RUNDEREN Dierenwelzijnsnormen voor runderen gehouden voor het vlees met 2 ster Niet voor verspreiding. Aan deze criteria kunnen geen rechten worden ontleend. Onjuistheden en aanpassingen voorbehouden. AH = administratief herstel, HI = Herstel Inspectie, Schorsing = herstel aantonen binnen 3 maanden middels een HI en tussentijd geen aflevering onder Beter Leven kenmerk, Uitsluiting = uitsluiting voor min. 1 jaar van Beter Leven kenmerk.
Versie: 21 mei 2014
A01
Aspecten Algemeen Registratie deelnemers
Criterium
Interpretatie
Sanctie
Alle deelnemers aan de rundvleesketen worden geregistreerd. D.w.z. de deelnemende vleesveehouders, slachterijen, vleesverwerkers en verkopers tekenen een overeenkomst waarbij zij aangeven de criteria uit het reglement van het Beter Leven kenmerk te kennen en deze na te leven en mee te werken aan de controle hierop.
Er dient een ondertekende overeenkomst op het bedrijf aanwezig te zijn.
AH
A02
Kennis & vaardigheden
Er moet aangetoond worden dat de veehouder en zijn personeel de nodige kennis en vaardigheden heeft van diergezondheid, dierenwelzijn en diergedrag en van diverse veehouderijsystemen. Het bedrijfseigen personeel heeft tenminste MAS veehouderij of 1 jaar werkervaring in de vleesveehouderij, of werken onder verantwoordelijkheid van iemand met genoemde kwalificaties. Diploma’s en certificaten zijn aanwezig op het bedrijf. Hiervan wordt een overzicht bijgehouden.
Controleer of het overzicht van de kennis en kwalificaties van de veehouder en het personeel aanwezig is en of het voldoet aan de voorwaarden. Noteer laatste datum aanpassing van het overzicht.
Waarschuwing
A03
Controle veehouders
De vleesveebedrijven worden gecertificeerd door een ter zake kundige en onafhankelijke controle instantie (CI).
De vleesveehouders krijgen jaarlijks een controle.
Schorsing
V01A
Voeding Stampvoedering
Stampvoedering is niet toegestaan. Dit betekent dat: Min. 60% van het dagrantsoen moet bestaan uit ruwvoer, bijv. gras of kuilgras.
Bereken en noteer of tenminste 60% van het voederrantsoen bestaat uit ruwvoer, gemeten in% ruwvoer.
Schorsing
V01B
Krachtvoer
Maximaal 40% van het dagrantsoen mag krachtvoer zijn. De volgende voeders worden o.a. tot krachtvoer gerekend: Corn Cob Mix, maïskolvenschroot, perspulp, bierborstel, aardappelvezels, gras- en luzernebrok. Een voedermiddel dat aan de volgende 3 eisen voldoet –
Controleer en noteer het percentage krachtvoer.
HI
1
Aspecten
Criterium meer dan 900 VEM/kg droge stof, - structuur van 0,3 of minder, d- droge stof van 80% of meer.
Interpretatie
Sanctie
Alle overige voeders worden tot de ruwvoeders gerekend. V01C
Krachtvoer stieren
Voor stieren die vanaf 1 jr permanent op stal gehouden worden, bestaat het dagelijks voer uit maximaal 40% GMP+ krachtvoer.
Controleer en noteer het percentage krachtvoer.
HI
V01D
GMP+
Aangekocht voer is GMP+.
Noteer naam en plaats voederleverancier.
AH
V02A
Vreetruimte
Bij onbeperkt voeren is er 1 vreetplaats per 2 runderen.
HI
V02B
Vreetplaats
Een vreetplaats is minstens 75 cm breed.
Controleer of er voldoende ruimte is om de runderen gelijktijdig te laten eten. Noteer bevinding. Noteer afwijkingen.
V02C
Vreetplaats
Bij beperkt voeren is er voor elk rund een vreetplaats.
Noteer afwijkingen.
HI
VB01
Spenen
De kalveren worden gespeend van de koe op een leeftijd van min. 5 maanden. Het spenen gebeurt geleidelijk door het kalf steeds meer ruwvoer en drinkwater te geven en door tijdelijk scheiden van koe en kalf met alleen oogcontact.
Noteer gehanteerd regime.
HI
V03
Bijvoer
Kalveren worden bijgevoerd met vers water en ruwvoer vanaf een leeftijd van 14 dagen.
Controleer of de kalveren vanaf een leeftijd van 14 dagen worden bijgevoerd met water en ruwvoer.
HI
V04A
Drinkwater
Alle runderen moeten permanent toegang hebben tot drinkwater.
Noteer of de dieren permanent de beschikking hebben drinkwater.
HI
V04B
Drinkwater
Het drinkwater dient schoon te zijn.
Controleer en noteer of het drinkwater schoon is.
HI
V04C
Eigen bron
Bij gebruik van een eigen bron wordt de kwaliteit hiervan eens per jaar door een ter zake kundig en erkend laboratorium onderzocht. (HOSOWO lab) NVT geen eigen bron.
NVT geen eigen bron AH
V04D
Drinkwatervoorziening weide
In de weide is een werkende drinkwatervoorziening aanwezig.
Controleer of het jaarlijks drinkwateronderzoek heeft plaatsgevonden op chemische en bacteriologische waarden en noteer of het water geschikt is en de laatste datum wateronderzoek en naam van het lab. Noteer afwijkingen.
V04E
Drinkwatervoorziening weide
In de weide mag de afstand tot de drinkwatervoorziening niet verder zijn dan 500 m.
Noteer afstand van verste punt van de wei tot aan drinkgelegenheid.
HI
HI HI
2
H01A
Aspecten Huisvesting Weidegang
Criterium
Interpretatie
Sanctie
Alle runderen krijgen weidegang, tenzij extreme weersomstandigheden dit onmogelijk maken, die dagen dienen door de veehouder met reden genoteerd te worden, bijvoorbeeld op een (beweidings)kalender.
Controleer of de veehouder bijhoudt op welke dagen de dieren niet beweid zijn, met reden.
HI
H01B
Cultuurgrasland
Op cultuurgrasland is de veebezetting max. 2 runderen per ha. In natuurgebieden hangt de veebezetting af van het beschikbare voedsel en wordt de veebezetting in beheersafspraken geregeld.
Controleer veebezetting per ha.
HI
HB01
Weidegang
De weidegang omvat tenminste 180 dagen van 12 uur per dag.
Noteer of aan de weidegangverplichting is voldaan. Noteer afwijkingen.
AH
H02
Beschutting
Bij extreme regenval, winterweer of hitte (>25ºC ) is er beschutting in de wei of een stalruimte aanwezig om alle dieren tegen het extreme weer te beschermen. Uitgezonderd natuurgebieden met natuurlijke beschutting.
Noteer type beschutting. Uitgezonderd natuurgebieden, mits natuurlijke beschutting aanwezig is.
HI
HB02
Binnen afmesten
Voor het binnen afmesten van koeien en ossen mag gedurende een beperkte periode afgeweken worden van de verplichte weidegang. De periode van binnen afmesten mag niet langer zijn dan 1/5 deel van de levensduur met een maximum van 4 maanden.
Noteer gehanteerd afmestregime.
AH
HB03
Huisvesting stieren
Stieren ouder dan 1 jaar mogen permanent op stal gehouden worden.
Noteer de wijze waarop de stieren ouder dan 1 jaar gehouden worden.
HI
H03
Zicht in de stal
Het hok is zo gesitueerd dat naar minimaal 2 zijden minimaal 3 meter zicht is.
Controleer of het hok voldoet. Noteer afwijkingen.
HI
H04
Verwondingsvrije omgeving
De stal is zo gebouwd en ingericht dat de dieren zich niet kunnen verwonden. Zowel buiten als binnen moet de omgeving geen aanleiding geven tot verwondingen.
Noteer of de dieren verwondingen hebben en of deze veroorzaakt zijn door de stalinrichting. Verwondingen worden gedefinieerd als korrelig litteken weefsel in een mate aanzienlijk groter dan veroorzaakt door eens een botsing of een kras.
HI
H05
Huidverzorging
De runderen kunnen aan de hokafscheiding of een andere voorziening (bijv. een speciaal aangebrachte paal of borstel) de huid schuren.
Controleer of een bruikbare schuurgelegenheid aanwezig is.
HI
3
Aspecten
Criterium
Interpretatie
Sanctie
H06A
Zachte ligplek
Binnengehouden runderen moeten permanent toegang hebben tot een liggedeelte met dichte vloer en een zacht ligbed van stro, houtkrullen of vergelijkbaar materiaal en waarop alle dieren tegelijk kunnen liggen.
Controleer of de stal voldoet en alle dieren tegelijk op het zachte gedeelte kunnen liggen. Noteer type bodembedekking.
HI
H06B
Ligplek
De vloer mag maximaal 10% schuin aflopen.
Controleer of de vloer minder dan 10% afloopt.
HI
H07
Hoogte binnenhuisvesting
Dieren moeten zich binnen vrij kunnen bewegen, boven het hok moet een vrije ruimte zijn van 2.5m, gemeten vanaf de vloer.
Controleer of de runderen zich vrij kunnen bewegen, noteer afwijkingen.
HI
HB04
Min. oppervlak per rund binnen
Controleer of oppervlakte voldoet aan de gestelde norm. Noteer afwijkingen.
HI
Gewicht tot 200 201 - 300 301 – 400 401 – 500 501 – 600 601 – 700 701 – 800 > 800
ingestrooid 1,25m2 1,75m2 2,90m2 3,30m2 3,70m2 4,00m2 4,40m2 66% v totaal binnen
Totaal 2,50m2 3,50m2 4,40m2 5,00m2 5,60m2 6,00m2 6,60m2 +0,60m 2/100kg
H08A
Stabiele groepen
Runderen worden binnen in stabiele groepen gehouden.
Controleer of de runderen in stabiele groepen gehouden worden. Noteer groepsgrootte.
HI
H08B
Groepsomvang Aanbinden
Controleer de dieren in groepen < 40 gehouden worden. Noteer groepsgrootte. Controleer of er dieren aangebonden staan. Noteer indien dit het geval is, met reden van aanbinden.
HI
H09A
De groepsgrootte per hok is maximaal 40 dieren (excl. bijbehorend jongvee) Runderen worden niet aangebonden, tenzij kort <3 uur voor bijv. veterinaire behandeling. (Nb. Aanbind- en grupstallen zijn dus niet toegestaan).
H09B
Vastzetten
Gedurende de korte periode van vastzetten is visueel en auditief contact met de rest van de kudde mogelijk.
Controleer of visueel en auditief contact met de rest van de kudde mogelijk is.
HI
H10
Huisvesting fokstieren
Volwassen fokstieren gehouden in individuele hokken 2 moeten tenminste 16 m ligruimte en een totale ruimte, 2 incl. bewegings- en dekruimte hebben van 20m .
Controleer of oppervlakte voldaan wordt. Noteer afwijkingen.
HI
H11
Vloeren
Niet ingestrooide vloerdelen moeten non-slip zijn of zo
Bij twijfel aan de vloerkwaliteit (te glad of te stroef),
HI
HI
4
H12
Aspecten
Criterium onderhouden worden dat het risico van uitglijden beperkt wordt. Vloeren mogen nooit zo ruw zijn dat ze verwondingen aan de poten veroorzaken, noch zo glad dat ze resulteren in uitglijden.
Interpretatie noteer afwijking. Veehouder zal een FSC-2000 meting moeten laten uitvoeren om vloerkwaliteit aan te tonen, of certificaat van de producent kunnen overleggen waarin kwaliteit gemeten is.
Sanctie
Luchtkwaliteit
Alle stallen moeten dusdanig geventileerd worden dat stofniveau, relatieve vochtigheid en ammoniakgehalte niet schadelijk zijn voor de runderen.
Noteer afwijkingen ten aanzien van stofniveau, vochtigheid en/of ammoniakgehalte in de lucht.
HI
Gradatie bij menselijke beoordeling: laag, middel, hoog. HB05
Daglicht
De stal is voorzien van lichtdoorlatende delen die tenminste 6,7% van het vloeroppervlak beslaan. Toelichting: Lichtdoorlatend materiaal is schoon. Alle oppervlaktes / delen die licht doorlaten worden meegerekend, tenzij de normale afsluitwijze van dit deel (deur / luik / gordijn) niet lichtdoorlatend is.
Noteer het % lichtdoorlatend oppervlak. Noteer tevens of het lichtdoorlatend materiaal schoon is.
HI
H13
Kunstlicht
Er is verlichting in de stal aanwezig om de runderen te allen tijde te kunnen inspecteren. Verlichting moet van zodanige sterkte zijn, min. 50 Lux, dat de runderen goed te zien zijn. Luxmeter dient jaarlijks gekalibreerd te worden.
Meet met behulp van een gekalibreerde Luxmeter de lichtsterkte op ooghoogte van de dieren op 3 verschillende plaatsen in de stal. Noteer aantal Lux.
HI
H14
Dag- en nachtritme
Er is een aaneengesloten periode in de nacht van minstens 6 uur met een laag lichtniveau om de runderen te laten rusten.
Noteer gehanteerde lichtregime.
AH
H15A
Calamiteitenplan
Er moet een calamiteitenplan zijn voor noodgevallen, zoals het uitvallen van bedrijfsapparatuur.
Controleer of er een calamiteitenplan op het bedrijf aanwezig is.
AH
H15B
Noodstroomaggregaat
Controleer of er bij mechanische ventilatie op natuurlijke ventilatie of een noodaggregaat kan worden overgestapt.
HI indien geen alarm, noodstroomaggregaat aanwezig.
H15C
Testen noodstroomaggregaat
Indien gebruik gemaakt wordt van mechanische ventilatie moet er een werkend alarm en noodstroomaggregaat aanwezig zijn. NVT natuurlijke ventilatie. De noodstroomaggregaat dient minimaal eenmaal per kwartaal aantoonbaar getest te worden.
Noteer de data van afgelopen jaar waarop de noodaggregaat getest is.
H16
Brandveiligheid
AH indien alarm wel getest wordt, maar dit niet aantoonbaar is. AH
Met het oog op de brandveiligheid vindt minimaal eens in de vijf jaar een Agro Elektra Inspectie plaats conform NEN3140.
Controleer of er een certificaat is van de laatste keuring en noteer de datum. Zie voor een lijst van bedrijven die de keuring
5
Aspecten
GO1
Gezondheid en Ingrepen Vaste dierenarts
GO2A
Bedrijfsgezondheidsplan
GO2B
Bedrijfsbehandel-plan
GO2C
Evaluatie
G03
Regelmatig artsen bezoek
G04
Arts inschakelen bij ziekte / wonden
G05
G06A
Criterium
Interpretatie kunnen verrichten http://www.averoachmea.nl/ zakelijk/pages/agroelektrainspectie.aspx
Sanctie
De rundveehouder heeft met één geborgde rundveedierenarts een bilaterale overeenkomst.
Verificatie op basis van overeenkomst tussen de rundveehouder en de bedrijfseigen dierenarts. De modelovereenkomst van de Stichting Geborg-de dierenarts dient gebruikt te worden. De overeenkomst dient door rundveehouder en dierenarts ondertekend te zijn. Controleer of er een bedrijfsgezondheidsplan conform IKB rund aanwezig is.
AH
De rundveehouder heeft een bedrijfsgezondheidsplan als bedoeld in IKB rund. Het plan bevat conform IKB Rund o.a. info over de veestapel, de gezondheidsstatus en de omstandigheden op het bedrijf. De rundveehouder heeft een bedrijfsbehandelplan als bedoeld in IKB Rund. Het plan bevat conform IKB Rund o.a. de meest voorkomende aandoeningen en de behandeling hiervan. Het bedrijfsgezondheidsplan en het bijbehorende bedrijfsbehandelplan worden jaarlijks geëvalueerd en geüpdated. Elke productie-eenheid van het veehouderijbedrijf wordt regelmatig (tenminste elk half jaar) door de vaste dierenarts bezocht voor een klinische inspectie en bedrijfsbegeleiding (op grond van bijv productiegegevens, Ante Mortem en Post Mortem keuringsresultaten).
AH indien onvolledig. Schorsing indien niet aanwezig.
Controleer of er een bedrijfsbehandelplan conform IKB rund aanwezig is.
AH indien onvolledig. Schorsing indien niet aanwezig.
Controleer of veehouder en dierenarts evaluaties en aanpassingen hebben ondertekend.
HI
Controleer in de administratie de bezoekrapportages van de dierenarts van de afgelopen 2 jaar en noteer de data van bezoeken van afgelopen jaar.
HI
Bij ernstige ziekte en ernstige verwonding van dieren, bij verschijnselen van zeer besmettelijke dierziekten, abnormale verlaging van de voeropname en/of sterfte onder de runderen wordt direct de dierenarts ingeschakeld.
Controleer aan de hand van de bezoekfrequentie, in relatie tot de voorgeschreven koppelbehandelingen, en evaluatie van het bedrijfsgezondheidsplan of de rundveehouder aan het voorschrift voldoet.
HI
Euthanasie
Zeer ernstig zieke of gewonde dieren zonder zicht op herstel worden geëuthanaseerd. Dit wordt uitgevoerd door de dierenarts.
Controleer aan de hand van bezoekrapportages en/of het logboek of euthanasie heeft plaatsgevonden.
AH
Ziekenboeg
Zieke en gewonde runderen moeten worden verwijderd uit de groep en moeten worden behandeld in adequate lokalen (eenlingbox / ziekenbox) met droog en comfortabel strooisel tenzij de dierenarts strooisel om
Controleer of er in de stal een ziekenboeg aanwezig is waarin zieke en gewonde dierenafgescheiden gehouden kunnen worden van de gezonde dieren.
HI
6
Aspecten
Criterium veterinaire redenen afraadt.
Interpretatie
Sanctie
G06B
Ziekenboeg
De ziekenboeg beslaat minimaal 1% van de runderplaatsen, met een minimum van 1 plaats. Indien ruimte niet standaard aanwezig is, maar gecreëerd wordt indien noodzakelijk, dan kan deelnemer dit aantonen.
Bereken aan de hand van het aantal runderplaatsen de beschikbare ruimte. Noteer de berekening.
HI
G06D
Ziekenboeg Antibioticagebruik
GO7B
Alleen 1 en 2 generatie antibiotica Slachtbevindingen
Controleer of de dieren oogcontact met elkaar kunnen maken. Noteer afwijkingen. Noteer bij de ingangscontrole en het jaar daarop of de dierdagdosering van het bedrijf onder het door de SDA vastgestelde signaleringsniveau ligt. Vanaf 2 jaar na de ingangscontrole jaarlijks controleren of het antibioticagebruik beneden het door de SDA bepaalde streefniveau ligt. Buitenlandse bedrijven moeten aan de vergelijkbare eisen van het in dat land geldende programma ter reductie van het antibioticagebruik voldoen. e e Gebruik van antibiotica’s van de 3 en 4 generatie is niet toegestaan. Controleer of in de administratie teruggekoppelde informatie van het slachthuis aanwezig is van de afgelopen 2 jaar. Noteer opmerkingen laatste slachthuisverslag en bespreking met dierenarts.
HI
G07A
Visueel contact met andere dieren is hier vanuit mogelijk. Bij de ingangscontrole van het bedrijf moet het antibioticagebruik in ieder geval binnen het door de St. Diergeneesmiddelen Autoriteit (SDA) bepaalde signaleringsniveau liggen met een plan om binnen 2 jaar op of onder het door SDA bepaalde streefniveau te vallen.
G08
e
e
e
e
Het bedrijf gebruikt alleen antibiotica ’s van de 1 en 2 generatie. De door de slachterij teruggekoppelde slachtbevindingen worden met de dierenarts en evt. de veevoeradviseur besproken om de verzorging waar nodig bij te sturen. De dierenarts verwerkt dit in zijn bezoekverslag.
Schorsing als niet op vereiste niveau. HI als er geen PvA is.
Uitsluiting HI
Toelichting: Keuringsuitslagen van levers/ nieren en spuitplekken, aanvoer van schone dieren en vulling maagdarmpakket van voorgaande leveringen (tot min. 2 jaar, en eventuele eerdere leveringen van dezelfde ronde) zijn aanwezig. G09
Evaluatie klauwen
De conditie van de klauwen wordt besproken met de dierenarts en zo nodig wordt een klauwverzorgingsplan opgesteld.
Controleer of de veehouder de klauwcondities met de veearts bespreekt (kan onderdeel zijn van het gezondheids- en welzijnsplan).
HI
G10
Couperen
Het couperen van de staart is niet toegestaan.
Controleer 10% van de dieren door een ronde door de stal te lopen. Noteer afwijkingen.
G11
Heet- of
Heet- of koudmerken van runderen is niet toegestaan.
Noteer op welke wijze de dieren geïdentificeerd
Uitsluiting indien preventief gecoupeerd wordt. Uitsluiting
7
G12
Aspecten koudmerken Onthoornen
G13
Castratie
Als runderen worden gecastreerd gebeurt dit door een dierenarts onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf.
Controleer van 2 recent gecastreerde kalveren of uit de bezoekverslagen van de dierenarts blijkt dat hij dit conform dit voorschrift heeft gedaan.
HI
G14
Keizersnede
Controleer of er geen Belgisch Blauwen of Verbeterd roodbont of kruislingen wordt gehouden.
Uitsluiting
G15
Voortplantingstechnieken
Runderen moeten worden geselecteerd op afkalfgemak. Belgisch Blauwen en Verbeterd roodbont runderen met een hoge incidentie keizersneden mogen niet gebruikt worden. De keizersnede mag alleen in noodgevallen toegepast worden niet routinematig. Routinematige toepassing van embryotransplantatie en Ovum Pick up zijn niet toegestaan. Maximaal in 5% van de dieren is gebruik gemaakt van ET of OPU.
Noteer toegepaste voortplantingswijze en % gebruik gemaakt van ET of OPU.
Uitsluiting
Het transport van runderen tot een leeftijd van 5 maanden mag maximaal 8 uur en vanaf een leeftijd van 5 maanden (z.g. broutards) mag maximaal 10 uur duren
Noteer aan de hand van de transportpapieren de herkomst en de reistijd van de dieren. Bij het bepalen van de transportduur mag een marge van een ½ uur worden gehanteerd.
AH
Het transport van runderen van de vleesveehouderij naar de slachterij mag 4 uur rijden duren, oftewel 250 km zijn. Eenmaal op het vleesveehouderijbedrijf blijven de dieren gemiddeld minimaal 9 maanden op deze locatie tot afvoer naar het slachthuis.
Noteer aan de hand van de transportpapieren de herkomst en de reistijd van de dieren alsmede het slachthuis van bestemming. Controleer middels een steekproef in de stallijst of de dieren vanaf opzet op één UBN gehuisvest zijn geweest. Dieren verblijven minimaal 7 maanden op het bedrijf.
Uitsluiting
T01
Transport Reisduur jongvee
T02
Reisduur naar het slachthuis
T03
Verblijf op het vleesveebedrijf
Criterium e
Onthoornen mag alleen in de 1 5 levensweken door een dierenarts met een heet ijzer onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf. Onthoornen van dieren wordt geregistreerd, ook bij import.
Interpretatie worden. Noteer leeftijd van onthoornen en controleer of de dierenarts dit onder verdoving heeft uitgevoerd of dat verdoving blijkt uit importpapieren.
Sanctie Uitsluiting
Uitsluiting
8