september, nummer 7 Vakblad voor managers beheer en onderhoud infrastructuur
• Ruimte voor de Rivier • Hoe staat het met de crisis? • Vrouwen aan de top
2010 Jaargang 91
september, nummer 7
al 50 jaar fundament onder uw mobiliteit
2010
Ruimte voor de Rivier De grote rivieren worden onder handen genomen met het project ‘Ruimte voor de Rivier’, dat Nederland de komende 50 jaar moet behoeden voor overstromingen vanuit Rijn, IJssel en Waal. Uit alle delen van de wereld
4
komen delegaties kijken hoe die Hollanders het weer voor elkaar krijgen. Ingwer de Boer, programmadirecteur Ruimte voor de Rivier, geeft tekst en uitleg. Automatische verkeersbordeninventarisatie Door jaarlijkse beeldinwinning van alle openbare wegen in heel Nederland met panoramafoto’s, is het mogelijk om verkeersborden automatisch te detecteren en te lokaliseren.
24
12
Komt herstel bouwsector
Topvrouwen
29
eindelijk op gang?
Vrouwen aan de top - ook bij Rijks-
De economie trekt aan, maar de
waterstaat vormen ze nog een min-
malaise in de bouwsector is nog
derheid. Maar er is een inhaalslag
niet voorbij. Toch zijn er ook posi-
gaande: van de zestien Hoofdin-
tieve ontwikkelingen. Otar vroeg
genieur-Directeuren (HID) zijn er nu al
verschillende partijen of het einde
zes vrouw. Een kennismaking met
van de crisis in zicht is.
Karin Visser, HID Utrecht en Ineke van der Hee, HID Dienst Zuid-Holland
Coverbeeld: RWS, Ruben Smit
Column Elco Brinkman Actueel
Al 50 jaar wegwijs en innovatief voor een veilig en duurzaam wegennet.
Precisiewerk aan de A4
11 18,33 20
Boek ‘Risicodenken binnen de waterwereld’
www.koac-npc.com
23
Agenda Monitoring onderbouwd in kwaliteitsplan Opleidingen Wie, wat, waar
28 38 42 44 september 2010
3
Programmadirecteur Ingwer de Boer:
‘Ruimte voor de Rivier zet Nederlandse waterexpertise op de kaart’ Tekst: Olav Lammers
De zomer van 2010 werd gekenmerkt door enorme overstromingen van rivieren over de hele wereld. Niet alleen China en Pakistan haalden de voorpagina’s, ook Midden-Europa was het decor van grote wateroverlast. Vooral landen als Tsjechië en Polen werden zwaar getroffen. In ZuidFrankrijk ging het begin deze zomer ook goed mis, net als in Engeland, waar de rivieren plots ook niet meer te temmen waren. En de delta Nederland? De grote rivieren hier worden onder handen genomen met het project ‘Ruimte voor de Rivier’, dat Nederland de komende 50 jaar moet behoeden voor overstromingen vanuit Rijn, IJssel en Waal. Uit alle delen van de wereld komen delegaties kijken hoe die Hollanders het weer voor elkaar krijgen.
Bron: Rijkswaterstaat
D
e afspraak met Ingwer de Boer, directeur bij Rijkswaterstaat van de programmadirectie Ruimte voor de Rivier, had niet op een beter moment gekozen kunnen worden: 26 augustus 2010, de dag waarop de Dinkel en andere waterlopen in het oosten van het land royaal buiten hun oevers zouden treden; niet zo gek met een record neerslag van 120 mm in een etmaal. Maar De Boer vertoont geen krimp. Terwijl het panorama achter hem, gezien vanaf de hoogste verdieping van de Rijkswaterstaattoren in Utrecht het ene na het andere zwarte, ondoorzichtige watergordijn laat passeren. Hij lijkt te willen zeggen: ‘alles onder controle!’
Kantje boord Dat was in 1993 en vooral 1995 wel anders. Toen moesten een kwart miljoen mensen en bijna een miljoen
dieren worden geëvacueerd, omdat onder andere de dijken van de Waal bij Ochten op springen stonden en het water tot aan de kruin van de dijken reikte. De Boer: “Dat was toen inderdaad kantje boord en die gebeurtenis is dan ook de directe aanleiding geweest om tot het programma Ruimte voor de Rivier te komen. We werden met de neus op de feiten gedrukt: de grote rivieren waren in de loop der tijd teveel in een keurslijf van dijken gestopt, terwijl door de verandering van het klimaat de winters al natter begonnen te worden en de regenbuien zwaarder. Er moest dus snel iets gebeuren. Een overstroming zou rampzalig zijn omdat de bevolkingsdichtheid in het lager gelegen binnendijkse gebied sterk was toegenomen en ook het geïnvesteerd vermogen.” Maar het alleen maar verhogen van de dijken bleek geen duurzame oplossing. Technisch
gezien stuitte dat op veel plaatsen op problemen, terwijl dijkverhogingen ook landschapontsierend zouden uitpakken met alle verzet van dien, zo vertelt De Boer. “Er moest dus een ‘list’ verzonnen worden.”
Keuze uit 600 locaties In 2000 werd door het kabinet een nieuw beleid voorgesteld waarbij de grote rivieren meer ruimte zouden krijgen door bijvoorbeeld dijken te verleggen en uiterwaarden uit te graven. Op initiatief van de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is vervolgens onderzocht welke rivierverruimende maatregelen tot verlaging van het waterpeil zouden kunnen leiden. De Boer: “In totaal werden zo’n 600 mogelijke locaties langs Rijn, Waal en
september 2010
5
‘Regelmatig krijg ik delegaties op bezoek die willen aanschouwen hoe wij inspelen op de te verwachten klimaatverandering’
IJssel bekeken. Daaruit zijn uiteindelijk 39 locaties geselecteerd die zich het best voor de te nemen maatregelen lenen.“
Planologische Kernbeslissing Deze locaties zijn vervolgens vastgelegd in de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier. In 2006 stemden zowel de Tweede als Eerste Kamer unaniem in met deze PKB en dat betekende het officiële startsein van het Rijksprogramma om het Nederlandse rivierengebied veiliger te maken. De Boer werd in 2006 gevraagd de kar te trekken. Als HID van de dienst Utrecht stond hij al aan de wieg van Project A2, de verbreding van de snelweg tussen Amsterdam en Utrecht. “Ik houd van toekomstvaste oplossingen. Je hebt niets aan projecten die als ze klaar zijn, al weer achterhaald zijn.”
De Boer moest de hele organisatie van het project Ruimte voor de Rivier van de grond af opbouwen. “Maar er was goed over de nieuwe aanpak nagedacht en de hoofddoelstellingen waren duidelijk: het halen van de veiligheidsdoelstellingen door met het verruimen van de rivier een waterstanddaling te realiseren. Tegelijkertijd moest geïnvesteerd worden in ruimtelijke kwaliteit waarmee het rivierengebied mooier en aantrekkelijker wordt gemaakt en meer ruimte voor natuur en recreatie ontstaat. Bovendien moesten de projecten een duidelijke lokale, regionale insteek krijgen.” Dit laatste wil zeggen dat de regionale overheden die betrokken zijn bij de 39 locaties waar de Rijn, IJssel en Waal moeten worden verbreed, de projecten zelf mochten uitwerken, mits zij binnen het budget zouden blijven en de veiligheidsdoelstellingen zouden worden gehaald. Met vijf waterschappen, drie provincies en vijf gemeenten werd een bestuursovereenkomst getekend. De Boer: “Met deze werkwijze is de kans maximaal dat voor de afzonderlijke projecten voldoende draagkracht in de omgeving wordt verkregen. Daar hebben we ook veel in geïnvesteerd. Zo ontstond het gevoel ‘dit is ons plan’.”
6
september 2010
Foto: RWS, Ruben Smit
Regionale betrokkenheid
Dit ‘bestuurlijk commitment’ had als bijkomend voordeel dat goede afspraken gemaakt konden worden om tal van benodigde procedures zo snel mogelijk te laten verlopen, vertelt De Boer. “Bij de uit te voeren projecten heb je te maken met een complex aan procedures. Omdat de totale klus in 2015 moet zijn afgerond, wilden wij van de lagere overheden dus wel garanties dat daartoe alles in het werk gesteld zou worden. Tot nu toe loopt dat goed met die, best ingewikkelde parallelschakeling. Als dat niet het geval zou zijn, zouden we pas rond 2020 klaar zijn.”
Rijksinpassingsplan Het voorkeursalternatief waar de partijen mee komen, moet eerst de goedkeuring van de staatssecretaris krijgen alvorens het tot in detail
kan worden uitgewerkt tot een projectbesluit dat dan wel meteen een RO-doorwerking heeft. De Boer: “Gaandeweg moest ook worden ingespeeld op de nieuwe Waterwet en ook de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening. Dat betekent dat als er meer dan één gemeente bij een project betrokken is, er beter via een provinciaal bestemmingsplan of Rijksinpassingsplan gewerkt kan worden. Ten aanzien van vier projecten is gekozen voor een Rijksinpassingsplan (de projecten Veessen Wapenveld, Noordwaard, Lent en Volkerak Zoommeer; red.). Het project Overdiepse Polder is een provinciaal inpassingsplan. De Raad van State heeft daar begin dit jaar definitief goedkeuring aan verleend. Het was het eerste tot stand gekomen Provinciaal inpassingsplan in Nederland, dus u kunt zich
voorstellen dat wij zeer tevreden waren met het resultaat. Het betekende dat wij zorgvuldig omgaan met het integraliteitsaspect.” Van 30 van de 39 projecten is het voorkeursalternatief duidelijk. Over tien daarvan is inmiddels een projectbesluit genomen, waarvan van acht het ontwerp bestemmingsplan ter inzage ligt. Twee plannen zijn al onherroepelijk door een uitspraak van de Raad van State. Naast het project Overdiepse Polder is dat ook het intussen gereedgekomen project Zuiderklip.
Programmadirectie Het hele project Ruimte voor de Rivier wordt aangestuurd door de programmadirectie waarvan De Boer HID is. “Onze taak is gelegen in de procesarchitectuur, waarbij wij onderzoeken welke projecten door
de decentrale overheid en welke door Rijkswaterstaat worden gedaan. Daar gaat veel tijd in zitten en er is veel juridische kennis nodig om de zaak vorm te geven. Vormfouten zouden de werkzaamheden anders kunnen vertragen waardoor we 2015 nooit zouden kunnen halen. Daarnaast leveren wij de benodigde kennis en zorgen voor de detachering van mensen. Verder zijn wij verantwoordelijk voor de projectbeheersing. Wij toetsen de projectbesluiten op technische uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en vergunbaarheid, waarbij wij de vergunningverleners er zoveel mogelijk vooraf bij betrekken.”
Draagvlak Draagvlak onder lokaal en regionaal bestuur en bevolking is een van de belangrijkste peilers onder het
programma Ruimte voor de Rivier en er is De Boer en de zijnen alles aan gelegen om daar erg ver in te gaan. Dat draagvlak is volgens hem in de loop der jaren alleen maar gegroeid, niet in de laatste plaats door het rapport van de Commissie Veerman. Als voorbeeld hoe de aandacht voor het verkrijgen van draagvlak kan werken, wijst hij op de bocht van Lent bij Nijmegen. “Deze bottlenek in de Waal bij Nijmegen moest nodig en snel worden aangepakt. Toen de Tweede en Eerste Kamer er zich eind 2006 over hadden uitgesproken, bleek Nijmegen faliekant tegen. Er zouden onder meer 50 gezinnen hun huis moeten verlaten. Vervolgens bood ‘Den Haag’ de stad de gelegenheid om zelf trekker van het project te worden. Na ampele overweging ging het stadsbestuur akkoord. Dat betekende een enorme omslag. Men
september 2010
7
Applaus Ingwer de Boer herinnert zich in dit geval het applaus wat de toenmalige wethouder mocht ontvangen uit een volle zaal in Nijmegen toen het project beklonken werd. “Dat applaus betekende niet zozeer dat iedereen het ermee eens was, want zeker voor die 50 gezinnen is het zwaar om te moeten verhuizen. Nee, dat applaus gold in onze ogen meer de waardering voor de wijze waarop het geheel is aangepakt: het goed luisteren naar de mensen, zoveel mogelijk rekening houden met zoveel mogelijk belangen en een duidelijk beeld schetsen van wat men er uiteindelijk voor terugkrijgt. Het totaal wordt er veel mooier op en dat leidt uiteindelijk tot een breed gedragen acceptatie. Ook veel mensen die uiteindelijk weg moeten, zijn zich bewust van het belang van het grotere geheel namelijk, de veiligheid van twee tot vier miljoen mensen. Dat draagt bij tot het begrip en dat kom ik bij vrijwel alle projecten tegen.”
Minnelijke verwerving Inmiddels zijn al 30 van de 50 gezinnen en tuinbouwbedrijven bij Nijmegen door het Rijk uitgekocht. De Boer: “Dat doen wij zoveel mogelijk via ‘minnelijke verwerving’. Gedwongen onteigening proberen wij te voorkomen. Dat was ook de uitdrukkelijke wens van toenmalig staatssecretaris Melanie SchultzVerhaegen om zo zorgvuldig mogelijk te handelen als mensen zouden moeten wijken voor het project Ruimte voor de Rivier. Zo’n aanpak kost weliswaar veel tijd, maar bij de behandeling van de 15e voortgangsrapportage in juni heeft de Tweede Kamer nogmaals ingestemd met deze werkwijze, ook al kan het met betrekking tot een drietal projecten betekenen dat we iets over de einddatum van 2015 heengaan”, aldus Ingwer de Boer die er zelf niet voor schroomt om, indien nodig, zelf aan de ‘keukentafelgesprekken’ deel te nemen om naar de betrokkenen te luisteren en met ze tot een oplossing te
8
september 2010
‘Je hebt niets aan projecten die als ze klaar zijn, al weer achterhaald zijn’ komen. Intussen is van alle projecten zo’n 60 procent van het vastgoed door de staat verworven.
Norm overal gehaald Ondanks de enorme klus, ziet het er volgens De Boer naar uit dat de voortvarende aanpak ertoe leidt dat de einddatum van 2015 grotendeels wordt gehaald. Dat geldt ook voor de gestelde veiligheidsnorm van 1:1250, uitgaande van een maatgevende hoogwaterstand van 16.000 m3 per seconde van de Rijn bij Lobith; 1000 m3 meer dan in de ‘oude situatie’. De Boer: “Uit de toetsing van de modellen die Deltares per riviertak heeft opgesteld, blijkt dat die norm overal wordt gehaald. Dat is een compliment voor de mensen die de PKB hebben gemaakt. En ook ten aanzien van het tweede doel, het ruimte/kwaliteit aspect, zitten we goed. Dat aspect laten wij toetsen door een kwaliteitsteam onder leiding van Dirk Sijmons, de vorige rijksadviseur voor het landschap.” Niet zonder trots durft Ingwer de Boer de uitspraak aan dat het hele programma Ruimte voor de Rivier zo goed als binnen het beschikbaar gestelde budget van 2,3 miljard gerealiseerd kan worden. “Het budgetgestuurd ontwerpen, waarbij tekenen en rekenen in een wisselwerking werd uitgevoerd, heeft daar zeker toe bijgedragen. Dat zou een novum zijn voor een megaproject als Ruimte voor de Rivier is.’ Zeker weten doet De Boer het pas als alle aanbestedingen zijn gegund. “Het is nog niet duidelijk hoe de markt zal reageren, maar het lijkt er op dat de kredietcrisis en het inzakken van de bouw wat dat betreft in ons voordeel werkt. In ieder geval blijkt uit de marktscans, die wij tussentijds houden, dat de markt ‘hongerig’ is. Volgens de prognoses moet midden volgend jaar in aantal 60 procent van de aanbestedingen van start zijn gegaan en valt er meer duidelijkheid te geven. Dat is 70 procent ten opzichte van het budget. Dat valt dan samen met de midterm-review die we halverwege 2011 met de Tweede Kamer houden.”
Bedreiging als kans De taak van De Boer en de zijnen ‘beperkt’ zich tot het meer ruimte geven aan de rivieren, maar daarnaast speelt ook nog het Hoogwaterbeschermingsprogramma, waarmee bestaande dijken buiten het Ruimte voor de Rivier-programma moeten worden verstevigd om aan de veiligheidsnorm te voldoen. De Boer: “Beide projecten zitten aan de preventiekant, het voorkomen van overstromingen. ‘Building with nature’ was voor ons dan wel een nieuw aspect, maar altijd nog gericht op de veiligheid van de mensen achter de dijk. Wat ik de afgelopen jaren in een stroomversnelling heb zien komen, is het denken over hoe van een bedreiging ook weer een kans gemaakt kan worden. Hoe je allerlei zaken met elkaar kunt combineren. Ik doel op de adaptieve kant: het aangepast bouwen buitendijks, de innovatieve aanpak.”
Buitenlandse belangstelling Hij vervolgt: “Kijk naar Dordrecht, de bypass bij Kampen, de integrale omgevingsontwikkeling bij Zutphen. Het rapport van de Commissie Veerman heeft daar een extra impuls aan gegeven. Al dit soort maatregelen ontgaat ook de andere delta’s op de wereld niet. Regelmatig krijg ik delegaties uit die landen op bezoek die willen aanschouwen hoe wij inspelen op de te verwachten klimaatverandering. Een wel heel positieve ervaring had ik met een Chinese delegatie. Nog niet zo lang geleden is daar het zogenaamde ‘Drieklovenproject’ tot stand gekomen voor de bouw van een reusachtige stuwdam. Ruim 1,5 miljoen mensen moesten daarvoor wijken, moesten het voor zichzelf maar oplossen. Tijdens het bezoek van de Chinese delegatie viel het mij op dat men niet zozeer geïnteresseerd was in de techniek – dat kunnen ze zelf wel – maar meer in hoe wij omgaan met de mensen die moeten wijken voor een project, hoe wij omgaan met schaderegelingen en dergelijke. Dat lijkt me een positieve ontwikkeling!”
Polder De Noordwaard: 2500 hectare buitendijks gebracht Tekst: Olav Lammers
Eind volgend jaar gaat de schop in de grond voor het project ‘De Noordwaard’, een van de 39 schakels uit het programma Ruimte voor de Rivier. Op dit moment buigen vijf voorgeselecteerde aannemerscombinaties zich over het ontwerp. De biedingen moeten aan het eind van dit jaar binnen zijn. In 2015 moet het project zijn afgerond. Dan zal in totaal zo’n vier miljoen kubieke meter grond zijn verzet.
P
older De Noordwaard ligt tegen het nationaal park de Biesbosch, op de grens van Brabant en Zuid-Holland. De maatregel Ontpoldering Noordwaard is een gevolg van de PKB Ruimte voor de Rivier. Al voor de definitieve vaststelling hiervan in 2006 is de planvoorbereiding gestart. Het project wordt getrokken door RWS, in overleg met de provincie NoordBrabant, gemeente Werkendam en waterschap Rivierenland.
Twee kilometer verlaagd Jacco Zwemer is omgevingsmanager Noordwaard. Hij vertelt dat vrijwel de gehele polder, ongeveer 2500 hectare buitendijks wordt gebracht door de dijk langs de rivier de Nieuwe Merwede over een lengte van twee kilometer te verlagen. “Daarmee kunnen de maatgevende waterstanden bij Gorinchem met 30 centimeter worden verlaagd. Op dit moment zijn we nog bezig met de formele procedures en binnen enkele weken verwachten we het definitieve rijksinpassingsplan dat in goed overleg met de gemeente Werkendam tot stand is gekomen. Dit plan is de basis waarop het project uitgevoerd gaat worden. Tegelijkertijd zijn we ook gestart met de aanbestedingsprocedure.”
Situatie uit 1905 als voorbeeld Met het rijksinpassingsplan is de kaart voor het gebied straks helemaal vastgelegd, vertelt Zwemer. “In feite is het een terugkeer naar de situatie die hier in 1905 bestond; daarop is het plan grotendeels geïnspireerd. In die periode was dit nog een gebied met veel kreken en kleine poldertjes. In het midden van de Noordwaard komt straks een doorstroomgebied dat in het oosten een instroomopening krijgt: een drempel waarachter in de bestaande dijk vier openingen worden gemaakt waar ook nog eens vier bruggen over worden geconstrueerd. Aan de zuidwestkant komt een uitstroomopening waar drie bruggen overheen komen als onderdeel van de hoofdroute voor autoverkeer.”
Bron: Beeldbank RWS; Henri Cormont
zag kans om het Ruimte voor de Rivier-project te gaan combineren met een zeer tot de verbeelding sprekend stadsontwikkelingsproject, waarbij de stad niet meer met de rug naar de Waal staat, maar Nijmegen de Waal omarmt.”
Krekengebied Tussen de in- en uitstroomopening van het doorstroomgebied, wordt een groot aantal kreken gegraven en wordt onderscheid gemaakt tussen een gebied dat echt onder invloed staat van het dagelijkse getij vanuit Biesbosch en Haringvliet en een aantal poldertjes daar omheen met lage kaden, die in de zomer geschikt zijn voor veeteelt. Van de grond die vrijkomt
september 2010
9
Column
Elco Brinkman
Duidelijkheid Kijkend naar de werken die Rijkswaterstaat in voorbereiding en in uitvoering heeft past er maar één conclusie. Er wordt momenteel en de komende tijd flink aan de weg getimmerd. Eind vorige maand werd het startsein gegeven voor het Spoedaanpakproject A2 Maasbracht-Geleen. De zeventiende van in totaal dertig die de inhoud vormen van de Spoedwet Wegverbreding. Daarmee wordt opnieuw duidelijk dat de Spoedwet inhoudelijk zoden aan de dijk zet. Met de gestage stroom opdrachten vanuit het Rijk hebben onze infraleden die voor Rijkswaterstaat werken minder moeite om weerstand te bieden aan de gevolgen van de crisis dan onze bouwondernemingen. bij het uitgraven van de kreken worden eilandjes gevormd die grote grazers als vluchtplaats kunnen gebruiken bij hoog water. Het middengebied zal een natuurlijk karakter krijgen met aan de randen ruimte voor recreatie.
Evacuatie bewoners Jacco Zwemer: “De zogenaamde lagekadepolders komen jaarlijks onder water te staan. Daarnaast worden zogenaamde hogekadepolders aangelegd die een overstromingskans van 1:100 en in de meeste gevallen 1:1000 jaar hebben. In die polders wordt wonen en werken geconcentreerd. Over het algemeen kan er in het nieuwe buitendijkse gebied gewoon gewoond en gewerkt worden. Alleen bij hoge waterstanden met een kans van ongeveer 1:100 jaar - zullen de bewoners in de toekomst geëvacueerd moeten worden”, aldus Zwemer.
Woningen en bedrijven In de Noordwaard waren in totaal 25 boerenbedrijven en 50 woningen aanwezig. Jacco Zwemer:”Van de 25 bedrijven kan de helft blijven bestaan, een beetje afhankelijk van de grootte. Van de burgerwoningen moet de helft worden gesloopt, maar de bewoners kunnen er voor kiezen elders in de Noordwaard een nieuwe woning op te zetten. De andere helft van de woningen moet worden aangepast aan de veranderende omstandigheden.”
Terpen Dat wil zeggen dat er een forse vastgoedopgave aan het project verbonden is. Een groot deel van de polder is volgens Zwemer al aangekocht. “Met bewoners van de huizen die moeten worden aangepast, vinden nog onderhandelingen plaats om tot een overeenkomst te komen. Alle woningen en ook boerenbedrijven komen op kleine terpen te staan. Dat geldt ook voor de poldertjes van 1:1000. Enkele oudere woningen staan overigens al, of nog steeds, op een terp. In
10
september 2010
sommige gevallen zijn die te laag en zal er nog een kleine kade omheen moeten worden aangelegd.”
Verwervers en taxateurs Het verplaatsen van de boerenbedrijven heeft nogal wat voeten in aarde voor wat betreft het vinden van de juiste locaties in de Noordwaard. Om tot een overeenkomst te komen is een heel team van verwervers en taxateurs actief. Alleen in het uiterste geval zal eventueel tot onteigening moeten worden overgegaan. Jacco Zwemer: “Alle bewoners van de Noordwaard hebben de optie gekregen om hun woning aan het Rijk te verkopen en ergens anders naartoe te gaan. Nogal wat mensen hebben daar gebruik van gemaakt. Zo is een aantal agrariërs verhuisd naar Flevoland.”
Griend als golfbreker In het Rijksinpassingsplan is het ruimtelijk profiel voor de Noordwaard globaal vastgelegd. Bij de aanbestedingsprocedure wordt gebruik gemaakt van de economisch meest voordelige inschrijving. “Ook de mate van hinder voor omwonenden tijdens de werkzaamheden wordt in de uiteindelijke beoordeling meegenomen”, zegt Zwemer, die ook benieuwd is met welke eventuele innovaties de aannemerscombinaties naar buiten komen. “Aan de rand van het projectgebied ligt het meest zuidelijk gelegen fort van de Hollandse Waterlinie: Fort Steurgat dat is bewoond. Om het fort zou een dijk aangelegd moeten worden, maar de bewoners wilden hun uitzicht niet verliezen. Dit probleem hebben we opgelost door de dijk 65 cm minder hoog te maken. Dat kan door voor de dijk een ruim 60 meter brede griend (laag wilgenbos) aan te leggen dat als golfbreker werkt.”
Maar ook in delen van onze infra achterban knarst en kraakt het. Immers minder nieuwbouwwoningen betekenen ook minder werk in de aanpalende infrastructuur. En met de bezuinigingen voor de lagere overheden in aantocht wordt die opdrachtenstroom zo goed als zeker verder aangetast. Wat onze sector en onze leden nodig hebben is zekerheid en duidelijkheid. Dat was vroeger zo, dat is nu zo en zal zeker ook voor de toekomst gelden. Er kan immers in de infrawereld niet op voorraad worden geproduceerd. Infraondernemingen zijn als geen ander afhankelijk van wat met name de overheidsopdrachtgevers op de markt brengen. Inzicht in het werkpotentieel geeft ondernemers houvast hoe zij hun ondernemingen nu en met name naar de komende jaren toe moeten inrichten met menskracht en materieel. Het is zaak dat de overheid duidelijke keuzes maakt over de ruimtelijke inrichting van ons land, dat daar niet alleen projecten bij worden gedefinieerd maar dat deze ook daadwerkelijk volgens de planning op de markt worden gebracht. Belangrijk in mijn ogen is dat er nadrukkelijk wordt gekeken naar verdienmodellen, zoals bij een aantal varianten die nu rond de Afsluitdijk zijn geschetst. Die verdienmodellen zullen eerder de interesse wekken van institutionele beleggers. En dat is een andere belangrijke reden om projecten vooral langs die meetlat te leggen. Hoewel op dit moment niet somber gesteld over het aanbod van rijksopdrachten kijken wij wel met de nodige zorg naar de periode waarin de Spoedwet en de Crisis- en herstelwet hun werking zullen verliezen. Want zonder de juiste maatregelen zal de infrasector, gelijk de bouwsector nu, in een zwart gat duiken. Met alle gevolgen van dien. Wij moeten met alle macht zien te voorkomen wat door gebrek aan werk in de bouwsector is gebeurd. Namelijk het verlies van ruim 18.000 vakkrachten die allemaal door de crisis hun vaste dienstverband zijn kwijtgeraakt. Zou zo iets de infrasector treffen, dan zijn wij met elkaar op termijn de weg goed kwijt. Mr. drs. L.C. Brinkman voorzitter Bouwend Nederland
september 2010
11
Verschuiving van nieuwbouw naar beheer en onderhoud
Komt herstel bouwsector eindelijk op gang? Tekst: Constant Gras
De economie trekt aan, maar de malaise in de bouwsector is nog niet voorbij. Toch zijn er ook positieve ontwikkelingen. Zo staan we volgens Richard Mulder van Bouwend Nederland aan de vooravond van een fundamentele verschuiving van nieuwbouw naar beheer en onderhoud. “Duurzaam bouwen betekent immers slimmer bouwen, zodat de totale kosten van het bouwwerk over de gehele levensduur geoptimaliseerd worden.” Een uitdaging voor bouwbedrijven die door de crisis en aangekondigde miljardenbezuinigingen op de overheidsuitgaven versneld opgepakt lijkt te worden. “Het Economisch Instituut voor de Bouw heeft de negatieve verwachtingen voor 2010 deze zomer naar beneden bijgesteld”, vertelt Mulder, die beleidsmedewerker is bij Bouwend Nederland. “Het verlies aan productieomvang stijgt van acht naar tien procent en dat van arbeidsplaatsen van dertig- naar veertigduizend. Een negatieve trend die waarschijnlijk ook in 2011 doorzet.” De negatieve gevolgen van de financiële en economische crises voor de conjunctuurgevoelige bouwsector zijn onmiskenbaar. De Nederlandse bouwnijverheid telde in 2009 bijna duizend faillissementen, waarvan zo’n dertig procent eenmanszaken (zzp’ers, zelfstandigen zonder personeel). Een stijging van circa zestig procent ten opzichte van 2008. In de eerste helft van dit jaar is het aantal faillissementen verder gestegen, met zo’n vijftig procent ten opzichte van dezelfde periode in 2009, zo blijkt uit CBS-cijfers. “Waar we dit jaar in andere sectoren en branches de productieomvang en werkgelegenheid licht zien aantrekken, is voor de bouwsector de bodem van de put nog niet in zicht”, stelt Mulder. “Dat de bouwmarkt ‘laat cyclisch’ is en zich trager herstelt dan de markten in andere sectoren is niet nieuw. Maar dit keer zat echt alles tegen. Behalve met de crisis hadden we de afgelopen winter te maken met een zeer strenge vorstperiode, terwijl het pakket aan crisismaatregelen van de overheid voor veel bouwbedrijven net te laat kwam.”
12
september 2010
Infra minder gevoelig Bij beschouwingen over de gevolgen van de economische crisis voor de bouwnijverheid dient volgens Mulder onderscheid gemaakt te worden tussen de verschillende segmenten van de sector. “Vooral in de woning- en utiliteitsbouw zijn de klappen hard aangekomen. De bouw van infrastructuur is op zich al minder conjunctuurgevoelig, omdat hier vooral overheden de opdrachtgevers zijn en het doorgaan van lopende projecten daarmee gegarandeerd is. Met de herziene Spoedwet wegverbreding en de eerder dit jaar in werking getreden Crisis- en Herstelwet worden de effecten van de economische crisis voor de infrabouw verder afgevlakt. Dankzij deze maatregelen is het mogelijk geworden om voor drie miljard euro aan landelijke bouwprojecten versneld op de markt te brengen, terwijl ook gemeenten en provincies op het gebied van infrastructuur stimuleringsmaatregelen hebben getroffen.” “Infrabouw en woning- en utiliteitsbouw zijn volstrekt verschillende markten die ook heel verschillend reageren op conjunctuurveranderingen”, bevestigt Bob Hopstaken, directeur van detacheringsbureau Tracé. “Een economische recessie of crisis slaat nergens zo diep toe als in de woningen utiliteitsbouw, waar je te maken hebt met particuliere opdrachtgevers.” Het Utrechtse bedrijf detacheert hoger opgeleide bouwtechnici en -managers in beide segmenten van
september 2010
13
‘Behalve met de crisis hadden we de afgelopen winter te maken met een zeer strenge vorstperiode’ Richard Mulder, Bouwend Nederland
de Nederlandse bouwmarkt. “In de woning- en utiliteitsbouw is het even wat moeilijker geweest om mensen aan de slag te krijgen, maar die markt trekt voor ons nu alweer aan”, vertelt Hopstaken. “In de bouwmarkt voor infrastructuurprojecten hebben we tot nog toe weinig problemen ondervonden bij het detacheren van onze mensen.”
Grote bouwers Ook bouwbedrijven die actief zijn in de infrastructuur lijken de crisis goed te doorstaan. Grote bouwers als Ballast Nedam, Heijmans en BAM zagen hun omzet het afgelopen halfjaar weliswaar teruglopen, maar boekten daarin betere financiële resultaten dan in het eerste deel van 2009. Ook hun ordeportefeuilles voor het komende jaar blijken goed gevuld. “Het zijn vooral de kleine en middelgrote bouwbedrijven in de woning- en utiliteitsbouw die door de crisis hun opdrachten snel zien teruglopen en personeel moeten ontslaan of op non-actief zetten”, zegt Mulder. “Zij hebben minder mogelijkheden dan de grote bedrijven om hun bedrijfsrisico’s over meerdere segmenten van de bouwmarkt te spreiden.” Grote bouwondernemingen kunnen de terugloop in woningen utiliteitsbouwprojecten vaak intern compenseren door personeelscapaciteit naar hun infrastructuuractiviteiten te verleggen. Daarnaast hebben zij de mogelijkheid eerst minder onderaannemers en zzp’ers in te schakelen, voordat ze eigen personeel moeten ontslaan. 788887“Maar ook bij grote bouwbedrijven zie je een behoorlijke afslanking”, zegt GerritJan van de Pol, algemeen directeur van bouwbedrijf GMB en sectievoorzitter infra-midden bij Bouwend Nederland. “Door die interne verschuivingen verliezen ze aan stabiliteit. In de segmenten water, civiele betonbouw en infra krijgen ze bovendien ook te maken met verdringingsconcurrentie door bedrijven uit de utiliteitsbouw, die eveneens hun accenten verleggen.”
Prijzenslag en bezuinigingen Het toekomstbeeld van een door grote ondernemingen gedomineerde bouwmarkt, omdat deze beter bestand zijn tegen recessies en crises, wordt door Van de Pol dan ook genuanceerd. “Het speelveld is de afgelopen jaren wat duidelijker verdeeld, maar de consolidatie van grote spelers zet niet door. Infra is weliswaar een stabiele markt, maar heeft ook een lage toetredingsdrempel voor nieuwkomers. Met hun mogelijkheden van projectclustering en multidisciplinaire en integrale aanpak zijn grote bedrijven daar in eerste instantie in het voordeel. Nu bouwen ze daar nog tegen prijzen van gisteren, maar de resultaten van morgen zijn afkomstig van nieuwe projecten gebaseerd op de prijzen van vandaag . En ook voor die bedrijven geldt dat er nu meer varkens aan de trog zijn”.
14
september 2010
Ook Mulder vreest een prijzenslag in de infrabouw als het herstel op de markt voor de woning- en utiliteitsbouw lang op zich laat wachten. Het komende jaar ziet hij de woningen utiliteitsbouw in ieder geval nog niet aantrekken. “Dit jaar is al de helft minder aan bouwvergunningen afgegeven dan in 2009. De markt zit volledig op slot”, stelt hij vast. “En dan komt er nog eens achttien miljard euro aan bezuinigingen bij, met grote gevolgen voor provincies en gemeenten die voor vijftig procent de opdrachtgevers zijn van infraprojecten.” Van de Pol deelt de mening van Mulder: “Gemeenten hebben de komende jaren veel minder geld om te investeren, dus een prachtig herstel van de bouwmarkt zit er op korte termijn niet in”. Daarom is het volgens hen zo belangrijk dat de overheid blijft doorgaan met het treffen van stimuleringsmaatregelen in de bouw. “En misschien is het mogelijk om elementen uit de crisis en herstelwet structureel te behouden voor de infrasector”, aldus Mulder.
zichtbaar is geworden”, stelt hij vast. “Maar goed opgeleide bouwtechnici zijn hard nodig. Als detacheringsbureau voelen we het al jaren als onze verantwoordelijkheid om jongeren voor techniekonderwijs te interesseren. Nu kijken we daarbij al naar de groep van twaalf- en dertien jarigen.”
Verlies aan kennis De economische crisis en voorgenomen bezuinigingen kunnen bouwbedrijven dwingen of prikkelen om doelmatiger om te gaan met mensen en middelen en innovatiever te worden in hun productieprocessen en dienstverlening. Aan de andere kant brengt de malaise in de bouwwereld het risico met zich mee dat ontslagen bouwtechnici voorgoed verloren zijn voor de sector waarin reeds een tekort aan technisch personeel dreigt. “Er is veel beweging op de markt voor bouwpersoneel’, zegt Michel Gerritsen, recruiter bij spoorbeheerder ProRail. “Ik verkeer momenteel in de luxe positie van een groot aanbod aan bouwtechnici voor de functies die ik moet invullen. Mijn ervaring
Nieuwe uitdagingen Ondanks de slechte vooruitzichten op de korte termijn, ziet Mulder ook lichtpuntjes voor de toekomstige ontwikkeling van de bouwsector. “Bouwen is een maatschappelijke opdracht en blijft altijd nodig. Veel infrastructurele kunstwerken uit de vorige eeuw lopen tegen het einde van hun levensduur en moeten binnenkort vernieuwd of vervangen worden. Daarop willen we niet bezuinigen, maar we zullen dat in het licht van duurzame ontwikkeling wel anders moeten aanpakken”, betoogt hij. “Slimmer en tegen lagere kosten. Doelmatiger toepassen van geld en middelen, zodat we ook efficiënter omgaan met energie en grondstoffen en op die manier de totale kosten van bouwwerken over de hele levensduur ervan optimaliseren. Dat betekent kennisintensiever bouwen en meer aandacht voor beheer en onderhoud, ook in de woning- en utiliteitsbouw. Het is goed om te zien dat deze uitdagingen, mede door de economische crisis en de voorgenomen overheidsbezuinigingen, door bouwbedrijven al versneld worden opgepakt.” De reorganisatie van bouwbedrijf Heijmans bijvoorbeeld ging gepaard met een visie op duurzaam bouwen waarbij kwaliteit prevaleert boven kwantiteit. “In de woning en utiliteitsbouw zien we de laatste jaren veel beweging op het gebied van milieuzorg, energieefficiëntie en duurzaam bouwen en ook in de infrabouw krijgt dit steeds meer aandacht”, laat Hopstaken weten. Slim, kennisintensief en innovatief bouwen, vraagt om goed opgeleid bouwpersoneel, terwijl de dreiging van een tekort daaraan al jaren boven de markt hangt. Bouwtechnici van de babyboomgeneratie stromen de komende tien jaar massaal uit, terwijl het aantal middelbaar en hoger opgeleide bouwtechnici al sinds de jaren tachtig bedroevend klein is. “Een structureel probleem dat door de crisis wat minder
‘Gemeenten hebben de komende jaren veel minder geld om te investeren’ Gerrit-Jan van de Pol, Bouwbedrijf GMB
‘Een economische recessie of crisis slaat nergens zo diep toe als in de woning- en utiliteitsbouw’ Bob Hopstaken, Tracé
is dat mensen die op de schopstoel zitten niet afwachten tot ze eruit vliegen, maar zelf actief naar alternatieven gaan zoeken. Die kunnen dus ook buiten de bouwsector gevonden worden.” Van de Pol denkt daar anders over. “Ik vraag me af of kenniswerkers die in de bouw hun baan verliezen zo makkelijk naar andere sectoren verdwijnen. Dat zou best een broodjeaapverhaal kunnen zijn. Het is goed mogelijk dat zij eerder de moeilijk invulbare vacatures in bijvoorbeeld het onderwijs en bij de overheid invullen, maar wel binnen de sector. Het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel is in de bouwsector al jaren een probleem. Personeelsbeleid is medebepalend voor de marktpositie van bedrijven en daarmee onderdeel van hun concurrentieprofiel.” De economie trekt aan, maar de malaise in de bouwsector is nog niet voorbij. “Het is goed dat bouwbedrijven naar de toekomst kijken en de kansen en mogelijkheden om hun marktpositie daarin te versterken ook grijpen”, zegt Mulder. “Maar hun eerste prioriteit is het overleven van de crisis en het in huis houden van hun personeel. Want als de crisis ook voor de bouw voorbij is, komt het personeelsprobleem keihard terug. Daarom zijn we blij met de verlenging van de deeltijd-WW en de mogelijkheden voor het anticyclisch opleiden van jonge bouwmedewerkers zodat ze behouden blijven voor de sector.”
CMS Asset Management zorgt voor optimalisatie van de beheers- en onderhoudsprocessen. Hierbij kunt u denken aan: asset managementscan volgens PAS 55, completeren areaalgegevens, ondersteuning prestatiecontracten,
Optimalisatie van de beheers- en onderhoudsprocessen
FMECA / RCM analyse, ondersteuning NEN2767 & GIS. Kerncompetentie hierbij is de ‘mens’, het vertalen van het plan tot werkbare onderhoudsactiviteiten tot op de werkvloer. CMS heeft referenties bij infra-beheerders, aannemers en waterschappen.
Te l : + 31 ( 0 ) 73 - 6 4 8 0 5 6 3 www.cmsassetmanagement .nl
R E S U LTA N T S in MAINTENANCE
september 2010
15
Senior Adviseur/Projectmanager Civiele Techniek
Scheepvaartbegeleider
of kijk op:
In deze functie ben je verantwoordelijk voor het vlot en veilig begeleiden van de scheepvaart bij werkzaamheden op en rond water op de Nederlandse vaarwegen. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd vanaf de schepen van SwetsODV. Als nautische specialist bij SwetsODV bent u verzekerd van een baan, die aansluit op uw voorkeuren met betrekking tot werklocatie- en tijden. Wij bieden u uiteraard ruimte tot het volgen van opleidingen en daarmee een carrière vol variatie.
In deze uitdagende functie ben je bezig met projectmanagement op het gebied van infrastructurele projecten als nieuwbouwprojecten op het gebied van ontsluitingen van gemeentelijke uitbreidingen, bruggen, viaducten, aanleg wegen en spoorbanen (light & heavy rail) en ook binnenstedelijke herstructurering e.d. Je hebt relevante werkervaring bij een projectmanagement adviesbureau. Wij bieden uitdagend werk op niveau en stellen jou in staat te functioneren op een passend niveau.
Interesse? Bel Olof van Laar: 088-6191234
Interesse? Solliciteer via onze website www.infraflex.nl
www.otar.nl > vacaturebank
of kijk op:
Surveyor (Hydrografie)
“Bij tracé haal ik het maximale uit mezelf”
www.otar.nl > vacaturebank
Uw vacature
Als Surveyor ben je (mede) verantwoordelijk voor het initiëren, opzetten en het uitvoeren van alle hydrografische en landmeetkundige metingen op een project. Je maakt ontwerpmodellen, berekent volumes, legt resultaten vast en stelt werkmethodes op.
Uw vacature voordelig en doeltreffend in deze rubriek en op de website? Info: tel. 0184 - 481042 E-mail:
[email protected]
Interesse? Bel Cor Volker: 0184-412242
of kijk op:
www.otar.nl > vacaturebank
of kijk op:
www.otar.nl > vacaturebank
Altijd op zoek naar de perfecte match? ing. erwin Boere, 25 jaar consultant civiele techniek
consultant civiele techniek Tracé biedt ingenieurs met een civieltechnische achtergrond de mogelijkheid hun vleugels uit te slaan en ons netwerk in Nederland verder uit te bouwen. Geeft ‘de techniek’ je niet voldoende uitdaging meer in je huidige functie? Ben jij van nature iemand die gemakkelijk contacten legt en oprecht geïnteresseerd is in mensen? Heb je inhoudelijke werkervaring in het vakgebied Civiele Techniek? Dan is deze functie je wellicht op het lijf geschreven. Als consultant Civiele Techniek ben je verantwoordelijk voor een interessante combinatie van enerzijds relatiebeheer met opdrachtgevers en professionals en anderzijds het uitbreiden van ons netwerk. Je komt te werken in een jonge, maar uiterst professionele organisatie, waarin je samen met 30 andere consultants één van de beste netwerken in de Nederlandse Civiele Techniek beheert. Wij bieden je een uitstekend contract met goede doorgroeimogelijkheden in onze organisatie. Goede arbeidsvoorwaarden, waaronder een winstdeling gebaseerd op je eigen detacheringsprojecten en een leaseauto. Een uitgebreide vacatureomschrijving vind je op onze website www.tracedetachering.nl. Meer informatie of solliciteren? Neem contact op met ir. Mathieu Mooren: 030-238 03 45 / 06-212 811 22
[email protected]
apeldoorn - c apelle a/d ijs sel - eindhoven - haarlem - heerenveen - utrecht
Wij zijn op zoek naar een
crew coördinator Herken jij jezelf in onderstaande punten?
▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
zelfstandig sociaal communicatief sterk stressbestendig uitstekende organisator teamplayer ervaring in de baggersector
Kijk dan snel voor meer informatie en de volledige vacature op:
www.nauticjobs.nl uitzenden • detacheren • werving en selectie Rivierdijk 759 • Sliedrecht • Tel. 0184-412242 • www.nauticjobs.nl
Actueel Rivierverruimingsproject Hondsbroeksche Pleij opgeleverd
KPN, marktleider in Marifonie infrastructuren Altijd maatwerk Marifonie van KPN wordt gebruikt voor spraakcommunicatie met schepen op vaarwegen, bruggen en sluiscomplexen evenals de aanloopgebieden op zee. Marifonie projecten zijn altijd maatwerk en bestaan uit: Radio infrastructuur met Marifoon Walstations: • vast opgestelde basisposten bestrijken het werkgebied • diversity en co-channel technieken Bediensystemen: • complete verkeerscentrales • brug- en sluisbedieningscentrales • bedieningen Marifonie geïntegreerd met Telefonie en ARBI.
Het regelwerk
Na drie jaar komt er een einde aan het project Hondsbroeksche Pleij in Westervoort. Bij het splitsingspunt van de Neder-Rijn en de IJssel is de dijk over een lengte van ruim 2,5 kilometer teruggelegd en een hoogwatergeul gegraven. Via deze hoogwatergeul kan bij hoogwater 175 m3/s water extra afgevoerd worden via de IJssel richting het IJsselmeer. In de hoogwatergeul is een 150 meter lang regelwerk gebouwd waarmee de hoeveelheid water door de geul is te regelen. Om verhoging van grondwaterstanden in de in de Gemeente Westervoort te voorkomen,
Aan KPN heeft u een deskundige en betrouwbare leverancier van Marifonie systemen.
Het gemaal
is een zogenaamd kwelvenster (brede sloot) gegraven en een gemaal gebouwd. Ir. Willem-Jan de Vos, projectleider van de Combinatie Van den BiggelaarHaskoning: “We kijken met trots terug op de achterliggende periode. Het project was technisch interessant, logistiek uitdagend en door de D&C contractvorm goed te beïnvloeden met onze eigen
ideeën. Mooie is dat de ingreep goed zichtbaar is in het gebied en dat we met onze ontwerpen twee markante, blijvende ‘landmarks’ hebben achtergelaten; het regelwerk en het gemaaltje.” Meer informatie: www.hondsbroekschepleij.nl www.vandenbiggelaar.nl
Meer informatie? Bel (010) 457 27 27 of Kijk op kpn.com/portofoons
Met een vloot van elf eigen werk- en patrouilleschepen biedt SwetsODV Van Laar Scheepvaart totaal oplossingen voor scheepvaartbegeleiding, waterbouwen watergebonden infrastructuur projecten voor de binnenwateren. Een complete oplossing met schepen en bemanning, gecertificeerde scheepvaart begeleiders, scheepvaartborden, betonning en tekstborden. Ook kunnen wij bemanning leveren voor vaartuigen van derden. Wij zijn flexibel, slagvaardig, oplossingsgericht en al jaren actief voor klanten bij overheden, in de natte aannemerij, nutsbedrijven en survey- en inspectiebedrijven. Bel of e-mail ons voor meer informatie!
BEDIENING
BINNENVAART
VEREN
NAUTISCH BEHEER
T +31 (0) 88 6191234
www.swetsodv.com
Vóór verkeersveiligheid, tégen verkeerslawaai
Meer strooizout voor komende winter Rijkswaterstaat heeft de startvoorraad strooizout met de helft verhoogd en gaat lokale wegbeheerders ondersteunen in opleiding en verdeling van zout. Het afgelopen winterseizoen was er ruim 191.000 ton strooizout nodig. Hierdoor bleven de snelwegen redelijk bereikbaar, maar bleven lokale wegen regelmatig glad. In een gemiddelde winter strooit Rijkswaterstaat 70.000 ton zout. Rijkswaterstaat verhoogt de zoutvoorraad voor haar snelwegennetwerk met 50 procent van 60.000 naar 90.000 ton. Dit biedt een grotere buffer zodat kan worden ingespeeld op een strengere winter. Rijkswaterstaat is hierdoor minder afhankelijk van ad hoc contracten. Om de extra startvoorraad zout op te slaan is een grote zoutloods gehuurd. Op termijn worden voor de opslag van deze voorraad eigen loodsen gebouwd. Rijkswaterstaat zet verder in op een nauwkeurige voorraadbeheersing en kwalitatief hoog-
18
september 2010
waardige gladheidbestrijding. Zo komt er, in plaats van de bestaande interne opleidingen, een centrale opleiding voor gladheidcoördinatoren van zowel Rijkswaterstaat als provincies en gemeenten. Ook zijn de contracten met leveranciers aangescherpt wat betreft levertijden en boetes bij het niet nakomen van gemaakte afspraken. Voor de langere termijn wordt in overleg met provincies en gemeenten bekeken of een nationaal zoutloket bij de start van elk winterseizoen standaard wordt ingesteld.
Eurorail BV voor: Geleiderail, stalen duikers en geluidsschermen Meer en meer worden wegbeheerders op verzoek uitgebreid geadviseerd en geïnformeerd over de juiste toepassing van de bovenstaande constructies en bijgestaan bij de besteksomschrijving van de projecten. De constructies worden uitsluitend door ISO genormeerde fabrikanten geleverd en alleen door eigen, VCA* gecertificeerde monteurs geplaatst. Voor aanvullende informatie, bezoek de website: www.eurorail.nl
Eurorail BV Postbus 62 8060 AB Hasselt
Tel.: 038 - 477 3340 Fax: 038 - 477 2594
[email protected] www.eurorail.nl
Precisiewerk aan de A4: de ontgraving van bouwkuipen
De A4 wordt tussen de knooppunten Burgerveen en Roelofarendsveen en tussen Leiderdorp en Leiden flink aangepakt. Al lange tijd wordt gewerkt aan de verbreding van de weg en de aanleg van twee nieuwe aquaducten. Natuurlijk zijn er bij zulke projecten altijd bijzondere klussen. We lichten de specialistische ontgravingen eruit.
D
e A4 is een belangrijke wegverbinding tussen Amsterdam en Den Haag. De delen tussen de knooppunten Burgerveen en Roelofarendsveen (noordelijk deel) en tussen Leiderdorp en Leiden (zuidelijk deel) zijn de enige delen van de A4 die nog bestaan uit 2 x 2 rijstroken, waardoor het verkeer regelmatig vaststaat. Om dit probleem aan te pakken, heeft Rijkswaterstaat besloten om de weg te laten verbreden. BAM Wegen, BAM Civiel, VTN Verkeers- en Besturingstechniek (onderdeel van BAM Infratechniek) en Van Oord Nederland maken deel uit van de Combinatie A4 Burgerveen – Leiden. Zij ontwerpen en realiseren de wegverbreding. Ook de bouw van twee nieuwe aquaducten behoort tot de opdracht.
1.600.000 m3 grondverzet In 2007 ging de Combinatie aan de slag met de verbreding van het noordelijk deel. In de Ringvaart van het Haarlemmermeer is een nieuw aquaduct gebouwd en in gebruik genomen. Het bestaande aquaduct wordt momenteel gerenoveerd. Dit bouwwerk wordt aan het einde van het jaar opengesteld voor verkeer. In september 2009 is gestart met de realisatie van het zuidelijk deel. Binnen het samenwerkingsverband
neemt Van Oord de zandleverantie en het grondwerk voor zijn rekening. Het reguliere grondwerk bestaat uit 1.600.000 m3 grondverzet en het leveren van 800.000 m3 zand. Het zand wordt door dochterbedrijf Mijnster per schip aangevoerd in de nabijheid van de bouwlocatie. Om de zettingstijd te bekorten wordt vervolgens door Wicks 1,5 miljoen meter verticale drainage aangebracht. Afgezien van deze grootschalige werkzaamheden, neemt Van Oord ook een precisiewerkje voor haar rekening: het ontgraven van alle benodigde bouwkuipen voor de kunstwerken, waaronder de aquaducten.
Verdiepte ligging Op het zuidelijke tracé wordt ter hoogte van Leiderdorp de weg verdiept aangelegd over een lengte van 1400 meter. Zo past de A4 op dat gedeelte beter in de omgeving, is die minder zichtbaar en zorgt de snelweg voor minder geluidsoverlast voor omwonenden. Aan zowel de oost- als westzijde van de A4 worden twaalf kuipen ontgraven met een breedte van circa 28 meter per kuip. De hoogte van het maaiveld is N.A.P. Ter hoogte van de Oude Rijn wordt zelfs tot bijna dertien meter onder N.A.P. gegraven. Hiervoor zet Van Oord speciaal uitgeruste hydraulische kranen in met extra lang bereik. Op dit vakgebied gespecialiseerde machinisten graven met een gemiddelde nauwkeurigheid van twee centimeter de bouwkuipen leeg. Ook wordt er bij de ontgraving van de bouwkuipen een elektrisch aangedreven cutterzuiger ingezet. Hiervoor is gekozen vanwege de beperkte geluidshinder. Bovendien kan de zuiger het zand ontgraven onder de betonnen stempels.
2014 gereed Uit de 24 bouwkuipen ontgraven de kranen in totaal 80.000 m3 droog en bijna 500.000 m3 nat materiaal. Bovendien wordt er met de cutterzuiger ruim 200.000 m3 zand gezogen. Een nauwkeurige klus, waarbij toch nog grote hoeveelheden grond in korte tijd worden verzet. Het ontgraven van de bouwkuipen aan de westzijde is medio 2011 gereed. Na de ontgraving wordt een bouwkuip uitgepeild en overgedragen aan de Combinatie A4 voor de afbouw. Het vrijgekomen materiaal wordt binnen het project hergebruikt als voorbelasting van de toekomstige rijbaan. De verbreding van dit zuidelijke deel is eind 2014 gereed. Wordt de weg eenmaal opengesteld voor het verkeer, dan zal op dit deel van de A4 de filedruk aanzienlijk minder zijn dan voorheen.
‘Uit de 24 bouwkuipen ontgraven de kranen in totaal bijna 500.000 m3 nat materiaal’
20
september 2010
september 2010
21
RUIM OP TIJD OP DE PLAATS VAN BESTEMMING ZIJN?
Boekbespreking
Risicodenken brengt prioritering in beheer en onderhoud Risicomanagement is een belangrijk onderdeel bij het beheer van infrastructurele objecten. Hoe kan een organisatie het beheer afstemmen op de te lopen risico’s? Het boek ‘Risicodenken bin-
Cofely maakt ’t waar.
nen de waterwereld’ zet de theorie en praktijkervaringen uiteen.
De toename van het verkeer maakt een goede doorstroming steeds belangrijker.
uitgekiende onderhoudsconcepten maakt Cofely Energy & Infra het waar. Waarbij
Hoe kunt u vaarwegen, tunnels of bruggen bouwen of onderhouden zonder
één regisseur zorgt voor een optimale planning en afstemming. Wilt u weten wat onze
extra hinder te veroorzaken? Of verkeerscentrales en waterinstallaties optimaal
oplossingen voor u kunnen betekenen? Kijk op www.cofely.nl voor meer informatie,
laten functioneren? Met duurzame technologieën, een integrale projectaanpak en
praktijkvoorbeelden en de mogelijkheid om een persoonlijke afspraak te maken.
ver vooruit in duurzame technologie
B
ij het beheer van infrastructurele objecten (assets) zoals wegen, bruggen, watergangen en waterkeringen draait het, naast de prestaties en kosten van de installatie, ook om het managen van de risico’s. Risicomanagementaspecten worden meegenomen bij het helder krijgen van de kosten/baten afwegingen bij investeringsvraagstukken, bezettingsvraagstukken en onderhoudsvraagstukken. Bijvoorbeeld bij het ontwerpen en onderhouden van technische installaties of bij keuzes ten aanzien van vervangingsvraagstukken.
Risicomatrices Postbus 493 2800 AL Gouda Tel. (0182) 51 33 44 Fax (0182) 52 09 89
[email protected] www.damwand.nl
Herstel- & Constructiewerk Verhuur Verkoop Aankoop Terugkoop
Project risicodenken en boek Om organisaties een handvat te geven bij het inrichten van risicoanalyses is er in 2008 een project gestart waarbij kennis is gebundeld van diverse waterschappen, drinkwaterbedrijven en CMS Asset Management. Hierbij is zowel gekeken naar ‘technische installaties’ met de disciplines elektrisch, werktuigbouwkundig en civiel, als naar ‘lineaire objecten’, waarmee wordt gedoeld op leidingen en watergangen gericht op de disciplines civiel en cultuurtechnisch.
Koudgewalst Damwand
Stalen Damwand
Binnen risicomanagement is het gebruik van risicomatrices een essentieel onderdeel om kosteneffectiviteit te realiseren voor het beheer en onderhoud van assets. Door gebruik te maken van risicomatrices en risicogetallen kunnen de risicogevolgen in kaart worden gebracht, wat leidt tot heldere beslissingsscenario’s. Hierdoor kunnen risico’s vermeden worden of bewust worden geaccepteerd op gebieden als productie, kosten, veiligheid, imago en milieu. Vaak heerst er bij organisaties, afdelingen en personen een verschil van mening over het inrichten van de matrices. Hoe moeten de kansen en effecten binnen de matrix worden onderverdeeld, welke risiconiveaus zijn er te maken, welke risicocategorieën kiest men en waar zijn deze op gebaseerd? Het project ‘Risicodenken binnen de waterwereld’ geeft daar duidelijkheid over.
De uitkomsten van dit project zijn beschikbaar in het boek ‘Risicodenken binnen de waterwereld’. Hierin wordt, naast een model voor algemene en specifieke matrices, ook de relatie verduidelijkt met risicomanagement en asset management. Door deze mix van risicomanagement theorie en risicobeoordeling uit de praktijk, biedt het boek een pragmatisch handvat bij prioritering in beheer en onderhoud van infrastructurele objecten. Meer informatie: www.risicodenken.nl, www.cmsassetmanagement.nl
Voorbeeld risicoanalyse bij investeringsvraagstuk Een gebeurtenis leidt, zonder het uitvoeren van beheersmaatregelen, tot een ongewenst risico 0. Door het beïnvloeden van kansen en/of effecten (met acties/ onderhoud) is het mogelijk het risico te reduceren. Risico 1, 2 en 3 zijn het resultaat van drie fictieve toepasbare beheersmaatregelen. Alle maatregelen leiden tot een acceptabel risico, maar vragen elk om een (andere) financiële inspanning. Op het eerste gezicht kan het volgende worden vastgesteld: (rest)risico’s 1 en 2 zijn ongeveer even groot en beiden acceptabel, toch is optie twee 50% goedkoper. (Rest)risico 3 is het laagst, maar vraagt om een budget van € 700.000,00 en is daarom wellicht niet de meest kosteneffectieve maatregel.
e 700K
e 200K
e 100K
Gouda Damwand september 2010
23
Verhoging van de verkeersveiligheid door automatische verkeersbordeninventarisatie
E
het bordenbestand, maar met hun positie wordt informatie verkregen over de lokale verkeersvei-
en belangrijk aspect van wegbeheer is het onderhoud van verkeersborden. Borden worden vies of raken beschadigd, wat tot gevaarlijke situaties kan leiden. De wegbeheerder is verantwoordelijk voor het voorkomen van deze situaties en wordt steeds vaker hierop aangesproken. Een middelgrote gemeente heeft al snel honderden kilometers weg met tienduizend(en) borden in beheer. In de praktijk blijkt dat een behoorlijk percentage van de borden jaarlijks verandert of iets mankeert. Een actuele lijst van verkeersborden, inclusief bijbehorende locaties (x,y coördinaten), kan een goede hulp zijn voor beheer en onderhoud. Handmatige periodieke inventarisaties van verkeersborden in het veld kosten veel tijd en zijn relatief duur. De geometrisch correcte beelden die CycloMedia elk jaar maakt van alle openbare wegen in Nederland, vormen het uitgangspunt voor een automatische inventarisatie van verkeersborden. Met inzet van geautomatiseerde beeldherkenning en verschilanalyse, kan een jaarlijkse update verkregen worden. Tegen lagere kosten en met een kortere doorlooptijd kan de bordenlijst jaarlijks worden geactualiseerd. Met deze lijst is het maken van een analyse van kritische verkeerssituaties aan de hand van de borden mogelijk, bijvoorbeeld via een visualisatietool of in een GIS-pakket.
ligheid. Handmatige periodieke registraties worden in de praktijk nauwelijks uitgevoerd vanwege
Automatische bordendetectie
Figuur 1. Voorbeeld van een complexe bordplaatsing
Het opstellen van een verkeersbordeninventaris geeft niet alleen inzicht in de beheerkwaliteit van
de relatief hoge kosten. Door de jaarlijkse beeldinwinning van alle openbare wegen in heel Nederland met Cyclorama’s (sferische panoramafoto’s), is het mogelijk om verkeersborden automatisch te detecteren en te lokaliseren. Met dit geautomatiseerde proces wordt de verkeersbordenlijst jaarlijks bijgewerkt naar de actuele situatie.
In de eerste stap van het automatisch detectiesysteem worden op basis van de Cyclorama’s de verkeersborden gelokaliseerd. De variëteit in plaatsing van verkeersborden en de wisselende opnameomstandigheden maken een robuust detectiealgoritme essentieel. Dit algoritme lokaliseert de borden in de individuele Cyclorama’s. In de eerste plaats moet het algoritme snel zijn, aangezien bij grootschalige inwinning het aantal beelden zo groot is, zodat ze ook snel verwerkt worden. Een tweede belangrijke stap is de bordclassificatie, dat wil zeggen het automatisch toewijzen van de bordcode aan de gelokaliseerde borden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de expliciete eigenschappen van verkeersborden, zoals bijvoorbeeld rode randen bij
verbodsborden en de vorm van een bord (rond, driehoek, ruit, rechthoekig). Figuur 2 toont een voorbeeld van de automatische detectie van verschillende borden in een Cyclorama. Een belangrijke nieuwe ontwikkeling is de ‘fotoin-fototechniek’, waarmee details van de verkeersborden beter in beeld gebracht kunnen worden. Bij deze techniek wordt er naast de panoramafoto een extra detailfoto gemaakt, specifiek gericht op het verkeersbord. Daardoor is het mogelijk veel meer details te zien en wordt de bordinventarisatie betrouwbaarder.
Bepalen van bordposities Elke vijf meter wordt er een nieuwe panoramafoto gemaakt, waardoor in opeenvolgende Cyclorama’s hetzelfde bord zichtbaar is, zodat de positie van dat verkeersbord kan worden bepaald. Een automatische positiebepaling is mogelijk omdat hetzelfde bord op verschillende cameraposities is opgenomen en van elk Cyclorama ook een geijkte opnamepositie wordt vastgelegd. De locatie van het verkeersbord is bepaald met een gemiddelde nauwkeurigheid van enkele decimeters. Vaak zijn er ook meerdere borden op een paal bevestigd, op basis
Figuur 2. Voorbeeld van detectie van verschillende verkeersborden in een Cyclorama met schattingen van bordgrootte en betrouwbaarheid.
24
september 2010
september 2010
25
Figuur 3. Software verificatietool voor automatische detecties
Figuur 4. De gevonden borden op hun positie met iconen in de luchtfoto en Cyclorama’s.
van de verkregen posities worden de borden in het bestand ook op dezelfde paal samengevoegd om paalconfiguraties te herkennen.
Grootschalige validatie en verificatie Een automatisch detectie- en classificatiesysteem voor grootschalig gebruik heeft alleen zin als het systeem ook in het gebruik betrouwbaar is en de gewenste kwaliteit levert. Deze betrouwbaarheid wordt gerealiseerd door de sterke en zwakke punten van het systeem te onderkennen en
van te voren te ondervangen. Door het algoritme voor een groot aantal gevallen te testen, af te regelen en de scores per bordtype te bepalen worden deze punten getoetst. Dit vereist een vergelijking met handmatig ingevoerde gegevens, de zogenaamde ‘ground truth’. Door een groot aantal verschillende borden en bordlocaties te analyseren wordt een betrouwbare meting verkregen over de werking van het detectie- en classificatiesysteem. Bij tientallen verschillende type verkeersborden en een grote variëteit in bordplaatsingen is al gauw een meting over vele duizenden situaties nodig. Op deze manier kan voor de wegbeheerder een gecertificeerde outputlijst worden gegenereerd en een garantie worden afgegeven over de behaalde kwaliteit. De kwaliteit van het detectie- en classificatieproces wordt geëvalueerd door steekproeven uit te voeren. Dit betekent dat periodieke kwaliteitscontrole een integraal onderdeel is van het gehele proces, resulterend in een semiautomatisch proces. Tijdens deze controles worden onjuiste bordcodes aangepast, onderborden inclusief bordcode en gemiste borden (bijvoorbeeld wegens begroeiing, ongunstige plaatsing of beschadiging) toegevoegd, en onjuiste bordposities worden veranderd. Daarnaast worden complexe verkeerssituaties nagelopen, waaronder dicht op elkaar geplaatste borden met dezelfde bordcode of een inaccurate positionering. De beschreven situaties worden automatisch herkend en de bijbehorende borden nagelopen en waar nodig gecorrigeerd. Een voorbeeld van een dergelijke situatie is weergegeven in Figuur 1. Om deze validatie en verificatie voor grote aantallen Cyclorama´s snel en efficiënt uit te voeren, is een speciaal softwareprogramma
26
september 2010
ontwikkeld waarmee de detecties, classificaties, scores en posities worden bekeken en waar nodig kunnen worden aangepast. Figuur 3 toont de 3D positievergelijking van een bord door naburige Cyclorama’s op te roepen en te gebruiken voor controle.
Gebruik bordenlijst De output van het beschreven semi-automatische verkeersbordeninventarisatieproces is een database van gevonden borden, inclusief de wegen waarlangs ze staan, hun 3D positie en bordbetekenis. De lijst kan naar andere formaten worden geconverteerd en in bijvoorbeeld GIS-pakketten worden geïmporteerd. Ook kan de lijst van verkeersborden worden gebruikt voor de snelle beoordeling van de verkeerssituatie en verkeersveiligheid, bijvoorbeeld door het bordicoon op een luchtfoto te projecteren. Dit is geïllustreerd in Figuur 4 met behulp van CycloMedia’s visualisatietool Globespotter. Op deze manier wordt de correcte plaatsing, het eventueel ontbreken van borden en de kwaliteit van elk bord in de betreffende Cyclorama beoordeeld.
Door het efficiënte werkproces en de jaarlijkse vernieuwing van de beelddata, is het mogelijk de bordeninventarisatie regelmatig te herhalen, waarbij informatie uit voorafgaande jaren gebruikt kan worden, zodat mutaties snel en efficiënt gesignaleerd worden. Door inzet van de Cyclorama´s en de automatische bordherkenning wordt een hoogwaardig beheer van verkeersborden mogelijk gemaakt, waardoor de verkeersveiligheid zal toenemen en dat tegen lagere beheerkosten.
Over de auteurs Peter de With, Lykele Hazelhoff, Ivo Creusen en Harm Bruinsma zijn allen R&D medewerkers bij CycloMedia. De With is daarnaast ook hoogleraar Beeldbewerking aan de TU Eindhoven bij de faculteit Electrical Engineering.
Advertentie
Injection Nederland is gespecialiseerd in het waterremmend maken van zandlagen. Behalve als toepassing in de bouwkuip, ook een uitstekende methode om bodemverontreiniging te isoleren. Door onze aangepaste boortechniek is het in de meeste gevallen mogelijk om voc-emissies uit de bodem tijdens het injecteren te voorkomen.
Injection Nederland BV Marconiweg 4, 4131 PD Vianen - Tel.: 0347-375774 - www.injection.nl
september 2010
27
Agenda Nationaal Wegencongres
Nationaal verkeerskundecongres
30 september www.bouw-instituut.nl
3 november, de Doelen, Rotterdam www.crow.nl
Symposium: P+R met meer
Waterbouwdag 2010
KIVI NIRIA Jaarcongres over duurzaam omgaan met energie
Betondag 2010
30 september, AGV Movares Utrecht www.movares.nl/PenR
6 oktober, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen www.kiviniria.net
Offshore Energy Exhibition & Conference
7 oktober, Oude Rijkswerf Willemsoord, Den Helder www.offshore-energy2010.com
Congres Risicomanagement 2010
12 oktober, Congrescentrum ReeHorst Ede www.crow.nl
Dag van de Openbare Ruimte
13-14 oktober, Expo, Houten www.dagvandeopenbareruimte.nl
Nationale Staalbouwdag
14 oktober, Evenementenhal Gorinchem Kennismaken met de laatste ontwikkelingen in het ontwerpen en bouwen met staal, de nieuwste producten en diensten en jonge, oudere en toekomstige vakgenoten en relaties. Dat biedt de Nationale Staalbouwdag 2010. Het motto is ‘Energiek’. www.bouwenmetstaal.nl
9 november, theater De Flint, Amersfoort www.waterbouwdag.nl
18 november, de Doelen, Rotterdam De Betondag 2010 staat in het teken van de veranderingen die zich in de bouw aftekenen. Enerzijds veranderingen in de techniek, anderzijds innoveert ook het proces zelf. Immers door de nieuwe contracten verschuiven de verantwoordelijkheden. Rijkswaterstaat, ProRail en Rijksgebouwendienst zullen zich rondom het thema ‘Kennis, de motor voor de Bouw’ gezamenlijk presenteren. Daarnaast zullen diverse andere organisaties zich op deze dag op verschillende manieren laten zien. www.betonvereniging.nl
Topvrouwen Tekst: Sandra Krens
Congres Vernieuwing Bouw
25 november, De Fabrique, Utrecht www.vernieuwingbouw.nl
Infratech
11-14 januari 2011, Ahoy, Rotterdam www.infratech.nl
Vrouwen aan de top - ook bij Rijkswaterstaat
vor-
men ze een minderheid. Burgertevredenheid als basis voor contractvormen beheer & onderhoud
De Vereniging Stadswerk en de Vereniging van Waterstaatkundige Ambtenaren van de Rijkswaterstaat (VWAR) organiseren een aantal gezamenlijke bijeenkomsten. Daarbij wordt een platform geboden om kennis uit wisselen op het gebied van management en infrabeheer van wegen, vaarwegen en water. De bijeenkomsten staan in het teken van ‘Burgertevredenheid als basis voor contractvormen beheer & onderhoud’. De bijeenkomsten zijn bedoeld voor managers beheer en onderhoud infrastructuur bij de verschillende overheden. De bijeenkomsten worden gehouden op - 19 oktober 2010 in het kantoor van Rijkswaterstaat Goes, Evertsenlaan 98, 4461 XS Goes - 20 oktober 2010 in hotel Van der Valk Drachten, Zonnedauw 1, 9201 PE Drachten - 27 oktober 2010 in Conferentiecentrum Dekker, Scheglaan 12, 2718 KZ Zoeteremeer Aanmelden is zowel voor leden als niet-leden van de Vereniging Stadswerk en de VWAR mogelijk en kan via www.stadswerk.nl. Aan deelname zijn geen kosten verbonden.
28
september 2010
Heeft u ook een interessant evenement voor onze agenda? Mail het naar
[email protected]!
Dat wil zeggen: nog wel. Want ze maken er een grote inhaalslag: van de zestien HoofdingenieurDirecteuren (HID) zijn er nu al zes vrouw. Maar hoe is het daar aan de top? We vroegen het aan twee vrouwen die eerder tot HID werden benoemd. Maak kennis met Karin Visser, HID Utrecht en verantwoordelijk voor het Verkeerscentrum Nederland en Ineke van der Hee, HID Dienst Zuid-Holland en verantwoordelijk voor het Scheepvaart Verkeerscentrum.
september 2010
29
Karin Visser,
Ineke van der Hee,
voorheen HID van RWS Noordzee, is sinds 1 februari HID van
voorheen HID Rijkswaterstaat Dienst Utrecht, is sinds 1 maart HID
Rijkswaterstaat Utrecht. Daarnaast is ze Landelijk Verkeersmanager
van Rijkswaterstaat Dienst Zuid-Holland. Daarbij is zij verantwoor-
en heeft ze de verantwoordelijkheid voor het Verkeerscentrum
delijk voor het Scheepvaart Verkeerscentrum.
Nederland. Waarom heb je ooit gekozen voor RWS? “Ik heb gekozen voor de overheid omdat ik graag wil bijdragen aan de maakbare samenleving. Sinds mijn opleiding tot bouwkundige heb ik altijd in harde sectoren gewerkt, dus aan de infrastructurele, uitvoerende kant. Ik hou van de zichtbaarheid van wat je daar doet, vind het fijn dat je de resultaten kunt zien van datgene waaraan je hebt meegewerkt.” En vanwaar de overstap naar deze nieuwe functie, van ‘nat’ naar ‘droog’? “Dat ‘droog’ wil ik graag nuanceren, want dat gaat dan vooral over het Verkeerscentrum Nederland. Maar als HID Utrecht werk ik niet alleen voor droog. Het water daar, zoals het Amsterdam-Rijnkanaal, valt immers ook onder mijn verantwoordelijkheid. De overstap van mijn vorige functie als HID Noordzee heb ik gemaakt omdat ik om de vijf, zes jaar aan een nieuwe uitdaging toe ben. Deze nieuwe functie kwam eerder in beeld, door een organisatorische verschuiving. Toen men vroeg of die baan iets voor mij was, heb ik die kans graag gegrepen. Ik vind het leuk om een andere kant van RWS te leren kennen.” In hoeverre verschilt werken voor het wegverkeer van werken voor Noordzeeverkeer? “Een duidelijk verschil is de dynamiek: het Verkeerscentrum Nederland houdt 24 uur per dag de verkeerstoestand van het hele land in de gaten. Je
30
september 2010
moet constant alert zijn en à la minute reageren als zich iets voordoet dat de weggebruiker moet weten. Dat geeft een dynamiek die je op de Noordzee niet hebt. Nog een verschil zijn de weggebruikers. Op de Noordzee ken je iedereen, want elk schip is op systeem te identificeren. Maar op de weg heb je te maken met anonieme weggebruikers, waar je op een andere manier mee moet communiceren.” Heb je al kennis gemaakt met alle stakeholders? “Ik heb al veel belanghebbende partijen gesproken, zoals de ANWB, de politie, gemeenten en provincie. Daarnaast heb ik contact met de vijf verkeerscentrales binnen RWS. Het Verkeerscentrum Nederland zorgt er samen met die vijf verkeerscentrales voor dat er voor de weggebruikers dagelijks goede file-informatie is, dat spitsstroken bij drukte worden geopend en ongevallen snel en veilig worden afgehandeld. In de zomer wil ik ook de laatste kennismakingsgesprekken voeren.” Hoe is het om een vrouwelijke HID te zijn? “In het begin was het een beetje wennen. Ik was toen pas de tweede vrouwelijke HID (Ineke van der Hee was de eerste; red). Dan zag je ze soms reageren van: ‘Hé, een vrouw, die ook nog eens van buiten RWS komt ook’. Dat was voor sommigen een dubbele schok. Maar de organisatie staat er helemaal open voor. Er wordt dan ook bewust gezocht naar vrouwen in
de hogere functies. Frappant is dat we vaak aan vrouwelijke kandidaten merken dat ze uit zichzelf niet eens aan RWS hadden gedacht. Maar als je er dan over praat worden ze wel enthousiast. En dat heeft dus al tot een mooie score geleid: zes op zestien HID’s is nu vrouw! Overigens is het personeelsbeleid niet alleen gericht op meer vrouwen maar op een grotere diversiteit in het algemeen. In mijn werkgebied heb ik daarin een coördinerende taak. En dat gaat niet alleen over werving. Want als de juiste mensen eenmaal binnen zijn, moet je ze ook helpen de juiste plek te vinden en ervoor zorgen dat je ze door het bieden van een uitdagende baan, aan de organisatie weet te binden. Dat vind ik een heel leuke uitdaging.” Hoe komen je vrouwelijke eigenschappen tot uiting in je werkaanpak? “Ik vind het leuk om een vertaalslag te maken van wat veranderingen voor de mensen betekenen. Te helpen inzien hoe iemand zelf een bijdrage kan leveren aan het bereiken van de persoonlijke doelen en die van de organisatie. Dat gericht zijn op het menselijke aspect, is denk ik wel een vrouwelijke eigenschap. Ik werk heel resultaatgericht, maar dat probeer ik dan wel zo te doen dat iedereen daar happy bij is en zich serieus genomen voelt. Dat zet ik ook wel bewust in, die eigenschap: we hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn, maar ik investeer wel in een goede onderlinge relatie.”
Waarom heb je gekozen voor werken bij RWS? “Het aandachtsgebied van RWS spreekt mij al sinds het begin aan. Het werken hier gaat over iets wat van dagelijks belang is voor alle mensen in Nederland. Je staat daarbij midden in samenleving, zowel in de zaken die je beheert als in de ontwikkeling daarvan. Het mooie van de infrastructuurkant is ook dat je er kunt zien dat je iets kunt betekenen. Door samen zaken te organiseren en doelen na te streven, kun je een zichtbaar verschil maken. Dat vind ik leuk.” En vanwaar de overstap naar deze nieuwe functie? “De laatste overstap was van HID Rijkswaterstaat dienst Utrecht naar de functie van HID Rijkswaterstaat dienst ZH. In deze functie komen de kust, het water en de droge kant van de infrastructuur samen. Utrecht was meer droog, dus deze functie biedt voor mij weer leuke andere taakvelden.” In hoeverre verschilt werken voor het scheepvaartverkeer van werken voor wegverkeer? “De doelgroep van het vaarwegennet is een heel andere dan die op de weg. Er zijn immers een paar miljoen autoweggebruikers, versus ‘slechts’ 7000 binnenschippers, dus de problematiek is anders. Om een voorbeeld te geven: bij de scheepvaart kun je met een kleinere groep gebruikers overleggen over stremmingen. Aan de andere kant is het vinden van oplossingen voor die stremmingen
weer lastiger, want je kunt niet zomaar omvaren en een stremming is en blijft dan ook echt een hindernis. Maar terwijl je dus bij het wegverkeer met een anonieme groep te maken hebt, zijn de gebruikers op het water beter bekend, daar gaat het dan ook meer in overleg. Daarnaast heb je op het water te maken met veel recreatievaart – dat geeft weer heel andere issues: Hoe zorg je ervoor dat ook die recreanten veilig op de waterweg zitten, tussen de beroepsvaart? En hoe kunnen we hen motiveren om zich niet op de beroepshoofdwegen te begeven? Die problematiek is specifiek anders.” Heb je al kennis gemaakt met alle stakeholders? “Ik heb al veel partijen gesproken, zoals Schuttevaer (branchevereniging voor de beroepsbinnenvaart; red.) en de Inspectie, maar ik heb nog niet met alle partijen kennisgemaakt. Dat zal in elk geval wel gebeuren op de jaarlijkse ‘Spiegeldag’(een publieksdag voor de scheepvaart; red.), want daar komen alle waterweggebruikers bij elkaar.” Hoe is het om een vrouwelijke HID te zijn? “Ik vind het heel leuk om vrouw in de top van RWS te zijn. Overigens vind ikzelf dat het punt van vrouwzijn niet zwaar speelt. Ik heb het idee dat we met elkaar meer kijken naar de diversiteit in karakters dan naar de man-vrouwkant. Natuurlijk wordt er wel eens een grapje gemaakt, maar niet op een negatieve manier. Daarbij wil RWS juist ook graag vrouwen werven. Als
overheidsorganisatie willen we immers een afspiegeling van de maatschappij zijn. Daarom sturen we aan op diversiteit en dat betekent niet alleen dat we meer vrouwen willen aanstellen, maar ook mensen met verschillende culturele achtergronden en jongeren. Én we hebben een ouderenbeleid. Als er straks langer moet worden gewerkt: hoe gaan we daar dan mee om – met die beleidsvorming zijn we nu al veel bezig. De personele kant heeft altijd veel aandacht gehad binnen RWS.” Hoe komen je vrouwelijke eigenschappen tot uiting in je werkaanpak? “Vrouwen leren bij hun opvoeding wat meer aandacht te besteden aan de sociale kant dan de meeste mannen dat mee krijgen. Opletten of iedereen in de groep meedoet, of er ook aandacht is voor de kleine dingen: groepsbinding en samenwerking, daar ben ik als vrouw wat meer alert op. Maar over het algemeen werken we daar allemaal wel aan binnen RWS: we zijn altijd bezig met kijken hoe we een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. We zoeken de verandering in een geprogrammeerde aanpak, we laten die verandering niet zomaar ‘over ons komen’. Integendeel: daar werken we met onze mensen heel actief en hard aan. Een gestructureerde aanpak en de vernieuwing doorzetten, daar onderscheidt RWS zich toch wel in, dat zie je niet in elke organisatie!”
september 2010
31
MILIEU-INCIDENTBESTRIJDING
& PROFESSIONELE REINIGINGSTECHNIEK
ADJ Milieutechniek is een landelijk opererend milieu-incidenten reinigingsbedrijf. Als specialistisch dienstverlener lossen wij dag en nacht de afval– en milieuproblemen op van industriële ondernemingen, overheden, gemeentelijke instanties, bedrijven en particulieren binnen de gehele Benelux.
Afvalwaterinzameling en -verwerking
Bodemonderzoeken
Wegdekreiniging (koud- en heetwater)
Bodemsanering
Industriële reiniging
Life-support equipment (ademlucht)
Hogedrukreiniging
Advies & bemiddeling gevaarlijke stoffen
Vacuümreiniging
Verkeerstechniek
Veegservices en veegtechniek
Reinigingsproducten
Riooltechniek en rioolreiniging
Oil Spill equipment
KIWA tankreiniging en tanksanering
Nachtelijk werk aan de weg geeft wegwerkers problemen als werkstress en beperkingen voor het sociale leven. Andere uitvoeringsmethoden met minder nachtwerk zijn goedkoper, maar geven weer meer verkeershinder. Minder nachtwerk kan wel als eerder in de avond, vanaf 20 uur, al aan de weg mag worden gewerkt. Ook is het, op minder drukke wegen, interessant om kleinschalig nachtwerk samen te voegen tot één groot weekendwerk. De bezwaren van werknemers tegen nachtwerk worden door deze verbeteringen iets verlicht. Dit blijkt uit de ‘Maatschappelijke kosten-batenanalyse Nacht- en weekendwerk bij wegonderhoud Rijkswaterstaat’ van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Circa 20 procent van de wegwerkzaamheden wordt in nacht en weekend uitgevoerd. Naast Rijkswaterstaat gaan ook provincies en sommige gemeenten over op nacht- en weekendwerk. Vooral nachtwerk is relatief inefficiënt doordat maar een beperkt aantal uren kan worden gewerkt. Ook leidt de kleinschaligheid tot minder kwaliteit. Het opschalen tot grotere onderhoudsprojecten met complete wegafsluitingen kan tot 35
Onderhoud wegennet kan met minder nachtwerk procent kostenreductie opleveren. In het weekend is dit bij lage verkeersintensiteiten maatschappelijk rendabel omdat de kosten van vertraging minder groot zijn. Op drukke wegen kan dit soms ook aantrekkelijk zijn als er een korte omleidingsroute beschikbaar is. Andere varianten met meer dagwerk zijn in het algemeen maatschappelijk niet rendabel vanwege de veel hogere verkeersintensiteiten met veel zakelijk en vrachtverkeer. Alleen voor onderhoudswerk op rustige wegen zijn er mogelijkheden voor meer werk overdag als er korte omleidingsroutes voorhanden zijn. Het EIB beveelt aan de mogelijkheden voor minder nachtwerk in het onderhoudsbeleid voor het rijkswegennet door te voeren. Deze verbeteringen
Parkeergarage als hoogwaterkering Gebouwen, parkeergarages en wegen die naast hun ‘gewone’ stedelijke functies ook het achterland kunnen beschermen tegen rivieroverstromingen. Dat is volgens onderzoeker Bianca Stalenberg, die onlangs promoveerde op dit onderwerp, een interessant concept voor Nederlandse Rijnsteden. Klimaatverandering en vooral de economische ontwikkeling van de laatste decennia, hebben ervoor gezorgd dat het huidige systeem van waterkeringen moet worden verbeterd in diverse Nederlandse Rijnsteden. Tegelijkertijd zijn stedelijke rivierfronten onderhevig aan trends en de wensen van de lokale bevolking en beleidsmakers. “Helaas is het verbeteren van waterkeringen en het herontwikkelen van stedelijke rivierfronten daardoor erg
ingewikkeld”, zegt promovenda Bianca Stalenberg. “Ik vroeg me in mijn onderzoek daarom af of het mogelijk is om de functie waterkeren en stedelijke functies slim te combineren.” Volgens Stalenberg kan dit door het toepassen van het concept van ‘aanpasbare waterkeringen’, ook wel het AFD-concept genoemd (Adaptable Flood Defences). Constructies zoals parkeergarages, gebouwen wegen worden hierbij zodanig ontworpen dat ze naast hun ‘gewone’ stedelijke functies ook het achterland kunnen beschermen tegen overstromingen. Deze constructies zijn aan te passen aan de omstandigheden op langere termijn. Dit maakt het voor hoogwaterbestrijders mogelijk om rekening te houden met externe invloeden, zoals klimaatverande-
Bron: Heijmans Infra
Actueel
24-UURS
betekenen een vermindering van ‘onnodig’ nachtwerk en van de bezwaren van werknemers. Minder nachtwerk kan daarnaast maatschappelijke voordelen hebben in de vorm van een lager ziekteverzuim. Vooral de machinisten in de wegenbouw werken vaak op onregelmatige tijden. De mate van nachten weekendwerk is het grootst bij 35-55 jarigen. De afweging tussen het extra inkomen van nacht- en weekendwerk, stress en gevoel van onveiligheid wordt door werknemers verschillend gemaakt. Met een gedifferentieerd personeelsbeleid kunnen de bedrijven bij deze verschillende preferenties aansluiten. Meer informatie: www.eib.nl
ring en economische veranderingen. Stalenberg deed onder meer casestudies in Nijmegen en het Japanse Tokyo. De casestudie in Nijmegen laat zien dat het AFD-concept toepasbaar is in Nederlandse riviersteden. De casestudie in de Japanse hoofdstad Tokyo laat zien dat het AFD-concept ook potentie heeft in hoogontwikkelde landen buiten Nederland. De ‘superdijk’ in Tokyo is een voorbeeld van het AFD-concept dat al is toegepast. Dit is in feite een zeer brede dijk (honderden meters) met een flauw binnenwaarts talud. Een dijk met een hoogte van 10 meter is zodoende 300 meter breed waardoor hij veel stabieler is en veel beter bestand is tegen faalmechanismen dan een reguliere dijk. Stedenbouwkundig is het voordeel dat men het binnentalud kan gebruiken voor stedelijke activiteiten, zodat de ‘superdijk’ bijdraagt aan de stedelijke kwaliteit.
september 2010
33
Actueel Met nieuwe brandstofoplossingen, zoals biodiesel en plantaardige oliën, is de chemische behandeling of koudwater reiniging bij sporen op de weg niet voldoende. ADJ Milieutechniek werkt met een mobiele heetwater reinigingstechniek, genaamd Advanced Water System (AWSystem). Dit systeem is, in combinatie met lage- of hogedruk tot 500 bar, naast de bestaande ZOABreinigingstechniek een uitbreiding op het gebied van rijdende heetwater techniek. Daarnaast kunnen ook vervuilde rioolstelsels worden schoon gemaakt. Tot voor kort bestonden er geen ZOABreinigers met heetwater mogelijkheden. Veel bedrijven ontwikkelen systemen zoals hotpots en andere heetwater mogelijkheden, maar die zijn niet voldoende om hardnekkige substanties van het wegdek te verwijderen. Het AWSystem is bedoeld voor het verwijderen van kilometers lange (diesel-)oliesporen op autosnelwegen, maar ook bij transporten/of industrieterreinen om de logistieke
CycloMedia Technology B.V.
Nieuwe heetwater reinigingstechniek processtagnatie te voorkomen. Doel is volgens de fabrikant vooral de economische kosten zo laag mogelijk te houden. Met de AWSystem methodiek wordt in ieder geval bespaart op handmatige reiniging. Het schoonmaken gebeurt volgens de producent met minimale inspanning aan arbeidskracht en voertuiginzet, omdat het AWSystem alle reinigingstaken op zich neemt. Een geautomatiseerd injectiesysteem voorkomt onnodige verspilling van reinigingsproducten. Daarnaast kan in de cabine via een meetinstrument in de gaten worden
gehouden hoeveel ontvetters verbruikt zijn. Deze automatische monitoring en controle instelling is belangrijk voor een betere verdeling al naar gelang de aard van de verontreiniging. Door het interne heatingsystem kan 15.000 liter aan heet water permanent klaar staan in geval van noodsituaties. Meer informatie: www.milieuongevallen.nl www.wegdekreiniger.com www.heetwater.nl
Nieuwe I-ligger maakt prefab kunstwerken slanker Haitsma Beton heeft een nieuwe HIP-ligger ontwikkeld. Deze ligger maakt dwars naspannen overbodig en het storten van natte langsvoegen makkelijker. Bij grote afmetingen zijn HIP-liggers lichter en lager dan kokerliggers en volstaat een lichtere, slankere onderbouw. Bovendien is de HIP-ligger eenvoudiger te produceren en dus een goedkoper alternatief voor de kokerligger. Haitsma Beton is de eerste Nederlandse betonfabrikant die een I-ligger voor civiel gebruik heeft ontwikkeld. “De I-ligger met gesloten onderkant, zoals wij die nu hebben ontwikkeld, is in Nederland nog niet toegepast”, zegt Erny Riemers, Coördinator Projectengineering en Ontwerp bij Haitsma Beton. De Friese fabrikant van prefab beton introduceert de HIP-ligger als alternatief voor de kokerligger bij grote overspanningen, die vaak in bruggen en viaducten wordt toegepast en ook door haar wordt geleverd. Anders dan kokerliggers worden HIP-liggers niet dwars nagespannen, maar met een natte knoopverbinding in het werk gekoppeld. “De aannemer heeft geen uitgebreide spaninrichting meer nodig, een reling volstaat om de laatste werkzaamheden uit te voeren”, zegt Riemers. Dat werkt veiliger, goedkoper en sneller: Het wegdek is eerder gereed voor gebruik, ook omdat er, net als overigens
34
september 2010
bij kokerliggers, geen betonnen druklaag aangebracht hoeft te worden. Slankere kunstwerken “Ander voordeel is dat je HIP-liggers in de lengterichting makkelijker kunt naspannen en zo eenvoudiger dan met kokerliggers een verbinding over steunpunten maakt. Met HIP-liggers realiseer je statisch onbepaalde systemen waarvan de constructie minder hoog hoeft te zijn. Met name bij grote overspanningen is de HIPligger lichter dan een kokerligger.” Haitsma Beton verwacht hiermee meer tegemoet te komen aan de toenemende vraag van architecten en overheden naar slankere
kunstwerken van prefab beton. Haitsma Beton zal de voorgespannen HIP-liggers in zelfverdichtend beton produceren. De liggers zijn leverbaar in dezelfde afmetingen als de kokerliggers, variërend in lengte van circa 30 tot 65 meter en in hoogte van circa 1 tot 2,2 meter.
Verkeersbordeninventarisatie CycloMedia biedt u een: • Verkeersbordendatabase met
Jubileumactie: CycloMedia bestaat dit jaar 30 jaar!!!
daarin opgenomen: - X,Y positie van de
Daarom doen wij u een feestelijk aanbod. Voor de eerste
verkeersbordopstelling met
30 geplaatste verkeersbordendatabase-orders bieden
een gemiddelde absolute
wij u een korting van 30% aan op de standaardprijs.
nauwkeurigheid van 1-3 dm - Vaststelling bordtype • Grootschalig gevalideerde oplossing
Wilt u gebruik maken van deze aanbieding? Neem dan nu geheel vrijblijvend contact op met CycloMedia;
met een detectie- en classificatiescore
Wessel van Hoek via
[email protected]
van > 90% van alle borden
of via 0418-556100
• Jaarlijkse actualisatie, waarbij alle mutaties in een database worden aangeleverd voor een fractie van de prijs
Meer informatie: www.haitsma.nl
KORTING
Made in
CycloMedia Technology B.V.
Postadres Postbus 68, 4180 BB Waardenburg
Bezoekadres Achterweg 38, 4181 AE Waardenburg
Telefoon + 31 (0)418 55 61 00 Fax + 31 (0)418 55 61 01
E-mail
[email protected] Internet www.cyclomedia.com
Advertorial
Marelko Benelux twintig jaar actief met optimale service Twintig jaar geleden betrad Marelko Benelux de markt met een uitgebreid assortiment signalering en optische apparatuur voor hulpverleningsdiensten. Sindsdien heeft de onderneming een wervelende ontwikkeling doorgemaakt. Het oorspronkelijke assortiment werd uitgebreid met onder meer voertuigbeheersystemen, snelheidsmeetapparatuur, alcoholselectieapparatuur en alcoholsloten. Dit alles om de klanten te kunnen ontzorgen met totaaloplossingen.
H
et one-stop-shopping concept is vruchtbaar gebleken: door de jaren heen wisten steeds meer klanten de weg naar de locatie in Maarheeze te vinden: politie, brandweer, ambulancediensten, wegenaannemers, afsleepdiensten en zelfs Rijkswaterstaat. Onze one-stopshopping filosofie betekent dat onze dienstverlening niet ophoudt bij de verkoop van kwaliteitsproducten; wij hebben de expertise in huis om onze producten zelf in de voertuigen te monteren. Zowel in de eigen werkplaats als op locatie. Daarnaast kunnen onze klanten rekenen op een uitstekende ondersteuning in de vorm van nazorg en advies.
Klant staat voorop Ondanks het succes van de afgelopen jaren zijn wij dezelfde gebleven: een gemoedelijk Brabants familiebedrijf. Ook aan onze visie zijn wij altijd trouw gebleven: een lamp is een lamp, ofwel: wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd! Al onze klanten zijn ons even dierbaar, groot of klein. Wij willen hen dan ook hartelijk bedanken voor hun vertrouwen in onze onderneming. Goede service staat bij Marelko Benelux op nummer één. Zoals gezegd, wij zijn groot geworden dankzij onze no-nonsense instelling. Daarom kunnen al onze klanten, hoe klein of groot ook, rekenen op een uitstekende ondersteuning. Of het nu gaat om advies, aankoop of onderhoud. Wie kiest voor Marelko Benelux kan rekenen op kwaliteit, een zeer ruim assortiment, maatwerk oplossingen en korte levertijden. Marelko Benelux is gehuisvest in een modern bedrijfspand, met een goed geoutilleerde werkplaats. Hier
kunnen onze technici de nodige apparatuur op voertuigen aanbrengen en inbouwen. Het is echter ook mogelijk om apparatuur op locatie in te bouwen. Ook onderhoud wordt uitgevoerd in de eigen werkplaats en op locatie. Service- en onderhoudsabonnementen zijn mogelijk.
Provincie Limburg Nadat vorig jaar de provincies Friesland en Overijssel van nieuwe signalering zijn voorzien en begin dit jaar de eerste 24 voertuigen van provincie Zuid Holland zijn uitgerust met nieuwe signalering, volgen in het laatste kwartaal van 2010 de nieuwe voertuigen van Provincie Limburg. Deze voertuigen worden uitgerust met de voor de provincie bekende Premier Hazard Ultimax. In de dakset zitten draailampen, flitslampen, alleylights, een tekstbord en richtingaanwijzers. Deze dakset voldoet volledig aan de laatste gestelde eisen voor werken op en naast de weg. Naast de signalering worden de voertuigen ook voorzien van striping, carkit en de nieuwste systemen van Technolution in combinatie met een IDEATEC Canris module. Provincie Limburg kiest onder andere voor Marelko Benelux door de goede en adequate service die al 20 jaar verleent wordt op locatie.
Maatwerk Iedere provincie of organisatie is anders. Iedere lichtbalk, voertuigbeheerssysteem of videosysteem moet voldoen aan andere eisen. Daarom staat maatwerk bij Marelko Benelux voorop. Dat geldt voor onze producten, maar ook voor onze (onderhouds)service. Uw behoeften vormen telkens weer het uitgangspunt.
Om onze klanten optimaal van dienst te zijn, werken wij uitsluitend samen met gerenommeerde leveranciers. Graag maken wij van de gelegenheid gebruik om onze partners te bedanken voor onze succesvolle en prettige samenwerking en kijken wij ernaar uit om onze samenwerking in de toekomst voort te zetten.
Marelko Benelux B.V. Postbus 2674, NL-6026 ZH MAARHEEZE Tel.: +31(0)495-592290 Fax: +31(0)495-591014 E-mail:
[email protected] Website: www.marelkobenelux.nl
MARELKO, ONGEHOORD GOED Optische en geluidsignalering op maat, Totale voertuig ertuig oplossingen oplossingen, Ademanalyse Ademanalyseapparatuur zoals alcoholslot, Camera-systemen, ECE65 producten met certificaat.
0495-592290 •
[email protected] • www.marelkobenelux.nl
Monitoring onderbouwd in kwaliteitsplan Nieuwe contractvormen als DCM (Design-ConstructMaintain)
en
DCFO
(Design-Construct-Finance-
Operate) raken zo langzamerhand ingeburgerd. Net als bij het echte inburgeren, zijn er ook bij dit inburgeren vele leerpunten. Een van die punten is het periodiek toetsen of een wegenwerk wel aan de gestelde
Nieuwe contractvormen In de - tot voor kort reguliere contracten - voor wegenwerken werden de afspraken gerelateerd aan hetgeen hierover onder andere in de RAW Standaardbepalingen was opgenomen. Zo was er sprake van een garantietermijn van drie jaar om vroegtijdige gebreken te voorkomen en wanneer ze optraden door de aannemer te laten verhelpen. Die driejaars termijn was in de meeste gevallen echter een te korte periode om gebreken aan het licht te laten komen. Die kwamen later in de monitoring door de opdrachtgever naar voren. Deze was hierdoor goed in staat om de betere producten van de slechtere te onderscheiden en inschattingen te doen van het volgend onderhoudstijdstip. In de nieuwe contractvormen worden taken, die voorheen bij de opdrachtgever/wegbeheerder lagen, bij de opdrachtnemer neergelegd. Taken als het ontwerp (of herontwerp) van constructies en van het uitvoeringsplan worden niet meer door apart ingehuurde derden of door eigen mensen van de opdrachtgever uitgevoerd, maar door de opdrachtnemer van het totale werk. De kracht van deze aanpak ligt in de inschakeling van de expertise en innovatiekracht van het bedrijfsleven, dat de gelegenheid heeft om alle schakels in de keten van het creatie- en realisatieproces zelf te beïnvloeden. Het enige dat wordt ontbeerd is kennis van
de lange duur prestaties van het eigen product. Die moeten nu worden vergaard door het monitoren van die prestaties. Het vervelende is wel, dat de risico’s van het niet aan eisen voldoen, wel vooraf moeten worden gekwantificeerd. Hier kan de kennis van kennisbedrijven met monitoringservaring goed voor worden benut.
Welke eigenschappen toetsen In het RWS-Modelcontract worden eisen gespecificeerd voor eigenschappen zoals die onderstaand op de niveaus van de Piramide van Eisen zijn weergegeven. Op niveau 4 en 5 wordt aan de eisen getoetst in het ontwerp en de certificaten van de ingekochte materialen. Op niveau 3 worden de eigenschappen aan de eisen getoetst op vaste tijdstippen bij oplevering en het eind van de contractperiode. Op niveau 1 wordt getoetst tijdens de uitvoering van het werk. Eigenlijk kent alleen niveau 2 meerdere tijdstippen waarop tussen oplevering en eind contractperiode moet worden getoetst. Deze tijdstippen moeten worden verwoord in het Keuringsplan van het ProjectKwaliteitsPlan. Hierna worden de periodiek te toetsen eigenschappen op niveau 2 besproken. Een afwijking hierin is de toetsing van het kunnen verwijderen van de attentieborden ‘Langere remweg, nieuw wegdek’, deze geschiedt in principe eenmalig circa zes maanden na openstelling voor het verkeer.
eisen voldoet. Deze taak lag in het verleden altijd bij de wegbeheerder, die hiermee veel kennis en ervaring opdeed. Die kennis en ervaring ontberen de nieuwe opdrachtnemers van nu, terwijl de monitoringstaak conform het contract wel bij hun ligt. Monitoren is nodig voor de opdrachtgever om te toetsen of hij het product heeft gekregen waarom hij heeft gevraagd en voor de opdrachtnemer om de prestaties van zijn producten te leren kennen. Maar monitoren kost geld en daarmee moet goed worden omgesprongen. In dit artikel wordt ingegaan op het onderbouwen van een efficiënt monitoringsplan, dat de opdrachtnemer in het Keuringsplan van zijn ProjectKwaliteitsPlan (PKP) moet opnemen en dat vervolgens geaccepteerd moet worden door de opdrachtgever.
Niveau in Eigenschap piramide van eisen 1 Weg 2 Wegopper- vlakeigen- schappen 3 Verhardings- constructie 4 Asfaltmengsel 5 Materialen
38
september 2010
1
Monitoring van eigenschappen Toets bij Verwijderen Periodieke oplevering attentieborden toetsing
beschikbaarheid ¹ natte stroefheid x x remvertraging droog wegdek x droge stroefheid x langsvlakheid x x dwarsvlakheid x textuur (x) (x) rafeling x scheurvorming x dwarshelling x x geluidreductie x x draagkracht x laagdikte x verdichting x vermoeiing x² stijfheid x² vervormingsweerstand x² watergevoeligheid x² diverse eigenschappen x³
toetsing bij uitvoering van werk
2
toetsing bij ontwerp
3
Toets einde contractperiode
x
x x (x) x x x x x
toetsing materiaalinkoop
september 2010
39
Natte stroefheid
Dwarsvlakheid
Scheurvorming
Onderstaande figuur toont een schematische weergave van het verloop van de natte stroefheid in de tijd. In de periode na openstelling zijn er afhankelijk van wel of niet en hoe afstrooien van eenzelfde type wegdekmateriaal verschillen in stroefheid, die in de periode daarna verdwijnen. Vervolgens wordt het stroefheidniveau over een groot deel van de levensduur bepaald door gradering en soort aggregaat van de grofste fractie en in de laatste periode door de polijstbestendigheid van dit materiaal.
Spoorvorming blijkt niet erg gerelateerd aan asfaltdikte, ondergrond stijfheid of vrachtverkeer: de toename op de zwaarder belaste wegen is gemiddeld 1 mm per jaar. Wel van grote invloed is het aantal ‘tropische’ dagen per jaar. Meer dagen dan gemiddeld zal ook resulteren in meer mm’s toename. Metingen na twee en vier jaar geven een goede voorspelling van het bereiken van de interventiewaarde. Meting geschiedt ook hier bij verkeerssnelheid met bijvoorbeeld de ARAN of het M3DM-meetsysteem.
Scheurvorming is op het hoofdwegennet geen maatgevend schadebeeld voor het tijdstip van onderhoud, wel voor de soort en zwaarte van de maatregel. Aanbevolen wordt om dit in jaar vijf of zes (bij een zevenjarige contractperiode) en aan het eind van de contractperiode vast te leggen. Hiervoor wordt tot op heden de visuele inspectie uitgevoerd. Ontwikkelingen zijn gaande om ook hiervoor textuurlasertechnologie in te zetten.
Geluidreductie De achteruitgang van geluidreductie werd in het verleden door de wegbeheerder niet regulier vastgelegd. Alleen in onderzoeksprojecten van CROW of Rijkswaterstaat werd de afname van de geluidreductie met de rolgeluidtrailer (CPXtrailer) of door metingen langs de kant van de weg (SPB-
Effect gradering en type aggregaat
metingen) gevolgd. Hieruit is geconcludeerd, dat de eerste metingen het best kunnen worden uitgevoerd tussen een en drie maanden na openstelling en, afhankelijk van hetgeen is afgesproken over de toegestane jaarlijkse achteruitgang, hermeting iedere een à twee jaar moet geschieden. Hiervoor wordt de CPX-trailer bij verkeerssnelheid ingezet en zo nodig aangevuld met SPB-metingen.
Tot slot Uit bovenstaand overzicht blijkt, dat de eigenschappen zonder verkeersmaatregelen kunnen worden gemeten. Zowel de opdrachtnemer als de weggebruiker zijn hierbij gebaat.
Over de auteurs Ing. Walter Gerritsen, dr.ir. Jacob Groenendijk en dr.ir Christ van Gurp zijn allen medewerkers bij KOAC-NPC.
Effect afstrooien Effect type aggregaat
40
Aanbevolen wordt stroefheid te meten in de periode tot zes weken na openstelling, dan na circa een jaar en afhankelijk van het niveau, iedere twee tot drie jaar. Bij een niveau ≤ 0,43 (vigerende RAW-proef 150, meetsnelheid van 50 km/u en PIARC-1975 referentie) is een jaarlijkse meting aan te bevelen. Meting op het hoofdwegennet gebeuren bij 70 km/u.
Dwarshelling
Langsonvlakheid
Rafeling en textuur
De langsonvlakheid wordt vooral bepaald door de zettinggevoeligheid van de ondergrond en de dikte (stijfheid) van de verhardingsconstructie. Bij een nieuwe of aangebreide constructie zijn de beginjaren het meest kritisch. Meting na een, drie jaar en vervolgens aan het eind van de contractperiode is aan te bevelen. Meting gebeurt bij verkeerssnelheid met op lasertechnologie gebaseerde meetsystemen zoals de HSRP (High Speed Road Profiler) en ARAN.
Bij de tegenwoordig toegepaste deklaagmengsels op het hoofdwegennet (HWN) is Rafeling het maatgevend schadebeeld. Rafeling is eenvoudiger te meten als textuurwijziging dan visueel vast te stellen. Aanbevolen wordt om vanaf de openstelling de textuur simultaan met de natte stroefheid te meten. Zeker de opdrachtnemer heeft hiervan baat bij het leren kennen van zijn productprestaties. Meting gebeurt met de textuurlaser simultaan met de stroefheidmeting bij 70 km/u of met de ARAN bij verkeerssnelheid.
september 2010
De groei van de dwarshelling speelt vooral bij verbreding van constructies en kan worden voorspeld uit de berekende restzetting. Hieruit kunnen ook de meettijdstippen worden afgeleid. Meting geschiedt bij verkeerssnelheid met de ARAN of het M3DM-meetsysteem.
september 2010
41
CURSUSSEN, POST-HBO EN MASTEROPLEIDINGEN TECHNIEK EN LIFE SCIENCES
Opleidingen
post hbo opleidingen Systeemgerichte Contractbeheersing B U I LT
E N V I R O N M E N T
bedrijfskunde en Management voor bouw en infra (2 jarige hbo+ opleiding) start september 2010
De rolverdeling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer verandert. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor de werkwijze van contractpartners. Het Nederlands Instituut voor de bouw heeft een cursus ontwikkeld die ingaat op deze veranderingen. In een mix van theorie en praktijk wordt ingegaan op contractbeheersing, risicomanagement, kwaliteitsmanagement, toetsen en contractdocumenten. Zo raken de deelnemers niet alleen vertrouwd met alle principes, maar leren deze ook toe te passen in de praktijk. Na afloop zijn de cursisten in staat om te opereren in een contractbeheersteam van een opdrachtgever of opdrachtnemer in een civiel infrastructuurproject. Deze cursus is geschikt voor zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers in de infrastructuur en wordt gegeven op 17 en 24 november en 1 december. Meer informatie: www.bouw-instituut.nl
nieuwe ontwikkelingen in de Wegenbouw start november 2010
Kostenadviseur bouw (1 jarige hbo+ verdiepingsopleiding) start februari 2011
Infra-opleidingen voor alle niveaus
BOB opleiding, Training en Advies heeft diverse infra-opleidingen en geeft iedereen die werkzaam is in deze sector de mogelijkheid zich (verder) te scholen in de specifieke aandachtsgebieden. Werknemers in de GWW kunnen op elk niveau een opleiding kiezen die past in de persoonlijke ontwikkeling. De infra-opleidingen die BOB aanbiedt, zijn: -Elementaire Infratechniek -Voorbereidend Kadermedewerker Infra -Kadermedewerker Infra -Allround Kadermedewerker Infra -Verbreding Allround kadermedewerker Infra. Meer informatie www.bob.nl of 06 52 00 50 16.
Basiscursus Natuurwetgeving
Overheden, projectontwikkelaars en juridische en ecologische adviseurs moeten op veel terreinen rekening houden met het Europese en Nederlandse natuurbeschermingsrecht, zoals op het terrein van de ruimtelijke ordening, milieu, water en infrastructuur. Problemen bij de planning en uitvoering van projecten kunnen in belangrijke mate worden voorkomen door kennis van de natuurbeschermingsregelgeving en het tijdig betrekken van deze regelgeving bij de planvorming. Diverse ontwikkelingen maken het echter niet makkelijk het overzicht van de wet- en regelgeving te behouden. Geoplan heeft hiervoor een cursus ontwikkeld. In deze cursus wordt uitvoerig ingegaan op de basisbeginselen van de natuurbeschermingsregelgeving en de werking ervan binnen de Nederlandse bestuurspraktijk. Via praktijkvoorbeelden en een workshop wordt verdieping geboden.
Verhuur en handel Rijplaten en Draglineschotten
Meer informatie: www.geoplan.nl
Kostendeskundige infra (1 jarige hbo+ opleiding) start september 2010
nieUWe opleidingen
Duurzaam, Vast Goed! (start nov 2010), Bomen in de Openbare Ruimte (start jan 2011)
P O
O S P L E
T I
D
I
H B N G E
O N
meer informatie is te verkrijgen via Nicole van de Kamp | 026 - 36 58 365 |
[email protected] | www.han.nl/ec/be
september 2010
43
Uitgave onder licentie van de Vereniging van Waterstaatkundige Ambtenaren van de Rijkswaterstaat (VWAR)
91e jaargang nummer 7, september 2010
Personalia
Betonreparatie & Beton-/ Staalcoating producten
Civiele software
Damwanden en beschoeiingen
Injection Nederland B.V. Postbus 230 4130 EE Vianen Tel.: +31(0)347 37 57 74
[email protected] www.injection.nl
Sika Nederland B.V. Zonnebaan 56 3542 EG Utrecht Tel.: 030-241 01 20
[email protected] www.sika.nl
CivilCenter Postbus 10402 7301 GK Apeldoorn Tel.: 055-57 87 133
[email protected] www.civilcenter.nl
Profextru Productie B.V. Postbus 122 7770 AC Hardenberg Tel.: +31 (0)523 654 011
[email protected] www.prolock.nl
Explosieven opsporing
Folieconstructies
Geluidsschermen
Betonreparatie
Deze rubriek informeert u over mutaties in het management van Rijkswaterstaat. Nieuwe mutaties kunt u doorgeven aan ing. B. van der Roest,
[email protected].
Injection Oplossingen voor bodem en bouw
Bestuur VWAR Hans van der Togt (voorzitter), Dick Ottevanger (secretaris), Albert Vink (penningmeester), André Timmermans (lid), Theo Berkhout (lid), Angelien van Boxtel (lid), Jim van de Geer (lid).
Hoofd- en eindredactie Astrid Melger
Advies en begeleiding Redactie Advies Commissie VWAR
Medewerkers Olav Lammers, Constant Gras, Sandra Krens
Redactie-adres Verhaalsuggesties, persberichten of andere tips kunt u mailen naar
[email protected]
Uitgever AcquiMedia Brouwerstraat 2-4, 3364 BE Sliedrecht Henk van der Brugge Tel.: 0184-481041
[email protected]
Bladmanagement en advertentieverkoop AcquiMedia Wim Boer Tel.: 0184-481042
[email protected]
Vormgeving KLETS! TEKST & RECLAME B.V.
Abonnementen Abonnementsprijs 2010 binnen Nederland € 79,50 excl. BTW. Abonnementen buitenland (Europa) € 94,- excl. BTW. Abonnementen lopen per jaar, ingaande de maand van aanmelding, en worden zonder wederopzegging steeds met een jaar verlengd. Losse nummers kosten € 9,50 per stuk excl. BTW, excl. verzendkosten.
Wie Wat Waar Uw vermelding (en foto) voordelig en doeltreffend in deze rubriek & op www.otar.nl Info: tel. 0184 - 481042 E-mail:
[email protected]
Bermbeveiliging
Voor opgave en vragen over abonnementen kunt u terecht bij Abonnementenland, Postbus 20, 1910 AA Uitgeest. Tel.: 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut. Fax: 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Opzeggingen (uitsluitend schriftelijk) dienen 8 weken voor afloop van de abonnementsperiode in het bezit te zijn van Abonnementenland.
R.J. (Rob) Muijrers is per 1 mei 2010 benoemd tot hoofd van de afdeling Vergunningverlening en handhaving van de directie Water en Scheepvaart van Rijkswaterstaat Limburg te Maastricht. Hij was hoofd van de afdeling Bedrijfsvoeringsdiensten van de directie Bedrijfsvoering van Rijkswaterstaat Limburg in Maastricht. In zijn plaats is met ingang van 1 juli 2010
mevr. drs. K. (Karin) Sikkema benoemd. Ing. D. (Dick) Ottevanger
‘Wie Wat Waar’ Een reservering/abonnement op de rubriek ‘Wie Wat Waar’ omvat 9 achtereenvolgende afplaatsingen voor slechts € 395,- en wordt zonder wederopzegging steeds met een jaar (9 afplaatsingen) verlengd.
is per 1 juni benoemd tot hoofd Operationeel Verkeersmanagement bij
AcquiMedia heeft in nauwe samenwerking met de Redactie Advies Commissie van de VWAR deze uitgave van Otar samengesteld. De VWAR en de uitgever zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid aangaande inhoud en vormgeving van het magazine OTAR. Desalniettemin aanvaarden zij geen aansprakelijkheid voor eventueel in deze uitgave voorkomende onjuistheden.
Ing. A.T. (Sander) Markerink
Verkeerscentrum Nederland van Rijkswaterstaat te Utrecht. Sinds 1 mei 2005 was hij hoofd van het Wegendistrict Utrecht van Rijkswaterstaat Utrecht te Utrecht.
projectmanager bij de Rijkswaterstaat Oost-Nederland te Arnhem, heeft de Rijkswaterstaat per 1 september 2010 verlaten door vervroegd uit te treden.
Reproductie van artikelen of delen van artikelen uit dit blad, op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
ISSN 0376 – 6799
www.otar.nl
Advies en Engineering
Ingenieursbureau Boorsma B.V. Postbus 647 9200 AP Drachten Tel.: +31(0)512 58 03 00
[email protected] www.boorsma-consultants.nl
C
Cofra
aDeDe bvba Antwerpsesteenweg 56-60 B – 9000 Gent Tel: +32 9 228 61 50
[email protected] www.adede.com
Cofra B.V. Postbus 20694 1001 NR Amsterdam Tel.: +31(0)20 - 693 45 96
[email protected] www.cofra.nl
Eurorail bv Postbus 62 8060 AB Hasselt Tel.: +31(0)38 477 33 40
[email protected] www.eurorail.nl
Geluidsschermen
Geluidsschermen
Redubel B.V. Postbus 177 4190 CD Geldermalsen Tel.: 0345-588 500
[email protected] www.redubel.nl
Van Campen Geluidsschermen Postbus 2192 8203 AD Lelystad Tel.: +31 320 277888
[email protected] www.geluidsschermen.nl
Asfaltonderhoud
Baggerwerken
Geokunststoffen
Diepeveen VOF De Hooge Hoek 17 3927 GG Renswoude Tel.: 06-20417349
[email protected] www.asfalt-onderhoud.nl
Dredging and Contracting Rotterdam B.V. Zuid-Oostsingel 24d 4611 BB Bergen op Zoom Tel.: +31 (0)164 266 144
[email protected] www.jandenul.com
Colbond bv Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel.: +31 26 366 4600
[email protected] www.colbond-geosynthetics.nl
Bermbeveiliging
Betonfabrikant
Grondverbetering
Geotextielen
Grondinjectie
Injection Oplossingen voor bodem en bouw
Grondversterking
Geopex Products (Europe) BV Postbus 20 2830 AA Gouderak Tel.: +31(0)182 377 327
[email protected] www.geopex.com
Grond- weg en waterbouw
Grondkerende wanden
Aquafix Milieu bv Postbus 288 3640 AG Mijdrecht Tel.: 0297-26 29 29
[email protected] www.aquafix.nl
Terre Armée b.v. Postbus 318 2740 AH Waddinxveen Tel.: +31(0)182 622 735 Fax: +31(0)182 636 031 www.terrearmee.nl
Injection Nederland B.V. Postbus 230 4130 EE Vianen Tel.: +31(0)347 37 57 74
[email protected] www.injection.nl
C
Cofra
Prins Dokkum B.V. Postbus 4 9100 AA Dokkum Tel.: +31 (0) 519 298 555
[email protected] www.prinsdokkum.com
44
september 2010
Laura Metaal Eygelshoven BV Postbus 42 6470 EA Eygelshoven Tel.: +31(0)45 546 88 88
[email protected] www.verran.nl
Spanbeton BV Postbus 5 2396 ZG Koudekerk a/d Rijn Tel.: 071-342 02 00
[email protected] www.spanbeton.nl
Cofra B.V. Postbus 20694 1001 NR Amsterdam Tel.: +31(0)20 - 693 45 96
[email protected] www.cofra.nl
september 2010
45
Baggeren en Infrastructuur Grond- weg en waterbouw
Houtproducten
Houtproducten
Van Walraven Bouw/ Installatiematerialen Postbus 62 3640 AB Mijdrecht Tel.: 0297-231400
[email protected] www.walravenbv.com
GWW Houtimport Bedrijfsweg 11 3411 NV Lopik Tel.: 0348-55 00 09
[email protected] www.gwwhoutimport.nl
Reef Hout Breukersweg 9 7471 ST Goor Tel. : +31 (0)547 - 28 63 50
[email protected] www.reefhout.nl
Incident Management
Kunststof beschoeiing
IMS b.v. Bosmanskamp 75 4190 MT Geldermalsen Meldnummer: 0653-373406
[email protected] www.imsbv.nl
Bergschenhoek Civiele Techniek BV Postbus 45 2650 AA Berkel en Rodenrijs Tel.: +31(0)10 5242650
[email protected] www.kunststofbeschoeiing.nl
Oplossingen voor de wereld van morgen Van Oord Nederland realiseert met vakbekwame mensen en modern materieel uitdagende infrastructurele projecten in Nederland. Jarenlange ervaring in combinatie met innovatief denken heeft tot onze toppositie in de grond-, weg- en waterbouwsector geleid. Onze uitdagingen vinden we in het ontwikkelen van initiatieven waarbij de wensen van onze opdrachtgevers en de technische mogelijkheden waarover we beschikken centraal staan.
www.vanoord.com
Kwaliteitsborging
Landmeetkundige systemen
Positionering- & Monitoringsystemen
K2 Infra-Consultants Postbus 54 3440 AB Woerden Tel.: +31(0)348 407 000
[email protected] www.k2infra.nl
Topcon Sokkia Nederland De Kronkels 14 3752 LM Bunschoten Tel.: 033-2992939
[email protected] www.topconsokkia.nl
Seabed BV Zamenhofstraat 150, unit 120 1022 AG Amsterdam Tel.: +31 (0)20-63 68 443
[email protected] www.seabed.eu
Prefab betonelementen
Rijplaten en draglineschotten
Signaleringsapparatuur
Sloopwerken
Spanbeton BV Postbus 5 2396 ZG Koudekerk a/d Rijn Tel.: 071-342 02 00
[email protected] www.spanbeton.nl
Lekkerkerker Roterdam Vareseweg 125 3047 AT Rotterdam Tel.: +31(0)10 298 58 58
[email protected] www.lekkerkerker.com
Marelko Benelux Postbus 2674 6026 ZH Maarheeze Tel.: +31(0)495-592 290
[email protected] www.marelkobenelux.nl
Lekkerkerker Rotterdam Vareseweg 125 3047 AT Rotterdam Tel.: +31(0)10 298 58 59
[email protected] www.lekkerkerker.com
Systeemgerichte contractbeheersing
Verkeersmaatregelen
Droge infrastructuur K2 Infra-Consultants Postbus 54 3440 AB Woerden Tel.: +31(0)348 407 000
[email protected] www.k2infra.nl
46
september 2010
De Jong b.v. Postbus 91 4153 ZH Beesd Tel.: 0345-684 590 Fax: 0345-684 530 www.dejongbv.com
Offshore
Waterbouw
Aanleg windmolenparken
Grondverbetering
Baggeren
Slim werken op de grens van water & land
Van den Biggelaar werkt op de grens van water en land. Spectaculair werk. Van ontwerp en vakkundige uitvoering tot en met onderhoud geven wij natte en droge infrastructuur een nieuw gezicht. Daarbij maken we natuurlijk gebruik van onze 50 jaar ervaring en voegen daar nieuwe inzichten aan toe. Of het werk nu eenvoudig of complex is, wij zoeken altijd naar een echte oplossing. Met de voeten in de modder, samen met onze klant.
www.vandenbiggelaar.nl VAN DEN BIGGELAAR GROEP | divisie Grond- & Waterbouw