RUBENS DOORGELICHT TRIOMF OP WIELEN Schets voor de Zegewagen van Kallo Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) te gast in Museum Rockoxhuis, Antwerpen 11.02.2012 - 13.05.2012
Rubens doorgelicht Triomf op Wielen. Schets voor de Zegewagen van Kallo Triomf op Wielen. Schets voor de Zegewagen van Kallo is een dossierpresentatie van het Rubensproject van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. De expositie toont de resultaten van een studie naar de context en betekenis van Peter Paul Rubens’ olieverfschets De Zegewagen van Kallo, 1638. De dossierpresentatie vindt plaats in het Museum Rockoxhuis in Antwerpen van 11 februari tot 13 mei 2012. Centraal staat het ontwerp voor een praalwagen, door Rubens gemaakt in opdracht van de stadsmagistraat van Antwerpen. Aanleiding tot de opdracht was de overwinning van de Spaanse legers in de Slag bij Kallo, waar de staatse legers (de legers van de Noordelijke Nederlanden) werden verslagen. Het eerste deel van de expositie toont historische prenten van de Slag bij Kallo en de overwinnaar, kardinaal-infant Ferdinand. De prenten herinneren aan één van de grootste veldslagen uit de Tachtigjarige Oorlog en plaatsen Rubens’ ontwerp in de historische context. Ter illustratie van de feestvreugde die in Antwerpen na de overwinning bij Kallo ontstond, kan in de tentoonstelling de authentieke versie van het Liedeken van Kallo worden beluisterd. Het tweede deel van de expositie toont een overzicht van zestiende en zeventiende-eeuwse gravures van triomfwagens en relateert Rubens’ ontwerp aan de noordelijke beeldtraditie van de allegorische triomfwagen. De Zegewagen van Kallo was bestemd om als praalwagen uit te rijden in de Antwerpse Ommegang. Twee schilde-
rijen van Van Bredael geven een gedetailleerd beeld van een feestelijke zeventiende-eeuwse Ommegang in het centrum van Antwerpen. Een panoramabord bij Rubens’ olieverfschets De Zegewagen van Kallo geeft uitleg over de iconografie van de allegorische voorstelling. Een audiovisuele presentatie bij de tentoonstelling toont detailopnamen van de personages die Rubens in zijn ontwerp op de triomfwagen heeft geplaatst. In de presentatie wordt ook aandacht besteed aan de beeldtraditie van de Antwerpse ommegangwagens. Een collectie schaalmodellen van de traditionele figuren uit de Antwerpse Ommegang is in de overige zalen van Museum Rockoxhuis geplaatst. In deze bezoekersgids worden de begrippen allegorie en personificatie gebruikt. Het begrip allegorie verwijst naar een symbolische voorstelling, waarin mythologische figuren, goden, godinnen of personificaties een rol spelen. Het begrip personificatie duidt een (meestal vrouwelijke) figuur aan, die een abstract idee symboliseert en soms herkenbaar is aan een attribuut. Zo wordt Victoria, de personificatie van de Overwinning, afgebeeld met een lauwerkrans en is Antverpia, de stedenmaagd van Antwerpen, herkenbaar aan haar kroon met stadsmuren en torens, waarboven soms twee handen zijn afgebeeld.
Slag bij Kallo In de zomer van 1638 ontstond in de stad Antwerpen een buitengewoon feestelijke sfeer. Oorzaak van de feestvreugde was het bericht dat de Spaanse troepen een glansrijke overwinning hadden behaald op de legers van de Noordelijke Nederlanden. De veldslag vond plaats aan de Schelde bij Kallo, enkele kilometers ten noorden van Antwerpen. Na de overwinning vierde de stad feest. Veel inwoners trokken te voet naar Kallo en kwamen terug van het slagveld met oranje guirlandes die aan de vijand hadden toebehoord. De overwinning van de
(1)
Spaanse troepen op de Franse legers bij St. Omer (Sint-Omaars), drie dagen later, wakkerde de feestvreugde verder aan. Wat was de oorzaak van de euforische blijdschap na de overwinning bij Kallo? In de zestiende eeuw had Antwerpen zich ontwikkeld tot de grootste en rijkste havenstad van de Nederlanden en was uitgegroeid tot een centrum van internationale handel overzee. Gedurende de opstand van de Noordelijke Nederlanden tegen de Spaanse overheersing, de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), had de stad evenwel enorm veel te lijden gehad. In 1576 werd Antwerpen geplunderd door muitende soldaten van de Spaanse troepen (de Spaanse Furie), vervolgens plunderden de Franse troepen van Anjou de stad opnieuw in 1583 (de Franse Furie) en twee jaar later, in 1585, werd de stad in opdracht van de Spaanse koning onderworpen door Alexander Farnese (de val van Antwerpen). Als gevolg van de opstand blokkeerden de Hollanders en de Zeeuwen de toegang tot de Schelde en eisten dermate hoge tolgelden dat de overzeese handel kwam stil te liggen. Ook de belastingen die de Spaanse heerser hief, benadeelden de handel van Antwerpen. Duizenden protestante burgers verlieten de stad omdat zij niet wilden terugkeren naar het katholieke geloof. Veel handelaren, ambachtslieden en kunstenaars vertrokken omdat zij elders een betere toekomst verwachtten. De blokkade van de Schelde en het vertrek van burgers leidden tot het verval van de eens zo bloeiende en fortuinlijke havenstad. De blijdschap over de overwinning bij Kallo is vanuit die loop van de geschiedenis te verklaren. De overwinning bood aan de verarmde stedelingen een nieuw perspectief van hoop op herstel van de verloren welvaart. De overwinning werd toegeschreven aan de steun van de Heilige Maagd en de heilige Aloysius Gonzaga. In de Onze-LieveVrouwekathedraal werd een Te Deum gezongen in aanwezigheid van de overwinnaar, kardinaal-infant Ferdinand. Een zeer groot aantal gelovigen woonde de eredienst bij.
(2)
De stadsmagistraat van Antwerpen besloot om een praalwagen ter ere van de overwinning bij Kallo toe te voegen aan de jaarlijkse Ommegang en bestelde het ontwerp voor de triomfwagen bij Rubens.
(3)
HISTORISCHE CONTEXT: DE OVERWINNING BIJ KALLO 1
2
Bonaventura Peeters, Mislukte aanval op fort Kallo, 1638, ets, Rijksprentenkabinet, Amsterdam.
Stefano della Bella, Beleg van St. Omer, 1638, ets, Rijksprentenkabinet, Amsterdam.
Op 21 juni 1638 behaalden de Spaanse legers onder opperbevel van kardinaal-infant Ferdinand van Oostenrijk de overwinning op de legers van de Noordelijke Nederlanden (de staatse legers). Dit grondplan van Kallo en het omliggende land geeft een overzicht van de mislukte aanval op fort Kallo door het staatse leger onder bevel van graaf Willem van Nassau-Siegen. Onderaan is een inzet met een kaart van de Kruisdijk te zien. `
Enkele dagen na de overwinning bij Kallo versloegen de Spaanse legers de Fransen bij de belegering van St. Omer. Op deze overzichtskaart van de Vlaamse en Noord-Franse kust tussen Grevelingen en Duinkerken is de stad St. Omer weergegeven, te midden van het omliggende land. De kaart geeft in vogelvluchtperspectief een beeld van het beleg van de stad in 1638. Rechts op de voorgrond is een groep soldaten en ruiters te zien. Links een hangend gordijn met de legenda van de kaart.
(4)
(5)
3 Cornelis Galle II, naar ontwerp van Theodoor van Thulden, Ferdinand ontvangt het zwaard om de Staatsen bij Kallo te bestrijden, (Tabula summi altaris ecclesiae parochialis in Calloo), 1638, gravure, Prentenkabinet Museum Plantin-Moretus, Antwerpen. De gravure toont kardinaal-infant Ferdinand van Oostenrijk, landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden, die knielend het zwaard ontvangt uit de handen van St. Paulus. In de hemel zijn de Madonna met kind, Petrus, Paulus en de engelen afgebeeld. Op de achtergrond is te zien hoe de soldaten van het staatse leger op de vlucht slaan na de mislukte aanval op fort Kallo. De afbeelding is een uitdrukking van de religieuze beleving die de overwinning bij Kallo toeschreef aan de interventie van de Madonna. De gravure is gemaakt naar een altaarstuk van Theodoor van Thulden, dat zich in de Sint-Petrus en Pauluskerk in Kallo bevond. Waarschijnlijk is het altaarstuk in de Franse tijd verwijderd.
(6)
4 Theodoor van Thulden, naar ontwerp van Peter Paul Rubens, De Triomf van Ferdinand, gravure, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen. Kardinaal-infant Ferdinand werd in 1635, drie jaar voor de Slag bij Kallo, feestelijk ontvangen in Antwerpen. Tijdens zijn intocht als nieuwe landvoogd van de Spaanse Nederlanden (de Blijde Intrede) was de stad op grootse wijze versierd met erepoorten en triomfbogen ontworpen door Rubens. Jan van den Hoecke vervaardigde, naar ontwerp van Rubens, een schilderstuk op groot formaat als centrale voorstelling op de achterzijde van de triomfboog van Ferdinand, die was opgesteld in de Lange Nieuwstraat. Theodoor van Thulden vervaardigde de gravure naar dit werk, als illustratie voor het gedenkboek Pompa Introitus Ferdinandi, 1642, geschreven door Gevartius, de stadssecretaris van Antwerpen. De voorstelling symboliseert de triomftocht van Ferdinand na de overwinning in de Slag bij Nördlingen op 6 september 1634. We zien Ferdinand, die, staande in een Romeinse strijdwagen, wordt gekroond met een lauwerkrans door een Victorie, het symbool voor de overwinning. Op de voorgrond lopen geboeide krijgsgevangenen. Voor de strijdwagen gaan krijgslieden met vaandels en een op de vijand veroverd harnas. De Victorie met lauwerkrans, de krijgsgevangenen en de veroverde wapenrustingen komen als symbolen van de triomf terug in Rubens’ ontwerp voor de Zegewagen van Kallo.
(7)
5 Zeventiende-eeuws Lontmusket, Museum Vleeshuis, Antwerpen. Vuurwapens, zoals het lontmusket, kregen in de zeventiende eeuw definitief de overhand op het slagveld. Het in gereedheid brengen van een lontmusket nam enige tijd in beslag. In de loop van het wapen werden kruit en een kogel aangebracht en vervolgens werd dat aangestampt met een laadstok. Het lontslot verwijst naar een gloeiend stukje lont dat na het laden van de loop in de haan of serpentine, een draaibare S-vormige houder, werd geklemd. Door het overhalen van de trekker kwam het lont in contact met het kruit, waarop ontbranding volgde en de kogel werd afgevuurd. Bij het richten en afvuren steunde het wapen op een vork of gaffel. Het lontmusket werd gebruikt tot het einde van de zeventiende eeuw. Om in de veldslag een continu salvovuur te bereiken, moesten de musketiers na hun eerste salvo rechtsomkeert maken, door de gelederen naar achteren lopen om achter het laatste gelid weer aan te sluiten. Tijdens deze contramars moesten de soldaten alle laadbewegingen hebben uitgevoerd om hun wapen opnieuw te kunnen gebruiken.
(8)
6 Bonaventura Peeters, Mislukte aanval op fort Kallo, 1638, ets, Rijksprentenkabinet, Amsterdam. De Mislukte aanval op fort Kallo is een nieuwsprent. Het vervaardigen van een goed reproduceerbare ets maakte een brede verspreiding mogelijk van het nieuws over een belangrijke politieke gebeurtenis, zoals een veldslag. Deze prent is voorzien van twee tekstbladen in het Nederlands en Frans, maar ook een exemplaar van de prent met een Duitse tekst is bewaard gebleven. De mislukte aanval door het staatse leger onder graaf Willem van Nassau-Siegen is gedetailleerd weergegeven. We zien vluchtende soldaten, die proberen om via het water de gereedstaande boten te bereiken. Veel soldaten zijn op de vlucht verdronken in het moerassige gebied rondom fort Kallo. Rechts op de prent is de St. Petrus- en Pauluskerk van Kallo te zien. De tekst bij de prent geeft het verloop van de veldslag weer en inventariseert de oorlogsbuit. Het vijandelijke leger van de Noordelijke Nederlanden bestond uit 64 compagnieën, samen 6 700 man en een cavalerie van 220 paarden. Er vielen 2 500 doden en er werden 3 600 man krijgsgevangen gemaakt. De oorlogsbuit bestond uit ongeveer 90 schepen beladen met munitie, een aantal geschutsstukken, vaandels en standaarden. In Rubens’ ontwerp De Zegewagen van Kallo is een trofee opgericht van een oorlogsbuit die bestaat uit wapenrustingen en vaandels.
(9)
7
8
Herdenkingsmunt, naar aanleiding van de overwinning bij Kallo op 21 juni 1638, 1638, koper, geslagen in Brussel, Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen.
Theodoor van Thulden (toegeschreven aan), Triomfboog van Filips IV, voorzijde, zeventiende eeuw, olieverf op paneel, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
Deze koperen munt is geslagen om de Spaanse successen in de Slag bij Kallo te herdenken. De voorzijde toont Filips IV, de koning van Spanje te paard, met hoed op en scepter in de hand. De afbeelding op de keerzijde is een schip dat dreigt te kapseizen in de golven. Het schip verwijst naar de Slag bij Kallo, die grotendeels in en rond het water plaatsvond en waarbij een groot aantal Hollandse schepen werd buitgemaakt. Het feit dat de koning van Spanje zelf is afgebeeld, benadrukt het politieke belang van de overwinning. Filips IV had zijn broer kardinaalinfant Ferdinand opgedragen om de strategisch zo belangrijke stad Antwerpen te verdedigen.
Dit werk is een kopie naar een verdwenen Rubensschets van de Triomfboog van Filips IV, ter gelegenheid van de Blijde Intrede van kardinaal-infant Ferdinand van Oostenrijk (1635). Bij de plechtige intocht van de nieuwe landvoogd was de stad versierd met tijdelijke triomfbogen en podia naar ontwerp van Rubens. De Triomfboog van Filips IV, een eerbetoon aan de Spaanse koning, was opgericht aan het einde van de Huidevettersstraat. Theodoor van Thulden (1606-1669) nam deel aan de werkzaamheden bij de feestdecoraties voor de Blijde Intrede en voerde de gravures uit naar deze composities. De triomfboog, een houten constructie van ongeveer 21 meter hoog, verheerlijkte de Habsburgse dynastie en illustreerde hoe de Nederlanden onder het gezag waren gekomen van koning Filips IV, de broer van de kardinaal-infant. De boog heeft drie doorgangen, gescheiden door zuilen en pilasters op hoge basementen. Het grote tafereel boven de centrale doorgang toont het huwelijk van Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië, dochter en erfgename van Karel de Stoute. Door dat huwelijk werden de Nederlanden Habsburgs bezit. De figurengroep die het geheel bekroont - de Romeinse oppergod Jupiter en zijn echtgenote Juno - benadrukt het historische belang van deze echtverbintenis. Rondom de centrale doorgang zijn zes Habsburgse heersers over de Nederlanden afgebeeld; bovenaan de voorouders van Filips IV: keizer Maximiliaan I, Filips de Schone, Filips II en keizer Karel V; onder de keizers staan Filips III en Filips IV. Het huwelijkstafereel en de zes portretten waren afzonderlijke schilderijen die in de houten triomfboog waren geplaatst. Het historiestuk was van de hand van Jacob Jordaens, terwijl de zes portretten werden uitgevoerd
(10)
(11)
door Cornelis de Vos. Het huwelijkstafereel en vijf van de zes portretten zijn bewaard, verspreid in verschillende collecties. Tevens is de bekroning met het godenpaar bewaard gebleven in de collectie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Zowel Rubens’ schetsen voor de triomfbogen van de Blijde Intrede, als zijn schets voor De Zegewagen van Kallo zijn geïnspireerd op de Romeinse triomftocht, waarvan afbeeldingen uit de oudheid bewaard zijn gebleven op reliëfs en gemmen (halfedelstenen met een afbeelding). Onder invloed van Petrarca’s Trionfi ontstond bij beeldende kunstenaars vanaf de renaissance hernieuwde belangstelling voor de allegorie van de triomf.
9 Jacob Jordaens, Zoals de ouden zongen, piepen de jongen, ca. 1640, privécollectie, foto. Zoals de ouden zongen, piepen de jongen is een spreekwoord en betekent dat kinderen het voorbeeld van de ouderen volgen. Het spreekwoord, beschreven door Jacob Cats in 1632, is door Jordaens in verschillende versies uitgevoerd. We zien een vrolijk gezelschap, dat rond de tafel zit en een lied zingt. De titel van het lied is leesbaar op het tekstblad.
10 Detail van Jacob Jordaens, Zoals de ouden zongen, piepen de jongen, ca. 1640, privécollectie, foto. De titel van het lied Een Nieu Liedeken van Callo is duidelijk leesbaar op de vergroting van de detailopname. Twee andere versies van dit werk, in de musea van Ottawa en Valenciennes, verwijzen eveneens naar het liedje over de overwinning bij Kallo.
(12)
(13)
11 Tekst van het Liedeken van Kallo. De feestvreugde over de overwinning bij Kallo was groot en de tekst van het Liedeken van Kallo werd via pamfletten verspreid. Een dergelijk pamflet met twee versies, namelijk Een nieuw Liedeken van Calloy ende Verbroeck en een Nieu kluchtigh Liedeken van den Geusen Haes op uyt Calloy, wordt bewaard in het archief van de Universiteit Gent. Het pamflet, ook wel vliegend blad genoemd, bevat twee versies van het Liedeken van Kallo en een houtsnede. Het pamflet werd gedrukt in Antwerpen in 1638. De tekst van het Nieu kluchtigh liedeken van den Geusen Haes op uyt Calloy bestaat uit tien coupletten en werd gezongen op de wijze van een bestaand refrein: Hebbense dat ghedaen doense doense. Het eerste couplet luidt: De Geusen, de Geusen En die boose Fransen, boose Fransen, Sy quamen met veel Schepen aen Om in Calloy te dansen. Hebbense dat ghedaen doense doense? Hebbense dat ghedaen, Geus neef comt aen.
(14)
12 Theodoor van Thulden, naar Peter Paul Rubens, Het Toneel van Mercurius, 1639-1641, ets en gravure, Prentenkabinet Museum Plantin-Moretus, Antwerpen. Het Toneel van Mercurius stond opgesteld op de Sint-Jansbrug tijdens de intocht van kardinaal-infant Ferdinand in Antwerpen in 1635. Het podium symboliseert de bloei en de neergang van Antwerpen als centrum van de handel overzee. In de voortdurende oorlog tussen de Noordelijke Nederlanden en Spanje leidde de blokkade van de rivier de Schelde tot het verval van de welvaart van Antwerpen. Het middenpaneel is een voorstelling waarbij Mercurius, de god van de handel, Antwerpen verlaat. Mercurius houdt de staf en een geldbuidel in zijn omhoog geheven hand. Het is duidelijk dat hij op het punt staat om te vertrekken, terwijl een gevleugelde putto probeert te verhinderen dat hij wegvliegt door een slip van Mercurius’ mantel vast te houden. Het tafereel is gesitueerd aan de rivier de Schelde. Terwijl de handel in de persoon van Mercurius de stad Antwerpen gaat verlaten, ligt de riviergod Scaldis te sluimeren. Scaldis is de personificatie van de rivier de Schelde. De vrouw rechts is de stedenmaagd Antverpia; zij is de personificatie van de stad Antwerpen. Zij heeft een stedenkroon op haar hoofd, gevormd door stadsmuren en torens. Antverpia’s houding drukt wanhoop uit, zij is niet in staat om de god van de handel te verhinderen de stad te verlaten. Ook de voorwerpen rondom Antverpia symboliseren de verloren handel overzee. Zij knielt naast een ongebruikt anker en een omgekeerde boot waarop een slapende werkloze zeeman rust. Het tafereel links stelt Overvloed en Rijkdom voor en verwijst naar het rijke verleden van Antwerpen. We zien de stedenmaagd Antverpia die de rijkdommen in ontvangst neemt van de vrouw naast haar, met een cornucopia, een hoorn van overvloed in haar hand. Deze vrouw is
(15)
de personificatie van de Overvloed. In de nis daarnaast is de allegorische figuur Comus geplaatst. Hij is de god van de feestvreugde, die zo goed past bij de welvaart die hier is afgebeeld. Het tafereel rechts symboliseert Armoede en verval. Als verwijzing naar de povere situatie van het heden is de personificatie van de Armoede uitgebeeld als de moeder van een arm gezin. In de nis ernaast staat Industria. Zij is de dochter van de Armoede en verwijst naar het werken aan de fabricage van stoffen en andere goederen als bron van inkomsten, waartoe Antwerpen overging, nadat de handel voor de stad verloren was gegaan. Bovenop het toneel zijn de zeegoden Neptunus en Amphitrite te zien. Zij verwijzen naar de goede tijden toen Antwerpen nog een open verbinding had met de zee.
(16)
ALLEGORISCHE TRIOMFWAGENS 13 Hans Guldenmund, naar ontwerp van Albrecht Dürer, Triomfwagen van Keizer Maximiliaan I, 1527-1528 en/of 1545, houtsnede op papier, eerste en tweede blad, Prentenkabinet Rijksmuseum, Amsterdam. Deze houtsnede is een kopie naar Albrecht Dürers Grote Triomfwagen, ter ere van keizer Maximiliaan I. De volledige versie van de Grote Triomfwagen bestaat uit acht bladen. Het origineel (1518) werd door Dürer gepubliceerd in 1522, drie jaar na de dood van keizer Maximiliaan I. Dürer heeft een zegewagen ontworpen, die wordt getrokken door zes spannen van twee paarden. De wagen van de keizer wordt begeleid door tweeëntwintig personificaties die zijn deugden symboliseren. De eerste twee bladen tonen het deel met de keizerlijke triomfwagen. Keizer Maximiliaan is gekleed in een kroningsmantel. Hij draagt een keizerskroon op zijn hoofd en houdt een scepter en een palmtak in zijn handen. De overige keizerlijke symbolen, het zwaard en de rijksappel, staan op een kussen. Victoria (Overwinning) kroont Maximiliaan met een lauwerkrans en hij wordt begeleid door de kardinale deugden Justitia (Rechtvaardigheid), Temperantia (Gematigdheid), Fortitudo (Moed of Sterkte) en Prudentia (Voorzichtigheid of Wijsheid). De wagen wordt bestuurd door Ratio (Rede). De triomfwagen refereert niet aan een militaire overwinning, maar verheerlijkt de kwaliteiten van Maximiliaan als heerser.
(17)
14
15
Wierix (toegeschreven aan), De Triomfwagen van de Vrede, 1577, gravure, Prentenkabinet Rijksmuseum, Amsterdam.
Pieter Van der Borcht, De Zeewagen van Neptunus, 1599, gravure, Prentenkabinet Museum Plantin-Moretus, Antwerpen.
Het afbeelden van deze allegorische triomfwagen was tijdens de Tachtigjarige Oorlog een middel om de triomf van de vrede te symboliseren. De Pacificatie van Gent, een verdrag dat werd gesloten na de Spaanse Furie in 1576, beoogde om de eenheid tussen de Zeventien Provinciën van de Nederlanden te herstellen. Don Juan, de nieuwe gouverneur van de Nederlanden, ondertekende het Eeuwig Edict, dat de Pacificatie van Gent onderschreef, in februari 1577. Wierix’ gravure is een uitdrukking van de hoop op vrede die ontstond na ondertekening van dat verdrag. De triomfwagen als symbool van de vrede wordt getrokken door drie ezels. Op de wagen, waaraan de wapens van Filips II, Don Juan van Oostenrijk en het stadswapen van Antwerpen zijn bevestigd, zitten de personificaties van de Naastenliefde (Caritas), de Vrede (Pax) en het Verbond (Foedus). Achter de wagen lopen de vertegenwoordigers van de Staten-Generaal en links knielen de zeventien Provinciemaagden. De Oude Haat (Livor) en Eigenbaat (Proprium commodum) proberen de voortgang van de wagen te verhinderen en op de achtergrond wordt Tweedracht (Discordia) gewurgd in een trekwedstrijd tussen de krachten van Geweld (Violentia) en het Volk (Populus).
De Zeewagen van Neptunus, de Currus Triumphalis Neptuni, is de afbeelding van een praalwagen die werd gebouwd ter ere van de Blijde Intrede van de aartshertogen Albrecht en Isabella in 1599. We zien een triomfwagen met de goden van de zee Neptunus en Amphitrite. In overeenstemming met de Griekse mythologie wordt de wagen van Neptunus getrokken door twee Hippocampi, mythologische zeepaarden met een achterlijf als een vissenstaart. De teugels zijn in handen van twee putti die schrijlings op de rug van de zeepaarden zitten. De Zeewagen wordt begeleid door zeemeerminnen die hun haar kammen en in een spiegel kijken. De tritons, mythologische zeewezens met het hoofd en de romp van een man en de staart van een vis, dragen overwinningsvaandels en blazen op een schelp (een kinkhoorn). Neptunus en Amphitrite zitten op een troon onder een baldakijn, dat wordt gedragen door twee dolfijnen. Aan de rand van het baldakijn bungelen vissen als buit van de zee. Sinds 1599 reed de Zeewagen uit in de jaarlijkse Ommegang van Antwerpen. Het thema van de wagen van Neptunus komt veelvuldig voor als onderwerp in het werk van de Antwerpse schilder Frans Francken II (1581-1642).
(18)
(19)
16 Pieter van der Borcht, naar ontwerp van Maerten de Vos, Triomfwagen, 1595, kopergravure, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen. De Triomfwagen is een afbeelding van de wagen van Antverpia, een praalwagen bij de Blijde Intrede van aartshertog Ernest in Antwerpen in 1594. De stoet van de nieuwe heerser ontmoette bij de plechtige intocht allereerst de triomfwagen (currus triumphalis) waarop de stedenmaagd Antverpia was gezeten. Zij droeg in haar hand een lauwerkrans, die ze aan de landvoogd aanbood. Al sinds de intrede van prins Filips in 1549 was het de taak van Antverpia om de nieuwe vorst te verwelkomen. Antverpia is hier in het gezelschap van een aantal allegorische figuren. Aan haar rechterzijde Religio (Godsdienst) met boek en kruis, Obedientia (Gehoorzaamheid) met een zilveren juk en Reverentia (Eerbied) met een sluier. Aan de andere zijde zien we Fidelitas (Trouw) met een schild waarop een hondje was afgebeeld, Benevolentia (Welwillendheid) met een door twee handen vastgehouden hart in een lauwerkrans en Beneficii recordatio (Herinnering aan de Weldaad). Vooraan de wagen twee gelauwerde figuren in Romeins kostuum: zij symboliseren de goden die de stad beschermen (Penates Publici). Boven hun profiel met lauwerkrans is het embleem van Antwerpen, de burcht met twee handen, geplaatst. De personificaties op de triomfwagen zijn een uitdrukking van de houding van de stad ten opzichte van de nieuwe gouverneur. Vooraan op de wagen staat een tekst waarin Antverpia haar vertrouwen uitspreekt in de komende tijden onder de heerschappij van Ernest.
(20)
17 Elias van den Bossche, Allegorie op het Bestand en de Vereniging der Partijen, 1609, gravure, Prentenkabinet Rijksmuseum, Amsterdam. Deze prent van een triomfwagen is een allegorie op de Vrede en werd gemaakt naar aanleiding van de vredesonderhandelingen die in 1609 leidden tot het Twaalfjarig Bestand (1609-1621). De triomfwagen van de Vrede (Pax) wordt begeleid door Rechtvaardigheid (Justitia), Barmhartigheid (Misericordia) en Waarheid (Veritas). Op de voorgrond wordt de oorlogsgod Mars geboeid afgevoerd. Links zien we de aartshertogen Albrecht en Isabella en pater Jan Neyen, die de aartshertogen vertegenwoordigde bij de vredesbesprekingen met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Zij zijn in gezelschap van de vertegenwoordigers van de Staten-Generaal. Rechts leiden Maurits van Nassau, kapitein-generaal van het leger van de Republiek en Ambrogio Spinola, de Spaanse opperbevelhebber in de Zuidelijke Nederlanden, gezamenlijk de stoet van alle zeventien Provinciemaagden. Op de achtergrond worden de zwaarden tot ploegscharen omgesmeed. Bovenin zijn drie medaillons aangebracht met de portretten van Spinola, Albrecht en de graaf van Bucquoy. Onderaan twee medaillons met de portretten van Maurits en Frederik Hendrik. De prent getuigt van het optimisme ten aanzien van het bereiken van de vrede tussen de partijen in de Tachtigjarige Oorlog aan het begin van het Twaalfjarig Bestand.
(21)
18
19
Rubenswagen, prent, 1840, Prentenkabinet Museum Plantin-Moretus, Antwerpen.
Peter Paul Rubens, De Zegewagen van Kallo, 1638, olieverf op paneel, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
In 1840 herdacht Antwerpen dat Peter Paul Rubens (1577-1640) tweehonderd jaar eerder was overleden. De stad was versierd met triomfbogen, zuilen en uitbundige decoraties. De feesten duurden tien dagen en op de laatste feestdag werd een geboetseerd beeld van Rubens geplaatst, in afwachting van het bronzen beeld dat nog niet gereed was. Tijdens de feestelijkheden vond een ommegang plaats met de wagens van de Reus, de Reuzin, de Walvis, het Schip en de Scheepkens, daarna volgde de Rubenswagen. In het Kunst- en Letterblad van 1840 staat de volgende beschrijving: Daerop volgde de kunstenaers- of Rubenswagen- waervan de grootsch-heid alle bewondering afvergt. Hij heeft de gedaante van een schip met eenen grooten Tryton op den steven. Op de wagen was de volgende tekst aangebracht: Hulde aen Rubens door de kunstenaers. De Rubenswagen van 1840 is een replica naar Rubens’ ontwerp voor De Zegewagen van Kallo, 1638, waaraan enkele doelmatige wijzigingen werden aangebracht. Zo werden de krijgsgevangenen aan de voet van de trofee vervangen door vier kunstschilders en een eenvoudige vlaggenmast verving de oorspronkelijke metershoge trofee. Bij de Rubensfeesten van 1877 werden plannen gemaakt voor een Rubenswagen, ontworpen door de kunstschilder Hendrik Verbuecken. De kosten werden op acht à negenhonderdduizend francs geraamd. De negentiendeeeuwse praalwagen werd, zij het niet in optimale toestand, bewaard in een magazijn van de stad Antwerpen. Ter gelegenheid van het Rubensjaar in 1977 werd de wagen ingrijpend gerestaureerd, onder meer werden vermolmde delen vervangen en enkele figuren in polyester uitgevoerd. Tijdens de Rubenstentoonstelling van 1977 werd de wagen als een blikvanger opgesteld voor het gebouw van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen.
Rubens ontvangt in 1638 een opdracht van de stadsmagistraat van Antwerpen voor het ontwerpen van een zegewagen om de overwinning bij Kallo te vieren. In zijn ontwerp baseert hij zich op zijn kennis van de klassieke oudheid en de renaissance. Het ontwerp bevat elementen van een Romeinse triomftocht, zoals de trofee en de krijgsgevangenen. De allegorische wagen wordt bevolkt door personificaties, die een abstract idee vertegenwoordigen. In de renaissance ontstond een hernieuwde belangstelling voor allegorische figuren. Tegelijkertijd zien we in Rubens’ ontwerp de invloed van de Antwerpse beeldtraditie. De praalwagen is versierd met zeewezens die verwijzen naar Antwerpen als havenstad en traditiegetrouw neemt de stedenmaagd Antverpia een belangrijke plaats in.
(22)
Rubens heeft de allegorie op de overwinning bij Kallo geplaatst op een zegewagen in de vorm van een schip, waarvan de mast is vervangen door een enorme trofee. De vorm van een schip verwijst naar Felicitas of geluk. De militaire trofee bestaat uit veroverde wapenrustingen, standaards, banieren en wapenschilden die op de vijand werden buitgemaakt. Daarboven zijn een lauwerkrans, vlaggen, Habsburgse familiewapens, een kardinaalshoed en een gouden kroon bevestigd, en in de top prijkt een laurierboom. De tekst op twee linten verklaart de herkomst van de krijgsbuit. De tekst luidt als volgt: DE GALLIS CAPTA FUGATIS (veroverd op de vluchtende Fransen) en CAESIS DETRACTA BATAVIS (veroverd op de verslagen Hollanders). Naast de trofee staan twee Victories die de overwinning symboliseren. De
(23)
roem van de overwinning wordt onderstreept door twee Fama (personificaties van de Roem) met trompetten. Rechts van de trofee staat een tekstaanduiding die is bestemd voor de banieren van de trompetten (Inde vaenen vande Trompetten van Fama): VICTOR IO en IO TRIUMPHE (leve de overwinnaar, leve de triomf). In de oudheid werden de Romeinse overwinnaars met deze kreten toegejuicht tijdens hun triomftocht. Providentia, Augusta bestuurt de zegewagen. De inscriptie van haar naam is naast haar hoofd aangebracht. Providentia betekent Voorzienigheid, Augusta refereert aan de Romeinse heerser Augustus. Zij symboliseert de voorzienigheid van de Spaanse koning. Zij draagt een lauwerkrans als symbool van de overwinning en is afgebeeld met twee gezichten, een gezicht dat vooruitkijkt naar de toekomst en een gezicht dat omziet naar het verleden. Zij lijkt op Prudentia (Voorzichtigheid of Wijsheid), één van de kardinale deugden, die ook wel zo wordt afgebeeld. Op de grond, naast Providentia, staat een brandende vuurbol. Achter haar, op een verhoogd plateau, knielen Antverpia en Audomarum, de stedenmaagden van Antwerpen en St. Omer. Hun namen staan vermeld in de inscripties boven hun hoofd. Beide stedenmaagden dragen een kroon in de vorm van een stadsmuur met vestingtorens. Antverpia’s kroon is versierd met een krans van rozen, zij draagt de kleuren van de stad Antwerpen: rood en wit. Audomarum, in een gele mantel, leunt met haar linkerhand op een wapenschild. De houding en gebaren van de beide stedenmaagden lijken hun vreugde uit te drukken over de behaalde overwinning. De personificaties Virtus (Deugd, ook wel Moed of Standvastigheid) en Fortuna (Fortuin, ook wel Toeval of Geluk) staan op het achtersteven van het schip. Ook zij zijn gerelateerd aan de overwinning: Virtus symboliseert de militaire kracht en draagt een helm, een zwaard en een bliksemschicht en Fortuna is het symbool van het fortuin, het
(24)
geluk dat afwisselend soms mee- of tegenwerkt, net zoals de wind die haar gewaad doet opwaaien. Zij vertegenwoordigt eveneens de goede vaart, haar hand rust op een scheepsroer. Aan de voet van de trofee zitten drie krijgsgevangenen, zij verwijzen naar de Hollanders en Fransen die zijn gevangengenomen na de overwinningen bij Kallo en St. Omer. De zegewagen is versierd met festoenen en met golvende decoraties die uitmonden in kwabachtige motieven. Zeewezens, zoals de dolfijn met een putto schrijlings op zijn rug en de triton die op zijn kinkhoorn blaast, lijken al zwemmend het schip te begeleiden. Zij verwijzen naar de overwinning op en rond het water van de Schelde. In de geopende bek van een vuurspuwende zeedraak gaat de disselboom van de wagen schuil. Boven het achtersteven van het schip is het stadswapen van Antwerpen geplaatst met de dubbele adelaar boven en de stadsmuren en uitgespreide handen beneden. De opdracht van het stadsbestuur voor het ontwerpen van een triomfwagen kan worden gezien als een vorm van stedelijke propaganda. Tegelijkertijd was het ontwerp van de triomfwagen een teken van loyaliteit aan de Spaanse heerser, op wiens bevel een aanval op de stad Antwerpen succesvol werd afgeslagen.
(25)
20 Theodoor van Thulden, naar Peter Paul Rubens, Laurea Calloana, 1642, kopergravure in: Gevartius, Pompa Introitus Ferdinandi, Antwerpen 1642, Prentenkabinet Museum Plantin-Moretus, Antwerpen. In 1641 besloot de stadsmagistraat van Antwerpen om een prent naar Rubens’ ontwerp voor de Zegewagen als appendix toe te voegen aan het kostbare geïllustreerde gedenkboek van de Blijde Intrede van kardinaal-infant Ferdinand in 1635: Gevartius, Pompa Introitus Ferdinandi. Antwerpen 1642. De gravures waarmee deze uitgave is geïllustreerd, werden gemaakt door Theodoor van Thulden. De beschrijvende tekst, die achterin het boek de uitleg geeft over de betekenis van Rubens’ ontwerp voor De Zegewagen van Kallo, wordt geïllustreerd met de gravure Laurea Calloana. De gravure lijkt een exacte kopie te zijn van Rubens’ olieverfschets en het is mogelijk dat Van Thulden de olieverfschets als voorbeeld gebruikte. In vergelijking met het origineel zien we dat Van Thulden een span paarden toevoegde. Hij zette de vuurbol op de piëdestal van de wagen en voegde een overzicht toe van het slagveld bij Kallo. Het boek Pompa Introitus Ferdinandi werd gedrukt in Antwerpen in 1642 en in 1643 op de markt gebracht.
(26)
DE OMMEGANG VAN ANTWERPEN Al vanaf de middeleeuwen was de Ommegang een belangrijke gebeurtenis in het kerkelijk jaar. Het oudste verslag van de jaarlijkse processie, een document uit 1324 in het Antwerpse stadsarchief, toont aan dat de ommegangen in Antwerpen al plaatsvonden vanaf het begin van de veertiende eeuw. In de vroegste processies werden relikwieën van een heilige rondom de kerk en door de straten gedragen. Oorspronkelijk stonden religieuze onderwerpen centraal in de Ommegang, maar gaandeweg kregen wereldlijke thema’s de overhand. Zo werd de Walvis, oorspronkelijk vergezeld door Jona, later vertoond in het gezelschap van Neptunus, de god van de zee. Het bijbelse thema van de reus Goliath werd in de zestiende eeuw eveneens profaan, doordat het onderwerp veranderde in de figuur van de stadsreus Druon Antigoon.
(27)
21
22
Alexander van Bredael, Cortège à Anvers, 1697, olieverf op doek, Musée de l’Hospice Comtesse, Lille.
Alexander van Bredael, Fête traditionelle à Anvers, 1697, olieverf op doek, Musée de l’Hospice Comtesse, Lille.
Alexander van Bredael (1663-1720) was gespecialiseerd in het weergeven van straat- en marktscènes en religieuze feesten, zoals de Ommegang van Antwerpen op 15 augustus, de feestdag van Maria-Tenhemelopneming. Van Bredael laat ons een deel van de feestelijke Ommegang op de Grote Markt zien, tegen de achtergrond van het stadhuis van Antwerpen. De aankomst op de Grote Markt vormde zo te zien het hoogtepunt van de feestelijke processie. Rijk versierde praalwagens met kleurrijk gekostumeerde personen maken deel uit van de stoet. Rechts vermoedelijk de Stedenwagen met de stedenmaagden, vooraan de Kameel, die oorspronkelijk deel uitmaakte van de kerststal, maar vervolgens zelfstandig het feest opluisterde. Links bij de gevel van het stadhuis zien we de Hel, weergegeven als een donkere monsterkop waar rook en vuur uit komt. In het midden de Zeven Smarten van Maria. Beide werken van Van Bredael laten duidelijk zien dat de Ommegang in Antwerpen een vrolijk, uitgelaten feest was, waaraan publiek uit alle rangen en standen van de samenleving deelnam. We zien muzikanten, potsenmakers, vaandeldragers te paard, er staat een tent op het plein en er worden etenswaren verkocht. Het schouwspel wordt zowel vanaf het plein als vanuit het stadhuis en de gildehuizen gadegeslagen.
Bij dit deel van de Ommegang is op de achtergrond de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen te zien. Ook hier delen jong en oud in de feestvreugde. Centraal staat de waterspuwende Walvis, waarop Neptunus is gezeten, herkenbaar aan de drietand die hij in de lucht zwaait. De waterstraal van de Walvis veroorzaakt een vrolijke paniek bij de groep feestgangers links op de voorgrond. De grote vis wordt traditioneel gevolgd door de kleine Dolfijntjes. Een deftig gezelschap rechts lijkt geïnteresseerd te zijn in de koopwaar van een marskramer. Links zien we de praalwagen van Apollo en de Muzen; achter de Walvis is de Reus opgesteld; rechts daarvan één van de kleine Scheepkens en daarnaast de Olifant die Fortuna op zijn rug draagt. Geheel rechts het grote Schip van het handelsgilde, getooid met volle zeilen en wapperende vlaggen, bemand door zeelieden en geplaatst op een wagen waarop de golven van de zee zijn afgebeeld.
(28)
(29)
23 Ordre van den Ommeganck, vermoedelijk laat-zeventiende-eeuws handschrift met de scenografie van de Ommegang op de Grote Markt, Stadsarchief Antwerpen. Een zeventiende-eeuws handschrift getiteld Ordre van den Ommeganck in het Stadsarchief van Antwerpen beschrijft nauwkeurig de organisatie en de uitvoering van een feestelijke Ommegang op de Grote Markt. Zo wordt de tijd van het optreden aangegeven (Ten 10 uren precies ...), evenals de afstand tussen de ommegangwagens (omtrent 50 stappen). Ook hun plaats in de stoet en de volgorde van de route door de straten en over het marktplein worden beschreven. De muzikanten met cimbalen en trompetten gaan voorop, dan volgen het grote Schip, de kleine Scheepkens, de Walvis, de kleine Dolfijntjes en de Zeewagen. Hoornspelers begeleiden de Maagdenwagen, de Wagen van Sint Michael en de Parnassusberg, terwijl de Reus, de Kameel, de Leeuw, de Kleine Reuzen en de Olifant de feestelijke parade besluiten. De Ommegang werd goed georganiseerd. Een deel van de processie wachtte in de Hooghstraat, terwijl de stoet op de Grote Markt werd geregisseerd door de aenlijders. Muzikanten en wagens volgden hun aanwijzingen: sommige wagens cirkelden rond, anderen stonden stil opgesteld of manoeuvreerden juist in een complex patroon over het marktplein (laverende door malkanderen). De voorstelling van de Parnassusberg was voorzien van een waterstroom en ook de water spuitende Walvis moet een sensationeel schouwspel zijn geweest. In de kantlijn van het document staat een aanwijzing geschreven over de organisatie van de watervoorraad: Denk eraan om bakken water klaar te zetten op de trappen van het stadhuis ofwel tobben te stellen op de plette vant stadhuijs.
(30)
Schaalmodellen van ommegangfiguren Als onderdeel van de expositie Triomf op Wielen zijn verschillende schaalmodellen (bozzetti) van de Antwerpse ommegangfiguren in de overige zalen van Museum Rockoxhuis geplaatst. Enkele maquettes van de serie zijn als volgt gesigneerd: Ant. Hoefnaegels 1916. Zij werden in 1916 en 1936 tentoongesteld op de folklore tentoonstellingen Ons Volksleven. In 1936 werd de tentoonstelling georganiseerd door het Koninklijk Kunstverbond in de Arenbergstraat, Antwerpen.
Audiovisuele presentatie Triomf op Wielen De Ommegang van Antwerpen is een stoet met een eeuwenoude traditie. In een audiovisuele presentatie bij de expositie worden afbeeldingen getoond van ommegangfiguren doorheen de eeuwen. De presentatie toont ook detailopnames van Rubens’ olieverfschets De Zegewagen van Kallo. (Projectiezaal van het Rockoxhuis) Bezoekers van de tentoonstelling worden uitgenodigd om een rondgang door het museum te maken langs de ommegangfiguren en kunnen vervolgens de audiovisuele presentatie in de Projectiezaal bekijken.
(31)
Praktisch Van 11 februari tot 13 mei 2012 Museum Rockoxhuis, Keizerstraat 12, 2000 Antwerpen Open van dinsdag tot zondag, van 10 tot 17 uur Gesloten op maandag, behalve op paasmaandag (9 april 2011) Gedeeltelijk toegankelijk per rolstoel Prijzen Individuele bezoekers 2,50 euro Groepen vanaf 15 personen, per persoon 1,25 euro OKV-museumkaart 1,25 euro Ouder dan 18 en jonger dan 26 1,25 euro Ouder dan 60 en jonger dan 19 gratis Vrienden van het KMSKA en het personeel gratis KBC-cliënten en KBC-medewerkers gratis Scholieren en studenten in groep gratis VMV- en ICOM-leden gratis Personen met een handicap gratis Werkzoekenden gratis Elke laatste woensdag van de maand is het museum gratis toegankelijk. Rondleidingen voor groepen Groepsbezoeken onder leiding van stadsgidsen zijn mogelijk. Reservatie gebeurt bij de Toeristische Dienst van Antwerpen, Gidsenbeurs, Grote Markt 15, 2000 Antwerpen, tel. 03 232 01 03 of 03 338 95 30.
Colofon Tentoonstelling Organisatie: Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen in samenwerking met Museum Rockoxhuis Curatoren: Ank Adriaans en Valérie Herremans Coördinatie: Christine Van Mulders en Hildegard Van de Velde Audiovisuele presentatie Tekst: Ank Adriaans Foto’s: Adri Verburg en Marie Geraerts Stem : Dierdre Timp Opname stem : Peeters Productions nv Productie: Adri Verburg Bezoekersgids Tekst: Ank Adriaans Taaladvies: KBC-Taaldienst Vormgeving: Luc Geyskens Drukwerkcoördinatie: Eddy Moyaers Afbeelding cover: Peter Paul Rubens, De Zegewagen van Kallo, KMSKA © Lukas – Art in Flanders