Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen wierde Leermens
Rui mt el i j ke on de r bo u win g Zo n ne pa ne le n Wie r de weg te Le e r me ns
ON TW E R P
Inhoud
Rapport en bijlagen
24 juli 2015 Projectnummer 135.00.02.48.00.00
I n h o u d s o p g a v e
1
2
3
4
Inleiding
5
1.1
Aanleiding ruimtelijke onderbouwing
5
1.2
Ligging, begrenzing en juridische status van het besluitgebied 6
1.3
Opbouw onderbouwing
Planbeschrijving
6 9
2.1
Huidige situatie
9
2.2
Nieuwe situatie
10
Beleidskader
11
3.1
Provinciaal beleid
11
3.2
Gemeentelijk beleid
11
3.3
Conclusie
12
Milieu en overige randvoorwaarden
13
4.1
Bodem
13
4.2
Geluid
14
4.3
Luchtkwaliteit
14
4.4
Bedrijven en milieuzonering
14
4.5
Externe veiligheid
14
4.6
Waterhuishouding
15
4.7
Archeologie en cultuurhistorie
15
4.8
Ecologie
15
5
Juridische vormgeving
19
6
Economische uitvoerbaarheid
21
7
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
23
135.00.02.48.00.00
1
I n l e i d i n g
1.1
Aanleiding ruimtelijke onderbouwing De aanleiding van de ruimtelijke onderbouwing ligt in het voornemen zonnepanelen te plaatsen op de wierde achter Wierdeweg 3 te Leermens. Het perceel valt binnen het bestemmingsplan Kleine Kernen (vastgesteld 7 mei 2007). In dit vigerende bestemmingsplan zijn de gronden bestemd als Agrarische doeleinden. Binnen deze bestemming is het gebruik van de gronden ten behoeve van agrarische bedrijven of agrarische cultuurgrond toegestaan. Verder is een deel van het perceel voorzien van de gebiedsaanduiding Archeologisch monument. Als gevolg hiervan is naast een omgevingsvergunning ook een monumentenvergunning nodig op grond van de Monumentenwet 1988. Deze vergunning zal door de initiatiefnemer apart worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor de gronden binnen deze gebiedsaanduiding gelden er op basis van het bestemmingsplan geen beperkingen, aangezien monumenten op grond van de Monumentenwet beschermd worden. In paragraaf 4.7 wordt uiteengezet op welke manier ten aanzien van het voornemen rekening is gehouden met het archeologische monument.
Uitsnede verbeelding bestemmingsplan Kleine Kernen
Op grond van het vigerende bestemmingsplan is het gebruik van de gronden ten behoeve van zonnepanelen niet toegestaan. De gemeente is in principe bereid aan het verzoek voor de plaatsing van de zonnepanelen medewerking te verlenen middels een omgevingsvergunning voor
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
5
het afwijken van het bestemmingsplan. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning dient vergezeld te gaan van een goede ruimtelijke onderbouwing. Het voorliggende rapport voorziet daarin.
1.2
Ligging, begrenzing en juridische status van het besluitgebied Het besluitgebied betreft het perceel achter het dorpshuis dat is gesitueerd nabij Wierdeweg 3 te Leermens, zoals aangegeven op onderstaande afbeelding. Het gebied is gelegen op een wierde, dat een rijksmonument betreft. Het besluitgebied grenst aan de bebouwing van Leermens.
Besluitgebied voornemen
1.3
Opbouw onderbouwing In het volgende hoofdstuk volgt de planbeschrijving, dit hoofdstuk gaat in op de huidige en de toekomstige situatie van het besluitgebied. In hoofdstuk 3 worden het relevante beleid van de provincie Groningen en het beleid van de gemeente Loppersum behandeld. In hoofdstuk 4 komt het onderdeel ‘milieu en overige randvoorwaarden’ aan de orde. De onderdelen die in dit hoofdstuk worden behandeld, zijn milieu (bodem, geluid, luchtkwaliteit, geur en ammoniak), externe veiligheid, waterhuishouding, archeologie en cultuurhistorie en ecologie. In hoofdstuk 5 komen de fei-
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
6
telijke en juridische planopzet aan de orde. Hoofdstuk 6 gaat in op de economische uitvoerbaarheid. Ten slotte wordt in hoofdstuk 7 ingegaan op de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
7
2
P l a n b e s c h r i j v i n g
2.1
Huidige situatie Het besluitgebied is gelegen op een wierde die is aangewezen als archeologisch
LIGGING, BEGRENZING EN
monument door het rijk. Het besluitgebied is op dit moment in gebruik als
OMGEVING BESLUITGEBIED
grasland. Het besluitgebied ligt centraal in de kern van Leermens, maar grenst aan de noordzijde aan het agrarisch gebied. Rondom de wierde is veel beplanting in de vorm van bomen en struiken aan-
BEBOUWING, GEBRUIK EN
wezig. Op het besluitgebied is geen bebouwing of verharding aanwezig.
VERHARDING
De navolgende luchtfoto’s geven een beeld van de ligging van het besluitgebied, de omgeving en de huidige situatie op het perceel.
Ligging projectgebied (bron: bingmaps)
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
9
Huidige inrichting perceel
2.2
Nieuwe situatie Het bestuur van het dorpshuis is voornemens ongeveer 60 zonnepanelen te plaatsen op de gronden gelegen achter het dorpshuis, zoals aangegeven op onderstaande afbeelding. De hoogte van de panelen zal niet meer bedragen dan 50 cm vanaf het maaiveld.
Locatie zonnepanelen
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
10
3
B e l e i d s k a d e r
3.1
Provinciaal beleid Het provinciaal omgevingsplan van de provincie Groningen (POP) en de bijbe-
OMGEVINGSPLAN
horende Omgevingsverordening bevatten regels voor de fysieke leefomgeving in de provincie Groningen. In het POP staat beschreven dat in de provincie gezocht wordt naar mogelijkheden voor het ondersteunen en versnellen van de toepassing van zonneenergie. De gebouwde omgeving wordt hierbij als belangrijkste aandachtsveld beschouwd. De provincie staat positief tegenover grootschalige toepassing van zonne-energiesystemen, voor zover deze landschappelijk goed ingepast worden. De locatie op de wierde ligt binnen het door Gedeputeerde Staten aangewezen
OMGEVINGSVERORDENING
buitengebied. Op grond van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 mag niet worden voorzien in nieuw ruimtebeslag ten behoeve van nietfunctioneel aan het buitengebied gebonden functies. Ten behoeve van de ontwikkeling is de grens van het buitengebied aangepast zodat de locatie waar de zonnepanelen geplaatst zullen worden deel uit is gaan maken van het stedelijk gebied en de strijdigheid met de provinciale verordening is opgeheven. De zonnepanelen zullen nauwelijks zichtbaar zijn vanaf het openbaar gebied. Waar nodig zal een afscherming worden aangebracht in de vorm van een inheemse struiken haag, conform het advies van de welstandscommissie.
3.2
Gemeentelijk beleid In 2012 is de structuurvisie voor de gemeente Loppersum vastgesteld. De struc-
STRUCTUURVISIE
tuurvisie geeft een ruimtelijke visie op de toekomstige ontwikkeling voor de middellange termijn (tot ongeveer 2020). Het hoofddoel is om diverse bestaande beleidsstukken in één structuurvisie samen te brengen, deze te plaatsen in het toekomstig perspectief en daarvan de consequenties in beeld te brengen. In de structuurvisie wordt de ambitie uitgesproken een meer duurzame en groenere gemeente te worden.
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
11
BESTEMMINGSPLAN
Het vigerende bestemmingsplan voor het besluitgebied is het bestemmingsplan Kleine Kernen (vastgesteld 7 mei 2007). In dit bestemmingsplan zijn de gronden bestemd als Agrarische doeleinden. Binnen deze bestemming is het gebruik van de gronden ten behoeve van agrarische bedrijven of agrarische cultuurgrond toegestaan. Verder is een deel van het perceel voorzien van de gebiedsaanduiding Archeologisch monument. Voor de gronden binnen deze gebiedsaanduiding gelden er op basis van het bestemmingsplan geen beperkingen, aangezien monumenten op grond van de Monumentenwet beschermd worden. In paragraaf 4.7 wordt uiteengezet op welke manier ten aanzien van het voornemen rekening is gehouden met het archeologische monument. Het plaatsen van zonnepanelen past niet binnen het bestemmingsplan, aangezien deze functie niet wordt toegestaan. Om het planvoornemen middels omgevingsvergunning
mogelijk
te maken, is de voorliggende ruimtelijke
onderbouwing opgesteld. WELSTAND
De welstandscommissie heeft het voornemen getoetst aan de welstandsnota van de gemeente en heeft positief geadviseerd. De commissie is van mening dat de panelen in grote lijnen ingepast worden op de locatie. Een voordeel is hierbij dat de zichtbaarheid zeer beperkt is. De locatie vraagt wel een afscherming naar het landschap. Een inheemse stuiken haag lijkt hier de aangewezen opzet. Voor de ondergrond wordt een grind of schelpenverharding voorgesteld. Voor de installatie zelf heeft een donkere grijze tint met minimaal zichtbare rand sterk de voorkeur. Het welstandsadvies is als bijlage bij deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen.
3.3
Conclusie Het initiatief past binnen het provinciaal beleid, aangezien de grens van het buitengebied is aangepast. Ook past het binnen het gemeentelijk beleid, bij de plaatsing van de zonnepanelen zal rekening gehouden worden met het advies van de welstandscommissie.
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
12
M i l i e u
e n
4
o v e r i g e
r a n d v o o r w a a r d e n
4.1
Bodem Bodemvervuiling kan een rol spelen bij de totstandkoming van nieuwe ontwikkelingen. De tijd dat elke vervuiling moest worden aangepakt, ligt achter ons. Belangrijkste criterium hierbij is of de vervuiling zodanig is dat er sprake is van risico's voor gezondheid of milieu. In de praktijk blijken er vrijwel nooit risico's te zijn voor de gezondheid van mensen. Milieurisico's (verspreiding en ecologie) komen wel voor, maar meestal gaat het erom dat eventuele vervuilingen afstemming vereisen met bepaalde ontwikkelingen. Op dit moment is er sprake van een omslag van saneren naar beheren en behoeven alleen de zogeheten ‘ernstige vervuilingen’ in meer of mindere mate aangepakt te worden. De maatregelen worden daarbij afgestemd op de functie. Het nationale bodembeleid is geregeld in de Wet bodembescherming (Wbb). Het doel van de Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de bodemkwaliteit tenminste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is, waarbij verspreiding van verontreiniging zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Het zonnepanelenveld wordt gevormd door bouwwerken, waar geen personen verblijven. Daarnaast zijn er geen grootschalige bodemingrepen aan de orde, waardoor grond moet worden afgevoerd of iets dergelijks. Bovendien worden, gelet op het huidige gebruik als grasland, geen ernstige verontreinigingen verwacht. De kwaliteit van de bodem staat daardoor de uitvoerbaarheid van de omgevingsvergunning niet in de weg. Indien er graafwerkzaamheden plaatsvinden, dient te worden voldaan aan het Besluit Bodemkwaliteit.
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
13
4.2
Geluid Het initiatief ziet op de mogelijkheid tot het plaatsen van zonnepanelen. Aangezien er geen geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd, kan een akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder achterwege blijven.
4.3
Luchtkwaliteit NSL/NIBM
De omgevingsvergunning biedt de mogelijkheid om binnen het besluitgebied zonnepanelen te plaatsen. Er worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die kunnen leiden tot een (sterke) verkeerstoename. Het plan heeft daarom geen negatieve invloed op de luchtkwaliteit in het gebied. Onderzoek naar de luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven.
4.4
Bedrijven en milieuzonering REGELGEVING
Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven binnen aanvaardbare voorwaarden mogelijk gemaakt zich te ontwikkelen of te vestigen. Met andere woorden, ten behoeve van een zorgvuldige besluitvorming moet worden nagegaan of een partij onevenredig in haar belangen wordt geschaad; de rechtspositie van betrokkenen moet worden gehandhaafd. Het voornemen ziet op de plaatsing van zonnepanelen. Zonnepanelen vormen geen milieuhinderlijke bedrijfsactiviteit als bedoeld in de milieuzonering.
CONCLUSIE
Het initiatief levert geen onevenredige hinder op voor de omgeving en andersom.
4.5
Externe veiligheid Het zonnepark is geen kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi), er zijn geen personen aanwezig. In artikel 2 van het Bevi is omschreven voor welke inrichtingen het Bevi van toepassing is. Het zonnepark is geen inrichting als bedoeld in het Bevi.
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
14
In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat in en nabij het plangebied geen risicovolle inrichtingen, transportassen (spoor, weg, water) en transportleidingen aanwezig zijn. Ook is het plangebied niet gelegen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen, transportassen en transportleidingen. Bovendien neemt het aantal personen binnen het plangebied niet toe, waardoor er geen effecten op de externe veiligheidssituatie bestaan. Uit het oogpunt van externe veiligheid zijn dan ook geen belemmeringen aan de orde en aanvullend onderzoek kan achterwege blijven.
4.6
Waterhuishouding Het plangebied valt onder het beheergebied van het Waterschap Noorderzijlvest. De watertoets online is uitgevoerd en ingediend bij het Waterschap Noorderzijlvest. De vragenlijst is volledig ingevuld. Bij het invullen van de watertoets zijn geen kaartlagen geraakt. De watertoets (zie bijlage) geeft aan dat de normale procedure moet worden gevolgd. De waterhuishoudkundige situatie zal door de realisatie van het zonnepark niet wijzigen. Onder de zonnepanelen wordt geen gesloten verharding aangelegd; het regenwater kan onbelemmerd infiltreren. Compensatie van verharding is daardoor ook niet aan de orde. De panelen en de constructie wordt uitgevoerd van niet-uitloogbare materialen.
4.7
Archeologie en cultuurhistorie De zonnepanelen zullen worden geplaatst op een wierde, dat een archeologisch monument betreft. Op grond van de Monumentenwet 1988 zijn archeologische monumenten beschermd. Er zal een monumentenvergunning worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Als voorwaarde in de omgevingsvergunning geldt dat de vergunning pas in werking treedt wanneer de monumentenvergunning is verleend.
4.8
Ecologie Om de uitvoerbaarheid van onderhavig project te toetsen, is een bureau inven-
KADER
tarisatie van de natuurwaarden uitgevoerd. Het doel hiervan is om na te gaan of een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet (Ffw), een Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) of een
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
15
analyse in het kader van het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid noodzakelijk is. PROJECTGEBIED
De beoogde locatie voor zonnepanelen is gelegen in het centrum van Leermens, op een grasland achter een woning aan de Wierdeweg. In de huidige situatie is het grasland in gebruik als schapenweide. Aan de noordzijde grenst het projectgebied aan grasland. Ten westen van het projectgebied ligt de Wierdeweg. Aan de zuid- en oostzijde zijn woningen gelegen. Ten behoeve van de ecologische beoordeling zijn foto’s van het projectgebied ontvangen die genomen zijn in mei 2015.
Aanzicht projectgebied vanuit westen (mei 2015)
Flora- en faunawet Achter de Ffw staat het idee van de zorgplicht voor in het wild levende beschermde dieren en planten en hun leefomgeving. Beschermde soorten worden opgesomd in de ‘lijsten beschermde inheemse planten- en diersoorten’. De Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 75 van de Ffw van 23 februari 2005, kent een driedeling voor het beschermingsniveau van planten- en diersoorten, hierna te noemen: licht beschermd, middelzwaar beschermd en streng beschermd. De inheemse vogelsoorten hebben een eigen afwijkend beschermingsregime; ze vallen zowel onder het middelzware als strenge beschermingsregime. INVENTARISATIE
Op basis van de beoordeling van de verkregen foto’s blijkt dat het projectgebied een zeer beperkte natuurwaarde kent. De aanwezigheid van beschermde planten wordt op basis van de terreinomstandigheden ter plaatse niet verwacht. In het worden tussen het gras soorten als paardenbloem, madeliefje en kruipende boterbloem verwacht. In het projectgebied kunnen verder enkele lichtbeschermde soorten als mol, veldmuis, egel en gewone pad worden verwacht. In de bomen rondom de schapenweide kunnen vogels zoals merel, vink en houtduif nestelen. Het gaat hierbij uitsluitend om vogelsoorten waarvan het nest alleen beschermd is tijdens het gebruik als nestplaats, dus tijdens het 135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
16
broedseizoen. Alle inheemse vogelsoorten zijn streng beschermd. Het projectgebied heeft verder geen belangrijke waarde als foerageergebied voor vleermuizen. Vleermuizen zullen vooral foerageren rond de omliggende bomen. Als gevolg van de werkzaamheden kunnen verblijfplaatsen van enkele licht
TOETSING
beschermde soorten worden verstoord en/of vernietigd (artikel 9 Ffw). Ook kunnen hierbij enkele exemplaren worden gedood (artikel 11 Ffw). Licht beschermde soorten worden niet in hun voortbestaan bedreigd en vallen in de vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. Wel geldt voor deze soorten de zorgplicht van de Ffw. Indien bouwwerkzaamheden tijdens het broedseizoen worden uitgevoerd kunnen in gebruik zijnde nesten van vogels (in de directe omgeving van het projectgebied) worden verstoord en vernietigd. Het is verboden nesten van vogels (indien nog in functie) te verstoren of te vernietigen (artikel 11 en 12 van de Ffw). Daarom dient bij de planning van en gedurende de uitvoering van de werkzaamheden rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de rond het projectgebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode uit te voeren. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Ffw. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen ongeveer van 15 maart tot 15 juli duurt. Het broedseizoen van houtduif kan onder gunstige omstandigheden echter doorlopen tot in november. Negatieve effecten op vleermuizen worden niet verwacht. Na de plaatsing van zonnepanelen is het gebied in vergelijkbare mate geschikt als foerageergebied. Er zijn geen verblijfplaatsen of vliegroutes in het geding en er is een ruim aanbod aan foerageergebied in de omgeving aanwezig. Gebiedsbescherming Voor onderhavig projectgebied is de volgende wet- en regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming relevant: de Natuurbeschermingswet 1998 en de provinciale structuurvisie en verordening. In de Nbw 1998 is de bescherming van specifieke (natuur)gebieden gere-
NATUURBESCHERMINGS-
geld. Onder de Nbw 1998 worden drie typen gebieden aangewezen en be-
WET 1998
schermd: Natura 2000-gebieden, Beschermde Natuurmonumenten en Wetlands. Plannen en projecten met negatieve effecten op deze gebieden zijn vergunningplichtig. Relevant daarbij is dat de Nbw 1998 een externe werking kent. De Ecologische Hoofdstructuur is een samenhangend netwerk van bestaande en
ECOLOGISCHE HOOFD-
nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland en vormt de basis
STRUCTUUR
voor het natuurbeleid. De Ecologische hoofdstructuur is als beleidsdoel opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en voor de provin-
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
17
cie Groningen uitgewerkt in het Provinciaal Omgevingsplan (POP) 2009-2013 en de Provinciale Omgevingsverordening Groningen. NATUUR BUITEN DE EHS
Vanuit de Provinciale Omgevingsverordening Groningen wordt buiten de EHSgebieden bij ruimtelijke plannen specifiek ingezet op de bescherming van bestaande bos- en natuurgebieden.
INVENTARISATIE
Het onderzoeksgebied ligt niet in of grenst niet aan een beschermd gebied in het kader van de Nbw 1998 en de gronden zijn niet aangewezen als EHS of natuurgebied. Het meest nabijgelegen gebied uit de Nbw 1998 betreft het Natura 2000-gebied Waddenzee dat is gelegen op een afstand van ongeveer 6 kilometer ten oosten van het onderzoeksgebied. Op ongeveer 2 kilometer ten zuiden van het projectgebied ligt het meest nabijgelegen beschermde gebied in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur. Het betreft natuur rondom landgoed Ekenstein.
TOETSING
Tussen het projectgebied en het beschermde natuurgebied is infrastructuur en bebouwing gelegen. Gezien de afstand en de aard van de ontwikkeling, worden met betrekking tot het voorgenomen plan geen negatieve effecten op beschermde natuurwaarden in het kader van de Nbw 1998 en het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid verwacht. Conclusie Op basis van de ecologische inventarisatie is gezien de terreinomstandigheden en het aard van het plan een voldoende beeld ontstaan. Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat een vooronderzoek in het kader van de Ffw, een Voortoets in het kader van de Nbw 1998 of een analyse in het kader van het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid niet noodzakelijk is. Met inachtname van het broedseizoen van vogels is een ontheffing van de Ffw of een vergunning op grond van de Nbw 1998 voor de beoogde activiteiten op voorhand niet nodig. Het plan is daarnaast op het punt van EHS niet in strijd met de Provinciale Omgevingsverordening Groningen. Op voorhand kan in redelijkheid worden gesteld dat natuurwet en -regelgeving de uitvoerbaarheid van het plan niet in de weg staat.
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
18
5
J u r i d i s c h e v o r m g e v i n g
Algemeen Een omgevingsvergunning dient te worden genomen op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing. Dit houdt in dat moet worden ingegaan op: -
de huidige en de toekomstige situatie, zowel van het gebruik en de inrichting, als van de planologisch-juridische situatie;
-
de wijze waarop het bouwplan voldoet aan het provinciaal beleid en het gemeentelijk beleid;
-
de milieuaspecten, zoals bodemkwaliteit, milieuzonering, luchtkwaliteit, geluidhinder en externe veiligheid;
-
water, archeologie en ecologie;
-
de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Deze aspecten zijn in het voorliggende rapport aan de orde gekomen. Juridische regeling De omgevingsvergunning voorziet in de plaatsing van zonnepanelen op een perceel achter bestaande bebouwing. Op het besluitgebied blijft voorts, onder andere wat betreft bouwregels en afwijkingsregels, de juridische regeling zoals beschreven in het vigerende bestemmingsplan van toepassing.
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
19
6
E c o n o m i s c h e
u i t v o e r b a a r h e i d
De kosten die gepaard gaan met het voornemen worden door de initiatiefnemer gedragen. De kosten die uit dit plan kunnen voortvloeien, zijn aanvragen voor een tegemoetkoming in schade. Schade, toegebracht door deze planologische wijziging, zal worden verhaald op de aanvrager van het bouwplan middels een van tevoren gesloten planschadeovereenkomst tussen gemeente en aanvrager.
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
21
7
M a a t s c h a p p e l i j k e
u i t v o e r b a a r h e i d
De conceptonderbouwing is ter beoordeling naar de Brandweer Groningen, Waterschap Noorderzijlvest en de provincie Groningen gezonden. De omgevingsvergunning heeft geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen. De gemeente heeft kennisgenomen van de reacties. De reacties van de overlegpartners zijn als bijlage opgenomen. Het ontwerpbesluit met deze ruimtelijke onderbouwing wordt ter inzage gelegd.
135.00.02.48.00.00 - Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg te Leermens 24 juli 2015
23
B i j l a g e n 1.
Advies Libau
2.
Watertoets
3.
Overlegreacties
1.
Advies Libau
2.
Watertoets
datum 23-6-2015 dossiercode 20150623-34-11155 UITGANGSPUNTEN NOTITIE Plan: Zonnepanelen Wierde Leermens -----------------------------------------------------------------------------Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: Zonnepanelen wierde Leermens Oppervlakte plangebied: 426 m2 Toename verharding in plangebied: nee m2 Kaartlagen geraakt: Nee -----------------------------------------------------------------------------Aanvrager / initiatiefnemer: Naam:        Marian van der Werff Organisatie: BügelHajema Adviseurs Postadres:  Vaart nz 48-50 PC/plaats:  9401 GN Assen Telefoon:    0592-316206 Fax:           E-mail:        Â
[email protected] Gemeente Loppersum Contactpersoon: mevrouw W. Glas Telefoon:Â Â Â Â Â Â Â Â Â Â 0596-548200 E-mail:Â Â Â Â Â Â Â Â Â Â Â Â Â
[email protected] -----------------------------------------------------------------------------Waterbeleid Sinds 1 november 2003 is het verplicht plannen in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te toetsen op water. Het doel van deze watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen. De waterhuishouding bestaat uit de overheidszorg die zich richt op het op en in de bodem vrij aanwezige water, met het oog op de daarbij behorende belangen. Zowel het oppervlaktewater als het grondwater valt onder de zorg voor de waterhuishouding. Naast veiligheid en wateroverlast (waterkwantiteit) worden ook de gevolgen van het plan voor de waterkwaliteit en verdroging onderzocht. De belangrijkste beleidsdocumenten op het gebied van de waterhuishouding zijn de Vierde Nota Waterhuishouding, Anders omgaan met water: Waterbeleid 21e eeuw, de Europese Kaderrichtlijn Water, Beleidslijn ruimte voor de rivier en de nota Ruimte. In het Nationaal Bestuursakkoord Water worden de gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd voor een integraal waterbeleid in de 21e eeuw. De verantwoordelijkheid voor de te treffen waterhuishoudkundige maatregelen gericht op: vasthouden, bergen en afvoeren van water ligt bij het waterschap (trits: kwantiteit) en het schoon houden, scheiden en zuiveren van water (trits: kwaliteit) ligt bij alle betrokkenen en het waterschap. Provincies en gemeenten zorgen voor een integrale afweging en leggen deze vast in provinciale beleidsplannen en streekplannen, respectievelijk structuur- en bestemmingsplannen. De provincie geeft richting aan ruimtelijke ontwikkeling door de gebieden te benadrukken die van nature het eerst onder water komen te staan bij hevige regenval of overstromingen. De provincie wil dat deze gebieden gevrijwaard blijven van kapitaalintensieve functies. Het beleid van waterschap Noorderzijlvest is verwoord in het Waterbeheerplan 2010 - 2015 en in de Notitie Water en Ruimte 2013. De ruimtelijke zonering van de provincie heeft het waterschap vertaald naar een eigen zonering met water als
belangrijkste element. Het waterschap benadrukt in haar functiezonering de volgende aspecten: de hoogte van de waterpeilen en het gewenste grondwaterregime (GGOR), een optimale wateraanvoer en -afvoer (waterkwantiteit), de waterkwaliteit voor verschillende functies en de inpassing van water in het landschap. -----------------------------------------------------------------------------Geraakte kaarten in plangebied: Er zijn geen kaarten geraakt binnen het plangebied. -----------------------------------------------------------------------------WATERADVIES Waterschap Noorderzijlvest De wijziging van de bestemming en/of de omvang van onderdelen in het plan hebben invloed op de waterhuishouding en/of raken de belangen van het waterbeheer en/of die van de initiatiefnemer.
Gelijkblijvend/afname verhard oppervlak Indien het verhard oppervlak in een ruimtelijk plan toeneemt met meer dan 750m2 is het vereist om de mogelijkheden voor afkoppelen van regenwater te onderzoeken en vast te leggen. Riolering Bij de aanleg van riolering in een nieuw plan wordt uitgegaan van de aanleg van een gescheiden stelsel, daar waar het, gelet op de aard van de aangesloten verharde oppervlakken en de mogelijke verontreiniging daarvan, verantwoord is. De initiatiefnemer van een afkoppelproject dient aannemelijk te maken dat het omringende watersysteem over voldoende berging- en afvoercapaciteit beschikt. Dit wordt in samenspraak met waterschap Noorderzijlvest vastgelegd. Tevens worden mogelijkheden om water langer vast te houden, worden zoveel mogelijk benut. Vervuiling verhard oppervlak Het is alleen mogelijk om verhard oppervlak, aangemerkt als schoon, af te koppelen. Dit wordt in overleg met waterschap Noorderzijlvest bepaald. Maatregelen om vervuiling te voorkomen dan wel te verminderen kunnen noodzakelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn: Voorbeelden beperken gebruik uitlogende materialen ● ● ●
Uitlogende materialen voorzien van een coating Toepassen van olie-/ vetafscheiders bij wegen en parkeerplaatsen In sommige gevallen mag hemelwater van vervuild verhard oppervlak via een voorzuivering, zoals een bodempassage (groenstrook), helofytenfilter of afscheider worden afgevoerd naar het oppervlaktewater of grondwater. Bij ernstiger vervuild oppervlak dien een verbeterd gescheiden rioolsysteem te worden toegepast.
Nieuw stedelijk gebied In nieuwe stedelijke gebieden dient het watersysteem zodanig aangelegd te worden dat wateroverlast voorkomen wordt. Door de toename van het verharde oppervlak zal neerslagwater sneller tot afvoer komen. Dit veroorzaakt pieken in de waterafvoer. Om het afwentelen van problemen te voorkomen dient de afvoer in de nieuwe situatie de huidige maatgevende afvoer niet te overschrijden. Veelal kan wateroverlast voorkomen worden door voldoende bergingscapaciteit in het oppervlaktewatersysteem te creëren, eventueel in combinatie met infiltratie in de bodem als het gebied hier de mogelijkheid voor heeft. Bestaand stedelijk gebied In bestaand stedelijk gebied is ruimte moeilijk te vinden. Bij herinrichting zal het als streefdoel worden ingebracht door het waterschap in het planvormingsproces. Ruimte voor oppervlaktewater in stedelijk gebied is vaak duur. Inzetten op meervoudig ruimtegebruik is daarom een mogelijkheid om te overwegen. Als dat niet voldoende ruimte oplevert zal buiten het stedelijk gebied ruimte moeten worden gezocht ter compensatie. Uitgangspunt is het behoud van het watersysteem en het bergend vermogen ervan in het stedelijk gebied. Binnen het bebouwde gebied mogen hiertoe geen watergangen worden gedempt, tenzij
er met het waterschap afspraken zijn gemaakt over compensatie van de afvoer en berging. Met het dempen van sloten, aanleggen van dammen en lange duikers in plaats van een sloot moet kritisch worden omgegaan. Goed omgaan met het relatief schone hemelwater biedt veel kansen. Zo kunnen we veel problemen in het stedelijk watersysteem oplossen of voorkomen. Grondwateronttrekking voor drinkwater worden minder als men in stedelijk gebied meer gebruik maakt van hemelwater. Bijvoorbeeld voor sproeien van tuinen of spoelen van toiletten vanuit een grijs watercircuit. Grondwater In nieuw bebouwd gebied wordt een minimale drooglegging voor woningen geadviseerd van 1,30 meter. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met een minimale ontwateringsdiepte van 0,70 meter. Bij kruipruimteloos bouwen kan een kleinere drooglegging toegepast worden. In een ruimtelijk plan kan een variërende drooglegging gerealiseerd worden in overleg met waterschap Noorderzijlvest. Bij gebieden die met enige regelmaat mogen inunderen kan een kleinere drooglegging toegepast worden (groenstroken, ecologische zones). Op deze manier kan op creatieve wijze invulling gegeven worden aan de vereiste waterberging (zie onderstaande tabel minimale droogleggingseisen). Als dit toegepast wordt dient dit in de waterparagraaf vastgelegd te worden. Droogleggingeisen: Woningen met kruipruimte 1,30 meter ● Woningen zonder kruipruimte 1,00 meter ● Gebiedsontsluitingswegen 0,80 meter ● Erftoegangswegen 0,80 meter ● Groenstroken / ecologische zones 0,50 meter ●
Invloed op de waterhuishouding Het aanwezige oppervlaktewater dient niet alleen voldoende ruimte te hebben voor het afstromende hemelwater, maar ook aan de inrichting dient aandacht te worden besteed. Voor een gezond watersysteem is de inrichting en het beheer van het bestaande of nieuw te realiseren oppervlaktewater belangrijk. Bij oppervlaktewatersystemen in stedelijk gebied wordt daarom gestreefd naar zo groot mogelijke eenheden. -----------------------------------------------------------------------------BETROKKENHEID waterschap Noorderzijlvest -----------------------------------------------------------------------------Voor de verdere procedurele afhandeling van de watertoets is het van belang om het waterschap verder te betrekken en rekening te houden met de in dit document aangegeven adviezen. Wij verzoeken u ons te informeren over de wijze waarop het plan verder zal worden voorbereid en wat het uiteindelijk ontwerp/inrichting van het plangebied zal zijn. Bij eventuele aanpassingen in het ontwerp en/of in de zienswijzen in relatie tot waterhuishoudkundige inrichting, adviseren wij de Digitale Watertoets nogmaals uit te voeren. In ieder geval wil het waterschap betrokken blijven en geïnformeerd worden bij de verdere planvorming van dit project. Graag het waterschap nader informeren over de verdere planuitwerking en eventueel een overleg plannen met de aangegeven contactpersoon van het waterschap. De uitkomst van deze Watertoets is een jaar geldig.  Mocht u aanvullende informatie hebben met betrekking tot deze watertoets (schetsontwerpen, relevante documentatie enz.), raden wij u deze per e-mail op te sturen naar
[email protected] onder vermelding van de unieke code, te vinden aan het begin van deze notitie. Met de extra informatie kunnen we een nog beter passend advies geven over uw specifieke situatie. Bij eventuele vragen kunt u eveneens contact opnemen met het waterschap Noorderzijlvest, de heer E.W. Rittersma, tel. 050-304 8337 (op donderdagen niet aanwezig) . -----------------------------------------------------------------------------De WaterToets 2014
datum 23-6-2015 dossiercode 20150623-34-11155 Tekenen: Heeft u een beperkingsgebied geraakt? nee Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Loppersum Vragen: 1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee 2) Maakt het plan deel uit van een groter plan dat in ontwikkeling is? nee 3) Neemt in het plan het verharde oppervlak van bebouwing en bestrating toe met meer dan 750m2 binnen een uitbreidingsplan of glastuinbouwgebied, danwel 2500 m2 in overige gebieden? nee 4) Worden er op bedrijfsmatige wijze activiteiten verricht waardoor het verharde oppervlak verontreinigd raakt? nee 5) Is er in in of rondom het plangebied sprake van wateroverlast of grondwateroverlast? nee 6) Heeft het plan een permanente waterpeilverandering tot gevolg? nee 7) Neemt door het plan de hoeveelheid verharding toe? Zo ja, met hoeveel m2? nee 8) Vind er een tijdelijke of permanente onttrekking van grondwater plaats? nee 9) Vindt er als gevolg van het plan een tijdelijke of permanente lozing van water op het oppervlaktewater plaats? nee 10) Is recreatief (mede)gebruik van waterhuishoudkundige infrastructuut in het plangebied onderdeel van de planvorming? nee De WaterToets 2014
3.
Overlegreacties
Donna Ebbinge Aan: Onderwerp:
Edwin Rittersma RE: Vooroverleg Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg Leermens
Van: Edwin Rittersma [mailto:
[email protected]] Verzonden: woensdag 8 juli 2015 7:26 Aan: Swijghuizen, T. Onderwerp: RE: Vooroverleg Ruimtelijke onderbouwing Zonnepanelen Wierdeweg Leermens
Geachte mevrouw Swijghuizen, Hierbij ontvangt u onze vooroverleg op de Ruimtelijke onderbouwing voor zonnepanelen te Leermens. Het enige wateraspect dat in dit plan relevant is is de toename van verhard oppervlak en daardoor mogelijk een versnelde afvoer van hemelwater. Echter in de Ruimtelijke Onderbouwing is aangegeven van het hemelwater dat van de panelen afstroomt op het maaiveld en gewoon kan infiltreren. Daarmee treedt er geen verslechtering op ten opzichte van de huidige situatie. De inhoud van paragraaf 4.6 is correct. Wij kunnen instemmen met dit plan.
Met vriendelijke groet, E.W. (Edwin) Rittersma Beleidsondersteunend medewerker Watersystemen & Keur
050-304 8337
[email protected] [email protected] Stedumermaar 1 9735 AC Groningen
Postbus 18 9700 AA Groningen
op donderdagen niet aanwezig KvK nr. 50130994
1
Colofon Opdrachtgever Gemeente Loppersum Contactpersoon Mevrouw W. Glas
Projectleiding Mevrouw M. van der Werff BügelHajema Adviseurs Projectnummer 135.00.02.48.00.00
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Vaart nz 48-50 Postbus 274 9400 AG Assen T 0592 316 206 F 0592 314 035 E
[email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort