Ruimteregelaar RXB21.1 RXB22.1. Building Technologies Building Automation RXB

3

873

RXB

Ruimteregelaar Voor fancoil-toepassingen FC-10, FC-11, FC12 met Konnex-buscommunicatie (S-mode en LTE-mode)

RXB21.1 RXB22.1

De ruimteregelaars RXB21.1 en RXB22.1 worden toegepast voor de temperatuurregeling in afzonderlijke ruimten. • Voor 2- of 4-pijps fancoilsystemen, met of zonder change over • PI-regeling • Konnex-buscommunicatie (S-mode en LTE-mode) • Integratie in het gebouwautomatiseringssysteem DESIGO met PX KNX • Integratie in Synco • Integratie in het gebouwautomatiseringssysteem DESIGO door middel van PX KNX (S-mode) • Besturing van thermische afsluiteraandrijvingen (AC 24 V PDM 1)), van motorische afsluiter- en luchtklepaandrijvingen (AC 24 V, 3-punts) of van elektrische luchtverwarmers • Gebruik van motorische KNX / EIB-busafsluiters • Potentiaalvrije relaiscontacten voor ventilatorbesturing en elektrische luchtverwarmer • Inbedrijfstelling door middel van ETS3 Professional, Synco ACS of "HandyTool" • Voedingsspanning AC 230 V • Steekbare schroefklemmen 1) PDM = Puls-Duur-Modulatie

CM2N3873nl 03.2007

Building Technologies Building Automation

Toepassing De ruimteregelaars RXB21.1 en RXB22.1 zijn geoptimaliseerd voor de regeling van fancoilsystemen in afzonderlijke ruimten. Bij fancoilsystemen kunnen de navolgende varianten worden gerealiseerd

• RXB21.1:

1- tot 3-traps automatische ventilatorbesturing

• RXB22.1:

1- tot 3-traps automatische ventilatorbesturing met geïntegreerd relais voor elektrische naverwarming

Het gebruik, hierna "applicatie" genoemd, wordt door de toepassingssoftware bepaald. De regelaars worden uitgeleverd met een permanent opgeslagen applicatiegroep, bestaande uit verschillende afzonderlijke applicaties. De definitieve applicatie wordt bij de inbedrijfstelling met een van de volgende tools opgeroepen en geactiveerd:

• ETS3 Professional (EIB / KNX Tool Software) • Synco ACS • "HandyTool" (het ruimteapparaat QAX34.3 beschikt over een Tool-functie, die het mogelijk maakt om de aangesloten RXB-regelaar te configureren)

Gebruik van de vrije in- / uitgangen

Aanwijzing

Een deel van de applicatie gebruikt niet alle in- en uitgangen. In combinatie met het DESIGO gebouwautomatiseringssysteem kunnen deze vrij worden gebruikt, bijv. voor de registratie van binaire meldingen of voor de besturing van willekeurige apparaten (AAN/UIT of impulsbesturing met AC 24 V of potentiaalvrije relaiscontacten). Door het DESIGO gebouwautomatiseringssysteem kunnen de ingangen worden bewaakt en de uitgangen worden bestuurd. Niet geschikt voor tijdkritische processen <1sec.

Functies De functionaliteit van de ruimteregelaar wordt bepaald door de geselecteerde applicatie en bijbehorende parameters alsmede door de in- en uitgangsconfiguratie. Voor een gedetailleerde functiebeschrijving, zie de functiebeschrijving FNC, CA110385. Worden RXB-regelaars in een DESIGO-gebouwbeheersysteem of in een Syncosysteem geïntegreerd, dan staan meerdere functies zoals klokprogramma's, centrale besturing van instellingen enz. ter beschikking.

2/16 Building Technologies Building Automation

RXB21.1, RXB22.1 – Ruimteregelaar

CM2N3873nl 03.2007

Applicaties De volgende applicaties zijn voor de RXB2... ruimteregelaars beschikbaar: Applicatiegroep (type)

Fancoil-applicaties

FC-10 (met RXB21.1)

FNC02

2- pijps systeem met change over

FNC04

4- pijps systeem

FNC08

4- pijps systeem met ruimte-inblaas-cascade

FNC20

4- pijps systeem, geregeld met een luchtklep

FNC10

2- pijps systeem met change over en buitenluchtklep

FNC12

4- pijps systeem met buitenluchtklep

FNC18

2- pijps systeem met change over en radiator

FNC03

2-pijps systeem met change over en elektrische naverwarmer

FNC05

4- pijps systeem met elektrische naverwarmer

FC-11 (met RXB21.1)

FC-12 (met RXB22.1)

Aanwijzing

Er kan altijd slechts één applicatie via het tool worden geactiveerd (ETS3 Professional, Synco ACS of "HandyTool").

Typenoverzicht De ruimteregelaars RXB21.1 en RXB22.1 onderscheiden zich alleen door een verschillend aantal uitgangen: Type

Triac-uitgangen AC 24 V

Relaisuitgangen

RXB21.1

Voor 2 thermische afsluiteraandrijvingen of twee 3-punts aandrijvingen

Voor 3-traps ventilatorbesturing

RXB22.1

Voor 2 thermische afsluiteraandrijvingen of één 3-punts aandrijving

Voor 3-traps ventilatorbesturing. Intern relais voor elektrische luchtverwarmer

RXZ20.1

Toebehoren: Klemmendeksels

Bestelling Bij de bestelling moeten aantal, naam, type en applicatiegroep worden opgegeven. Voorbeeld:

30

Ruimteregelaar RXB21.1/FC-10



CM2N3873nl_02 03.2007

Apparaatcombinaties Voor de ruimteregelaars RXB2... staan de veldapparatuur van Siemens Building Technologies alsmede KNX / EIB-compatibele apparaten van derden ter beschikking. Zie overzicht in de assortimentsbeschrijving DESIGO RXB CM110380.

Uitvoering De ruimteregelaars RXB2... bestaan uit een behuizingsokkel, een behuizingbovendeel en de printplaat met de zijdelings uitgevoerde aansluitklemmen. Verder beschikken de regelaars over een tool-aansluiting, een service-LED en een servicetoets. 70198

Bevestigingsstrip voor kabeltrekontlasting

Steekbare aansluitklemmen

Steekbare aansluitklemmen voor KNX / EIB-bus

Behuizingbovendeel

Behuizingsokkel

Service-LED Steekbare aansluitklemmen

Service-toets Tool-aansluiting

Service-LED

De rode / groene service-LED geeft de werking van de ruimteregelaar als volgt aan: Groen knipperen Rood AAN Rood knipperen UIT

Service-toets

OK, regelaar in normaal bedrijf • Adresseerstand • Storing (indien niet in de adresseerstand) Storing • Geen voedingsspanning • Storing • Service-LED softwarematig uitgeschakeld

De Service-toets dient voor de identificatie van de regelaar bij de inbedrijfstelling. Zodra de service-toets wordt bediend, gaat de rode service-LED zolang branden, tot de identificatie is afgerond (adresseerstand). Na het indrukken van de service-toets kan het tool het fysieke adres van de regelaar overschrijven

STOP

Let op!

Wanneer het klemmendeksel niet is gemonteerd, mag de service-toets alleen door een elektrotechnisch opgeleid persoon worden bediend! Aangrenzende klem kan onder spanning staan.



CM2N3873nl 03.2007

Klemmendeksel

Optioneel verkrijgbaar zijn klemmendeksels (RXZ20.1), die de aansluitklemmen beschermen tegen aanraking en vervuiling. De service-LED is ook bij gemonteerde klemmendeksels zichtbaar. De service-toets kan met een speciaal gereedschap worden bediend. De kabeltoevoer naar de ruimteregelaar vindt plaats door het uitbreken van het kabeltoevoerlipje. 70200

Verwijderen van het klemmendeksel

Identificatienummer (Unique Serial Number) 3873Z04

Opdruk (Voorbeeld RXB21.1)

Barcode van de ID, Code 128 Beschermingsgraad Temperatuurbereik (0 ... 50 °C) Serienummer Keuringsdatum, serie (Z, A, B, C ...)

010025CA9900 060215B

513

Aanwijzingen in deze documentatie opvolgen

Geactiveerde applicatie Locatie

Aanwijzing

Aansluitklemmen

STOP

Let op!

Waarschuwing!

Gebruik van de benamingvelden "Appl." en "Loc.": Met de hand geschreven vermelding van de locatie en van de geactiveerde applicatie

De aansluitklemmen zijn opsteekbaar. Teneinde foutieve bedrading zo veel mogelijk uit te sluiten, zijn de klemmen waarop AC 230 V kan worden aangesloten (relaisuitgangen), ruimtelijk van de overige klemmen gescheiden. Een trekontlasting voor de leidingen naar de klemmen 19 ... 28 (AC 230 V) is beslist noodzakelijk. De leidingen moeten met de kabelbinders (zie afbeelding rechts) op de daarvoor bedoelde plaatstrip op de behuizingsokkel worden vastgezet.

80160

Steekklemmen, waarop de voedingsspanning is aangesloten, moeten voor het in- en uitsteken spanningsloos worden gemaakt!



CM2N3873nl_02 03.2007

Communicatie

De ruimteregelaars RXB2... communiceren met andere regelaars via de navolgende interfaces:

• PPS2-interface (eigen) voor de gegevensoverdracht met het ruimteapparaat • KNX / EIB-bus (klemmen CE+, CE-), voor communicatie met: − interface PX KNX (met DESIGO INSIGHT) − andere KNX-regelaars − KNX / EIB-conforme veldapparatuur (bijv. temperatuuropnemer) − Communicatie-interface OZW7.. voor PC bediening met ACS7xx software − OCI700.1 servicetool in combinatie met ACS7xx software STOP

Het aansluiten van de toolsteker (RJ45) mag alleen door elektrotechnisch opgeleid personeel plaats vinden! Aangrenzende klem kan onder spanning staan.

Let op!

Tool-aansluiting

De tools Synco ACS 7xx resp. ETS3 Professional kunnen voor de vereenvoudiging van de inbedrijfstelling op drie verschillende plaatsen (A) op de installatie worden aangesloten:

3873A05 de

• op de KNX / EIB-buskabel op een willekeurige plaats • op de RXB2...-regelaar (Tool-aansluitbus RJ45) • op het ruimtebedienapparaat (Tool- aansluitbus RJ45) KNX-Bus PPS2

A KNX

CE+ CE–

RXB2...

CP+ CE+ CE–

QAX3... RXZ90.1

CP–

C+ C–

CP+

CP–

KNX

RS232

A

ETS V24 Siemens N148 / UP146 / UP152

PPS2

KNX

Tool

KNX

A

PPS2

ETS / ACS USB

KNX

Siemens OCI700

Tool Siemens aansluitkabel

KNX

A

Siemens aansluitkabel

A

PPS2

B

PPS2

HandyTool QAX34.3

B HandyTool QAX34.3

Aanwijzing

De tool-aansluitbus is alleen geschikt voor het tool. Er moet een Siemens aansluitkabel worden gebruikt. Bij communicatie via de tool-aansluitbus moet nog steeds via de bus toegang worden verkregen

− via een RS232-KNX / EIB-interface − via een USB-KNX / EIB-interface. • De "HandyTool" wordt aangesloten op de Tool-aansluiting van de regelaar of op de Tool-aansluiting van het ruimteapparaat (QAX3..., RXZ90.1) (B). • Wanneer als interface een OCI700 wordt gebruikt, dan wordt deze aangesloten op de tool-aansluitbus van de regelaar of van het ruimteapparaat. Zolang de OCI700 op de tool-aansluitbus is aangesloten, moet deze via de USB poort van de computer worden gevoed. Anders wordt de LCD-display van het ruimteapparaat donker en schakelt de regelaar over naar de adresseerstand. 6/16 Building Technologies Building Automation


CM2N3873nl 03.2007

Afvoeraanwijzing De regelaar bevat elektrische en elektronische componenten en mag niet als huisvuil worden afgevoerd. De lokale en actueel geldige wetgeving dient beslist te worden nageleefd. Projecteringsaanwijzingen Het KNX / EIB-projecteringshandboek Gebouwsysteemtechniek en systeemgrondslagen bevat de relevante informatie voor de projectering van de KNX / EIB-bus (topologie, repeaters enz.) alsmede informatie voor de selectie en dimensionering van de aansluitkabels voor voeding en veldapparatuur.

Voedingsleidingen AC 230 V

•

• •

•

Potentiaalvrije relaisuitgangen AC 230 V

STOP

Let op!

De ruimteregelaars RXB2... worden gevoed met voedingsspanning AC 230 V. Corrigerende organen (afsluiteraandrijvingen) worden direct door de ruimteregelaar gevoed. Hierdoor is voor de regelaar en de bijbehorende veldapparatuur geen aparte AC 24 V voeding noodzakelijk. De dimensionering en beveiliging van de voedingsleidingen worden bepaald door de totale belasting en de lokale voorschriften. Een doorgeluste voeding wordt onderbroken, wanneer de connector 19/21 uit de regelaar wordt getrokken. (De bruggen 19-19 en 21-21 zijn op de printplaat aanwezig, niet op de connector, zie schema’s van de aansluitklemmen op blz. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. en Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.) De voedingsleidingen moeten aan de ruimteregelaar worden bevestigd met een trekontlasting.

De potentiaalvrije relaisuitgangen maken het schakelen van belastingen tot AC 250 V, 5 A (4 A) mogelijk. Het elektrische luchtverwarmer relais in de RXB22.1 kan belastingen tot 1,8 kW ohms schakelen. De dimensionering van de leidingen worden bepaald door de aangesloten belasting en de lokale voorschriften. De schakelcircuits moeten extern worden beveiligd (≤ 10 A), er bestaat geen interne beveiliging. De leidingen moeten aan de ruimteregelaar met een trekontlasting worden bevestigd.

Ventilatoren mogen niet parallel worden geschakeld.

Triac-uitgangen AC 24 V

De gelijktijdige belasting van de uitgangen Y1 ... Y4 mag niet boven 9,5 VA uitkomen.

Voorbeeld:

Y1 (verwarmen) 2 thermische afsluiteraandrijvingen STA71 Y2 (koelen) 2 thermische afsluiteraandrijvingen STA71 Y3, Y4 (buitenlucht) 3-punts klepaandrijving 4,5 VA

5W 5W 4,5 VA

De maximale belasting van de verwarmings- en de koeluitgang bedraagt 9,5 VA elk. Dit is toegestaan omdat de beide uitgangen nooit gelijktijdig actief zijn. STOP

Let op!

Bij kleine belastingen (< 2VA) kan de spanningstolerantie > +20% zijn (Zie Technische gegevens).



CM2N3873nl_02 03.2007

Montageaanwijzingen

3873J07

3873J06

De ruimteregelaars kunnen in een willekeurige stand met de volgende bevestigingenmogelijkheden worden gemonteerd:

Montage op DIN-rail De behuizingsokkel is uitgerust met een klikmechanisme voor montage op DIN-rail, Typ EN50022-35x7,5 (ontkoppelbaar met schroevendraaier)

Directe montage Voor montage met schroeven zijn twee boorgaten beschikbaar (boormal zie: "Maatschetsen"). De behuizingsokkel heeft verhoogde draagvlakken. Schroeven: ∅ max. 3,5 mm, lengte min. 38 mm STOP

Let op!

Aanhaalmoment van de bevestigingsschroeven max. 1,5 Nm Bij de montage moet op de navolgende punten worden gelet: • De regelaar mag na de montage niet meer vrij toegankelijk zijn. De regelaar moet in een regelpaneel worden gemonteerd of achter een deksel, welke alleen met een sleutel of speciaal gereedschap kan worden geopend resp. verwijderd • Tijdens het gebruik moet de warmte die ontstaat kunnen worden afgevoerd; er moet worden gezorgd voor voldoende luchtcirculatie • Goede toegankelijkheid voor de service • Lokale installatievoorschriften moeten worden nageleefd De montagehandleiding incl. boormallen is afgedrukt op de verpakking van de regelaar. Inbedrijfstellingsaanwijzingen De inbedrijfstelling van de ruimteregelaars RXB2... vindt plaats met een van de tools ETS3 Professional of Synco ACS

− via de RS232-KNX / EIB-interface − of de USB-KNX / EIB-interface OCI700, of met de "HandyTool" via PPS2 Benamingvelden

In de benamingvelden "Appl." en “Loc." worden bij de inbedrijfstelling de actuele applicatie en de locatie van de regelaar vermeld.

Functietest

In een speciale testmodus kunnen de uitgangen worden bestuurd (ETS3 Professional). Wanneer de digitale ingangen zijn geactiveerd, kunnen zij worden gecontroleerd.



CM2N3873nl 03.2007

STOP

Let op!

• Bij langdurige kortsluiting (ca. 4 minuten) of overbelasting, kan de thermische veiligheid in de transformator reageren. De regelaar moet dan aansluitend worden vervangen. • Op de AC 24 V-zijde bestaat geen beveiliging tegen foutieve aansluiting met AC 230 V. • De voedingsspanning AC 230 V voor voeding en relais moet voor het insteken en verwijderen van de insteekbare klemmen worden uitgeschakeld (gevaar van elektrische schokken!) • Een doorgeluste voeding wordt onderbroken, wanneer de connector 19/21 uit de regelaar wordt getrokken. (De doorverbindingen 19-19 en 21-21 bevinden zich op de printplaat, niet in de connector, zie de schema’s van de aansluitklemmen op pagina Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. en Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.).

Technische gegevens

Voeding

Functiegegevens Ingangen Meldingangen D1, D2 (voor potentiaalvrije contacten)

Meetwaarde-ingang B1

Voedingsspanning Frequentie Vermogensopname incl. aangesloten veldapparaten Interne beveiliging Regelalgoritme

AC 230 V ± 10 % 50/60 Hz Max. 12 VA Thermisch, onomkeerbaar PI

Aantal Contactspanning Contactstroom Contactovergangsweerstand Contactisolatieweerstand Impulstijd Aansluitbare temperatuuropnemer Aantal Meetbereik Opnemerstroom Inschakeling Meetfout bij 25 °C opnemertemp. (zonder leiding)

2 DC 16 V DC 5 mA Max. 100 Ω Min. 50 kΩ min. 20 ms “IN”, min. 20 ms “UIT” LG-Ni 1000 1 0 ... 50 °C 0,5 mA 0,1 K max. 0,5 K

Uitgangen Triac-uitgangen AC 24 V, Y1 ... Y4 Aantal Uitgangsspanning Uitgangsstroom Totale nominale belasting (bij gelijktijdige belasting van de uitgangen) Relaisuitgangen Q14, Q24, Q34

Q44

Aantal Relaistype Contactbelasting bij wisselspanning Schakelspanning Nominale stroom ohms / inductief Inschakelstroom (200 ms halveringstijd) Schakelstroom bij AC 19 V Contactbelasting bij gelijkspanning Schakelspanning Schakelstroom bij DC 5 V Schakelvermogen Inductieve belasting L/R Relaistype Contactbelasting bij wisselspanning Max. toelaatbare belasting (zuiver ohms) Externe beveiliging (beslist noodzakelijk)

2 (RXB22.1) 4 (RXB21.1) AC 24 V ON/OFF, PWM of 3-punts +/- 20% (bij bel. <2VA: eventueel >+20%!) Max. 0,5 A Max. 9,5 VA (bijv. 2 therm. afsluiters STP71 per verwarmings- en koeluitgang + 1 klepaandrijving 4,5 VA) 3 Monostabiel Max. AC 250 V, min. AC 19 V Max. AC 5 A / 4 A (cosϕ = 0,6) Max. 20 A Min. AC 10 mA Max. DC 250 V, min. DC 5 V Min. DC 100 mA Max. 20 W Max. 7 ms Monostabiel Max. 1,8 kW Max. 10 A



CM2N3873nl_02 03.2007

Interfaces Interface met de ruimteapparaten

KNX / EIB-bus

Leidingaansluitingen

Aantal aansluitbare ruimteapparaten Interfacetype, voor ruimteapparaat voor ETS3 Professional / ACS Baudrate PPS2 Baudrate KNX / EIB-bus Interfacetype Transceiver Busstroom Baudrate Bustopologie

Max. 1 PPS2 KNX / EIB-bus 4,8 kBit/s 9,6 kBit/s KNX / EIB, galvanisch gescheiden TP-UART 5 mA 9,6 kBit/s Zie KNX / EIB-handboek (Literatuurverwijzing op volgende pagina)

Aansluitklemmen voor signalen en voeding (steekbare schroefklemmen) Aansluitklemmen voor KNX / EIB-bus (steekbare schroefklemmen) Enkelvoudige leidinglengten

Draad of kabelstreng 0,25 ... 2,5 mm2 of 2 x 1,5 mm2 Ader of litzedraad 2 x max. 1,0 mm2 bijv. YCYM 2x2x0.8 Voor veldapparatuur zie ook Installatiebasisinformatie RXC, CA110334 Max. 100 m bij ∅ ≥ 0,6 mm Max. 100 m Max. 100 m bij A ≥ 1,5 mm2 Volgens belasting en lokale voorschriften Max. 115 m bij A = 0,75 mm2 (incl. toolaansluitkabel) 4-aderig zonder afscherming, per paar getwist Max. 500 m Zie KNX / EIB-handboek (Literatuurverwijzing hieronder) Max. 3 m

Meldingangen D1, D2 Meetwaarde-ingang B1 Triac-uitgangen AC 24 V, Y1 ... Y4 Relaisuitgangen Q14, Q24, Q34, Q44 Interface met het ruimteapparaat Kabeltype KNX / EIB-bus Kabeltype Tool-aansluitkabel Beschermingsgraad

Beveiligingsklasse Milieu-omstandigheden

Normen en standaards

Afmetingen Gewicht

Beschermingsgraad volgens EN 60529,

IP30 met klemdeksel en wandmontage zonder DIN-rail IP00 bij alle andere wijzen van monteren Geschikt voor het gebruik in beveiligingsklasse I – of beveiligingsklasse II - installaties Bedrijf Klasse 3K5 volgens IEC 60721-3-3 Temperatuur 0 ... 50 °C Vochtigheid < 85 %r.v. Vervoer Klasse 2K3 volgens IEC 60721-3-2 Temperatuur – 25 ... 65 °C Vochtigheid < 95 %r.v. Productveiligheid Autom. elektr. regel- en besturingsapparaten voor huishoudelijk gebruik en dergelijke toepassingen EN 60730-1 Bijzondere eisen aan de energieregelaar EN 60730-2-11 Elektromagnetische compatibiliteit Immuniteit in de industriële sector EN 50082-2 Storingsemissie in de huishoudelijke sector EN 50081-1 CE-conformiteit Elektromagnetische compatibiliteit volgens richtlijn 89/336/EEG Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG Elektrische systeemtechniek voor huizen en geEN 50090-2-2 bouwen (ESGH) Konnex compliance Gecertificeerd Zie maatschetsen Zonder verpakking 0,620 kg Met verpakking 0.660 kg

Literatuurverwijzing

• Handboek Gebouwsysteemtechniek, basisinformatie • Handboek Gebouwsysteemtechniek, toepassingen Zentralverband Elektrotechnik- und Elektronikindustrie e.V. (ZVEH) Stresemannallee 19D-60596 Frankfurt a. M. 10/16 Building Technologies Building Automation


CM2N3873nl 03.2007

10 11 12 13 14 15 16

N.C.

GND

D2

Y1

G

Y2

Y3

CP –

17 18

EIB / KNX

T 2

Q34

Q24

Q14

Q13

AC 230V 5(4)A

L

L

N

AC 230V

1 4 3 QAX...

M

M

N

3873A08

9

CE +

8

CE –

7

CE +

6

CE –

5

CP +

4

Y4

3

G

2

D1

1 B1

RXB21.1

M

Aansluitklemmen

25 26 27 28

19 19 21 21

Meetwaarde-ingang B1 1 Meetwaarde-ingang voor LG-Ni 1000-opnemer M 2 Massa voor meetwaarde-ingang Meldingangen D1 3 Meldingang GND 5 Massa voor meldingangen D2 6 Meldingang Triac-uitgangen Y1 7 Schakeluitgang AC 24 V, 0,5 A G 8 Voeding voor regelafsluiter AC 24 V Y2 9 Schakeluitgang AC 24 V, 0,5 A Y3 10 Schakeluitgang AC 24 V, 0,5 A G 11 Voeding voor regelafsluiter AC 24 V Y4 12 Schakeluitgang AC 24 V, 0,5 A Ruimteapparaat CP– 13 PPS2, massa CP+ 14 PPS2, data CE+ 15 KNX / EIB uitgang CE– 16 KNX / EIB uitgang KNX / EIB-bus (opsteekbaar) CE+ 17 KNX / EIB uitgang CE– 18 KNX / EIB uitgang Voeding N 19 L 21

Nul Fase AC 230 V +/- 10%

Relaisuitgangen Q13 25 Gemeenschappelijke toevoer voor Q14, Q24 en Q34 Q14 26 Maakcontact AC max. 250 V, 5 (4) A (trap 1) Q24 27 Maakcontact AC max. 250 V, 5 (4) A (trap 2) Q34 28 Maakcontact AC max. 250 V, 5 (4) A (trap 3)

Let op!

• Let op de technische gegevens van de relaisuitgangen: AC max. 250 V, 5 (4) A • Lokale installatievoorschriften naleven!

Tool-aansluiting

Eigen tool-aansluitbus van het type RJ45

3206Z01

12 3 45 67 8

1 2 3 4

KNX / EIB uitgang (CE+) KNX / EIB uitgang (CE–) Vrij Vrij

5 6 7 8

+12VDC RxD PPS2 (CP+) / TxD PPS2 (CP–)



CM2N3873nl_02 03.2007

D1

GND

D2

Y1

G

Y2

N.C.

17 18

3873A09

10 11 12 13 14 15 16

CE –

9

CE +

8

CE +

7

CE –

6

CP +

5

N.C.

4

CP –

3

N.C.

2

N.C.

1 B1

RXB22.1

M

Aansluitklemmen

EIB / KNX

T 2

1

4

3

QAX... M

22 23 24

19 19 21 21

Q34

Q24

Q14

AC 230V 5(4)A

Q13

Q44

Q43

N.C.

AC 230V 10A

L

L

N

N

AC 230V

25 26 27 28

Meetwaarde-ingang B1 1 Meetwaarde-ingang voor LG-Ni 1000-opnemer M 2 Massa voor meetwaarde-ingang Meldingangen D1 4 Meldingang GND 5 Massa voor meldingangen D2 6 Meldingang Triac-uitgangen Y1 7 Schakeluitgang AC 24 V, 0,5 A G 8 Voeding voor regelafsluiter AC 24 V Y2 9 Schakeluitgang AC 24 V, 0,5 A Ruimteapparaat CP– 13 PPS2, massa CP+ 14 PPS2, data CE+ 15 KNX / EIB uitgang CE– 16 KNX / EIB uitgang KNX / EIB- bus (opsteekbaar) CE+ 17 KNX / EIB uitgang CE– 18 KNX / EIB uitgang Voeding N 19 L 21

Nul Fase AC 230 V +/- 10%

Relaisuitgangen Q13 25 Gemeenschappelijke toevoer voor Q14, Q24 en Q34 Q14 26 Maakcontact AC max. 250 V, 5 (4) A (trap 1) Q24 27 Maakcontact AC max. 250 V, 5 (4) A (trap 2) Q34 28 Maakcontact AC max. 250 V, 5 (4) A (trap 3) Q43 23 Toevoer voor Q44 Q44 21 Maakcontact AC max. 250 V, 10 A (Elektrische luchtverwarmer)

Let op!

• Let op de technische gegevens van de relaisuitgangen: AC max. 250 V, 5 (4) A resp. 10 A

• Lokale installatievoorschriften naleven! Tool-aansluiting

Eigen tool-aansluiting van het type RJ45

3206Z01

12 3 45 67 8

1 2 3 4

KNX / EIB uitgang (CE+) KNX / EIB uitgang (CE–) Vrij Vrij

1 +12VDC 2 RxD PPS2 (CP+) / TxD 5 PPS2 (CP–)



CM2N3873nl 03.2007

3873A11

Aansluitschema's N1

Aansluiten van veldapparaten, ruimteapparaat, KNX / EIB-bus en voeding

B1

1

M

2

D1

4

GND

5

D2

6

D2

Y1

7

Y1

G

8

Y2

9

Y2

Y3

10

Y3

G

11

Y4

12

T

D1

2

CP + 14

1

CE + 15

4

CE – 16

3

CE – 18

GL

M

Y1.1

GL

M

Y3.1

Y4

CP – 13

CE + 17

B1

PPS2 B2 KNX / EIB

KNX / EIB

N

19

N

19

N

L

21

L

L

21

AC 230 V

L

N.C.

22

Q43

23

Q44

24

Q13

25

Q14

26

1

Q24

27

2

Q34

28

3

Q2 N L

L 1 N

N Q1.1

Q1

N1

RXB21.1, RXB22.1

B1

Temperatuuropnemer LG-Ni 1000

D1, D2

Potentiaalvrije contacten (raamcontact, aanwezigheidsmelder enz.)

Y1...Y4

Thermische afsluiteraandrijvingen AC 24 V

Y1.1

Motorische afsluiter- of luchtklepaandrijving AC 24 V, 3-punts

Y3.1

Motorische afsluiter- of luchtklepaandrijving AC 24 V, 3-punts

B2

Ruimteapparaat QAX3...

Q1

3-traps ventilator

Q1.1

1-traps ventilator

Q2

Elektrische luchtverwarmer

per paar getwist

STOP

Let op!

Aanwijzing

• Ventilatoren op de relaisuitgangen Q14 ... Q34 mogen niet parallel geschakeld worden. Voor het parallelle bedrijf van ventilatoren moeten scheidingsrelais of slave-ruimteregelaars worden gebruikt. • Bij Q2 max. 1,8 kW ohmse belasting, extra externe beveiliging met max. 10 A voor de beveiliging van de regelaar. De compatibiliteit van corrigerende organen met de ruimteregelaars RXB21.1 en RXB22.1 is in de betreffende applicatiebeschrijving beschreven (zie functiebeschrijving FNC, CA110385). 13/16

Building Technologies Building Automation


CM2N3873nl_02 03.2007

Parallelle aansluiting van meerdere thermische afsluiteraandrijvingen

Maximaal 2 thermische aandrijvingen per uitgang kunnen direct op de ruimteregelaar worden aangesloten. Bij meer dan 2 thermische aandrijvingen is een vermogensversterker UA1T nodig Het voorbeeld geldt inhoudelijk ook voor de uitgang Y2. Gelet moet worden op de gelijktijdige belasting van de uitgangen Y1 en Y2 (max. 9,5 VA) Opgenomen vermogen op de ingang X1 van de UA1T: 0,5 VA.

STOP

Let op!

Gecombineerd bedrijf: Het is niet toegestaan, thermische aandrijvingen zowel op de regelaar als op de vermogensversterker aan te sluiten. Op grond van verschillende spanning op de interne transformator van de regelaar en op de voeding van de UA1T kan anders de stand van de afsluiters sterk afwijken.

N1

Aansluiting op de regelaar

L

L

N

N

AC 230 V

Y1

Y1

Y1.1

3873Z12

G

AC 230 V

Aansluiting op de vermogensversterker

N1

L

N

3873Z13

AC 24 V G G0

L N

Y1

Y1

G

N2 1

NS

COM

8

2

LS

Y1

7

3

COM

COM

6

4

X1

Y1

5

1

NS

COM

8

2

LS

Y1

7

3

COM

COM

6

4

X1

Y1

5

N2

N1 N2 Y1 Y1.x

Aanwijzingen

Y1.1

Y1.3

Y1.2

Y1.4

Y1.5

Y1.7

Y1.6

Y1.8

Ruimteregelaar RXB21.1, RXB22.1 Vermogensversterker UA1T (zie apparatenblad CA2N3591) Thermische afsluiteraandrijvingen AC 24 V op de regelaar aangesloten Thermische afsluiteraandrijvingen AC 24 V (max. 2 aandrijvingen STA71 / STP71 per uitgang Y1 van de UA1T)

– De vermogensversterker UA1T heeft een AC 24 V-voeding nodig! – De aansluiting van 3-punts-aandrijvingen aan UA1T is niet mogelijk.



CM2N3873nl 03.2007

Maatschetsen

4,4

Alle maten in mm

3,3

35,3

133,2

3873M14

zonder klemmendeksel

3,9 1

62

51,5 5

62

3,9 1

167

35,3

3873M15

met klemmendeksel

112,4 107,8



CM2N3873nl_02 03.2007

Boormal 1:1

3873M16

39

78

3,6

43,2 86,3

©2007 Siemens Switzerland Ltd www.siemens.nl/sbt

Wijzigingen voorbehouden



CM2N3873nl 03.2007

Ruimteregelaar RXB21.1 RXB22.1. Building Technologies Building Automation RXB

Recommend Documents