Hebben we in de winter meer slaap nodig dan in de zomer? p. 37
psychologie Het nut van
Linke pillen
Moord door prozac p. 30
RUZIE
Binnen de lijntjes Kleurboek voor volwassenen?! p. 74
Leren lachen
Quest op cursus p. 66
Als een broer
Jammer, dat wordt geen relatie p. 72 Nummer 4/2015 | Adviesprijs € 6,95
WEGLOPEN
PRATEN
SCHREEUWEN
Wat werkt en waarom?
p. 16
Quest 101
VRAAG & ANTWOORDSPECIAL Hoe wordt de nieuwe wespenkoningin gekozen? T AG & AN
Waar zijn fruitvliegjes als ze niet om fruit heen hangen?
Waarom word je chagrijnig als je honger hebt?
& - VRAAG -SPECIAL WOORD
b ra in ta
in m e n t
RD-SPEC ANTWOO & G A A R PECIAL V WOORDS T N A & VRAAG
DT WAT WOR E DE BAEGSVTAN VRA
2015?
& AN - VRAAG SPECIAL
Wat is de ergste pijn?
RD ANTWOO
Waarom hebben vrouwen het meestal sneller koud dan mannen?
Presteer je beter als je schreeuwt tijdens het sporten?
101 vragen van lezers
Hoe komt het dat de mens altijd weer nieuwsgierig is naar het antwoord op een vraag?
VANAF 5 NOVEMBER OVERAL VERKRIJGBAAR
editorial Oordopjes
M
ijn ouders maakten niet veel ruzie. Althans ik heb er niet veel van meegekregen, maar één voorval kan ik me nog goed herinneren. Het eindigde met mijn vader die de deur van de kamer zo hard dichtsloeg dat hij uit zijn sponning schoot. En hij riep iets van ‘Dan sodemieter je toch op!’ Dat deed mijn moeder gelukkig niet. Ze gingen in therapie en het kwam weer goed.
www.quest.nl Heb je vragen aan de redactie? Mail ze naar:
[email protected]
Quest is winnaar van: • M ercur Lancering van het jaar 2004 • Bruna Publieksprijs 2005 • AKO Tijdschrift van het Jaar 2005 • Glazen Griffioen 2006 • M ercur Hoofdredacteur van het jaar 2007 • De Tegel Talentprjs 2008 • M ercur Tijdschrift van het Jaar 2009 • M ercur Hoofdredacteur van het jaar 2014
De manier waarop je ruzie maakt lijkt op die waarop je ouders dat deden. Dat kan ik beamen. Want als ik al een keer boos ben – meestal uit frustratie omdat andere vrij hopeloze manieren om iets op te lossen niet werken – begin ik ook te schreeuwen. En het liefst wil ik dan met iets gooien: letterlijk mijn woede wegwerpen. Mijn vrouw heeft daar de perfecte oplossing voor bedacht. Ze zegt dan: ‘Heb je een paar oordopjes nodig?’ Dat behoeft wat uitleg. Ik ben nogal een controlfreak. Ik wil graag weten wat er gaat gebeuren, wie daarbij betrokken zijn en ik vind het op z’n minst prettig als dingen gaan zoals ik verwacht dat ze zullen gaan. En dat is geen gelukkige combinatie als je in Thailand een vlucht van Air Asia hebt geboekt. Daar is het ik voor mezelf en God/Allah/Boeddha voor de rest. Die mensen zetten het op een rennen zodra ze mogen boarden. Alsof het vliegtuig zonder ze zal vertrekken. Daar stond ik, te midden van die chaos, met mijn goede gedrag en behoefte aan duidelijkheid en overzicht. Mijn vrouw zei nog: het komt wel goed, maar ik trok het niet meer, begon te koken, wilde verhaal halen en zocht iets om mee te gooien. Dat werden die oordopjes. Dus als zij nu refereert aan oordopjes, zie ik meestal meteen in dat mijn boosheid geen enkele zin heeft. En dat de reden om boos te worden ook onzinnig is. Bovendien ziet mijn vrouw zo’n bui intussen al van ver aankomen en krijg ik niet eens de kans meer om boos te worden. Ik doe nu iets anders en dat heeft onze jongste zoon inmiddels ook weer van mij overgenomen: als hij boos is, slaat hij zijn armen over elkaar en kijkt ons boos en mistroostig aan. Totdat een van ons begint te lachen.
Thomas Hendriks Hoofdredacteur Quest @thquest
Quest Psychologie
3
inhoud
voelen
46 De nieuwe Peter R.
weten
Coverstory 16 Beter in bonje
Kun je het leren, goed ruziemaken? En waarom loopt de een weg bij een ruzie en springt de ander uit zijn vel?
Er is een vast clubje van deskundigen dat opdraaft in de talkshows op televisie. Hoe kom je daar tussen?
16
Een eigen geluid 24 Leren hoe het hoort
Hij houdt van auto’s en zij van dieren. Dat is op zich geen ramp, maar ze delen elkaars passie volstrekt niet. Is dat erg?
30 Het waren de pillen!
40 Zingen en sporten tegen Alzheimer
Een medicijn bestaat nog niet, maar je kunt wel van alles doen om Alzheimer zo lang mogelijk buiten de deur te houden.
52
4
Quest Psychologie
Natuurlijk ontvoert niemand in een wit busje je kind, en natuurlijk bestaat die hele Slender Man niet. Maar waarom geloven we dan toch nog steeds in die broodjes aap?
Dubbel gevoel 56 Paardenkracht
Je moet jezelf leren om aan mensen te vragen hoe het met ze gaat, want uit jezelf doe je het niet. Zo is het om Asperger te hebben.
Prozac is bedoeld om sombere mensen weer wat op te vrolijken. Helaas maakt het bij sommige mensen gevoelens van agressie los.
52 Sterk staaltje griezelen
30
60 Met een schone lei
Wie niet tevreden is met zijn voornaam kan die veranderen. Zes mensen vertellen waarom ze verder wilden met een nieuwe naam.
56
inhoud
78
leven
95
Reportage 66 Schateren zonder reden
Redacteur Elly heeft de lach niet aan haar kont hangen. En ze kan zich ook niet herinneren dat ze keihard heeft moeten schaterlachen. Misschien biedt een lachcursus uitkomst.
Visueel 78 In mijn vrije tijd ga ik...
De Nederlandse fotograaf Lars van den Brink croste een half jaar dwars door Europa. Hij legde vast wat Europeanen graag doen als ze vrij zijn.
Kleine zaken 86 Geef dat kind een mes
We betuttelen onze kinderen veel te veel, terwijl ze weerbaarder en creatiever worden als ze vrij gelaten worden. Pleidooi voor gevaarlijk spelen.
72 Kom uit die friendzone
‘Je bent mijn beste vriend.’ Als je dat tegen een man zegt, weet hij wel hoe laat het is. Terwijl de beste relaties juist ontstaan uit een vriendschap.
Altijd
74 Infantiel gedoe
De rage van de zomer van 2015: kleurboeken voor volwassenen. We vinden het heerlijk om te kleuren. Een onderzoek naar wie er nu gek is: de liefhebber of de hater.
34
6 focus 8 kort 12 boeken 28 wat zegt dat? 34 vraag & antwoord 92 de 10 97 colofon en credits 98 volgend nummer
Quest Psychologie
5
focus ► Maar liefst veertig procent van de Nederlanders zegt nooit ruzie te hebben met zijn of haar partner. ► En als de vlam wel in de pan slaat zegt een kwart van de vrouwen dat het de schuld was van de man. ► G rootste ergernis van vrouwen: de man luistert niet of nauwelijks. En daarmee is 45 procent van de mannen het roerend eens.
6
ron: De Vos & Jansen Marktonderzoek, B 2009, onder 536 respondenten
Quest Psychologie
Quest Psychologie
7
kort → Liefde, seks en eten zitten in hetzelfde hersendeel
→Beatles zongen graag over het weer → Van iemand → Chinese in de ogen kijken ga je oma’s mesten hallucineren kroost vet (omdat ze zelf armoe hebben gekend)
→ MOZART ALS → Psychopaten MEDICIJN zijn ongevoelig TEGEN voor gapen EPILEPSIE? 8
Quest Psychologie
Blinden discrimineren anders gedrag
K
unnen blinden discrimineren op basis van iemands huidskleur? Nee, dat kunnen ze niet. Ze stoppen weliswaar ook mensen in een etnisch ‘hokje’, maar daar nemen ze meer tijd voor. Dat blijkt uit onderzoek van sociologen van de University of Delaware. De onderzoekers vroegen 25 blinden hoe ze andere mensen beoordelen. Dat blijkt anders te gaan dan in de ‘ziende’ wereld. Daar is een glimp van iemand al voldoende om hem in een etnische categorie onder te brengen, met alle bijbehorende vooroordelen. Bij blinden is dit een veel bewuster en langduriger proces, omdat ze informatie op een andere wijze moeten vergaren, bijvoorbeeld door een gesprek te voeren. Pas daarna delen blinden iemand in bij een etnische groep. En dan nog, vertelden ze de onderzoekers, twijfelen ze over hun beoordelingsvermogen. Blinden kunnen mensen weliswaar niet indelen op huidskleur, maar toch ontkomen ze er niet helemaal aan om te denken in stereotypen. Dat is nu eenmaal een menselijke eigenschap. Daarvoor gebruiken ze andere dan visuele informatie. Per saldo, zeggen de blinden zelf, beoordelen ze mensen minder op hun etnische afkomst dan zienden.
kort
Grote gaap misdaad
D
ikke kans dat je zo gaat gapen. Lezen over gapen of het iemand zien doen werkt namelijk aanstekelijk. Tenminste, bij de meeste mensen. Want onderzoekers van de Baylor University in Texas ontdekten dat mensen met psychopathische trekjes minder bevattelijk zijn voor een aanstekelijke gaap. Ze namen bij 135 studenten een persoonlijkheidstest af. Vervolgens lieten ze hen korte filmpjes zien met verschillende bewegingen van het gezicht zoals een lach, een gaap of een neutrale uitdrukking. Hoe hoger de studenten scoorden op een aantal psychopathische trekjes zoals egoïstisch, impulsief, geen angst kennen en dominant zijn, hoe kleiner de kans dat ze bij het zien van de gaap zelf ook gingen gapen. De onderzoekers waarschuwen wel dat je het nagaapgebrek niet kunt gebruiken om te testen of iemand al dan niet een psychopaat is. Want volgens hen ben je ook minder geneigd na te gapen als je iemand niet aardig vindt.
relatie
Liefde door de maag
N
iet alleen de liefde van de man gaat door de maag, ook die van de vrouw. Op een volle maag reageren vrouwenhersenen sterker op romantische afbeeldingen dan op een lege maag. Dat ontdekten onderzoekers van onder meer Drexel University (VS). Op MRIscans was namelijk duidelijk meer activiteit zichtbaar in de beloningscentra van hun brein dan toen ze trek hadden. Een deel van de vrouwen had een dieetverleden. Zij reageerden op een volle maag sterker op plaatjes van eten dan verzadigde niet-diëters. En hoewel beide groepen met hun buik vol sterk reageerden op romantische prikkels, werd bij de diëters activiteit in een ander gebied van het brein waargenomen dan bij de niet-diëters: hetzelfde gebied dat bij hen ook sterk werd geprikkeld als ze naar plaatjes van eten keken. Volgens de onderzoekers is dat een bewijs dat de reactie van ons brein op liefde, seks en eten elkaar voor een groot deel overlapt.
Quest Psychologie
9
kort Wetenschap wint samenleving
D
e Nederlandse wetenschap wordt grotendeels betaald met belastinggeld. Maar heeft de belastingbetaler wel vertrouwen in de wetenschap? Uit een peiling van het Rathenau Instituut blijkt van wel. Sterker nog, de wetenschap wordt hoger gewaardeerd dan de rechtspraak, de Tweede Kamer én de regering. In de grafiek hiernaast zie je hoeveel procent van de ondervraagden een 7 of hoger geeft aan belangrijke instituten. Vergeleken met een eerdere peiling, in 2012, is het vertrouwen wel iets gedaald. Maar de rangorde is hetzelfde gebleven, met de wetenschap fier op nummer één.
2015: 7 of hoger 2012: 7 of hoger Wetenschap Rechtspraak Vakbonden Kranten Televisie Tweede Kamer Regering Grote ondernemingen
lichaam
I
Betoverende ogen
n iemands ogen staren doet iets met je. Daar kunnen mensen die verliefd zijn over meepraten. Maar er kunnen gekke dingen gebeuren als je in de ogen van een onbekende kijkt. Psycholoog Giovanni Caputo van de Università degli Studi di Urbino Carlo Bo in Italië vroeg proefpersonen om elkaar tien minuten in de ogen te staren in een slecht verlichte ruimte. Wat gebeurde er? Ze werden niet verliefd op elkaar, maar kregen hallucinaties. Van de twintig deelnemers zei maar liefst negentig procent vervormde gezichtskenmerken te hebben waargenomen. 75 procent meldde een monster te hebben gezien. En vijftig procent had iets van hun eigen gezicht teruggezien in dat van de ander. Een definitieve verklaring voor het fenomeen is er niet. Caputo vermoedt dat mensen door het staren in een soort trance raken. Ze raken het contact met de werkelijkheid kwijt. Om het effect te ervaren hoef je niet per se in iemands ogen te kijken. Uit eerder onderzoek van Caputo bleek dat vergelijkbare hallucinaties konden worden opgewekt door jezelf aan te staren in de spiegel. Zelfs staren naar een stip op de muur kan hallucinaties opwekken.
10
Quest Psychologie
Chinese verwennerij gezondheid
G
rootouders zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de obesitasepidemie onder Chinese kinderen. Dat stellen gezondheidswetenschappers van de University of Birmingham die kinderen in de ZuidChinese steden Guangzhou en Hechi onderzochten. In de westerse wereld is het niet gebruikelijk, maar in China spelen grootouders een grote rol in de opvoeding. Daar wonen yeye en nainai vaak bij hun kinderen in huis. Zij stoppen hun kleinkinderen vol met ongezonde snacks en frisdrank. Bovendien nemen ze hen alle klusjes uit handen. Kinderen die door opa en oma worden opgevoed hebben meer dan twee keer zo veel kans op overgewicht als kinderen die door hun ouders worden opgevoed. De reden voor de verwennerij zoeken de wetenschappers in de zware jeugd van de grootouders. Toen zij klein waren leefden ze in armoede en leden honger. Bovendien moesten ze zwaar werk verrichten. Ook de eengezinspolitiek speelt een rol: kinderen zijn schaars en mogen niets tekort komen. Een ander punt is dat Chinese ouderen verkeerde ideeën over gezondheid hebben. Ze denken dat dik gezond is voor kinderen en dat alleen dikke volwassenen gezondheidsklachten krijgen.
kort
Zo zit dat ontwikkeling
I
Beatles-weer, weer The Beatles muziek
Z
edereen met een kind heeft thuis ergens het boekje van het consultatiebureau liggen. Daarin houd je bij welke prikken je kind moet krijgen, de groeicurve en ook de ontwikkeling die hij doormaakt. Zo moet een baby als hij vijfenhalve maand oud is zelfstandig kunnen zitten. De kans is bijzonder klein dat een baby dat ook echt kan op die leeftijd. Hoe kan dat? Onderzoekers denken dat dat komt omdat het zeer gedateerde gegevens zijn, nog uit de jaren dertig. Hoog tijd om te kijken hoe het nu zit, dachten ze. Ze bezochten twaalf kinderen per land, en deden dat in Argentinië, Kameroen, Italië, Kenia, Zuid-Korea en de Verenigde Staten. De moeders bleven erbij en wisten niet waar het onderzoek voor diende. De uitkomst was opvallend: niet één van de twaalf Italiaanse kinderen kon langer dan een seconde zelfstandig rechtop zitten, en ook de Argentijnse, Koreaanse en Amerikaanse baby’s vielen snel om. Alleen kinderen uit Kenia en Kameroen bleven allemaal keurig zitten, eentje hield het zelfs 28 minuten vol. De oorzaak? Kinderen uit deze landen zitten veel minder vaak in kinderstoelen en wipstoeltjes, net als in de jaren dertig in het Westen. Het is voor de ontwikkeling van een kind heel belangrijk om zelfstandig te kunnen zitten: het heeft twee handen vrij om dingen mee te pakken, te onderzoeken, te bekijken en te voelen.
e bestaan al 45 jaar niet meer maar ze verleiden wetenschappers nog altijd tot onderzoek: The Beatles. Sally Brown van de University of Southampton ontdekte dat van de 308 nummers die de Fab Four schreven er 48 (dus meer dan vijftien procent) over het weer reppen. Brown denkt dat ze misschien mede daardoor zo populair zijn geworden. Britten zijn namelijk gek op kletsen over het weer, nog meer dan Nederlanders en Belgen doen. Het beroemdste weernummer is trouwens niet geschreven door John Lennon of Paul McCartney, maar door George Harrison: Here Comes the Sun. Hij componeerde het nummer na de extreem koude winter van 1968-1969. Volgens Sarah Mander van Manchester University komt dat vaker voor: ‘Na een periode van extreem slecht weer kun je er donder op zeggen dat muzikanten veel liedjes gaan schrijven over het weer.’
Quest Psychologie
11
kort
boeken
Sterker met stress Kelly McGonigal,
Uitgeverij Nieuwezijds, € 19,95
Ariely weet raad Dan Ariely,
Maven Publishing, € 17,50 De titel doet vermoeden dat het een boek is in de categorie ‘Mona weet raad’, en eigenlijk klopt dat wel aardig. Met dat verschil dat dit wetenschappelijk onderbouwde antwoorden zijn. Ariely geeft antwoord op allerhande vragen, variërend van waarom mensen veel geld willen betalen voor koffie die is uitgekotst door een kat (civetkoffie) tot frustratie over het niet kunnen kiezen naar welk restaurant je zult gaan. Of waarom je als weldenkend mens toch maar tijdens het proosten in de ogen van de ander kijkt uit angst voor vijf jaar slechte seks. Ariely‘s antwoord? Simpel: zelden krijg je voor het nalaten van zoiets simpels (iemand aankijken) zo’n hoge straf (vijf jaar slechte seks). Dus waarom zou je het laten? Hij tipt zelfs een manier om de ‘vloek’ op te heffen: je de volgende slok door de tafeldame laten geven. Briljant, zeggen wij. Wat een leuk, humorvol boek, met wetenschappelijke bodem.
12
Quest Psychologie
Haperende hersenen Iris Sommer,
Uitgeverij Balans, € 18,95 Iris Sommer houdt van haar werk, en de hoogleraar psychiatrie schrijft er met liefde over. Parkinson, Alzheimer, bipolaire stoornis, schizofrenie en andere zaken waar ieder mens in zijn of haar leven mee te maken krijgt. Zelf, of omdat het iemand treft van wie je houdt. Sommer bespreekt in haar boek verschillende cases, en legt helder uit waar de kortsluiting in het hoofd plaatsvindt en wat er precies gebeurt, en wat het verloop van de ziekte is. Het prettige is dat het nu eens geen Amerikanen zijn, maar Nederlandse mensen, die ineens bij de kassa van Albert Heijn hun pincode niet meer weten. Of iemand die haar dwangmatige tics verborgen weet te houden voor haar klasgenoten op de havo. Ondanks de vlotte schrijfstijl is het geen licht boekje, de grijze en witte stof vliegt je om de oren. Toch haalt dat niet het tempo uit het boek.
Stress is gif: McGonigal verkondigde die boodschap jarenlang met passie. Ban stress uit je leven, want het maakt je ziek. Totdat de gezondheidspsycholoog stuitte op de resultaten van een groot onderzoek in de VS waarin mensen moesten aangeven of ze gestrest waren. Acht jaar later bleek bijna de helft van de ondervraagden die hadden aangeven te leven met stress, dood. Terwijl de mensen die hadden gezegd zich gestrest te voelen maar er geen moeite mee hadden, het gezondst bleken. Kortom: wie stress accepteert, is gezond bezig. Dus nu predikt McGonigal die boodschap. Stress helpt je om beter te presteren. Dus: heb je klamme handen? Denk terug aan je eerste date, toen had je hetzelfde. Je handen zweten als je iets nadert waarnaar je verlangt. Vlinders in je buik? Dat is een manier van de zenuwcellen in je darmkanaal om te zeggen dat iets er toe doet. Je lijf geeft je zo toegang tot alle hulpbronnen die je hebt om de uitdaging aan te gaan. Haal niet diep adem om rustig te worden, maar haal diep adem om de energie te voelen.
Handboek onderhandelen Walter Mischel, Margaret A. Neale & Thomas Z. Lys,
Maven Publishing, € 19,95 De schrijvers willen uitleggen welke processen zich in je hoofd afspelen bij onderhandelen. Is dat gelukt? Jazeker. Leest het lekker weg? Iets minder. Maar dat moet je ook niet verwachten van een ‘bijbel’. Neale en Lys doen al meer dan dertig jaar onderzoek naar effectief onderhandelen en geven er wereldwijd seminars over. Ze bespreken de processen meestal aan de hand van een herkenbare aanleiding: Margaret krijgt een nieuwe baan en moet salarisonderhandelingen voeren, Thomas heeft winterbanden nodig, Margaret wil een paard kopen, enzovoort. Deel 1 van het boek behandelt de theorie, deel 2 brengt deze theorie in de praktijk. De gootste eyeopener is absoluut hun allereerste boodschap: onderhandelen is niet iets negatiefs, het is dus geen conflict, maar je bent gewoon een probleem aan het oplossen. In dat licht zou je over alles kunnen onderhandelen, maar of de mensen achter je in de rij bij Albert Heijn kunnen waarderen is zeer de vraag.
Met gratis rode wangen
kort
gevoel
W
ie lukt het: zonder blozen een doosje viagra kopen, of een pak Tena Maxi, voor bij urineverlies? En als je kon kiezen, koop je deze spullen dan liever bij de winkel om de hoek of online? Marketingonderzoekers van onder andere de Indiana University Bloomington (VS) ontdekten dat we ons niet minder schamen als we via de laptop een bestelling plaatsen. Proefpersonen die incontinentiemateriaal online moesten kopen, schaamden zich net zo veel als wie naar de winkel werd gestuurd. Het is niet zozeer de blik van anderen op jouw winkelmandje waarvoor je je schaamt, maar de aanschaf zelf, zo verklaren de onderzoekers. In een vervolgonderzoek lieten ze een groep mannen viagra kopen vanwege impotentie, andere mannen moesten de pillen in huis halen voor betere bedprestaties. Nu gold: in de winkel schaamden de mannen zich evenveel. Online was er wel een verschil. Want de tweede groep mannen wist: ik heb het spul niet nodig, ik koop het alleen voor een extra verzetje in bed. Zij schaamden zich dan ook niet.
Eigen tas maakt dik en arm gedrag
W
ie boodschappen gaat doen en zelf van huis een tas meeneemt, koopt meer snoep en chips. Onderzoekers van Harvard University ontdekten dat 33 procent van de mensen ongezondere spullen in hun kar gooiden als ze een eigen boodschappentas mee hadden. De onderzoekers denken dat het gebruik van een ecologisch verantwoorde tas mensen het gevoel geeft dat ze al zo goed bezig zijn, dat ze wel ‘wat lekkers hebben verdiend’. Verder ontdekten ze dat mensen meer biologische producten kopen als ze hun eigen tas meenemen naar de groenteboer. Aangezien bioproducten vaak duurder zijn dan de gewone variant, betekent een eigen tas dus dat je meer geld uitgeeft bij de groenteboer. Het onderzoek liep van 2005 tot en met 2007 en er deden meer dan 140.000 mensen aan mee. Het toont voor het eerst aan dat het hergebruik van tassen invloed heeft op ons koopgedrag.
Wolfgang tegen epilepsie muziek
H
et was al bekend dat muziek van Mozart rustgevend werkt bij mensen met epilepsie. Nu denken onderzoekers dat zijn muziek zelfs aanvallen bij patiënten kan voorkomen. Wetenschappers van het Ohio State University Wexner Medical Center lieten proefpersonen met epilepsie en een controlegroep zonder epilepsie naar een passage van Mozarts Sonate in D Groot luisteren, en naar een jazzbewerking van My Favorite Things (uit The Sound of Music). Uit de hersenfilmpjes bleek dat tijdens de beide muziekstukken iedereens hersengolven reageerden op de muziek. Maar bij de mensen met epilepsie gingen de golven gelijk lopen met de muziek. De onderzoekers weten nog niet wat dit precies betekent, maar vaststaat wel dat juist in het deel van de hersenen waar muziek wordt verwerkt, de temporale kwab, bij de meeste epilepsiepatiënten kortsluiting ontstaat. Opvallend genoeg kreeg ook niemand een aanval tijdens het luisteren naar de muziek.
Quest Psychologie
13
‘Prozac verbetert de stemming en vermindert angst. En sommige mensen krijgen er moordneigingen van’ Ik heb het niet gedaan, het waren de pillen!
Een vrolijke frans zal niet ineens gaan moorden na het slikken van een blauw pilletje. Daar moet je al wel een zekere mate van agressie voor hebben. ─ p. 30
14
Quest Psychologie
weten
Quest Psychologie
15
coverstory
Is het mogelijk om anders te leren ruziemaken?
Beter in bonje
16
Quest Psychologie
coverstory
De een kropt alles op of loopt weg, de ander blijft doorzagen of zegt dingen waar hij later spijt van heeft. Het blijkt vaak lastig om de manier waarop je ruziemaakt te veranderen. Maar het kán wel. TEKST Elly Posthumus
Quest Psychologie
17
coverstory
18
Quest Psychologie
coverstory
H
uisraad kletterde op straat. De toen 36-jarige inwoonster van Delft kieperde in 2008 een deel van de inboedel van de vierde verdieping uit haar flat. Ze had bonje met haar vriend. En het bleef niet bij huisraad, ook de hond en de kat des huizes kwakte ze zonder pardon naar beneden. De kat overleefde de val, maar de staffordshire-bullterriër niet. Dingen kapot- of zelfs doodmaken is geen succesvolle strategie om een conflict te beslechten. Hopelijk herken je jezelf niet in dit voorbeeld, maar misschien is een conflict bij jou ook wel eens uit de hand gelopen. Bijvoorbeeld omdat jij het onderwerp wilde laten rusten, terwijl je partner er maar over doorging. Iedereen heeft zo zijn eigen manier van ruziemaken. De een maakt flink stampij, de ander wil blijven praten tot er een oplossing is. Waarom gaat de een zo anders om met conflicten dan de ander?
Vijandig is lastig
Gekibbel verziekt wijk
De meeste ruzies in je dagelijks leven heb je waarschijnlijk met je partner. De Amerikaanse psycholoog John Gottman categoriseerde vier manieren waarop partners met onenigheid omgaan. De ruziemijder (de naam zegt het al) probeert conflicten zo veel mogelijk te voorkomen. Die legt zich er gewoon bij neer dat hij het ergens over oneens is met de ander. Wie de zogeheten valideerstrategie hanteert, doet er alles aan om elkaars standpunt te begrijpen en te waarderen. Het type dat alles wil uitpraten. De derde categorie, de ‘temperamentvolle ruziemaker’ is niet bang voor een levendig debat en flinke onenigheid. De vierde categorie bestaat uit mensen die nogal vijandig worden tijdens een ruzie. Ze zijn vooral bezig met het maken van hun punt en deinzen er niet voor terug de ander te kwetsen. De Delftse hondengooister hoort in de laatste categorie thuis, in de verste hoek. Volgens onderzoek van Dean Busby kom je met die laatste tactiek trouwens niet ver, als je tenminste een gelukkige relatie nastreeft. De Amerikaanse psycholoog onderzocht van bijna 2000 stellen hoe ze ruziemaken en hoe gelukkig ze waren in hun relatie. Relaties met één of twee vijandige ruzieschoppers komen het slechtst uit de bus. Ruzies escaleren en beide partners raken gekwetst. Maar ook een mix van ruziemakers en -mijders is lastig. Relaties waarin beide partners van uitpraten houden, scoren het hoogst. Ook over relaties waarin een van de partners dit doet, en de ander in elk geval niet vijandig is, zijn de partners behoorlijk tevreden. De rest zit ergens in de middenmoot.
H
Temperamentvolle draak
Hoe je ruziet, ligt deels aan je temperament. En dat is aangeboren. ‘Al bij kinderen van zes maanden oud kun je zien dat ze verlegen of teruggetrokken zijn en het moeilijk vinden om met nieuwe dingen of situaties om te gaan’, stelt Busby. Hij doet onderzoek naar relatieconflicten aan Brigham Young University in Utah. ‘Deze kinderen
»
oud je ruzies binnenshuis. Dat is in het belang van je buurt, zo ontdekten Amerikaanse onderzoekers van onder andere Harvard University. Ze onderzochten met wie en hoeveel interpersoonlijke conflicten mensen hadden en hoe het met de buurt gesteld was waar deze mensen woonden. Wat bleek? Hoe meer ruzie de buren in hun privéleven hadden, hoe meer geluidsoverlast, ongedierte, misdaad en geweld er in hun wijk voorkwam. Volgens de onderzoekers speelt het een rol dat privéruzies, zoals huiselijk geweld of ruzie met een vriend over geldzaken, vaak niet verborgen blijven voor de buitenwereld. Ruzies spelen zich deels af op veranda’s, op straat, in het park of in de buurtkroeg. Veel mensen ervaren dat als stressvol, zowel de ruziemakers als de buurtbewoners. En hoe meer stress, hoe minder betrokken mensen zich voelen bij hun buurt en hoe minder ze hun best doen om de boel schoon en prettig te houden.
Quest Psychologie
19
coverstory
Sssst!
D
e meeste ouders weten wel dat je een aanvaring beter niet kunt hebben waar de kinderen bij zijn. Dat geldt ook voor baby’s, zelfs als ze slapen. Psychologen van de University of Oregon (VS) legden tukkende baby’s van tussen de zes en twaalf maanden oud in een MRI-scanner. Zo konden ze hun hersenactiviteit meten. Terwijl ze sliepen, kregen de baby’s onzinzinnen te horen die erg boos, een beetje boos, blij, of neutraal werden uitgesproken. Het brein van kinderen uit gezinnen waar veel conflicten waren, reageerde sterker op de negatieve toon dan bij de anderen. Het ging hierbij om het hersengebied dat stress en emoties reguleert. Dat betekent volgens de onderzoekers dat het geruzie van ouders het brein van hun kind verandert.
Even wat anders
V
an een ruzie moet je altijd even bijkomen. Hoe goed je daarin bent hangt grotendeels af van je ouders. Psychologen van de University of Minnesota volgden een aantal twintigers al sinds hun geboorte. Ze filmden de proefpersonen terwijl ze in het lab over een onderwerp discussieerden waar ze het niet over eens waren. Daarna moesten ze een paar minuten over iets anders praten om af te koelen. Sommige partners konden dat moeiteloos. Andere bleven hangen in de discussie. Daarna pakten de onderzoekers de gegevens erbij van de interactie tussen de ouders en de proefpersonen toen ze één jaar oud waren. Hoe beter de ouders hun kind toen hielpen met het omgaan met negatieve emoties, hoe beter ze het als volwassene zelf konden. Dit betekent niet dat je hopeloos verloren bent als je dat niet goed kunt. De onderzoekers zagen namelijk ook dat als de partner snel over de ruzie heen stapte, de ander ook makkelijker zijn negatieve emoties losliet.
20
Quest Psychologie
»
zullen eerder conflicten vermijden. Kinderen die al jong heel nieuwsgierig zijn naar nieuwe dingen of mensen en altijd op zoek zijn naar nieuwe ervaringen zullen eerder wat luider en gepassioneerder ruziemaken.’ Naast je temperament dank je je manier van ruziemaken grotendeels aan je opvoeding. ‘Wat je ziet, ga je nadoen’, zegt Susan Branje. Ze is hoogleraar adolescentie aan de Universiteit Utrecht en onderzoekt hoe ouders onderling omgaan met conflicten en wat voor invloed dat heeft op hun kinderen. Branje: ‘Zoals ouders tegen elkaar doen, doen kinderen ook tegen hun ouders.’ Ook als je al lang het huis uit bent, blijf je nog vaak op dezelfde manier tekeer gaan. En niet alleen tegen je ouders, ook tegen je eigen geliefde. Dat ontdekten onderzoekers van onder andere Harvard Medical School. Ze observeerden hoe veertienjarigen zich gedroegen in conflicten met hun ouders. Zeventien jaar later bestudeerden de onderzoekers de tieners van toen nog een keer, nu in conflict met hun partner. Wat bleek? Hoe vijandiger de kinderen ooit met hun ouders bekvechtten, hoe vijandiger ze nu ook met hun liefje ruzieden. En andersom: wie toen op een positieve manier de ruzie beslechtte deed dat nu ook aanzienlijk vaker.
Ideaal oefenmateriaal
Behalve het geruzie tussen of met je ouders, is ook het geharrewar met je broers of zussen een goede leerschool. Tenminste, als ouders weten wat ze moeten doen als hun kroost aan het kibbelen is. Branje: ‘Als kinderen ruzie hebben, bijvoorbeeld om speelgoed, zijn ouders vaak te snel geneigd om er tussen te springen. Ze willen dat de kinderen ophouden. Ze zetten de ruziënde koters uit elkaar en het speelgoed verdwijnt in de kast.’ Jammer. Want het is belangrijk dat kinderen hun onenigheid zelf leren oplossen. Branje: ‘En als dat niet lukt, vraag ze dan een oplossing te bedenken waar ze allebei mee uit de voeten kunnen.’ Je maakt als kind of volwassene meestal ruzie omdat iets niet gaat zoals jij wilt. Maar degene met wie je in conflict bent ervaart hetzelfde. Hij of zij vindt jouw idee over hoe iets zou moeten gaan waarschijnlijk onzin. Branje: ‘Om een conflict te beslechten helpt het om de ruzie vanuit twee standpunten te begrijpen om tot een zo goed mogelijke oplossing te komen. Dat moeten ze leren.’ Trek je het geruzie van kinderen niet? Laat het ze ergens anders oplossen, zodat jij er geen last van hebt. Branje: ‘Zo geef je kinderen de ruimte te ontdekken wat wel en niet werkt. Als je te snel ingrijpt, ontneem je ze die mogelijkheid.’ En als je geen broers of zussen hebt? Geen probleem. Dan zijn er altijd nog vrienden en schoolgenootjes. Ook prima oefenmateriaal.
Iedereen een uitprater
Hoe je met ruzie omgaat, leer je dus al in je vroege jeugd. ‘En de manier waarop iemand ruziemaakt is vaak heel stabiel’, zegt Branje. Ben je dan voor eeuwig verdoemd als je het niet goed geleerd hebt of je temperament niet meezit? Wanhoop niet. Je kunt je gevechtstactiek best veranderen, denkt ruzieonderzoeker Busby. Het verschil in ruziestijlen zit hem volgens de Amerikaan vooral in de mate waarin je
»
coverstory
Quest Psychologie
21
coverstory
22
Quest Psychologie
coverstory
»
emoties uitdrukt tijdens een conflict. Ruziemijders doen dat zo min mogelijk. Al dat gepraat over emoties maakt het volgens hen alleen maar erger. Terwijl de temperamentvolle debatfan er juist wel pap van lust. Die vindt dat een flinke ruzie de band alleen maar sterker maakt. De vijandige ruziezoeker is van een andere orde. Het gaat bij hem niet alleen om het uiten van emoties maar om het kwetsen van de ander. De compromissluiter, oftewel de kalme uitprater, zit ergens in het midden. Je emoties wat meer de ruimte geven of ze in toom houden kun je leren. Dat is vooral handig als je in een relatie allebei aan het andere uiterste van het spectrum zit. Dan is het verschil in de manier van omgaan met onenigheid het grootst. Busby: ‘Je zult waarschijnlijk nooit van een conflictmijder veranderen in iemand die alles eruitgooit of andersom. Maar je kunt wel wat meer richting de uitprater komen.’
Ruzie baart kunst
‘Je conflictstijl veranderen kost tijd en vereist een goede relatie’, zegt Busby. Dat hoeft niet per se een liefdesrelatie te zijn, het kan ook met behulp van vrienden of familie. Alleen moet het wel een relatie zijn waar conflicten in voorkomen. Je moet af en toe in een conflict verzeild raken om het beter te leren. Busby: ‘Als een van de partners een compromissluiter is, verandert je ruziestijl vaak vanzelf. Want die moedigt je wel aan wat meer te vertellen wat je voelt of juist wat rustiger te worden.’ Als de een ruziemijder is en de ander de temperamentvolle amokmaker, kan veranderen lastiger zijn. Waarschijnlijk vind je dat het vooral aan je partner ligt dat ruzies uit de hand lopen. Want die is altijd zo emotioneel en heeft het niet onder controle. Maar de ander vindt juist dat zijn partner nooit iets deelt en altijd zo gesloten is. Busby: ‘Je moet in elk geval allebei van het idee af dat jouw stijl goed is en dat van je partner slecht.’ Probeer elkaars stijl te accepteren. Daarnaast moet je als ruziemijder hard werken om je wat comfortabeler te voelen bij sterkte emoties, zodat je niet meteen dichtklapt en stopt met praten. Busby: ‘Zeg bijvoorbeeld tegen jezelf: ook als ik overstuur raak is het goed om te blijven communiceren. Want ik weet dat mijn partner nog meer van streek raakt als ik me terugtrek. Of: we zijn hier eerder doorheen gegaan en het bleek daarna geen ramp. Dus ook nu komt het goed.’ Tegelijkertijd moet je als meer ontvlambare ruziepartner geduldiger worden en leren niet zo snel sterke gevoelens te uiten tijdens een ruzie. Busby: ‘Zeg bijvoorbeeld tegen jezelf: als ik rustig praat en niet zo met emoties strooi voorkomt dat dat mijn partner dichtklapt. Of: als ik minder bezig ben met gelijk krijgen dan reageert mijn partner minder defensief.’ Toch zie je soms niet meer wat jouw aandeel is. Dan kan het helpen als een derde partij met een onafhankelijke blik ernaar kijkt, zoals een psycholoog. Als je de vijandige ruziestijl hanteert en je schreeuwend en scheldend in een ruzie stort, of zoals de Delftse vrouw de hond uit het raam gooit, kun je zéker wat professionele hulp gebruiken. Maar voor je huidige relatie is het dan waarschijnlijk al te laat. Busby: ‘Tegen de tijd dat je op de vijandige tactiek overgaat, is er vaak al veel schade aangericht in je relatie. En die is moeilijk te herstellen.’ Q
26 procent van de vrouwen scheldt haar vriend uit
E
r bestaan vier soorten ruziemakers: de zwijger, de compromis sluiter, de schreeuwer en de agressieveling. Die laatste doet er goed aan eerst zijn woede onder controle te krijgen voordat hij een partner zoekt. Daarom beperken we ons tot de eerste drie typen. 1500 vrouwen en 600 mannen vulden onze vragenlijst in. Wat blijkt? ► Mannen zijn de grote compromissluiters, niet vrouwen: 36 tegen 27 procent. ► Maar negentien procent van de mannen roept lelijke dingen tegen hun vriendin, terwijl 26 procent van de vrouwen hun geliefde tijdens een ruzie voor rotte vis uit maakt. Ben je benieuwd wat voor ruziemaker jij bent? Ga dan naar Quest.nl/ruzie en vul de test in. Tip: vraag vervolgens of je geliefde de test ook even invult.
Quest Psychologie
23
een eigen geluid Je hoort regelmatig dat iemand eraan lijdt: ADHD, Asperger of Gilles de la Tourette. Hoe is het om het te hebben?
Leren hoe het hoort
‘H
Lastig: als je wel graag mensen wilt helpen, maar niet de signalen oppikt dat ze je hulp nodig hebben. Gerard (32) heeft Asperger. TEKST Anouschka Busch FOTOGRAFIE Anneke Hymmen
24
Quest Psychologie
et klinkt misschien stom, maar tegen mij moet je eigenlijk gewoon zeggen: ‘Ik ben verdrietig’. Als ik het weet, kan ik daarop reageren. Dan kan ik je troosten, vragen of je iets wilt drinken. Subtiele signalen mis ik erg makkelijk. Als iemand echt boos is of huilt dan zie ik het ook wel. Maar ik kan het niet zo goed zien als iemand niet lekker in zijn vel zit of verveeld raakt. Ook als ik wel doorheb hoe iemand zich voelt, kan het nog steeds lastig zijn. Weten of iemand boos of blij is, is één ding, er goed op reageren is twee. Er is nu eenmaal niet zoiets als een vaste gebeurtenis met de vaste gepaste reactie erop. Dat ligt aan de context. Op een verjaardag reageer je anders op een verhaal dan op een begrafenis. Het is niet zo dat ik geen gevoelens heb, of niet om mensen geef. Ik wil anderen juist graag helpen. Dat hebben wel meer mensen met Asperger. Ze worden huisarts of psycholoog, en krijgen dan op latere leeftijd de diagnose Asperger. Dan is de richting die ze hebben gekozen toch niet zo handig. Op mijn werk heb ik er weinig last van. Ik werk nu ruim drie jaar als webdeveloper en dat gaat prima. Mijn werk is ook redelijk gestructureerd. Je hebt niet zo veel te maken met hoe iemand in elkaar zit. »
een eigen geluid
Quest Psychologie
25
een eigen geluid
Wat is het syndroom van Asperger?
H
et syndroom van Asperger lijkt op autisme, maar dan in een milde vorm. Mensen met Asperger hebben een normale of zelfs hoge intelligentie. Anders dan ‘klassieke autisten’ leggen ze wel contact met andere mensen. Ze hebben er alleen wat meer moeite mee. Ze kunnen zich niet zo makkelijk inleven in iemand anders, hebben moeite met het interpreteren van sociale situaties en herkennen gezichtsuitdrukkingen niet of minder goed. Aspergers hebben vaak een bijzondere manier van taalgebruik en nemen figuurlijke uitdrukkingen letterlijk. Ook kunnen ze helemaal opgaan in een bepaalde activiteit of interesse waardoor al het andere naar de achtergrond verdwijnt. Ze houden van vaste dagelijkse patronen. Te veel nieuwe indrukken zijn voor hen vermoeiend. Ook zijn ze vaak motorisch onhandig. Wel goed om te weten: niet iedereen met Asperger heeft last van ál deze kenmerken. Er zijn heel veel verschillende ‘soorten’ Aspergers.
26
Quest Psychologie
‘Dat je niet altijd alles letterlijk moet nemen, is iets wat ik mezelf heb aangeleerd’ »
Als webdeveloper is het soms juist wel handig om Asperger te hebben. Mensen met Asperger zijn meestal creatief en detailgericht. Kleine dingen die anderen niet zien, zie ik vaak wel. Ik heb moeite met het grote plaatje. Maar als je samen aan een project werkt, vul je elkaar aan. Het levert vooral problemen op bij relaties. Met mijn ex-vriendin is de relatie daar uiteindelijk mede door stuk gelopen. Als ze verdrietig was, zag ik het vaak niet. Daardoor voelde ze zich niet gewaardeerd. Als ze me nodig had,
was ik er niet echt voor haar. Terwijl ik niet doorhad dat ik nodig was. Maar als ik iets niet zie, dan kan ik daar weinig aan veranderen. De enige oplossing is dat mensen dingen duidelijker aangeven. Wat ook een dingetje tussen mij en mijn ex was: ik heb er moeite mee om te herkennen wanneer het een goed moment is om te praten. Dan zeg ik iets en dan blijkt dat iemand nog halverwege een verhaal is of nog iets wilde zeggen. Of dat het niet een heel gepast moment was
een eigen geluid
Asperger on screen
D
ankzij hun excentrieke trekjes zijn mensen met Asperger geliefde hoofpersonen in films en series. Al wordt het syndroom van Asperger meestal niet bij naam genoemd. Het bekendst is waarschijnlijk Sheldon Cooper uit de Amerikaanse serie The Big Bang Theory. Sheldon is een extreem intelligente natuurkundige, maar mensen zijn een mysterie voor hem. Hij ziet niet goed wat sociaal acceptabel gedrag is en wat niet, en is erg gehecht aan zijn vaste dagelijkse routine. Als iemand op zijn plek op de bank gaat zitten, is zijn dag verpest. Ook rechercheur Saga Norén uit de Deense detective serie The Bridge vertoont duidelijk Asperger trekjes: haar speurwerk is briljant, maar haar negeren van sociale regels brengt haar desondanks in problemen. Ze heeft moeite om met emoties om te gaan en vat gedragsregels strikt op zonder rekening te houden met de sociale context.
om over jouw onderwerp te beginnen, omdat het nog over iets anders ging. Mensen met Asperger kunnen vaak erg doordraven over iets. Dat noemen ze ‘fiepen’. En dan is het extra belangrijk dat je ziet dat de ander zich begint te vervelen. Zelf heb ik daar minder last van. Dat komt ook omdat ik werk, daardoor heb ik niet echt de tijd en de energie om weer een fiep te ontwikkelen. De laatste keer dat ik een ‘echte’ fiep had was met de kernramp van Fukushima. Over kernreactoren had ik al eerder veel gelezen. Maar nu ging ik me er nog meer in verdiepen. Hoe zo’n kernreactor precies werkt en wat voor andere alternatieven er voor energie zijn. Ik keek telkens op internet of er nieuws was. En als er nieuws was deelde ik dat ook meteen weer met anderen. Ook soms middenin iemands verhaal. Dat heeft toen wel een paar maanden geduurd, maar goed, het was ook wel een paar maanden lang in het nieuws. Mijn vriendin heeft ook Asperger. Dat gaat op zich wel goed. Zij heeft kinderen, dus we zien elkaar niet zo heel vaak. Maar voor haar is het wel prima zo en voor mij ook. Of het beter is om een relatie te hebben met iemand die ook Asperger heeft, weet ik eigenlijk niet.
Het is een beetje dubbel. Aan de ene kant is het wel fijn dat we op één lijn zitten en elkaar begrijpen. Aan de andere kant is het prettig als je elkaar juist aanvult en stimuleert om nieuwe dingen te doen. Ik ben bijvoorbeeld niet zo heel makkelijk met bellen. Maar daar is zij nog moeilijker in. Als ik zeg dat ik een afspraak bij de tandarts moet maken en daar geen zin in heb, zegt zij dat ze dat al drie maanden moet doen. Soms zou het fijner zijn als ze zou zeggen: ‘Doe het nou gewoon.’ Juist omdat ze me goed begrijpt, blijf ik een beetje hangen. Als ik een vriendin zou hebben die socialer was, heel ondernemend met veel vrienden, dan zou ik daar meer in kunnen groeien. Het kan natuurlijk ook veel stress geven waardoor het juist fout gaat, maar het kan ook leuk zijn. Het is lastig de grenzen daarin op te zoeken. Na een verjaardag moet ik me even in mezelf terugtrekken om niet overprikkeld te raken. Toch probeer ik regelmatig dingen te doen die buiten mijn comfort zone liggen, zoals meehelpen als vrijwilliger met de Tour de France in Utrecht. Asperger is iets waarmee je geboren wordt, dus eigenlijk gaat het nooit echt over. Maar je leert het wel steeds beter te
camoufleren. Stapje voor stapje leer je jezelf steeds meer nieuwe gewoontes aan waardoor het steeds minder opvalt en je er ook steeds minder last van hebt. Als ik anderen iets zie doen wat ik niet doe, dan probeer ik te bedenken waarom ze dat doen, en of ik dat ook zou moeten doen. Als dat zo is probeer ik dat in mijn routine te krijgen. Op een gegeven moment gaat het steeds meer vanzelf en hoef je er niet meer aan te denken. Er is een tijd geweest dat ik mensen bijna niet aankeek. Omdat mensen daarnaar vroegen realiseerde ik me dat je mensen hoort aan te kijken terwijl je praat. Dus leerde ik dat mezelf aan. Ik heb mezelf ook aangeleerd dat je dingen niet altijd letterlijk moet nemen. Aspergers verwachten dat namelijk. Als iemand zegt ‘Lekker belangrijk’, dan neem ik aan dat het dus belangrijk is. Ik zie de dubbele laag niet. Maar nu ik dat van mezelf weet, vraag ik me even af: ‘Zegt hij dat nou echt?’ En dan denk ik meteen: ‘O nee, het is natuurlijk het omgekeerde.’ Een van de dingen die ik nog steeds niet makkelijk doe is over koetjes en kalfjes praten. Ik zal uit mezelf niet zo heel makkelijk aan een collega vragen: ‘Hoe was je weekend?’ Maar ik realiseer me inmiddels wel: dat is nu eenmaal sociaal geaccepteerd. Als je dat doet word je meer gewaardeerd. En nu gaat het wel steeds beter. Dat is denk ik wel het belangrijkste verschil tussen Asperger en klassiek autisme. Als je klassiek autisme hebt, blijf je er een beetje in hangen. Maar bij Asperger kun je jezelf beschouwen: ‘Hé dat is niet zoals het hoort en dat kan ik zelf veranderen.’ Er zit een rationele laag tussen, die er altijd tussen blijft zitten. Maar dat zie je van de buitenkant niet.’ Q
Quest Psychologie
27
wat zegt dat? Wie het laatst lacht, lacht het best en De appel valt niet ver van de boom. Wat is er waar van deze spreekwoorden? Deskundigen leggen er drie onder de loep.
...
TEKST Margot Smolenaars
Beter een goede buur dan een verre vriend 28
Quest Psychologie
Beter een goede buur dan een verre vriend. De Rijdende Rechter grossiert erin: scènes waarin buren trillend van ingehouden woede om die veel te grote conifeer of die geniepig verplaatste schutting elkaar nét niet te lijf gaan. ‘Toch zijn kiftende buren relatief zeldzaam’, zegt Beate Volker, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. In haar onderzoeken naar sociale netwerken van huishoudens dragen buren vooral in praktische zin bij. ‘Familie woont vaak ver weg en vrienden worden steeds belangrijker, maar die schakelen we niet graag in voor praktische hulp. De planten water geven, een monteur binnen laten: dat soort dingen vragen we het liefst aan de buren.’ In die zin heeft het spreekwoord het bij het rechte eind: buren staan elkaar bij. Vrienden ook, maar op een ander vlak dan het praktische. ‘Buren zijn geen vrienden, dus veel intimiteit of hechtheid bevat de relatie niet. Het zijn zwakke relaties, maar wel met voldoende vertrouwen om elkaar de sleutel van het huis te geven. Verder dan dat gaat het niet.’ Contact met de buren is een wankel evenwicht tussen elkaar dulden en elkaar helpen. ‘Ongeveer dertig procent geeft aan regelmatig overlast te ervaren van de buren: overhangende takken, te veel lawaai, kookluchtjes. Slechts een fractie van die irritaties escaleert tot ruzie, want de meeste mensen gaan toch samen op zoek naar een oplossing. Een verhuizing vanwege ruzie met de buren is te kostbaar, dus er is een wederzijds belang om te zorgen dat het goed komt.’
wat zegt dat?
Kleine kinderen geven hoofdzeer, grote kinderen hartzeer
Liefde is sterker dan de dood Liefde is sterker dan de dood. Wat gebeurt er met liefde als het onderwerp daarvan overlijdt? ‘Die verandert’, zegt Christa Anbeek, hoogleraar bestaansfilosofie aan de Universiteit voor Humanistiek. ‘Samen met Ada de Jong schreef ik De Berg van de Ziel over haar verlies. Zij verloor in 2008 in Italië tijdens het afdalen van de Mont Dolent haar man en drie kinderen. Zolang Ada leeft, bestaat de liefde voor haar kinderen. Maar die verschilt wezenlijk van de liefde die ze voelde toen ze nog leefden.’ Als de liefde niet transformeert, is dat geen goed teken: de rouwende zet het leven op pauze, accepteert het overlijden niet. En dan kan hij ook niet door met zijn leven. ‘Als een man vijf jaar lang de jas van zijn overleden vrouw aan de kapstok laat hangen en zich gedraagt alsof ze nog elk moment kan binnenlopen, kun je beargumenteren dat er iets misgaat in het rouwproces. Die veranderende liefde maakt ook ruimte voor iets nieuws.’ Zo bezien, zegt Anbeek, klopt er niet veel van het gezegde. ‘Op een bepaalde manier is de dood altijd sterker dan de liefde. Degene van wie je hield, komt nooit meer terug.’ Meestal gebruik je dit gezegde terugkijkend, maar je zou het ook kunnen omdraaien. Dus bij een overlijden niet alleen denken aan de verloren persoon, maar ook aan liefde die nog komen gaat. In de vorm van kinderen of zelfs kleinkinderen. Die invalshoek, van kinderen als bewijs van de ouderlijke liefde, vindt Anbeek een mooie. ‘Mijn ouders kozen zelf voor de dood toen ik nog jong was. Als reactie daarop koos ik al vroeg voor een kind, en inmiddels is mijn dochter ook moeder. Liefde doorgeven, daarmee hebben we wel iets in handen tegen de dood.’
Kleine kinderen geven hoofdzeer, grote kinderen hartzeer. ‘Als een kind zijn leven gemiddeld zou leven, zou dat voor ouders heel rustgevend zijn’, zegt ontwikkelingspsycholoog en gezinstherapeut Steven Pont. ‘Kleine kinderen slapen te weinig, pubers slapen te veel. Jonge kinderen praten de hele dag door tegen je, tieners praten te weinig.’ Helaas, zo gelijkmatig zit de ontwikkeling van een kind niet in elkaar. De eerste jaren neemt een kind het dagelijks leven over – neem alleen al het aantal vragen dat een vierjarige dagelijks stelt aan zijn ouders (288!), of de hoeveelheid luiers die een kind tot zijn derde verslijt (gemiddeld 4500), het ouderlijk getob over eten dan wel slapen dan wel lopen dan wel zindelijk worden… afijn. Al die ‘kleine’ zorgen verdwijnen als dat kleintje zich ontpopt tot een zelfstandige tiener en zich begint los te weken van zijn ouders. Dat gaat niet lieflijk, want de verwachtingen van pa en ma botsen onherroepelijk met de verlangens van de puber. ‘En dat is maar goed ook. Als kinderen volledig zouden voldoen aan de verwachtingen van hun ouders, is er iets mis. Pubers hebben zweeftijd nodig. Het moment waarop ze hun ouders loslaten, maar nog niet geland zijn in hun eigen ruimte, is heel belangrijk in hun ontwikkeling.’ En ook frustrerend voor hun ouders. ‘De meeste pubers laten zich niet meer zo goed sturen en misdragen zich tijdens dat losmakingsproces een beetje. En terwijl een jongetje van dertien zichzelf al als achttienjarige beschouwt, zien ouders nog steeds hun negenjarige. Dat doet weleens pijn.’ Een bloedend ouderhart hoort er nu eenmaal bij. ‘En lang niet alle hartzeer is onterecht. Maar bedenk: mensen met kinderen zijn gemiddeld maar op twee momenten gelukkiger dan kinderloze volwassenen: als hun kroost geboren wordt en als dat het huis uit gaat.’ Q
Quest Psychologie
29
gedrag
Ik heb het niet gedaan. Het waren de pillen! Bijna een miljoen Nederlanders slikken antidepressiva. Dus ook moordenaars. Steeds vaker schrijven ze hun daden toe aan de medicijnen die ze slikten. Slap excuus of reden voor vrijspraak? TEKST Renée Lamboo-Kooij FOTOGRAFIE Inge Trienekens
H
et is pikdonker wanneer Ids I. op weg is naar het huis van de nieuwe vriend van zijn ex. Eerder die avond heeft hij haar auto daar voor de deur zien staan. Daarom heeft hij thuis een pistool en een hamer opgehaald. Het is voor hem duidelijk: ze moeten dood. Van dichtbij schiet hij ze allebei door het hoofd. Ze overleven wonderbaarlijk, al is de man voor de rest van zijn leven gehandicapt. Maar Ids is nog niet klaar. Hij heeft nog een doelwit op zijn lijstje staan. Murkje de Vries woont in Kootstertille, een dorpje zes minuten verderop. Ze is een goede vriendin van zijn ex, en in Ids’ ogen de oorzaak van hun breuk. Wanneer hij inbreekt, probeert ze via het raam te vluchten. Ze klimt het dak op, maar hij schiet haar in de dakgoot dood. De rechter omschrijft de situatie in de twee huizen als ‘totale paniek en ontreddering’. En volgens hem gebruikte Ids ‘buitensporig’ veel geweld. Niks voor hem, zegt zijn advocaat. Nooit eerder was hij gewelddadig. De verklaring voor zijn gruwelijke daad moet volgens hem gezocht worden in de antidepressiva die hij slikte. Omdat hij overspannen was, had de huisarts hem seroxat (ook wel paroxetine) meegegeven. Een goede verklaring of een slechte smoes?
Agressie cadeau
Bijna een miljoen Nederlanders slikken antidepressiva. Tussen 2013 en nu kwamen er bij Lareb, het landelijke centrum dat bijwerkingen registreert, 28 meldingen
30
Quest Psychologie
»
xxxxxxxxx
Quest Psychologie
gedrag
Verwarring verzamelen
D
e Amerikaanse Rosie Meysenburg kreeg ik 1992 prozac voorgeschreven om haar te helpen met stoppen met roken. Na acht weken gebruik werd ze in verwarde toestand opgenomen in het ziekenhuis. Haar man Gene dacht dat procaz de reden kon zijn van haar enorme verandering in gedrag en houding. Ze stopte met de medicatie en werd weer zichzelf. Zo geschrokken van haar ervaring begon ze in 2006 een website. Hier staan honderden verhalen uit de media op over zaken waarin geweld en verwarring worden gelinkt aan antidepressiva. Het doel? Mensen bewust maken van de gevaren van deze medicatie. Meer info: ssristories.org
Agressieve vissen
V
an alle medicijnen die in de waterwegen worden gevonden spannen antidepressiva de kroon. Vissen krijgen het dus ook volop binnen. Uit onderzoek van de University of Wisconsin-Milwaukee blijkt dat vissen hierdoor angstiger en antisociaal worden. Toen de onderzoekers de dosis verhoogden, binnen de hoeveelheid die voorkomt in Amerikaanse wateren, werden vooral de mannetjes agressief. In sommige gevallen vermoordden ze zelfs vrouwtjesvissen. Vooral de jonge mannetjesvissen vertoonden dit gedrag.
32
Quest Psychologie
»
binnen van patiënten die werden overvallen door gevoelens van ernstige agressie. Naar eigen zeggen uit het niets. Van SSRI’s, een bepaald type antidepressiva, wordt sinds de jaren tachtig gezegd dat het de agressie doet toenemen. Nooit honderd procent bewezen, al staat het bij sommige pillen wel in de bijsluiter, zegt hoogleraar forensische psychiatrie Robert Jan Verkes: ‘De farmaceutische industrie is verplicht alle mogelijke bijwerkingen op te schrijven. Als, bij wijze van spreken, één persoon zich meldt met zo’n klacht, dan moet het al vermeld worden bij de mogelijke bijwerkingen. Dit leidt tot lange lijsten. Moet je de bijsluiter van aspirine eens lezen, daar word je doodsbang van.’ Agressie als bijwerking. Zeldzaam of niet, de kans dat het gebeurt bestaat, erkent ook Verkes, zeker in de eerste paar dagen na gebruik: ‘De klachten kunnen eerst even verergeren voordat ze afnemen. Het lichaam moet een nieuwe balans vinden. Je kunt licht geprikkeld en snel geïrriteerd zijn en misschien heb je minder controle over je agressie. Dat heb ik ook wel eens gehoord van mensen die ik deze medicatie voorschrijf. Maar je verandert echt niet opeens van een leuke, aimabele, beleefde man in een brute moordenaar.’
Simpel experiment
De rechters die over het lot van moordenaar Ids I. moesten beslissen, wilden meer weten. Zij riepen daarom een aantal getuige-deskundigen naar de rechtbank. De grote vraag luidde: kan de medicatie die Ids slikte hem (mede) tot deze daad hebben aangezet? Ivan Wolffers, hoogleraar gezondheidszorg, was een van de experts die daar antwoord op mocht geven. Waar-
gedrag
schijnlijk was zijn antwoord niet wat de rechters wilden horen. Kort samengevat: het kon, maar het kon ook niet zo zijn. ‘Dus eigenlijk is het een gok?,’ vroeg de voorzitter van het hof. En inderdaad, de experts konden geen zekerheid geven. En dus bedacht Wolffers een experiment. Geef Ids dezelfde dosis, op hetzelfde tijdstip als hij destijds had genomen en kijk wat er gebeurt. Verkes, hoogleraar forensische psychiatrie, heeft dit onderzoek uitgevoerd. ‘Het was baanbrekend dat een rechter ons dit liet onderzoeken. Meestal wordt er niets gedaan met de bewering dat antidepressiva van invloed kunnen zijn, omdat het niet te bewijzen is.’ Het experiment was eigenlijk heel simpel, aldus de hoogleraar: ‘We hebben hem steeds met tussenpozen een aantal keer het medicijn gegeven. En ook een aantal maal een placebotablet. Noch meneer I., noch het personeel van de Pompekliniek waar hij verbleef, wist wanneer hij welke pil kreeg. Echt of placebo. Zo wilden we voorkomen dat hij een reactie kon veinzen.’ En ja hoor, een aantal uur na inname van de echte pillen zagen de onderzoekers een verandering in zijn gedrag. Verkes: ‘Hij was bozer, geïrriteerd. Hij was vooral sneller geprikkeld en minder geremd. Dat hebben we in het rapport aan de rechters beschreven.’ Die namen de conclusie van het onderzoek mee in hun oordeel, maar veroordeelden Ids alsnog tot 24 jaar cel voor de moord op Murkje de Vries en de poging tot moord op zijn ex en haar nieuwe vriend. De verandering in zijn gedrag was niet van dien aard dat het betekende dat Ids zichzelf niet meer in de hand had. Kortom; Ids wist wat hij deed en was volledig zelf verantwoordelijk voor zijn daden.
Dubbele moord
Elzelien K. werkt al jaren als stewardess voor KLM. Een keurige, intelligente vrouw, zo omschrijft haar omgeving haar. Toch hakt de 63-jarige vrouw in de nacht van 5 september 2008 met een bijl in op haar slapende man en dochter. Politieagenten vinden haar ’s ochtends vroeg in haar auto tussen de struiken, na een mislukte zelfmoordpoging. In de ambulance zegt ze dat ze haar familie heeft ‘doodgeknuppeld.’ Ze was suïcidaal en wilde haar man en dochter een leven zonder haar besparen. Ze zegt zich niets te kunnen herinneren van de dubbele moord. Ook zij slikte seroxat. Farmacoloog Anton Loonen is stellig tijdens de zitting: ‘Als zij geen seroxat had genomen, was het waarschijnlijk niet tot deze sterke agressieontlading gekomen en was de kans in belangrijke mate minder geweest dat het gebeurd was.’ Het Pieter Baan Centrum protesteert.
Het ontbreekt aan bewijs, vinden zij. Hun psychiater Tjeerd Wouters: ‘De verleiding is misschien groot om te wijzen op de invloed van medicijnen, omdat het gaat om een onvoorstelbaar misdrijf. Maar dat ontslaat ons niet van de verplichting dit met enige wetenschappelijke evidentie aan te tonen.’ De rechter luistert naar beiden, verklaart haar verminderd toerekeningsvatbaar en veroordeelt haar tot zeven jaar cel. Verminderd toerekeningsvatbaar. Deze term kennen ze in het buitenland meestal niet. Daar ben je verantwoordelijk voor je eigen daden, of niet. Zoals in Amerika, waar ze dit soort moordzaken ‘Prozac Killings’ noemen. Daar zijn al verdachten vrijgesproken vanwege de invloed van de medicijnen op hun gedrag. Verkes: ‘Als de verdediging kan aantonen dat de dader niet geheel toerekeningsvatbaar was, dan betekent dat vrijspraak. Dat is heel zwart/wit. Wij kennen in Nederland een ander systeem, waarin ook een soort gulden middenweg bestaat, die soms beter past.’
Licht ontvlambaar
Dat antidepressiva van invloed zijn op je gedrag, daar is iedereen het over eens. En ook over dat het, zeker in de eerste dagen, kan leiden tot agressiever gedrag dan normaal. Maar is dat niet onze eigen verantwoordelijkheid, zeker als die bijwerkingen gewoon in de bijsluiter staan? Verkes: ‘Als je te veel drinkt, hoef je niet bij de rechter aan te komen met: ‘Ik was dronken, ik kon er niets aan doen.’ Bij medicatie, voorgeschreven door de huisarts, ligt dat natuurlijk anders. De dokter hoort te waarschuwen voor mogelijke bijwerkingen. En dan is het ook aan de patiënt zelf om vinger aan de pols te houden. Natuurlijk is hij niet verantwoordelijk voor de bijwerkingen, maar medicijngebruik ontslaat je ook niet meteen van alle aansprakelijkheid voor je eigen daden.’ Alle medicatie heeft bijwerkingen. Van aspirine kun je zieker worden dan het hoofdpijntje waarvoor je het innam. Het punt is dat mensen die antidepressiva slikken meestal al privé-problemen hebben. Ze zijn psychisch instabieler. Soms is dan een klein vonkje genoeg. Verkes ziet daarom de eerste vrijspraak met dit argument nog niet snel plaatsvinden in Nederland: ‘We blijven het toetsen als de rechter erom vraagt. Ik denk dat dat goed is, want iedereen reageert anders. Het is een lastig grijs gebied omdat je nooit voor honderd procent kunt zeggen dat het zonder deze medicatie niet gebeurd was.’ Misschien is de rechter ook bang voor precedent. Spreekt hij er één vrij, dan willen nog heel veel meer schapen over die dam. Q
Quest Psychologie
33
vraag & antwoord
vraag
Waarom presteer je beter als je wordt aangemoedigd? vraag
Kun je richtingsgevoel trainen? antwoord
►► Dat kan zeker, bleek uit een studie onder taxichauffeurs in Londen. Zij moeten ruim 25.000 straten en duizenden belangrijke plekken uit hun hoofd leren. Hersenonderzoekers van University College London ontdekten dat chauffeurs na het stampen van die informatie meer grijze stof in het achterste deel van de hippocampus hadden. Dat was een aanwijzing dat hun richtingsgevoel was verbeterd: grijze stof bevat de zenuwcellen waarmee ons brein informatie verwerkt en in de hippocampus slaan we informatie op over onze ruimtelijke omgeving. De onderzoeksgroep van hersenonderzoeker Gabriele Janzen (Radboud Universiteit) was benieuwd of richtingsgevoel ook op korte termijn te trainen valt. Proefpersonen speelden een week lang elke dag een half uur een computerspel waarin ze locaties moesten onthouden en terugzoeken. Na afloop waren ze beter in locaties onthouden én gebruikten ze hun hippocampus meer. Om er profijt van te hebben, zouden ze het spel waarschijnlijk wel moeten blijven spelen. Bij taxichauffeurs nam het volume van de hippocampus na hun pensioen weer af. Richtingsgevoel aanleren werkt als het trainen van spieren: gebruik je het niet, dan verslapt het weer. ◄◄
34
Quest Psychologie
antwoord
►► Uit verschillende onderzoeken onder sporters blijkt dat ze harder werken als ze worden aangemoedigd. Wie zich gesteund voelt door anderen, zet graag een tandje bij. Maar kreten als ‘kom op! Je kunt het!’ vanaf de zijlijn leiden niet altijd tot betere prestaties. Onderzoekers van de Amerikaanse Trinity University ontdekten dat aanmoedigen vooral een positief effect heeft op inspanning. Het helpt mensen extra hun best te doen, bijvoorbeeld als ze er even doorheen zitten tijdens een wedstrijd. Maar als iemand ook zonder aanmoediging al erg gemotiveerd is, kan gejuich vanaf de tribune juist averechts werken: de sporter is zich ineens erg bewust van het feit dat mensen kijken. En dan kan de druk om te presteren té groot worden, waardoor hij juist steken laat vallen. Of dat gebeurt, verschilt per persoon. Wie zich goed kan focussen op zichzelf, schakelt externe afleidingen zoals het gejoel vanaf de tribune op spannende momenten gewoon uit. ◄◄
vraag & antwoord
vraag
Waarom lachen vrouwen vaker dan vrouwen? antwoord
►► De Amerikaanse onderzoeker Robert Provine liet studenten dagboekjes bijhouden over hun lachgedrag en luisterde ruim 1200 gesprekken af in openbare gelegenheden. Hij ontdekte dat we vooral in gezelschap lachen en dat vrouwen 126 procent vaker lachten dan mannen. Mannen ontvingen juist vaker een lach van hun gesprekspartner. Provine besloot dieper in dat fenomeen te duiken door contactadvertenties uit
kranten uit te pluizen. Mannen bleken zichzelf vaker als humoristisch te presenteren. Vrouwen zochten juist twee keer vaker een man met humor dan dat zij zichzelf grappig noemden. Blijkbaar hechten vrouwen belang aan een man die hen aan het lachen kan maken en doen mannen hun uiterste best daaraan te voldoen. Volgens sommige wetenschappers ligt dat aan de sociale norm: van vrouwen wordt verwacht dat ze
aardig en vriendelijk overkomen. Dan helpt het om af en toe te grinniken en te glimlachen. Het verschil is daardoor vooral merkbaar in gesprekken. Kijken mannen naar een comedy of andere grappige situaties, dan kunnen ze net zo gemakkelijk in de lach schieten als vrouwen. ◄◄
Quest Psychologie
35
vraag & antwoord
vraag
Waarom moet je altijd eerst het huis schoonmaken, de was ophangen en de afwas wegwerken voordat je aan de administratie begint? antwoord
►► Dat we lastige taken graag zo lang mogelijk uitstellen, is niet zo heel vreemd. Maar waarom gaan we dan stofzuigen? Je zou denken dat er leukere afleidingen zijn. Wetenschappers van Carlton University (Canada) opperen dat schoonmaken ons het gevoel geeft dat we toch een beetje verantwoord bezig zijn, zelfs al negeren we een
36
Quest Psychologie
belangrijke taak met naderende deadline. Ze vroegen studenten zowel schoonmaakwerk als een taak die hoog op hun to-do-lijst stond te beoordelen met een vragenlijst. De studenten zagen de to-do-taak als belangrijker en ze verwachtten dat de opluchting na het afronden groter zou zijn dan na een poetsklusje. Maar die belangrijke taak
werd ook gezien als saaier, lastiger en stressvoller. Blijkbaar voelt het dan prettiger en veiliger om eerst even de handen uit de mouwen te steken in het huishouden. De onderzoekers willen nog uitzoeken of de ene huishoudelijke klus meer uitstelvoldoening geeft dan de andere – en of daarin verschillen tussen mannen en vrouwen zitten. ◄◄
vraag & antwoord
vraag
Hebben we in de winter meer slaap nodig dan in de zomer? antwoord
►► Het is lastig te meten of we meer behoefte aan slaap hebben. Maar het staat wel vast dat we in de winter gemiddeld langer slapen dan in de zomer. Ton Coenen, emeritus-hoogleraar biologische psychologie (Radboud Universiteit) en schrijver van het boek Het slapende brein, legt uit dat dat komt doordat het eerder donker wordt in de winter. Zodra de zon is ondergegaan, maken we melatonine aan. Dat hormoon werkt als een soort timer: tijd om te slapen. Geleidelijk daalt de lichaamstemperatuur en treedt ons slaapsysteem in werking. En als het ’s ochtends licht wordt, daalt het melatonineniveau weer, stijgt de lichaamstemperatuur en worden we wakker. Zouden we geen lampen aan doen, dan zouden we volgens Coenen in de winter ongeveer een uur langer slapen dan in de kortere zomernachten. ‘Maar ik schat dat er met kunstlicht nog steeds wel een half uur verschil is. De neiging om eerder naar bed te gaan als het al om vijf uur donker wordt, blijft gewoon bestaan.’ ◄◄
vraag
Kun je je ogen echt verbeteren door oefeningen te doen? antwoord
►► Oogtraining wordt aangeboden bij allerlei klachten, zoals oogvermoeidheid, bijziendheid, problemen met dieptezicht, oogbewegingsproblemen en zelfs dyslexie en leerproblemen. Maar helpt dat nou echt? Daarover zijn de meningen onder zorgverleners verdeeld. Uit navraag bij de Optometristen Vereniging Nederland (OVN) blijkt dat er eigenlijk maar één aandoening is waarbij oogspecialisten weten dat oefenen nut heeft: convergentie-insufficiëntie (CI). Dit is een oogcoördinatiestoornis waarbij iemand het oog niet goed richting neus kan draaien, een beweging die we maken om dingen van dichtbij te bekijken. Mensen met CI kunnen klachten krijgen als hoofdpijn of wazig zicht bij lezen. CI-oogtraining bestaat uit verschillende oefeningen. Een simpel voorbeeld: de patiënt houdt een pen op armlengte voor zich en blijft ernaar kijken terwijl hij hem langzaam richting zijn oog beweegt. Optometrist Marten Fortuin vertelt dat training CI niet geneest, maar de oogcoördinatie wel kan verbeteren. Ook kan het de klachten met twintig tot 42 procent verminderen, bleek uit een studie uit 2005 van een ooginstituut in Philadelphia. ◄◄
Quest Psychologie
37
vraag & antwoord
vraag
Waarom denken mensen dat ze tijdens het fietsen met hun smartphone bezig kunnen zijn? antwoord
►► Waarschijnlijk omdat ze hun eigen multitask-vaardigheden overschatten. Amerikaanse psychologen van de University of Utah vroegen een paar jaar geleden aan ruim 300 studenten hoe vaak ze met hun telefoon achter het auto stuur zaten. En hoe goed ze dachten dat ze konden multitasken. Vervolgens deden ze een multitask-opdracht waarin ze tegelijkertijd rekensommen en een geheugentaak kregen. Degenen die zeiden dat ze goed waren in multitasken en vaak hun telefoon gebruikten in het verkeer bleken juist níet degenen die goed scoorden op de rekengeheugentaak. De onderzoekers vonden bovendien een verband tussen impulsiviteit en een slechte score op de multitask-test. Wie impulsief is, laat zich volgens de onderzoekers sneller afleiden van een taak. Dus degenen die dénken dat ze prima tegelijkertijd kunnen fietsen en whatsappen, vinden het misschien juist moeilijk om piepjes van appberichten te negeren en zich alléén op het verkeer te concentreren. ◄◄
38
Quest Psychologie
vraag
Waarom smaakt iets vies als je een andere smaak verwacht? antwoord
►► Wat we proeven, is voor een groot deel gebaseerd op wat we zien, horen of denken te weten over datgene wat we in onze mond stoppen. Voor een onderzoek van de University of Sussex uit 2008 kregen mensen schepijs met zalmsmaak voorgeschoteld. Als het gepresenteerd werd als schepijs dan vonden ze het smerig smaken. Bij ‘ijs’ denk je aan zoetigheid, niet aan iets hartigs zoals zalm. Toen de onderzoekers hetzelfde gerecht ‘bevroren hartige mousse’ noemden, ging het er bij de proevers stukken beter in. Onderzoekers proberen nu te ontdekken hoe dat werkt in het brein. Zo lieten hersenonderzoekers van Yale University proefpersonen smaakloos of gezoet water drinken. Gaven ze vooraf onjuiste informatie over de smaak, dan ontstond onder andere meer activiteit in hersengebieden die betrokken zijn bij ons smaak-, aandachts- en beloningssysteem. Blijkbaar besteedt ons brein meer aandacht aan het identificeren en beoordelen van onverwachte smaken. Misschien is de vieze smaak die je proeft dus een seintje van het brein om alerter te zijn op wat je naar binnen werkt – en of die onbekende versnapering wel veilig is. ◄◄
vraag & antwoord
vraag
Waarom zijn mensen uit het ene land luidruchtiger dan mensen uit het andere land? antwoord
►► Dat hangt niet alleen af van cultuur, maar ook van de situatie en persoonlijke factoren. Een gepensioneerd Nederlands stel zal aan een Spaanse costa door locals minder snel als luidruchtig worden gezien dan een groep feestvierende Nederlandse jongeren. Maar als Spanjaarden heel veel rumoerige Nederlanders tegenkomen, dan kan het idee ontstaan dat alle Nederlanders luidruchtig zijn. Wat bij dat soort stereotypen kan meespelen, is hoe een cultuur aankijkt tegen stemvolume. Japanners zien hard praten bijvoorbeeld als een teken van slechte manieren, terwijl het in het MiddenOosten staat voor kracht en oprechtheid. Over de Amerikanen, aan wie het imago van luidruchtigheid vrij hardnekkig kleeft, bestaan verschillende theorieën. Staan ze door al die ruimte in hun land graag verder uit elkaar? Of komt het doordat ze van jongs af aan leren dat ze zichzelf moeten durven uiten? Er is ook een praktischer theorie: de muziek in Amerikaanse restaurants en kroegen staat altijd zo hard dat Amerikanen gewoon gewend zijn geraakt aan luidkeels praten tijdens het uitgaan. Dus ook als ze aan een Spaanse costa zitten. ◄◄
vraag
Waarom is het fijn om te klagen? antwoord
►► Soms klagen we om iets van een ander gedaan te krijgen, bijvoorbeeld als we ons geld terug willen voor een kapot product. Maar vaak is het gemopper een manier om irritatie te verwoorden: we balen dat we net kletsnat zijn geworden in een regenbui of dat de cassière in de supermarkt een beetje onvriendelijk deed. Zouden we er niet over praten, dan kroppen we die gevoelens van frustratie op. Als we er over klagen tegen een meelevende vriend of collega kunnen we het daarna vaak gemakkelijker achter ons laten. En soms is klagen gewoon een goede manier om het ijs te breken. Stel dat je in een vergaderzaal met een onbekende zit te wachten op de andere deelnemers. Dan kunnen de verkeersfiles van die ochtend of de smerige automaatkoffie een dankbaar onderwerp zijn om met elkaar aan de praat te raken. ◄◄
Quest Psychologie
39
brein
Zingen en sporten tegen Alzheimer De ontdekker van de ziekte van Alzheimer overleed honderd jaar geleden. Een medicijn is nog niet gevonden. Maar met sport, zang, speciale trainingen en veel inlevingsvermogen is het steeds beter mogelijk om het leven van patiënten te rekken en dragelijker te maken. TEKST Dennis Rijnvis
‘H
et begon ermee dat mijn moeder afspraken vergat. Als we met de kinderen bij haar op bezoek gingen, was ze dat vaak totaal vergeten. Dan werd ze zelfs boos, ze had het gevoel dat we zomaar onaangekondigd op de stoep stonden.’ Bij de moeder van de schrijver en wetenschapsjournalist Koos Neuvel werden ruim tien jaar geleden de eerste symptomen van de ziekte van Alzheimer vastgesteld. Hij wist in eerste instantie niet goed wat hij met de diagnose aan moest. Zijn moeder bleef ontkennen dat ze ziek was. ‘Het lag niet aan haar vergeetachtigheid, maar aan ons. Ik wist toen nog heel weinig over alzheimer. Ik
40
Quest Psychologie
vroeg me af hoe ver de wetenschap was met de zoektocht naar een medicijn, maar vooral ook wat de beste manier was om met mijn moeder om te gaan.’
Brein als gatenkaas
De ziekte van Alzheimer werd in 1901 voor het eerst beschreven door de Duitse psychiater Alois Alzheimer. Hij stuitte in een verpleeghuis in Frankfurt op de vijftigjarige Auguste Deter. Ze was haar achternaam vergeten en ze kon zich niet meer herinneren dat ze getrouwd was. Ook had de vrouw moeite om alledaagse dingen te benoemen: ze herkende zelfs haar eten niet meer. Na een ziekbed van drie jaar overleed Deter en bekeek
»
brein
Quest Psychologie
41
brein
‘Mijn moeder denkt dat ze niet in een verpleeghuis zit, maar in een hotel. Ik ga daar niet tegenin’ »
Alzheimer haar hersenen onder een microscoop. Wat hij zag, liet hem niet meer los: de hersenschors van Deter was bezaaid met bruine klontjes en op veel plaatsen was het weefsel afgestorven. In haar brein waren letterlijk gaten ontstaan. De arts Alzheimer overleed in 1915, maar het onderzoek naar de aandoening die hij op het spoor kwam, is honderd jaar na zijn dood nog in volle gang. Wat hebben al de studies opgeleverd? Is er al enig uitzicht op een medicijn? En zijn de symptomen van alzheimer al enigszins te verzachten voor de patiënten en hun naasten? De klontjes die Alois Alzheimer in de hersenen van Auguste Deter aantrof, vormen zich in het brein van bijna alle patiënten. Dat is gebleken uit talloze hersenonderzoeken, vertelt Marc Petit, directeur van de Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek. ‘Het zijn opeenhopingen van eiwitten, afvalstoffen die eigenlijk helemaal niet in het brein thuishoren en ervoor zorgen dat hersencellen
42
Quest Psychologie
afsterven.’ Bij gezonde mensen komen deze plaques van eiwit dan ook niet of nauwelijks voor in de hersenen. ‘Maar waarom de eiwitplaques bij mensen met alzheimer wel ontstaan, vaak al jaren voordat de ziekte zich manifesteert, dat weten we nog steeds niet.’ Onder invloed van de afvalstoffen verandert het brein van alzheimerpatiënten uiteindelijk in een gatenkaas, net als bij Deter. ‘De open ruimtes in het hersenweefsel vallen bij iedereen op andere plekken, maar de gevolgen zijn vergelijkbaar’, vertelt Petit. ‘Mensen houden steeds minder hersencellen over die hetzelfde werk moeten doen. Ze krijgen daardoor moeite met het onthouden van dingen en ze kunnen op een gegeven moment niet meer helder nadenken.’
Onherkenbare vissticks
Mensen die lijden aan de ziekte hebben bij geheugensteuntjes dan ook weinig baat, zo weet Koos Neuvel inmiddels uit ervaring. Neuvel moest zijn moeder enkele jaren geleden naar een verpleeg-
huis brengen en hij schreef twee boeken over alzheimer. Een van de dingen die hij leerde in die periode, was dat het geen kwaad kan een beetje mee te gaan in de waanbeelden van patiënten. ‘Mijn moeder denkt dat ze in een hotel verblijft en niet in een verpleeghuis. Ze vertelt me vaak dat ze personeel heeft dat de tafel voor haar dekt en eten kookt. En ik ga daar niet tegenin. Mede daardoor is ze vaak in een goed humeur.’ De ziekte van Alzheimer verloopt bij de ene patiënt sneller dan bij de ander, maar de aftakeling gaat globaal gezien in drie fases, aldus Petit. ‘In de beginfase vergeten mensen veel kleine dingen. Ze herinneren zich afspraken niet of ze vragen steeds hetzelfde.’ Naarmate meer hersencellen afsterven, begint ook het oriëntatievermogen te haperen. ‘Soms weten patiënten even niet meer waar ze zijn, ze kunnen bijvoorbeeld de weg naar huis niet vinden vanuit de stad. Ook het herkennen van gezichten wordt lastiger.’ In de laatste fase krijgen patiënten ook lichamelijke klachten. ‘Het brein stuurt namelijke alle organen in je lichaam aan. Sommige mensen worden incontinent, anderen krijgen slaapproblemen of raken invalide. Vaak sterven patiënten uiteindelijk omdat ze niet meer eten.’ Meedenken met alzheimerpatiënten, dat is ook volgens Marc Petit een van de meest succesvolle methoden om het leven van patiënten dragelijk te houden. ‘Mensen steeds vragen welke dag het ook alweer is, helpt niet. Je denkt misschien dat je er hun geheugen mee traint, maar ze raken er alleen maar gefrustreerd van als ze het goede antwoord niet weten. Je kunt ze beter vragen stellen over iets in het hier en nu. Heb je het naar je zin? Is het eten lekker? Vind je de muziek leuk?’ Verzorgers kunnen het best proberen de wereld te bekijken door de ogen van de patiënt. Het is namelijk een bekend probleem dat mensen met alzheimer het voedsel op hun bord slecht herkennen
brein
Alzheimer of dementie? en daardoor weigeren ze het te eten. ‘Een vistick zullen ze door de hoekige vorm niet zo snel als eten herkennen, maar een gebakken visje nog wel. Het is handig om daar rekening mee te houden’, zegt Petit. ‘Dan blijven mensen langer goed eten en takelen ze minder af.’
Leren koffiezetten
Toch is de afloop van de ziekte van Alzheimer bij iedereen hetzelfde: de dood. Wetenschappers slagen er niet of nauwelijks in om de aandoening te bestrijden, omdat de oorzaak nog altijd onduidelijk is. Het meest veelbelovend zijn experimentele medicijnen die helpen om het overschot aan eiwit in het brein van de patiënt af te breken. ‘In sommige gevallen lukt het om het verloop van de ziekte op deze manier een klein beetje te vertragen, maar het is nog lang niet genoeg’, zegt Petit. Behandeling zonder medicijnen is in sommige gevallen zelfs effectiever. Patiënten kunnen soms eenvoudige handelingen, zoals koffie zetten, weer leren, nadat ze die eerder zijn vergeten. Het geheim: speciale trainingen die zijn gebaseerd op nieuwe inzichten in de werking van het menselijk geheugen. ‘Normaal gesproken gebruiken we bij taken als koffie zetten ons episodisch geheugen’, zegt Neuvel. ‘Iemand legt ons het proces van koffie zetten uit, zodat we het begrijpen en daardoor kunnen nadoen. Maar het hersendeel dat we hiervoor nodig hebben, is vaak een van de eerste dingen die worden aangetast door alzheimer.’ Patiënten leerden opnieuw koffie zetten door middel van hun motorisch geheugen, het hersendeel dat we gebruiken voor ingestudeerde bewegingen, zoals het strikken van je veters. ‘Hun begeleider liet ze het hele proces tientallen keren herhalen, stap voor stap. Net zo lang totdat ze het op de automatische piloot deden, net als veters strikken.’
D
e termen dementie en ziekte van Alzheimer worden vaak door elkaar gehaald. Toch is er een verschil. Dementie is een verzamelnaam voor meer dan vijftig ziektes waarbij achteruitgang van het brein inzet door het afsterven van hersencellen. Bij al deze aandoeningen treden verschijnselen als geheugenverlies, minder goede oriëntatie en taalproblemen op. Alzheimer is één van die ziektes en het is de meest voorkomende variant van dementie. Maar er zijn veel meer vormen met heel andere oorzaken, zoals vasculaire dementie (waarbij er een storing optreedt in de bloedvoorziening van het brein) en fronotemporale dementie, waarbij hersencellen opzwellen en daardoor afsterven.
Sporten en museum
Er zijn nog meer lichtpuntjes bij de bestrijding van alzheimer. Mensen die nu tussen de zestig en negentig jaar oud zijn, lijken iets minder kans te hebben om alzheimer te krijgen dan mensen die deze leeftijd tien jaar geleden bereikten. Dat blijkt uit een studie van de Erasmus Universiteit Rotterdam waarbij wetenschappers vanaf 1990 een groep van 15.000 ouderen volgden. Het is gissen naar een verklaring. Volgens de onderzoekers wordt het brein van ouderen nu mogelijk minder snel aangetast omdat ze eerder medicijnen krijgen om hun cholesterol en bloeddruk te verlagen. ‘En een goede bloedtoevoer naar het brein zou de kans op dementie wel eens sterk kunnen verminderen’, zegt Koos Neuvel. Ook zijn er wat aanwijzingen dat lichamelijke beweging en intellectuele uitdaging bescherming kan bieden tegen de ziekte van Alzheimer. Onderzoekers van de Københavns Universitet (Denemarken) lieten 200 mensen die net waren
gediagnosticeerd met alzheimer een intensief fitnessprogramma volgen. Ze bleken minder hard achteruit te gaan dan mensen die niet aan sport deden. Andere onderzoeken tonen aan dat mensen die hun hersenen stimuleren met kruiswoordpuzzels, museumbezoek en een goede opleiding de ziekte op latere leeftijd ontwikkelen. ‘Je zou de hersenen kunnen zien als een spier die je kunt trainen, zodat hij minder snel wordt aangetast door alzheimer’, zegt Petit. Toch zijn kruiswoordpuzzels en sport geen wondermiddelen. Definitief bewijs dat dit soort activiteiten de kans op alzheimer verkleinen laat nog op zich wachten. ‘De ziekte is ons twee stappen voor. Er is meer onderzoek nodig. Zo lang we de oorzaak niet kennen, zullen we ook geen echt effectieve bestrijding ontwikkelen’, zegt Petit. Toch moet de kracht van nieuwe inzichten niet worden onderschat. Koos Neuvel geniet het meest van bezoekjes aan zijn moeder als ze deelneemt aan muziektherapie, waarbij ze kinderliedjes zingt. Met deze behandeling wordt de ziekte weliswaar niet actief bestreden, maar alzheimerpatienten worden er wel vrolijker en rustiger van. ‘De liedjes die we hebben geleerd tijdens ons leven, zijn een van de dingen die het langst bewaard blijven in ons brein’, vertelt Neuvel. ‘Dat kun je ook zien. Op momenten dat mijn moeder zingt is ze heel vrolijk, ze geniet dan echt, alsof ze weer even helemaal haar oude zelf is.’ Q
Meer info: Alzheimer onderzocht, Koos Neuvel, Uitgeverij Lannoo, € 29,99: de laatste inzichten over de ziekte overzichtelijk op een rij gezet.
Quest Psychologie
43
‘In Pakistan, Saoedi-Arabië en Iran bestaan sites zoals De Speld. Maar wij herkennen ze niet’ Sterk staaltje griezelen
We geloven maar al te graag allerlei broodjes aap, of het nou gaat om Roemeense kinderlokkers of zogenaamde bizarre gewoonten in islamitische landen. ─ p. 52
44
Quest Psychologie
voelen
Quest Psychologie
45
media
Tv-deskundigen onder de loep
De nieuwe Peter R. Sommige deskundigen zijn niet van de buis af te slaan, terwijl anderen nooit worden gevraagd. Welke eigenschappen moet je hebben om deskundoloog te worden? TEKST Berry Overvelde
A ‘
lweer Peter R. de Vries? Konden ze niemand anders vinden die hier verstand van heeft?’ Het zal iedereen opvallen dat bepaalde mensen aan de lopende band mogen opdraven om hun expertise te etaleren in tv-programma’s. Van luchtvaartkenner Benno Baksteen die steevast in beeld komt als ergens een vliegtuig uit de lucht is gevallen, tot Peter R. de Vries die, nou ja, altijd en overal mag aanschuiven. Wat er ook gebeurt. En zelfs als er niets gebeurt. Wat als
46
Quest Psychologie
»
xxxxxxxxx
Quest Psychologie
47
media
Kijken en turven
O
m te ontdekken wie op televisie komt als deskundige, bekeken we de uitzendingen van de talkshows DWDD, RTL Late Night en Pauw uit week 20 (van maandag 11 tot en met vrijdag 15 mei). Dat was de laatste week van het vorige tv-seizoen waarin al deze drie programma’s alleen maar ‘reguliere’ uitzendingen hadden. Daarnaast kozen we vijf nieuwsgebeurtenissen uit 2015 en keken welke deskundigen daarover mochten komen vertellen in Nieuwsuur en EenVandaag: de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs op 7 januari, de crash van het Germanwings-vliegtuig boven de Alpen op 24 maart, het akkoord tussen Griekenland en de rest van de EU op 13 juli, de aankomst van de ruimtesonde New Horizons bij Pluto op 14 juli en het ongeluk met de bouwkranen en een brugdeel in Alphen aan den Rijn op 3 augustus. Dat leverde een lange lijst gasten op. Maar: niet iedereen die te gast was, was deskundige. Zo kwamen er ook mensen langs om een nieuwe voorstelling of film te promoten, of om te praten over een privé-onderwerp. Als we zulke gasten niet meetellen, leverden de 25 bekeken uitzendingen 55 verschillende deskundigen op.
»
iemand best veel verstand heeft van een bepaald onderwerp, of het nu luchtvaart, misdaad of iets anders is, maar nooit gebeld wordt? Hoe zorg je dan dat televisieprogramma’s hem in de toekomst wel bellen? Hoe wordt iemand, kortom, de nieuwe Peter R. de Vries?
Peter mag altijd
Want dat is de deskundige aller deskundigen: Peter R. de Vries. Niemand schuift zo vaak aan bij zoveel verschillende praatprogramma’s als hij, zo bleek afgelopen zomer uit een onderzoek van LJS Nieuwsmonitor in opdracht van NRC Handelsblad. In het tv-seizoen 2014/2015 was hij in totaal 22 keer te gast in de bekendste talkshows. Hij liet daarbij mensen zoals Jan Mulder, ex-politica Myrthe Hilkens, Arjen Lubach en Sywert van Lienden ver achter zich. Zelf snapt hij het wel, liet hij in augustus aan NRC weten. Want: ‘Ik lever altijd.’ De meeste deskundigen komen regelmatig op de buis, blijkt uit een klein onderzoek dat wij uitvoerden (zie ook de kaders Kijken en turven en Zapcijfers). Al turvend keken we DWDD, RTL Late Night, Pauw, Nieuwsuur en EenVandaag. Dat leverde een lijst met 55 deskundigen op. Waarschijnlijk was Peter R. de Vries net die week op vakantie, want hij ontbreekt gek genoeg op onze lijst. Van die 55 waren er 48 al vaker op televisie geweest. Sommigen zelfs veel vaker, zoals John van den Heuvel en Rob de Wijk. Wat hebben die vaste gasten gemeen?
Verstand van zaken
‘Peter R. de Vries weet alles van misdaad. En van voetbal, want hij is voetbalmakelaar. En van politiek, omdat hij ooit een partij wilde oprichten’ 48
Quest Psychologie
Je moet natuurlijk ergens verstand van hebben. Maar je hoeft echt geen hoogleraar te zijn. Neem onze opperdeskundige Peter. Nico Arends is samensteller bij RTL Late Night, waar Peter R. de Vries vorig seizoen vijf keer te gast was: ‘Hij verkoopt nooit onzin. Misdaad is zijn dossier, wat dat betreft weet hij van de hoed en de rand.’ Maar niet alleen misdaad is zijn dossier. Hij mag ook regelmatig zijn licht laten schijnen over voetbal en politiek. Ook daar heeft hij kennelijk veel verstand van (hij is voetbalmakelaar, en overwoog ooit een politieke partij op te richten). Ander voorbeeld: presentatrice Sofie van den Enk schoof tijdens onze onderzoeksweek aan bij Jeroen Pauw om te komen praten over de aanstaande Amerikaanse presidentsverkiezingen. Zij heeft namelijk amerikanistiek gestudeerd, vandaar. Van de 55 tv-deskundigen die wij turfden zijn er acht onderzoeker. Maar liefst zeventien deskundigen (31 procent) zijn journalist of tv-presentator. Zij mochten
media
onderwerpen becommentariëren die uiteenliepen van het Songfestival (Carlo Boszhard) tot de Griekse crisis (Jort Kelder). Twaalf experts hebben een creatief beroep, zoals schrijver, muzikant of cabaretier. Samen zijn de journalisten, presentatoren, cabaretiers en andere creatievelingen in ons onderzoek dus goed voor meer dan de helft van alle deskundigen die op tv verschijnen. Dat verbaast Nel Ruigrok (LJS Nieuwsmonitor en Erasmus Universiteit Rotterdam) niets. ‘Er zitten zelden échte experts. Daarmee bedoel ik mensen die een onderwerp jarenlang hebben bestudeerd, en het ook echt kunnen duiden.’ Sterker nog: ‘Je kunt rustig zeggen dat deskundigheid van ondergeschikt belang is bij het duiden van inhoudelijke zaken op tv.’ Maar Arends wil benadrukken dat hij en zijn collega’s deskundigheid wel degelijk belangrijk vinden. ‘Voor RTL Late Night ben je bijvoorbeeld ook deskundige als je iets zelf hebt meegemaakt. Als je bijvoorbeeld met je neus bovenop het vallen van de brug stond in Alphen aan den Rijn.’ De gewone man dus, ‘wellicht in combinatie met iemand die het wat meer verdieping kan geven.’
Dr. Clavan
‘P
Veel oude mannen
Boekenkennis is dus niet zaligmakend, persoonlijke ervaring telt ook. Er zijn meer factoren die lijken te tellen. Zo is 84 procent van ‘onze’ experts man. Uit een eerder Nieuwsmonitor-onderzoek kwamen soortgelijke cijfers naar voren: 78 procent van alle mensen die in talkshows aan het woord komen, is man. RTL Late Night had nog de meeste vrouwen, met 32 procent. Ruigrok: ‘En dat terwijl de publieke omroep een actief beleid heeft om meer vrouwen op tv te krijgen. Nou, dat lukt dus niet.’ Dat komt waarschijnlijk doordat vrouwen minder snel ja zeggen op een uitnodiging en doordat er minder vrouwen dan mannen belangrijke posities bekleden in onze maatschappij. Arends: ‘Vrouwen zijn vaak bescheidener dan mannen, ze zeggen vaak: ach, mijn mannelijke collega weet er meer vanaf’. Dit kan een buitenkans zijn voor vrouwelijke deskundigen in spe: tv-redacties zitten misschien wel te springen om leuke, deskundige vrouwen. Arends: ‘Een mix van jong en oud, actualiteit, entertainment en human interest en ook van man en vrouw, dat is voor ons de perfecte tafel.’ Ook opvallend: bijna de helft van de gasten is vijftig jaar of ouder, en maar een paar procent is jonger dan dertig. En: 21 van hen heeft ooit een boek geschreven (een boek schrijven lijkt dus een prima middel om je naam als expert te vestigen), en zo’n tweederde komt uit
»
olen, Hongarije en Tsjechoslowakije willen liever vandaag dan morgen in de NAVO (…) Maar hoe staat het met de andere Oostbloklanden? Dat vragen we aan Oost-Europadeskundige dr. Clavan. Goedenavond, dr. Clavan.’ In beeld verschijnt een stoffige, lispelende man met vlinderdas en een wollen jasje met visgraatmotief. ‘Ik denk dat Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije liever vandaag dan morgen in de NAVO zouden willen.’ De andere interviewer neemt het woord: ‘In feite denkt u dat een dubbel zo grote NAVO moeilijk in de hand is te houden.’ Dr. Clavan: ‘Nou, ik denk dat een dubbel zo grote NAVO niet meer in de hand is te houden.’ Interviewer één: ‘Nee, je krijgt trage besluitvorming, ellenlange procedures…’ Dr. Clavan: ‘Wat krijg je? Je krijgt trage besluitvorming, ellenlange procedures…’ En zo ging het altijd met Dr. Clavan. Hij voegde nooit iets toe aan een gesprek. Waarom werd hij dan tussen 1989 en 1993 toch keer op keer opgetrommeld in het tv-programma Keek op de Week? Keek op de Week was een satirisch programma van Kees van Kooten en Wim de Bie. Met Dr. Clavan persifleerden zij deskundologen in actualiteitenprogramma’s die, volgens hen, vaak bar weinig te melden hadden.
Quest Psychologie
49
xxxxxxxxx
50
Quest Psychologie
media
»
de Randstad (is een grotere reisafstand naar de studio een obstakel?). Maar, zelfs als je verstand van zaken hebt, oud bent, van het mannelijk geslacht, in de Randstad woont en ook nog eens een boek hebt geschreven, dan is het nog geen garantie dat een tv-redactie je geschikt vindt als deskundige. Daar is nog iets anders voor nodig.
Ventileer je mening
Ruigrok vindt het niet zo gek dat programma’s weinig onderzoekers en politici aan het woord laten, en veel journalisten en cabaretiers. ‘Dat zijn mensen die goed gebekt zijn en vooral niet al te genuanceerd zijn.’ Die eigenschappen, daar zijn redacties volgens haar vooral naar op zoek. Arends bevestigt dat het fijn is dat iemand zoals Peter R. de Vries ‘een scherpe mening heeft, zich ergens over durft uit te laten.’ Iemand moet volgens hem ook ‘mediageniek’ zijn. Hoe kom je er nu achter of iemand dat is? Arends legt uit hoe hij en zijn collega’s te werk gaan wanneer ze iemand uitnodigen die nog niet eerder bij Humberto Tan aan tafel heeft gezeten. ‘Het is altijd spannend, een nieuwe gast. Dan ga je niet over één nacht ijs. Je kijkt in archieven: is hij ergens anders misschien al een keer te gast geweest? Hoe komt hij daar uit de verf? Komt hij goed uit zijn woorden?’ Daarnaast houden tv-makers steevast een voorgesprek met een potentiële gast. Ook met vaste klanten als Peter R. de Vries, maar bij nieuwe gasten duurt zo’n gesprek beduidend langer, aldus Arends. ‘Dat zijn allemaal zaken op basis waarvan je overgaat tot een definitieve uitnodiging.’ En dan kan het nog gebeuren dat een zorgvuldig geselecteerde gast op tv niet goed uit zijn woorden komt omdat hij, bijvoorbeeld, te veel onder de indruk is van de studio, de lampen en camera’s of de presentator. In zo’n geval kun je een tweede uitnodiging wel op je buik schrijven. ‘Aan de andere kant is het des te leuker wanneer het wel goed uitpakt. Als er een leuk gesprek plaatsvindt, als Humberto Tan een klik heeft met de gast, als die goed uit zijn woorden komt en leuk uit de hoek komt.’ Dan mag je later misschien wel terugkomen in een volgende uitzending. En later nog eens. En nog eens. Net zo lang tot de tv-kijker niet meer om je heen kan. Net als bij Peter R. de Vries. Q
‘Een nieuwe gast kan dichtklappen of gaan stamelen, en vormt dus een risico’
Zapcijfers ►
55
deskundigen kwamen voorbij in 25 tv-uitzendingen die wij turfden.
46
► deskundigen (84 procent) waren man, 9 deskundigen vrouw. ►
►
17
gasten (31 procent) waren journalist of presentator, 12 hadden een creatief beroep zoals cabaretier of muzikant (22 procent), 8 waren onderzoeker (15 procent), 5 waren politicus, nog eens 5 kwamen uit het bedrijfsleven, en 8 hadden een ander beroep, van arts tot kraanmachinist.
4 experts (7 procent) waren jonger dan
30 jaar. De meeste deskundigen zijn vijftiger (12, oftewel 22 procent) of zestigplusser (14, oftewel 25 procent). Van 3 deskundigen was de leeftijd onbekend.
►
38 deskundigen (69 procent) komen voor zover bekend uit de Randstad, 5 uit het buitenland en de rest uit ‘de provincie’.
46
►
deskundigen (84 procent) waren al eerder op tv geweest, 9 deskundigen maakten hun tv-debuut.
►
van de experts (38 procent) hebben minstens een boek op hun naam staan.
21
Quest Psychologie
51
cultuur
Sterk O staaltje griezelen Als de avonden lengen, gaat er niks boven een goed griezelverhaal. Al eeuwen vertellen we elkaar verhalen onder de noemer ‘waargebeurd’. Met welke urban legends vermaken mensen zich tegenwoordig? TEKST Margot Smolenaars ILLUSTRATIES Cliff Mills
52
Quest Psychologie
p een mooie zaterdagochtend in mei fietst Greg Steinberg met zijn mountainbike een afgesloten pad op in Waukesha, Wisconsin. Aan de kant van de weg ligt iemand. Het is een meisje en ze zit onder het bloed. ‘Help me’, fluistert ze, ‘ik ben neergestoken.’ Steinberg belt het alarmnummer en de twaalfjarige Payton Leutner wordt in razende vaart naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gereden. Daar proberen chirurgen in een operatie van zes uur de schade van negentien steekwonden te repareren. Ondertussen zoeken de agenten in het bos waar Payton gevonden werd naar haar twee vriendinnen, Morgan en Anissa, die nog steeds spoorloos zijn. Als ze de twee vinden, ontspint zich een bizar verhaal. Morgan Geyser en Anissa Weier hadden een vooropgezet plan: Payton moest dood, alleen zo konden ze de beruchte Slender Man afweren. Hij had gedreigd hun familie te vermoorden als ze Payton zouden laten leven. Morgan en Anissa staan terecht voor poging tot moord. Ze worden als volwassenen berecht, en de hamvraag tijdens die rechtszaak wordt: geloofden de twee meisjes oprecht dat Slender Man hun familie zou afslachten? Of gebruikten ze deze fictieve internetg riezel als excuus voor hun gruweldaad?
Open source horror
Die Slender Man bestaat helemaal niet. Hij is op 10 juni 2009 ‘geboren’ op het forum Something Awful. Ene ‘Victor Surge’ plaatste op die dag een bewerkte foto van een groepje spelende kinderen, met op de achtergrond een magere, kale man in een zwart pak, met veel te lange ledematen en een wit hoofd zonder gezicht. Het forum explodeert, mensen voegen verhalen, nepdocumentaires met found footage, ‘videobewijs’ en foto’s toe. Zo wordt de figuur tot wat hij nu is: een stalkend monster, dat zijn slachtoffers
»
xxxxxxxxx
Quest Psychologie
53
cultuur
»
de dood in drijft of aanzet tot moord. Een bioscoopfilm over hem is trouwens in de maak. Met de bijna-moord op het meisje Payton heeft Slender Man de overstap gemaakt van de virtuele naar de echte wereld. Fascinerend, vindt Peter Burger dat. Hij is docent journalistiek en nieuwe media aan de Universiteit Leiden en hij onderzoekt al ruim dertig jaar broodjeaapverhalen. ‘Al die creativiteit bundelen om zo’n figuur als Slender Man online te creëren, is echt iets van deze tijd. Een van mijn collega-onderzoekers noemde dit open source horror, en dat vind ik een prachtige term. Alle folklore is een open bron, maar online was het niet eerder op deze schaal vertoond. Je kunt de oorsprong van Slender Man, het bewijs dat hij niet echt is, tot op de dag nauwkeurig terugvinden. En toch geloven veel kinderen dat hij bestaat.’ Ook op Burgers blog, De Gestolen Grootmoeder, waar de docent de bron van urban legends blootlegt, gaat de discussie vrolijk door. In krakkemikkig Nederlands discussiëren tieners over de hamvraag: bestaat Slender Man? Ondanks het bewijs van het tegendeel, dat Burger een paar scrolls naar boven levert, beweren talloze pubers dat ze ’m echt gezien hebben. Zoals Emma, die schrijft: ‘Ik was alleen thuis en belde me vriendin en vroeg of ze kon chillen. De bel ging en ik ging naar de deur en toen ik langs haar keek zag ik slenderman. Ik gilde zo hart als ik kon ik dee me ogen dicht.’ Sasha maakte iets soortgelijks mee: ‘Hij bestaat, we hebben hem gezien in de nacht op straat. We kwamen langs het schoolplein, daar stond hij aan de andere kant. Steeds als we keken, was hij dichterbij. We renden naar huis en deden de deur op slot. Een uur later hoorden we gebonk op de deur. We gilden van angst. Toen gingen we cake maken.’ Het geloof in het bovennatuurlijke stopt niet bij deze Slender Man. Pubers geloven bijvoorbeeld ook dat de geest van
54
Quest Psychologie
een Mexicaans jongetje dat zelfmoord pleegde, potloden kan bewegen en zo antwoord geeft op vragen. Juist, het is een variant op het aloude glaasjedraaien. (Waarom een Mexicaanse geest Charlie heet, is een vraag die weinig kinderen zich stellen.) Waarschijnlijk heeft de goedgelovigheid van jongeren te maken met de ontwikkelingsfase waarin ze zich bevinden. In 2011 promoveerde Hanneke Wigman aan de Universiteit Utrecht op onderzoek naar de mild psychotische ervaringen van 7700 gezonde kinderen tussen de twaalf en zestien jaar. Maar liefst 40 procent gaf aan weleens stemmen te horen of het gevoel te hebben dat gedachten uit hun hoofd werden gestolen. Vooral meisjes bleken ontvankelijk voor een paranormale verklaring. Wigman zocht de oorzaak daarvan in het onvermogen van pubers om met prikkels van buitenaf om te gaan. Die vaardigheid is bij tieners nog niet optimaal ontwikkeld. Tel daarbij op dat ze erg op hun leeftijdgenoten gefocust zijn, wat hen bevattelijk maakt voor beïnvloeding, en het is niet zo raar dat ze elkaar laten geloven in paranormale ervaringen.
Witte busjes
Maar ook volwassenen trappen regelmatig in broodjeaapverhalen, zoals het ‘wittebusjessyndroom’ bewijst. In maart 2014 was er een hausse aan wittebusjeswaarschuwingen. Van Zoetermeer tot aan het Groningse Tolbert waren ze gezien, en waarschuwden politie, gemeenten en schooldirecteuren op ten minste tien verschillende locaties voor ontvoerders die het voorzien hadden op kinderen. En afgelopen zomer doken er verhalen op in Cyprus, waar een Roemeense bende van kidnappers, verkleed als obers, drie Britse kinderen uit een resort had willen stelen. In werkelijkheid hadden argwanende toeristen twee Roemenen aan de rand van het zwembad zien filmen.
Moslimkannibaal
F
ictie die voor waar wordt aangenomen en als serieus nieuws wordt gebracht, gaat tegenwoordig vaak over moslims. Zo meldde een populair blog dat een Saoedische grootmoefti had gezegd dat moslims bij hongersnood delen van hun vrouwen mogen opeten. De grootmoefti ontkende, en terecht: hij hád het niet gezegd. Maar in het licht van andere fatwa’s in Saoedi-Arabië zou het gewoon gekund hebben. Zo mogen moslims wel zeemeerminnenvlees eten, want dat is halal, maar geen sneeuwpoppen. Dan is het niet eens zo heel gek dat moslims toestemming krijgen voor kannibalisme. ‘Wat het gecompliceerd maakt is dat veel moslimterroristen ernaar streven zo meedogenloos mogelijk over te komen’, zegt Peter Burger, specialist in broodjeaapverhalen. ‘Ze zetten onthoofdingsfilmpjes online, die naadloos op onze stereotypen over barbaren uit het oosten aansluiten.’ Het lastige is dat in landen als Pakistan, Saoedi-Arabië en Iran ook sites bestaan die lijken op het Nederlandse De Speld: satire. Voor autochtonen is die humor makkelijk te herkennen, maar westerse journalisten doorgronden die vaak niet en nemen het nieuws voor waar aan. ‘Daar is het hilarisch’, zo stelt Burger, ‘maar hier snappen we de grap niet. Bovendien is het gewoon ook zo dat verhalen waaruit blijkt dat moslims achterlijk zijn, hier goed verkopen en niet zo goed gecheckt worden.’
cultuur
Gewaarschuwd mens telt voor twee
S
oms doet zelfs de politie mee aan de verspreiding van een urban legend. Hoeveel mensen weten bijvoorbeeld zeker dat ze beter niet op Facebook of Twitter kunnen melden dat ze op vakantie zijn? Stel je voor dat inbrekers het zien en van je afwezigheid gebruik maken om door je bezittingen te schuimen. Hetzelfde geldt voor begrafenissen. Iedereen weet toch dat inbrekers ook de overlijdensadvertenties lezen en tijdens de uitvaartdienst in het verlaten huis hun slag slaan? ‘Fout’, zegt Burger. ‘Uit misdaadcijfers blijkt helemaal niet dat er meer inbraken gepleegd worden tijdens vakanties of begrafenissen. Ik heb weleens een politieagent die een dergelijke waarschuwing twitterde, laten weten dat die niet op waarheid berustte. Hij redeneerde zo: zelfs als het niet waar is, is het goed om waakzaam te zijn.’ En met het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ in het achterhoofd zit daar wel iets in, meent Burger. ‘In het algemeen is het verstandig om bijvoorbeeld geen drankjes aan te nemen van vreemde mannen. ‘Of om maatregelen te nemen waardoor je het inbrekers moeilijker maakt. Al mag je wel verwachten dat de politie waarheidsvinding hoger heeft zitten.’
Dit verhaal heeft Peter Burger al in talloze varianten voorbij zien komen. ‘Op dit moment is het in dit land blijkbaar geloofwaardig dat Oost-Europese bendes kinderen ontvoeren’, constateert Burger. ‘Al vanaf de negentiende eeuw circuleren versies van dit verhaal in Europa. Gevoelens van onrust of afkeer hechten zich aan bevolkingsgroepen die we niet vertrouwen. Tweehonderd jaar geleden waren dat zigeuners, nu zijn het Oost-Europese migranten.’ Een kenmerk van een geloofwaardig verhaal is dat sommige feiten kloppen, zoals ook bij de ontvoeringsbendes het geval is. ‘Er rijden in Nederland sinds een paar jaar inderdaad meer witte busjes met een Oost-Europees kenteken rond’, beaamt de onderzoeker. ‘En vaak rijden ze langzaam.’ Waarmee niet gezegd is dat die busjes dus ook kinderkidnappers bevatten. In veel gevallen zijn ze niet op zoek naar kinderen, maar naar oud ijzer als het metaalhandelaren zijn, of zoeken ze het adres waar ze moeten werken als het bouwvakkers zijn.
De kidnapbende is een voorbeeld van een sluimerend verhaal dat slechts één nieuwsfeit nodig heeft om weer volop tot leven te komen. In dit geval is dat Madeleine McCann, het Britse meisje dat verdween uit een vakantiedorp in Portugal terwijl haar ouders verderop aan het dineren waren. En dus waarschuwen we ons een ongeluk als er in het achterhoofd alarmbellen af gaan. ‘Veel mensen geven dit soort verhalen door vanuit de gedachte: je weet maar nooit’, zegt Peter Burger. ‘Uit onderzoek waarop ik gepromoveerd ben, blijkt die groep het grootst. Want als je je gedraagt alsof deze verhalen waar zijn, bescherm je je tegelijkertijd tegen een hoop andere gevaren.’
Slechte wetenschappers
Een diepere verklaring is te vinden in Het Spinoza-effect, een boek waarin de rechtsgeleerde Eric Rassin de wortels van de goedgelovigheid blootlegt. Het is bijzonder lastig om te weten of je kennis wel klopt, stelt Rassin. We dénken over
kloppende feiten te beschikken, want bewijs voor het tegendeel hebben we niet. Rassin begint zijn boek met 42 stellingen, voorgelegd aan 133 studenten recht en psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Een ervan is dat je het kunt voelen als er iemand naar je kijkt. 76 procent van de psychologiestudenten geloofde dat. De meeste mensen, stelt Rassin, zijn geen goede wetenschappelijke onderzoekers. ‘Stel dat iemand een paar keer per dag voelt dat iemand naar hem kijkt. Hij draait zich om en het blijkt zo te zijn. Dan zal hij er snel van overtuigd raken dat hij het kan voelen als hij wordt bekeken. Dat hij zich soms ook bekeken voelt, terwijl er niemand kijkt, mag de pret niet drukken. Vooral problematisch is dat niemand weet hoe vaak hij wordt bekeken terwijl hij dat zelf niet in de gaten heeft.’ Daarnaast hebben mensen de aangeboren neiging betekenis te zoeken achter alles wat hen overkomt. ‘Ook onbegrijpelijke fenomenen moeten worden opgenomen in bestaande kennis, desnoods met niet-kloppende theorieën’, aldus Rassin. We veronderstellen daarbij dat alles gebeurt met een reden. Want toeval, dat bestaat niet. Q
Natuurlijk weet jij of iets een broodje aap is, of echt. Toch? Doe de test en ontdek hoe goedgelovig je bent! Quest.nl/broodjeaap
Quest Psychologie
55
dubbel gevoel
56
Quest Psychologie
dubbel gevoel
Paardenkracht Twee geliefden, vrienden of familieleden vertellen apart van elkaar hoe zij een belangrijke gebeurtenis hebben ervaren. Deze keer: Lianne en haar vriend Maikel over Liannes grenzeloze dierenliefde. TEKST Lieneke van der Fluit FOTOGRAFIE Teska Overbeeke
Quest Psychologie
57
dubbel gevoel
Lianne (26) leeft voor haar paarden en katten ‘Ik ben al mijn hele leven gek op dieren, als kind had ik cavia’s en konijnen bij mijn ouders in hokken. Aan paardrijden doe ik sinds mijn achtste en nu heb ik al een aantal jaren mijn eigen paard. Thuis hebben we katten. Het zijn er zes in totaal en er logeren ook nog vaak wat kittens uit het asiel bij ons tot ze een baasje hebben. Ik ben er ontzettend gek op, maar achteraf hadden het er toch wel minder mogen zijn. Het is veel werk, zo alles bij elkaar. Er zijn weleens tijden geweest dat we twaalf katten in huis hadden. Ik denk dat ik vier uur per dag kwijt ben met de verzorging van mijn dieren. Dan tel ik de weekenden dat ik weg ben voor wedstrijden met mijn paard niet eens mee. Dus dat is minstens 28 uur in de week. Daarnaast werk ik als vrijwilligster in het dierenasiel, eigenlijk staat mijn hele leven in het teken van dieren. Ze betekenen alles voor me. Mijn dieren zijn een echte houvast voor me, ook als het wat slechter met me gaat. Dieren stellen geen voorwaarden, ze accepteren me zoals ik ben. Wat je ook doet, je kunt ze niet wegjagen. Dieren zeggen nooit ‘doei’. Daarbij vind ik het prettig ervoor te zorgen dat mijn dieren een goed leven hebben.’
‘Dieren stellen geen voor waarden, ze accepteren me zoals ik ben’
‘Toen ik Maikel leerde kennen, liet hij me al vrij snel weten dat hij niks met katten heeft. Met paarden ook niet trouwens. Zijn moeder had vroeger een valse kat en daarom had Maikel een hekel aan alle katten. Dus toen hij doorkreeg dat ik, toen nog, vijf katten in huis had, moest hij daar erg aan wennen. En nog steeds is hij er niet altijd even blij mee. Een van Maikels hobby’s
58
Quest Psychologie
is muziek en we hebben grote speakers in huis. Een van de katten is een keer van een speaker gesprongen, waardoor deze omviel en er nu een barst in zit. Ik heb Maikel nog nooit zo kwaad gezien! Op zo’n moment zou hij het liefste alle katten wegdoen, denk ik.’ ‘De katten zijn mijn verantwoordelijkheid, ik verzorg ze. Ook de zorg voor mijn paard neem ik volledig voor mijn rekening, want daar heeft Maikel zo mogelijk nog minder mee. In het begin is hij wel een paar keer meegegaan, maar hij zat binnen de kortste keren naar zijn telefoon te staren. Het interesseert hem echt helemaal niets. Natuurlijk vind ik dat weleens jammer, het zou leuker zijn als hij soms zou komen kijken. Hij hoeft echt niet de hele dag mee naar een wedstrijd, maar ik zou het fijn vinden als hij me af en toe zou komen aanmoedigen. Ik wil hem niets tegen zijn zin laten doen, dus ik heb geaccepteerd dat hij niet komt. Ik probeer hem niet meer bij de paarden te betrekken, dat heb ik opgegeven. Maikel en ik hebben behoefte aan ieder onze eigen ruimte, dus we vinden het niet erg dat we allebei veel met onze eigen dingen bezig zijn. Maikel vindt het leuk veel met zijn vrienden op te trekken en hij heeft zelf ook een grote passie waar veel tijd in gaat zitten: auto’s. Daar kan hij de hele dag mee bezig zijn en ik heb daar weer helemaal niets mee. Als ik bij mijn pony ben, is hij vaak met zijn auto bezig, dus het is niet zo dat één van ons verveeld thuis zit.’ ‘De dieren zijn nog nooit tussen ons in komen te staan. Het is gelukkig nog nooit zo ver gekomen dat Maikel heeft gezegd: ‘zij eruit of ik eruit’. Als ik ooit voor die keuze kom te staan, gaat Maikel eruit. Dat weet hij denk ik ook wel. Ik ga niet mijn katten op straat zetten. Nooit. Maar ik verwacht niet dat ik ooit die keuze hoef te maken. We hebben allebei een dure hobby en hierdoor moeten we andere dingen laten. We gaan bijvoorbeeld bijna nooit samen op vakantie, maar dat hebben we er allebei voor over. Maikel en ik zijn nu vijf jaar samen en het gaat het heel goed. We weten wat we aan elkaar hebben en steunen elkaar door dik en dun. We zien ons in de toekomst samen kinderen krijgen. Het liefst zou ik later weggaan uit Enschede en in een boerderijtje willen wonen op het platteland, zodat we alle dieren aan huis kunnen hebben. Maar ik denk niet dat dat op korte termijn binnen onze mogelijkheden ligt.’
dubbel gevoel
Maikel (25) is van nature geen dierenliefhebber ‘Ik weet nog goed dat ik voor het eerst een date had met Lianne. Ze nodigde me uit bij haar thuis. Toen ze de deur opendeed, had ze een kat in haar armen. Het was meteen duidelijk. We liepen naar binnen en daar zaten er nog een stuk of vier. ‘Holy shit’, dacht ik. Ik heb echt even getwijfeld of ik niet direct rechtsomkeert moest maken. Toch ben ik gebleven. Nu woon ik al een aantal jaren in een huis met minstens zes katten. Het went wel. Sommige dingen vind ik nog steeds vervelend, de eeuwige haren op de bank, het steeds maar moeten stofzuigen en het feit dat er altijd halen in mijn kleding zitten. Ik trek mijn nette kleding ook pas altijd buiten aan. Ook drinken ze melk uit je glas als je even niet oplet. We hebben boven een kamertje ingericht waar zeven kattenbakken staan en daar kom ik liever niet. Onze kledingkast staat daar ook, dus ik moet er af en toe wel even zijn, maar ik zal er nooit op sokken lopen. Kattenbakken verschonen vind ik echt het smerigste dat er is. Als Lianne ooit zwanger raakt en de bakken niet meer mag verschonen, dan zal ik het wel moeten doen. Maar ik vind het echt een pokkenklus. We hebben onze weg hierin gevonden en de taken verdeeld, dus ik vind het inmiddels wel prima met de katten in huis. En je hecht je ook aan die dieren, dus ik zou ze nu ook echt niet meer weg kunnen doen. Ik hoop wel dat het er in de toekomst minder worden, want zes vind ik eigenlijk te veel.’ ‘Liannes paard, dat is een ander verhaal. Daar heb ik dus echt niets mee. Het staat in de wei, het eet gras en weegt 500 kilo. Ik snap gewoon niet wat je daar leuk aan vindt. Daarbij heb ik met het paard dat ze heeft ook geen persoonlijke klik. Inmiddels weet Lianne dat ze op paardengebied niet te veel van me hoeft te verwachten en dat accepteert ze ook, maar vooral in het begin van onze relatie hebben we er de nodige discussies over gevoerd.’
‘Ik heb vrede met Liannes paardenhobby en ik vind het oprecht fijn voor haar dat ze iets heeft waar ze zo in kan opgaan. Het is goed voor haar. Op dit moment hebben we allebei geen werk of studie, de paarden en het asiel zorgen ervoor dat ze iets om handen heeft. Ze moet er elke dag even uit, krijgt frisse lucht en doet iets wat ze leuk vindt.’ ‘Het enige waar ik moeite mee blijf houden, zijn de wedstrijden. Ik ben wel eens gaan kijken, maar Lianne is op zo’n dag zo gestresst dat ik niets goed kan doen. Ik verveel me daar en word dan bijdehand. Dat botst enorm op dat moment. Ik hoef maar iets verkeerd te zeggen en ze ontploft. Haar moeder is er ook altijd bij en die kiest standaard de kant van Lianne. Dus dat weerhoudt me ook om te gaan kijken. Lianne is sowieso al een week van tevoren zenuwachtig voor zo’n wedstrijd en als het niet goed gegaan is ook de week daarna niet te genieten. Dat vind ik wat te veel van het goede, het creëert spanning. Gelukkig doet ze niet heel vaak mee aan wedstrijden.’ ‘Ik heb zelf ook een grote hobby, dat zijn auto’s. Ik weet dus hoe het is om echt een passie te hebben, om ergens dag en nacht mee bezig te zijn. We geven elkaar die ruimte ook, we begrijpen elkaar. Soms wil ik even mijn verhaal kwijt over een auto die ik heb gezien of iets anders dat ik machtig mooi vind op autogebied. Ik merk dat haar aandacht al na twee zinnen verslapt, ze haakt snel af. Dat is wel jammer, want ik praat het liefst de hele dag over auto’s. Maar het is niet anders. Onze interesses liggen niet op hetzelfde vlak. Gelukkig hebben we ook een gezamenlijke hobby: film. We kijken thuis graag samen films of we gaan naar de bioscoop. Onze filmsmaak komt ook redelijk overeen. ‘
‘Kattenbakken verschonen vind ik echt het smerigste dat er is’
‘Ondanks onze verschillende interesses passen we goed bij elkaar. We delen dezelfde humor, we zijn thuis allebei wisselvallig qua emoties en we begrijpen dat ook van elkaar. We geven elkaar de ruimte. Ik krijg genoeg vrijheid om te kunnen doen en laten waar ik zin in heb. Daarbij is Lianne ook bereid compromissen te sluiten. We hebben een goede basis om samen verder te gaan. Inclusief dieren en auto’s!’ Q
Quest Psychologie
59
emotie
Met een schone lei Hoe belangrijk is een voornaam en wat doe je als je er niet blij mee bent? TEKST Florine Wiers FOTO’S EN INTERVIEWS Saskia Aukema
I
edereen die een kind verwacht breekt er zijn hoofd over: een mooie naam voor de baby. De een gaat zoeken op een site met populaire voornamen of koopt een namenboek, de ander doet inspiratie op bij de kinderen van acteurs, zangeressen of voetballers. Dat levert elk jaar een lijst op met vreemde voornamen. Wat te denken van Qut, Huigje of IJssel? Je vraagt je af wat die ouders bezielde, want je kunt er toch donder op zeggen dat het kind over een paar jaar van voornaam zal veranderen. UvA-psycholoog Eddie Brummelman publiceerde een paar maanden geleden zijn onderzoek naar ouderlijke overwaardering. Wat bleek? Er bestaat een verband tussen een zeldzame voornaam van het kind en te hoge verwachtingen van de ouders. Ouders die hun kind overschatten, overschatten namelijk ook zichzelf. Met andere woorden: ze hebben narcistische trekjes.
Ontevreden?
Worden we steeds narcistischer? Of willen we steeds meer lijken op de BN’ers die op de proppen komen met Ziva Wies, Posy en Ziggy Zonja? En wat als het kind op
60
Quest Psychologie
latere leeftijd toch niet blij is met die naam? Wat als het niet langer Chardonnay of Summerrain wil heten? Dan zijn er twee opties: je kunt gewoon je roepnaam veranderen. Dat bespaart je een gang naar de rechtbank, en dus ook een smak geld. Maar voor sommige mensen voelt dat nog niet ‘echt’ genoeg. In dat geval kun je een officiële naamswijziging aanvragen bij de rechter. Die honoreert dat verzoek alleen als er een gewichtige reden voor is, dus als je lijdt onder je naam. Je laat zo’n verzoek regelen door een bureau en daar betaal je flink voor. Hoogstwaarschijnlijk ziet een rechter die noodzaak wel in voor Dönor, Quinoa, L’eau of Rehab.
Redenen te over
De meeste mensen veranderen hun voornaam met een reden. Bijvoorbeeld een religieuze. Wie zich bekeert tot een andere godsdienst, toont met een nieuwe naam zijn toewijding. Anderen doen met een nieuwe naam afstand van een verleden van geweld of misbruik. Of als je wordt gepest met je voornaam. Een andere belangrijke groep zijn de transgenders. Wie van geslacht verandert, neemt uiteraard ook een nieuwe naam aan. In alle gevallen moet je een naamsverandering zien als een wedergeboorte, een nieuw begin. Documentair fotograaf Saskia Aukema portretteerde mensen die dit besluit hebben genomen. Haar serie is nu te zien in het Meertens Instituut in Amsterdam. Volgens Aukema moet je niet onderschatten welke impact het veranderen van een paar letters kan hebben. Aukema: ‘Ik heb een transvrouw geportretteerd. Toen zij had besloten voortaan als vrouw door het leven te willen, belde ze haar ouders om te vragen hoe ze zou hebben geheten als ze een meisje was geweest. Dat wisten ze nog goed: Iris. Een half jaar hield ze die naam voor zichzelf, zodat ze er ‘voorzichtig aan kon proeven’. En die begon steeds beter te voelen. Inmiddels kan Iris wel honderd redenen noemen waarom de naam perfect bij haar past.’ Hebben haar ouders destijds toch niet voor niets hun hoofd gebroken op de allerleukste jongens- én meisjesnaam. What’s in a Name: van 1 oktober 2015 tot en met 4 januari 2016 te zien in het Meertens Instituut, Joan Muyskenweg 25, Amsterdam. Een selectie van de foto’s is ook te zien op de website van Saskia Aukema: www.zazquia.nl
»
xxxxxxxxx
Quest Psychologie
61
emotie
Briant (1992) Voorheen Thomas
‘O
p m’n vijfde kwam ik, een Duits jongetje uit Zweden, naar Texel. Op mijn eerste kleuterschooldag droeg ik mijn lederhose. Nog vele jaren later viel de naam Thomas voor mij samen met ‘die mof’. Later werd ik lid van Subud, een internationale spirituele broederschap met Indonesische wortels. Bapak, de spiritueel leider, bood me aan mijn voornaam te veranderen. Ik kreeg de letter B en mocht daar vijf namen bij uitzoeken. Daaruit koos Bapak voor mij Bastiaan. Ik interesseerde me steeds meer voor de islam. Toen ik in 1989 naar Nieuw-Zeeland verhuisde, besloot ik belijdend moslim te worden. Ik vroeg Bapak een moslimnaam voor me te kiezen. Dat werd Bustaman. Maar de sociale druk in de moslimgemeenschap benauwde me, en in 1992 keerde ik naar Nederland terug. Ik besloot me nooit meer te onderwerpen aan een religie en vroeg Bapak opnieuw een naam met de B. Het werd Briant, dat betekent innerlijk en uiterlijk krachtig.’
62
Quest Psychologie
Alexanne (2014) Voorheen Sanne
‘T
oen ik van Zuid-Limburg naar Utrecht verhuisde om journa listiek te studeren nam ik afscheid van een vervelende periode. Die hing samen met de scheiding van mijn ouders. Hiermee koos ik voor het eerst helemaal voor mezelf. Ik was toe aan een nieuwe ik en daar hoorde een nieuwe naam bij. Ik koos voor mijn tweede doopnaam, die bijna niemand kende: Alexanne. Ik stond ervan te kijken hoe makkelijk dat ging. Ik zei op school gewoon dat ik zo heette, en niemand die daar lastige vragen over stelde. Mijn nieuwe naam past goed bij mijn karakter en uiterlijk. Sanne vond ik altijd een beetje gewoontjes: iedereen kent er wel een. Het klinkt niet energiek, vlot en spontaan – terwijl ik me wel zo voel. Zo’n gewone naam is ook niet handig als je grootse journalistieke plannen hebt. Want ik zou het liefst verslaggeefster worden, of nieuwslezer, en dan kun je beter een onderscheidende naam hebben. Mensen reageren soms verbaasd op mijn naam. Ik doe het dan af met een grapje: ‘Ja,’ zeg ik dan, ‘dat is tegenwoordig mijn artiestennaam.’’
Johannes (2001) Voorheen JP
‘T
oen ik als docent Nederlands op het gymnasium ging werken waar ik als kind op had gezeten, weigerden collega’s me JP te noemen – zo heette ik als kind. ‘Dat was voor het jochie van toen’, vonden ze en ik geef ze wel gelijk. Ik had mezelf gewoon Jan Peter kunnen noemen, maar behalve mijn familie noemde niemand me zo. Bovendien heb ik dubbele namen altijd een beetje gek gevonden. Uiteindelijk koos ik voor een van mijn doopnamen: Johannes. Dat betekent ‘God is genadig’ in het Hebreeuws. Bovendien waren mijn voorvaderen ook allemaal Jannen en Johannessen. Uiteindelijk zou het nog passender blijken te zijn dan ik toen had vermoed. In 2008 besloot ik het roer om te gooien en schreef me in voor een studie theologie. Ik hoop hierna priester te worden in de Oud-Katholieke Kerk. En dan is het toch ook wel heel mooi om een bijbelse naam te hebben.’
emotie
Esther (1968) Voorheen Nel
‘O
p mijn vijftiende heb ik vrij impulsief mijn naam veranderd. Ik moest naar het ziekenhuis voor een blindedarmoperatie, en mijn moeder zei: ‘Ga jij maar alvast.’ Vreselijk vond ik dat. Toen ik mijn naam opgaf bij de balie, moest ik denken aan het Israëlische zangduo Esther en Abi Ofarim, dat toen een hitje had. Ik vond die Esther een mooie vrouw, dus die naam werd het. Toen mijn moeder op het bezoekuur kwam, moest ze het van de verpleegsters horen. ‘Er ligt hier geen Nelleke, wel een Esther.’ Hoewel ik verder een makkelijke puber was, was ik erg streng als het over die naam ging: ik luisterde alleen nog maar naar Esther. Mijn oorspronkelijke naam was ik zat. Ik was geboren als Nelleke, maar werd Nel genoemd. Een bloedhekel had ik aan die boerennaam. Dat was ik niet. Ik ben de kunstacademie gaan doen en op mijn zestigste ben ik begonnen met de academie voor styling in Amsterdam. Ik werk al jarenlang als styliste. Laatst kwam ik de naam tegen in een tijdschrift. Ik heb die uitgeknipt. Hij mag er weer een beetje bij zijn.’
Suzanne (1987) Voorheen Nelleke
‘I
k had net drie jaar kunstacademie gedaan en dacht: nu is het klaar met dat artistieke buitenbeentjesgedoe. Ik kocht een spijkerbroek en een nette bloes en ging antropologie studeren. Ik dacht: het is nu of nooit. Aan Nelleke had ik altijd een hekel gehad: te boerenklompig. Sara, een van mijn doopnamen, vond ik mooi, maar de ex van mijn toenmalige vriend heette zo. Het werd Suzanne. Hij is internationaal te gebruiken, begint met een mooie slinger-s, en bevat ook nog zo’n spannende z. Op de site van het Meertens Instituut staat welke naam in welke tijd populair was, en ik heb mezelf tien jaar jonger gemaakt. Maar er zijn wel veel Suzannes, en VOF de Kunst had dat vervelende liedje. Volledig samenvallen met mijn naam zal ik wel nooit, maar ik heet wel al langer Suzanne dan Nelleke. Ik werk aan mijn debuutroman, die eind 2015 of begin 2016 verschijnen zal. Het gaat over een vrouw op de kunstacademie. Hoe ze heet? Sara!’
Ype (1984) Voorheen Peter
‘A
ls zoon van een Groningse vrouw en een Friese man werd ik bij de burgerlijke stand ingeschreven als IJpe. Een foutje: hij bedoelde eigenlijk Ype. Die naam kreeg ik volgens de familietraditie. Toch regelde mijn moeder dat mijn roepnaam Peter werd. Toen ik 25 werd, vond ik dat ‘Ype’ terug moest. Ik was trots op mijn Friese achtergrond. Peter vond ik een saaie naam. Eén op de tien kinderen werd destijds zo genoemd. Maar ik pakte die wijziging niet handig aan, en dus bleef het Peter. Toen werd ik vijftig en gingen de kinderen het huis uit. Ik maakte weer ruimte voor vergeten hobby’s zoals reizen, theater, festivals. Ik bivakkeerde steeds vaker in de stad. Ik kreeg nieuwe vrienden en leidde een soort dubbelleven. Het Ype-gevoel was er nog steeds. De eerste keer dat ik werd aangesproken als Ype... Wauw, dat voelde goed. Ype maakt me krachtiger. Alleen bij mijn gezin blijf ik Peter. Mijn vrouw zegt altijd: ‘Die twee namen vormen een mooi onderscheid tussen jouw twee levens.’’ Q
Quest Psychologie
63
‘Ben je gestrest? Pak lekker je kleurboek erbij. Heb je zin in een feestje? Ga dan naar het springkussenfestival. Allemaal voor volwassenen’ Infantiel gedoe
Waarom vinden we het toch zo leuk om dingen voor kinderen te doen? Of is dat juist goed, de ultieme spelende mens? ─ p. 74
64
Quest Psychologie
leven
Quest Psychologie
65
reportage
Redacteur in lachtherapie
Schateren zonder reden Je lacht meestal als je je goed voelt. Maar kun je je ook goed gaan voelen door te lachen? Redacteur Elly gaat naar een lachclub. Daar lachen ze op commando. TEKST Elly Posthumus FOTOGRAFIE Ilvy Njiokiktjien
66
Quest Psychologie
reportage
Quest Psychologie
67
reportage
O
m me heen klinkt veelvuldig ‘haha’, ‘hoho’ en andere lachgeluiden. Mijn groepsgenoten hebben overdreven lachende gezichten. Ik stoot zelf ook lachende klanken uit. Maar ik voel me alles behalve prettig. Ik ben bij lachclub M.A.T.S. in Amsterdam. We volgen de instructies van lachcoach Angela Dijkstra op: je loopt rond, stelt je aan iemand voor en zodra je zijn of haar hand beet hebt, barst je in lachen uit. Nou ja, ik doe alsof. Bij sommige mensen kan ik niet goed zien of ze echt of nep lachen. Ik probeer het in hun ogen te zien, maar ik ben niet zeker van mijn zaak. Ik lach een beetje mee. Alsof je op een feestje staat waar je een mop hoort waar iedereen om lacht, maar die je eigenlijk niet snapt. Af en toe moet ik wel echt lachen. Maar dat is geen fijne lach, ik lach de anderen eigenlijk uit. Ik vraag ik me af wat ik hier te zoeken heb.
Minder stress
De reden dat al die mensen hier hardop staan te grinniken, echt of nep, is dat lachen je een goed gevoel zou geven. Dat betekent niet dat ze zich slecht voelen. Dijkstra: ‘Ze komen uit nieuwsgierigheid of voor de ontspanning.’ Er zijn allerlei aanwijzingen dat lachen positieve effecten heeft. Onderzoekers van Loma Linda University in Californië lieten in 2006 zestien mannen een uur lang naar een film kijken. De helft keek naar een grappige film. De andere helft zag een neutrale film. De mannen kregen drie dagen voor het experiment al te horen welk type film ze zouden kijken. De onderzoekers namen bloedmonsters vlak voor, tijdens en na het filmavontuur. Wat bleek? De lachfilmkijkers hadden al voor het kijken een hoger bèta-endorfine niveau in hun bloed dan de kijkers van
68
Quest Psychologie
de neutrale film. Ook tijdens en vlak na het kijken was er meer van dit stofje in hun bloed te vinden. Endorfine is een neurotransmitter die pijn vermindert en zorgt voor een plezierig gevoel. Het komt bijvoorbeeld ook vrij bij een flink portie sporten of seks. Volgens de onderzoekers was alleen al het vooruitzicht op een flinke lachpartij een endorfineboost, vandaar dat het niveau al voor het kijken van de lachfilm hoger lag. In 1989 bleek overigens al bij een vergelijkbaar experiment van dezelfde onderzoekers dat de endorfineconcentratie bij beide groepen kijkers niet significant toenam. Bij dit onderzoek wisten de kijkers ook niet van te voren welke film ze zouden zien. Maar in 2008 toonden ze met weer een vergelijkbaar experiment dat lachfilmkijkers wel minder stresshormonen in hun bloed hadden.
Pijn zakt
Met deze onderzoeken is nog niet bewezen dat lachen de waargenomen hormoonveranderingen veroorzaakt of dat het komt doordat de proefpersonen gewoon iets leuks aan het doen waren. Daarom lieten psychologen van onder andere de University of Oxford mensen vijftien minuten in groepjes naar verschillende films kijken. Ze telden daarbij hoe vaak er gelachen werd. In plaats van hun bloed af te tappen en te controleren op hormonen, keken de onderzoekers hoe de kijkers verschillende pijnprikkels verdroegen. Hoe meer er gelachen werd, hoe beter de filmkijkers bestand waren tegen pijn. Volgens de onderzoekers komt dit zeer waarschijnlijk door het vrijkomen van endorfine. Het is dus aannemelijk dat door het lachen zelf endorfines vrijkomen, maar het is nog nooit direct wetenschappelijk aangetoond. Andere studies vonden nog meer positieve effecten van lachen. Zo blijkt uit een onderzoek van de University of Maryland dat lachen de bloedvaten flexibeler maakt. En Leidse onderzoekers
Neplach ontmaskerd
S
chatert iemand echt of nep? Onbewust kun je dit vrij goed horen. Psychologen van University of California, Los Angeles lieten mensen echte en neplachen horen. De luisteraars beoordeelden de lachen op echtheid. In zeventig procent van de gevallen hadden ze het goed. Ongeveer een derde van de neplachen werd als echt beoordeeld. Volgens onderzoekers kunnen we het onderscheid meestal horen omdat we bij een neplach net andere spieren gebruiken om het geluid te produceren, die ook door andere delen van ons brein worden aangestuurd. Dit is hoorbaar als je het geluid langzaam afspeelt. De echte lach klinkt vrij dierlijk. De neplach klinkt als een langzaam afgespeelde stem. Bij het langzaam afspelen van de neplach konden mensen duidelijk horen dat het een menselijk geluid was. Bij de echte lach konden ze dat niet.
reportage
‘Ik voel me vooral heel erg ongemakkelijk tussen alle lachende mensen’
lieten zien dat onze spieren ontspannen als we flink moeten lachen. Reden te over om wat vaker je mondhoeken omhoog te krullen.
Liever samen
Ik had gehoopt dat ik bij deze lachsessie in een echte schaterlach zou uitbarsten. Maar dat gebeurt niet. Ik ben vooral aan het neplachen en dat voelt raar. ‘Het kan heel goed dat je je ongemakkelijk voelt’, zegt Dijkstra. ‘We zijn gewend om te lachen met een reden. Hier doe je het zonder. Dat voelt raar. Maar het is net als met hardlopen. Het gaat steeds makkelijker als je het vaker doet.’ Gewoon blijven oefenen dus. Volgens haar maakt het bovendien niet uit of je echt lacht of nep. Dijkstra: ‘Je brein merkt het verschil niet, en maakt bij een neplach dezelfde stoffen aan als bij een echte lach.’ Om me wat meer in het lachen te bekwamen vraag ik wat oefeningen aan de lachcoach die ik thuis kan doen. Ruim een week lang sta ik ’s ochtends in de spiegel te lachen naar mezelf. Ik lach af en toe hardop om niks. En ik teken poppetjes op mijn vingers om daar eens flink mee in een deuk te liggen. Het resultaat: ik voel me vooral ontzettend suf. Het lukt »
We lachten waarschijnlijk al voordat we konden praten. Het was een signaal van sociale interesse in een partner of vriendschap.
Quest Psychologie
69
reportage
Lachen is een serie korte uitademingen achter elkaar, mét geluid, zonder tussendoor in te ademen. Dat is eigenlijk best vermoeiend.
»
me niet om me over het gevoel heen te zetten dat ik vooral heel dom aan het doen ben. Van echt lachen komt het niet. ‘In je eentje lachen is ook heel moeilijk’, stelt Sibe Doosje me gerust. Hij is universitair docent klinische en gezondheidspsychologie aan de Universiteit Utrecht. ‘Lachen is een uitgesproken sociaal gebeuren en veel makkelijker met mensen om je heen.’ Doosje: ’Het werkt ook aanstekelijk. Horen lachen, doet lachen.’
Goed nep werkt ook
Ik ga dapper door met mijn oefeningen. Want die fijne stofjes, die wil ik nu ook wel een keer aanmaken. Maar het lijkt wel of ik er alleen maar chagrijniger van word. Werkt het neplachen wel, zoals de lachcoach beweert? Als ik op mijn werk een dipje heb, steek ik op haar aanraden een pen overdwars in mijn mond, zodat dezelfde spieren worden aangespannen die actief zijn als je lacht. Volgens de zogeheten facial-feedback hypothese leest je brein deels aan je gezicht af hoe je je voelt. Staan je spieren in de lachstand, dan voel je je prettig. Toch werkt het niet zo eenvoudig. Er bestaan namelijk verschillende soorten lachen, waarbij verschillende spieren actief zijn. Onderzoekers maken onderscheid tussen een
70
Quest Psychologie
spontane lach, zo een die je moeilijk kunt onderdrukken als je iets grappigs ziet of hoort, en een gemaakte oftewel standaardlach. Die laatste lach kun je gecontroleerd op je gezicht toveren, bijvoorbeeld tijdens een gesprek of een lachsessie. Bij de spontane lach zijn de spieren rondom je mond én rondom je ogen actief. Bij de neplach zijn de spieren rond je ogen meestal niet of minder actief. Het is heel moeilijk om de juiste oogspieren op commando te bewegen. Maar dat is wel te trainen. Psychologen
van de University of Kansas misleidden het gebruik van de gezichtsspieren van 179 proefpersonen door ze eetstokjes op drie verschillende manieren in hun mond te laten houden. Op die manier stonden hun gezichtsspieren in een neutrale gezichtsuitdrukking, een standaardlach of een ‘echte’ lach. Terwijl ze hun gezicht in de gewenste plooi hielden, voerden de eetstokbijters een stressvolle taak uit. De onderzoekers maten hierbij hun hartslag. Wat bleek? De lachers hadden een lagere hartslag dan de
reportage
Lach wekt vertrouwen Hersenen op hol
N
a een hersenbloeding of -infarct, of als gevolg van andere neurologische aandoeningen, kan het gebeuren dat mensen in lachen uitbarsten. Daar is niets grappigs aan, want ze hebben het lachen niet onder controle en kunnen er niet mee stoppen. Het kan trouwens ook met tranen gebeuren, en meestal heb je last van beide. Het lachen en huilen overkomt ze zonder duidelijke aanleiding. Want mensen voelen zich niet vrolijk of verdrietig. Het ontstaat omdat in het hersengebied dat is betrokken bij het lichamelijk uiten van emoties iets misgaat. En dit is een ander hersengebied dan bij het ervaren van emoties. Bij sommige vormen van epilepsie kunnen vermoeidheid en stress ook zulke aanvallen uitlokken.
In je eentje lachen is behoorlijk moeilijk. Zelfs deze vrolijke vingertekening maakt de opdracht helaas niet gemakkelijker voor me.
W
il je dat iemand intieme informatie met je deelt? Maak hem dan aan het lachen. Want wie lacht geeft zich eerder bloot. Handig, want je openstellen en het delen van dit soort informatie helpt bij het aangaan van nieuwe relaties en het versterken van sociale banden. Onderzoekers van University College Londen lieten 112 studenten in groepjes naar verschillende video’s van tien minuten kijken. De studenten kenden elkaar niet en mochten niet met elkaar praten. Om de ene video moesten ze meer lachen dan om de andere. Daarna lieten de onderzoekers de studenten een berichtje naar een groepsgenoot schrijven wat hen zou helpen elkaar beter te leren kennen. Wat bleek? De studenten die naar de film hadden gekeken waar het meest om gelachen werd, deelden meer intieme informatie dan de andere kijkers.
neutraalkijkers. Dit effect was vooral te zien bij de goed gefakete ‘échte’ lach, maar in mindere mate óók bij de standaard lach.
Pas op, gevaarlijk
Hoewel die oefeningen thuis dus wel effect zouden kunnen hebben, houd ik er toch mee op. Ik blijf me belachelijk voelen, en ook al niet minder gestrest. Heel gek is dat misschien ook niet. De eetstokjesonderzoekers vroegen hun proefpersonen ook hoe gestrest ze waren. Tussen de groepen bestond daarin geen verschil. Als een lachgezicht inderdaad invloed heeft op je emoties, dan is het dus niet zó veel dat je je daar zelf bewust van bent, denken de onderzoekers. Het is ook niet echt verstandig om tegen heug en meug een lach op je gezicht te veinzen. Onderzoek van Pennsylvania State University liet zien dat het expres faken van een blije gezichtsuitdrukking bij mensen in een klantenservicesetting niet zo positief uitpakte. Mensen die vrolijk moesten doen, ook als ze dat niet waren, waren veel moeier na het onderzoek en maakten meer fouten in opdrachten tijdens het onderzoek, dan mensen die zich mochten gedragen zoals ze zelf wilden. Ook buschauffeurs die zich niet per se blij voelden maar zich
wel twee weken lang vrolijk moesten voordoen en daarbij moesten lachen van psychologen van de Michigan State University, hadden na het onderzoek een slechter humeur dan er voor. Dit gold trouwens niet voor buschauffeurs die werd gevraagd vrolijke herinneringen op te halen en daar om te lachen. Maar hun humeur verbeterde wel.
Eindelijk ontspannen
Toch geef ik nog niet helemaal op. Op de tweede lachclubavond voel ik me al een stuk minder opgelaten. Dat helpt op zichzelf al. Ik vind het eigenlijk wel grappig. Ik heb niet meer het idee dat ik iedereen uitlach. Alleen mezelf een beetje. En als een van de deelnemers de slappe lach krijgt, kan ik niets anders doen dan meelachen. En ja, dat voelt best ontspannen. Q
Meer info: www.lachmetmats.nl: de lachclub van Angela Dijkstra in Amsterdam. www.lachwinkel.nl/lachclub: een overzicht van lachclubs in Nederland en België.
Quest Psychologie
71
relatie
Misverstand tussen man en vrouw
Kom uit die friend zone Dat is balen: degene die jij wel ziet zitten, ziet jou als een vriend. Hoe hechter de vriendschap, hoe kleiner de kans op liefde is. Je zit in de friendzone. Bestaat deze gevreesde zone echt? TEKST Frank Beijen
D
e mooie Rachel aait Ross over zijn hoofd en verlaat de kamer. Ross staart met een gelukzalige glimlach voor zich uit, totdat Joey zegt: ‘Het gaat nooit gebeuren. Je hebt te lang gewacht en nu zit je in de friendzone.’ Ross is verliefd, maar Rachel niet. Zij wil alleen maar vrienden zijn. Kennelijk is hij te aardig geweest. En dat is dodelijk voor elke vorm van erotiek. Het woord ‘friendzone’ werd in de comedyserie Friends geboren. De aflevering is van 1994. Volgens Google staat het woord pas echt in de belangstelling
72
Quest Psychologie
sinds 2011. MTV begon toen met de serie Friendzone, waarin jongeren hun beste vriend(in) bekenden dat ze verliefd waren. Er kwamen zowel verliefde jongens als meisjes aan bod. Het probleem wordt op internetfora ook druk besproken: ‘Ik ben keihard gefriendzoned, wat nu?’ YouTube staat vol met tips om uit de friendzone te komen. En versiergoeroes verdienen er goed geld mee. Zij geven cursussen die niet alleen moeten zorgen dat je uit de zone klautert, maar ook dat je er nooit meer in terecht komt.
Keiharde klap
Chris Zwerver coacht mannen, vrouwen en stellen in liefde, relaties en seksualiteit. Hij zegt dat vooral jongeren de term ‘friendzone’ gebruiken. ‘Het probleem speelt ook bij dertigers en veertigers, alleen noemen ze het niet zo, maar een ‘broer-zusrelatie’. Op basis van wat ik hoor, weet ik trouwens dat het vraagstuk niet alleen bij mannen voorkomt, maar dat vrouwen er ook last van hebben.’ Toch vindt relatietherapeut Caroline Franssen het een mannenprobleem. ‘Natuurlijk worden vrouwen ook verliefd op een vriend die hun liefde niet beantwoordt. Maar vrouwen zeggen niet dat het aan de friendzone ligt, maar gewoon dat hij niet verliefd op haar is’, zegt ze. Natuurlijk komt de klap hard aan als de liefde van je leven zegt ‘dat we zo close zijn als broer en zus’. De kans op een erotisch avontuur zakt daarmee naar nul. Sommige mannen nemen de friendzone als excuus. Ze denken dat ze te aardig zijn geweest. Houd jezelf niet langer voor de gek: waarschijnlijk ben je gewoon niet aantrekkelijk genoeg.
Man durft niet
‘De emancipatie heeft mannen zand in de ogen gestrooid’, zegt Franssen. ‘Ze nemen geen verantwoordelijkheid en ze zijn lui geworden.’ Een vriendschap is geen slecht uitgangspunt voor een relatie, maar je moet op een gegeven moment wel iets ondernemen. ‘Mannen laten het initiatief over aan vrouwen, nu die zelfstandig zijn en even hard werken als mannen. Maar zij moet er niet de schuld van krijgen als hij niet durft.’ Mannen die direct op hun doel af proberen te gaan, doen het ook verkeerd. ‘Mannen zoeken verbinding via seks’, zegt Zwerver. ‘Vrouwen willen meestal pas seks als ze iemand vertrouwen.’ Dat een vrouw aardig doet tegen een man, hoeft helemaal niet te betekenen dat ze met hem de koffer in wil duiken. En dat gaat er bij sommige mannen niet in. Met zo’n houding schrik je vrouwen
xxxxxxxxx
Man aast op vrouw
W
at vinden bevriende mannen en vrouwen van elkaar? Onderzoek van de University of Wisconsin (VS) uit 2012 liet zien dat mannen hun vrouwelijke vrienden aantrekkelijker vinden dan andersom. Of de deelnemers zelf een relatie hadden of niet, en of hun vriend(in) single was, had geen invloed op de aantrekkingskracht. Als je je erg aangetrokken voelt tot een vriend van het andere geslacht ben je waarschijnlijk minder blij met je eigen relatie. Dit effect is het sterkste bij jonge vrouwen.
‘Vriendschap kan een prima basis voor een relatie zijn’
extra af, denkt Zwerver. ‘Dan denkt een vrouw: vooral niet aardig zijn, anders wil hij nog seks met mij.’
Vriendschap als basis
Scharrelen met een goede vriend of vriendin is riskant voor je vriendschap. Maar het hoeft niet mis te gaan, volgens Zwerver. ‘Ik zeg niet: duik maar in bed met een goede vriend’, benadrukt hij. ‘Maar als de vriendschap goed is, je allebei duidelijk bent over je grenzen en zegt wat je precies voor de ander voelt, dan kan het wel en kun je daarna best weer terug naar de basis’, zegt hij. Zwerver is ooit zelf bij een goede vriendin in bed beland. ‘Toen studeerden we nog. We zijn nog steeds bevriend.’ Vriendschap is een betere basis voor een relatie dan een plotselinge verliefdheid, volgens Franssen. ‘Als je verliefd bent, ben je niet goed bij je hoofd. Je ziet alleen iemands positieve kanten. Veel later kom je erachter dat het ook maar een mens is.’ Veel goede relaties beginnen met waardering, benadrukt Franssen. Dat kan waardering zijn voor een collega, maar ook voor iemand in je vriendenkring. ‘Als je vrienden bent, kom je er vanzelf achter of je bij elkaar past of niet. Dan leer je iemand goed kennen zonder dat je vanaf het begin verblind bent door heftige verliefdheid.’ Q
Quest Psychologie
73
gedrag
Waarom dragen volwassen vrouwen een Snoopy-pyjama?
Infantiel gedoe De laatste hype is volwassenen die kleuren. Waarom, vraag je je af, want kleuren is best een kinderachtige bezigheid. Maar grote mensen doen wel vaker nogal kinds. Ze kijken naar Frozen en fietsen rond in rare wielrenpakjes. TEKST Monique Kitzen
74
Quest Psychologie
xxxxxxxxx
T
oen ik studeerde – begin jaren negentig – verwonderde ik me al over mijn vrouwelijke huisgenoten. Ze waren vol van de Disneyfilm The Lion King, over het kleine leeuwtje Simba dat moest vluchten voor zijn brute oom Scar, maar uiteindelijk toch koning werd van zijn dierenrijk. Mijn huisgenoten keken er vaak naar op dvd, als het weer eens een dag van uitbrakken was. Ze citeerden er ook steeds uit; hele stukken tekst kenden ze uit hun hoofd. Ik heb de film nooit gezien. Omdat ik dacht: dat is toch voor kinderen? Diezelfde vrouwen zingen nu, ruim twintig jaar later, de liedjes uit Frozen, en
als het even kan, kijken ze lekker met de kinderen mee als die ’m nog maar eens een keer opzetten. ‘Zo’n leuke film’, zeggen die vrouwen dan, ‘vooral Olaf, die vind ik zo schattig.’ Weer denk ik: maar dat is toch een film voor kinderen? Waarom vinden volwassenen kinderdingen leuk? Het kijken naar Disneyfilms is geen exclusieve aangelegenheid van vrouwen met kinderen. Onlangs in het vliegtuig zag ik om mij heen meerdere volwassenen op hun laptop of iPad naar animatiefilms kijken. Die hebben ze voor de gelegenheid dus gedownload, een bewuste handeling. Het gaat ook niet alleen om films. Want welke volwassen vrouw koopt een pyjama met Snoopy erop? Ze moeten er zijn, de HEMA’s en Hunkermöllers hangen er vol mee en die hangen geen spullen in hun winkels als die niet verkopen. En dan de laatste infantiele hype: kleurboeken voor volwassenen. Heel hard lach ik er niet
om, want ik zou wensen dat ik het had bedacht; dan was ik nu rijk. Meer dan 700.000 exemplaren verkocht alleen al BBNC Uitgevers in anderhalf jaar, met als grote klapper Het enige echte kleurboek voor volwassenen. Kleuren ontstresst, zeggen de mensen die kleuren. Maar ik ga nog even door. Wat te denken het fenomeen washi-tapen. Met gekleurd plakband – kijk bij de Bijenkorf en weer de HEMA – je muren, notitieboekjes, borden, bekers en glazen beplakken. Of een tijdschrift als Flow met bijzonder papier, raamstickers en een Versimpel-je-levenposter, het Even bijkletsen-servies van Blond, de Harry Potterhype van jaren geleden of vrouwen van dik in de veertig die rond 5 december met hun vriendinnen het sinterklaasdobbelspel spelen, met als pikante én gedurfde inbreng het eetbare slipje. Mannen kunnen er trouwens ook wat van. Een volwassen kerel die over »
Quest Psychologie
75
xxxxxxxxx
»
zichzelf zegt dat hij ‘papa is van twee zonen’. Die op wintersport een tijgermuts over zijn skihelm draagt. Of de mannen die op zondagochtend in wielerpelotons door de straat knallen. Tour de France-je spelend. In de regel bespot ik mensen niet die sporten, ze bewegen tenminste, maar mijn vraag: waarom dragen die mannen shirts van Lotto Jumbo, Team Sky en Rabobank? Hoe maken ze die keuze in de winkel? ‘O die, die van de Rabobank, die vind ik mooi.’ Een gewoon zwart, rood of blauw shirt kan ook. Is echt minder lelijk. En je fietst toch niet in een sponsorshirt zonder sponsorinkomsten te ontvangen?
Ook witte Nike’s
De Amerikaanse politicoloog Benjamin Barber, voormalig adviseur van president Clinton, heeft wel een verklaring voor het kindse gedrag van volwassenen. In 2007 schreef hij het boek De infantiele
76
Quest Psychologie
consument. Steeds meer volwassenen infantiliseren, zegt hij, en dat komt door onze op consumptiegerichte maatschappij. In een wereld waarin we alles al hebben, is er een overschot aan producten die we volstrekt niet nodig hebben. Om ervoor te zorgen dat we die spullen toch kopen, moet een verlangen aangewakkerd worden. Dat doen producenten door middel van marketing, waarbij ze volwassenen aanspreken op hun jeugdigheid. De ideale consument is een kind van een jaar of vijftien, dat is de impulsieve koper. Die denkt niet, maar doet. Veel marketing is daarom min of meer gericht op dat leeftijdsniveau, waarbij tegelijkertijd wordt geprobeerd bij volwassenen een vorm van regressie te bewerkstelligen, een terugkeer naar verlangens uit de kindertijd. De smaak van volwassenen infantiliseert daardoor, aldus Berber, en er ontstaat ook bij hen het gevoel van
hebben, hebben, hebben, kopen, kopen, kopen. En zo denkt niet alleen de puber dat hij witte Nike’s moet kopen, maar ook de mannen en vrouwen van in de dertig en veertig. En zo denken volwassenen dat ze Frozen moeten zien, dat er beter gefietst wordt in een Lotto Jumbo-shirt, spelen grote mannen het voor tieners bedoelde World of Warcraft en staan vrouwen ’s nachts in de rij voor de boekenwinkel om de nieuwste Harry Potter te bemachtigen. Je ontkomt ook niet aan die hersenspoeling, want reclame is overal, op straat, op het vliegveld, in kranten, tijdschriften, langs de snelweg, op tv en internet.
Niet te moeilijk
Ben ik dan niet gevoelig voor marketing omdat ik niet naar Disneyfilms kijk? Nee, dat is zeker niet het geval, ook ik ben gevoelig voor het kopen van een gevoel. Het is natuurlijk ook mijn oordeel
gedrag
dat mensen die kleuren of Harry Potter lezen infantiel zouden zijn. Zelf maak ik ook weleens een rondje op mijn racefiets, iets wat anderen op zichzelf misschien al infantiel vinden, met of zonder shirt van de Rabobank. Maar waar het mij vooral om gaat, zijn zaken die volwassenen leuk vinden, maar die eigenlijk voor kinderen of jongeren bestemd zijn. Frank Furedi is hoogleraar sociologie aan de University of Kent. Hij schreef in de beginjaren van deze eeuw over het fenomeen ‘kidults’, een samentrekking van ‘kid’ en ‘adult’. Ook hij signaleert, net als Barber, een markt die inzet op kinderen die ernaar verlangen groot te zijn (de vijftienjarigen) en volwassenen die kind willen zijn. In deze ‘child-adultmarket’ verschijnen games, boeken en animatiefilms waarin wat zit voor de groten en de kleinen. Oud worden is iets geworden wat we niet langer willen, zegt Furedi. Het is iets naars. Fysieke veroudering willen we al heel lang niet, maar geestelijke veroudering ook niet meer. Onvolwassenheid wordt zelfs gecultiveerd. Die huidige kinderlijke verlangens van volwassenen komen volgens de socioloog voort uit angst voor een toekomst in een wereld die de afgelopen decennia onoverzichtelijker en dreigender is geworden. We willen liever geen verantwoordelijkheden, niet onafhankelijk zijn of experimenteren met het leven. Kon je twintig jaar geleden niet wachten tot je eindelijk ‘op kamers’ kon, nu blijven jongeren veelal tot ver in de twintig bij hun ouders wonen. Makkelijk, veilig en vertrouwd. Alles doen we dus om jong te blijven, van infantiele bezigheden tot het straktrekken van rimpels. Het leven mag niet te ingewikkeld zijn en moet bestaan uit lol. Dus kan er iets plaatsvinden als het ‘springkussenfestival voor volwassenen’. Afgelopen zomer voor het eerst gehouden in Amsterdam. 7500 vierkante meter springplezier voor zo’n 4000 volwassenen. Met dancemuziek. Toch is wel de vraag
Hello Kitty
Z
e bestaat al meer dan veertig jaar. Vorig jaar kreeg ze voor haar verjaardag zelfs een eigen vliegtuig en ging ze op verjaardagstournee over de hele wereld: Hello Kitty. De Japanse poes is groot bij kinderen en volwassenen, kittiletes heten haar aanbidders ook wel. De Hello Kitty-collectie is enorm. Van pennen, gummetjes, etuitjes tot broodroosters, auto’s, condooms en vibrators. Wat haar populair maakt is dat ze zo schattig is. Een verademing in een wereld die hard en gewelddadig is, zo luidt een verklaring. In Japan bestaat een ‘schattigheidscultus’, terug te zien ook in de poppenachtige manier waarop veel tieners zich kleden, met veel pastel, jurkjes, strikjes, frutsels en ander zoetigs. Er is in het Japans een woord voor alles wat zacht, schattig en lief is: kawaii. Iets moet kawaii zijn, dan is het goed.
‘We verlangen naar onze kindertijd en kopen daarom producten die we volstrekt niet nodig hebben. Dat verlangen wordt door reclame aangewakkerd’
wie er nu gek is: die spelende volwassene of ik? De Amerikaanse psychiater Stuart Brown zegt dat spelen niet alleen leuk is, maar ook essentieel. Voor kinderen én volwassenen. In zijn TEDtalk laat hij een prent zien uit de vijftiende eeuw van een binnenplaats in Europa. Jong en oud spelen spelletjes. Ze hoepelen, ballen of stoeien, doen iets alleen of met elkaar. ‘Ik denk dat we misschien iets zijn kwijtgeraakt in onze cultuur’, zegt Brown erover. Spelen is goed voor het brein, meent hij. Het geeft een lekker gevoel, het ontspant en maakt creatiever. Ooit onderzocht hij de moordenaar Charles Whitman, die in 1966 eerst zijn moeder en vrouw doodschoot en daarna op een universiteit in Texas nog eens veertien mensen vermoordde. Brown ontdekte dat deze man nooit had gespeeld als kind. En, zegt hij, wie als kind nooit met zijn handen heeft gespeeld, is later, als hij iets moet repareren, minder goed in het oplossen van problemen. Ik strijk dus met mijn hand over mijn hart voor World of Warcraft, kleurende volwassenen en vooruit, het sinterklaasdobbelspel ook dan maar. Maar een theepot uit het Blond-servies met daarop getekende vrouwtjes en de tekst ‘Even bijkletsen, bla, bla… vertel eens… hihi’? Nee. Nooit. Q
Quest Psychologie
77
visueel
Een twintigtal lokale blaasorkestjes uit de nabijgelegen dorpen trekken elk jaar rond de Oostenrijkse Grüner See en spelen op verschillende plekken muziek.
78
Quest Psychologie
visueel
In mijn vrije tijd ga ik...
De Nederlandse fotograaf Lars van den Brink reisde zes maanden lang door Europa voor zijn reeks A Happy Day in Europe. FOTOGRAFIE Lars van den Brink TEKST Lieneke van der Fluit
Quest Psychologie
79
visueel
Vliegerfeest in de Russische stad Poesjkin.
80
Quest Psychologie
visueel
Swingdance in het Museu Nacional d'Art de Catalunya in Barcelona, Spanje.
Quest Psychologie
81
visueel
‘Wat alle Europeanen met elkaar gemeen hebben? Overal delen ze een thermoskannetje koffie met elkaar’
Elk voorjaar poetsen vrijwilligers van de zwemvereniging, samen met de vrijwillige brandweer, het zwembad in het Duitse Langenstein.
82
Quest Psychologie
visueel
Quest Psychologie
83
visueel
Processie voorafgaand aan Oswaldisonntag in Krakaudorf, Oostenrijk. De schutterij en fanfare gaan voorop.
FIAC, de jaarlijkse beurs van moderne kunst in Parijs.
Het Middelalder Festival in Oslo. Elk jaar wordt het leven in de Middeleeuwen drie dagen lang nagebootst.
Om het koelingssysteem in de ijshal in het Poolse Krakau te testen, kwamen een week lang elke dag duizend mensen schaatsen. Buiten was het 28 graden.
Hondenbeurs op het beurscomplex Quattrozampeinfiera, Napels.
Lekker chillen op het strand in het Deense Aarhus.
84
Quest Psychologie
visueel
Een leuke dag In hoeveel landen ben je geweest voor deze fotoserie? ‘In totaal ben ik in 23 Europese landen geweest. We hebben als een soort Japanners door Europa gereisd.’
Hoe heb je dat gedaan? Steeds heen en weer gevlogen? Naam: Lars van den Brink Geboren: 30 augustus 1977, Alkmaar Woonplaats: Amsterdam Studie: Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag Beroep: Fotograaf
‘Ik heb met mijn vrouw en twee dochters een halfjaar door Europa gereisd, in een grote camper. We wilden, voordat onze oudste dochter leerplichtig werd, een avontuur beleven en meer tijd met elkaar doorbrengen. Tegelijkertijd wilde ik weer eens aan een groot project werken, want dat komt er niet van in de hectiek van de dag.’
Wat wil je laten zien? ‘Ik heb deze reeks gemaakt aan de vooravond van de Europese Parlementsverkiezingen. Ik vond dat Europa in die periode vooral negatief in het nieuws was. Alsof het geen continent meer was, maar alleen een samenwerking vanuit Brussel. Met deze reeks wil ik laten zien dat het continent Europa veel meer is dan Brussel. Dat we onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Daarnaast vind ik het fascinerend om te zien hoe mensen hun vrije tijd doorbrengen. Wat doen mensen als ze echt helemaal zelf mogen kiezen? Ik vind het ontroerend als iemand heel blij wordt van een dag rondbanjeren in middeleeuwse kledij.’
Je koos voornamelijk voor volkse, folklore-achtige evenementen. Is dat een bewuste keuze? ‘Ik ging op zoek naar bijeenkomsten en evenementen die niet zijn gecreëerd door de commercie. Dus ik zocht het niet in lokale pretparken of de Red Bull-racing events. Het waren evenementen georganiseerd door mensen zelf, die vaak met een hobby te maken hebben. Als we ergens op
een camping stonden zocht ik online wat er in de buurt te doen was. En dan zijn dit de evenementen die veel worden georganiseerd. Met een huur- of leenautootje ging ik er dan heen om te fotograferen.’
Op je website zeg je dat je de waarheid graag een beetje naar je hand zet. Heb je dat voor deze reeks ook gedaan? ‘Ja. Mijn beelden bestaan uit meerdere opnamen die ik later samenbreng tot één beeld. Wat je ziet, is een samenvatting van één dag. Al die mensen zijn daar echt geweest en hebben op die plek gestaan, maar niet tegelijkertijd. Ik vind het leuk als mensen die mijn foto’s bekijken zich verwonderen over wat ze zien en zich afvragen of het wel echt kan. Ik pretendeer dus ook niet dat deze foto’s een klassieke fotografische werkelijkheid verbeelden. Je kunt het een beetje zien aan de interactie tussen de mensen, die is soms vreemd. Je voelt dat er iets niet klopt.’
En wat is je conclusie? Verschilt ‘een leuke dag in Europa’ van land tot land? ‘Wat overeenkomt, is dat mensen in heel Europa een thermoskannetje koffie meenemen om met elkaar te delen. Maar er zijn ook verschillen. In ZuidEuropa zijn evenementen veel vaker gebaseerd op religie en in Noord- en West-Europa draait het meestal om een hobby of interesse. En wat me verder opviel, is dat de niet-Europese culturen eigenlijk standaard afwezig zijn. Dat is een onderwerp waar ik me de komende tijd verder in wil verdiepen. Ik ben ook nieuwsgierig naar waar de allochtone Europeaan zijn vrije tijd doorbrengt.’ Q
Quest Psychologie
85
xxxxxxxxx
kleine zaken Manon Sikkel is psycholoog, journalist en kinderboekenschrijver. Elk nummer behandelt ze een opvoedkundige kwestie en signaleert ze de laatste trends in de jeugdpsychologie.
Geef dat kind een zakmes Kinderen moeten vrij kunnen spelen. Ze hebben ruimte nodig om gevaarlijke dingen uit te proberen. In bomen klimmen, met messen spelen, vuurtjes stoken. Dus zonder dat hun ouders ernaast staan met een blusdekentje.
ILLUSTRATIES Leonie Bos
H
86
et is doodeng om je kind uit een klimrek te zien vallen. Maar is ons dat niet allemaal overkomen vroeger? Hebben we als kind niet allemaal onze knieën tot bloedens toe opengehaald? In elkaars oog geprikt, met stenen gegooid, fikkies gestookt? In zijn onlangs gepubliceerde boek Free to Learn houdt de Amerikaanse hoogleraar psychologie Peter Gray een pleidooi voor vrij kinderspel. Volgens Gray onderschatten veel ouders het belang van vrij spel. In plaats van hun kinderen maar wat te laten aanmodderen, grijpen ze in zodra de kinderen ruzie
Quest Psychologie
maken of vechten. Kinderen hun gang laten gaan, is belangrijk voor een gezonde sociale ontwikkeling. Ze leren met andere kinderen te onderhandelen, ruzies op te lossen, rekening te houden met elkaar. Steeds vaker leggen ouders hun kinderen beperkingen op in hun spel. Ze mogen niet verder dan tot de hoek van de straat, mogen niet vies worden, niet vallen, niet verdwalen. Volgens Gray ontnemen we kinderen zo de mogelijkheid om de wereld te ontdekken.
Lekker eng
De Noorse professor Ellen Beate onderschrijft de mening van Gray. Volgens haar hebben kinderen in hun spel een combinatie nodig van vrijheid en angstige spanning. Zij heeft een indeling gemaakt van de gevaren waartoe kinderen zich op de hele wereld aangetrokken voelen in hun spel (zie het kader Broodnodige spanning). Kinderen moeten elkaar op de grond duwen, met messen spelen en in bomen klimmen. Ouders die te snel ingrijpen, zien alleen het gevaar. Maar juist dat gevaar, het gevoel dat het kan misgaan, maar dat het net niet gebeurt, is het plezier dat kinderen opzoeken en nodig hebben. Een blik op het dierenrijk laat zien hoe belangrijk uitdagend spel is voor kinderen. Om te onderzoeken
kleine xxxxxxxxx zaken
wat de functie is van dit gevaarlijk spel, hebben onderzoekers jonge ratten beperkt in hun risicovolle speelmogelijkheden. Ze konden elkaar wel ontmoeten en aan elkaar snuffelen, maar niet wild met elkaar spelen of achter elkaar aan rennen. Eenmaal volwassen bleken deze ratten emotioneel instabiel. Zodra ze in een nieuwe omgeving werden geplaatst, raakten ze verlamd door angst en weigerden ze om hun nieuwe omgeving te onderzoeken. Ratten die al spelend groot waren gebracht, deden dat wel. Werden de nietspelende ratten geconfronteerd met een vreemde rat, dan verstijfden ze of ze werden agressief. Uit dit en vergelijkbaar ander onderzoek blijkt dat vrij spelen belangrijk is om te leren omgaan met angst en agressie. Bovendien leer je spelenderwijs dat je jezelf kunt redden uit potentieel gevaarlijke situaties en dat geeft zelfvertrouwen.
Geen vuisten
Van de Nederlandse kinderen tussen de zes en twaalf jaar speelt een op de vijf niet of hooguit een keer per week buiten. Dat blijkt uit onderzoek van Jantje Beton uit 2013. Ook blijkt dat 42 procent van de kinderen de buitenruimte waar ze kunnen spelen, te saai vindt. Driekwart van de kinderen denkt vaker buiten te gaan spelen als er meer avontuurlijke plekken zouden zijn. Natuurlijk kunnen kinderen ook binnenshuis vrij spelen, maar het gevaar waar kinderen zo graag naar op zoek gaan is nu eenmaal buiten meer te vinden. Uit onderzoek van Little en Wyver (2008) blijkt dat vrij buiten spelen goed is voor allerlei motorische vaardigheden. Buiten is meer ruimte om te rennen, klimmen, springen en gooien. De dilemma’s en conflicten die optreden tijdens dat spel moeten kinderen vervolgens zelf oplossen. Waarbij ze spelenderwijs leren dat het niet altijd goed is om je gelijk te krijgen door je vuisten te gebruiken. Als je kinderen hun eigen gang laat gaan, dan leren ze compromissen te sluiten, spelregels op te stellen, samen te werken of de competitie met elkaar aan te gaan. Het zijn vaardigheden die je niet uit een schoolboek haalt en ook niet leert als je veilig op de bank zit met Angry Birds.
Broodnodige spanning 1 Hoogte Kinderen willen in bomen en op muurtjes klimmen en de angst voelen om de wereld van bovenaf te zien.
2 Snelheid De glijbaan af, op een slee naar beneden roetsjen, steppen, fietsen, skaten. Kinderen houden van alles wat snelheid geeft.
3 Gevaarlijk gereedschap Een mes, een hamer, een pijl en boog, een scherpe steen, alles waar je jezelf of een ander mee pijn kan doen heeft een aantrekkingskracht op kinderen. De spanning ligt erin dat je controle houdt, maar weet dat één vergissing pijnlijk kan zijn.
4 Water en vuur Voor een kind horen water en vuur bij elkaar. Een vuurtje stoken, met water gooien, het heeft een universele aantrekkingskracht op iedereen die jong is.
5 Stoeien Fysiek spel, achter elkaar aanrennen en stoeien heeft de meeste aantrekkingskracht op kinderen als ze ‘kwetsbaar’ zijn. Achterna gezeten worden geeft meer plezier dan de jager zijn. In een stoeipartij onderop liggen en dan ontsnappen geeft het meest voldoening, zo zegt Gray.
6 Verdwalen Jonge kinderen spelen verstoppertje om de spanning te voelen van het feit dat ze uit zicht zijn. Oudere kinderen gaan verder weg van huis om onbekend terrein te verkennen en het gevaar te voelen dat ze zouden kunnen verdwalen.
Quest Psychologie
87
xxxxxxxxx
kleine zaken kort nieuws uit de jeugdpsychologie
Kind dupe van zieke ouder
Wonen bij mama én papa Kinderen die na een echtscheiding afwisselend bij beide ouders wonen, hebben minder psychische problemen dan kinderen die bij hun vader of moeder wonen. Dat blijkt uit onderzoek waarop Sarah Westphal promoveerde aan de Universiteit Utrecht. Vaak wordt aangenomen dat kinderen in geval van co-ouderschap in grotere mate worden blootgesteld aan conflicten. Maar nu blijkt dat het, zelfs in het geval van een conflictsituatie tussen de ouders, voor een kind toch beter is om afwisselend bij beide ouders te wonen. Bron: Sarah Westphal, ‘Are the kids alright?’ Essays on postdivorce residence arrangements and children’s well-being, mei 2015.
88
Quest Psychologie
Ruim een half miljoen kinderen onder de achttien jaar in Nederland heeft een ouder met psychische problemen of een verslaving. Denk dan aan een moeder met borderline of paniekaanvallen, een depressieve of autistische vader, of een suïcidale ouder. Dit heeft een enorme impact op kinderen. Daarom is voor hen een website in het leven geroepen: www.kopstoring.nl. Kinderen kunnen er informatie vinden over de aandoening van hun ouder(s), met lotgenoten praten of met een mailtje vragen stellen aan een deskundige. Voor jongeren tussen de zestien en 24 jaar waarvan een van de ouders psychische klachten of een verslaving heeft, is er op de site een online cursus van acht bijeenkomsten. Veel jongeren met een psychisch zieke of verslaafde ouder zijn sterk gericht op hoe het met hun ouder gaat. Hierdoor hebben ze weinig aandacht en tijd voor zichzelf. In de cursus wordt stilgestaan bij de dingen die voor de jongere zelf belangrijk zijn.
kleine zaken
Lekker laten wiebelen Baby op tablet Een op de drie baby’s kan eerder op de toetsen van een smartphone drukken dan dat hij kan lopen. En een op de zeven eenjarigen speelt minstens een uur per dag met smartphone of tablet. Dat blijkt uit onderzoek van de Pediatric Academic Societies (PAS) in Amerika. De onderzoekers ontdekten dat kinderen van een half jaar regelmatig een half uur achter een scherm zitten. Van de kinderen van nul tot twaalf maanden keek meer dan de helft regelmatig televisie. PAS dringt er bij ouders op aan om kinderen onder de twee zo veel mogelijk weg te houden bij computer, televisie, tablet of smartphone. Het aanbod van programma’s is volgens hen vaak ongeschikt voor zulke jonge kinderen. Bron: American Academy of Pediatrics. ‘Babies as young as six months using mobile media.’ ScienceDaily, April 2015.
Kinderen met ADHD voeren schrifte lijke opdrachten in de klas beter uit als ze mogen bewegen. Dat blijkt uit een klein onderzoek onder 29 kinderen met ADHD en 23 kinderen uit de controlegroep. ADHD-kinderen krijgen volgens de onderzoekers vaak te horen dat ze stil moeten zitten en niet mogen wiebelen, schommelen of tikken met een pen. Maar als ze dat wél mogen doen, blijkt hun werkgeheugen significant beter te werken en maken ze de taak beter. Kinderen zonder ADHD presteerden juist beter als ze stil zaten. Volgens onderzoeker Dustin Sarver is de gangbare theorie over aandachtsstoornissen dat het brein te weinig prikkels krijgt. Vandaar dat kinderen met ADHD en ADD vaak stimulerende medicijnen als Ritalin voorgeschreven krijgen. Volgens Sarver zorgt lichte fysieke beweging voor een vergelijkbare activering van het zenuwstelsel. Hij benadrukt dat het gaat om kleine bewegingen. Kinderen met ADHD laten rondrennen in de klas heeft geen effect. Bron: Dustin E. Sarver et.al. ‘Hyperactivity in Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD): Impairing Deficit or Compensatory Behavior?’ Journal of Abnormal Child Psychology, April 2015.
Plannen kun je leren Wie een kind heeft dat op de middel bare school zit, weet dat niet iedereen goed huiswerk kan plannen of een proefwerk kan voorbereiden. Voor kinderen met ADHD, autisme, faalangst of dyslexie kan het maken van een planning nog een extra uitdaging zijn. Voor hen is er een speciale plan-agenda ontwikkeld. De agenda is jaargangvrij en kan dus op elk moment in gebruik genomen worden. Er zit een uitklap mapje bij voor wisselende lesroosters en er staan tips in om overzichten te maken. De agenda is bedoeld voor kinderen in het middelbaar onderwijs, maar is ook handig in groep acht om het kind voor te bereiden op de middelbare school. De agenda is voor 12,50 te bestellen via www.mijnwerkplekje.nl
Quest Psychologie
89
psychologie RUZIE
psychologie
Hebben we in de winter meer slaap nodig dan in de zom er? p. 37
Het nut van
Linke pillen
Moord door prozac p. 30
Binnen de lijntjes Kle
urboek voor volwassenen?! p. 74
Leren lachen Qu
est op cursus p. 66
Als een broer Jam
Numm er 4/2015
mer, dat wordt geen relatie p. 72 Numm er 4/2015 | Advie sprijs € 6,95
WEGLOPEN
00415 8 717 774 090 381
* Beschikbaar voor iOS en Android. Genoemde prijs is gebaseerd op een jaarabonnement.
AP
PRATEN
SCHREEUWEN
Wat werkt en waarom?
p. 16
GRATISE DIGITAL T.W.V. VERSIE 9 * € 19,9 VOOR S EE ABONN
WORD ABONNEE! ► Ga naar www.quest.nl ► Of bel gratis (maandag t/m vrijdag 8.30 – 17.00 uur) Nederland 0800 – 280 28 08, België 0800 – 390 19 Deze aanbieding is in Nederland geldig t/m 5 januari 2016, in België tot 26 april 2016. Quest Psychologie verschijnt elk kwartaal en kost in de winkel € 6,95. De genoemde korting is berekend t.o.v. de winkelprijs. Dit abonnement geldt tot wederopzegging. Cadeauabonnementen (meerprijs € 2) stoppen automatisch na de genoemde periode. Bovenstaande telefoonnummers gelden uitsluitend voor het aanmelden van nieuwe abonnees. Deze aanbieding is in België uitsluitend telefonisch af te sluiten.
90
Quest Psychologie
Quest Psychologie
€20
Nu een jaar voor slechts
normaal € 27,80
JOUW VOORDELEN:
Ontvang Quest Psychologie 4x per jaar bij je thuis, nog voordat het nummer in de winkel ligt Krijg minimaal 10% korting in de webshop van Quest Lees Quest Psychologie gratis digitaal via Google Play, de Apple Kiosk en Blendle Betaal geen €6,95 maar €5,- per nummer Quest Psychologie
91
de 10 Ruziemaken kun je leren Tien tips om beter ruzie te maken met je geliefde.
92
Quest Psychologie
de 10
1
R.E.S.P.E.C.T.
H
oe lastig het ook is in het heetst van de strijd, vergeet niet dat je van die ander houdt (al denk je daar op dat moment waarschijnlijk anders over).
3W
2O
Kwaad? Eet iets
nderzoekers van Ohio State University (VS) ontdekten dat je een korter lontje hebt als je een lege maag hebt. Ze testten 102 langer getrouwde stellen en daaruit bleek dat er een verband bestond tussen een lage bloedsuikerspiegel en agressie. Dus voel je dat je irritatiegrens bereikt is? Eet snel iets.
Verplaats je in de ander aarschijnlijk lukt het de eerste paar keer niet. Maar het is wel belangrijk: verplaats je in je partner. Kraamt hij echt onzin uit, of zit er toch een kern van waarheid in?
Quest Psychologie
93
de 10
4
Choose your battles
I
s de kwestie echt de moeite waard om ruzie over te maken? Het is absoluut irritant dat je geliefde nooit een nieuwe wc-rol in de houder stopt. Maar ruziemaken? Daarover? Denk goed na.
5
Laat de ander uitpraten
M
6J
Haal er niemand bij ij bent kwaad, dus praat namens jezelf. Haal er dan niet jouw of zijn moeder bij ‘die dat ook vindt’. En praat over je ergernis met je geliefde, niet met vrienden en familie.
94
Quest Psychologie
isschien ga je tijdens een ruzie het liefst gillen, schreeuwen en laat je de ander niet meer aan het woord. Maar probeer toch af en toe je mond te houden en laat de ander uitpraten.
de 10
7
Stel een vraag
D
eze tip werkt alleen als je zelf niet overkookt van woede: stel de ander eens een vraag. Pas op dat het geen trucje wordt, dat kan de ander nog kwader maken.
Quest Psychologie
95
de 10
8
Zeg het op tijd
9J
ames Córdova, psycholoog aan Clark University (VS), adviseert om direct te praten over je ergernis. Anders loop je het risico dat je ermee blijft rondlopen en het er bij een latere ruzie ineens uitgooit.
Wees niet kinderachtig
H
et is verleidelijk: gemeen uithalen tijdens een ruzie. Wees volwassen en houd je in. Kwets de ander niet moedwillig.
10 V
Niet doodzwijgen oor sommige mensen een onmogelijke opgave, voor anderen juist de enige weg in een ruzie: niets zeggen. De Amerikaanse psycholoog en relatietherapeut Kim Leatherdale waarschuwt dat dit niet werkt. De ander kan niet ruiken waar je mee zit. Je loopt zelfs het risico dat de ruzie vervolgens over jouw stilzwijgen gaat in plaats van je ergernis.
96
Quest Psychologie
colofon
beeldcredits
Hoofdredacteur Thomas Hendriks Philip Fontani (adj.)
Abonnementen Nederland en België: € 25,- per jaar (4 nummers) Losse nummers: € 6,95
Art direction en vormgeving Quest Psychologie Van Lennep, Amsterdam
Productiemanagement Hans Koedijker, Anouk van Kuilenburg
Art director Quest Ron Ottens Eindredactie Quest Psychologie Anna van der Gaag Florine Wiers (coördinatie) Beeldredactie Quest Psychologie Evelien van Eck Redactie Quest Mariken Boersma, Frank Beijen, Anouschka Busch, Marc Koenen, Melanie Metz, Berry Overvelde, Elly Posthumus, Paul Serail, Mark Traa Aan dit nummer werkten mee Jeroen Bosch , Anouk Broersma, Monique Kitzen, Renée Lamboo, Manon Sikkel, Margot Smolenaars, Dennis Rijnvis Beeldredactie Quest Niels Broekema (chef), Gaby Baas, Marijn van der Meer Vormgeving Quest Sandra de Bont Redactie-assistentie Jennifer Wijsen Quest.nl Michael Boerop, Jerwin de Graaf, Guido Hogenbirk (product manager), Leanne Huiberts, Nico Kaag, Susan Lau, Marije van der Star, Sanne Walvisch (CDO), Choong Wei Tjeng Quest Play Lieselotte Gill Marketing Ilka Schreurs (brand manager) Vivienne van Luik (jr brand manager) Lianne Wijnands, Lisette den Bakker (stagiaire) Redactieadres Redactie Quest Psychologie Spaklerweg 52 1114 AE Amsterdam-Duivendrecht Telefoon: +31-(0)20-79 43 500 (niet voor vragen over abonnementen) Klantenservice abonnementen Voor Nederland: Tel 088-8878005 e-mail:
[email protected] Quest, Postbus 145, 1390 AC Abcoude Voor België: Tel 078-480183,
[email protected] Quest, Postbus 63, 2650 Edegem
Opzegging & Adreswijziging Opzeggingen worden per einde van de gefactureerde periode verwerkt, mits uiterlijk 3 maanden van tevoren per email, telefonisch of schriftelijk door gegeven aan de klantenservice. U heeft het recht uw abonnement na de eerste actieperiode, met inachtneming van de geldende opzegtermijn, tussentijds te beëindigen. Uw opzegging wordt binnen 14 dagen schriftelijk bevestigd. e-mail naar
[email protected] Sales Corine d’Haans (commercial director), Raymond van Kasterop (sales director), Ab van Vlaardingen (sales manager), Isabelle Cannoo (jr sales manager), Marjolein van Wijck, Jérôme Thenu (traffic managers) Telefoon sales: +31(0)20-79 43 500 Drukkerij Quad Graphics, Wyszków, Polen Distributie losse verkoop Aldipress (Nederland), AMP (België) Quest Psychologie uitgegeven door: G+J Media Zuidpark Spaklerweg 52 1114 AE Amsterdam-Duivendrecht Eric Blok (CEO/uitgever) ISSN 2210-2094 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Je gegevens, zoals naam, adres en telefoonnummer, worden opgenomen in ons gegevensbestand. Dat bestand wordt gebruikt voor onze abonnementen administratie en kan gebruikt worden om je in de toekomst te kunnen informeren over producten of diensten van onze eigen onderneming of van zorgvuldig geselecteerde organisaties. Indien je dergelijke informatie niet op prijs stelt, stuur dan een briefje naar Quest, Postbus 97, 5126 ZH Gilze. Voor België: Quest, Postbus 1059, 2300 Turnhout.
Cover Shutterstock Editorial (3) Reinier RVDA Inhoud (4-5) Henrik Sorensen/Stone/ Getty Images, Inge Trienekens, Cliff Mills/ Illustration Web, Teska Overbeeke, Tina Berning/ Artbox, Lars van den Brink, Arthur Neaman/EyeEm/ Getty Images Focus (6-7) Steve Bronstein/Getty Images Kort (8-13) Tina Berning/Artbox, Farhan Monir Hussain/EyeEm/Getty Images, Paula Daniëlse/ Moment/Getty Images (8-9), Flickr/Getty Images, Zhang Wei/Imagechina/Hollandse Hoogte, Tina Berning/ Artbox, Taxi/Getty Images (10-11), Conny Marshaus/ Cultura/Getty Images, Tina Berning/Artbox (12-13) Weten (14-15) Andy Baker/Ikon Images/ Getty Images Beter in bonje (16-23) Henrik Sorensen/Stone/ Getty Images Een eigen geluid (24-27) Anneke Hymmen Het waren de pillen! (30-33) Inge Trienekens Vraag en Antwoord (34-39) Adrian Weinbrecht/Corbis, Brad Wilson/Photographer’s Choice/Getty Images Arthur Neaman/EyeEm/ Getty Images (34-35), Baona/ Getty Images, Image Source/ Getty Images, Brigitte Smith/Flickr/Getty Images (36-37), Michiel Wijnbergh/ Hollandse Hoogte, Samm Diephuis/Stone/Getty Images, Phil Nijhuis/ Hollandse Hoogte, Getty Images (38-39)
Voelen (44-45) Andy Baker/Ikon Images/ Getty Images De nieuwe Peter R. (46-51) NPO Uitzending gemist, RTL XL Sterk staaltje griezelen (52-55) Cliff Mills/Illustration Web Dubbel gevoel (56-59) Teska Overbeeke Met een schone lei (60-63) Saskia Aukema Leven (64-65) Andy Baker/Ikon Images/ Getty Images Schateren zonder reden (66-71) Ilvy Njiokiktjien Kom uit die friend zone (72-73) Image Source/Getty Images Infantiel gedoe (74-77) Tim Robberts/Taxi/Getty Images (74-75), Tim Robberts/Taxi/Getty Images, xPACIFICA/Corbis In mijn vrije tijd ga ik… (78-85) Lars van den Brink Kleine zaken (86-89) Leonie Bos De 10 (92-96) Tina Berning/Artbox, Tara Moore/Taxi Getty Images (92-93), Getty Images, Bloomimage/Corbis, Tina Berning/Artbox (94-95), Tina Berning/Artbox, Nicholas Monu/Getty Images (96) Volgend nummer (98) Moment/Getty Images
Zingen en sporten tegen Alzheimer (40-43) Foodcollection/ Getty Images
Quest Psychologie
97
xxxxxxxxx
volgende keer in Quest Psychologie → 7 januari 2016 in de winkel
Erfelijkheid blijkt veel minder van invloed dan we altijd dachten. In de volgende Quest Psychologie lees je hoe je echt slimmer kunt worden. En we rekenen af met de mythes die over het IQ bestaan.
98
Quest Psychologie
Hoe word je slimmer?
HIJ IS ER WEER!
€
14,95
ZATERDAG
ZONDAG
WOENSDAG
MAANDAG
VRIJDAG
WOENSDAG
MAART
AUGUSTUS
JUNI
MAART
DECEMBER
OKTOBER
12
21
Kunnen insecten net als wij objecten zien die 20.000 keer kleiner zijn dan zij? Kunnen insecten dus bacteriën zien?
Waarom loopt een schooljaar niet gelijk met een kalenderjaar?
15
Waarom knoeit een drinkende hond veel meer dan een drinkende kat?
7
Wat doen astronauten met hun vuile was?
NU IN DE WINKEL
2
Hoe wordt een champagnekurk in de fles gestopt?
26
Gebruikt ieders brein evenveel energie?
Thuis laten bezorgen? Ga naar questshop.nl. Abonnees ontvangen minimaal 10% korting.