Woonvormen
Nr. 4
Naam:_______________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling - Een vergelijking kunnen maken tussen de voor en nadelen van de verschillende woonvormen
2. Opdracht Schrijf een
+
bij de woonvorm als het een voordeel is, een
- als het een nadeel is.
1.
Landelijke woning
Woning in de stadskern
Alleenstaande woning
Woning in rij
Huis
Appartement
Een woning bouwen
Een woning huren
Rust Afstand winkel, school Natuurschoon Grote groententuin 2. Geen burenlawaai Goedkoop verwarmen Groen rondom Veel licht, veel ramen 3. Meer functionele ruimtes Weinig onderhoud Kleiner Budget Eigen tuin 4. Minder kopzorgen Naar eigen smaak Geen lening nodig Na afbetaling gratis
5
Woonvormen
Nr. 5
Naam:_______________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling De juiste benamingen van de verschillende woonvormen koppelen aan een voorbeeld
2. Opdracht Schrijf bij de foto’s de juiste namen van de woonvormen: Twee woonst – loft – chalet – vrijstaande woning – flatgebouw – wolkenkrabber.
6
RUP
Nr. 7 (1 van 2)
Naam:_______________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling: dit moet je kennen en kunnen a. Omschrijven van ruimtelijk uitvoeringsplan/een gewestplan b. Het doel van een ruimtelijk uitvoeringsplan/een gewestplan in verband met het milieubeleid kunnen uitleggen. c. Op Internet een gewestplan vinden en het interpreteren. 2. Opdracht Surf naar www.gisvlaanderen.be GIS staat voor Geografische InformatieSystemen. Kies achtereenvolgens de rubriek Geo-Vlaanderen/Ruimtelijke planning/Gewestplan. Je komt op een kaart van Vlaanderen terecht (zonder Brussel)
Boven de kaart staat een knoppenbalk. Als je met de muisaanwijzer enkele seconden stilstaat op een knop, krijg je informatie. Zoek op wat onderstaande knoppen betekenen
Kies de knop Zoom naar een straat of gemeente en klik er op. Kies nu achtereenvolgens een gemeente en straat: het adres van je school of eigen woonplaats. Druk nu op de knop zoom en zo kom je terecht op een veelkleurig gewestplan. Elk van deze kleur en arcering heeft een betekenis. Om deze te kennen moet je de legende kennen.
8
Maquette
Nr.9
(3 van 4)
Naam:_____________klas: ___ Datum: __ /__ /__
5. Knip de nodige ramen en deuren en de garaagepoort uit en kleef ze op de juiste plaats op de gevels. (Eventueel de vensters ook uitsnijden)
6. Snij en knip de gevels nauwkeurig uit . Ril de plooilijnen en plooi de gevelstroken volgens het grondplan
7. Kleef de gevelstroken samen. Kleef de gevelstroken vast op het grondplan Teken de dakmaat af en kleef het dak passend op de topgevel 8. Werk je maquette verder af naar eigen wensen enkele tips - plastic als ramen, echt opendraaiende deuren, - beplanting voorzien - schilderen in de lessen PO (of thuis) - grondplaat kleuren, -…
13
Plan lezen
Nr. 10 (1 van 2)
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__
DOELSTELLING: - Gegevens kunnen opzoeken op een bouwplan. - Aan de hand van een bouwplan, vragen over de woning beantwoorden.
Benodigdheden: dit heb je nodig Bouwplannen Los onderstaande vragen op met behulp van het bouwplan(nen) die je van je leerkracht krijgt. A. MATEN OPZOEKEN EN INVULLEN Vragen Antwoord 1 Hoe groot is de totale breedte van de woning? (voorgevel) 2 Hoe groot is de totale diepte? (zijgevel) 3 Hoe groot is het niveauverschil tussen het maaiveld en de afgewerkte vloer? 4 Hoe groot is het niveauverschil tussen het maaiveld en het eerste verdiep? 5 Aan welke zijde staat het scharnier als je de woning binnenkomt via de voordeur? 6 Geef de breedte van de deuropening (in cm) van: Breedte Slaapkamer 3 Slaapkamer 2 Voordeur Achterdeur Badkamerdeur Garagedeur Garagepoort 7 Geef de raamafmetingen Breedte in cm Hoogte in cm Slaapkamer 1 Slaapkamer 2 Slaapkamer 3 Badkamer (dakvenster) 8 Geef de breedte en lengte van onderstaande ruimtes Lengte Breedte Slaapkamer 3 Nachthal Badkamer Slaapkamer 1 W.C. (onder de trap) 9 De hoogte van de nok van het dak is (in cm) 10 Op welke hoogte staan de ramen in de bovenverdieping in de linkerzijgevel t.o.v. de verdiepingsvloer? 11 Hoe hoog is de garagepoort? 12 Hoe hoog is de kamerhoogte van de verdieping? 13 Op welke hoogte begint het dak van de keuken?
15
waterpasdarm
Nr. 12 (1 van 2)
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling: dit moet je kennen en kunnen a. met behulp van een waterpasdarm een hoogte kunnen overbrengen en de horizontaliteit kunnen controleren. b. Het principe van communicerende vaten kunnen weergeven.
2. Inleiding: dit moet je lezen en begrijpen Een waterpasdarm is een eenvoudig maar onmisbaar en zeer nauwkeurig stuk gereedschap bij het bouwen van een woning. Werking: Bij een scheefstaand aquarium zal het water toch horizontaal zijn. De hoogte van het water in een aquarium is overal gelijk dus perfect horizontaal! Zie fig.
HORIZONTAAL
Van deze eigenschap van water kunnen we handig gebruik maken om een hoogte over een langere afstand over te brengen. Dit doen we door middel van een waterpasdarm. Een flexibele doorzichtige darm wordt gevuld met zuiver water. Door het principe van communicerende vaten* zal het water in de darm steeds dezelfde hoogte aannemen.
* communicerende vaten: vaten die onderling zo zijn verbonden dat vloeistoffen van het ene vat naar het andere vat kunnen stromen, de uiteinden zijn open . De vloeistofniveaus liggen allen op hetzelfde horizontale niveau. Zie fig1 .
Referentie hoogte
Overgehaalde hoogte
Fig.1 3. Benodigdheden : dit heb je nodig Waterpasdarm – kladbladen – kleefband – vouwmeter – potlood 2 x emmer – water.
21
V E R T I K A A L
Nr. 14 (2 van 3)
Vraag de nodige materialen aan je leerkracht
3. Benodigdheden : dit heb je nodig Profiel met 2 schoren en 2 sloffen -schietlood en hamer 4. Voer de opdracht stap voor stap uit
Plaats het profiel “op zicht” recht. Plaats het schietlood op één zijde en verschuif de “slof” tot het schietlood juist vrij komt te hangen SLOF
Met 2 persoon wordt nu het profiel gesteld. 1 persoon staat bij het profiel met een schietlood, een tweede persoon zit bij de slof waaraan de schoor vast zit. Als het profiel schuin staat roept de persoon aan het profiel HALEN of BRENGEN
BRENGEN
Door met de hamer een kleine tik te geven tegen de slof wordt het profiel bijgesteld
Controleer of het profiel aan één zijde volledig loodrecht staat
LOODRECHT
Herhaal bovenstaande aan de andere zijde van het profiel Vraag je leerkracht om je opdracht te evalueren !
25
HALEN
Miniserre
Nr. 20 (1 van 4)
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling Een eenvoudige constructie maken: miniserre
2. Benodigdheden Grenen balkjes van 12mm x 12mm –Nagels – houtlijm – kaftplastiek duimspijkers Handgereedschappen: verstekzaag, hamer, schuurblokje.
33
Installatieplan
Nr. 22
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling Op een grondplan van een functionele ruimte op een verantwoorde wijze de verlichting en stopcontacten een plaats geven.
2. Benodigdheden Voorbeeld van een installatieplan - Tekengerief (Tip: kijk even op de site van Technopolis => experimenten => elektriciteit)
3. Opdracht Teken op het grondplan op een goede plaats de verlichtingspunten stopcontacten en schakelaars. Gebruik hiervoor de juiste symbolen.
4 X Lichtpunten
5 X Schakelaars Bediening van een lichtpunt op één plaats Bediening van een lichtpunt op twee plaatsen (wisselschakelaar)
Slaapkamer1
8 X stopcontacten Enkelvoudig stopcontact met kinderbeveiliging
Let op
Je mag geen lichtpunten schakelaars of stopcontacten in de nabijheid van het bad of de douche plaatsen !!
Slaapkamer2 badkamer
38
Waterpas
Nr. 23 ( 2 van 2)
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__ 4.2. Maak een bergje van (vochtig) zand. Plaats een tegel in het zandbed en contoleer de horizontaalheid in beide richtingen met de waterpas. Corrigeer indien nodig met kleine hamertikken (gebruik hiervoor een rubberen hamer!) O Controle door leerkracht!
4.3. Als je nog tijd over hebt: UITDAGING Sommige onderdelen van een woning mogen niet horizontaal worden geplaatst, denk maar aan bijvoorbeeld een vensterbank aan de buitenzijde van een raam. Waarom niet horizontaal: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………….. Ook hier kan je de waterpas gebruiken. Tracht de constructie uit opgave 4.1. eens te plaatsen met een helling van 10mm per 250 mm Tip: gebruik een blokje van 10mm als hulpmiddel
Controle door de leerkracht: Opmerking OPDRACHT 4.1. OPDRACHT 4.2 OPDRACHT 4.3 Totaal
40
Waterbesparing
Nr. 26
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling Enkele waterbesparende maatregelen kunnen opsommen.
2. Dit moet je weten. Dagelijks verbruikt iedereen gemiddeld 110 liter water. De verdeling ziet er als volgt uit: Deze informatie komt uit de brochure: “Handige waterbesparing”. In deze brochure vind je alle informatie om onderstaande opdracht op te lossen.
(http://www.leuven.be/showpage.asp?iPageID=3828)
Verbruikspost per persoon Wc Bad/douche Was Vaat Koken Schoonmaak Tuin
liter per dag 30 44 17 8 3 4 4
3. Opdracht: hoe kan je zelf water besparen?
Douche……………………………………….. ……………………………...…………………… …………………………………………………… …………………………………………………... ………………………………………………….. …………………………………………………... …………………………………………………..
Bad…………………………………… ……………………………...…………………… …………………………………………………… …………………………………………………... ………………………………………………….. …………………………………………………... …………………………………………………..
Vaatwasser…………………… ……………………………...…………………… …………………………………………………… …………………………………………………... ………………………………………………….. …………………………………………………... …………………………………………………..
Kraan………………………………… ……………………………...…………………… …………………………………………………… …………………………………………………... ………………………………………………….. …………………………………………………...
W.C.………………………………… ……………………………...…………………… …………………………………………………… …………………………………………………... …………………………………………………... …………………………………………………. .…………………………………………………...
Wasmachine……………………… ……………………………...…………………… …………………………………………………… …………………………………………………... ………………………………………………….. ………………………………………………….
43
Watersturing
Nr. 29
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling Een automatische watersturing realiseren.
2. Opdracht: bouw een schakeling waarbij een reservoir wordt volgepompt met het water uit een tweede reservoir tot het gewenste niveau wordt bereikt. 3. Dit heb je nodig -
Een watersensor Twee waterreservoirs (emmers-flessen of dergelijke) Een elektrisch waterpompje (6V) Een beslissingspaneel
Welk uitvoerorgaan gebruik je om de pomp te besturen?
…………………………………………………………. Gebruik een oplosblad uit het thema sturingen om deze oefening op te lossen.
4. Opdracht2: Bouw een schakeling die water uit een put pompt zodra het water een bepaald niveau bereikt. Gebruik een oplosblad uit het thema sturingen om deze oefening op te lossen
46
Warmteverlies
Nr. 38
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling De begrippen warmteverlies en koudebruggen aantonen
2.Opdracht Los onderstaande vragen op: Koudebruggen en warmteverliezen: Deze woning werd gefotografeerd met een warmtegevoelige kamera. Hoe lichter de kleur, des te warmer het oppervlak. Op welke plaatsen vertoont deze woning serieuze warmteverliezen?
______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ _______________
Een van de oorzaken van deze warmteverliezen zijn “koudebruggen”. Dit zijn plaatsen waar de isolatiemantel slecht geplaatst of onderbroken werd. Duidt met een rood kruis de plaats aan waar de isolatie onderbroken wordt.
Omschrijf nu in eigen woorden wat “koudebrug” betekent:
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
57
Spaarlamp
Nr. 39
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__
1. Doelstelling Het nut van het installeren van spaarlampen proefondervindelijk aantonen. 2.Opdracht Sluit een gloeilamp op de kWh-meter aan. Laat de lamp 5 minuten branden. Noteer eerst voordat je de lamp inschakelt de beginstand op van de kWh-meter. Als je de lamp inschakelt laat je deze 5 minuten branden en let je op het volgende : * aantal omwentelingen van de schijf * aantal kWh (meterstand) Noteer dan ook de eindstand van de kWh-meter op.
Vervang de gloeilamp nu door de spaarlamp en sluit deze aan op de kWh-meter. Doe nu dezelfde stappen als bij de gloeilamp. Noteer de beginstand van de kWh-meter en dan schakel je de spaarlamp aan 5 minuten. Hier gaan we ook op het volgende letten tijdens de 5 minuten : * aantal omwentelingen van de schuif * aantal kWh Noteer dan ook de eindstand van de kWh-meter op.
1. Vul de tabel in aan de hand van de proefopstelling: KWh-meter
Gloeilamp ………………W
Spaarlamp ………………W
* beginstand * eindstand * omwentelingen Schijf 2. Wat kan je uit deze proefopstelling besluiten ?
Spaarlampen kosten meer/minder dan gewone gloeilampen maar besparen flink wat energie en zijn dus voordeliger/minder voordeliger dan de traditionele gloeilampen. Spaarlampen geven veel / weinig licht en verbruiken veel / minder. Een gloeilamp verbruikt meer / minder elektriciteit dan bij een spaarlamp. Een spaarlamp zet vijf maal meer / minder energie om in licht als een gloeilamp. Een gloeilamp gaat langer mee dan een spaarlamp. Waar / niet waar. Test hoeveel je kan besparen door thuis de gloeilampen in spaarlampen te vervangen!
http://www.energiesparen.be/reg/spaarlamp/test.php
58
Beveiliging
Nr. 42
Naam:____________klas: ___ Datum: __ /__ /__ 1. Doelstelling Het principe van de beveiliging van een woning duidelijk maken met behulp van een dossier, gebaseerd op een grondplan van een woning. 2. Opdracht Teken op het grondplan, op de juiste plaatsen, beveiligingselementen tegen inbraak. Voorzie ook een brandalarm. Maak van deze oefening een dossier met een lijst van de benodigdheden. Ontwerp zelf symbolen (of zoek ze op) voor bv. een glasbreukmelder, deurslotmelder, alarmeenheid, bewegingsmelder, brandmelder, …..
1aP LPN L
61