelheidstraat; combinatie van twee kleuren stenen, de rode steen is ingezet al accent voor de omlijsting
17
één straatdeel
straatdelen - voorbeelduitwerking
18
5. gevelindeling- en plastiek Het streven van het plan is een gevarieerd gevelbeeld binnen een evenwichtige totaal compositie. Dat wil zeggen dat de bouwstenen in hun uitwerking ten opzichte van elkaar dienen te verschillen, maar dat deze verschillen nooit zo groot mogen zijn dat ze de samenhang van het totaalbeeld verstoren. De bouwstenen vormen door de gewenste variatie herkenbare eenheden, maar zijn altijd ondergeschikt aan het geheel. Het resultaat dient een afwisselend straatbeeld te zijn dat door zijn evenwichtige uitwerking toch een zekere rust uitstraalt. De gevelindeling is verwant aan de gebouwen uit de directe omgeving. De wijk Zuid is gebouwd in dezelfde periode en kan ook als inspiratie dienen. Kenmerkend is het benadrukken van de daklijsten, omlijstingen (van onder andere voordeuren) en het gebruik van eenvoudige (metselwerk) ornamentiek. Deze herkenbare elementen zullen terugkomen in de nieuwbouw.
omlijsting van de voordeur en de gevelopeningen, daklijst wordt benadrukt door andere steenkleur, ornamentiek door bijzondere metselwerkverbanden en kleuraccenten
Er is aandacht voor het ontwerp van de voordeuren, brievenbussen, huisnummers, hemelwaterafvoer en buitenverlichting. Hemelwaterafvoeren aan de straatzijde worden uitgevoerd in zink. Voordeuren zullen niet worden uitgevoerd in vlak plaatmateriaal. Eventuele erkers zijn alleen toegestaan daar waar de rooilijn terugspringt. Erkers mogen nooit uitsteken buiten de rooilijn van de aangrenzende blokken. diverse ornamentieken in de wijk
Per bouwsteen geldt dat indien dakkapellen worden toegepast dit voor alle woningen gebeurt. Incidentele, losse, dakkapellen zijn niet toegestaan. Een dakkapel in het dakvlak krijgt een van het gevelmetselwerk afwijkende materialisatie (zink of hout) Toepassing van plaatmateriaal is niet toegestaan. Er is aandacht voor de ritmiek en uitvoering van de schoorstenen. Schoorstenen worden bij voorkeur uitgevoerd in metselwerk. Indien aluminium dakdoorvoeren worden toegepast dienen deze te worden uitgevoerd in de kleur van de dakpan. Schoorstenen in kopgevels dienen altijd in metselwerk te worden uitgevoerd.
Zuid; voordeuren worden benadrukt, ornamentiek in voordeurensemble
Zuid; benadrukking van de kroonlijst, bijzondere aandacht voor de voordeur, ornamentiek in de kroonlijst
19
6. parkeren De parkeerplaatsen in het plan zijn zo gepositioneerd dat ze het straatbeeld niet domineren. Dit is gedaan door in de straten overal eenzijdig langsparkeren toe te passen (met uitzondering van de entreeweg). De overige parkeerplaatsen komen ofwel in ‘verborgen’ parkeerkoffers, ofwel aan de rand van het plangebied, aan het groene lint. Spelregels parkeerkoffers: • parkeerkoffers grenzen nooit aan de hoofdontsluitingsweg. • parkeerkoffers hebben een maximale breedte van 17 m. • parkeerkoffers zijn rondom omgeven door groen. Aan de straatzijde is dit een lage beukenhaag met bomen. Aan de overige zijdes betreft dit een duurzame groene erfafscheiding van1,8 m. hoog, bijvoorbeeld een hekwerk met een wintergroene klimmer als hedera. Om zorg te dragen voor een vanaf het eerste moment dichte privacy scheiding kan gekozen woorden voor een tijdelijke afdichting met heidematten of een kant en klaar begroeid hekwerk. • de rooilijn van de parkeerkoffer aan de straatzijde steekt nooit uit voorbij de aangrenzende bebouwing. • aandachtspunt is uniformiteit in uitstraling. • kopgevels van de woningen zijn altijd voorzien van een raam met zicht op het parkeerterrein.
principe parkeerkoffer lage beukenhaag met kleine bomen begroeid hekwerk
De parkeerplaatsen aan het groene lint zijn gegroepeerd en ingekaderd door een lage groene haag. begroeid hekwerk rondom parkeervakken
beukenhaag met kleine bomen
begroeid hekwerk
principe parkeerkoffer
begroeid hekwerk rondom aan drie zijden van de parkeerkoffer
huidige situatie omkaderde parkeervakken aan het groene lint
20
7. zijgevels • hoekwoningen hebben, indien zij aan twee zijden grenzen aan de openbare weg, aan die zijden een tweezijdige oriëntatie. • zijgevels die grenzen aan openbaar gebied zijn met extra zorg vormgegeven. • de erfafscheiding is mee ontworpen door de architect en vormt integraal onderdeel van het gevelontwerp. • indien de berging grenst aan openbaar gebied deze uitgevoerd in metselwerk en integraal mee ontworpen. • de erfafscheiding bestaat of uit een begroeide metselwerk muur van 1,8m hoog van dezelfde steen als de aangrenzende voor- of kopgevel, of uit een combinatie van een lage metselwerk muur (1,2m. hoog) met daarboven een begroeid hekwerk tot 1,8m. hoog. • Voor de erfscheiding bevindt zich in de zone van de Brabantse stoep een lage beukenhaag met bomen.
lage tuinmuur in metselwerk met begroeid hekwerk erboven
Brabantse stoep indien berging grenst aan openbaar gebied is deze zijde in metselwerk lage beukenhaag met bomen dubbelzijdige oriëntatie (overhoeks)
integraal ontworpen tuinmuur met begroeid hek erboven
bijvoorbeeld betonnen paaltjes om de individuele woning te markeren
referentiebeeld: gemetselde zijgevel met klimplanten
21
8. Brabantse stoep De overgang tussen woning en trottoir zal plaatvinden door een Brabantse stoep. Dit is een zone van 1 à 2 meter (afhankelijk van de rooilijnsprong) die door middel van betonbanden gemarkeerd wordt en daarmee zorgt voor een overgang tussen privé en openbaar. Deze zone zal voor de woningen door middel van klinkers verhard worden, ter plaatse van de tuinen zal dit een groenstrook zijn in de vorm van een beukenhaag met leilindes. De individuele woning zal gemarkeerd worden in deze stoep door middel van bijvoorbeeld betonnen paaltjes.
lage tuinmuur in metselwerk met begroeid hekwerk erboven indien berging grenst aan openbaar gebied is deze zijde in metselwerk lage beukenhaag met bomen dubbelzijdige oriëntatie (overhoeks)
Brabantse stoep met banden en paaltjes in Zuid, een hoogteverschil is in dit bkp niet aan de orde
22
bijvoorbeeld betonnen paaltjes om de individuele woning te markeren Brabantse stoep
referentiebeeld Brabantse stoep met paaltjes, Parkkwartier Katendrecht, Rotterdam
9. de zuidelijke kop De zuidelijke kop aan de Sint Salvatorstraat wijkt in verschillende opzichten af van het overige plangebied. Ten eerste omdat het hier het van buitenaf meest zichtbare deel van de nieuwbouw betreft en ten tweede omdat een directe aansluiting gemaakt moet worden op de hogere bebouwing langs de weg Orthen. Om die reden wordt hier een hogere bebouwing voorgesteld dan in de overige plandelen. Als minimale bouwhoogte geldt hier 3 bouwlagen. De maximale hoogte is vier bouwlagen. Dit kan worden bereikt door hogere rijwoningen met een lessenaarskap, of door een kleinschalig appartementengebouw. Het gebouw mag geen blinde kopgevel op de hoek krijgen. De hoeksituatie vormt een stedenbouwkundig accent en moet ook op die manier in het gevelontwerp gestalte krijgen. Het appartementengebouw mag worden doorgezet langs de Adelheidstraat. De maximale bouwhoogte is hier 3 lagen.
bebouwing zuidelijke kop met grondgebonden woningen en lessenaarskap
bebouwing zuidelijke kop met appartementengebouw in vier lagen
bebouwing zuidelijke kop met appartementengebouw doorgezet aan de Adelheidstraat
23
12. gebiedsgerichte welstandscriteria
onderwerp
uitwerking
hoofdstuk
Bebouwing en omgeving Brabantse stoep
uitwerking en positie
hoofdstuk 8 (p22)
bouwstenen
grootte bouwsteen stedenbouwkundige sprong (rooilijn, gootlijn) sprong in kleurstelling positie dakkapel
hoofdstuk 4 (p12), illustratie p13
rooilijn, goothoogtesprong
positie en grootte rooilijnsprong positie goothoogtesprong
hoofdstuk 4 (p14), illustratie p15
kapvorm, bouwhoogte
spelregels woningen één laag met kap spelregels verbijzondering kapvorm
hoofdstuk 4 (p14), illustratie p15
zijgevels
oriëntatie en vormgeving samenhang met erfscheiding
hoofdstuk 7 (p21)
gevelindeling en plastiek
samenhang en variatie voordeuren hemelwater afvoeren erkers dakkapellen schoorstenen
hoofdstuk 5 (p19)
materialisatie en kleur
steenkleuren pankleuren spelregels kleur en materiaal
hoofdstuk 4 (p16)
bebouwing Orthensedonk
positie karakter zichtlijnen
hoofdstuk 9 (p23), illustratie p23
de zuidelijke kop
bouwhoogte
hoofdstuk 9 (p23)
parkeren
spelregels parkeerkoffers parkeerplaatsen aan het groene lint
hoofdstuk 6 (p20)
Bebouwing op zich
Materiaal, kleur en detaillering
illustratie p18
Overig
25
13. welstandscriteria beheersfase W7. Thematische (woon)bebouwing, inbreidingsgebied Kenmerken
Welstandscriteria
Bebouwing en omgeving Door verlies van de functie zijn stukken grond binnen het bebouwde gebied vrijgekomen, waar nieuwe woongebieden of woongebouwen zijn verrezen. Er is veel aandacht besteed aan de architectonische en stedenbouwkundige uitstraling. De inbreidingen hebben daarom een duidelijke verschijningsvorm. De inrichting van het openbaar gebied en de woningen zijn als samenhangend geheel ontworpen en vormen één geheel. In de verkavelingsopzet is gestreefd naar een helder onderscheid tussen openbaar en privé.
Bebouwing op zich - De bestaande architectonische kwaliteit, incl. school- en stijlkenmerken, moet tenminste worden gehandhaafd. - Aanpassingen, toevoegingen of (ver)nieuwbouw mogen de waarde van het complex niet aantasten. Bij veranderingen mogen de stijlkenmerken van het complex niet worden aangetast en moeten het imago en de expressiviteit van het complex behouden blijven. - Bij veranderingen, aanpassingen en toevoegingen van/ aan bouwwerken mogen de gevelopbouw, de gevelinde- ling en de repetitie van de samenstellende elementen niet worden aangetast of verstoord.
Bebouwing op zich In het algemeen heeft deze woningbouw een frisse en gevarieerde uitstraling. De inbreidingen zijn te beschouwen als een complex met veelal dezelfde woningen. De complexwaarde is hierbij belangrijk. De massa en de architectonische vormgeving zorgen voor een samenhang in de bebouwing. Materiaal, detaillering en kleur Het kleur- en materiaalgebruik is complexgebonden en dus niet onder één noemer te brengen. In het algemeen kan gesteld worden dat deze complexen door de keuze van materiaal, detaillering en kleur de eigen identiteit versterken en daarmee onderscheidend zijn ten opzichte van de omgeving.
26
Materiaal, kleur en detaillering - Het kenmerkend kleur- en materiaalgebruik bepaalt in belangrijke mate de complexwaarde. Kleur- en materiaal gebruik dragen ook in belangrijke mate bij aan de expressi viteit van het complex. Deze complexwaarde en expressivi teit mogen niet worden aangetast.
Geurst & Schulze architecten bv Kranenburgweg 136 2583 ER Den Haag T 070 365 0948 F 070 345 6098
[email protected] www.geurst-schulze.nl