Rotterdam Evenementenstad? Een onderzoek naar het imago van Rotterdam als evenementenstad
Ilse Heijnen (603922) Drs. G.C. Bartels 16 augustus 2010 Masterthesis Leisure Studies Faculteit Sociale Wetenschappen
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Voorwoord Na een lange studieperiode van zeven jaar (HBO Sportmanagement en master Leisure Studies) kan ik met trots mijn studentenleven achter me laten. Dit leven speelde zich in Den Haag en Tilburg af. Helaas heb ik tijdens mijn studies nooit de mogelijkheid kunnen aangrijpen in Rotterdam te studeren of stages te lopen. Mijn voorliefde en enthousiasme voor Rotterdam, waar ik ben geboren en woon, heeft een grote rol gespeeld bij de totstandkoming van dit onderzoek. Dit heeft er ook voor gezorgd dat ik met veel plezier aan deze masterthesis heb gewerkt en een gedegen onderzoek heb kunnen neerzetten waarin het imago dat de Rotterdammers hebben van Rotterdam als evenementenstad is onderzocht. Deze masterthesis is mede tot stand gekomen met de ondersteuning van drs. G.C. Bartels in de masterthesis groep Marketing of Tourism waarvoor mijn dank. Hiernaast gaat mijn dank uit naar mijn ouders die mij alle ruimte hebben gegeven deze studie te kunnen doen. Hiernaast wil ik ook mijn studiegenoten Lonneke Vossen en Joyce Schneijdenberg bedanken. Dankzij hen was er altijd plaats om ons hart te luchten of om tussen serieuze zaken door een vrolijk en luchtig tintje aan het studeren te geven. Rotterdam, augustus 2010.
1
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
2
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Inhoud Samenvatting
7
1.
Inleiding
9
1.1 Beeldvorming van steden en citymarketing
9
1.1.1 Rotterdam City Marketing
11
2.
3.
4.
1.2 Aanleiding
12
1.3 Probleemstelling
13
1.4 Verantwoording keuze
14
1.5 Doel van het onderzoek
14
1.6 Relevantie
14
1.7 Opbouw
15
Theoretisch kader
17
2.1 Inleiding
17
2.2 Identiteit
17
2.3 Samenhang identiteit en imago
19
2.4 Imago
19
2.4.1 Wat is imago?
19
2.4.2 Invloeden op imago
21
2.4.3 Meten van imago
23
Conceptueel model
25
3.1 Hypothesen
25
3.2 Type onderzoek
28
Methode
29
4.1 Onderzoeksstrategie / onderzoeksdesign
29
4.2 Data verzameling
29
4.3 Onderzoeksinstrumenten
29
4.4 Data analyse kwantitatief onderzoek
30
4.5 Populatie en de steekproef
30
4.5.1 Niet representatieve steekproef 5.
33
Voorbereiding op de analyse
35
5.1 Factoranalyse
35
5.2 Betrouwbaarheidsanalyse afhankelijke variabelen
36
5.2.1 Betrouwbaarheidsanalyse: positief imago
36
5.2.2 Betrouwbaarheidsanalyse: negatief imago
36
5.2.3 Betrouwbaarheidsanalyse eerste en tweede schaal samen
36 3
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
5.2.4 Betrouwbaarheidsanalyse: persoonlijke houding Rotterdammers
37
5.2.5 Betrouwbaarheidsanalyse: erkenning impact op Rotterdam
38
5.2.6 Betrouwbaarheidsanalyse: Geschiktheid ‘Rotterdam
38
evenementenstad’ 5.3 Betrouwbaarheid onafhankelijke variabelen
38
5.3.1 Onafhankelijke variabele 7: Gevoel van verbondenheid
39
5.3.2 Onafhankelijke variabele 9: Media invloed
39
5.3.3 Onafhankelijke variabele 10: Noodzaak veiligheidsmaatregelen
39
5.3.4 Onafhankelijke variabele 11: Overeenstemming aanbod met
40
wensen & behoeften 5.3.5 Onafhankelijke variabele 12: Ervaring (1998-2008 en 2009) 5.4 Assumpties Regressie analyse
6.
40 41
5.4.1 Meetniveau variabelen
41
5.4.2 Multicollineairiteit
41
5.4.3 Lineairiteit
41
5.4.4 Homoscedasticiteit / homogene varianties
42
5.4.5 Uitbijters
42
5.4.6 Normaal verdeling / normaliteit
42
5.4.7 Onafhankelijke waarnemingen
43
Resultaten
45
6.1 Samenhang onafhankelijke variabelen met imagodimensies
45
(regressieanalyses) 6.1.1 Eerste regressieanalyse: Affectief imago
46
‘Rotterdam evenementenstad’ 6.1.2 Tweede regressieanalyse: Persoonlijke houding Rotterdammers
49
6.1.3 Derde regressieanalyse: Erkenning effecten op Rotterdam
52
6.1.4 Vierde regressieanalyse: Geschiktheid van Rotterdam als
55
Evenementenstad 6.1.5 Overzicht significantieniveaus en beta-waarden 6.2 Huidig imago
7.
57 59
6.2.1 Rapportcijfer imago
59
6.2.2 Gemiddelden imago schalen
60
6.2.3 Afhankelijke variabelen nader bekeken
60
6.2.4 Sfeer van de evenementen
63
6.2.5 Mate van aanspreken
64
Toekomst na de strandrellen?
67
7.1 Een veranderend imago?
67
7.2 Aangescherpt veiligheidsbeleid
69
7.3 Invloed op bezoekgedrag en het imago?
71 4
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
8.
7.4 Rol van de media
72
7.5 Conclusie naar aanleiding van de actualiteit
73
7.5.1 Afname imago
73
7.5.2 Hoorzitting gemeenteraad
74
Conclusie, reflectie en aanbevelingen
77
8.1 Resultaten in relatie tot de onderzoeksvragen/hypothesen
77
8.1.1 Wat is het imago van Rotterdam als evenementenstad?
77
8.1.2. Relatie tussen onafhankelijke variabelen en het imago
77
8.1.3 Identiteit en het imago
86
8.2 Reflectie op de algemene onderzoeksvragen, onderzoeksdoel en de
87
wetenschappelijke/sociale relevantie. 8.3 Reflectie op het onderzoeksproces
9.
88
8.3.1 Reflectie op theorie en conceptueel model
88
8.3.2 Reflectie op de methode van onderzoek
89
Executive summary
91
9.1 Specifieke aanbevelingen
91
9.2 Aanbevelingen voor verder onderzoek
92
10.
Literatuur
93
11.
Bijlagen
95
11.1 Artikel Metro
95
11.2 Artikel Trouw
96
11.3 Artikel Algemeen Dagblad
97
11.4 Persbericht bestuursdienst
99
11.5 Artikel Stadskrant
101
11.6 De vragenlijst
103
11.7 Factoranalyse met alle onafhankelijke variabelen
116
11.8 Definitieve factoroplossing
117
11.9 Betrouwbaarheidsanalyse afhankelijke variabelen
118
11.10 Betrouwbaarheidsanalyse onafhankelijke variabelen
122
11.11 Dummyvariabelen
128
11.12 Correlatietabel onafhankelijke variabelen
130
11.13 Residual plots imago schalen
134
11.14 Uitbijters test
135
11.15 Normale verdeling
138
11.16 ANOVA tabellen regressieanalyses
140
11.17 Frequency tabellen & cirkeldiagrammen imago schaal 1
142
11.18 Frequency tabellen & cirkeldiagrammen imago schaal 2
148 5
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.19 Frequency tabellen & cirkeldiagrammen imago schaal 3
152
11.20 Frequency tabellen & cirkeldiagrammen imago schaal 4
155
11.21 Artikel de Pers
157
11.22 Artikel Algemeen Dagblad
158
11.23 Artikel NRC Handelsblad
159
11.24 Nieuwsbericht RTV Rijnmond
160
11.25 Resultaten stellingen veiligheid en incidenten
161
11.26 Resultaten invloed op bezoekgedrag en het imago
165
11.27 Intenties en bezoekgedrag 2009
168
11.28 Resultaten media invloed
172
11.29 Uitgebreide aanbevelingen n.a.v. executive summary
178
11.30 Aanbevelingen COT-rapport Strandrellen Hoek van Holland
182
6
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Samenvatting De aanleiding van dit imago onderzoek onder Rotterdammers zijn de strandrellen in Hoek van Holland. Hoe denken Rotterdammers over Rotterdam als evenementenstad na deze rellen? Dit onderzoek heeft als doel het onderzoeken van het huidige imago van Rotterdam als evenementenstad, het vaststellen van factoren die invloed hebben op het imago en het analyseren wat de ontwikkeling is van het imago. Imago is niet eenvoudig te meten. Uit dit onderzoek komen vier dimensies van het imago naar voren. Dit zijn het affectieve (gevoelsleven en emoties) imago van Rotterdam als evenementenstad, de persoonlijke houding van de Rotterdammers, de erkenning van de impact van evenementen op Rotterdam en de mate van de geschiktheid als evenementenstad. Aan de hand van literatuuronderzoek zijn factoren gedefinieerd die van invloed kunnen zijn op het imago. In dit onderzoek komen vier factoren naar voren die de meeste samenhang vertonen met het imago van Rotterdam als evenementenstad. Dit zijn het gevoel van verbondenheid met de stad, overeenstemming van het evenementenaanbod met de wensen en behoeften van de inwoners, media invloed, en de mate waarin Rotterdammers veiligheidsmaatregelen nodig achten. Naast deze invloeden is onderzocht hoe de Rotterdammers hun stad als evenementenstad waarderen. Rotterdam als evenementenstad krijgt in dit onderzoek het rapportcijfer 7.4. Deze score is vergeleken met de scores op de imagoschalen en komt met deze imagoschalen overeen. Aan de hand van dit rapportcijfer, de gemiddelden van de imago schalen (gemeten met een Likert-schaal van één tot en met zeven) en het meten van de sfeer is het huidige imago ruim voldoende tot goed te noemen. Wat opvalt, is dat men ook aangeeft dat het imago slechter is geworden in het afgelopen jaar. Er is geanalyseerd of men van mening is dat incidenten hier de oorzaak van zijn. Dat blijkt inderdaad het geval. Uit een nadere bestudering van de media-invloed blijkt dat niet alleen incidenten maar ook negatieve berichten in de media invloed hebben op een daling van het imago. De massaal gesteunde aanscherping van het veiligheidsbeleid vinden Rotterdammers op zijn plaats om incidenten als de strandrellen van Hoek van Holland in de toekomst te voorkomen. Naast deze daling is het opmerkelijk dat men massaal aangeeft niet door incidenten weg te zullen blijven bij evenementen. De analyse van de intenties voor bezoek in de toekomst onderschrijven dit resultaat. Er zijn meer mensen van plan één of meerdere grootschalige gratis evenementen te gaan bezoeken in de toekomst dan dat zij in het evenementenseizoen van 2009 hebben gedaan. Hier kan uit worden opgemaakt dat het voor Rotterdammers belangrijk is incidenten zo veel mogelijk te voorkomen door middel van aanscherping van het veiligheidsbeleid, omdat zij aangeven dat incidenten imagoschade tot gevolg kunnen hebben. De Rotterdammers geven op dit moment een goede waardering voor hun stad als evenementenstad. Door incidenten uit het verleden blijft men niet weg van evenementen. Uit
7
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
dit onderzoek blijkt dat aanscherping van het veiligheidsbeleid volgens de respondenten een verstandige keuze is. Dit is van belang om imagoschade te voorkomen.
8
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
1. Inleiding 1.1 Beeldvorming van steden en citymarketing De afgelopen jaren zijn uiterlijke kenmerken van steden erg veranderd. Het wegtrekken van industrie uit binnensteden is hier voor een groot gedeelte de oorzaak van. Pellenbarg (in Jobse en Musterd, 1994) merkt op dat vooral de oude industrie- en havensteden nog kampen met een oud imago. Deze steden zijn tijdens de postindustriële revolutie getransformeerd nadat de industrie uit deze steden wegtrok. Vaak klopt het oude beeld dat mensen hebben niet meer met de werkelijkheid. Met het oog op de toenemende concurrentie tussen steden kunnen deze oude imago’s een (zware) handicap zijn bij het aantrekken van nieuwe bewoners of toeristen. Dit kan het ontwikkelen van een sterke concurrentiepositie in de weg staan. Rotterdam probeert het oude imago van havenstad, noeste arbeid en kil en koud weg te poetsen. Deze ‘oude imago’s’ vormen de werkelijke identiteit van een stad. Door middel van citymarketingstrategieën kan een poging worden gedaan deze werkelijke identiteit overeen te laten komen met de gewenste identiteit. Hieronder wordt kort ingegaan op hoe de promotie van steden begonnen is en hoe hieruit de marketinggerichte benadering van steden is ontstaan. Het promoten van steden is begonnen in de jaren ’80 en is verder toegenomen in de jaren ’90. Uitgaven voor het promoten van de stad (citymarketing) zijn in het verleden niet altijd zinvol besteed. Vaak wordt het geld besteed aan campagnes die gericht zijn op het promoten van een gunstige centrale ligging en een plezierige woonomgeving. Volgens Van den Berg (in Jobse en Musterd, 1994) heeft een dergelijke ongenuanceerde en weinig productgerichte benadering waarbij steden zich niet profileren, weinig te maken met marketing. Promotie wordt nog te vaak als het belangrijkste onderdeel van een marketingproces gezien. Kotler (in Jobse en Musterd, 1994) stelt dat reclame maar een klein onderdeel is van het marketingproces. Wanneer een stad in problemen verkeert, bijvoorbeeld wanneer het toeristenaantal dalende is, zal promotie alleen niet effectief genoeg zijn om dit op te lossen. Volgens Jobse en Musterd (1994) kan een evenwichtige stedelijke stimulering niet alleen gebaseerd zijn op promotie en het creëren van imago’s. Hiervoor is ook productontwikkeling nodig, gebaseerd op de vraag van inwoners en bezoekers. Deze activiteit wordt aangeduid met citymarketing. Naast promotie van de stad en het bouwen aan imago moeten lokale beleidsmakers eerst een goed inzicht verkrijgen in de eigen concurrentiepositie. Een inzicht in het eigen functioneren op lokaal, nationaal en mondiaal niveau is een vereiste om niet achterop te raken bij concurrerende steden. Volgens Kotler (in Jobse en Musterd, 1994) is daarvoor een meer strategische aanpak zoals strategic market planning nodig. Voor een succesvolle stedelijke ontwikkeling moeten de volgende zeven activiteiten worden ontwikkeld.
9
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
1. Analyseren van relevante maatschappelijke ontwikkelingen op verschillende ruimtelijke niveaus. 2. Scheppen van inzicht in de behoeften, wensen en gedragingen van interne en externe doelgroepen. 3. Ontwikkelen van een realistische visie op de mogelijkheden die een stad heeft. 4. Ontwerpen van uitvoerbare plannen ter realisatie van deze visie. 5. Bevorderen van lokale consensus. 6. Evalueren van de voortgang die met de genoemde plannen is bereikt. 7. Opbouwen van een effectieve organisatie die de bovenstaande activiteiten kan uitvoeren. Van belang voor deze masterthesis is de tweede activiteit die Kotler (in Jobse en Musterd, 1994) aanhaalt: “Scheppen van inzicht in de behoeften, wensen en gedragingen van interne en externe doelgroepen.” Dit punt van Kotler (in Jobse en Musterd, 1994) zal worden meegenomen in deze masterthesis omdat het belangrijk is te weten wat de wensen en behoeften zijn van de inwoners van Rotterdam en of dit overeenkomt met de doelstelling (welke later aan de orde komt) van het stadsbestuur. Vaak bestaat de neiging bij citymarketing om alleen gericht te zijn op het aantrekken van bedrijven en van bezoekers van buitenaf. Ook de interne citymarketing moet in ogenschouw worden genomen; bewoners en het eigen bedrijfsleven zijn hierbij van groot belang. Naast participatie van de overheid en het bedrijfsleven dient citymarketing ook draagvlak voor hun activiteiten en doelstellingen te creëren bij bewoners van de stad. Voogd (2004) merkt op dat in de ruimtelijke planning rekening gehouden moet worden met de vraagzijde (gebruikers van de stad zoals inwoners en toeristen) en de aanbodzijde (de stad en haar bestuur, zoals figuur 1.1 duidelijk maakt). De vraag naar voorzieningen in een stad (bijvoorbeeld evenementen) hangt niet alleen af van de kwaliteit, maar ook van het imago dat een gebruiker (bijvoorbeeld een inwoner) heeft. Voogd (2004) beschrijft het concept citymarketing als een proces om een stedelijke ruimte zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de wensen van doelgroepen. Figuur 1.1: Marketing gerichte benadering: afstemming vraag en aanbod. Bron: Voogd (2004)
Vraag Doelgroepen Kenmerken Gedrag Behoeften/wensen
Aanbod imago
gebruik
Ruimtelijke functies Stedelijke structuren Stedelijke processen Stedelijk beleid
In toenemende mate wordt een stad steeds meer als een marktproduct gezien. Dit wordt de vermarkting van de stad genoemd. Hierin is het belangrijk de grootste groep gebruikers van de stad (de inwoners) bij het proces van citymarketing te betrekken. Kotler (1999) benadrukt 10
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
het bovenstaande. Volgens Kotler moeten in ideale zin alle ingezetenen van een stad zich kunnen identificeren met de stad. Dit wordt door Kotler (1999) pride building (bouwen aan een gevoel van trots) genoemd. Een trots gevoel zorgt voor initiatiefrijke burgers. Deze burgers zijn eerder bereid zich belangeloos in te zetten en zijn positief over de stad. Nu het belang van citymarketing duidelijk is, wordt in de onderstaande subparagraaf 1.1.1 ingegaan op de situatie van Rotterdam. 1.1.1 Rotterdam City Marketing Het imago van Rotterdam komt tot stand door de beelden, associaties en ervaringen die belangengroepen (waaronder de inwoners) koppelen aan de stad. De gewenste identiteit (zie paragraaf 2.2) is datgene wat de stad wil zijn. In het geval van Rotterdam: Rotterdam Evenementenstad! Hiernaast heeft Rotterdam nog andere gewenste identiteiten die zij willen nastreven en/of behouden zoals Jongerenhoofdstad (Your World project), Studentenstad en Art City 2009-2010. Op de website www.rotterdam.info (gericht op bezoekers van de stad) komt in het promotiefilmpje duidelijk naar voren waar de stad voor staat. Hierin is te zien dat het havengebied een belangrijke pijler is van de identiteit: World Port World City. Hiernaast legt het promotiefilmpje met flitsende muziek en snelle beelden de nadruk op het bedrijfsleven, architectuur, sport, design, experience (evenementen), een stad om in te wonen. Voor het bewerkstelligen van citymarketing in Rotterdam is de stichting Rotterdam Marketing in het leven geroepen. Deze stichting is verantwoordelijk voor de volgende zaken: •
het stimuleren van het gebruik van het vrijetijdsaanbod en het zakelijk toeristische aanbod
•
het stimuleren van de omzet, gegenereerd door de gebruikers van het vrijetijdsaanbod en het zakelijk toeristische aanbod
•
het stimuleren van het verbeteren van het imago van de stad, specifiek gericht op het imago van het vrijetijdsproduct (hieronder vallen onder andere evenementen) en het zakelijk toeristische product van Rotterdam.
Op de website van Rotterdam Marketing geeft de stichting de volgende inleiding over de ‘Rotterdam Brand Strategy’: Rotterdam als merk (zie kader). Rotterdam is een stad om trots op te zijn. Die trots mogen we uitdragen ook. ‘We’, dat zijn alle Rotterdammers. Al die 600.000 individuen. Maar zeker ook alle bijzondere ondernemingen, instellingen en instituten die onze stad rijk is. Die gedachte is ook de kern van de internationale merkstrategie van de stad Rotterdam. Mét elkaar kunnen we zorgen dat Rotterdam haar aantrekkingskracht behoudt en versterkt. Dat is essentieel voor de economische prestaties van de stad. En dus essentieel voor alle Rotterdammers.
11
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De tekst in het kader maakt duidelijk dat Rotterdam Marketing de bewoners niet vergeet. ‘Met elkaar’ is het devies. Deze masterthesis is eveneens gericht op de inwoners van Rotterdam. Om het merk ‘Rotterdam’ uit te dragen moet er immers wel draagvlak zijn bij inwoners, ambtenaren en toeristen. In het document dat via de website te downloaden is staan de doelstellingen die Rotterdam Marketing heeft. Rotterdam Marketing heeft in zijn merkenstrategie zogenaamde ’10 Unique Buying Points’ ontwikkeld die relevant zijn voor zowel wonen, werken, leren als recreëren. Voor het onderwerp van deze masterthesis is één van deze punten er uitgelicht: “Sport en culturele evenementen: de evenementenstad van Nederland”. Om het ‘merk’ Rotterdam te versterken is er sprake van publiek-private samenwerkingsverbanden. Rotterdam Marketing ziet dit als dé manier om met weinig investeringen veel impact te creëren op beeldvorming en bekendheid. Hierin worden de grootschalige evenementen aangehaald Rotterdam Marketing ziet als het middel om bekendheid te verwerven waarmee ook een sterke concurrentie positie wordt gecreëerd. 1.2 Aanleiding De inzet van evenementen pakt niet altijd uit zoals deze zijn bedoeld. Hiermee worden de gebeurtenissen op het strand van Hoek van Holland (Gemeente Rotterdam) tijdens het dance feest ‘Sunset Grooves’ op 22 augustus 2009 bedoeld. Deze strandrellen vormen de aanleiding van dit onderzoek. Op de beelden van de schietpartij is te zien en te horen hoe hooligans de naam ‘Rotterdam’ met trots gebruiken. In een artikel uit Metro van juli 2009 (zie bijlage 11.1) is te lezen dat Rotterdammers trots zijn op de evenementen die in de stad plaatsvinden. In dit artikel worden hoge waarderingen gegeven door de Rotterdammers. In de pers is veel geschreven over het handelen van Burgermeester Aboutaleb, de politie Rotterdam Rijnmond (zie bijlage 11.2) en de organisatie van het dance feest. Het feest dat in Hoek van Holland plaats had, valt onder toeziend oog van district 1 van het politiekorps Rotterdam Rijnmond. Al deze kritieken die breed worden uitgemeten in kranten en televisieprogramma’s stellen de stad in een negatief daglicht. Een gevolg van deze rellen zijn aangescherpte
veiligheidsmaatregelen.
Het
stadsbestuur
reageert
hierop
door
beheersmaatregelen te treffen zoals de jaarlijkse Dansparade die niet meer wordt uitgevoerd zoals in alle (dertien) voorgaande jaren (zie bijlage 11.3 en 11.4). Hoe denken inwoners van Rotterdam na deze gebeurtenissen over hun stad? Staan ze nog steeds achter de grootschalige gratis evenementen die plaatsvinden, of is het beeld anders geworden na de rellen die plaats hebben gevonden in Hoek van Holland en de reacties van het stadsbestuur die hierop volgden?
12
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
1.3 Probleemstelling In deze scriptie wordt naar aanleiding van de gebeurtenissen in Hoek van Holland onderzocht wat de houding van de Rotterdammers is ten opzichte van Rotterdam als evenementenstad en welke factoren op dit huidige imago van invloed zijn. De probleemstelling van dit onderzoek luidt: Welk imago heeft Rotterdam als evenementenstad onder Rotterdammers en welke factoren zijn van invloed op het imago? De probleemstelling bevat dus twee onderzoeksvragen. In het theoretische deel van deze masterthesis worden de mogelijkheden om het imago te onderzoeken uiteengezet. Hiernaast komen uit de theorie enkele factoren naar voren die een invloed kunnen hebben op het imago. Deze theoretische ondergrond dient als basis om onderzoek te doen en uiteindelijk de twee onderstaande onderzoekvragen te kunnen beantwoorden: 1.
Wat is het imago van Rotterdam als evenementenstad?
2.
Wat is de relatie tussen deze factoren en het imago?
In hoofdstuk drie wordt een aantal hypothesen geformuleerd met betrekking tot de invloed van deze factoren (dit zijn de onafhankelijke variabelen). Deze hypothesen worden onderzocht met een regressieanalyse en worden in het conclusie hoofdstuk verworpen of aangenomen. Deze hypothesen komen uitgebreider aan bod in hoofdstuk drie op basis van de theorie en het conceptueel model. Naast de probleemstelling van dit onderzoek (met bijbehorende onderzoeksvragen) wordt er naar de toekomst gekeken met het oog op de aanleiding van dit onderzoek (strandrellen in Hoek van Holland). Hierin worden het gedrag en de intenties van de respondenten vóór de strandrellen in Hoek van Holland en naar het bezoekgedrag en de intenties van respondenten om evenementen in de toekomst te gaan bezoeken, nader bekeken. Aan de hand van deze vragen die aan de respondenten worden voorgelegd wordt getoetst of er een verschil te herkennen is tussen het bezoekgedrag en intenties vóór en na de strandrellen. Tevens wordt in dit extra hoofdstuk ingegaan op de vraag of men van mening is dat het imago het afgelopen jaar is afgenomen. Indien dit het geval is, kan dit resultaat een aanzet geven om nader onderzoek naar imagoschade en de ontwikkeling van het imago te doen. Het aangescherpte veiligheidsbeleid van Rotterdam rondom evenementen is een zeer actueel onderwerp. De houding van de Rotterdammers wat betreft deze aanscherping als gevolg van de strandrellen (aanleiding van dit onderzoek) wordt daarom eveneens in dit hoofdstuk nader geanalyseerd en bij actualiteit betrokken.
13
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
1.4 Verantwoording keuze Rotterdam heeft gekozen voor de grootschalige gratis evenementen omdat Rotterdam zich wil profleren als evenementenstad. Er is sprake van nationale en internationale uitstraling van deze evenementen. Hierbij mogen belangen en wensen van de burgers niet vergeten worden. Vooral dit laatste aspect vind ik belangrijk omdat ik woon, werk en leef in Rotterdam en geconfronteerd wordt met zowel positieve als negatieve houdingen in mijn omgeving ten aanzien van evenementen zoals de Fortis Marathon, Danceparade, Zomercarnaval, Bavaria Cityracing, Wednesdaynightskate, Wereldhavendagen. 1.5 Doel van het onderzoek Met het organiseren van evenementen trekt de stad bezoekers. Naast bezoekers van buitenaf is het van belang dat inwoners van de stad achter de activiteiten staan die in hun stad plaatsvinden. Een stad met tevreden inwoners heeft een positieve uitstraling naar buiten. Wanneer inwoners positief zijn over hun stad en wat hierin gebeurt, zorgt dit voor positieve mond tot mond reclame. Het doel van dit onderzoek is het vaststellen van het imago van Rotterdam als evenementenstad onder Rotterdammers en onderzoeken welke factoren van invloed zijn op het imago. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen voor de Gemeente Rotterdam en betrokken organisaties een handvat zijn om het evenementenbeleid aan te scherpen, te veranderen of te handhaven. 1.6 Relevantie Rotterdam krijgt steeds meer evenementen in de stad die interessant zijn voor een breed publiek. De vraag kan gesteld worden of het soort en de grootschaligheid van de evenementen nog in relatie staan met het gevoel van identificatie van de burger met de eigen stad. Het is voor de gemeente daarom van belang te weten hoe men hierover denkt, zodat het beleid hierop kan worden afgestemd. Dit onderzoek kan als handvat dienen het beleid te handhaven of aan te passen. Wellicht vormen de uitkomsten van dit onderzoek een ondersteuning van de nieuwe koers die wordt gevaren, of blijkt juist dat men het niet eens is met het huidige beleid. In het laatste geval kan dit onderzoek dienen als aanleiding voor een onderzoek omtrent het evenementen- en veiligheidsbeleid van de gemeente Rotterdam. Naast het maatschappelijke belang voor de stad en haar inwoners is dit onderzoek ook wetenschappelijk relevant. In de literatuur wordt voornamelijk aandacht geschonken aan city marketing; hoe trekt Rotterdam zo veel mogelijk toeristen naar de stad door middel van de evenementen? In onderzoek en literatuur is nog geen aandacht geschonken aan de meningen van de inwoners van Rotterdam en andere grote steden. Hoe kijken zij tegen de grootschalige gratis evenementen aan? Het is interessant te onderzoeken hoe de inwoners van de stad tegen de evenementen aankijken, welk imago Rotterdam als evenementenstad heeft (afhankelijke variabele) en of de aan de hand van de in de theorie geselecteerde factoren dit imago wordt beïnvloed (onafhankelijke variabele).
14
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
1.7 Opbouw In deze masterthesis worden in hoofdstuk twee de theorieën over imago en identiteit en uiteengezet. Het theoretische kader geeft inzicht in de theorieën die een belangrijke rol spelen in de uitwerking van dit onderzoek. Deze theorie vormt de basis voor de uiteindelijke beantwoording van de genoemde probleemstelling in paragraaf 1.3. In hoofdstuk drie worden het conceptueel model en de onderzoeksvragen uiteengezet. In hoofdstuk vier wordt de methode van het onderzoek behandeld. In hoofdstuk vijf vindt de voorbereiding op de uiteindelijke analyse plaats. In hoofdstuk zes en zeven zijn daar de resultaten van terug te vinden, om hier in hoofdstuk acht conclusies aan te verbinden en aanbevelingen te doen.
15
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
16
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
2. Theoretisch kader 2.1 Inleiding Over imago en identiteit is veel geschreven. Op internet, in wetenschappelijke literatuur en in artikelen circuleren veel visies op imago en identiteit. In deze definities zit veel overlap. Van Riel (2001) geeft aan dat er door de verschillende definities de betekenis van identiteit en imago nogal eens tot verwarring kan leiden. Omdat een heldere definitie van belang is voor de verdere opbouw van deze masterthesis, wordt er in de onderstaande subparagrafen een zo duidelijk mogelijk beeld neergezet van beide begrippen. Ook wordt ingegaan op het verband tussen beide begrippen. In de literatuur gaat het in veel gevallen om het imago en de identiteit van een product (merknaam) of bedrijf. Veel definities van imago en identiteit zijn zodanig geformuleerd dat deze beschrijven hoe doelgroepen en potentiële klanten over een bedrijf of product/merk denken. Wanneer imago en identiteit worden toegepast op een stad komt men uit bij de marketing van een stad: citymarketing. Imago en identiteit spelen een belangrijke rol in het ontwikkelen en versterken van de concurrentiepositie van een stad. Met het oog op deze concurrentiepositie wordt in toenemende mate citymarketing ingezet zoals in de in inleiding van deze masterthesis al aan bod gekomen is. 2.2 Identiteit Alvorens in paragraaf 2.4 dieper in te gaan op het centrale begrip ‘imago’ van deze masterthesis dient voor de volledigheid het begrip identiteit en de samenhang met imago te worden toegelicht. Het doel van dit onderzoek is het imago van Rotterdam als evenementenstad onder de Rotterdammers in kaart brengen en het achterhalen van factoren die van invloed zijn op het imago. Uiteindelijk wordt geanalyseerd of het imago in overeenstemming is met de identiteit die Rotterdam Marketing (en de stad) wil uitdragen. In een ideale situatie staan inwoners achter de identiteit die een stad probeert uit te stralen. Identiteit dient dus als belangrijk uitgangspunt in deze masterthesis en zal uiteindelijk in de conclusies worden teruggekoppeld naar het werkelijke imago dat uit dit onderzoek naar voren komt. Er zijn twee stromen met betrekking tot identiteit die Sanders (2000) onderscheidt. Sanders (2000) stelt dat er een scheiding te maken is tussen organisatie-identiteit en corporate identity. Er zijn in de wetenschappelijke literatuur namelijk twee richtingen te herkennen van identiteit. Ook Hatsch en Schults (in Van Riel, 2001) maken deze scheiding tussen organisatie identiteit en corporate identity. Onderstaand wordt het onderscheid uitgelegd: 1. De organisatie identiteit heeft te maken met het vakgebied organisatiekunde en wordt door gedragswetenschappers gebruikt. Hier ligt de nadruk op de relatie tussen medewerkers en op de identificatie van de werknemer met de organisatie. Sanders 17
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
(2000, p. 32) haalt daarbij Albert en Whetten aan om de definitie van organisatie identiteit te geven: “De organisatie identiteit kan worden beschouwd als alle aspecten in de organisatie die gedurende een langere tijd aanwezig zijn en de organisatie onderscheidt van andere organisaties”. De organisatie identiteit zit volgens Sanders (2000) in de cultuur van de organisatie die door werknemers wordt gedeeld. De cultuur ontstaat door interactie (communicatie) tussen werknemers. 2. Van Riel (2001) stelt dat de meeste auteurs die het begrip corporate identity gebruiken doelen op “de doelbewuste profilering van de organisatie in haar communicatie, gedrag en symboliek”. Auteurs op het gebied van corporate identity zijn afkomstig uit de bedrijfskunde en gericht op de marketing aspecten en de manier waarop het management dient om te gaan met identiteit met het oog op interne en externe stakeholders (Sanders, 2000). Kortom; op welke wijze ze zich willen profileren naar de buitenwereld toe om een zo sterk mogelijke concurrentiepositie te verwerven. Volgens Sanders (2000) is de corporate identity door managers bedacht, ontwikkeld en wordt topdown gecommuniceerd. In algemene zin wordt de identiteit gezien als “de totaliteit van signalen die een organisatie uitzendt”. Hiermee is identiteit dus een zenderbegrip (dit in tegenstelling tot imago). Identiteit wordt volgens Mastenbroek (in Verschueren, 2005) gevormd door de cultuur, de medewerkers, de doelstellingen en het beleid van de organisatie en haar positie en betekenis voor de samenleving. Iedere organisatie beschikt dus over haar eigen unieke identiteit (werkelijke identiteit). De gewenste identiteit is de identiteit die het management voor ogen heeft. Dit is een doel waar een organisatie naar streeft. Zo heeft ook de stichting Rotterdam marketing een gewenste identiteit voor ogen: Rotterdam als evenementenstad. In deze masterthesis draait het om de identiteit die Rotterdam Marketing via marketingbenaderingen wil uitdragen. Bij een ideale identiteit is de werkelijke identiteit gelijk aan de gewenste identiteit. Daarom wordt het begrip identiteit in dit theoretische kader gehanteerd in het kader van de bovengenoemde corporate identity. Om dit begrip te verduidelijken wordt hier onder de definitie van corporate identity van Birkigt en Stadler (in Van Riel, 2001, p. 29) weergegeven: “De strategisch geplande en operationeel ingezette zelfpresentatie en gedrag van een onderneming (of organisatie) naar binnen en naar buiten toe, op basis van een vastgelegde ondernemingsfilosofie, een lange termijn ondernemingsdoelstelling en een gedefinieerd gewenst imago, met de wil om alle handelingen in een harmonisch kader binnen en buiten de onderneming tot gelding te laten komen”.
18
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
2.3 Samenhang identiteit en imago Van belang voor deze masterthesis is de samenhang tussen het werkelijke imago (komt in paragraaf 2.4 aan de orde) en de bovengenoemde gewenste identiteit. In deze masterthesis wordt onderzocht wat het werkelijke imago is van Rotterdam als evenementenstad. Rotterdam marketing wil door middel van citymarketingstrategieën een bepaalde identiteit uitdragen. De gewenste identiteit moet zo veel mogelijk samenvallen met het werkelijke imago. Hiermee willen zij het gewenste imago bij het publiek ontlokken. Hoe de organisatie wil zijn (de gewenste identiteit) moet in een ideale situatie totaal overlappend zijn met het werkelijke imago. 2.4 Imago Het centrale thema van deze masterthesis is imago. Om onderzoek te kunnen doen naar het imago dient helder te zijn wat imago is, welke factoren hierop van invloed zijn en op welke manier je imago kunt meten. Dit wordt in de onderstaande subparagrafen uitgelicht. 2.4.1 Wat is imago? In de voorgaande paragraaf is het begrip identiteit aan bod gekomen. De corporate identity is volgens Van Riel en Wierenga (in Van Riel, 2001) het totale aanbod aan signalen dat de organisatie naar haar doelgroepen uitzendt. Wanneer de signalen eenmaal de wereld ingezonden zijn heeft het management weinig grip meer op de interpretatie van de signalen door de omgeving (van Riel, 1996). Het resultaat van het uitzenden van deze signalen en de interpretatie hiervan is het imago dat leeft onder stakeholders. Evenals verschillende vormen van identiteit zijn er verschillende vormen van imago. Hieronder wordt de indeling van Fisser en De Vries (2003) met betrekking tot verschillende vormen van imago weergegeven: 1. Werkelijk imago:
Hoe zien de publieksgroepen de organisatie?
2. Gepercipieerd imago:
Hoe men intern (de organisatie zelf) denkt dat de onderneming wordt gezien door publieksgroepen.
3. Gewenst imago:
Hoe wil de organisatie gezien worden door stakeholders (bijvoorbeeld andere bedrijven, klanten, inwoners)?
4. Ideale imago:
De vierde vorm is het ideale imago. Bij een ideaal imago is het imago gelijk aan hiervoor benoemde ideale identiteit.
Zoals van Riel (2001) aangeeft leeft het imago onder stakeholders. Van Riel (2001) ziet stakeholders niet alleen als de omgeving van een organisatie maar hieronder vallen ook de werknemers van een onderneming. Bij deze werknemers spreekt Van Riel (2001) van een intern imago. Wanneer de bovenstaande indeling aangehouden wordt is dit hetzelfde als het door Fisser en De Vries (2003) geformuleerde gepercipieerde imago. Het interne imago dat
19
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
leeft onder medewerkers van Rotterdam Marketing en het stadsbestuur kan dus anders zijn dan de perceptie van de omgeving (de inwoners, het publiek). Wat een onderneming zegt en daadwerkelijk doet moet in overeenstemming zijn. Zo hebben de uitgezonden signalen de meeste kans op de juiste wijze geïnterpreteerd te worden. Imago kent evenals identiteit ook veel verschillende definities. Verschueren (2005) geeft een overzicht van verschillende definities in wetenschappelijke literatuur van imago (zie volgende pagina). Voor een completer overzicht is in tabel 2.1 de definitie van Van der Grinten (2004) opgenomen. Tabel 2.1: Verschillende definities van imago: Bron: Verschueren (2005)
Auteur (s) / Jaartal
Definitie imago Beelden, associaties en ervaringen die belangengroepen
Van der Grinten (2004)
koppelen aan een organisatie. Dit imago komt voor een groot deel tot stand door het contact dat belangengroepen met de organisatie hebben. Het resultaat van het totaal van alle indrukken, ervaringen, kennis,
Blauw (1994) Nijeholt (1995)
verwachtingen en gevoelens van mensen over een individu, merk, bedrijf, instelling, politieke partij, enzovoort. Imago is hoe de organisatie van buitenaf wordt gezien. The sum of beliefs, ideas and impressions that a person has of an
Kotler & Fox (1995)
object. Organizational image is a holistic and vivid impression held by an
Hatch, Schultz & Fillis (2003)
individual or particular group towards an organization and is a result of sense-making by the group and communication by the organization of a fabricated and projected picture of itself. Corporate image is the mental picture of the company held by its
Gray & Balmer (1998)
audiences – what comes to mind when one sees or hears the corporate name or sees its logo. An image is a perception of a receiver of his or her received projection of the corporate identity and own reflections of
Cornelissen (2000)
interpretations of various attributes from various sources. It is a complex of cognitive interpretations that members of the key publics hold of an organization. The image of an organization corresponds to the mental model that individuals who compose its several different publics create to
Schuler (2004)
represent it, whenever they think of it. It is like a concept or a description, containing cognitive, affective and sensorial information.
20
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Aan de hand van bovenstaande beschreven definities is te zien dat imago een ontvangerconcept is. In deze masterthesis is dit het imago dat leeft onder Rotterdammers van Rotterdam als evenementenstad. Waaruit bestaat een imago dat bij ontvangers leeft? Volgens Groenendijk, Hazekamp & Mastenbroek (in Oerbekke, 2005) bestaat een imago uit vier elementen: cognitief, emotioneel, visueel en het meningselement. Het eerste element bestaat uit kennis over de organisatie (Rotterdam evenementenstad) dat in de loop van de tijd is ontstaan bij individuen. Het emotionele element heeft betrekking op de gevoelens ten aanzien van het imago-object. Het visuele element is datgene wat mensen letterlijk voor ogen hebben en het vierde element betreft de mening over het imago-object (Oerbekke, 2005). Van Riel (2001) stelt dat imago is opgebouwd uit een complex van factoren en zelden eendimensionaal is. Het is de taak van onderzoek om die factoren in kaart te brengen. Hiervoor is geen vooraf vastgesteld recept voorhanden. Het multidimensionele karakter van imago maakt het volgens van Riel (2001) noodzakelijk bij elk onderzoek eerst na te gaan welke imago dimensies hierbij een rol spelen. Omdat er voor het imago van Rotterdam als evenementenstad geen vastgesteld imago patroon is, is door de onderzoeker nagegaan welke elementen van belang zijn voor het imago van Rotterdam als evenementenstad. Houding van de Rotterdammers ten opzichte van steekwoorden (gezellig, onveilig, hectisch etc.), beoordeling van de sfeer in het algemeen en per evenement, uitstraling als evenementenstad naar buiten toe, emotie van de Rotterdammers en de algemene waardering van de organisatie van evenementen zijn hieruit naar voren gekomen als de belangrijkste pijlers van het imago. 2.4.2 Invloeden op imago In paragraaf 2.4.1 is aan bod gekomen uit welke elementen een imago is opgebouwd. Welke factoren hebben in de praktijk invloed op dit imago? Goodall en Ashwoth (in Jansen-Verbeke en Mampaey, 2001) hebben imagobepalende factoren geïdentificeerd die een beeld creëren bij een individu. Deze zijn in het onderstaande schema terug te vinden. Een aantal factoren uit dit model is van belang voor deze masterthesis. Dit zijn de onafhankelijke variabelen. Deze onafhankelijke variabelen worden in deze subparagraaf toegelicht en uiteindelijk opgenomen in het conceptuele model.
21
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Figuur 2.2: Imagobepalende factoren. Bron: Jansen-Verbeke en Mampaey (2001).
De imagobepalende factoren bestaan uit persoonlijke en externe factoren. Volgens Goodall en Ashwoth (in Jansen-Verbeke en Mampaey, 2001) wordt het imago opgebouwd (beeldvorming) uit opleiding, media en marketingstrategieën. Dit zijn de externe factoren die imagovorming beïnvloeden. Persoonlijke factoren die het imago bepalen bestaan uit de sociaal demografische kenmerken
van
personen.
Hieronder
vallen
de
kenmerken
leeftijd,
geslacht,
opleidingsniveau, burgerlijke staat en gezinssamenstelling. Deze hebben invloed op het beeld dat iemand in het hoofd creëert. Motivatie is de drijvende kracht die iemand heeft om een stad en haar evenementen te bezoeken. Dit zijn sociale en psychologische krachten die een individu aanzetten tot het bezoeken van een evenement. Uit dit model is een aantal factoren geselecteerd die als onafhankelijke variabelen dienen in dit onderzoek: •
Invloed media
•
Sociaal demografische kenmerken (leeftijd, geslacht, opleidingsniveau burgerlijke staat en gezinssamenstelling)
•
Bekendheid en ervaring met evenementen
Naast de factoren uit dit model zijn er vanuit de theorie de volgende factoren geselecteerd die een mogelijke invloed hebben op het imago: •
Gevoel van verbondenheid/gevoel van trots (pride building van Kotler, zie paragraaf 1.1)
•
Wensen en behoeften (één van de zeven activiteiten voor een succesvolle stedelijke ontwikkeling van Kotler, zie paragraaf 1.1)
22
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Als laatste zijn er aan deze lijst nog twee onafhankelijke variabelen toegevoegd op basis van logische redenering en de nieuwsberichten die in de aanleiding worden aangehaald: •
Woonsituatie (heeft de woonlocatie invloed op het imago? (zie bijlage 11.5)
•
Houding ten opzichte van aangescherpte veiligheidsmaatregelen (zie bijlage 11.4)
Deze onafhankelijke variabelen worden opgenomen in het conceptuele model dat later aan de orde komt. Er wordt onderzocht of deze variabelen invloed hebben op het imago.
2.4.3 Meten van imago Imago’s kunnen variëren van holistische, algemene indrukken tot zeer gedetailleerde evaluaties van producten, merken of organisaties (Pruyn, 1994). Poiesz (1989) onderscheidt op basis van de veronderstelde uitwerkingsgraad een drietal benaderingen met betrekking tot het imagoconcept. 1. De eerste benadering gaat ervan uit dat het imago is opgeslagen als een netwerk van betekenissen in het geheugen van de consument. Het imago is complex (multidimensioneel) gestructureerd. 2. In de tweede benadering wordt het imago gezien als een attitude: een gewogen som van opvattingen ten aanzien van een object. 3. In de derde benadering wordt het imago gezien als een globale totaalindruk van de plaats die het object inneemt ten opzichte van concurrenten. Verhallen (1988) heeft naar aanleiding van deze indeling uitgewerkt welke meetmethoden van imago hierop van toepassing zijn. Verhallen (1988) onderscheidt vijf verschillende technieken om het imago te meten. De structuurmethode en de vrije format methode zijn kwalitatieve technieken waarin naar veel details gevraagd kan worden door middel van open interviews. Deze zijn toepasbaar bij de eerste bovengenoemde benadering. Met de expliciete methode wordt verondersteld dat imago een houding is en worden stellingen met een Likertschaal of Osgood-schaal voorgelegd. Belangrijke onderdelen van imago worden vooraf geïdentificeerd en voorgelegd in de vorm van statements. Deze expliciete methode hoort bij de tweede benadering en wordt in dit onderzoek gebruikt. Bij de impliciete meetmethode worden stimuli aan de respondenten voorgelegd. Respondenten dienen hierbij hun voorkeur tussen merken, producten of verpakkingen uit te spreken. De impliciete methode is toepasbaar bij de derde benadering. Naast deze vier meettechnieken heeft Verhallen (1988) nog een vijfde techniek ontwikkeld. De zogenaamde ‘natural grouping’ techniek. Deze techniek hoort bij de theoretische opvatting dat imago het totaal is van alle associaties, kenmerken en opvattingen die worden opgeroepen door het imago object. Bij deze methode wordt de respondent gevraagd een complete set met voorwerpen (bijvoorbeeld foto’s) uit te splitsen in twee groepen. Bij de eerste uitsplitsing wordt gevraagd waarom men hiervoor 23
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
gekozen heeft. De respondenten moeten stoppen met het indelen in groepen wanneer men denkt dat de voorwerpen niet verder op te splitsen zijn. Van Riel (2001) heeft de uitwerkingsgraad, de conceptualisering, de typering van imago en de meetimplicaties in de onderstaande tabel overzichtelijk bij elkaar gebracht. Figuur 2.3: Imagometing. Bron: Van Riel (2001). Uitwerkingsgraad
Conceptualisering
Typering
Meetimplicaties
Hoog
Imago is opgeslagen als een netwerk
Imago is complex
Kwalitatief onderzoek:
van betekenissen in het geheugen
gestructureerd
dieper graven naar
van de stakeholder Midden
Laag
Imago is de gewogen som van
associaties Imago is een attitude
Expliciete methoden:
opvattingen t.a.v. een object:
identificeer de saillante
percepties van saillante attributen x
attributen en leg deze voor
belang van die attributen
in de vorm van statements
Imago is een algemene, holistische
Imago is een globale
Impliciete methoden:
indruk van de plaats die het object
totaalindruk
Relatieve plaatsbepaling
inneemt t.o.v. de concurrentie
van het object (bijv. meerdimensionale schaling)
24
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
3. Conceptueel model Uit de theorie komen zaken naar voren die van invloed zijn op een imago. In het geval van deze masterthesis is dit het imago van Rotterdam als evenementenstad onder de Rotterdammers. Uit bovenstaande theorieën is een model gemaakt dat passend is voor het onderwerp van deze masterthesis. Uit de modellen die aan bod zijn gekomen zij elementen geleend die een bijdrage leveren aan het onderstaand ontwikkelde conceptuele model. Aan de linkerkant staan de onafhankelijke variabelen. Naar aanleiding van de theorie wordt onderzocht of deze invloed hebben op het imago. Het imago is de afhankelijke variabele. Figuur 3.1: Conceptueel model Niveau van de ontvanger
Gevoel van verbondenheid met de stad Media Overeenstemming werkelijk imago en gewenste identiteit
Houding t.o.v. aangescherpte veiligheidsmaatregelen n.a.v. incidenten Sociaal demografische kenmerken (leeftijd, opleidingsniveau, geslacht,burgerlijke staat, gezinssamenstelling) Woonsituatie (binnenstad/buitenwijk)
Werkelijk imago van ‘Rotterdam Evenementenstad’ onder Rotterdammers
Gewenste identiteit Rotterdam Marketing
Wensen en behoeften Bekendheid en ervaring met evenementen
3.1 Hypothesen Uit het conceptueel model komen hypothesen voort die een bijdrage leveren aan de beantwoording van het tweede deel van de centrale probleemstelling: Welk imago heeft Rotterdam als evenementenstad onder Rotterdammers en welke factoren zijn van invloed op het imago? De onafhankelijke variabelen worden gemeten aan de hand van een vragenlijst (zie bijlage 11.6). De theorie en de geselecteerde onafhankelijke variabelen leiden tot 10 hypothesen die in de conclusie worden verworpen of bevestigd. Per onafhankelijke variabele is een nulhypothese (H0) en een alternatieve (Ha) hypothese geformuleerd. In deze
25
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
hypothesen worden geen richtingen van de samenhang (positief of negatief) aangegeven. Zoals eerder aangegeven zijn imago onderzoeken zijn zeer specifiek en complex en zijn er niet voor alle hypothesen bewijzen te vinden voor de richting van de samenhangen tussen de onafhankelijke variabelen en de afhankelijke variabele. Daarom wordt er in de meeste hypothesen gesproken van ‘samenhang’. Het blijft in het midden of deze samenhang positief of negatief is. De eerste vijf hypothesen zijn de sociaal-demografische kenmerken die in het model van Goodall en Ashwoth (in Jansen-Verbeke en Mampaey, 2001) naar voren komen. Dit zijn persoonlijke factoren waar een imago mogelijk door beïnvloed wordt. Verwacht wordt dat er verschillen te ontdekken zijn tussen de sociaal demografische kenmerken en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Hypothese 1: Leeftijd H0: Er is geen samenhang tussen leeftijd en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Ha: Er is samenhang tussen leeftijd en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Hypothese 2: Geslacht H0: Er is geen samenhang tussen geslacht en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Ha: Er is samenhang tussen geslacht en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Hypothese 3: Opleidingsniveau H0: Er is geen samenhang tussen het opleidingsniveau en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Ha: Er is samenhang tussen het opleidingsniveau en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Hypothese 4: Burgerlijke staat H0: Er is geen samenhang tussen de burgerlijke staat en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Ha: Er is samenhang tussen de burgerlijke staat en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Hypothese 5: Gezinssamenstelling H0: Er is geen samenhang tussen de gezinssamenstelling en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Ha: Er is samenhang tussen de gezinssamenstelling en het imago van Rotterdam als evenementenstad.
26
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Naar aanleiding van incidenten zoals de strandrellen in Hoek van Holland (maar ook andere incidenten op het gebied van openbare orde) is het beleid omtrent veiligheidsmaatregelen aangescherpt. Een voorbeeld hiervan is de danceparade in de oorspronkelijke vorm is afgeschaft en niet meer als parade door de stad te zien zal zijn maar op een evenemententerrein. Door de media aandacht wat betreft de aanscherping van de veiligheidsmaatregelen wat een negatieve lading met zich meebrengt is de verwachting dat er een samenhang te vinden is tussen de aangescherpte veiligheidsmaatregelen en het imago. Hypothese 6: Veiligheidsmaatregelen en invloed media H0: Aangescherpte veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van incidenten hebben geen negatief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad en de media zijn hier van invloed op. Ha: Aangescherpte veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van incidenten hebben een negatief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad en de media zijn hier van invloed op. De zevende hypothese komt voort uit het model van Goodall en Ashwoth (in Jansen-Verbeke en Mampaey, 2001). Ervaring wordt hierin gezien als een persoonlijke factor die invloed kan hebben op het imago. Ervaringen kunnen negatief of positief zijn en per persoon verschillen, daarom is het niet mogelijk in de hypothese te stellen of ‘ervaring’ een positieve of negatieve samenhang heeft met het imago. De volgende hypothese is hierbij opgesteld: Hypothese 7: Ervaring H0: Er is geen samenhang tussen ervaring met het bezoeken van evenementen en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Ha: is samenhang tussen ervaring met het bezoeken van evenementen en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Een gevoel van verbondenheid en trots zorgt voor inwoners die zich positief uitlaten over hun stad, Kotler (1999) noemt dit pride building. De verwachting is dat wanneer het gevoel van verbondenheid en trots hoog is dat dit een positieve uitwerking heeft op het imago van Rotterdam als evenementenstad. Hypothese 8: Gevoel van verbondenheid H0: Een sterk gevoel van verbondenheid met Rotterdam heeft geen positief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad. Ha: Een sterk gevoel van verbondenheid met Rotterdam heeft een positief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad.
27
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Kotler (in Jobse en Musterd, 1994) stelt dat voor een succesvolle stedelijke ontwikkeling zeven activiteiten moeten worden ontwikkeld. Eén van de zeven activiteiten die van toepassing is op dit onderzoek en opgenomen als hypothese is het scheppen van inzicht in de behoeften, wensen en gedragingen van interne en externe doelgroepen. De verwachting is dat wanneer wensen en behoeften worden vervuld, inwoners positief zijn over hun stad. Dit zorgt voor een goede mond tot mond reclame en heeft een positieve uitwerking heeft op het imago van Rotterdam als evenementenstad. Hypothese 9: Overeenstemming aanbod met wensen en behoeften H0: Overeenstemming van het aanbod van evenementen met de wensen en behoeften van Rotterdammers heeft geen positief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad. Ha: Overeenstemming van het aanbod van evenementen met de wensen en behoeften van Rotterdammers heeft een positief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad. Tot slot is er aan deze lijst nog een tiende hypothese toegevoegd op basis van de veelbesproken ondervonden overlast van evenementen bij omwonenden (zie bijlage 11.5). Daar de meeste evenementen in de binnenstad plaatsvinden is de verwachting dat mensen die in de binnenstad wonen een ander (negatiever) imago hebben van Rotterdam als evenementenstad (wellicht door overlast) dan mensen die in buitenwijken wonen. Bij hypothese 10 is het mogelijk een richting van de samenhang aan te geven. De nulhypothese gaat ervan uit dat deze verwachting niet waar is. Hypothese 10: Woonsituatie H0: Er is geen negatieve samenhang tussen de woonsituatie in het centrum en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Ha: Er is samenhang tussen de woonsituatie en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Naast het onderzoek naar de mogelijke samenhangen tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele worden er ook stellingen voorgelegd die het imago beogen te meten. Dit heeft betrekking op de houding, sfeer, uitstraling, emotie en de waardering. Hier komen gegevens uit aan de hand van de Likert-schalen en rapportcijfers. In de conclusie wordt het huidige imago vergeleken met de gewenste identiteit van Rotterdam Marketing. 3.2 Type onderzoek Van Riel (2001) geeft aan dat mensen goed in staat zijn hun mening te geven. De houding die mensen hebben ten opzichte van bijvoorbeeld hun stad kan worden gemeten door middel van vragenlijsten. In deze masterthesis wordt kwantitatief onderzoek gedaan om het imago (en de factoren die hier op van invloed zijn) van Rotterdam als evenementenstad te meten.
28
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
4. Methode 4.1 Onderzoeksstrategie / onderzoeksdesign Er is in deze masterthesis gebruik gemaakt van de surveymethode om het imago van Rotterdam als evenementenstad te onderzoeken. Volgens Verhoeven (2006) is de survey (ofwel een vragenlijst) de meest gebruikte methode om meningen, opinies, houdingen en kennis bij grote groepen mensen te meten. Door middel van een survey probeert men verschijnselen uit de werkelijkheid te beschrijven en te verklaren op basis van theorieën en door middel van de hieruit voortgekomen onafhankelijke en afhankelijke variabelen (Korzilius, 2000). De vragenlijst is erop gericht eventuele verbanden tussen variabelen te verklaren. Door middel van onder andere Likert-schalen wordt een waarde toegekend aan verschillende stellingen en vragen. Vooral in imago-onderzoeken is het toekennen van waardes door de respondenten van belang. 4.2 Data verzameling In deze masterthesis is gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen. De vragenlijsten zijn gedurende twee weken afgenomen. Er zijn 222 e-mails verzonden met een link voor de online enquête link, rekening houdend met non-response. Via de contactpersonen van de onderzoeker is getracht weer andere respondenten te bereiken (snowball-sampling). Het is ook mogelijk gemaakt de vragenlijsten schriftelijk in te vullen. Er is getracht zo veel mogelijk verschillende mensen met uiteenlopende persoonlijke kenmerken te benaderen. Als gevolg van een lastig te bereiken populatie (alle inwoners van Rotterdam) en de noodzaak van een grote steekproef (als gevolg van deze grote populatie) is de onderzoeker aangewezen op de snowball-sampling techniek. Het grootste probleem bij snowball-sampling is dat er een grote kans is dat de steekproef onvoldoende representatief is voor de hele populatie. 4.3 Onderzoeksinstrumenten In de vragenlijsten is voornamelijk gebruik gemaakt van schalen met een neutraal middelpunt (de Likert-schaal). Er zijn alleen gesloten vragen gesteld, zodat de geënquêteerde een waardering kon geven aan een stelling en/of vraag. De vragenlijst is gebaseerd op de operationalisering van de eerder genoemde centrale concepten van deze masterthesis. De uitkomsten van deze vragenlijsten zijn verwerkt aan de hand van het statistische programma SPSS. De kwantitatieve analysemethodes die voor dit onderzoek geschikt zijn staan in de volgende paragraaf uitgewerkt.
29
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
4.4 Data analyse kwantitatief onderzoek Door middel van het programma SPSS zijn de antwoorden op de enquêtes geanalyseerd. Alle gebruikte schalen worden eerst op betrouwbaarheid getest. Vervolgens worden de hypotheses getoetst. Het meetniveau van de afhankelijke variabele is op ordinale schaal. Het is een variabele die een natuurlijke ordening kent (bijvoorbeeld Affectief imago tot en met een negatief imago met tussenliggende gradaties). Bij deze ordinale schaal is de volgorde duidelijk, maar verschillen kunnen niet geïnterpreteerd worden. Bij de geformuleerde vragen om het imago te meten ligt ‘helemaal mee eens’ niet noodzakelijk net zo ver boven ‘mee eens’ als dat ‘mee eens’ boven ‘neutraal’ ligt. Een schaal van verschillende vragen beoogt imago te meten. Deze schaal bevat vijf elementen, te weten; (1) sfeer, (2) uitstraling (3) emotie, (4) waardering en (5) houding. Door middel van factoranalyse wordt nagegaan of dit daadwerkelijk zo is. Indien dit niet het geval is wordt een nieuwe indeling aangehouden die uit de factoranalyse naar voren komt. De samenhang tussen de onafhankelijke variabelen en de afhankelijke variabele wordt gemeten door een multiple regressieanalyse. Om een regressieanalyse te mogen doen moet de data aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze assumpties worden in paragraaf 5.4 besproken. Hieronder vallen onder andere het meetniveau en de steekproefomvang. Met de beschreven onderzoeksopzet is het mogelijk om twee zaken te onderzoeken: 1. Wat is het imago van Rotterdam als evenementenstad? 2. Wat is de relatie tussen de onafhankelijke variabelen en het imago? In de conclusie wordt meegenomen of het imago dat leeft onder Rotterdammers in overeenstemming is met de identiteit die de stad Rotterdam wil uitdragen. In een ideale situatie staan inwoners achter de identiteit die een stad probeert te bewerkstelligen. 4.5 Populatie en de steekproef In dit onderzoek staat de houding van de Rotterdammers centraal. De Rotterdammers vormen de unit of observation. De populatie van dit onderzoek bestaat uit alle inwoners van Rotterdam. Tijdens de volkstelling van 1 januari 2010 waren er 593939 inwoners in Rotterdam. In dit onderzoek worden alleen personen meegenomen van 16 jaar en ouder. Het aantal personen van 15 jaar en ouder bedraagt: 495170. Het aantal personen van 16 jaar en ouder was niet te achterhalen. Desondanks geeft dit een goed beeld in tabel 4.1. Met de (beperkte) beschikbare mensen en middelen is het in dit onderzoek lastig om een representatieve steekproef te trekken. Daarom is gekozen voor de snowball-sampling techniek om een steekproef te trekken. De snowballing-sampling techniek wordt gebruikt wanneer de doelgroep lastig te bereiken is. De respondenten worden per e-mail benaderd via persoonlijke contacten van de onderzoeker. Deze contactpersonen worden gevraagd de online enquête weer verder door te sturen. De lengte van de vragenlijst is niet geschikt om 30
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
willekeurig mensen in de openbare ruimte aan te spreken en de vragenlijst te laten invullen. Personen jonger dan 16 jaar worden uitgesloten van deelname aan dit onderzoek. Jonge Rotterdammers hebben wellicht minder vaak een evenement bezocht in vergelijking met mensen die ouder zijn dan 16 jaar. Hierdoor kunnen de uitkomsten van het onderzoek worden beïnvloed. Om te beoordelen of de steekproef van dit onderzoek overeenkomt met de populatie van Rotterdam wordt onderstaand de demografische kenmerken van de steekproef met de populatie vergeleken. In tabel 4.2 worden de gemiddelden van de demografische kenmerken getoond (in de populatie en in de steekproef). Om te toetsen of de steekproef een representatief beeld geeft van de populatie dient er gekeken te worden hoeveel het gemiddelde van de steekproef naar boven en naar onder mag afwijken. Een gevonden percentage uit een onderzoek kan afwijken van het percentage in de werkelijkheid. Met een formule wordt berekend binnen welke marge het werkelijke percentage kan liggen. Het werkelijke percentage (van de populatie) dient wanneer het een goede afspiegeling van de bevolking is, binnen deze marge te vallen. Voor de berekening hebben we twee gegevens nodig: de steekproefgrootte (n=238) en de factor die aangeeft met welke mate van betrouwbaarheid we een uitspraak kunnen doen. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een 95%-betrouwbaarheidsniveau. Met 95 procent betrouwbaarheid kunnen we stellen dat het werkelijke percentage zal zijn tussen de twee waarden in de zevende kolom van tabel 4.1. Wanneer het werkelijke percentage van de populatie hier buiten valt, is de steekproef geen goede afspiegeling van de werkelijkheid. De factor die hoort bij een 95%betrouwbaarheidsniveau is 1,96. Het berekenen gebeurt voor het 95%-niveau met behulp van de volgende formule: S = 1,96 * √( P * (100 - P) / n ) Waarin: •
S = de steekproefmarge
•
P = het gevonden percentage
•
n = de werkelijke steekproefgrootte
•
1,96 = factor voor berekening op 95%-niveau
31
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 4.1: Vergelijking populatie met steekproef. Bron: COS Rotterdam Goede Populatie
Gemiddelde leeftijd
%
Steekproef
%
Steekproef
Werkelijke
afspiegeling
marge 95%
percentage
bevolking?
(populatie) mag
(binnen de
liggen tussen…
marge)
44.7
-
35.2
-
Leeftijd 15 - 24
82198
16.6
59
24.9
5.49
19.41 en 30.39
nee
Leeftijd 25 - 44
184047
37.2
119
50
6.35
43.65 en 56.35
nee
Leeftijd 45 +
228925
46.2
60
25.2
5.51
19.68 en 30.72
nee
Geslacht man
241377
48.8
100
42.0
6.27
35.73 en 48.27
nee
Geslacht vrouw
253793
51.3
138
58.0
6.27
51.73 en 64.27
nee
Burgelijke staat: ongehuwd
406264
62.3
154
64,7
6.07
58.63 en 70.77
ja
Burgerlijke staat: gehuwd
186675
37.7
83
34.7
6.05
28.65 en 40.75
ja
laag
onbekend
39
21
8.8
3.60
5.2 en 12.4
nee
Midden
onbekend
36
40
16.8
4.75
12.05 en 21.55
nee
hoog
onbekend
25
77
74.4
5.54
68.86 en 79.94
nee
282776
47,61
7
2.9
2.13
0.77 en 5.03
nee
In centrum
229815
46.4
90
37.8
6.16
31.64 en 43.96
nee
Buiten centrum
265145
53.5
148
62.2
6.15
56.04 en 68.36
nee
Opleidingsniveau bevolking (2004)
Allochtonen (westers en nietwesters) Woonsituatie
Indien de respons niet representatief is voor de totale populatie, mogen de conclusies uit de analyses niet gegeneraliseerd worden naar de totale populatie. Zoals in de bovenstaande tabel te zien is geldt dit voor de variabelen leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, woonsituatie en aantal allochtonen.
32
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
4.5.1 Niet representatieve steekproef Een representatieve steekproef wordt verkregen door het a-select trekken van personen uit de populatie. Wanneer de steekproeftrekking a-select is, heeft iedereen uit de populatie (iedere Rotterdammer) even grote kans om in het onderzoek terecht te komen. Dit kan bijvoorbeeld door alle namen van de populatie op een papiertje te schrijven en deze in een bak te gooien. Door ‘ad random’ (willekeurig) papiertjes uit de bak te trekken wordt een aselecte steekproef verkregen. Dit kan bij grote populaties ook door de computer worden gedaan (Aufdemkampe, van den Berg & van der Windt, 2007). Naast deze eis, dient de steekproef ook aan een bepaalde grootte te voldoen. De grootte van de benodigde steekproef wordt bepaald door: •
De grootte van de populatie (495.170 Rotterdammers boven 15 jaar),
•
De gewenste betrouwbaarheid Marktonderzoekbureaus hanteren verschillende betrouwbaarheidspercentages om de steekproefgrootte te berekenen. Veelal worden er uitspraken gedaan op basis van een betrouwbaarheid van 95%. Dit wil zeggen dat de onderzoeksresultaten in 19 van de 20 gevallen gelijk zullen zijn. Overige betrouwbaarheidspercentages die in mindere mate worden gebruikt, zijn 90% en 99%.
•
De nauwkeurigheid of foutmarge (steekproefmarge) Ieder onderzoek op basis van een steekproef geeft afwijkingen ten opzichte van de werkelijkheid. Deze afwijking wordt de steekproefmarge genoemd. Deze marge is afhankelijk van de grootte van de steekproef en van het gevonden percentage in het onderzoek. Over het algemeen geldt hoe groter de steekproef, hoe kleiner de steekproefmarge en hoe meer het percentage rond de 50% ligt, hoe groter de steekproefmarge. Het is gebruikelijk om, bij het bepalen van de gewenste steekproefgrootte, uit te gaan van een uitkomst van 50%. Bij dit percentage is de nauwkeurigheidsmarge het grootst. Over het algemeen wordt veel gewerkt met steekproefgroottes waarbij de maximale nauwkeurigheidsafwijking 5% is.
•
De spreiding (standaarddeviatie) van de waarden die in de populatie voorkomen. Des te kleiner de spreiding, des te kleiner kan de steekproef zijn. Wanneer onderzoek gedaan wordt naar fracties (percentages), is de spreiding maximaal wanneer 50% van de groep het onderzochte kenmerk heeft en de andere 50% niet. De spreiding in de populatie is meestal niet bekend en moet dan worden geschat.
Naast deze gegevens dient men ook rekening te houden met het beschikbare budget, tijd en mensen. Op basis van een steekproefmarge van 5%, een betrouwbaarheid van 95% en een spreiding van 50% geldt er bij de populatie van dit onderzoek een vereiste steekproefgrootte van 384 respondenten. Is dit wel haalbaar? Als de populatie moeilijk bereikbaar is dan kost het meer tijd om het aantal benodigde respondenten te verzamelen. In het geval van deze 33
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
masterthesis zijn er beperkte middelen wat betreft tijd, geld en mensen beschikbaar. In dit geval is het zinvol om het aantal benodigde respondenten terug te brengen. Er dient dan een herberekening van de betrouwbaarheid en de foutmarge plaats te vinden. Er moet dan gerekend worden vanuit het aantal respondenten hoe groot de betrouwbaarheid en de foutmarge is. Op www.allesovermarktonderzoek.nl kan aan de hand van een online calculator worden uitgerekend hoe groot de steekproef moet zijn. In dit onderzoek is gekeken hoe groot de steekproefmarge wordt bij een steekproefgrootte van 238 (aantal uiteindelijk bruikbare respondenten in dit onderzoek). De steekproefmarge komt 1.36% hoger uit dan de gangbare 5% die wordt gehanteerd in marktonderzoek. Aan de hand van de berekende steekproefmarges uit tabel 4.1 is dit een acceptabele steekproefmarge en kan, gezien de beschikbare middelen voor dit onderzoek, de respons van 238 als een voldoende grote steekproef worden gezien. Onderstaand wordt de calculator weergegeven. Figuur 4.2 Berekening steekproefgrootte. Bron: www.allesovermarktonderzoek.nl Hoe groot is de steekproefmarge die u wilt toelaten? (%) (Een steekproefmarge van 5% is gangbaar bij marktonderzoek) Welk betrouwbaarheidspercentage wilt u hanteren (%) (Vaak wordt een betrouwbaarheidspercentage van 95% gehanteerd) Wat is de omvang van de populatie? Welke uitkomst verwacht u in het onderzoek? (%) (Wanneer dit niet vooraf te schatten is, vult u 50 in) Steekproefgrootte
6.36
95
495170
50
238
De reden van de niet representatieve steekproef ligt waarschijnlijk in de snowball-sampling techniek. Als gevolg van deze techniek kan het gebeuren dat de steekproef personen bevat met dezelfde kenmerken, bijvoorbeeld veel jonge hoogopgeleide vrouwen. Als gevolg van een niet representatieve steekproef kunnen de resultaten niet gegeneraliseerd worden naar de populatie.
34
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
5. Voorbereiding op de analyse In paragraaf 5.1 wordt voordat de regressieanalyse plaats kan vinden, eerst een factoranalyse gedaan op de afhankelijke variabele ‘imago’. Uit de theorie blijkt dat imago een samengesteld begrip is en niet in één schaal te omvatten is. Er zijn elementen van imago geformuleerd met hierbij horende stellingen. Omdat verwacht wordt dat imago een samengesteld begrip is wordt ter controle hiervan een factoranalyse gedaan om de juistheid van deze voorspelling na te gaan. Hierna volgt de betrouwbaarheidsanalyse van deze imagoschalen
die
uit de
betrouwbaarheidsanalyse
factoranalyse
gedaan
voor
voortkomen. In de
onafhankelijke
paragraaf 5.2 variabelen
wordt de
voordat
de
regressieanalyse uitgevoerd wordt. 5.1 Factoranalyse De eerste factoranalyse die is uitgevoerd is gedaan met alle vragen die zijn gesteld met betrekking tot het imago variabelen. In bijlage 11.7 is de output van deze factoranalyse terug te vinden. Deze factoranalyse is gedaan met een ‘oblimin rotatie’ op alle imago vragen samen. Er is ook gekeken naar de ‘varimax rotatie’. Deze gaf meer schendingen van de eenvoudige structuur, daarom is gekozen om alleen de oblimin rotatie in de bijlage te tonen. De minimale waarde van de items dient in een goede factoroplossing een minimum te behalen van 0.30 (Van Assen, 2009). De eerste factoranalyse is weergegeven met een minimale waarde van 0.25 om aan te tonen dat een aantal factoren niet hoog genoeg of zelfs helemaal
niet
laadt
op
een
factor.
De
items
‘ImagoE_pastbijplatvermaak’
en
‘ImagoB_uitstralingpositiefbeeld’ laden hier onder 0.3. In de factoroplossing zijn er ook factoren die bestaan uit twee items. Om een goede en betrouwbare factor te vormen dient deze uit minimaal drie of vier items te bestaan. Om een betere factoroplossing te krijgen is ervoor gekozen een nieuwe factoranalyse met ‘oblimin-rotatie’ te draaien zonder deze zes items. De factoroplossing in bijlage 11.8 is de oplossing die als basis dient voor dit onderzoek. Deze factoranalyse geeft een duidelijk betere oplossing dan de eerste. Het totale aantal factoren dat uit deze oplossing naar voren komt is vijf. De factoranalyse laat zien dat de vooraf geformuleerde stellingen per dimensie niet bij elkaar in één component horen. Stellingen waarvan op voorhand werd gedacht dat deze één dimensie zouden vormen hebben na de factoranalyse componenten gevormd met stellingen uit andere op voorhand geformuleerde stellingen. Daarom wordt er vanaf hier verder gegaan met de ‘nieuwe’ onderliggende dimensies van imago. Deze dimensies zijn als volgt te onderscheiden: 1. Positief imago (bevat items met een positieve lading) 2. Negatief imago (bevat items met een negatieve lading) 3. Persoonlijke houding Rotterdammers 4. Erkenning impact op Rotterdam 5. Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad
35
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Uit paragraaf 5.2 zal blijken dat deze vijf dimensies terug te brengen zijn tot vier dimensies en dat ‘positief’ en ‘negatief’ imago één dimensie zullen vormen. Deze vier dimensies worden gebruikt in de regressieanalyses. Voordat deze dimensies worden samengevoegd wordt in paragraaf 5.2 eerst de betrouwbaarheid getoetst. Uit welke items deze dimensies bestaan kan worden teruggevonden in de factoranalyse in de bijlage. Er is gekozen om vier aparte regressieanalyses te doen omdat uit de theorie en de factoranalyse blijkt dat imago een multidimensioneel begrip is en dat dit niet tot één dimensie terug te brengen is.
5.2 Betrouwbaarheidsanalyse afhankelijke variabelen In deze paragraaf wordt de betrouwbaarheid van de imago schalen die uit de factoranalyse naar voren kwamen in paragraaf 5.1 onderzocht aan de hand van een ‘reliability test’ in SPSS. Onderstaand wordt de waarde van de Cronbach’s Alpha per schaal weergegeven. De Cronbach’s Alpha kan een waarde aannemen tussen 0 en 1, waarin 1 ‘volledig betrouwbaar’ betekent. Dimensie één en twee zijn elkaars tegenpolen (deze dimensies bevatten negatieve en positieve items). Om het aantal dimensies zo klein mogelijk te houden is ervoor gekozen deze samen te voegen. Er wordt eerst onderzocht of deze factoren afzonderlijk een hogere betrouwbaarheid hebben dan wanneer deze worden samengevoegd. De output verkregen met SPSS is terug te vinden in bijlage 11.9. 5.2.1 Betrouwbaarheidsanalyse: positief imago De eerste schaal bevat stellingen waarin men op een steekwoord dient te reageren. Dit zijn woorden met een positieve lading zoals ‘sfeervol’ en ‘vrolijk’. Deze schaal bevat ook de variabele ‘Past bij ongezellig’. Omdat dit een steekwoord is met een negatieve lading is dit item eerst gespiegeld voordat de betrouwbaarheidsanalyse is uitgevoerd. Na deze spiegeling heeft deze schaal een betrouwbaarheid van 0.849 5.2.2 Betrouwbaarheidsanalyse: negatief imago De betrouwbaarheid van de negatieve imago schaal is 0.592. Dit is in de output uit SPSS in bijlage 11.9 terug te vinden. 5.2.3 Betrouwbaarheidsanalyse eerste en tweede schaal samen Om de betrouwbaarheid van beide schalen samen te kunnen meten zijn de negatieve items uit de tweede schaal gespiegeld. Na het spiegelen is de betrouwbaarheid van beide schalen samen gemeten. Dit geeft een Cronbach’s Alpha van 0.814. De ‘corrected item total correlation’, te vinden in de vierde kolom van de tabel in bijlage 11.9 dient hoger te zijn dan 0.3. Bij twee van de items is deze lager dan 0.3. Wanneer deze items verwijderd worden stijgt de Cronbach’s Alpha naar 0.822 en 0.823. Daar dit een zeer kleine stijging is en beide items een belangrijk onderdeel zijn voor het meten van het imago is gekozen om deze beide 36
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
items niet uit de schaal te verwijderen. De betrouwbaarheid van schaal 1 is groter wanneer deze afzonderlijk wordt beschouwd. Omdat de betrouwbaarheid van schaal 2 wanneer deze apart wordt gemeten niet hoog is ervoor gekozen deze schalen samen te voegen tot één dimensie van imago. De begrippen uit deze samengevoegde schaal waar de respondent op diende te reageren weerspiegelen gevoelens en emoties van de respondent. Er is gekozen deze samengevoegde dimensie het affectieve imago te noemen. Er blijven dan vier dimensies over. Met de hierna te noemen afhankelijke variabelen wordt dit onderzoek voortgezet 1. Affectief Imago ‘Rotterdam evenementenstad’ 2. Persoonlijke houding Rotterdammers 3. Erkenning impact op Rotterdam 4. Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad Deze dimensies komen (deels) overeen met de elementen die Groenendijk, Hazekamp en Mastenbroek (in Oerbekke, 2005) onderscheiden. In onderstaand overzicht wordt weergegeven hoe die elementen zich verhouden tot de vier dimensies die uit de factoranalyse naar voren zijn gekomen. 1. Affectief imago emotioneel element 2. Persoonlijke houding Rotterdammers cognitief, emotioneel en meningselement 3. Erkenning impact op Rotterdam cognitief element 4. Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad meningselement en visueel element Voor dimensies twee tot en met vier wordt onderstaand de uitkomsten van de betrouwbaarheidsanalyses behandeld. 5.2.4 Betrouwbaarheidsanalyse: persoonlijke houding Rotterdammers De items in deze schaal zijn negatief geformuleerd. Om deze schaal ook positief geformuleerd te laten zijn net als de andere schalen, zijn de items uit deze schaal gespiegeld. Om de tweede schaal iets meer inhoud te geven zijn er drie items toegevoegd die bij de factoranalyse buiten hun eigen schaal vielen. Desondanks worden deze items door de onderzoeker toch belangrijk geacht voor het meten van imago en is ervoor gekozen na het spiegelen van deze items, de items toe te voegen. De volgende items zijn toegevoegd:
In
de
•
ImagoC_verheugenopevenementenseizoen
•
ImagoA_sfeerrdamtotaal
•
ImagoB_uitstralingpositiefbeeld definitieve
betrouwbaarheidsanalyse
van
de
persoonlijke
houding
van
de
Rotterdammers in bijlage 11.9 is te zien dat de Cronbach’s Alpha aanzienlijk is gestegen van 0.767 naar 0.812.
37
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
5.2.5 Betrouwbaarheidsanalyse: erkenning impact op Rotterdam De betrouwbaarheid van de derde dimensie van imago is 0.824. Dit is in de output uit SPSS in bijlage 11.9 terug te vinden. 5.2.6 Betrouwbaarheidsanalyse: Geschiktheid ‘Rotterdam evenementenstad’ De betrouwbaarheidsanalyse van de vierde dimensie van imago geeft een betrouwbaarheid van 0.681. Wanneer het item ImagoB_meerevenementenstaddanhavenstad uit de schaal wordt verwijderd stijgt de Cronbach’s Alpha naar 0.747 (zie bijlage 11.9). Er wordt in dit onderzoek aangenomen dat een schaal met een Cronbach’s Alpha van 0.6 en hoger een betrouwbare schaal is (Van Assen,2009) De Cronbach’s Alpha is van alle schalen voldoende om te kunnen stellen dat de imago schalen intern consistent zijn. Onderstaand is de betrouwbaarheid per dimensie van imago overzichtelijk weergegeven. 1.
Affectief imago Rotterdam evenementenstad: 0.814
2.
Persoonlijke houding Rotterdammers: 0.812
3.
Erkenning impact op Rotterdam: 0.824
4.
Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad: 0.747
5.3 Betrouwbaarheid onafhankelijke variabelen In de vragenlijst zijn enkele onafhankelijke variabelen opgenomen die uit vijf of meer items bestaan. Deze items zijn positief en negatief geformuleerde vragen. Om een gelijkwaardige schaal te maken zijn de negatief gestelde items via ‘compute’ in SPSS gespiegeld. Daarna kunnen deze onafhankelijke variabelen worden getoetst op de betrouwbaarheid. De onafhankelijke variabelen zijn: 1. Geslacht 2. Leeftijd 3. Opleidingsniveau 4. Nationaliteit 5. Burgerlijke staat 6. Gezinssamenstelling 7. Gevoel van verbondenheid 8. Woonsituatie 9. Media invloed 10. Noodzaak veiligheidsmaatregelen 11. Wensen en behoeften 12. Ervaring Onder de vragen die bij ‘gevoel van verbondenheid’ horen twee vragen die in een andere richting zijn gesteld. Deze zijn gespiegeld. Na het spiegelen is voor deze schaal een 38
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd. De variabele ‘woonsituatie’ is opgedeeld in twee categorieën (dummyvariabele) namelijk, ‘in het centrum’ en ‘buiten het centrum’. Nationaliteit is niet verder in het onderzoek meegenomen omdat 234 van de 238 respondenten de Nederlandse nationaliteit hebben. Opleidingsniveau is aangepast naar een dummyvariabele met drie categorieën (laag, midden, hoog). Burgerlijke staat is ook aangepast naar een dummyvariabele. Deze dummyvariabele heeft twee categorieën: ‘ongehuwd’ en ‘gehuwd’. De gezinssamenstelling is opgenomen als dummyvariabelen met de oorspronkelijke categorieën. In hoofdstuk drie worden 11 hypothesen getoond. Hierboven staan 12 onafhankelijke variabelen. Nadat de onafhankelijke variabelen nader bestudeerd zijn, is ervoor gekozen het veronderstelde interactie effect (veiligheidsmaatregelen en invloed media) niet mee te nemen. De noodzaak van veiligheidsmaatregelen en de beleefde invloed van de media onder de respondenten worden vanaf hier als twee aparte onafhankelijke variabelen gezien. Er is geen aanleiding om vanuit de theorie een duidelijk interactie effect te veronderstellen. In de onderstaande subparagrafen worden de variabelen die uit een schaal van meerdere items bestaan behandeld. Deze zijn getoetst op de betrouwbaarheid (zie bijlage 11.10). Het gaat om onafhankelijke variabele 7, 9, 10, 11 en 12. 5.3.1 Onafhankelijke variabele 7: Gevoel van verbondenheid Cronbach’s Alpha 0.605. De Cronbachs Alpha stijgt naar 0.632 wanneer het item B_rdamlatenziennw wordt verwijderd uit de schaal. In bijlage 11.10 wordt de definitieve betrouwbaarheidsanalyse getoond. 5.3.2 Onafhankelijke variabele 9: Media invloed De onafhankelijke variabele ‘media invloed’ bestaat uit zowel positief als negatief gestelde vragen. Hierin zijn vragen opgenomen met betrekking tot incidenten tijdens evenementen en de rol van de media hierin en vragen met betrekking tot de invloed van de media op het bezoekgedrag van de respondenten. Na het spiegelen van drie items uit deze schaal komt de betrouwbaarheid van 0.652 naar voren. Wanneer het item ‘D_infomediamotiverendnew’ uit deze schaal wordt verwijderd stijgt de Cronbachs Alpha naar 0.669. 5.3.3 Onafhankelijke variabele 10: Noodzaak veiligheidsmaatregelen In deze tiende onafhankelijke variabele zijn stellingen voorgelegd met betrekking tot veiligheidsmaatregelen tijdens evenementen en het aangescherpte veiligheidsbeleid. Het laatste item uit de schaal is gespiegeld. De Cronbach’s Alpha van deze analyse is 0.590. Wanneer item E_zichtbareveiligheidsmaatregelenafschrikkend wordt verwijderd uit de schaal stijgt de Cronbachs Alpha naar .693.
39
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
5.3.4 Onafhankelijke variabele 11: Overeenstemming aanbod met wensen & behoeften Er zijn stellingen aan de respondenten voorgelegd over de wensen en behoeften en de interesse voor evenementen. De Cronbach’s Alpha van de betrouwbaarheidsanalyse 0.651. Item F_belangrijkcontactanderemensen en item F_belangrijksamenkomstculturen worden verwijderd zodat de Cronbach’s Alpha stijgt naar 0.736. 5.3.5 Onafhankelijke variabele 12: Ervaring (1998-2008 en 2009) Bij deze onafhankelijke variabele wordt naar de ervaring met de grootschalige gratis evenementen in Rotterdam gevraagd. Er wordt gevraagd naar het aantal bezoeken van deze evenementen in de periode 1998 - 2008. Er is een selectie gemaakt van de acht grootste gratis evenementen die plaatsvinden in Rotterdam. Voor vorig jaar (2009) is apart gevraagd of men een bepaald evenement heeft bezocht. Er is een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd voor de ervaring van 1998 tot en met 2008 en een betrouwbaarheidsanalyse voor het bezoekgedrag van deze evenementen vorig jaar (2009). Beide variabelen bestaan uit acht evenementen en dus acht items. •
Cronbach’s Alpha ervaring 1998 tot en met 2008: 0.639
•
Cronbach’s Alpha ervaring 2009: 0.524
De Cronbach’s Alpha van 0.524 is niet erg hoog, maar zal toch worden meegenomen in de regressieanalyse om een compleet beeld te geven van de ervaring.
Er zijn een aantal variabelen aangepast om in de regressieanalyse te kunnen gebruiken. Deze worden onderstaand besproken: •
De onafhankelijke variabele ‘woonsituatie’ bestaat uit de vraag in welke deelgemeente men woont. Om de spreiding van de antwoorden niet te groot te laten zijn is ervoor gekozen de antwoordcategorieën te verdelen onder: buiten het centrum (0) en in het centrum (1). Dit is een dummyvariabele.
•
De onafhankelijke variabelen ‘gevoel van verbondenheid’, ‘invloed media’, ‘noodzaak veiligheidsmaatregelen’, ‘overeenstemming met wensen/behoeften’ bestaan uit schalen met daarin verschillende vragen. Om een onafhankelijke variabele hiervan te maken zijn de vragen via ‘compute’ bij elkaar opgeteld. Om een goed beeld te krijgen van de scores is deze optelsom gedeeld door het aantal items in een schaal. De verkregen uitkomst is dan eenvoudiger te vergelijken met de waarden van de Likert-schaal.
•
Verder zijn er van de onderstaande onafhankelijke variabelen dummyvariabelen gemaakt waarbij de ‘laagste’ categorie (advies van de SPSS-Helpdesk van de Universiteit van Tilburg) de referentiecategorie is. Voordat een dummyvariabele gemaakt is, zijn de oorspronkelijke categorieën van de onafhankelijke variabelen burgerlijke staat en opleiding samengevoegd om minder spreiding te creëren. De variabele ‘gezinssituatie’ is niet verder op te delen door de zeer specifieke categorieën (zie bijlage 11.11).
40
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
5.4 Assumpties regressie analyse Om een regressieanalyse te mogen doen, moeten de data aan een aantal voorwaarden voldoen. De assumpties van regressieanalyse worden in dit hoofdstuk getoetst. Wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan, kan de regressieanalyse gedaan worden. 5.4.1 Meetniveau variabelen In principe moeten alle variabelen die bij een regressieanalyse betrokken zijn, op interval- of rationiveau zijn gemeten. In de gedragswetenschappen worden variabelen vaak gemeten aan de hand van Likert-schalen, die ordinaal zijn. Voor variabelen op ordinaal niveau geven waarden op de schaal alleen de rangorde aan, maar verschillen tussen waarden hebben geen betekenis. Meestal worden variabelen die zijn gemeten aan de hand van Likert-schalen echter beschouwd als variabelen van intervalniveau. Verder bestaan er nog variabelen op nominaal niveau. Hierbij hebben de scores geen wezenlijke betekenis; ze worden alleen gebruikt om groepen te onderscheiden (e.g. haarkleur, waarbij 1 = blond, 2 = bruin, 3 = rood enzovoorts). Variabelen op nominaal niveau die uit twee categorieën bestaan, mogen in het regressiemodel worden opgenomen. Wanneer ze uit meer dan twee categorieën bestaan, moeten deze variabelen eerst worden omgezet in dummyvariabelen. De variabelen geslacht (twee categorieën), woonlocatie (twee categorieën), opleiding, gezinssamenstelling en burgerlijke
staat
zijn
in
dit
onderzoek
opgenomen
als
dummyvariabele
in
de
regressieanalyse. 5.4.2 Multicollineairiteit Onafhankelijke
variabelen
mogen
onderling
niet
te
hoog
correleren,
dit
wordt
multicolliniairiteit genoemd. Bij correlaties boven 0.9 dient één van de onafhankelijke variabelen verwijderd te worden (De Vocht 2007, p. 215). Zoals in de tabel van bijlage 11.12 te zien is zijn de onafhankelijke variabelen niet te hoog gecorreleerd met elkaar. De hoogste correlatie tussen de variabelen die te vinden is bedraagt -0.758. In dit onderzoek is dus geen sprake van multicollineairiteit. 5.4.3 Lineairiteit Door middel van een ‘residual plot’ kan getoetst worden of de data lineair (de residuen zouden dan random verdeeld moeten zijn om de regressielijn) en homogeen (de residuen liggen dan op elk punt ongeveer even ver van de regressielijn verspreid) is (http://www.ppsw.rug.nl/methodologiewiki/index.php/Regressie_Assumpties). Residuen zijn de verschillen tussen de waargenomen waarden en de voorspelde waarden op de regressielijnen. De ‘residual plot’ geeft aan of het verband tussen de afhankelijke variabele en alle onafhankelijke variabelen gezamenlijk lineair is. Wanneer het gemiddelde van de residuen voor elke waarde op de x-as gelijk is aan 0, is er sprake van een lineair verband. Er is dan 41
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
immers geen variantie meer over die het lineaire model niet kan verklaren. In bijlage 11.13 zijn de residual plots terug te vinden. Deze tonen aan dat de residuen random verdeeld zijn om de regressielijn. 5.4.4 Homoscedasticiteit / homogene varianties Homogeniteit van varianties betekent dat de spreiding in alle populaties, waaruit de verschillende
groepen
komen,
gelijk
is.
Daarvoor
kan
gekeken
worden
naar
standaardafwijking per groep. Ook hiervoor geldt dat dit informatie is uit de steekproef. Bij multiple regressieanalyse houdt de assumptie van homoscedasticiteit in, dat de variantie van de residuen constant is, en wel voor elke combinatie van waarden op alle onafhankelijke variabelen. De variantie van de residuen mag dus niet afhangen van de waarden van de onafhankelijke variabelen. Is dit wel het geval dan spreekt men van heteroscedasticiteit. Bij multipele regressieanalyse is het ook voldoende de residuen (verschillen tussen waargenomen en voorspelde waarden) af te zetten tegen de voorspelde waarden (in een residual plot, zie bijlage 11.13). De Vocht (2007, p. 227) stelt het volgende: “als er geen duidelijk patroon valt waar te nemen zijn de residuen onafhankelijk van de voorspelde ywaarden en is de variantie constant.” In de residual plots in bijlage 11.13 is het patroon voldoende random om een constante variante (en dus homogene varianties) te mogen vooronderstellen. 5.4.5 Uitbijters Als gevolg van de kleinste kwadraten methode is het gemiddelde van de residuen altijd gelijk aan 0. Het is het beste om een grens van 2 standaarddeviaties te hanteren. Het betekent dat 95% van de cases binnen 2 standaarddeviaties van het gemiddelde (de regressielijn) moeten liggen. Cases met zeer grote gestandaardiseerde residuen (in spss: standard residuals zijn terug te vinden in de tabel casewise diagnostics) kunnen beter buiten het model worden gelaten (>5). In dit onderzoek is dit alleen het geval voor case 233, zie bijlage 11.14. Hierin is te zien dat het minimum van de standard residual groter is dan -5. Om te zien welke case dit is in de data, dient er gekeken te worden naar de tabel ‘casewise diagnostics’ (zie bijlage 11.14). In de regressieanalyse wordt case nummer 233 weggelaten. (De Vocht, 2007, p. 225)
5.4.6 Normaal verdeling / normaliteit De afhankelijke variabele en de residuen moeten in de steekproef normaal verdeeld zijn. met een gemiddelde van 0 en een constante (zie homoscedasticiteit) standaarddeviatie. Wanneer er een normale verdeling is, moeten de punten in het ‘Normal P-P plot’ op (of rondom) de diagonaal liggen. Ook kan aan de hand van ‘Skewness’ en ‘Kurtosis’ de normale verdeling getoetst worden. In bijlage 11.15 wordt deze test getoond evenals de histogrammen en de ‘normal P-P plots’. 42
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Uit de testen blijkt dat er geen negatieve Kurtosis is. Dit houdt in dat alle verdelingen van de imago schalen meer gepiekt zijn dan de normale verdeling. Verdelingen met een skewness en kurtosis van tussen de -1 en +1 zijn bij benadering normaal verdeeld (http://www.let.leidenuniv.nl/history/RES/stat/html/les6.html). Aan de hand van de testen in bijlage 11.15 is te zien dat alleen de Kurtosis van de derde imago schaal iets hoger is dan 1. Omdat het normal P-P plot, de histogram en de skewness aan de criteria voldoen wordt dit niet als een ernstige schending gezien. 5.4.7 Onafhankelijke waarnemingen Men kan er van uit gaan dat er sprake is van onafhankelijke waarnemingen, omdat het aannemelijk is dat iedere respondent zonder overleg over de antwoorden met andere respondenten de vragenlijst heeft ingevuld. In dit onderzoek is dit het geval.
43
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
44
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
6. Resultaten In dit hoofdstuk wordt een beschrijving en interpretatie van de resultaten met betrekking tot de specifieke onderzoeksvragen en hypothesen gegeven. Er zijn twee onderzoeksvragen gesteld. Voor beide onderzoeksvragen komen de resultaten in dit hoofdstuk aan bod. Na
de
factoranalyse
op
de
afhankelijke
variabele
‘imago’
en
de
betrouwbaarheidsanalyses van de verschillende dimensies van het imago en de onafhankelijke variabelen is een regressieanalyse uitgevoerd. In de regressieanalyse is getoetst of de onafhankelijke variabelen samenhangen met de verschillende dimensies van het imago, wat de richting van een eventuele samenhang is en hoe sterk deze samenhangen zijn. Hiernaast worden de resultaten van het huidige imago aan de hand van onder andere het rapportcijfer en de gemiddelden van de imagoschalen weergegeven in het kader van de tweede onderzoeksvraag. 6.1 Samenhang onafhankelijke variabelen met imagodimensies (regressieanalyses) In deze paragraaf worden de uitgevoerde regressieanalyses behandeld. Hiermee wordt onderzocht welke onafhankelijke variabelen een samenhang vertonen met de verschillende dimensies van het imago. Dit wordt gedaan voor iedere afhankelijke variabele afzonderlijk, waardoor er vier regressieanalyses behandeld worden. In de tabel ‘model summary’ wordt gekeken naar de r-square. Dit is het percentage van variantie die verklaard wordt door de onafhankelijke variabelen in het model. De F-test in de ANOVA tabel toetst de nulhypothese dat alle regressiecoëfficiënten gelijk zijn aan 0. Bij iedere regressie die wordt uitgevoerd komt naar voren dat er een significante lineaire relatie is tussen de het imago (alle dimensies) en minstens één van de onafhankelijke variabelen. De modellen zijn dus significant. De ANOVA tabellen die hiervoor het bewijs leveren zijn terug te vinden in bijlage 11.16. In
de
tabel
‘coëfficients’
wordt
gekeken
naar
de
gestandaardiseerde
regressiecoëfficiënten (beta-waarden) om de items onderling te kunnen vergelijken. Aan de hand van de beta-waarden wordt vastgesteld welke onafhankelijke variabele de meeste invloed heeft op de afhankelijke variabele. De b-waarden (ontgestandaardiseerd) in de eerste kolom van de tabel ‘coëfficiënts’ zeggen iets over de richting van de relatie (positief of negatief) tussen de onafhankelijke variabele en de afhankelijke variabele en over de waarde van de toe- of afname. De b-waarden geven de hoeveelheid verandering in de afhankelijke variabele (y) aan wanneer de betreffende onafhankelijke variabele met één eenheid toeneemt (De Vocht, 2004). Het gehanteerde significantieniveau is 5 % (p-waarde: 0.05). In subparagraaf 6.1.1 wordt de eerste regressie analyse getoond.
45
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
6.1.1 Eerste regressieanalyse: Affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’ Tabel 6.1 Model summary regressieanalyse affectief imago Model Summary Model 1
R
R Square
Adjusted R Square
Std. Error of the Estimate
.747a
.558
.525
.50781
a. Predictors: (Constant), Ervaring2009, OPL_Midden_D2, Negatieveinvloedmedia, GEZINSIT_Eénoudergezin_D3, Geslacht, GEZINSIT_Samenwonend_D1, GevoelvanVerbondenheid, Leeftijd, OvereenstemmingmetWensen_Behoeften, Woonlocatie, Noodzaakveiligheidsmaatregelen, Ervaring1998_2008, GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D4, GEZINSIT_Woontbijouders_D5, Burgelijkestaatnew, OPL_Hoog_D3
De r-square uit tabel 6.1 geeft aan dat 55,8 % van de eerste dimensie van het imago kan worden verklaard door de onafhankelijke variabelen in deze regressieanalyse. De significante variabelen die naar aanleiding van tabel 6.2 worden besproken dragen bij aan de proportie verklaarde variantie. De onafhankelijke variabele die de meeste invloed heeft op de afhankelijke variabele wordt als eerste genoemd, de variabele met de daaropvolgende invloed als tweede, en zo verder.
46
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 6.2: Coëfficiënten van de eerste regressieanalyse Coefficientsa Standardized Unstandardized Coefficients Model 1
Coefficients t
Sig.
7.105
.000
.036
.517
.606
.071
-.025
-.522
.602
-.338
.153
-.172
-2.213
.028
OPL_Hoog_D3
-.312
.140
-.186
-2.228
.027
Burgelijke staat
.124
.113
.080
1.100
.272
GEZINSIT_Samenwonend_D1
-.023
.097
-.014
-.241
.810
GEZINSIT_Eénoudergezin_D3
.258
.186
.068
1.385
.168
GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D4
.171
.101
.103
1.685
.094
GEZINSIT_Woontbijouders_D5
.203
.136
.086
1.492
.137
Woonlocatie
.059
.083
.039
.713
.477
Gevoel van verbondenheid
.167
.042
.201
4.006
.000
Media invloed
-.128
.036
-.181
-3.534
.001
Noodzaak veiligheidsmaatregelen
-.194
.038
-.271
-5.159
.000
Overeenstemming met wensen en
.412
.044
.486
9.291
.000
Ervaring1998_2008
-.005
.004
-.068
-1.254
.211
Ervaring2009
.054
.026
.117
2.106
.036
B
Std. Error
(Constant)
2.837
.399
Leeftijd
.002
.004
Geslacht
-.037
OPL_Midden_D2
Beta
behoeften
a. Dependent Variable: Positief imago ‘Rotterdam evenementenstad’
•
Overeenstemming aanbod met wensen en behoeften
De sterkste invloed in dit model is de onafhankelijke variabele ‘wensen en behoeften’, de ßeta-waarde is 0.486 (b-waarde 0.412).
•
Noodzaak veiligheidsmaatregelen
De ßeta-waarde bedraagt -0.271 (b-waarde -0.194). Naarmate men in stijgende mate van mening is dat veiligheidsmaatregelen tijdens evenementen noodzakelijk zijn, neemt het affectieve imago af met -0.194.
47
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
•
Gevoel van verbondenheid
Gevoel van verbondenheid heeft een ßeta-waarde van 0.201 (b-waarde 0.167). Dit houdt in dat het imago positiever is bij Rotterdammers die zich verbonden voelen met de stad.
•
Opleidingsniveau
Deze onafhankelijke variabele is in het model opgenomen als dummyvariabele. De referentiecategorie is het opleidingsniveau ‘laag’. Ten opzichte van deze referentiecategorie hebben het hoge en het midden opleidingsniveau een significante invloed op het affectieve imago. Omdat het een dummyvariabele betreft dient deze apart te worden beschouwd. Er kunnen drie verschillende regressievergelijkingen worden opgesteld: 1. Dummy 1: Opleiding laag (Ref. cat. ) = y = 2.837 – b1D1 – b2D2 y = 2.837 2. Dummy 2: Opleiding midden: y = 2.837 - b1D1 – 0.338*1 y = 2.837 – 0.388 y = 2.45. 3. Dummy 3: Opleiding hoog: y = 2.837 – 0.312*1 - b2D2 y = 2.53 Dit houdt in dat het affectieve imago voor mensen met een gemiddeld opleidingsniveau .388 lager is ten opzichte van de referentie categorie (opleidingsniveau ‘laag’). Het affectieve imago
voor
mensen
met
een
hoog
opleidingsniveau
is
0.312
lager
dan
de
referentiecategorie. Het verschil is klein, maar wel significant. Het is voor het affectieve imago
van
belang
welk
opleidingniveau
men
heeft.
Mensen
met
een
midden
opleidingsniveau beoordelen het affectieve imago minder positief dan mensen met een laag opleidingsniveau.
•
Media invloed
De ßeta-waarde van de onafhankelijke variabele ‘media invloed’ is -0.181 (b-waarde -0.128). Deze afhankelijke variabele bestaat uit de negatieve invloed die media kan uitoefenen op het imago van Rotterdam als evenementenstad en hoe men hierop reageert. Dit houdt in dat wanneer Rotterdam als evenementenstad negatief in de media wordt neergezet het imago afneemt.
•
Ervaring 2009
De ßeta-waarde van ‘ervaring 2009’ bedraagt 0.117 (b-waarde 0.054). Het bezoeken of deelnemen aan een evenement levert een positieve bijdrage aan het affectieve imago van Rotterdam als evenementenstad.
48
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
6.1.2 Tweede regressieanalyse: Persoonlijke houding Rotterdammers Tabel 6.3 Model summary persoonlijke houding Rotterdammers Model Summary Model 1
R
R Square
Adjusted R Square
Std. Error of the Estimate
.788a
.622
.594
.49596
a. Predictors: (Constant), Ervaring2009, OPL_Midden_D2, Negatieveinvloedmedia, GEZINSIT_Eénoudergezin_D3, Geslacht, GEZINSIT_Samenwonend_D1, GevoelvanVerbondenheid, Leeftijd, OvereenstemmingmetWensen_Behoeften, Woonlocatie, Noodzaakveiligheidsmaatregelen, Ervaring1998_2008, GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D4, GEZINSIT_Woontbijouders_D5, Burgelijkestaatnew, OPL_Hoog_D3
62,2 % van de tweede dimensie van het imago kan worden verklaard door de onafhankelijke variabelen in deze regressieanalyse (zie tabel 6.3). Deze tweede dimensie van imago bestaat uit vragen met betrekking tot de persoonlijke houding ten opzichte van de organisatie van evenementen in hun stad.
49
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 6.4: Coëfficiënten van de tweede regressieanalyse Coefficientsa Standardized Unstandardized Coefficients Model 1
Coefficients t
Sig.
6.419
.000
.039
.605
.546
.069
.006
.131
.896
-.153
.149
-.074
-1.027
.306
OPL_Hoog_D3
-.019
.137
-.011
-.139
.890
Burgelijke staat
.014
.110
.008
.125
.901
GEZINSIT_Samenwonend_D1
-.071
.095
-.039
-.747
.456
GEZINSIT_Eénoudergezin_D3
-.108
.182
-.027
-.591
.555
GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D4
-.136
.099
-.078
-1.377
.170
GEZINSIT_Woontbijouders_D5
.238
.133
.095
1.788
.075
Woonlocatie
.025
.081
.016
.309
.758
Gevoel van verbondenheid
.162
.041
.184
3.970
.000
Media invloed
-.070
.035
-.093
-1.965
.051
Noodzaak veiligheidsmaatregelen
-.102
.037
-.135
-2.784
.006
Overeenstemming met wensen en
.513
.043
.573
11.853
.000
Ervaring1998_2008
.000
.004
-.008
-.162
.872
Ervaring2009
.063
.025
.129
2.512
.013
B
Std. Error
(Constant)
2.503
.390
Leeftijd
.002
.004
Geslacht
.009
OPL_Midden_D2
Beta
behoeften
a. Dependent Variable: Persoonlijke houding Rotterdammers
De onderstaande significante variabelen dragen bij aan de proportie verklaarde variantie. De significante variabelen in dit model zijn: •
Overeenstemming aanbod met wensen/behoeften
De sterkste invloed (ßeta-waarde 0.573) in dit model is de onafhankelijke variabele ‘wensen en behoeften’. De b-waarde is 0.513. De samenhang met de houding van de Rotterdammers is positief. Dit houdt in wanneer de overeenstemming van het aanbod met de wensen/behoeften toeneemt, neemt de persoonlijke houding t.o.v. Rotterdam als evenementenstad ook toe. Dit betekent dat wanneer aan de wensen en behoeften van de
50
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Rotterdammers tegemoet gekomen wordt, de houding ten opzichte van Rotterdam als evenementenstad positiever wordt.
•
Gevoel van verbondenheid
Gevoel van verbondenheid heeft een ßeta-waarde van 0.184 (beta waarde 0.162). Dit houdt in dat naarmate men zich meer verbonden voelt met Rotterdam de houding positiever wordt.
•
Noodzaak veiligheidsmaatregelen
De ßeta-waarde -0.135 van de onafhankelijke variabele ‘noodzaak veiligheidsmaatregelen’ bedraagt -0.135 (b-waarde -0.102). Wanneer men in toenemende mate van mening is dat veiligheidsmaatregelen
noodzakelijk
zijn,
wordt
de
persoonlijke
houding
van
de
Rotterdammers ten opzichte van Rotterdam als evenementenstad minder positief. Hoe meer men veiligheidsmaatregelen als noodzaak ziet, hoe negatiever de houding.
•
Ervaring 2009
De ßeta-waarde van ervaring is 0.129 (b-waarde -0.063). Voor de evenementen die aan de respondenten zijn voorgelegd in het onderzoek betekent dit dat een toename van deelname of bezoek van de Rotterdamse evenementen leidt tot een positievere houding.
51
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
6.1.3 Derde regressieanalyse: Erkenning effecten op Rotterdam Tabel 6.5: Model summary erkenning effecten op Rotterdam Model Summaryb Model 1
R
R Square
Adjusted R Square
Std. Error of the Estimate
.645a
.416
.373
.68825
a. Predictors: (Constant), Ervaring2009, OPL_Midden_D2, Negatieveinvloedmedia, GEZINSIT_Eénoudergezin_D2, Geslacht, GEZINSIT_Samenwonend_D1, GevoelvanVerbondenheid, Leeftijd, OvereenstemmingmetWensen_Behoeften, Woonlocatie, Noodzaakveiligheidsmaatregelen, Ervaring1998_2008, GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D3, GEZINSIT_Woontbijouders_D4, Burgelijkestaatnew, OPL_Hoog_D3 b. Dependent Variable: ImagoSchaal3new
41.6 % van de derde dimensie van het imago kan worden verklaard door de onafhankelijke variabelen in deze regressieanalyse (zie tabel 6.5). De derde imago schaal bestaat uit vragen die te maken hebben met de effecten van de organisatie van evenementen op Rotterdam. Hierin gaat het om of mensen erkennen dat er positieve effecten zijn.
52
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 6.6: Coëfficiënten van de derde regressieanalyse
Coefficientsa Standardized Unstandardized Coefficients Model 1
Coefficients t
Sig.
3.632
.000
.162
2.019
.045
.096
.053
.977
.330
.058
.207
.025
.278
.781
OPL_Hoog_D3
.136
.190
.069
.718
.474
Burgelijke staat
.147
.153
.081
.963
.337
GEZINSIT_Samenwonend_D1
-.113
.132
-.055
-.858
.392
GEZINSIT_Eénoudergezin_D2
-.200
.253
-.045
-.793
.429
GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D3
.065
.137
.033
.473
.637
GEZINSIT_Woontbijouders_D4
.387
.185
.138
2.094
.037
Woonlocatie
.095
.112
.054
.852
.395
Gevoel van verbondenheid
.222
.057
.227
3.933
.000
Media invloed
-.114
.049
-.136
-2.309
.022
Noodzaak veiligheidsmaatregelen
-.038
.051
-.045
-.741
.459
Overeenstemming met wensen
.409
.060
.409
6.809
.000
Ervaring1998_2008
-.005
.005
-.059
-.945
.345
Ervaring2009
.049
.035
.091
1.419
.157
B
Std. Error
(Constant)
1.966
.541
Leeftijd
.010
.005
Geslacht
.094
OPL_Midden_D2
Beta
en behoeften
a. Dependent Variable: Erkenning effecten op Rotterdam
De onderstaande significante variabelen dragen bij aan de proportie verklaarde variantie. •
Overeenstemming aanbod met wensen/behoeften
De sterkste invloed in dit model is de onafhankelijke variabele ‘wensen en behoeften’. De ßeta-waarde bedraagt .409 evenals de b-waarde. Dit houdt in wanneer de overeenstemming van het aanbod met de wensen/behoeften toeneemt, men in toenemende mate inziet dat er positieve effecten van evenementenorganisatie op de stad zijn.
53
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
•
Gevoel van verbondenheid
Gevoel van verbondenheid heeft een ßeta-waarde van 0.227 (b-waarde 0.222). Dit houdt in dat wanneer het men zich sterker verbonden voelt met Rotterdam, men meer de positieve effecten op de stad zal erkennen (erkenning van de positieve impact wordt groter).
•
Leeftijd
De onafhankelijke variabele leeftijd heeft een ßeta-waarde van 0.162 (b-waarde 0.010). Wanneer de leeftijd met één jaar toeneemt, zal men de positieve effecten op de stad in toenemende mate erkennen. De erkenning van de positieve impact stijgt naarmate de leeftijd toeneemt.
•
Gezinssituatie
Van de dummyvariabele ‘gezinssamenstelling’ is alleen ‘woont bij ouders’ significant. De regressievergelijking voor ‘woont bij ouders’ ziet er als volgt uit: 1. Dummy 5: Alleenstaand (referentiecategorie): y = 1.966 + b1D1 + b2D2 + b3D3 + b4D4 y = 1.966 2. Dummy 4: Woont bij ouders: y = 1.966 + b1D1 + b2D2 + b3D3 + 0.387 * 1 y = 1.966 + 0.387 y = 2.353 Dit houdt in dat respondenten die bij hun ouders wonen significant meer de positieve effecten erkennen ten opzichte van de referentiecategorie ‘alleenstaand’. Op de afhankelijke variabele scoren mensen die bij hun ouders wonen 0.387 hoger dan mensen die alleen wonen.
•
Media invloed
De ßeta-waarde van de onafhankelijke variabele ‘media invloed’ bedraagt 0.136 (b-waarde 0.114). Dit houdt in dat hoe meer men vindt dat Rotterdam negatief in de media wordt neergezet men hoe minder men de positieve effecten van de evenementen op de stad inziet.
54
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
6.1.4 Vierde regressieanalyse: Geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad Tabel 6.7: Model summary geschiktheid Rotterdam als evenementenstad Model Summaryb Model 1
R
R Square
Adjusted R Square
Std. Error of the Estimate
.709a
.503
.466
.70551
a. Predictors: (Constant), Ervaring2009, OPL_Midden_D2, Negatieveinvloedmedia, GEZINSIT_Eénoudergezin_D2, Geslacht, GEZINSIT_Samenwonend_D1, GevoelvanVerbondenheid, Leeftijd, OvereenstemmingmetWensen_Behoeften, Woonlocatie, Noodzaakveiligheidsmaatregelen, Ervaring1998_2008, GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D3, GEZINSIT_Woontbijouders_D4, Burgelijkestaatnew, OPL_Hoog_D3 b. Dependent Variable: ImagoSchaal4new
50.3 % van de vierde dimensie van imago kan worden verklaard door de onafhankelijke variabelen in deze regressieanalyse (zie tabel 6.7). Deze vierde dimensie bestaat uit items die meten in hoeverre men Rotterdam een geschikte stad vindt om evenementenstad te zijn.
55
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 6.8: Coëfficiënten van de vierde regressieanalyse Coefficientsa Standardized Unstandardized Coefficients Model 1
Coefficients t
Sig.
1.141
.255
.041
.556
.579
.098
.104
2.067
.040
-.051
.212
-.020
-.240
.810
OPL_Hoog_D3
-.148
.195
-.067
-.761
.448
Burgelijke staat
.101
.157
.050
.642
.521
GEZINSIT_Samenwonend_D1
-.179
.135
-.079
-1.323
.187
GEZINSIT_Eénoudergezin_D2
.073
.259
.015
.282
.778
GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D3
.136
.141
.063
.965
.336
GEZINSIT_Woontbijouders_D4
.432
.189
.139
2.284
.023
Woonlocatie
.196
.115
.099
1.708
.089
Gevoel van verbondenheid
.346
.058
.318
5.970
.000
Media invloed
-.168
.050
-.181
-3.341
.001
Noodzaak veiligheidsmaatregelen
.071
.052
.075
1.354
.177
Overeenstemming met wensen
.507
.062
.456
8.236
.000
Ervaring1998_2008
-.006
.005
-.060
-1.053
.293
Ervaring2009
.016
.036
.026
.449
.654
B
Std. Error
(Constant)
.633
.555
Leeftijd
.003
.005
Geslacht
.203
OPL_Midden_D2
Beta
en behoeften
a. Dependent Variable: Geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad
De onderstaande significante variabelen dragen bij aan de proportie verklaarde variantie. De significante variabelen in dit model zijn:
•
Overeenstemming aanbod met wensen/behoeften
De sterkste invloed in dit model is de onafhankelijke variabele ‘wensen en behoeften’, met een ßeta-waarde van 0.456 (b- waarde 0.507). Dit houdt in wanneer de overeenstemming van het aanbod met de wensen/behoeften stijgt, men Rotterdam in toenemende mate geschikt vindt als evenementenstad in toenemende mate geschikt. Wanneer aan de wensen en behoeften van de Rotterdammers meer tegemoet gekomen wordt, wordt Rotterdam als evenementenstad geschikter bevonden.
56
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
•
Gevoel van verbondenheid
Gevoel van verbondenheid heeft een ßeta-waarde van 0.318 (b-waarde 0.346). Wanneer men zich meer verbonden voelt met de stad, zal men Rotterdam ook als meer geschikt als evenementenstad zien.
•
Media invloed
De ßeta-waarde van de onafhankelijke variabele ‘media invloed’ bedraagt -0.181 (b-waarde 0.168). Dit houdt in dat hoe meer men vindt dat Rotterdam negatief in de media wordt neergezet men hoe minder geschikt men Rotterdam als evenementenstad vindt.
•
Gezinssituatie
Van de dummyvariabele ‘gezinssamenstelling’ is alleen ‘woont bij ouders’ significant. De regressievergelijking voor ‘woont bij ouders’ ziet er als volgt uit: 1. Dummy 5: Alleenstaand (referentiecategorie): y = 0.633 + b1D1 + b2D2 + b3D3 + b4D4 y = 0.633 2. Dummy 4: Woont bij ouders: y = 0.633 + b1D1 + b2D2 + b3D3 + 0.432 * 1 y = 0.633 + 0.432 y = 1.065 Dit houdt in dat respondenten die bij hun ouders wonen de stad significant meer geschikt als evenementenstad vinden ten opzichte van de referentiecategorie ‘alleenstaand’. Op de afhankelijke variabele scoren mensen die bij hun ouders wonen 0.432 hoger op de afhankelijke variabele ‘Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad’ dan alleenstaanden.
•
Geslacht
De ßeta-waarde bedraagt 0.104 (b-waarde 0.204). Naarmate de onafhankelijke variabele ‘met één eenheid toeneemt’ stijgt de waardering van de geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad met 0.204 (b-waarde). 6.1.5 Overzicht significantieniveaus en beta-waarden In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van alle significante variabelen van de vier regressieanalyses. Dit zijn de variabelen die samenhang hebben met één of meerdere dimensies van het imago. De belangrijkste significante onafhankelijke variabelen op alle vier de dimensies zijn: 1. Gevoel van verbondenheid 2. Overeenstemming aanbod met de wensen en behoeften
57
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De volgende variabelen zijn op drie van de vier, respectievelijk twee van de vier afhankelijke variabelen significant: 3. Media invloed 4. Noodzaak veiligheidsmaatregelen De onderstaande onafhankelijke variabelen zijn op twee dimensies van imago significant, en hebben een minder sterk significantieniveau vergleken met de bovenstaande variabelen: 5. Ervaring 2009 6. Gezinsituatie ‘woont bij ouders’ Er zijn drie variabelen die op één van de dimensies van imago significant hebben. Dit zijn het opleidingsniveau (samenhang met de eerste dimensie van imago), leeftijd (samenhang met de derde dimensie van imago) en geslacht (samenhang met de vierde dimensie van imago). In tabel 6.9 wordt een overzicht gegeven van de significantiewaarden en de beta-waarden. De lege hokjes zijn niet significant en dus is het ook niet relevant om de beta-waarden hierin mee te nemen.
58
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 6.9: Overzicht significantie en Beta-waarden.
Afhankelijke variabelen Onafhankelijke variabelen
Geschiktheid Affectief imago Persoonlijke
Erkenning
Rotterdam
houding
impact
evenementen-
Rotterdam evenementenstad stad Sig.
Beta
Sig.
Beta
Leeftijd
Sig.
Beta
.045
.162
Geslacht OPL_midden_D2
.028
-.172
OPL_hoog_D3
.027
-.186
Sig.
Beta
.040
.104
Burgerlijke staat GEZINSIT Samenwonend_D1 GEZINSIT Eénoudergezin_D2 GEZINSIT Gezinmetkinderen_D3 GEZINSIT Woontbijouders_D4
.037
.138
.023
.139
.000
.227
.000
.318
.022
-.136
.001
-.181
.000
.409
.000
.456
Woonlocatie Gevoel van verbondenheid
.000
.201
.000
.184
Media Invloed
.001
-.181
Noodzaak Veiligheidsmaatregelen
.000
-.271
.006
-.135
.000
.486
.000
.573
.013
.129
Overeenstemming Wensen/Behoeften Ervaring1998_2008 Ervaring2009
.036
Significant bij 0.05 * / Significant bij 0.01 **
6.2 Huidig imago Na de factor en regressieanalyse wordt in deze paragraaf het huidige imago geanalyseerd. Dit wordt gedaan aan de hand van de gemiddelde scores op de imago schalen, het rapport cijfer, analyse van de items uit de imago schalen, beoordeling van de sfeer en de mate waarin de evenementen de respondenten aanspreken. 6.2.1 Rapportcijfer imago De 238 respondenten in dit onderzoek is gevraagd een rapportcijfer toe te kennen aan Rotterdam Evenementenstad. Het gemiddelde rapportcijfer is een 7.4 (zie tabel 6.10). Aan de hand van dit cijfer kan geconcludeerd worden dat Rotterdammers een positief beeld hebben van Rotterdam als evenementenstad. 59
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 6.10: Gemiddeld rapportcijfer ‘Rotterdam evenementenstad’ Descriptive Statistics N
Minimum
Maximum
Mean
Std. Deviation
ImagoE_rapportcijfer
238
.0
10.0
7.437
.9247
Valid N (listwise)
238
Het rapportcijfer kan worden vergeleken met het gemiddelde van de imago schalen. De volgende berekening is hierbij van belang: 5.3 (gemiddelde imago schalen samen) x 10/7 = 53/7 = 7.6. Het gemiddelde van de imago schalen staat gelijk aan een rapport cijfer van 7.6. Dit cijfer komt (nagenoeg) overeen met het rapportcijfer. 6.2.2 Gemiddelden imago schalen De gemiddelden van de imago schalen zijn redelijk hoog, deze zijn terug te vinden in tabel 6.11. De gemiddelden neigen naar de antwoordcategorieën van de Likert-schalen ‘een beetje mee eens’ en ‘mee eens’. Het gemiddelde van alle schalen samen is: 5.3. Op een Likert-schaal van 1 tot en met 7 is dit een goede score. Tabel 6.11: Gemiddelden imago schalen Statistics
N
Valid Missing
Mean
ImagoSchaal1new
ImagoSchaal2new
ImagoSchaal3new
ImagoSchaal4new
238
238
238
238
0
0
0
0
4.7013
5.6759
5.5133
5.1754
6.2.3 Afhankelijke variabelen nader bekeken Naast deze schalen en het rapport cijfer worden de items die zijn gebruikt voor de afhankelijke variabelen nader bekeken door middel van beschrijvende statistiek. Deze schalen bevatten immers ‘het imago’. Er wordt per item van een schaal gekeken wat de score is. Om in deze paragraaf een duidelijk beeld te geven is ervoor gekozen de respondenten in drie groepen onder te verdelen: • •
Antwoordalternatief 1 t/m 3 = oneens Antwoordalternatief 4 = neutraal
•
Antwoordalternatief 5 t/m 7 = eens
In bijlage 11.17 tot en met 11.20 worden de ‘frequency tabellen’ en cirkeldiagrammen van de items getoond. De resultaten worden in deze paragraaf besproken per afhankelijke variabele.
60
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’: De vragen die bij de eerste afhankelijke variabele horen bestaan uit steekwoorden waar de respondenten op dienden te reageren. Men diende aan te geven of men het hiermee eens was of niet. In tabel 6.12 worden de afzonderlijke resultaten op de items weergegeven in percentages. Het aantal respondenten dat heeft gereageerd is 238 (100%). In deze schaal zijn vijf negatief geformuleerde items gespiegeld. Deze zijn in tabel 6.12 terug te vinden. Na spiegeling in SPSS dienen deze titels als volgt gelezen worden; ‘past bij ongezellig’ is dus eigenlijk na de spiegeling ‘past niet bij ongezellig’. Op deze manier hebben alle items uit deze schaal een positieve lading. Tabel 6.12: Scores affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’
Mee oneens %
Neutraal %
Mee eens %
29.8
18.5
51.7
Past bij: hoogtepunten van het jaar
13
18.1
68.9
Past bij: vrolijk
2.5
10.1
87.4
Past bij: gezellig
2.9
7.1
89.9
Past bij: sfeervol
5
10.5
84.5
Past bij: horizon verbredend
16.8
23.1
60.1
Past bij: ongezellig (gespiegeld)
3.8
10.1
86.1
Past bij: hectisch (gespiegeld)
60.9
20.6
18.5
Past bij: massaal (gespiegeld)
71.8
13.9
14.3
Past bij: onveilig (gespiegeld)
29
20.6
50.4
26.1
12.6
61.3
Past bij: gemoedelijk
Trekt veel negativiteit (gespiegeld)
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de antwoorden die op deze vragen worden gegeven voornamelijk vallen in de ‘mee eens’ categorie. Drie van de elf vragen uit deze schaal hebben een ander resultaat. •
‘Past bij hectisch’. Dit item is gespiegeld, en dient geïnterpreteerd te worden als ‘past niet bij hectisch’. 60.9% van de respondenten is het hier mee eens. Meer dan de helft van de respondenten is van mening dat de evenementen in Rotterdam bij ‘hectisch’ passen.
•
Hetzelfde geldt voor ‘past bij massaal’ (gespiegeld item en kan dus geïnterpreteerd worden als ‘past niet bij massaal’). 71.8% van de respondenten is het hiermee eens. De meerderheid vindt dus dat de Rotterdamse evenementen niet massaal zijn.
61
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
•
Dit item dient eveneens door de spiegeling beschouwd te worden als ‘past niet bij onveilig’. 50.4% van de respondenten is het hiermee eens. De helft van de respondenten vindt dus dat de Rotterdamse evenementen veilig zijn.
•
Het item ‘trekt veel negativiteit aan’ is ook gespiegeld. Dit item dient beschouwd te worden als: ‘trekt niet veel negativiteit aan’. 61.3% van de respondenten is het hiermee oneens.
Persoonlijke houding Rotterdammers: Deze schaal bevat een aantal negatief gestelde items. Deze zijn gespiegeld. Bij de interpretatie van de resultaten dient hiermee rekening gehouden te worden. De negatieve items kunnen dan als volgt gelezen worden: ‘roepen afkeer bij me op’ wordt eigenlijk gezien als ‘roepen geen afkeer bij me op’. Wat opvalt, is dat de antwoordtendensen van deze negatieve items vooral in de ‘mee oneens’ categorie vallen. Doordat de items gespiegeld zijn betekent dit dat men het met deze negatief geformuleerde items oneens is. Tabel 6.13: Scores persoonlijke houding Rotterdammers
Mee oneens %
Neutraal %
Mee eens %
Minder aantrekkelijk toeristen (gespiegeld)
3.8
7.1
89.1
Minder aantrekkelijk inwoners (gespiegeld)
6.7
8.0
85.3
Roepen afkeer bij me op (gespiegeld)
3.4
8.4
88.2
Ik heb niets met evenementen (gespiegeld)
8.8
8.4
82.8
Verheugen op evenementenseizoen
5.9
13.9
80.3
Sfeer Rotterdam Totaal
11.3
8.4
80.3
Uitstraling positief beeld
2.5
6.7
90.8
De houding van Rotterdammers ten opzichte van de organisatie van evenementen in Rotterdam is zeer positief. De ‘mee eens’ categorie bestaat uit 80.3% of meer van de respondenten. Erkenning impact op Rotterdam: De derde schaal bevat geen gespiegelde items. In tabel 6.14 is duidelijk te zien dat percentages van 70.2% en hoger in de ‘mee eens’ categorie vallen. Ieder item uit deze imago schaal wordt dus grotendeels positief beoordeeld door de respondenten.
62
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 6.14: Scores erkenning impact op Rotterdam Mee oneens %
Neutraal %
Mee eens %
Evenementen drukken positief stempel
4.6
4.6
90.8
Straalt veel positieve energie uit
5.9
8.4
85.7
Stad gezelliger door evenementen
2.9
13.4
77.7
Meer voor dan nadelen voor de stad
9.2
8.4
82.8
8
10.1
81.9
Positieve uitwerking onderlinge verhoudingen
10.5
19.3
70.2
Uitstraling positief beeld
2.5
6.7
90.8
Evenementen belangrijk voor reputatie
Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad: De vierde imago schaal bevat geen gespiegelde items. In tabel 6.15 is te zien dat net als bij de andere dimensies van imago de meeste antwoorden in de ‘mee eens’ categorie. Het merendeel van de respondenten is het ermee eens dat Rotterdam een geschikte evenementenstad is. Tabel 6.15: Scores geschiktheid Rotterdam als evenementenstad Mee oneens %
Neutraal %
Mee eens %
Rotterdam is de evenementenstad van Nederland
23.5
18.9
57.6
Trots op Rotterdam bij bezoek toerist
6.3
14.3
79.4
8
13.4
78.6
6.7
9.2
84
Rotterdam evenementenstad geeft mij een goed gevoel Rotterdam heeft sfeervolle entourage
6.2.4 Sfeer van de evenementen In dit onderzoek is aan de respondenten de vraag voorgelegd om de sfeer van Rotterdam als evenementenstad over het algemeen te beoordelen, deze is bovenstaand bij de tweede imago schaal aan bod gekomen. De algemene sfeer wordt door ruim 80% van de respondenten als ‘positief’ bestempeld. Dit is in de vragenlijst ook gevraagd te doen per evenement. De evenementen die zijn voorgelegd zijn de negen meest bezochte grootschalig gratis evenementen die in of vlakbij het centrum plaatsvinden.
63
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 6.16: Gemiddelde sfeer per evenement Descriptive Statistics Sfeer
N
Minimum
Maximum
Sum
Mean
Std. Deviation
Wereldhavendagen
238
.00
7.00
1435.00
6.0294
.93410
Dunyafestival
238
.00
7.00
1278.00
5.3697
1.24856
Zomercarnaval
238
.00
7.00
1220.00
5.1261
1.54294
Bavariacityracing
238
.00
7.00
1265.00
5.3151
1.39524
Danceparade
238
.00
7.00
1100.00
4.6218
1.61476
Marathon
238
.00
7.00
1515.00
6.3655
.98340
Wednesdaynightskate
238
.00
7.00
1404.00
5.8992
1.18639
Starttourdefrance
238
.00
7.00
1381.00
5.8025
1.41975
Deparade
238
.00
7.00
1286.00
5.4034
1.39208
Valid N (listwise)
238
De gemiddelde score op de sfeer van de voorgelegde evenementen, gemeten op een Likertschaal van 1 tot en met 7, bedraagt 5.6. De sfeer scoort dus redelijk positief. 6.2.5 Mate van aanspreken Naast de sfeer, is ook gevraagd in welke mate men deze negen grootschalige gratis evenementen aanpreekt. Deze meting is aan de hand van een Likert-schaal gedaan (zie tabel 6.17) Tabel 6.17: De mate waarin de evenementen de respondenten aanspreekt Descriptive Statistics Mate van aanspreken
N
Minimum
Maximum
Sum
Mean
Std. Deviation
Wereldhavendagenaansprekend
238
1.00
7.00
1088.00
4.5714
1.75057
Dunyafestivalaansprekend
238
.00
7.00
950.00
3.9916
1.88933
Zomercarnavalaansprekend
238
.00
7.00
1009.00
4.2395
1.91524
Bavariacityracingaansprekend
238
.00
7.00
959.00
4.0294
1.99873
Danceparadeaansprekend
238
1.00
7.00
1042.00
4.3782
2.10682
Marathonaansprekend
238
1.00
7.00
1253.00
5.2647
1.55398
Wednesdaynightskateaansprekend
238
.00
7.00
1125.00
4.7269
1.94790
Starttourdefranceaansprekend
238
.00
7.00
1198.00
5.0336
2.05590
Deparadeaansprekend
238
.00
7.00
1119.00
4.7017
1.88467
Valid N (listwise)
238
64
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Opvallend ten opzichte van de sfeer is in deze uitkomst dat de Danceparade die de minst positieve sfeer bleek uit te stralen in tabel 6.16 hoger scoort dan het Zomercarnaval en het Dunya Festival (deze evenementen scoren het laagst in bovenstaande tabel). De gemiddelde score op de mate van aanspreken van deze evenementen is: 4.6. Dit is exact één punt lager dan de scores op de sfeervragen. Men scoort over het algemeen tussen het neutrale en een ‘beetje aansprekend’ antwoord in.
65
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
66
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
7. Toekomst na de strandrellen? Zoals in hoofdstuk zes naar voren komt is één van de beïnvloedende factoren van het imago de houding ten opzichte van de veiligheidsmaatregelen. Als toevoeging aan dit onderzoek wordt in dit hoofdstuk dieper ingegaan op de actualiteiten omtrent veiligheidsmaatregelen en wordt geanalyseerd of er een verandering is in het imago en wanneer dit het geval is, of de incidenten zoals in Hoek van Holland hiermee te maken hebben. Allereerst worden het gedrag en de intenties van de respondenten vóór de strandrellen in Hoek van Holland en het bezoekgedrag en de intenties van respondenten om evenementen in de toekomst te gaan bezoeken, nader bekeken. Aan de hand van vragen wat betreft gedrag en intenties die aan de respondenten zijn voorgelegd wordt getoetst of er een verschil te herkennen is tussen het bezoekgedrag en intenties vóór de strandrellen en na de strandrellen. Er wordt ook ingegaan op de vraag of men van mening is dat het imago het afgelopen jaar is afgenomen. Indien dit het geval is, kan dit resultaat een aanzet zijn om nader onderzoek naar imagoschade en de ontwikkeling van het imago te doen. Omdat enkele vragen uit de vragenlijst aansluiten op de politieke situatie is ervoor gekozen de actualiteit nader te bekijken en te koppelen aan de uitkomsten van dit onderzoek. Op deze manier vinden theorie en gevonden resultaten aansluiting bij de praktijk. 7.1 Een veranderend imago? Aan de respondenten is gevraagd of men van mening is dat het imago van Rotterdam als evenementenstad ten opzichte van 2009 slechter is. Het merendeel is het hier ‘mee eens’ of ‘een beetje mee eens’. 36.1% Is het hier een beetje mee eens en 21.4% is het met deze stelling eens. Tabel 7.1: Resultaten van veranderend imago Ontw_imagoslechterdan2009
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
1
.4
.4
.4
Volledig oneens
4
1.7
1.7
2.1
Mee oneens
30
12.6
12.6
14.7
Beetje mee oneens
12
5.0
5.0
19.7
Niet eens/niet oneens
46
19.3
19.3
39.1
Beetje mee eens
86
36.1
36.1
75.2
Mee eens
51
21.4
21.4
96.6
Volledig eens
8
3.4
3.4
100.0
238
100.0
100.0
Total
67
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Figuur 7.2: Cirkeldiagram antwoorden Likert-schaal
Om een duidelijker beeld te krijgen zijn van deze respondenten drie groepen gemaakt: Antwoordalternatief 1 t/m 3 = oneens Antwoordalternatief 4 = neutraal Antwoordalternatief 5 t/m 7 = eens Tabel 7.3: Resultaten van veranderend imago drie categorieën Imagoslechterdan2009new
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
47
19.7
19.7
19.7
Niet eens/niet oneens
46
19.3
19.3
39.1
Mee eens
145
60.9
60.9
100.0
Total
238
100.0
100.0
Figuur 7.4: Cirkeldiagram antwoorden in drie categorieën
68
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Het merendeel van de respondenten (60.9%) denkt dat het imago in het afgelopen jaar slechter is geworden en dat deze in 2009 positiever was. Aangezien dit onderzoek een eerste meting is, kan het exacte verschil tussen 2009 en 2010 niet worden achterhaald. Zoals bleek in hoofdstuk zes zal deze eventuele afname van het imago niet heel sterk zijn omdat het huidige imago ondanks deze uitkomst alsnog ruim voldoende tot goed is.
Tijdens het verwerken van de resultaten van dit onderzoek vond een hoorzitting in de Rotterdamse gemeenteraad plaats en werd hierover een aantal artikelen gevonden. Hiermee is de kans aangegrepen in de volgende paragraaf de resultaten van paragraaf 7.1 te koppelen aan deze actualiteit. 7.2 Aangescherpt veiligheidsbeleid •
De actualiteit
Woensdag 2 juni 2010 vond in de Rotterdam gemeenteraad een hoorzitting plaats. Verschillende partijen in de stad maken zich zorgen over het imago van Rotterdam als evenementenstad. Aanleiding hiervan is het aangescherpte veiligheidsbeleid en het optreden van de politie tijdens evenementen. Naar aanleiding van de strandrellen in Hoek van Holland worden regels door de politie op verzoek van de lokale politiek nadrukkelijker gehandhaafd. Zo stelt ook Anja Melis, districtschef bij de politie in Rotterdam, tijdens de hoorzitting (bron: www.websitevoordepolitie.nl). Evenementenorganisator JMR stelt dat er evenementen verdwijnen uit de stad door het strenge evenementenbeleid van de gemeente. De Feyenoord Supportersvereniging onderschrijft dit. De vereniging stoort zich er verder aan dat de politie geen onderscheid lijkt te maken tussen gewone supporters en hooligans. De supportersvereniging is van mening dat het niet zo kan zijn dat omstanders worden opgepakt, alleen omdat ze een Feyenoord shirt dragen. Ook de ondernemersfederatie vreest door de stroom van negatieve publiciteit imagoschade voor de stad. Hiernaast protesteerde ook het Rotterdamse 1 mei Comité tegen het zero-tolerancebeleid van de gemeente. De laatste 1 mei demonstratie op de Coolsingel is voortijdig beëindigd door de politie omdat betogers vlaggenstokken bij zich hadden. Dat zou tegen de vergunning zijn. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) zei dat het imago van Rotterdam als evenementenstad onder zware druk staat. KHN noemde de drooglegging tijdens de tweede bekerfinale een draconische maatregel. Naast deze partijen zijn er ook politieke partijen die zich zorgen over het imago van Rotterdam als evenementenstad. Vooral de gemeenteraadsfracties van GroenLinks en de SP zijn kritisch over het politieoptreden. Ze pleiten voor een veilige stad, maar dat moet niet ten koste gaan van de onschuldige burger. GroenLinks en de SP zijn met name kritisch over de optredens rond de bekerfinale en de 1-meidemonstratie. In beide gevallen werden onder meer honden en politiemensen te paard ingezet. Het aangescherpte beleid zou 69
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
evenementen de stad uit jagen, menen de gemeentelijke fracties van GroenLinks en SP. Burgemeester Ahmed Aboutaleb nam circa duizend klachten in ontvangst. Deze waren verzameld via de website www.politieknuppel.nl. Onder de deze klachten waren ook tweehonderd kritische reacties op het initiatief van GroenLinks om dit aan de Burgemeester aan te bieden. Aboutaleb reageerde als volgt: ’'Ik hoor en lees veel over verboden van Aboutaleb. Ik heb geen evenementen verboden en er zijn geen evenementen vertrokken naar
een
andere
stad.“
De
politieoptredens
vond
Aboutaleb
terecht.
(www.websitevoordepolitie.nl) Hierop volgde een debat over het evenementenbeleid op donderdag 11 juni 2010 in de gemeenteraad. Het debat in de gemeenteraad was het sluitstuk na de hoorzitting, waarbij vertegenwoordigers uit de horeca, evenementenorganisaties en de politie zijn gehoord. Uitkomst van het debat op 11 juni 2010 dat het strenge politieoptreden, afgezien van de twee linkse partijen, wordt raadsbreed gesteund. “Het strenge beleid dat we na Hoek van Holland hebben vastgesteld, wordt nu eindelijk nageleefd”, stelde Peter van Heemst (PvdA) (www.leefbaarrotterdam.nl). Burgemeester Aboutaleb verzet zich tegen het beeld dat Groenlinks en de SP creëren. Zij vinden dat het zero-tolerance beleid te ver is doorgeslagen. De reactie van de Burgemeester hierop is: “Rotterdam treedt niet harder op dan voorheen, zijn korps is alleen strenger in de handhaving van de vooraf gemaakte afspraken.” •
De mening van Rotterdammers
In bijlagen 11.21 tot en met 11.24 wordt het aangescherpte veiligheidsbeleid bekritiseerd door verschillende partijen in diverse artikelen. Deze partijen zijn van mening dat het aangescherpte veiligheidsbeleid imagoschade tot gevolg heeft en staan niet achter de strengere handhaving. Maar staan de Rotterdammers wel achter dit beleid? Naar aanleiding van de strandrellen in Hoek van Holland worden regels door de politie op verzoek van de lokale politiek nadrukkelijker gehandhaafd. Met dit ‘strengere’ beleid tracht Burgmeester Aboutaleb incidenten te voorkomen. Wat vinden Rotterdammers van de aangescherpte veiligheidsmaatregelen? In dit onderzoek zijn aan de respondenten de volgende stellingen voorgelegd: 1. Als gevolg van o.a. rellen en andere incidenten zijn evenementen zoals de Danceparade (in de oorspronkelijke vorm) afgelast. Dit vind ik een juiste beslissing. 2. Ik sta achter de recent aangescherpte veiligheidmaatregelen tijdens evenementen 3. Aangescherpte veiligheidsmaatregelen zijn nodig om een evenement veilig te laten verlopen
70
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Hieronder worden de uitkomsten van deze vragen worden besproken. 1. Op de vraag of het annuleren van evenementen naar aanleiding van eerdere incidenten een juiste keuze is, wordt verdeeld gereageerd. Het gemiddelde van 3.7 geeft geen duidelijke negatieve of positieve opinie weer. Het gemiddelde neigt naar antwoordcategorie 4: niet eens/niet oneens. Men heeft hier dus geen eenduidige mening over. Bij de verdeling naar drie categorieën in bijlage 11.25 is te zien dat de ‘mee eens’ (beige) categorie nagenoeg gelijk is aan de ‘mee oneens’ (blauw) categorie. 50% van de respondenten valt in de ‘oneens’ categorie en 42.4% valt in de ‘mee eens’ categorie. 2. Op de tweede vraag wordt duidelijk minder verdeeld gereageerd. Uit de verdeling in drie categorieën (mee oneens, neutraal, mee eens) blijkt dat 81.1% van de respondenten achter de aangescherpte veiligheidsmaatregelen staat. De resultaten zijn terug te vinden in bijlage 11.25. 3. In de derde stelling wordt gevraagd in hoeverre men het eens is met de noodzaak van aangescherpte veiligheidsmaatregelen voor een veilig verloop van evenementen. Uit de resultaten in bijlage 11.25 blijkt dat 79% van de respondenten aangescherpte veiligheidsmaatregelen noodzakelijk vindt voor een veilig verloop van evenementen. Rotterdammers staan dus achter de keuze om het veiligheidsbeleid aan te scherpen. Voorkomen van incidenten (en een tweede Hoek van Holland) is immers beter dan genezen. Een fout zal de geloofwaardigheid van Burgemeester Aboutaleb aantasten. 7.3 Invloed op bezoekgedrag en het imago? •
Imagoschade door veiligheidsbeleid?
Uit de voorgaande subparagraaf blijkt dat Rotterdammers achter de aanscherping van het veiligheidsbeleid staan. Met dit resultaat is de bewering van verschillende partijen uit de hoorzitting dat de aanscherping van het veiligheidsbeleid een oorzaak is van imagoschade, onzuiver. Aan de respondenten is gevraagd of zij van mening zijn dat incidenten uit het verleden een oorzaak zijn van imagoschade. De volgende stelling is aan de respondenten voorgelegd: ‘Incidenten uit het verleden hebben een negatief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad’. Aan de hand van het resultaat in bijlage 11.26 kan worden gesteld dat het merendeel (165 van de 238 respondenten) van de respondenten op de hogere antwoordalternatieven (5 tot en met 7) van de Likert-schaal scoren en het er dus mee eens zijn dat incidenten uit het verleden een negatief effect hebben op het imago (69.3 % van de respondenten). Hieruit kan worden opgemaakt dat niet zozeer de aanscherping van het veiligheidsbeleid voor imagoschade zorgt, maar juist de incidenten bijdragen aan een negatief imago! Incidenten als de strandrellen in Hoek van Holland zouden om het imago niet te schaden niet meer voor mogen komen. 71
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
•
Invloed op bezoekgedrag Rotterdammers?
Hebben de incidenten waardoor het beleid is aangescherpt een effect op het bezoekgedrag van Rotterdammers? Er is onderzocht of incidenten ervoor gezorgd hebben dat men van plan is minder evenementen dan voorheen te gaan bezoeken. De volgende stelling is aan de respondenten voorgelegd: Incidenten tijdens evenementen hebben ervoor gezorgd dat ik van plan
ben
minder
evenementen
dan
voorheen
te
gaan
bezoeken
komend
evenementenseizoen (2010). Aan de hand van de resultaten uit bijlage 11.26 kan geconcludeerd worden dat de 68.1% van de respondenten zich door incidenten niet laat weerhouden om evenementen te gaan bezoeken in de toekomst. Naast deze stelling is ook gevraagd of men de negen grootschalige gratis evenementen in de toekomst van plan is te gaan bezoeken. In bijlage 11.27 worden de intenties voor de toekomst en het bezoekgedrag van 2009 naast elkaar gelegd. Er is geen sterke daling van de intentie ten opzichte van het gedrag te constateren. Na de strandrellen in Hoek van Holland is geen sterke afname te herkennen in intenties voor bezoek in de toekomst van de respondenten. Er zijn juist meer mensen van plan bepaalde evenementen te gaan bezoeken in de toekomst dan het aantal bezoeken van de respondenten in 2009. Dit beeld kan vertekend zijn, want tussen intenties en het daadwerkelijk bezoeken van een evenement kan een groot verschil zitten. Wat opvalt, is dat er in ieder geval voor geen van de evenementen een sterke negatieve tendens te herkennen is. Van 238 respondenten hebben 11 respondenten (4.6 %) aangegeven geen van de voorgestelde evenementen te bezoeken. Incidenten hebben geen invloed op het bezoekgedrag van Rotterdammers maar incidenten hebben volgens de respondenten wel invloed op het imago. Als gevolg van de strandrellen in Hoek van Holland is Rotterdam herhaaldelijk negatief in het nieuws geweest. Interessant is om ook nader te analyseren wat de rol van de media zijn wanneer er sprake is van incidenten tijdens evenementen. Hierop wordt in paragraaf 7.4 dieper ingegaan. 7.4 Rol van de media Er zijn in dit onderzoek aan de respondenten vragen voorgelegd betreffende de invloed van de media op het bezoek in de toekomst. Eerder is gesteld dat de intenties om evenementen te gaan bezoeken in de toekomst niet opvallend negatief zijn en dat incidenten voor een negatief imago zorgen. Het is hiernaast interessant om in deze subparagraaf te analyseren welke rol negatieve berichtgeving omtrent evenementen en incidenten spelen. De volgende stellingen uit de vragenlijst worden nader geanalyseerd: 1. Negatieve berichtgeving in de media als gevolg van incidenten tijdens evenementen weerhouden mij ervan evenementen een volgende keer te bezoeken 2. Berichten (zowel positief als negatief) uit de media over evenementen hebben geen invloed op mijn bezoek aan evenementen. 72
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
3. Ik vind dat Rotterdam als evenementenstad positief wordt neergezet in de media 4. De berichtgeving in de media over evenementen geven mij een onveilig gevoel als ik evenementen zou gaan bezoeken Hieronder worden de uitkomsten van deze vragen besproken. 1. In bijlage 11.28 is te zien dat de meningen verdeeld zijn. Het aantal respondenten in de ‘eens’ categorieën is ongeveer gelijk aan het aantal respondenten in de ‘oneens’ categorieën. 44.5% van de respondenten valt in de ‘oneens’ categorie en 43.3% is het ermee eens dat negatieve berichtgeving in de media omtrent een evenement het bezoekgedrag voor een volgende keer beïnvloedt. Er is geen collectieve mening te herkennen. 2. Het gemiddelde van de tweede vraag ligt iets hoger, namelijk: 4.3. Maar ook in deze cirkeldiagrammen is te zien dat de meningen verdeeld zijn. Dit is logisch want dit is een zelfde soort vraag. Er behoren iets meer mensen in de ‘mee eens’ categorie (48.3%) dan in de ‘oneens’ categorie (36.6%), zoals in bijlage 11.28 te zien is, maar een eenduidige mening vormen de Rotterdammers hier niet over. 3. 68.1% van de respondenten is het ermee eens dat Rotterdam als evenementenstad positief wordt neergezet in de pers. 22.3% Van de respondenten valt in de ‘oneens’ categorie. 4. De resultaten van deze vraag zijn iets meer gespreid dan de derde vraag. 59.7% Is het oneens met de stelling. 28.2% Is van mening wel een onveilig gevoel te krijgen door negatieve berichten in de media. De
vier
bovenstaande
uitkomsten
laten
geen
eenduidige
meningen
zien.
De
antwoordtendensen zijn verdeeld. Naast deze resultaten kwam in de regressieanalyse naar voren dat media invloed hebben op drie van de vier dimensies van imago (niet significant op de tweede afhankelijke variabele: persoonlijke houding). Negatieve berichten in de media vormen geen sterk overtuigende oorzaak voor imagoschade, maar wel deels van invloed imagoschade. Imagoschade komt door de incidenten zelf en de media dragen hieraan bij door middel van negatieve berichtgeving. Wat duidelijk naar voren komt is dat het veiligheidsbeleid niet de oorzaak is van imagoschade; Rotterdammers steunen dit beleid. 7.5 Conclusie naar aanleiding van de actualiteit 7.5.1 Afname imago Aan de hand van de resultaten die in de voorgaande paragrafen uiteengezet zijn is te zien dat er een (licht) negatieve tendens te herkennen is voor wat betreft de ontwikkeling van het imago. Hoe sterk de afname is kan niet worden vastgesteld (zie aanbevelingen) aan de hand van de resultaten. Ondanks de afname is het huidige imago ruim voldoende tot goed. Naast het huidige imago is het een belangrijk gegeven dat Rotterdammers graag naar de 73
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
voorgestelde evenementen gaan in de toekomst en dat maar elf van de 238 respondenten aangegeven heeft naar geen van de voorgestelde evenementen te gaan. Er is in het afgelopen jaar nadat in 2009 de strandrellen in Hoek van Holland hebben plaatsgevonden geen duidelijk te herkennen negatieve houding ontstaan in de intentie om grootschalige gratis evenementen te bezoeken, ten opzichte van het bezoekgedrag in 2009. Er is zelfs duidelijk te zien dat na de strandrellen in Hoek van Holland meer mensen evenementen willen bezoeken dan dat zij in 2009 hebben gedaan. Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is dat dit beeld misschien wat vertekend kan zijn. De intentie evenementen te bezoeken kan anders zijn dan het uiteindelijke bezoek maar is nu nog niet meetbaar. Conclusie: Er is een (lichte) afname in het imago. Dit onderzoek toont aan dat deze afname niet sterk is wanneer het huidige imago en de bezoekintenties daar tegen afgezet worden. 7.5.2 Hoorzitting gemeenteraad De respondenten geven aan dat incidenten uit het verleden een negatief effect hebben op het imago. Een incident zoals Hoek van Holland kan dus imagoschade opleveren. De reactie van de Burgemeester hierop is het aanscherpen van het veiligheidsbeleid om incidenten zo veel mogelijk te voorkomen in de toekomst. Deze reactie lijkt een gegronde reden om incidenten
en
de
negatieve
berichtgeving
die
hierop
volgt
te
voorkomen.
Gemeenteraadsleden van GroenLinks en SP zijn van mening dat juist de aanscherping van veiligheidsmaatregelen zorgen voor een negatief imago. Evenementen zouden hierdoor naar andere steden trekken. Zijn de zorgen van GroenLinks en de SP terecht? De resultaten uit de voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk spreken deze zorgen tegen. Wat nu nog rest is de vraag of berichten in de media het imago beïnvloeden onder de Rotterdammers. Uit de regressieanalyse blijkt dat de (negatieve) media invloeden een significante
samenhang
hebben
met
het
affectieve
imago
van
Rotterdam
als
evenementenstad, erkenning van de positieve effecten en met de mate van geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad. Naarmate men aangeeft meer door negatieve berichten uit de media beïnvloed te worden dalen de scores op deze drie imago dimensies. Dit uit zich vervolgens in het dalen van het affectieve imago, het in mindere mate erkennen van positieve effecten op de stad en een afname in de mate waarin de Rotterdammers van mening zijn dat Rotterdam geschikt is als evenementenstad. Naast de regressieanalyse kan geconcludeerd worden aan de hand van de in dit hoofdstuk geanalyseerde stellingen, dat de meningen verdeeld zijn wat betreft het bezoeken van evenementen na negatieve berichten in de media. De respondenten nemen niet collectief aanstoot aan negatieve berichten over evenementen en het bezoeken van een dergelijk evenement waar negatief over bericht wordt niet uit de weg gaat.
74
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Conclusie: Incidenten kunnen onder andere leiden tot imagoschade. Negatieve berichten uit de media naar aanleiding van incidenten draagt hier aan bij. De keuze om incidenten de kop in te drukken door een aangescherpt veiligheidsbeleid lijkt gegrond.
75
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
76
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
8. Conclusie van het onderzoek, reflectie en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de onderzoeksvragen beantwoord. De tweede onderzoeksvraag zal worden beantwoord aan de hand van de vooraf geformuleerde hypothesen die per onafhankelijke
variabele
worden
behandeld.
Hierna
wordt
gereflecteerd
op
het
onderzoeksproces en worden aanbevelingen en suggesties voor verder onderzoek gedaan. 8.1 Resultaten in relatie tot de onderzoeksvragen/hypothesen Er zijn twee onderzoeksvragen gesteld: 1. Wat is het imago van Rotterdam als evenementenstad? 2. Wat is de relatie tussen de onafhankelijke variabelen en het imago? In deze paragraaf worden deze vragen beantwoord aan de hand van de resultaten uit hoofdstuk zes. In het theoretisch kader en het conceptuele model is de relatie tussen identiteit en imago aan de orde geweest. Naast het beantwoorden van de vooraf geformuleerde onderzoeksvragen wordt in paragraaf 8.1.4 de relatie tussen identiteit en imago in combinatie met het onderzochte huidige imago in kaart gebracht. 8.1.1 Wat is het imago van Rotterdam als evenementenstad? Naar aanleiding van het rapportcijfer, de gemiddelden van de afhankelijke variabelen, de geanalyseerde vragen afzonderlijk, de sfeermeting en de mate waarin de evenementen de respondenten aanspreken kan geconcludeerd worden dat het imago van Rotterdam als evenementenstad onder de inwoners van Rotterdam ruim voldoende tot goed te noemen is. Men geeft hiernaast ook aan dat het imago slechter is dan in 2009. Het is niet te achterhalen hoe groot het verschil in imago tussen 2009 en 2010 is omdat een dergelijk onderzoek onder Rotterdammers nog niet eerder is uitgevoerd. Op de ontwikkeling van het imago wordt in de conclusie van de derde onderzoeksvraag dieper ingegaan. 8.1.2. Relatie tussen onafhankelijke variabelen en het imago In deze paragraaf worden eerst de hypothesen verworpen of aangenomen aan de hand van de resultaten van de regressieanalyse, voordat tweede onderzoeksvraag in paragraaf 8.1.2.2 beantwoord wordt. 8.1.2.1 Beantwoording van de hypothesen Voordat de factoranalyse werd uitgevoerd was er vanuit de theorie een idee ontstaan uit welke dimensies imago bestond. Na de factoranalyse bleek dat dit vier (andere) dimensies van imago opleverde. Daarom zijn de algemene hoofdhypotheses die geformuleerd waren, voordat de data werden verzameld, uitgebreid naar specifieke hypotheses die per dimensie van imago geanalyseerd worden.
77
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
In dit hoofdstuk worden de gevonden significante samenhangen uit geanalyseerd. De onafhankelijke variabelen die een significante samenhang met de afhankelijke variabele vertonen worden behandeld. Dit houdt in dat de H0 wordt verworpen en dat er een significante relatie is tussen de X-en en Y (imago). De hypothesen worden verworpen aan de hand van de resultaten uit de regressieanalyses. Hypothese 1: Leeftijd H0: Er is geen samenhang tussen leeftijd en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 1: Affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’ H0: Er is geen samenhang tussen leeftijd en het affectieve imago van Rotterdam als evenementenstad. De onafhankelijke variabele leeftijd is niet significant. Dit betekent dat het imago niet voor een specifieke leeftijdsgroep anders is en dus voor alle leeftijden gelijk. Afhankelijke variabele 2: Houding Rotterdammers H0: Er is geen samenhang tussen leeftijd en de persoonlijke houding van Rotterdammers ten opzichte van Rotterdam als evenementenstad. De onafhankelijke variabele leeftijd is niet significant. Dit betekent dat de houding niet wordt beïnvloed door de leeftijd. Afhankelijke variabele 3: Erkenning impact H0: Er is geen samenhang tussen leeftijd en het erkennen van de impact op de stad. De onafhankelijke variabele leeftijd is significant. Er is een positieve samenhang tussen leeftijd en het erkennen van de impact van evenementen; naarmate men ouder wordt, worden de positieve effecten meer erkend. Afhankelijke variabele 4: Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad H0: Er is geen samenhang tussen leeftijd en de mate van geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad. Bij de vierde en laatste afhankelijke variabele is leeftijd eveneens niet significant. Er is geen samenhang tussen de leeftijd en de mate waarin Rotterdam als geschikte evenementenstad wordt gezien. De geschiktheid wordt dus niet anders beoordeeld naarmate men bijvoorbeeld ouders is. Bij de verdere bespreking van de hypothesen worden alleen de significante resultaten besproken.
78
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
•
Hypothese 2: Geslacht
H0: Er is geen samenhang tussen geslacht en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 4: Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad H0: Er is geen samenhang tussen leeftijd en de mate van geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad. Geslacht is alleen op de vierde afhankelijke variabele significant. Er is samenhang tussen het geslacht en de mate waarin Rotterdam als geschikte evenementenstad wordt gezien. Mannen
geven
een
hogere
waarde
aan
de
geschiktheid
van
Rotterdam
als
evenementenstad dan vrouwen. Op de andere afhankelijke variabelen is geslacht niet significant. Er is geen samenhang tussen het geslacht en het affectieve imago, de houding van Rotterdammers en de mate van erkennen van de impact van evenementen op de stad.
•
Hypothese 3: Opleidingsniveau
H0: Er is geen samenhang tussen het opleidingsniveau en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 1: Affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’ H0: Er is geen samenhang tussen het opleidingsniveau en het affectieve imago van Rotterdam als evenementenstad. Opleidingsniveau heeft een significante invloed op het affectieve imago.
•
Hypothese 4: Burgerlijke staat
H0: Er is geen samenhang tussen de burgerlijke staat en het imago van Rotterdam als evenementenstad. De onafhankelijke variabele burgerlijke staat is op geen van de imago schalen significant. De H0 hypothese die stelt dat er geen samenhang is wordt dus aangenomen voor alle afhankelijke variabelen. Dit houdt in dat het niet uitmaakt voor het imago welke burgerlijke staat de respondenten hebben.
•
Hypothese 5: Gezinssamenstelling
H0: Er is geen samenhang tussen de gezinssamenstelling en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 3: Erkenning impact H0: Er is geen samenhang tussen de gezinssamenstelling en het erkennen van de impact op de stad. 79
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De dummyvariabele ‘gezinssamenstelling: woont bij ouders’ is significant op de derde afhankelijke variabele. Dit houdt in dat respondenten die bij hun ouders wonen significant meer de positieve effecten zal erkennen ten opzichte van de referentiecategorie ‘alleenstaand’. Op de afhankelijke variabele scoren mensen die bij hun ouders wonen 2.353 hoger dan de referentiecategorie. Afhankelijke variabele 4: Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad H0: Er is geen samenhang tussen de gezinssamenstelling en de mate van geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad. De dummyvariabele ‘gezinssamenstelling: woont bij ouders’ is ook significant op de vierde afhankelijke variabele. Dit houdt in dat respondenten die bij hun ouders wonen de stad significant
meer
geschikt
als
evenementenstad
vinden
ten
opzichte
van
de
referentiecategorie ‘alleenstaand’.
•
Hypothese 6: Woonsituatie
H0: Er is geen negatieve samenhang tussen de woonsituatie in het centrum en het imago van Rotterdam als evenementenstad. De onafhankelijke variabele ‘woonlocatie’ is op geen van de imago schalen significant. De H0 hypothese die stelt dat er geen samenhang is wordt dus aangenomen voor alle afhankelijke variabelen. De woonlocatie is opgedeeld in twee categorieën, namelijk ‘in het centrum’ en ‘buiten het centrum’. Het is voor het imago niet van belang wat de woonlocatie is.
•
Hypothese 7: Gevoel van verbondenheid
H0: Een sterk gevoel van verbondenheid met Rotterdam heeft geen positief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 1: Affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’ H0: Een sterk gevoel van verbondenheid met Rotterdam heeft geen positief effect op het affectieve imago van Rotterdam als evenementenstad. De onafhankelijke variabele ‘gevoel van verbondenheid is significant. De mate waarin Rotterdammers zich verbonden voelen met de stad heeft een significante invloed op het affectieve imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 2: Persoonlijke houding Rotterdammers H0: Een sterk gevoel van verbondenheid met Rotterdam heeft geen positief effect op de persoonlijke houding van Rotterdammers Het gevoel van verbondenheid is significant op de tweede afhankelijke variabele. Dit betekent dat de houding wordt beïnvloed door het gevoel van verbondenheid.
80
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Afhankelijke variabele 3: Erkenning impact H0: Een sterk gevoel van verbondenheid met Rotterdam heeft geen positief effect op de erkenning van de impact op de stad. Het gevoel van verbondenheid heeft een significant effect op het erkennen van de impact van evenementen; naarmate men zich meer verbonden voelt, worden de positieve effecten meer erkend. Afhankelijke variabele 4: Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad H0: Een sterk gevoel van verbondenheid met Rotterdam heeft geen positief effect op de mate van geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad. Bij de vierde afhankelijke variabele is het gevoel van verbondenheid eveneens significant. Er is dus samenhang tussen het gevoel van verbondenheid en de mate waarin Rotterdam als geschikte evenementenstad wordt gezien. De geschiktheid wordt positiever beoordeeld naarmate men zich meer verbonden voelt.
•
Hypothese 8: Media invloed
H0: Er is geen samenhang tussen media invloed en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 1: Affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’ H0: Er is geen samenhang tussen media invloed en het affectieve imago van Rotterdam als evenementenstad. De onafhankelijke variabele ‘media invloed’ is significant op de eerste dimensie van imago. Media invloeden hebben een significant effect op het overall imago van Rotterdam als evenementenstad. Naarmate men meer beïnvloedt wordt door negatieve berichtgeving in de media omtrent evenementen (bijvoorbeeld incidententen) wordt het imago minder positief. Afhankelijke variabele 3: Erkenning impact H0: Er is geen samenhang tussen media invloed en het erkennen van de impact op de stad. Media invloeden hebben een significante samenhang met de erkenning van de impact op de stad. Wanneer de media meer invloed uitoefenen worden de positieve effecten op Rotterdam minder erkend. Afhankelijke variabele 4: Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad H0: Er is geen samenhang tussen media invloed en de mate van geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad. Op de vierde afhankelijke variabele is de variabele ‘media invloed’ significant. Er is een significante samenhang tussen de invloeden van de media en de mate waarin Rotterdam als
81
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
geschikte evenementenstad wordt gezien. Wanneer negatieve berichten meer invloed hebben wordt de geschiktheid als evenementenstad minder positief beoordeeld.
•
Hypothese 9: Noodzaak veiligheidsmaatregelen
H0: De noodzaak van aangescherpte veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van incidenten hebben geen negatief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 1: Affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’ H0: De noodzaak van aangescherpte veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van incidenten hebben geen negatief effect op het affectieve imago van Rotterdam als evenementenstad. De onafhankelijke variabele ‘noodzaak van veiligheidsmaatregelen’ is significant. Dit betekent dat het affectieve
imago afneemt wanneer men
veiligheidsmaatregelen
noodzakelijker vindt. Afhankelijke variabele 2: Persoonlijke houding Rotterdammers H0: De noodzaak van aangescherpte veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van incidenten hebben geen negatief effect op de persoonlijke houding van de Rotterdammers. De onafhankelijke variabele ‘noodzaak van veiligheidsmaatregelen is significant. Dit betekent dat de houding van de Rotterdammers wordt beïnvloed door de mate waarin men veiligheidsmaatregelen noodzakelijk vindt.
•
Hypothese 10: Overeenstemming aanbod met wensen en behoeften
H0: Overeenstemming van het aanbod van evenementen met de wensen en behoeften van Rotterdammers heeft geen positief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 1: Affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’ H0: Overeenstemming van het aanbod van evenementen met de wensen en behoeften van Rotterdammers heeft geen positief effect op het affectieve imago van Rotterdam als evenementenstad. De onafhankelijke variabele ‘overeenstemming van het aanbod met de wensen en behoeften’ is significant. Het affectieve imago wordt beïnvloedt door de mate waarin de wensen en behoeften van de Rotterdammers overeenstemmen met het aanbod aan evenementen. Naarmate de overeenstemming toeneemt, stijgt het affectieve imago voor de respondenten uit dit onderzoek. Afhankelijke variabele 2: Persoonlijke houding Rotterdammers H0: Overeenstemming van het aanbod van evenementen met de wensen en behoeften van Rotterdammers heeft geen positief effect op de persoonlijke houding van Rotterdammers ten opzichte van Rotterdam als evenementenstad. 82
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De overeenstemming van het aanbod met de wensen en behoeften is significant. Dit betekent dat de houding van Rotterdammers wordt beïnvloedt door de mate van overeenstemming. Afhankelijke variabele 3: Erkenning impact H0: Overeenstemming van het aanbod van evenementen met de wensen en behoeften van Rotterdammers heeft geen positief effect op de erkenning van de impact op de stad. Ook bij de derde afhankelijke variabele is de overeenstemming van het aanbod met de wensen en behoeften significant. Er is een significante samenhang tussen de mate van overeenstemming en het erkennen van de impact van evenementen. Afhankelijke variabele 4: Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad H0: Overeenstemming van het aanbod van evenementen met de wensen en behoeften van Rotterdammers heeft geen positief effect op de mate van geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad. De mate van overeenstemming is op de geschiktheid van Rotterdam als evenementenstad significant. De geschiktheid wordt significant beïnvloedt door de mate van overeenstemming van het aanbod met de wensen en behoeften.
•
Hypothese 11: Ervaring
Deze hypothese is opgedeeld in de ervaring van 1998-2008 en de ervaring van 2009. De ervaring van 1998-2008 is op geen van de afhankelijke variabelen significant. De ervaring van 2009 (wel of geen bezoek) is significant op de eerste en tweede variabele. H0: Er is geen samenhang tussen ervaring met het bezoeken van evenementen en het imago van Rotterdam als evenementenstad. Afhankelijke variabele 1: Affectief imago Rotterdam evenementenstad H0: Er is geen samenhang tussen de ervaring met het bezoeken van evenementen in 2009 en het affectieve imago van Rotterdam als evenementenstad. De onafhankelijke variabele ‘imago 2009’ is significant. Er is een significante samenhang tussen het affectieve imago en de ervaring met het bezoeken van evenementen in 2009. Naarmate men meer ervaring heeft, stijgt het affectieve imago voor de respondenten in dit onderzoek. Afhankelijke variabele 2: Persoonlijke houding Rotterdammers H0: Er is geen samenhang tussen de ervaring met het bezoeken van evenementen in 2009 en de persoonlijke houding van de Rotterdammers. De ervaring van 2009 is significant op de tweede afhankelijke variabele. De houding van de Rotterdammers wordt significant beïnvloed in de populatie door de ervaring. 83
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
8.1.2.2 Beantwoording van de tweede onderzoeksvraag Nu alle voorgaande hypothesen zijn verworpen of aangenomen kan geconcludeerd worden met welke onafhankelijke variabelen rekening gehouden kan worden bij het verbeteren van het imago en er kan een antwoord gegeven worden op de volgende onderzoeksvraag: Wat is de relatie tussen de onafhankelijke variabelen en het imago? Vanuit de theorie zijn een aantal onafhankelijke variabelen geselecteerd welke een mogelijke invloed op het imago hebben. Door middel van de regressie analyse uit hoofdstuk zes kan achterhaald worden wat de relatie is en of de onafhankelijke variabelen een significante relatie hebben met de afhankelijke variabelen. Hiermee kan dus antwoord gegeven worden op de bovenstaande onderzoeksvraag. Er zijn twee onafhankelijke variabelen op alle vier de dimensies van imago significant van invloed. Deze ‘hoofdvariabelen’ zijn: 1. Overeenstemming aanbod met de wensen en behoeften 2. Gevoel van verbondenheid Het is belangrijk de verschillende dimensies van het imago die uit de factoranalyse naar voren kwamen gescheiden te houden. Dit duidelijke onderscheid kwam niet voor niets als resultaat uit de factoranalyse. Daarom wordt onderstaand per dimensie van imago de significante variabelen benoemd. De volgorde in tabellen 8.1 tot en met 8.4 (en de betawaarden in de derde kolom) geven aan welke onafhankelijke variabelen de sterkste invloed hebben. Hierin is ook te zien wat de relatie is tussen de afhankelijke en de onafhankelijke variabelen 1. Affectief imago Rotterdam evenementenstad Tabel 8.1: overzicht verhouding tussen onafhankelijke variabele en het affectieve imago Onafhankelijke variabele
Significantie
Beta
Overeenstemming aanbod met wensen en behoeften
.000
.486
Noodzaak veiligheidsmaatregelen
.000
-.271
Gevoel van verbondenheid
.000
.201
Opleiding hoog (dummy 3)
.027
-.186
Media invloed
.001
-.181
Opleiding midden (dummy 2)
.028
-.172
Ervaring 2009
.036
.117
84
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
2. Persoonlijke houding Rotterdammers Tabel 8.2: overzicht verhouding tussen onafhankelijke variabele en de persoonlijke houding Onafhankelijke variabele
Significantie
Beta
Overeenstemming aanbod met wensen en behoeften
.000
.573
Gevoel van verbondenheid
.000
.184
Noodzaak veiligheidsmaatregelen
.006
-.135
Ervaring 2009
.013
.129
3. Erkenning van de impact op Rotterdam Tabel 8.3: overzicht verhouding tussen onafhankelijke variabele en de erkenning van de impact Onafhankelijke variabele
Significantie
Beta
Overeenstemming aanbod met wensen en behoeften
.000
.409
Gevoel van verbondenheid
.000
.227
Leeftijd
.045
.162
Gezinssituatie Woont bij ouders (dummy 4)
.037
.138
Media invloed
.022
-.136
4. Geschiktheid Rotterdam als evenementenstad Tabel 8.4: overzicht verhouding tussen onafhankelijke variabele en de mate van geschiktheid Onafhankelijke variabele
Significantie
Beta
Overeenstemming aanbod met wensen en behoeften
.000
.456
Gevoel van verbondenheid
.000
.318
Media invloed
.001
-.181
Gezinssituatie Woont bij ouders (dummy 4)
.023
.139
Geslacht
.040
.104
Door de regressieanalyse is duidelijk geworden wat de relatie is tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabelen. Met name de demografische kenmerken hebben weinig samenhang met het imago. Dit werd aanvankelijk wel verondersteld. De twee hierboven geselecteerde hoofdvariabelen (‘overeenstemming van het aanbod met de wensen en behoeften’ en ‘gevoel van verbondenheid’) worden als belangrijkste voorspellers van imago gezien. Naast deze hoofdvoorspellers worden de twee daaropvolgende (media invloed en noodzaak veiligheidsmaatregelen) belangrijkste voorspellers meegenomen in de volgende paragraaf waarin de aanbevelingen worden gedaan.
85
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
8.1.3 Identiteit en het imago Naast de beantwoording van de onderzoeksvragen wordt naar aanleiding van het theoretische kader van deze masterthesis de relatie tussen het werkelijk imago en de gewenste identiteit in deze subparagraaf besproken. In een ideale situatie staan inwoners achter de identiteit die een stad probeert te bewerkstelligen. Rotterdam marketing wil door
middel van citymarketingstrategieën een bepaalde identiteit uitdragen. De gewenste identiteit van een organisatie moet in een ideale situatie totaal overlappen met het werkelijke imago. Eén van die tien punten (de gewenste identiteit) die de stichting Rotterdam Marketing wil nastreven luidt: “Sport en Culturele evenementen: de evenementenstad van Nederland”. In de vragenlijst is de volgende stelling aan de respondenten voorgelegd: Voor mij is Rotterdam dé evenementenstad van Nederland. In tabel 8.5 en figuur 8.6 is te zien dat iets meer dan de helft van de respondenten het met
deze stelling eens is. Er is geen collectieve steun voor de stelling te constateren. In dit onderzoek is alleen de houding van Rotterdammers onderzocht. De identiteit die Rotterdam Marketing voor de stad wil uitdragen is niet alleen gericht op inwoners van Rotterdam. Wellicht is de uitslag anders wanneer deze stelling aan niet-Rotterdammers wordt voorgelegd. Tabel 8.5: Resultaten ‘evenementenstad van Nederland’’ EvenementenstadvanNL
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
oneens
56
23.5
23.5
23.5
niet eens/niet oneens
45
18.9
18.9
42.4
eens
137
57.6
57.6
100.0
Total
238
100.0
100.0
Figuur 8.6 Cirkeldiagram ‘evenementenstad van Nederland’’
86
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Naast de uitslag op deze stelling kan aan de hand van het huidige imago dat bij de beantwoording van de eerste onderzoeksvraag behandeld is, gesteld worden dat het imago van Rotterdam als evenementenstad onder Rotterdammers goed is. Daarentegen is niet iedereen het ermee eens dat Rotterdam dé evenementenstad van Nederland is. Naast de identiteit die Rotterdam Marketing voor ogen heeft is de stichting verantwoordelijk voor het stimuleren van het verbeteren van het imago van de stad, specifiek gericht op het imago van het vrijetijdsproduct (hieronder vallen onder andere evenementen) en het zakelijk toeristische product van Rotterdam. Dit is voor dit onderzoek van belang. Evenementen vallen onder het vrijetijdsproduct van de stad. Wanneer het imago verbeterd wordt wellicht de houding ten opzichte van Rotterdam als dé evenementenstad van Nederland positiever. 8.2
Reflectie
op
de
algemene
onderzoeksvragen,
onderzoeksdoel
en
de
wetenschappelijke/sociale relevantie Na de strandrellen in Hoek van Holland waren er bij de onderzoeker een aantal vragen ontstaan. Hoe denken inwoners van Rotterdam na deze gebeurtenissen over hun stad? Staan ze nog steeds achter de grootschalige gratis evenementen die plaatsvinden, of is het beeld anders geworden na de rellen die plaats hebben gevonden in Hoek van Holland en de reacties die hierop van het stadsbestuur volgden? Is Rotterdam nog wel een evenementenstad? Deze vragen zijn samengebracht in de twee onderzoeksvragen die in de voorgaande paragraaf zijn beantwoord. In dit onderzoek is vastgesteld wat het imago van Rotterdam als evenementenstad onder Rotterdammers is en welke factoren van invloed hierop zijn. Het imago bleek ruim voldoende tot goed te zijn. Hiernaast is ook achterhaald door middel van regressieanalyses welke factoren van invloed zijn op de verschillende dimensies van imago. Het doel van dit onderzoek en de twee onderzoeksvragen zijn dus beantwoord, maar wat is hiervan de sociale en wetenschappelijke relevantie? Het is voor het gemeentebestuur en haar ambtenaren van belang de mening van haar inwoners te kennen. Door beantwoording van de eerste onderzoeksvraag kan het imago dat leeft onder de Rotterdammers worden vastgesteld. Wanneer het imago sterk achteruit gaat is kan het voor de beleidsbepalers van de gemeente een signaal zijn hier iets aan te doen. Om het imago te verbeteren zijn naar aanleiding van de regressie analyse factoren naar voren gekomen die van invloed zijn op verschillende dimensies van imago. Ook de tweede onderzoeksvraag heeft hiermee een grote sociale en politieke relevantie. Naast het belang voor de stad en haar inwoners is dit onderzoek ook wetenschappelijk relevant. In de literatuur wordt tot op heden weinig tot geen aandacht geschonken aan citymarketing met als doelgroep de inwoners van een stad. Er wordt voornamelijk aandacht geschonken aan het trekken van zoveel mogelijk toeristen vanuit economisch perspectief. Dit onderzoek laat de mogelijkheden zien hoe imago van de stad onder inwoners onderzocht 87
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
kan worden. Dit onderzoek kan uiteraard ook uitgevoerd worden in andere grote steden. Door middel van dit type onderzoek kan aangetoond worden hoe de inwoners van de stad tegen de evenementen aankijken, welk imago Rotterdam als evenementenstad heeft (afhankelijke variabele) en of de aan de hand van de theorie geselecteerde factoren dit imago beïnvloeden (onafhankelijke variabele). Hiernaast kan dit onderzoek als handvat dienen voor vergelijkbare onderzoeken in andere steden in de toekomst. 8.3 Reflectie op het onderzoeksproces 8.3.1 Reflectie op theorie en conceptueel model Het eerste deel van deze masterthesis bestond uit het vormen van een theoretisch kader. In het theoretische kader van dit onderzoek ligt de nadruk op de begrippen ‘identiteit’ en ‘imago’. Over deze begrippen zijn veel boeken en artikelen geschreven. Het merendeel hiervan is gericht op het onderscheid tussen identiteit en imago, het imago en de identiteit van bedrijven en van producten. Wanneer het gaat over steden, landen of gebieden komt men al snel uit op ‘citymarketing’ of het imago van toeristische bestemmingen. In het theoretisch kader is getracht al deze informatie toe te spitsen op het onderwerp van deze masterthesis. In de literatuur is het vinden van informatie wat betreft identiteit en imago geen probleem. Wat wel lastiger was, was het vinden van literatuur omtrent het meetbaar maken van imago. Vaak blijft het in de bronnen bij ‘vragen naar meningen’. Wellicht is dit te wijten aan het feit dat ieder imago onderzoek een specifiek karakter heeft. Ook is het lastig om sluitende theorieën te vinden over wat van invloed is op het imago van een stad. Wanneer hier wel over wordt gesproken gaat het vaak om het imago van producten. Hier zijn de vele bronnen met elkaar gecombineerd en toegepast in deze masterthesis. Het conceptueel model is ontwikkeld aan de hand van de theorie. Dit model was goed te onderzoeken met de opgestelde vragenlijst. Het enige punt dat wel belangrijk is om bij stil te staan is het interactie-effect dat werd verondersteld in het conceptueel model. In dit effect werd een samenhang verondersteld tussen incidenten en het imago. Hierbij werd ervan uitgegaan dat media invloed hebben op deze relatie. Het is echter lastig de samenhang te meten tussen ‘incidenten’ en imago en het meetbaar maken van het begrip ‘incidenten’. Is dit het aantal incidenten waarvan men kennis heeft of is dit het aantal incidenten waar men bij betrokken was? Van welke omvang zijn deze incidenten? Kortom, dit is lastig te definiëren. De vragen die zijn gesteld met de verwachting dit ‘interactie effect’ te meten kwamen uiteindelijk neer op vragen waarmee gemeten kon worden of men zich wel of niet iets aantrok van negatieve berichten in de media als gevolg van incidenten. Uiteindelijk is dit interactie effect uit het conceptueel model gegroeid tot de onafhankelijke variabele ‘media invloed’, wat uiteindelijk met drie van de vier dimensies van imago bleek samen te hangen. In het theoretisch kader is verondersteld dat er vijf dimensies van imago waren. Deze theorie werd getoetst door middel van een factoranalyse. Hieruit bleek dat er vier dimensies 88
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
van het imago te herkennen waren, elk met andere items dan op voorhand werd aangenomen. Na de factoranalyse kunnen dus vier conceptuele modellen worden opgesteld zonder het interactie effect dat niet is gemeten met de vragenlijst maar met de onafhankelijke variabele ‘media invloed’. De in de theorie veronderstelde dimensies sfeer, uitstraling,
emotie, waardering en houding komen wel terug, maar dan in de vier gedefinieerde afhankelijke variabelen. 8.3.2 Reflectie op de methode van onderzoek Door middel van een vragenlijst zijn de onderzoeksvragen onderzocht. De vragenlijst is gestuurd naar persoonlijke contacten van de onderzoeker en er is gebruik gemaakt van de snowballing-techniek voor het verzamelen van respondenten. Er zijn 222 afzonderlijke emails gestuurd. Daarin is de vraag gesteld de link naar andere Rotterdammers door te sturen per e-mail. Uiteindelijk zijn er 257 ingevulde vragenlijsten door de onderzoeker ontvangen. Hiervan waren er uiteindelijk 238 bruikbaar voor het onderzoek. Omdat het opzetten van een samenwerkingsverband met Rotterdam Marketing in het kader van dit onderzoek niet is gelukt, was snowball-sampling de meest voor de hand liggende optie om respondenten te benaderen. Door middel van deze wijze van steekproeftrekken is het lastig om tot een representatieve steekproef te komen. De doorstuur e-mails komen terecht bij kennissen van de onderzoeker. Het doorsturen van vragenlijsten brengt het risico met zich mee dat de vragenlijsten worden ingevuld door respondenten die min of meer uit hetzelfde milieu komen met kenmerken die (deels) overeenkomen. Zoals in hoofdstuk vier te zien is, is de steekproef niet representatief voor de populatie. Helaas kunnen de uitkomsten van het onderzoek daarom niet gegeneraliseerd worden naar de gehele populatie. Het gebruiken van een digitale vragenlijst is ervaren als een zeer efficiënte methode. Dit onderzoek bevat veel onafhankelijke variabelen. Dit heeft ervoor gezorgd dat het aantal vragen van de vragenlijst behoorlijk groot is. De niet bruikbare vragenlijsten waren dan ook vragenlijsten die niet helemaal afgemaakt zijn. Het inkorten van het aantal vragen behoorde niet tot de mogelijkheden. Het inperken van het aantal onderzoeksvragen tot bijvoorbeeld maar één onderzoeksvraag was een mogelijkheid geweest, maar dan was het onderzoek lang niet zo compleet als dat het uiteindelijk is geworden.
89
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
90
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
9. Executive Summary Deze executive summary is bedoeld voor ambtenaren, citymarketeers, organisatoren van evenementen en beleidsmedewerkers. De aanbevelingen en de uitkomsten van dit onderzoek worden aangeboden aan de coördinator Evenementen en Voetbalzaken Nienke Riemersma van de Directie Veiligheid van de Gemeente Rotterdam (onderdeel van de Bestuursdienst die het college van Burgemeester en Wethouders ondersteunt). De uitgebreidere beschrijvingen van de aanbevelingen zijn terug te vinden in bijlage 11.29. 9.1 Specifieke aanbevelingen Dit onderzoek toont aan dat er een kleine daling van het imago te herkennen is ten opzichte van 2009. Wanneer Rotterdam het huidige imago onder de Rotterdammers wil verbeteren of handhaven wordt aanbevolen te focussen op de volgende vier beïnvloedende factoren om een verbetering van het imago te bewerkstelligen: •
Overeenstemming aanbod met de wensen en behoeften
•
Gevoel van verbondenheid
•
Media invloed
•
Noodzaak veiligheidsmaatregelen
Aan de hand van deze factoren worden onderstaand de specifieke aanbevelingen gedaan (aanbeveling 1 tot en met 4). Aanbeveling 1: Onderzoeken smaakpatronen Omdat voorkeuren en smaak na verloop van tijd veranderen wordt aanbevolen elke drie jaar een onderzoek te doen naar veranderende smaakpatronen onder de Rotterdammers. Met een dergelijk onderzoek kan inzicht verkregen worden in de wensen en behoeften. Met dit inzicht kan het aanbod op de wensen en behoeften worden afgestemd. Aanbeveling 2: Gevoel van verbondenheid vergroten Verbondenheid met de stad is groter naarmate men langer in een stad woont (of geboren is) en is geografisch bepaald. Er wordt aanbevolen randvoorwaarden te scheppen om (geboren) Rotterdammers in de stad te houden met een focus op wonen, werken, studeren en vrijetijdsbestedingen. Een voorbeeld van een te scheppen randvoorwaarde zijn de startersregelingen voor starters op de huizenmarkt. Door terugkoopgaranties en kortingen wordt het voor jonge Rotterdammers aantrekkelijker een woning te kopen in hun eigen stad. Aanbeveling 3: Handhaven veiligheidsbeleid Omdat incidenten via negatieve berichten in de media imagoschade tot gevolg kunnen hebben wordt de gemeenteraad aanbevolen dit aangescherpte beleid niet in twijfel te trekken
91
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
en voort te zetten. Hier ligt ook een politieke verantwoordelijkheid bij de afzonderlijke partijen zorgvuldig en behoedzaam om te gaan met het begrip ‘imagoschade’. Aanbeveling 4: Opinie inwoners veiligheidsbeleid Er wordt aanbevolen de mening van de inwoners (en belanghebbenden) ten opzichte van het veiligheidsbeleid door middel van regelmatig (bijvoorbeeld eens per jaar) onderzoek goed in de gaten te houden. Wanneer verschillende partijen in de stad geen noodzaak zien in veiligheidsmaatregelen, is dit het overwegen van een versoepeling van de maatregelen waard. 9.2 Aanbevelingen voor verder onderzoek Aanbeveling 5: Onderzoeken bezoekgedrag Om veranderingen te kunnen constateren in bezoekgedrag wordt aanbevolen onderzoek te doen naar bezoekersaantallen van evenementen. Op deze manier kan het bezoekgedrag van verschillende jaren met elkaar worden vergeleken. Aanbeveling 6: Onderzoeken imago onder toeristen Hetzelfde onderzoek kan uitgevoerd worden, maar dan voor niet-Rotterdammers. Het is wellicht interessant een dergelijk onderzoek te doen onder toeristen om op deze manier een compleet beeld van het imago van Rotterdam als evenementenstad vast te stellen. Het imago dat leeft onder Rotterdammers kan dan met niet-Rotterdammers worden vergeleken. Aanbeveling 7: Imagomonitor Om de ontwikkeling van het imago in kaart te brengen wordt aanbevolen ieder jaar een ‘imagomonitor’ uit te voeren onder de inwoners van Rotterdam (en eventueel onder toeristen). Wanneer dit een aantal jaar wordt gedaan kunnen trends in kaart worden gebracht en negatieve ontwikkelingen worden herkend welke als basis kunnen dienen voor te nemen maatregelen.
92
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
10. Literatuur
Aerssens, H. (2001). Checkmate Bedrijfscommunicatie. Alphen aan den Rijn: Kluwer.
Assen, van M.A.L.M. (2009). Cursus ‘MTO 2’. Tilburg: Universiteit van Tilburg. Atkinson, R. & Flint, J. (2001). Accessing Hidden and Hart-to-Reach Populations: Snowball Research Strategies. Social Research Update, 33. Aufdemkampe, G. , Berg J. van den & Windt, D.A.W.M. van der (2007). Hoe vind ik het?Houten: Bohn Stafleu Van Loghum Fisser, E. & Vries, W. de (2003). Interne marketing: de moed van organisaties om zichzelf te zijn. Amsterdam: Kluwer Grinten, J. van der (2004). Mind the Gap. Stappenplan identiteit en imago. Meppel: Boom Uitgevers. Jansen-Verbeke, M. & Mampaey, K. (2001). De toeristische bestemming online. Antwerpen: Standaard Uitgeverij. Jobse, R.B. & Musterd, S. (1994). De stad in het informatietijdperk: dynamiek problemen en potenties Kotler, P. Haider, D.J. and Rein, I. (1999). Marketing Places: Attrackting investment, industry, and tourism to cities, states and nations. New York: The free Press.
Land, L. van der (2004). Vluchtige verbondenheid. Stedelijke bindingen van de Rotterdamse nieuwe middenklasse. Amsterdam: Amsterdam University Press. Oerbekke, B.D.A. (2005). De photosortmethode voor imago-onderzoek: ontwikkeling en implementatie
van
een
onderzoeksinstrument.
Afstudeerscriptie
Toegepaste
communicatiewetenschap. Enschede: Universiteit van Twente Poiesz, Th.B.C. (1989). The image concept: it’s place in consumer psychology. Journal of Economic Psychology, 10(4), 457-472.
Pruyn, A.Th.H. (1994). Imago: een analytische benadering van het begrip en de implicaties daarvan voor onderzoek. In C.B.M. van Riel, Handboek Corporate Communication. Geselecteerde artikelen voor het hoger onderwijs. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu van Loghum.
93
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Riel, C. van (2001). Corporate communication. Het managen van reputatie. Alphen aan den Rijn: Kluwer. Riel, C. van., Vyncke, P., Woerkum C. van. & Franzen, G. (1998). Tijdschrift voor strategische bedrijfscommunicatie. Een selectie uit gezaghebbende vakliteratuur. Alphen aan den Rijn: Samson BedrijdsInformatie bv. Sanders, T. (2000). Tussen droom en werkelijkheid. Het belang en de betekenis van merkidentiteit. Amsterdam: Grafische Producties UvA. Veenman, R & Doorn, A. van (1997). Grondslagen van de professionele communicatie. Houten: Bohn Stafleu van Lochum. Verhallen, T. (1988). Vijf methoden om image te meten nader vergeleken. Oratie Theo Verhallen. Tilburg: Katholieke Universiteit Brabant Verschueren, K. (2005). Het imago van hogescholen onder de stakeholders van de HBO-raad. Doctoraalscriptie Toegepaste Communicatiewetenschap. Enschede: Universiteit Twente: Vocht, A. de (2007). Basishandboek SPSS 12. Utrecht: Bijleveld Press Voogd, H. (2004). Facetten van de planologie. Alphen aan den Rijn: Kluwer.
Websites:
http://www.rotterdamworldbrand.rotterdam.nl/index.php?pageID=4128
http://www.rotterdam.info/ http://www.let.leidenuniv.nl/history/RES/stat/html/les6.html
http://www.ppsw.rug.nl/methodologiewiki/index.php/Regressie_Assumpties http://www.websitevoordepolitie.nl/nieuws/politie-rotterdam-treedt-niet-harder-op-802.html
http://www.leefbaarrotterdam.nl/index.php/new/comments/evenementenbeleid_rotterdam/ http://allesovermarktonderzoek.nl/Extra/Steekproef.aspx
94
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11. Bijlagen 11.1 Artikel Metro / Woensdag, 29 juli 2009 Rotterdammer achter festivals in Maasstad Rotterdammers zijn wederom trots op hun vele festivals. Van de inwoners van de Maasstad is 92,9 procent van mening dat de evenementen goed zijn voor de stad. Dit is een procent meer dan vorig jaar. Dit blijkt uit een peiling onder het Metro Life Panel. Driekwart van de Rotterdammers geeft aan dit jaar een van de zes grote festivals, zoals het Ortel Mobile Zomercarnaval afgelopen weekend, te bezoeken of al heeft bezocht. Hiervan zijn de Wereldhavendagen, dit jaar op 4, 5 en 6 september, favoriet. Bijna 42 procent wil dit evenement gaan bezoeken. Ook krijgt het de hoogste waardering, een 7,62. Organisator Stichting Wereldhavendagen is verheugd over de goede cijfers. De beste waarderingen 1. Wereldhavendagen (7,62) 2. North Sea Jazz (7,22) 3. Zomercarnaval (7,10) 4. Bavaria City Racing (6,82) 5. Dunya Festival (6,80) 6. FF Dance Parade (6,65). ‘Geen last van festivals’ Niet alleen zijn Rotterdammers trots op hun festivals, ook geeft slechts 9 procent aan er last van te hebben. Volgens de ruim duizend Rotterdamse deelnemers van het Metro Life Panel zouden er zelfs meer mogen komen. Bijna 60 procent ziet meer grote festivals wel zitten. otterdam Festivals, de overkoepelende organisatie, is blij met de goede cijfers. “Het festivalaanbod wordt gewaardeerd en dat is een goede opsteker”, aldus woordvoerster Nancy van Oorschot. De organisatie wil dat de festivals internationaal meer op de kaart komen te staan. “Daarom willen we meer kleinschalige activiteiten eromheen doen.”Dat Rotterdammers de Wereldhavendagen, dat dit jaar het thema Nieuwe Energie heeft gekregen, zo hoog waarderen geeft blije gezichten bij de Stichting Wereldhavendagen. “Wij zijn hier hartstikke blij mee”, vertelt woordvoerster Sabine Bruijnincx. “Wij proberen een evenement neer te zetten voor alle leeftijden. Ouderen kennen de haven van vroeger, de huidige generatie werkenden heeft er ook veel mee en de jongeren zijn voor de haven de toekomst.” Dit jaar staat het evenement ook in het teken van de Europese jongerenhoofdstad, Your World. Zo gaan jongeren op excursie in de Haven en geven studenten van de Codarts Hogeschool zaterdagavond een bijzondere voorstelling op het water met dans, muziek en circusacts. Als afsluiter komt Sabrina Starke zingen.
95
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.2 Artikel Trouw / 3 september 2009. Aboutaleb haalt hard uit naar hooligans Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam heeft donderdag hard uitgehaald naar de voetbalhooligans die het feest op Hoek van Holland ernstig verstoorden. ,,Wij Rotterdammers zullen dit niet accepteren. En zullen niet rusten totdat we zo veel mogelijk van deze criminele cellen te pakken hebben'', zei Aboutaleb aan het begin van de ingelaste raadsvergadering over het uit de hand gelopen strandfeest. Een 19-jarige Rotterdammer kwam daarbij om het leven door een politiekogel. Zes mensen raakten gewond. ,,De situatie zal tot op de bodem worden uitgezocht, maar, vandaag, als Rotterdammers trekken wij hier, in dit debat, een grens. Een grens voor die mensen die met trots de naam 'Rotterdam Hooligans' aanheffen en enkel en alleen geweld brengen naar onze samenleving.'' Aboutaleb zei dat hij geschokt is door de hevigheid van de rellen. ,,Het gaat hier om reltrappers die willens en wetens dit soort feesten bezoeken om de openbare orde te verstoren, om rellen te trappen, om agenten met de dood te bedreigen. Dat is onacceptabel. Wij moeten dit uitzoeken tot op de bodem en we moeten er alles aan doen om deze gebeurtenissen in de toekomst met wortel en tak uit te roeien. Dat lukt alleen als we de achtergronden ervan zorgvuldig bespreken en diepgaand onderzoeken.'' In zijn verklaring stelde Aboutaleb diep geraakt te zijn door de gebeurtenissen. Hij is intussen bij de ouders geweest van Van der Leeden. ,,Het was een emotioneel gesprek, met bijzonder sterke ouders. Ik ben onder de indruk van hoe zij met hun verdriet omgaan. Ik heb alle mogelijke steun toegezegd bij de verwerking van het verlies van hun enige zoon.'' Hij zei ook geraakt te zijn door de emotionele gesprekken die hij voerde met agenten die de bewuste avond dienst hadden.
96
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.3 Artikel Algemeen Dagblad / 3 februari 2010
In zijn verklaring stelde Aboutaleb diep geraakt te zijn door de gebeurtenissen. Hij is intussen bij de ouders geweest van Van der Leeden. ,,Het was een emotioneel gesprek, met bijzonder sterke ouders. Ik ben onder de indruk van hoe zij met hun verdriet omgaan. Ik heb alle mogelijke steun toegezegd bij de verwerking van het verlies van hun enige zoon.'' Hij zei ook geraakt te zijn door de emotionele gesprekken die hij voerde met agenten die de bewuste avond dienst hadden. Beleid na strandrellen nekt Dance Parade
Dance Parade in Rotterdam. ANP ROTTERDAM - De Dance Parade die jaarlijks honderdduizenden dansliefhebbers trok, keert niet meer in de huidige vorm terug in Rotterdam. Het stadsbestuur wil voortaan alleen nog maar ruimte geven aan grote dansfeesten als die plaatsvinden op een afgesloten festivalterrein waar bezoekers uitgebreid worden gecontroleerd. Dat staat in een brief van het college van burgemeester en wethouders in Rotterdam over het nieuwe evenementenbeleid, die woensdag aan de gemeenteraad wordt gestuurd. Dat beleid verscherpt volgens het stadsbestuur niet alleen de voorwaarden als het gaat om veiligheid en vergunningverlening van evenementen, maar stelt ook hogere eisen aan de kwaliteit ervan. De organisator van de Dance Parade werkt aan een kleinere opzet van het evenement in het Zuiderpark. Daarvoor is in juni nog een weekeinde beschikbaar. Bij de afgelopen editie vorig jaar zomer reden 32 vrachtwagens met daarop dj's als een lint door de stad met langs de route ongeveer 400.000 mensen. 'RTL viert de zomer' verdwijnt, omdat er geen grote evenementen meer worden gehouden op het strand in Hoek van Holland. Rotterdam past het evenementenbeleid mede aan naar aanleiding van het zeer kritische COT-rapport over de strandrellen in Hoek van Holland. Tijdens een strandfeest in augustus
97
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
kwam een bezoeker om het leven door een politiekogel, nadat hooligans agenten hadden belaagd. Het onderzoeksinstituut COT concludeerde onder meer dat het vergunningenbeleid van de gemeente routinematig was. Ook tijdens het Bevrijdingsfestival waren vorig jaar mei ongeregeldheden. De editie van dit jaar is meer gericht op kinderen en jongeren en kent aangescherpte veiligheidseisen. Bij het opstellen van het nieuwe evenementenbeleid is ,,nadrukkelijk rekening gehouden met de wensen en ervaringen van ondernemers, bewoners hulpdiensten en organisatoren van evenementen''. De gemeente Rotterdam maakt per evenement, samen met politie en hulpdiensten, een risicoanalyse. Op basis hiervan worden evenementen ingedeeld in categorieën om te bepalen welke inzet van organisator, gemeente, politie en hulpdiensten noodzakelijk is. Bij dansfeesten moet het terrein goed verlicht zijn en mogen alleen zwakalcoholische dranken worden verkocht. (ANP)
98
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.4 Persbericht bestuursdienst / 3 februari 2010 46 grootschalige evenementen in Rotterdam in 2010 Rotterdam kiest in 2010 voor evenementen die de stad verder op de kaart moeten zetten als internationale festivalstad. Kwaliteit, belevingswaarde en onderscheidende identiteit van de evenementen vormen de uitgangspunten van het nieuwe Rotterdamse evenementenbeleid. Het gemeentebestuur scherpt daarnaast bij de vergunningverlening de veiligheidseisen aan. Bij de opstelling van het nieuwe evenementenbeleid is nadrukkelijk rekening gehouden met de wensen en ervaringen van ondernemers, bewoners, hulpdiensten en organisatoren van evenementen. Ook zijn de aanbevelingen uit het COT-rapport ‘Strandrellen in Hoek van Holland’ verwerkt. Bij het nieuwe Rotterdamse evenementenbeleid is niet het aantal evenementen maar de kwaliteit ervan leidend. Dit jaar vinden in Rotterdam 46 grootschalige evenementen plaats. Verscherpte kwaliteits- en veiligheidseisen Jaarlijks vinden in Rotterdam zo’n 1600 evenementen plaats, variërend van kleinschalige buurtbijeenkomsten tot de grotere evenementen. Mede naar aanleiding van de ervaringen met Bevrijdingsfestival 2009 en in het licht van de aanbevelingen uit het COT-rapport ‘Strandrellen in Hoek van Holland’, zijn het evenementenbeleid en het daarbij horende evenementenvergunningenbeleid tegen het licht gehouden en beter op elkaar afgestemd. Rotterdam verscherpt niet alleen de voorwaarden als het gaat om de veiligheid van evenementen, maar stelt ook hogere eisen aan de kwaliteit ervan. Wethouder Hans Vervat (economie): “We kiezen als stad daarbij voor evenementen die onderscheidend zijn, aansluiten bij het internationale karakter van Rotterdam en een belangrijke economische spin-off genereren. Een goed voorbeeld hiervan is de Grand Départ van de Tour de France.” De inhoudelijke beoordeling van de evenementen ligt bij Rotterdam Festivals en Rotterdam Topsport. De gemeente Rotterdam maakt per evenement samen met politie en hulpdiensten een integrale risicoanalyse. Op basis hiervan worden evenementen ingedeeld naar categorieën om te bepalen welke inzet van organisator, gemeente, politie en hulpdiensten noodzakelijk is. Vergunningen worden minimaal zes weken voorafgaand aan het evenement verleend. Het niet naleven van vergunningsvoorwaarden wordt voortaan gesanctioneerd. Dit jaar vinden in Rotterdam 46 grootschalige evenementen plaats, waaronder o.a. de Marathon, Bevrijdingsfestival met een aangepaste programmering gericht op kinderen en jongeren, Grand Départ van de Tour de France, North Sea Jazz, de Wereldhavendagen en het Zomercarnaval. Rotterdam wil in de toekomst ruimte blijven geven voor jongeren- en dance-evenementen, maar stelt daarbij wel verscherpte voorwaarden. Zo moeten grootschalige dance-evenementen plaatsvinden op een afgesloten feestterrein, worden bezoekers uitgebreid gecontroleerd en moet de kaartverkoop vooraf plaatsvinden. Ook dient 99
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
het terrein voldoende verlicht te zijn en mogen uitsluitend zwakalcoholische dranken worden verkocht. De organisator van de Dance Parade werkt op dit moment aan een kleinschaliger opzet van het dance-evenement. Dat betekent dat het dance-evenement in zijn huidige vorm komt niet meer terug komt in Rotterdam. Het definitieve voorstel wordt beoordeeld op basis van de nieuwe kwaliteits- en veiligheidsvoorwaarden voor dance-events.
100
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.5 Artikel Stadskrant / Datum onbekend Gemeente p robeert overlast te beperken Dé evenementens tad k ijk t ook naar bewone rs Er zijn al wat voorlopers geweest zoals de marathon, het Dunya Festival en de Parade, maar in juli is het Rotterdamse festivalseizoen echt begonnen. Naast de mega-evenementen als het Zomercarnaval en de Dance Parade zijn er ook deze zomermaanden weer tal van kleinere festiviteiten.
Het Zomercarnaval is een vaste publiekstrekker. Foto Hannah Anthonysz
Informatie is belangrijk ‘Overlast is niet te voorkomen, maar we gaan heel zorgvuldig om met klachten van bewoners en we proberen ze zo veel mogelijk vooraf bij de organisatie te betrekken,’ zegt Tamara van Dienst van de directie Veiligheid bij de gemeente. ‘De communicatie is erg belangrijk, dat hebben we de afgelopen jaren wel geleerd. Als mensen weten wat er gaat gebeuren en als ze weten tot hoe laat er eventuele herrie is, dan blijken ze minder problemen en klachten te hebben. Daarom zijn de organisatoren van een evenement verplicht informatie aan omwonenden te sturen.’ Zes mega-evenementen Per jaar heeft Rotterdam zes ‘vaste’ mega-evenementen plus de mogelijkheid voor één extra publiekstrekker. De vaste zijn de marathon, het Dunya Festival, het Zomercarnaval, de Dance Parade, Bavaria City Racing en de Wereldhavendagen. Naast de ‘top-zes’ staan nog honderden andere evenementen gepland. Alle evenementen waarvoor de gemeente een vergunning heeft afgegeven, klein en groot, staan op internet. Bewoners kunnen zo zien wat er op welke locatie georganiseerd wordt.
101
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Klachten Tijdens of na een evenement kunnen bewoners klachten doorgeven. Vorig jaar kwamen 295 klachten binnen, vooral over geluidshinder. Dat was minder dan in 2005 (415 klachten), toen speciale activiteiten op het Strand aan de Maas voor veel geluidsoverlast zorgden. Van Dienst: ‘Alle klachten worden geanalyseerd en het seizoen erop spelen ze mee bij de vergunningverlening. Hoewel, dat moet ik er wel bij zeggen: alle evenementen brengen altijd een zekere vorm van overlast met zich mee.’ Schouwburgplein De gang van zaken op het Schouwburgplein is een voorbeeld van succesvolle acties van omwonenden. Zij hadden extreme hinder van wat er op het plein georganiseerd werd. In samenspraak met burgemeester en wethouders is toen een burgerinitiatief opgezet met spelregels voor evenementen. De ervaring heeft ook geleerd dat er veel klachten kwamen over festiviteiten die in de buurt van grootschalige evenementen waren opgezet, de ‘free riders’. De gemeente geeft voor zulke activiteiten geen vergunningen meer als er harde muziek of andere geluidshinder te verwachten valt.
102
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.6 De vragenlijst
Hartelijk dank dat u meewerkt aan deze vragenlijst. De vragenlijst bevat een klein aantal open vragen en meerkeuzevragen. Hiernaast bestaat de vragenlijst grotendeels uit stellingen waarop u dient te reageren. Bij de stellingen geeft u aan in hoeverre u het eens bent met de stellingen door steeds één van de zeven antwoordmogelijkheden in te kleuren. De vragen en stellingen gaan over Rotterdam als Evenementenstad. Het is begrijpelijk dat u misschien weinig of geen ervaring heeft met het bezoeken van evenementen. Iedereen vormt zich daarentegen wel een beeld in het hoofd via bijvoorbeeld verhalen van kennissen en/of familie, via media etc. Daarom is het mogelijk om op iedere stelling te reageren. Het is erg belangrijk dat u overal een antwoord invult, zodat uw bijdrage aan dit imago-onderzoek kan worden meegewogen. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat juist om uw mening, gevoel en houding. Denk niet te lang over antwoorden na, het gaat om gevoelens en meningen die als eerste in u opkomen. Hieronder vindt u een overzicht van de betekenis van de antwoordmogelijkheden bij de stellingen: 1 = Volledig oneens 2 = Mee oneens 3 = Beetje mee oneens 4 = Niet eens / niet oneens 5 = Beetje mee eens 6 = Mee eens 7 = Volledig mee eens
103
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Deel 1 Deel 1 A: Persoonlijke kenmerken 1. Wat is uw leeftijd? ………jaar (aantal jaren invullen)
2. Wat is uw geslacht? o
Man
o
Vrouw
3. Wat is uw hoogst genoten opleiding (als uw opleiding er niet bij staat, kies dan hetgeen dat het meest bij uw hoogst genoten opleiding past) ? o
Lager onderwijs
o
Mulo / Mavo / Vmbo
o
HBS / HAVO
o
VWO
o
Mbo
o
Hbo
o
Universiteit
o
Geen van bovenstaande antwoorden is op mij van toepassing
4. Wat is uw nationaliteit (indien u twee verschillende nationaliteiten heeft, kunt u beide aankruisen) ? o
Nederlandse
o
Marokkaanse
o
Surinaamse
o
Turkse
o
Antilliaanse
o
Anders namelijk: ……………………….
5. Wat is uw burgerlijke staat? o
Ongehuwd
o
Gehuwd
o
Weduwe/weduwnaar
o
Gescheiden
o
Geregistreerd partnerschap
104
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
6. Wat is uw gezinssamenstelling? o
Samenwonend
o
Alleenstaand
o
Eénoudergezin
o
Gezin met kinderen
o
Woont bij ouders
o
Anders, namelijk: …………………………………………………….
Deel 1 B: Gevoel van verbondenheid met Rotterdam 7 Ik voel mij een echte Rotterdammer Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
8. Als mij gevraagd wordt Rotterdam aan bezoekers te laten zien, doe ik dat liever niet Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
3
4
5
6
7
Volledig eens
6
7
Volledig eens
9 Ik voel mij thuis in Rotterdam Volledig oneens
1
2
10. Ik voel mij absoluut niet verbonden met Rotterdam Volledig oneens
1
2
3
4
5
11. Als toeristen evenementen bezoeken in Rotterdam ben ik trots op mijn stad Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
Ga voor deel 1 C door naar de volgende pagina.
105
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
12. In welke deelgemeente woont u? (juiste nummer omcirkelen) o
Stadscentrum
o
Feyenoord
o
Delfshaven
o
IJsselmonde
o
Overschie
o
Prins Alexander
o
Noord
o
Charlois
o
Hillegersberg-Schiebroek
o
Hoogvliet
o
Kralingen- Crooswijk
o
Hoek van Holland
o
Ik weet niet in welke deel gemeente ik woon (ga door naar vraag 13)
`
13. Deze vraag alleen invullen als u niet weet onder welke deelgemeente u valt! Ik woon in de volgende wijk: ……………………………………………. 14. In mijn buurt heb ik geen last van grootschalige gratis evenementen Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
Deel 1 D: Media en evenementen 15. Ik vind dat Rotterdam als evenementenstad positief wordt neergezet in de media Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
16. De informatievoorziening voorafgaand aan een evenement (in kranten, op de radio, via internet, reclame) motiveert mij om een evenement te bezoeken Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
17. De berichtgeving in de media over evenementen geven mij een onveilig gevoel als ik evenementen zou gaan bezoeken Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
106
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
18. Negatieve berichtgeving in de media als gevolg van incidenten tijdens evenementen weerhouden mij ervan evenementen een volgende keer te bezoeken Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
19. Door negatieve berichtgeving in de media komen er steeds meer evenementen te vervallen Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
20. Berichten (zowel positief als negatief) uit de media over evenementen hebben geen invloed op mijn bezoek aan evenementen Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
Deel 1 E: Veiligheid rondom evenementen 21. Ik sta achter de recent aangescherpte veiligheidmaatregelen tijdens evenementen Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
5
6
7
Volledig eens
22. Evenementen maken de stad onveiliger Volledig oneens
1
2
3
4
23. Ik bezoek liever geen evenementen omdat ik bang ben voor incidenten Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
24. Aangescherpte veiligheidsmaatregelen zijn nodig om een evenement veilig te laten verlopen Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
25. Zichtbare veiligheidsmaatregelen tijdens evenementen schrikken mij af Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
Deel 1 F: Persoonlijke wensen / behoeften 26. In het aanbod van evenementen is er altijd wel iets van mijn gading Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
5
6
7
Volledig eens
5
6
7
Volledig eens
27. Ik vind het aanbod van evenementen breed Volledig oneens
1
2
3
4
28. Ik heb geen behoefte aan evenementen Volledig oneens
1
2
3
4
29. Geef per evenement aan in welke mate het evenement u aanspreekt. 107
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De antw oordmogelijkheden lopen van 1 (spreekt u helemaal niet aan) tot 7 (spreekt u heel erg aan). Vul bij ieder evenement een antw oord in.
Wereldhavendagen Helemaal niet
1
2
3
4
5
6
7
Heel erg
1
2
3
4
5
6
7
Heel erg
1
2
3
4
5
6
7
Heel erg
1
2
3
4
5
6
7
Heel erg
1
2
3
4
5
6
7
Heel erg
1
2
3
4
5
6
7
Heel erg
2
3
4
5
6
7
Heel erg
1
2
3
4
5
6
7
Heel erg
1
2
3
4
5
6
7
Heel erg
Dunya Festival Helemaal niet Zomercarnaval Helemaal niet
Bavaria City Racing Helemaal niet
Dance Parade Helemaal niet Marathon Helemaal niet
Wednesdaynightskate Helemaal niet
1
Start Tour de France Helemaal niet
De Parade Helemaal niet
108
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
30. Indien een ander evenement u aanspreekt dat bij vraag 29 niet genoemd staat, kunt u deze hieronder invullen (zo niet, dan kunt u doorgaan naar vraag 31) …………………………………………………………………….. 31. Ik vind de evenementen in Rotterdam te massaal Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
32. De Rotterdamse evenementen passen niet bij mijn persoonlijke interesses Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
33. Ik vind het belangrijk om in contact te komen met andere mensen tijdens een evenement Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
34. Ik vind het belangrijk dat mensen uit verschillende culturen samenkomen tijdens een evenement Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
Ga voor deel 1 G door naar de volgende pagina.
109
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Deel 1 G: Ervaring met Rotterdamse evenementen 35. Geef van de onderstaande evenementen aan of u deze al eens bezocht (als toeschouwer en/of als deelnemer) heeft in de verschillende tijdsperioden. Wanneer u nog nooit en bepaald evenement bezocht heeft, vult u bij beide tijdsperioden niets in!.
•
Indien u een evenement heeft bezocht in de periode 1998 – 2008, geef dan aan hoe vaak dit was. Als u dit niet meer exact weet, geef dan een schatting.
•
Voor vorig jaar (2009) hoeft u alleen aan te geven of u een bepaald evenement wel of niet heeft bezocht met ‘ja’ of ‘nee’ (doorhalen wat niet van toepassing is).
Evenement
1998 – 2008
Vorig jaar (2009)
Wereldhavendagen
Aantal keer bezocht: ………
Ja / nee
Dunya Festival
Aantal keer bezocht: ………
Ja / nee
Zomercarnaval
Aantal keer bezocht: ………
Ja / nee
Bavaria City Racing
Aantal keer bezocht: ………
Ja / nee
Danceparade
Aantal keer bezocht: ………
Ja / nee
Marathon
Aantal keer bezocht: ………
Ja / nee
Wednesdaynightskate
Aantal keer bezocht: ………
Ja / nee
De Parade
Aantal keer bezocht: ………
Ja / nee
36. Indien u dit jaar (11 april 2010) de marathon heeft bezocht, kunt u dit hier aangeven. o
Ik heb dit jaar de marathon bezocht.
110
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Deel 2 In het 2e deel van de vragenlijst is uw persoonlijke houding t.o.v. Rotterdam als evenementenstad van groot belang. In dit deel worden eveneens stellingen aan u voorgelegd. Ook hier is het belangrijk dat u overal een antwoord invult.
Deel 2: A Sfeer 37. De sfeer die Rotterdam totaal als evenementenstad uitstraalt vind ik: Heel negatief
1
2
3
4
5
6
7
Heel positief
38. Geef aan hoe u de sfeer vindt van de evenementen (per evenement aangeven). Als u een evenement nog nooit hebt bijgewoond, ga dan in uw hoofd na wat het beeld is dat u zich hierbij vormt. Wereldhavendagen Heel negatief
1
2
3
4
5
6
7
Heel positief
1
2
3
4
5
6
7
Heel positief
1
2
3
4
5
6
7
Heel positief
1
2
3
4
5
6
7
Heel positief
1
2
3
4
5
6
7
Heel positief
1
2
3
4
5
6
7
Heel positief
1
2
3
4
5
6
7
Heel positief
1
2
3
4
5
6
7
Heel positief
Dunya Festival Heel negatief
Zomercarnaval Heel negatief
Bavaria City Race Heel negatief Danceparade Heel negatief Marathon Heel negatief
Start tour de France Heel negatief
De Parade Heel negatief
111
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
39. Ik vind dat Rotterdam een sfeervolle entourage bezit om evenementenstad te zijn Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
40. Wanneer er geen evenementen zouden plaatsvinden, komt dit niet ten goede aan de sfeer van de stad Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
6
7
Volledig eens
7
Volledig eens
7
Volledig eens
7
Volledig eens
41. Ik vind dat evenementen de stad gezelliger maken Volledig oneens
1
2
3
4
5
42. Evenementen drukken een positief stempel op Rotterdam Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
Deel 2 B: Uitstraling 43. Het beeld van Rotterdam als werkstad bestaat niet meer Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
44. Voor mij is Rotterdam dé evenementenstad van Nederland Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
45. Door Rotterdam als evenementenstad neer te zetten straalt de stad een positief beeld uit Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
46. Door de evenementen trekt de stad veel negativiteit naar zich toe Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
47. Rotterdam als evenementenstad straalt veel positieve energie uit Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
48. Rotterdam is tegenwoordig meer een evenementenstad dan een havenstad Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
Ga voor deel 2 C door naar de volgende pagina
112
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Deel 2 C: Emotie 49. Wanneer ik denk aan ‘Rotterdam Evenementenstad’ krijg ik een goed gevoel Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
3
4
5
6
7
Volledig eens
50. Ik heb niets met evenementen Volledig oneens
1
2
51. Ik ben trots op mijn stad wanneer niet-rotterdammers evenementen bezoeken Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
52. De evenementen die Rotterdam organiseert roepen een afkeer bij me op Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
53. Ik verheug me op de evenementen die dit evenementenseizoen nog komen gaan Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
Deel 2 D: Waardering 54. Ik ben van mening dat de evenementen een positieve uitwerking hebben op de onderlinge verhoudingen tussen inwoners van Rotterdam Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
55. Door organisatie van evenementen wordt Rotterdam minder aantrekkelijk voor toeristen Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
56. Door organisatie van evenementen wordt Rotterdam minder aantrekkelijk voor inwoners Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
57. Ik vind organisatie van evenementen in Rotterdam heel belangrijk voor de reputatie van Rotterdam Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
58. Evenementen hebben meer voordelen dan nadelen voor de stad Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
113
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Deel 2: E Houding 59. Geef aan in hoeverre u het ermee eens bent dat evenementen in Rotterdam bij de onderstaande woorden passen. Evenementen in Rotterdam zijn altijd….. Gemoedelijk Helemaal niet
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
1
2
3
4
5
6
7
Helemaal wel
Hoogtepunten van het jaar Helemaal niet Plat vermaak Helemaal niet
Vrolijk Helemaal niet
Onveilig Helemaal niet Ongezellig Helemaal niet Massaal Helemaal niet
Gezellig Helemaal niet
Sfeervol Helemaal niet
Horizon verbredend Helemaal niet Hectisch Helemaal niet
60. Ik geef Rotterdam als evenementenstad het volgende rapportcijfer (tussen 0 en 10, halve cijfers mag ook!). Rapportcijfer: ………….
114
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Deel 3: 61. In de toekomst ben ik van plan de volgende evenementen te gaan bezoeken: o
Wereldhavendagen
o
Zomercarnaval
o
Bavaria City Racing
o
Dunya Festival
o
Dance Parade (of soortgelijk evenement in nieuwe vorm)
o
Marathon
o
Wednesdaynightskate
o
Start Tour de France
o
De Parade
o
Geen van bovenstaande evenementen
o
Anders, namelijk……………………………………………………………………..
62. Incidenten tijdens evenementen hebben ervoor gezorgd dat ik van plan ben minder evenementen dan voorheen te gaan bezoeken komend evenementenseizoen (2010) Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
63. Als gevolg van o.a. rellen en andere incidenten zijn evenementen zoals de Danceparade (in de oorspronkelijke vorm) afgelast. Dit vind ik een juiste beslissing. Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
64. Incidenten uit het verleden hebben een negatief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
65. Het imago dat ‘Rotterdam Evenementenstad’ nu heeft, is slechter dan een jaar geleden Volledig oneens
1
2
3
4
5
6
7
Volledig eens
Hiermee bent u aan het einde gekomen van de vragenlijst. Hartelijk dank voor uw bijdrage, deze wordt zeer op prijs gesteld! Om de vragenlijst compleet te maken, wil ik u vragen uw naam in te vullen. Dit is voor interne administratieve doeleinden, wordt aan niemand verstrekt en wordt uiteraard niet gebruikt in mijn uiteindelijke scriptie. Voornaam: ………………………………………. Achternaam: ……………………………………..
115
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.7 Factoranalyse met alle onafhankelijke variabelen Pattern Matrixa 1 ImagoE_pastbijGezellig
.770
ImagoE_pastbijSfeervol
.740
ImagoE_pastbijVrolijk
.589
ImagoE_pastbijHorizonverbredend
.547
ImagoE_pastbijGemoedelijk
.490
ImagoE_pastbijOngezellig
-.477
ImagoE_pastbijHoogtepuntenvhjaar
.390
2
3
4
5
6
7
-.307
-.307
.276
ImagoE_pastbijMassaal
.582
ImagoE_pastbijHectisch
.556
ImagoE_pastbijOnveilig
.401
ImagoB_trektveelnegativiteit
.336
.270
ImagoC_nietsmetevenementen
.825
ImagoD_minderaantrekkelijktoeristen
.610
ImagoD_minderaantrekkelijinwoners
.482
ImagoC_roepenafkeerop
.451
ImagoC_verheugenopevenementenseizoen
-.335
ImagoA_sfeerrdamtotaal
-.311 .274
.411 -.329
-.311 .266
ImagoE_pastbijPlatvermaak ImagoA_evenementenpositiefstempel
.697
ImagoB_straaltveelpositieveenergieuit
.613
ImagoD_meervoordelendannadelen
.525
ImagoA_stadgezelligerdoorevenementen
.481
ImagoD_evenementenbelangrijkreputatie
.399
ImagoD_positieveuitwerkingonderlingeverhoudingen
-.255
.319
ImagoB_uitstralingpositiefbeeld
.275
ImagoB_evenementenstadvanNL
.313
-.262
-.539
ImagoC_trotsoprdambezoektoerist
-.429
ImagoB_meerevenementenstaddanhavenstad
-.404
ImagoC_goedgevoel ImagoA_sfeervolleentourage
.293
-.393 -.309
ImagoA_geenevenemensfeerniettengoede
-.347
ImagoB_rdamwerkstadnietmeer
.323
Extraction Method: Principal Axis Factoring. Rotation Method: Oblimin with Kaiser Normalization.
116
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.8 Definitieve factoroplossing Pattern Matrixa Factor 1 ImagoE_pastbijGezellig
.800
ImagoE_pastbijSfeervol
.743
ImagoE_pastbijVrolijk
.553
ImagoE_pastbijGemoedelijk
.506
ImagoE_pastbijOngezellig
2
3
4
5
-.498
ImagoE_pastbijHorizonverbredend
.482
ImagoE_pastbijHoogtepuntenvhjaar
.335
ImagoE_pastbijHectisch
.555
ImagoE_pastbijMassaal
.519
ImagoE_pastbijOnveilig
.457
ImagoB_trektveelnegativiteit
.407
ImagoD_minderaantrekkelijktoeristen
.850
ImagoD_minderaantrekkelijinwoners
.654
ImagoC_nietsmetevenementen
.454
ImagoC_roepenafkeerop
.450
ImagoA_evenementenpositiefstempel
.754
ImagoB_straaltveelpositieveenergieuit
.640
ImagoA_stadgezelligerdoorevenementen
.559
ImagoD_meervoordelendannadelen
.477
ImagoD_evenementenbelangrijkreputatie
.436
ImagoD_positieveuitwerkingonderlingeverhoudingen
.407
-.301
ImagoB_evenementenstadvanNL
-.478
ImagoC_trotsoprdambezoektoerist
-.442
ImagoC_goedgevoel
.305
-.391
ImagoB_meerevenementenstaddanhavenstad
-.357
ImagoA_sfeervolleentourage
-.302
Extraction Method: Principal Axis Factoring. Rotation Method: Oblimin with Kaiser Normalization. a. Rotation converged in 14 iterations.
117
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.9 Betrouwbaarheidsanalyse afhankelijke variabelen Betrouwbaarheidsanalyse schaal 1 Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .849
N of Items
.860
7
Betrouwbaarheidsanalyse schaal 2 Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .592
N of Items
.591
4
Betrouwbaarheidsanalyse schaal 1 en 2 samen Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .814
N of Items
.826
11
Item-Total Statistics Scale Mean if Item Scale Variance if Corrected Item-
Squared Multiple Cronbach's Alpha if
Deleted
Item Deleted
Total Correlation
Correlation
Item Deleted
ImagoE_pastbijGezellig
46.1297
55.147
.638
.587
.789
ImagoE_pastbijSfeervol
46.3305
54.508
.627
.535
.788
ImagoE_pastbijVrolijk
46.2552
56.628
.526
.381
.797
ImagoE_pastbijGemoedelijk
47.4268
52.069
.527
.320
.795
ImagoE_pastbijHorizonverbredend
47.0209
51.079
.595
.457
.787
ImagoE_pastbijHoogtepuntenvhjaar
46.7824
53.179
.533
.402
.794
ImagoE_pastbijHectischnew
48.3347
58.535
.246
.162
.822
ImagoE_pastbijMassaalnew
48.7364
58.800
.233
.158
.823
ImagoE_pastbijOnveilignew
47.2469
54.052
.455
.298
.802
ImagoB_trektveelnegativiteitnew
46.9414
53.988
.446
.240
.803
ImageE_pastbijOngezellignew
46.0753
54.566
.604
.443
.790
Betrouwbaarheidsanalyse schaal 2 118
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .767
N of Items
.775
4
Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Item Deleted
Corrected Item-
Squared Multiple
Cronbach's Alpha
Correlation
if Item Deleted
if Item Deleted Total Correlation
ImagoD_Minderaantrekkelijktoeristennew
17.4664
7.828
.594
.396
.704
ImagoD_Minderaantrekkelijkinwonersnew
17.6008
7.481
.553
.359
.719
ImagoC_roepenafkeeropnew
17.3445
7.569
.582
.369
.706
ImagoC_nietsmetevenementennew
17.5084
6.285
.574
.357
.721
Definitieve betrouwbaarheidsanalyse schaal 2
Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .812
N of Items
.814
7
tem-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance if Corrected Item-
Squared Multiple
Cronbach's Alpha
Item Deleted
Item Deleted
Total Correlation
Correlation
if Item Deleted
ImagoD_Minderaantrekkelijktoeristennew
33.8908
23.136
.557
.399
.788
ImagoD_Minderaantrekkelijkinwonersnew
34.0252
22.514
.535
.380
.790
ImagoC_roepenafkeeropnew
33.7689
21.942
.639
.436
.773
ImagoC_nietsmetevenementennew
33.9328
19.801
.636
.500
.772
ImagoC_verheugenopevenementenseizoen
34.3277
22.019
.542
.398
.789
ImagoA_sfeerrdamtotaal
34.4034
23.077
.440
.239
.807
ImagoB_uitstralingpositiefbeeld
34.0378
23.015
.520
.307
.793
119
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Betrouwbaarheidsanalyse schaal 3 Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .824
N of Items
.829
6
Item-Total Statistics Scale Mean if
Scale Variance
Corrected Item- Squared Multiple Cronbach's Alpha if
Item Deleted
if Item Deleted Total Correlation
Correlation
Item Deleted
ImagoA_evenementenpositiefstempel
27.2887
20.063
.604
.439
.794
ImagoB_straaltveelpositieveenergieuit
27.6234
20.110
.602
.387
.794
ImagoA_stadgezelligerdoorevenementen
27.1213
20.931
.624
.431
.793
ImagoD_meervoordelendannadelen
27.7531
19.111
.602
.429
.794
ImagoD_evenementenbelangrijkreputatie
27.7406
18.563
.598
.429
.796
ImagoD_positieveuitwerkingonderlingverh.
28.0586
19.400
.552
.323
.805
Betrouwbaarheidsanalyse schaal 4 Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .681
.694
N of Items 5
Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Item Deleted
Corrected Item-
if Item Deleted Total Correlation
Squared Multiple Cronbach's Alpha if Correlation
Item Deleted
ImagoB_evenementenstadvanNL
19.8954
11.565
.544
.325
.577
ImagoC_trotsoprdambezoektoerist
19.1464
13.806
.512
.318
.604
ImagoC_goedgevoel
19.2134
12.547
.593
.415
.562
ImagoB_meerevnmstaddanhavenstad
20.7322
15.214
.182
.052
.747
ImagoA_sfeervolleentourage
19.0209
14.197
.420
.237
.638
120
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Definitieve betrouwbaarheidsanalyse schaal 4 Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .747
N of Items
.751
4
Item-Total Statistics Squared
Cronbach's
Scale Mean if
Scale Variance Corrected Item-
Multiple
Alpha if Item
Item Deleted
if Item Deleted Total Correlation
Correlation
Deleted
ImagoB_evenementenstadvanNL
16.1255
8.186
.543
.310
.697
ImagoC_trotsoprdambezoektoerist
15.3766
10.042
.531
.314
.697
ImagoC_goedgevoel
15.4435
8.836
.632
.414
.637
ImagoA_sfeervolleentourage
15.2510
10.054
.483
.233
.720
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.10 Betrouwbaarheidsanalyse onafhankelijke variabelen Betrouwbaarheidsanalyse ‘gevoel van verbondenheid´ Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .605
.621
N of Items 5
Item-Total Statistics Scale Mean if
Scale Variance
Corrected Item-
Squared Multiple Cronbach's Alpha if
Item Deleted
if Item Deleted
Total Correlation
Correlation
Item Deleted
B_echterotterammer
23.4854
9.780
.377
.199
.550
B_thuisvoelen
23.0126
11.542
.452
.247
.510
B_toeristenbezoektrots
23.5230
11.864
.359
.132
.552
B_rdamlatenziennew
23.1967
12.554
.202
.064
.632
B_nietverbondenvoelennew
22.8828
11.432
.471
.242
.501
Definitieve betrouwbaarheidsanalyse ‘gevoel van verbondenheid’ Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .632
.645
N of Items 4
Item-Total Statistics Scale Mean if
Scale Variance
Corrected Item-
Item Deleted
if Item Deleted Total Correlation
Squared Multiple
Cronbach's Alpha if
Correlation
Item Deleted
B_echterotterammer
17.6569
6.352
.434
.198
.566
B_thuisvoelen
17.1841
8.252
.470
.245
.530
B_toeristenbezoektrots
17.6946
8.759
.333
.116
.615
B_nietverbondenvoelennew
17.0544
8.346
.456
.227
.539
122
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Betrouwbaarheidsanalyse ‘media invloed’ Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .652
.645
N of Items 6
Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance if Corrected Item-
Squared Multiple
Cronbach's Alpha
Item Deleted
Item Deleted
Total Correlation
Correlation
if Item Deleted
D_berichtenmediaonveiliggevoel
18.9833
20.588
.539
.299
.550
D_negatievemediaevenementenvervallen
16.9414
23.064
.361
.150
.616
D_negatievemediabezoektoekomst
18.3556
20.373
.433
.288
.589
D_positiefneergezetmedianew
19.0042
21.912
.411
.232
.598
D_mediageeninvloedbezoeknew
18.4519
21.887
.367
.236
.616
D_Infomediamotiverendnew
19.1841
26.588
.175
.145
.669
Squared Multiple
Cronbach's Alpha
Correlation
if Item Deleted
Definitieve betrouwbaarheidsanalyse ‘media invloed´ Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .669
.669
N of Items 5
Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance
Corrected Item-
Item Deleted if Item Deleted Total Correlation D_berichtenmediaonveiliggevoel
15.9833
17.907
.507
.272
.581
D_negatievemediaevenementenvervallen
13.9414
19.711
.374
.149
.639
D_negatievemediabezoektoekomst
15.3556
16.818
.475
.285
.592
D_positiefneergezetmedianew
16.0042
19.517
.349
.173
.650
D_mediageeninvloedbezoeknew
15.4519
18.165
.413
.229
.622
123
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Betrouwbaarheidsanalyse ‘noodzaak veiligheidsmaatregelen´
Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .590
N of Items
.601
5
Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Item Deleted
Corrected Item- Squared Multiple Cronbach's Alpha
if Item Deleted Total Correlation
Correlation
if Item Deleted
E_achteraangescherpteveiligheidsmaatregelen
15.5774
12.262
.529
.412
.424
E_evenementenstadonveiliger
18.0335
14.469
.353
.280
.531
E_geenbezoekevenementenivmincidenten
18.5983
16.233
.228
.325
.591
E_veiligheidsmaatregelennodigveiligverloop
15.6234
11.925
.657
.496
.356
E_zichtbareveiligheidsmaatregelenafschrikkend
15.7992
16.741
.066
.227
.693
Definitieve betrouwbaarheidsanalyse ‘noodzaak veiligheidsmaatregelen´ Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .693
.692
N of Items 4
Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance if Corrected Item-
Squared Multiple
Cronbach's Alpha
Item Deleted
Item Deleted
Total Correlation
Correlation
if Item Deleted
E_achteraangescherpteveiligheidsmaatrgln
10.4686
9.662
.495
.412
.617
E_evenementenstadonveiliger
12.9247
10.490
.460
.278
.638
E_geenbezoekevenementenivmincidenten
13.4895
11.562
.396
.247
.675
E_veiligheidsmaatrglnnodigveiligverloop
10.5146
9.814
.560
.431
.574
124
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Betrouwbaarheidsanalyse ‘overeenstemming aanbod met wensen en behoeften´ Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .651
.670
N of Items 7 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance Item Deleted
Corrected Item-
if Item Deleted Total Correlation
Squared Multiple
Cronbach's Alpha
Correlation
if Item Deleted
F_gading
29.8703
22.290
.466
.456
.592
F_breedaanbod
30.0544
22.186
.414
.403
.602
F_belangrijkcontactanderemensen
31.6736
23.708
.159
.068
.682
F_belangrijksamenkomstculturen
30.6192
23.716
.180
.050
.672
F_Geenbehoeftenew
29.6318
21.351
.425
.262
.596
F_Temassaalnew
30.6653
21.131
.374
.246
.612
F_Nietpassendpersoonlijkeinteressesnew
30.1967
19.428
.616
.509
.535
Tweede betrouwbaarheidsanalyse ´overeenstemming aanbod met wensen en behoeften´ Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .682
.697
N of Items 6
Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance if Corrected Item- Squared Multiple Cronbach's Alpha Item Deleted
Item Deleted
Total Correlation
Correlation
if Item Deleted
F_gading
26.0921
17.731
.523
.456
.612
F_breedaanbod
26.2762
17.604
.467
.402
.624
F_belangrijksamenkomstculturen
26.8410
19.916
.137
.025
.736
F_Geenbehoeftenew
25.8536
17.520
.404
.246
.643
F_Temassaalnew
26.8870
17.017
.379
.244
.654
F_Nietpassendpersoonlijkeinteressesnew
26.4184
15.286
.653
.508
.553
125
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Definitieve betrouwbaarheidsanalyse ‘overeenstemming aanbod met wensen en behoeften´ Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .736
.744
N of Items 5 Item-Total Statistics Scale Mean if Scale Variance if Corrected Item-
Squared Multiple
Cronbach's Alpha
Item Deleted
Item Deleted
Total Correlation
Correlation
if Item Deleted
F_gading
21.2594
14.143
.560
.455
.673
F_breedaanbod
21.4435
14.197
.477
.397
.698
F_Geenbehoeftenew
21.0209
14.138
.408
.242
.724
F_Temassaalnew
22.0544
13.631
.386
.241
.740
F_Nietpassendpersoonlijkeinteressesnew
21.5858
11.832
.705
.508
.604
Betrouwbaarheidsanalyse ‘ervaring 1998 – 2008’ Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .639
.669
N of Items 8
Item-Total Statistics Scale Mean if
Scale Variance
Corrected Item-
Squared Multiple Cronbach's Alpha if
Item Deleted
if Item Deleted
Total Correlation
Correlation
Item Deleted
G_ervaring98_08Wereldahevendagen
13.6862
88.796
.477
.352
.577
G_ervaring98_08Dunyafestival
14.7908
92.099
.407
.307
.594
G_ervaring98_08Zomercarnaval
13.9038
87.138
.454
.345
.578
G_ervaring98_08Bavariacityracing
15.0586
102.593
.314
.200
.624
G_ervaring98_08Danceparade
13.3975
87.030
.343
.347
.605
G_ervaring98_08Marathon
12.3515
75.178
.350
.300
.618
G_ervaring98_08Wednesdaynightskate
14.0753
93.011
.192
.089
.651
G_ervaring98_08Deparade
14.4435
91.987
.308
.220
.614
126
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Er is gekozen om het item G_ervaring98_08Wednesdaynightskate te laten staan om een zo compleet mogelijke analyse te doen. Wanneer dit item wordt verwijderd zal de Cronbach’s Alpha niet noemenswaardig stijgen.
Betrouwbaarheidsanalyse ervaring 2009 Reliability Statistics Cronbach's Alpha Based on Cronbach's Alpha Standardized Items .524
N of Items
.509
8 Item-Total Statistics Scale Mean if
Scale Variance
Corrected Item-
Squared Multiple
Cronbach's Alpha if
Item Deleted
if Item Deleted
Total Correlation
Correlation
Item Deleted
G_ervaring09Wereldhavendagen
1.735
2.161
.178
.078
.514
G_ervaring09Dunyafestival
1.808
2.242
.178
.074
.512
G_ervaring09Zomercarnaval
1.675
1.920
.344
.194
.451
G_ervaring09Bavariacityracing
1.726
1.994
.324
.206
.462
G_ervaring09Danceparade
1.607
1.982
.248
.156
.491
G_ervaring09Marathon
1.504
1.942
.249
.152
.491
G_ervaring09Wednesdaynightskate
1.611
1.912
.308
.133
.465
G_ervaring09Deparade
1.885
2.412
.105
.106
.527
127
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.11 Dummyvariabelen Verdeling variabele ‘burgerlijke staat’ Oorspronkelijke verdeling:
Omgezet naar:
1 = ongehuwd
0 = ongehuwd
2 = gehuwd
1 = gehuwd
3 = weduwe
0 = ongehuwd
4 = gescheiden
0 = ongehuwd
5 = geregistreerd partnerschap
1 = gehuwd
De dummyvariabele ‘burgerlijke staat’ ziet er als volgt uit: D1
D2
1 = ongehuwd
0
0
2 = gehuwd
0
1
Referentiecategorie
Verdeling variabele ‘opleiding’ Oorspronkelijke verdeling:
Omgezet naar:
1 = Lager onderwijs 1 = laag 2 = Mulo / Mavo / Vmbo
3 = HBS / Havo
4 = VWO
2 = midden
5 = MBO
6 = HBO 3 = hoog 7 = Universiteit
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De dummyvariabele ‘opleiding’ ziet er als volgt uit: D1
D2
D3
1 = laag
0
0
0
2 = midden
0
1
0
3 = hoog
0
0
1
D1
D2
D3
D4
Samenwonend
1
0
0
0
Alleenstaand
0
0
0
0
Eenoudergezin
0
0
1
0
Gezin met kinderen
0
0
1
0
Woont bij ouders
0
0
0
1
Referentiecategorie
Gezinssituatie:
Referentiecategorie
129
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.12 Correlatietabel onafhankelijke variabelen Correlations Overeenste OPL_mid
Leeftijd Leeftijd
Pearson
Geslacht
Noodzaakvei mmingmetW
GEZINSIT_G
GEZINSIT_
GevoelvanV
dendumm OPL_hoo Burgelijkest amenwonen GEZINSIT_Eé ezinmetkinde
Woontbijoud
erbondenhei Negatieveinv ligheidsmaatr ensen_Beho Ervaring98_0
y
GEZINSIT_S
gdummy
aatnew
d
noudergezin
ren
ers
Woonlocatie
d
loedmedia
egelen
eften
8
Ervaring09
-.014
-.022
-.277**
.611**
-.103
-.103
.042
.358**
-.328**
-.327**
.015
-.160*
.313**
-.121
-.002
-.146*
.826
.735
.000
.000
.112
.112
.515
.000
.000
.000
.821
.014
.000
.061
.978
.025
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
-.014
1
.029
.076
-.069
.091
.091
-.034
-.088
.031
.006
.025
-.133*
-.181**
.066
.065
.095
.659
.240
.288
.159
.159
.600
.177
.638
.926
.703
.041
.005
.306
.320
.149
1
Correlation Sig. (2-tailed) N Geslacht
Pearson Correlation Sig. (2-tailed)
.826
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
-.022
.029
1
-.758**
.048
-.089
-.089
.029
.024
.275**
-.140*
.111
.032
.039
-.077
-.032
-.004
Sig. (2-tailed)
.735
.659
.000
.458
.169
.169
.655
.713
.000
.030
.086
.624
.553
.235
.620
.956
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
-.277**
.076
-.758**
1
-.168**
.102
.102
-.084
-.104
-.161*
.283**
-.078
-.083
-.193**
.232**
.076
.099
Sig. (2-tailed)
.000
.240
.000
.009
.116
.116
.198
.108
.013
.000
.231
.203
.003
.000
.244
.132
N
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
OPL_midd Pearson endummy Correlation
OPL_hoog Pearson dummy
Correlation
239
130
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
.611**
-.069
.048
-.168**
-.406**
-.406**
-.053
.600**
-.228**
-.316**
.010
-.194**
.165*
-.060
.038
-.167*
Sig. (2-tailed)
.000
.288
.458
.009
.000
.000
.419
.000
.000
.000
.880
.003
.011
.356
.555
.011
N
238
238
238
238
238
238
238
238
238
238
238
238
238
238
238
238
233
-.103
.091
-.089
.102
-.406**
1
1.000**
-.109
-.342**
-.193**
.263**
-.148*
.053
-.065
-.025
-.049
.111
Sig. (2-tailed)
.112
.159
.169
.116
.000
.000
.091
.000
.003
.000
.022
.413
.319
.705
.447
.090
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
-.103
.091
-.089
.102
-.406**
1.000**
1
-.109
-.342**
-.193**
.263**
-.148*
.053
-.065
-.025
-.049
.111
Sig. (2-tailed)
.112
.159
.169
.116
.000
.000
.091
.000
.003
.000
.022
.413
.319
.705
.447
.090
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
.042
-.034
.029
-.084
-.053
-.109
-.109
1
-.122
-.069
-.063
.088
-.075
.123
-.018
-.022
.106
Sig. (2-tailed)
.515
.600
.655
.198
.419
.091
.091
.059
.287
.332
.173
.245
.058
.786
.733
.106
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
.358**
-.088
.024
-.104
.600**
-.342**
-.342**
-.122
1
-.216**
-.306**
-.098
-.122
.085
-.133*
.053
-.174**
Sig. (2-tailed)
.000
.177
.713
.108
.000
.000
.000
.059
.001
.000
.131
.059
.188
.039
.414
.007
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
-.328**
.031
.275**
-.161*
-.228**
-.193**
-.193**
-.069
-.216**
1
-.188**
.072
.228**
-.075
.073
-.056
.014
Burgelijkes Pearson taatnew
1
Correlation
GEZINSIT Pearson _Samenw Correlation onend
GEZINSIT Pearson _Alleensta Correlation andREFC AT
GEZINSIT Pearson _Eénouder Correlation gezin
GEZINSIT Pearson _Gezinmet Correlation kinderen
GEZINSIT Pearson _Woontbij Correlation
131
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Sig. (2-tailed)
.000
.638
.000
.013
.000
.003
.003
.287
.001
.003
.269
.000
.248
.262
.389
.832
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
**
.006
-.140
**
-.063
**
1
.059
-.019
.142
*
.076
Sig. (2-tailed)
.000
.926
.030
.000
.000
.000
.000
.332
.000
.003
.361
.765
.007
.028
.242
.001
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
.015
.025
.111
-.078
.010
-.148*
-.148*
.088
-.098
.072
.059
1
-.100
.006
.294**
.222**
.143*
Sig. (2-tailed)
.821
.703
.086
.231
.880
.022
.022
.173
.131
.269
.361
.122
.927
.000
.001
.028
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
-.160*
-.133*
.032
-.083
-.194**
.053
.053
-.075
-.122
.228**
-.019
-.100
1
.225**
-.150*
-.066
-.063
Sig. (2-tailed)
.014
.041
.624
.203
.003
.413
.413
.245
.059
.000
.765
.122
.000
.020
.308
.341
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
.313**
-.181**
.039
-.193**
.165*
-.065
-.065
.123
.085
-.075
-.173**
.006
.225**
1
-.213**
-.222**
-.177**
Sig. (2-tailed)
.000
.005
.553
.003
.011
.319
.319
.058
.188
.248
.007
.927
.000
.001
.001
.007
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
-.121
.066
-.077
.232**
-.060
-.025
-.025
-.018
-.133*
.073
.142*
.294**
-.150*
-.213**
1
.220**
.308**
Sig. (2-tailed)
.061
.306
.235
.000
.356
.705
.705
.786
.039
.262
.028
.000
.020
.001
.001
.000
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
Woonlocat Pearson ie
-.327
*
**
.283
**
-.316
**
.263
.263
**
-.306
-.188
**
-.173
**
.209
Correlation
Gevoelvan Pearson Verbonden Correlation heid
Negatievei Pearson nvloedmed Correlation ia
Noodzaak Pearson veiligheids Correlation maatregel en
Overeenst Pearson emmingm Correlation etWensen _Behoefte
239
n
132
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
-.002
.065
-.032
.076
.038
-.049
-.049
-.022
.053
-.056
.076
.222**
-.066
-.222**
.220**
Sig. (2-tailed)
.978
.320
.620
.244
.555
.447
.447
.733
.414
.389
.242
.001
.308
.001
.001
N
239
239
239
239
238
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
239
234
-.146*
.095
-.004
.099
-.167*
.111
.111
.106
-.174**
.014
.209**
.143*
-.063
-.177**
.308**
.468**
1
Sig. (2-tailed)
.025
.149
.956
.132
.011
.090
.090
.106
.007
.832
.001
.028
.341
.007
.000
.000
N
234
234
234
234
233
234
234
234
234
234
234
234
234
234
234
234
Ervaring98 Pearson _08
1
.468**
Correlation
Ervaring09 Pearson
.000
Correlation
**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). *. Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed).
133
234
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.13 Residual plots imago schalen 1e schaal imago
3e schaal imago
2e schaal imago
4e schaal imago
134
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.14 Uitbijters test Imago schaal 1: Residuals Statisticsa Minimum Predicted Value
Maximum
Mean
Std. Deviation
N
3.1473
6.0842
4.7062
.53609
233
-1.41015
1.69268
.00000
.50355
233
Std. Predicted Value
-2.908
2.570
.000
1.000
233
Std. Residual
-2.702
3.244
.000
.965
233
Residual
a. Dependent Variable: ImagoSchaal1new
Imago schaal 2: Residuals Statisticsa Minimum Predicted Value
Maximum
Mean
Std. Deviation
N
1.0599
3.9761
2.3158
.58496
233
-2.79960
1.32559
.00000
.51753
233
Std. Predicted Value
-2.147
2.838
.000
1.000
233
Std. Residual
-5.220
2.471
.000
.965
233
Residual
a. Dependent Variable: ImagoSchaal2new
Casewise Diagnosticsa Case Number
Std. Residual
ImagoSchaal2new
Predicted Value
Residual
13
-2.769
1.86
3.3424
-1.48526
41
2.219
4.00
2.8098
1.19021
45
2.293
4.86
3.6274
1.22976
77
-2.217
2.29
3.4746
-1.18884
101
-2.691
1.57
3.0147
-1.44324
171
2.114
4.14
3.0090
1.13385
204
2.233
3.00
1.8024
1.19757
219
2.471
4.71
3.3887
1.32559
222
-2.190
1.14
2.3172
-1.17436
233
-5.220
1.00
3.7996
-2.79960
a. Dependent Variable: ImagoSchaal2new
135
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Imago schaal 3:
Residuals Statisticsa Minimum Predicted Value
Maximum
Mean
Std. Deviation
N
3.7791
6.8578
5.5272
.53774
233
-2.81185
2.55919
.00000
.68725
233
Std. Predicted Value
-3.251
2.474
.000
1.000
233
Std. Residual
-3.948
3.593
.000
.965
233
Residual
a. Dependent Variable: ImagoSchaal3new
Imago schaal 4: Residuals Statisticsa Minimum Predicted Value
Maximum
Mean
Std. Deviation
N
2.8412
6.6365
5.1910
.65540
233
-2.48151
3.19876
.00000
.71648
233
Std. Predicted Value
-3.585
2.206
.000
1.000
233
Std. Residual
-3.342
4.308
.000
.965
233
Residual
a. Dependent Variable: ImagoSchaal4new
Alleen case 233 moet verwijderd worden. Na het verwijderen ziet de residuals test er als volgt uit: Imago schaal 1: Residuals Statisticsa Minimum Predicted Value
Maximum
Mean
Std. Deviation
N
3.0079
6.1072
4.7049
.55037
232
-1.44698
1.45722
.00000
.48991
232
Std. Predicted Value
-3.083
2.548
.000
1.000
232
Std. Residual
-2.849
2.870
.000
.965
232
Residual
a. Dependent Variable: ImagoSchaal1new
136
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Imago schaal 2: Residuals Statisticsa Minimum Predicted Value
Maximum
Mean
Std. Deviation
N
3.0079
6.1072
4.7049
.55037
232
-1.44698
1.45722
.00000
.48991
232
Std. Predicted Value
-3.083
2.548
.000
1.000
232
Std. Residual
-2.849
2.870
.000
.965
232
Residual
a. Dependent Variable: ImagoSchaal1new
Imago schaal 3: Residuals Statisticsa Minimum Predicted Value
Maximum
Mean
Std. Deviation
N
3.6826
6.8506
5.5208
.56076
232
-2.86755
1.70575
.00000
.66399
232
Std. Predicted Value
-3.278
2.371
.000
1.000
232
Std. Residual
-4.166
2.478
.000
.965
232
Residual
a. Dependent Variable: ImagoSchaal3new
Imago schaal 4: Residuals Statisticsa Minimum Predicted Value
Maximum
Mean
Std. Deviation
N
2.7205
6.6799
5.1832
.68518
232
-2.45474
1.83354
.00000
.68064
232
Std. Predicted Value
-3.594
2.184
.000
1.000
232
Std. Residual
-3.479
2.599
.000
.965
232
Residual
a. Dependent Variable: ImagoSchaal4new
137
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.15 Normale verdeling
Descriptive Statistics N
Skewness
Statistic
Statistic
Kurtosis
Std. Error
Statistic
Std. Error
ImagoSchaal1new
238
-.377
.158
.248
.314
ImagoSchaal2new
238
.789
.158
.404
.314
ImagoSchaal3new
238
-.939
.158
1.470
.314
ImagoSchaal4new
238
-.644
.158
.169
.314
Valid N (listwise)
238
Imago schaal 1:
Imago schaal 2:
138
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Imago schaal 3:
Imago schaal 4:
139
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.16 ANOVA tabellen regressieanalyses Eerste regressieanalyse: Affectief imago ‘Rotterdam evenementenstad’ ANOVAb Model 1
Sum of Squares
df
Mean Square
F
Sig.
Regression
69.970
16
4.373
16.959
.000a
Residual
55.443
215
.258
Total
125.413
231
a. Predictors: (Constant), Ervaring2009, OPL_Midden_D2, Negatieveinvloedmedia, GEZINSIT_Eénoudergezin_D3, Geslacht, GEZINSIT_Samenwonend_D1, GevoelvanVerbondenheid, Leeftijd, OvereenstemmingmetWensen_Behoeften, Woonlocatie, Noodzaakveiligheidsmaatregelen, Ervaring1998_2008, GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D4, GEZINSIT_Woontbijouders_D5, Burgelijkestaatnew, OPL_Hoog_D3 b. Dependent Variable: ImagoSchaal1new
Tweede regressieanalyse: Persoonlijke houding Rotterdammer ANOVAb Model 1
Sum of Squares
df
Mean Square
F
Sig.
Regression
86.900
16
5.431
22.080
.000a
Residual
52.886
215
.246
Total
139.786
231
a. Predictors: (Constant), Ervaring2009, OPL_Midden_D2, Negatieveinvloedmedia, GEZINSIT_Eénoudergezin_D3, Geslacht, GEZINSIT_Samenwonend_D1, GevoelvanVerbondenheid, Leeftijd, OvereenstemmingmetWensen_Behoeften, Woonlocatie, Noodzaakveiligheidsmaatregelen, Ervaring1998_2008, GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D4, GEZINSIT_Woontbijouders_D5, Burgelijkestaatnew, OPL_Hoog_D3 b. Dependent Variable: ImagoSchaal2new
140
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Derde regressieanalyse: Erkenning effecten op Rotterdam ANOVAb Model 1
Sum of Squares
df
Mean Square
F
Sig.
Regression
72.639
16
4.540
9.584
.000a
Residual
101.844
215
.474
Total
174.483
231
a. Predictors: (Constant), Ervaring2009, OPL_Midden_D2, Negatieveinvloedmedia, GEZINSIT_Eénoudergezin_D2, Geslacht, GEZINSIT_Samenwonend_D1, GevoelvanVerbondenheid, Leeftijd, OvereenstemmingmetWensen_Behoeften, Woonlocatie, Noodzaakveiligheidsmaatregelen, Ervaring1998_2008, GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D3, GEZINSIT_Woontbijouders_D4, Burgelijkestaatnew, OPL_Hoog_D3 b. Dependent Variable: ImagoSchaal3new
Vierde regressieanalyse: Geschiktheid van Rotterdam als Evenementenstad ANOVAb Model 1
Sum of Squares
df
Mean Square
F
Sig.
Regression
108.448
16
6.778
13.617
.000a
Residual
107.016
215
.498
Total
215.464
231
a. Predictors: (Constant), Ervaring2009, OPL_Midden_D2, Negatieveinvloedmedia, GEZINSIT_Eénoudergezin_D2, Geslacht, GEZINSIT_Samenwonend_D1, GevoelvanVerbondenheid, Leeftijd, OvereenstemmingmetWensen_Behoeften, Woonlocatie, Noodzaakveiligheidsmaatregelen, Ervaring1998_2008, GEZINSIT_Gezinmetkinderen_D3, GEZINSIT_Woontbijouders_D4, Burgelijkestaatnew, OPL_Hoog_D3 b. Dependent Variable: ImagoSchaal4new
141
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.17 Frequency tabellen & cirkeldiagrammen imago schaal 1
Pastbijgemoedelijknew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
71
29.8
29.8
29.8
Niet eens/niet oneens
44
18.5
18.5
48.3
Mee eens
123
51.7
51.7
100.0
Total
238
100.0
100.0
Pastbijhoogtepuntennew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
31
13.0
13.0
13.0
Niet eens/niet oneens
43
18.1
18.1
31.1
Mee eens
164
68.9
68.9
100.0
Total
238
100.0
100.0
142
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Pastbijvrolijknew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
6
2.5
2.5
2.5
Niet eens/niet oneens
24
10.1
10.1
12.6
Mee eens
208
87.4
87.4
100.0
Total
238
100.0
100.0
Pastbijgezellignew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
7
2.9
2.9
2.9
Niet eens/niet oneens
17
7.1
7.1
10.1
Mee eens
214
89.9
89.9
100.0
Total
238
100.0
100.0
143
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Pastbijsfeervol
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
12
5.0
5.0
5.0
Niet eens/niet oneens
25
10.5
10.5
15.5
Mee eens
201
84.5
84.5
100.0
Total
238
100.0
100.0
Pastbijhorizonverbredend
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
40
16.8
16.8
16.8
Niet eens/niet oneens
55
23.1
23.1
39.9
Mee eens
143
60.1
60.1
100.0
Total
238
100.0
100.0
144
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Pastbijongezellignew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
9
3.8
3.8
3.8
Niet eens/niet oneens
24
10.1
10.1
13.9
Mee eens
205
86.1
86.1
100.0
Total
238
100.0
100.0
Pastbijhectischnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
145
60.9
60.9
60.9
1.00
49
20.6
20.6
81.5
2.00
44
18.5
18.5
100.0
Total
238
100.0
100.0
145
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Pastbijmassaalnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
171
71.8
71.8
71.8
Niet eens/niet oneens
33
13.9
13.9
85.7
Mee eens
34
14.3
14.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
Pastbijonveilig
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
69
29.0
29.0
29.0
Niet eens/niet oneens
49
20.6
20.6
49.6
Mee eens
120
50.4
50.4
100.0
Total
238
100.0
100.0
146
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Trektveelnegativiteitnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
62
26.1
26.1
26.1
Niet eens/niet oneens
30
12.6
12.6
38.7
Mee eens
146
61.3
61.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
147
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.18 Frequency tabellen & cirkeldiagrammen imago schaal 2
Minderaantrekkelijktoeristennew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
9
3.8
3.8
3.8
Niet eens/niet oneens
17
7.1
7.1
10.9
Mee eens
212
89.1
89.1
100.0
Total
238
100.0
100.0
Minderaantrekkelijkinwonersnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
16
6.7
6.7
6.7
Niet eens/niet oneens
19
8.0
8.0
14.7
Mee eens
203
85.3
85.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
148
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Roepenafkeeropnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
8
3.4
3.4
3.4
Niet eens/niet oneens
20
8.4
8.4
11.8
Mee eens
210
88.2
88.2
100.0
Total
238
100.0
100.0
Nietsmetevenementennew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
21
8.8
8.8
8.8
Niet eens/niet oneens
20
8.4
8.4
17.2
Mee eens
197
82.8
82.8
100.0
Total
238
100.0
100.0
149
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Verheugenopevenementenseizoennew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
14
5.9
5.9
5.9
Niet eens/niet oneens
33
13.9
13.9
19.7
Mee eens
191
80.3
80.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
Sfeerrdamtotaalnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
negatief
27
11.3
11.3
11.3
Niet positief/niet negatief
20
8.4
8.4
19.7
positief
191
80.3
80.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
150
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Uitstralingpositiefbeeldnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
6
2.5
2.5
2.5
Niet eens/niet oneens
16
6.7
6.7
9.2
Mee eens
216
90.8
90.8
100.0
Total
238
100.0
100.0
151
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.19 Frequency tabellen & cirkeldiagrammen imago schaal 3
Evenementenpositiefstempelnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
11
4.6
4.6
4.6
Niet eens/niet oneens
11
4.6
4.6
9.2
Mee eens
216
90.8
90.8
100.0
Total
238
100.0
100.0
Straaltveelpositieveenergieuitnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
14
5.9
5.9
5.9
Niet eens/niet oneens
20
8.4
8.4
14.3
Mee eens
204
85.7
85.7
100.0
Total
238
100.0
100.0
152
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Stadgezelligerdoorevenementennew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
7
2.9
2.9
2.9
Niet eens/niet oneens
5
2.1
2.1
5.0
Mee eens
226
95.0
95.0
100.0
Total
238
100.0
100.0
Meervoordelendannadelennew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
22
9.2
9.2
9.2
Niet eens/niet oneens
32
13.4
13.4
22.7
Mee eens
184
77.3
77.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
153
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Evenementenbelagrijkreputatienew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
19
8.0
8.0
8.0
Niet eens/niet oneens
24
10.1
10.1
18.1
Mee eens
195
81.9
81.9
100.0
Total
238
100.0
100.0
Positieveuitwerkingonderlingeverhoudingennew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
25
10.5
10.5
10.5
Niet eens/niet oneens
46
19.3
19.3
29.8
Mee eens
167
70.2
70.2
100.0
Total
238
100.0
100.0
154
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.20 Frequency tabellen & cirkeldiagrammen imago schaal 4
EvenementenstadvNLnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
56
23.5
23.5
23.5
Niet eens/niet oneens
45
18.9
18.9
42.4
Mee eens
137
57.6
57.6
100.0
Total
238
100.0
100.0
Trotsoprdambezoektoeristnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
15
6.3
6.3
6.3
Niet eens/niet oneens
34
14.3
14.3
20.6
Mee eens
189
79.4
79.4
100.0
Total
238
100.0
100.0
155
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Goedgevoelnew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
19
8.0
8.0
8.0
Niet eens/niet oneens
32
13.4
13.4
21.4
Mee eens
187
78.6
78.6
100.0
Total
238
100.0
100.0
Sfeervolleentouragenew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
16
6.7
6.7
6.7
Niet eens/niet oneens
22
9.2
9.2
16.0
Mee eens
200
84.0
84.0
100.0
Total
238
100.0
100.0
156
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.21 Artikel de Pers / 10 juni 2010 Rotterdam bezorgd over eigen imago Een raadsmeerderheid in Rotterdam staat achter recent politieoptreden rond de bekerfinale en een 1 meidemonstratie. Wel maken verscheidene partijen zich zorgen over het imago van Rotterdam als evenementenstad. Dat bleek donderdag tijdens een raadsdebat. De politiek hield vorige week een hoorzitting met verschillende partijen uit de stad. Vooral GroenLinks en de SP zijn kritisch over het politieoptreden. Het beleid zou bovendien evenementen de stad uitjagen, mede vanwege de hogere kosten rond beveiliging. Ook andere partijen stelden donderdag vraagtekens bij het huidige evenementenbeleid. Dat is er pas enkele maanden, op voorspraak van de lokale politiek naar aanleiding van de strandrellen in Hoek van Holland. Volgens de politie en burgemeester Ahmed Aboutaleb wordt niet harder opgetreden, maar worden de regels op verzoek van de lokale politiek nadrukkelijker gehandhaafd. Verschillende organisaties toonden zich tijdens de hoorzitting kritisch. Zo stelde Koninklijke Horeca Nederland dat de angst regeert bij de verantwoordelijken en volgens de organisator van de 1 meidemonstratie greep de politie onnodig en hard in. In beide gevallen werden onder meer honden en politiemensen te paard ingezet. Complimenten Peter van Heemst (PvdA) deelde zijn eigen burgemeester en politieagenten complimenten uit. ,,De stad is bespaard gebleven van zaken die vreselijk kunnen misgaan.'' Hij zei blij te zijn dat er niet hoeft te worden gedebatteerd over plunderingen of grote rellen. Van Heemst had geen goed woord over voor GroenLinks. ,,Ze zouden zich moeten schamen voor het platte geluid over de politie-inzet.'' ,,De politie mag eindelijk doen wat ze moeten doen, de regels in de stad handhaven. Dat is voor sommige mensen wennen'', stelde Robert Simons van Leefbaar Rotterdam. Hij zei zich wel zorgen te maken over het imago van de stad. Dat deed ook Maarten van de Donk (VVD). Maar de liberaal is er geen voorstander van het evenementenbeleid nu al over boord te gooien. ,,Maar we moeten wel kritisch kijken hoe het verloopt.'' CDA-fractievoorzitter Wubbo Tempel concludeerde dat de politie gewoon haar werk doet. Volgens SGP-CU is er geen ander beleid rond politieoptredens, maar slechts een andere lezing van de letters. GroenLinks en SP bleven kritisch. Ze pleitten voor een veilige stad, maar dat moet niet ten koste gaan van de onschuldige burger.
157
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.22 Artikel Algemeen dagblad / 2 juni 2010 'Politie Rotterdam treedt niet harder op' ROTTERDAM - De politie in Rotterdam heeft bij recente optredens niet harder opgetreden dan in de afgelopen jaren. Wel worden regels op verzoek van de lokale politiek nadrukkelijker gehandhaafd. Dat zei Anja Melis, districtschef bij de politie in Rotterdam, tijdens een hoorzitting. ,,Wij accepteren geen bedreigingen en geen vernielingen. De hooligans merken dat wij de zaak handhaven'', aldus Melis, die vindt dat er geen sprake is van een zerotolerancebeleid. Politiebond NPB zei dat het ,,absoluut niet waar is'' dat er meer geweld wordt gebruikt. De bond heeft geen signalen dat leden zich niet kunnen vinden in het gevoerde beleid. Kritisch Raadsleden spraken met verschillende partijen uit de stad om te kijken hoe zij tegen recent politie-ingrijpen en aangescherpte veiligheidsmaatregelen rond evenementen aankijken. GroenLinks en de SP zijn kritisch over de optredens rond de bekerfinale en de 1meidemonstratie. In beide gevallen werden onder meer honden en politiemensen te paard ingezet. Een meerderheid van de raad staat achter het veiligheidsbeleid. PvdA-raadslid Peter van Heemst noemde de hoorzitting vooral een klaagzang van SP en GroenLinks. Het aangescherpte beleid zou evenementen de stad uit jagen, menen GroenLinks en SP. Verschillende partijen in de stad zetten ook vraagtekens. Volgens de organisator van de 1meidemonstratie greep de politie onnodig en hard in. De Supportersvereniging Feyenoord vindt dat relschoppers moeten worden aangepakt. Maar het kan niet zo zijn dat omstander worden opgepakt, alleen omdat ze een Feyenoordshirt dragen, zo vindt de vereniging. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) zei dat het imago van Rotterdam als evenementenstad onder zware druk staat. KHN noemde de drooglegging tijdens de tweede bekerfinale een draconische maatregel. Bij de verantwoordelijken zou de angst regeren. Fel Burgemeester Ahmed Aboutaleb nam eerder op de dag circa duizend klachten in ontvangst. Deze waren verzameld via de website politieknuppel.nl. Onder de klachten waren ook tweehonderd kritische reacties op het initiatief van GroenLinks. Aboutaleb reageerde fel. ,,Ik hoor en lees veel over verboden van Aboutaleb. Ik heb geen evenementen verboden en er zijn geen evenementen vertrokken naar een andere stad.'' De politieoptredens vond Aboutaleb terecht. De gemeenteraad debatteert volgende week donderdag over de zaak. (ANP)
158
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.23 Artikel NRC Handelsblad / 11 juni 2010 Rotterdam tolereert provocaties niet langer Door een onzer redacteuren Rotterdam, 11 juni. „Rotterdam lijkt een beetje kort van memorie.” Aandachtig bestudeerde Wubbo Tempel onlangs het rapport van het Crisisonderzoeksteam over de strandrellen in Hoek van Holland, waarbij vorig jaar zomer één dode viel. Zowel de conclusies als de aanbevelingen logen er niet om, constateerde de CDA-fractievoorzitter. „Maar sommige collega’s zijn die kennelijk alweer vergeten.” Gisteren
debatteerde
de
Rotterdamse
gemeenteraad
over
het
aangescherpte
veiligheidsbeleid, nadat vorige week al diverse betrokkenen hun mening hadden mogen geven tijdens een hoorzitting. Aanleiding daarvoor waren klachten over het als „onnodig hard” omschreven politieoptreden tijdens de bekerfinale en de uiteengeslagen 1meidemonstratie. Oppositiepartijen GroenLinks en SP ageren tegen „de doorgeslagen zerotoleranceaanpak”, die bezoekers en organisatoren van evenementen de stad zou uitjagen. Rotterdam dreigt daardoor „een doodse stad” te worden, waar „de angst regeert”. Aboutaleb Burgemeester Ahmed Aboutaleb verzet zich tegen dat beeld. Rotterdam treedt niet harder op dan voorheen, zijn korps is alleen strenger in de handhaving van de vooraf gemaakte afspraken. „We accepteren het niet meer dat mensen hun middelvinger opsteken naar de politie of hun blote kont laten zien.” En ja, de regels zijn aangescherpt, erkende Aboutaleb. „Maar we verbieden niets, we stellen eisen.” Op last van de gemeenteraad en onder druk van de veldslag in Hoek van Holland. Van een ruime meerderheid kreeg Aboutaleb steun voor zijn „ondubbelzinnige uitvoering”. Ook van Leefbaar Rotterdam, de partij die hem in december nog bestrafte met een motie van wantrouwen omdat Aboutaleb juist te nonchalant zou zijn geweest. Ditmaal kreeg de burgemeester een pluim. Al zou de politie nóg fermer mogen optreden, stelde Leefbaarraadslid Robert Simons.
159
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.24 Nieuwsbericht RTV Rijnmond / 2 juni 2010 'Rotterdam raakt evenementen kwijt door streng beleid' Rotterdam raakt veel evenementen kwijt door het strenge evenementenbeleid van de gemeente. Dit stelde evenementenorganisator JMR woensdag tijdens de hoorzitting over het zero-tolerencebeleid in het Rotterdamse stadhuis. Organisatoren worden volgens JMR zo gedwongen om maatregelen te nemen die tegen het karakter van de evementen in gaan. Bovendien is het slecht voor het imago van Rotterdam als evenementenstad, aldus JMR. De Feyenoord Supportersvereniging onderschrijft dit. De vereniging stoort zich er verder aan dat de politie geen onderscheid lijkt te maken tussen gewone supporters en hooligans. Ook de ondernemersfederatie vreest door de stroom van negatieve publiciteit imagoschade voor de stad. Eerder op de avond protesteerde ook het Rotterdamse 1 mei Comité tegen het zerotolerancebeleid van de gemeente. De laatste 1 meidemonstratie op de Coolsingel is voortijdig beëindigd door de politie omdat betogers vlaggenstokken bij zich hadden. Dat zou tegen de vergunning zijn. Het comité spreekt dat tegen. De Nederlandse Politiebond heeft geen signalen dat Rotterdamse agenten het oneens zijn met het gevoerde evenementenbeleid in de stad. Ook ontkent de NPB dat de politie sneller geweld is gaan gebruiken tegen relschoppers.
160
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.25 Resultaten stellingen veiligheid en incidenten Als gevolg van o.a. rellen en andere incidenten zijn evenementen zoals de Danceparade (in de oorspronkelijke vorm) afgelast. Dit vind ik een juiste beslissing.
Ontw_afgelastingdoorincidenten
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
1
.4
.4
.4
Volledig oneens
34
14.3
14.3
14.7
Mee oneens
56
23.5
23.5
38.2
Beetje mee oneens
28
11.8
11.8
50.0
Niet eens/niet oneens
18
7.6
7.6
57.6
Beetje mee eens
40
16.8
16.8
74.4
Mee eens
47
19.7
19.7
94.1
Volledig eens
14
5.9
5.9
100.0
Total
238
100.0
100.0
Opgesplitst naar drie categorieën: Afgelastingdoorincidentennew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
119
50.0
50.0
50.0
Niet eens/niet oneens
18
7.6
7.6
57.6
Mee eens
101
42.4
42.4
100.0
Total
238
100.0
100.0
161
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Ik sta achter de recent aangescherpte veiligheidmaatregelen tijdens evenementen
E_achteraangescherpteveiligheidsmaatregelen
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
2
.8
.8
.8
Volledig oneens
5
2.1
2.1
2.9
Mee oneens
13
5.5
5.5
8.4
Beetje mee oneens
12
5.0
5.0
13.4
Niet eens/niet oneens
13
5.5
5.5
18.9
Beetje mee eens
56
23.5
23.5
42.4
Mee eens
90
37.8
37.8
80.3
Volledig eens
47
19.7
19.7
100.0
Total
238
100.0
100.0
162
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Opgesplitst naar drie categorieën Achteraangescherpteveiligheidsmaatregelen
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
32
13.4
13.4
13.4
Niet eens/niet oneens
13
5.5
5.5
18.9
Mee eens
193
81.1
81.1
100.0
Total
238
100.0
100.0
Aangescherpte veiligheidsmaatregelen zijn nodig om een evenement veilig te laten verlopen
E_veiligheidsmaatregelennodigveiligverloop
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
1
.4
.4
.4
Volledig oneens
2
.8
.8
1.3
Mee oneens
12
5.0
5.0
6.3
Beetje mee oneens
16
6.7
6.7
13.0
Niet eens/niet oneens
19
8.0
8.0
21.0
Beetje mee eens
59
24.8
24.8
45.8
Mee eens
92
38.7
38.7
84.5
Volledig eens
37
15.5
15.5
100.0
Total
238
100.0
100.0
163
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Opgesplitst naar drie categorieën Veiligheidsmaatregelennodigveiligverloop
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
31
13.0
13.0
13.0
Niet eens/niet oneens
19
8.0
8.0
21.0
Mee eens
188
79.0
79.0
100.0
Total
238
100.0
100.0
164
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.26 Resultaten invloed op bezoekgedrag en het imago Incidenten uit het verleden hebben een negatief effect op het imago van Rotterdam als evenementenstad
Ontw_incidentennegatiefeffectopimago
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
2
.8
.8
.8
Volledig oneens
4
1.7
1.7
2.5
Mee oneens
19
8.0
8.0
10.5
Beetje mee oneens
19
8.0
8.0
18.5
Niet eens/niet oneens
29
12.2
12.2
30.7
Beetje mee eens
89
37.4
37.4
68.1
Mee eens
60
25.2
25.2
93.3
Volledig eens
16
6.7
6.7
100.0
Total
238
100.0
100.0
Opgesplitst naar drie categoriën: Incidentennegatiefeffectopimagonew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
44
18.5
18.5
18.5
Niet eens/niet oneens
29
12.2
12.2
30.7
Mee eens
165
69.3
69.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
165
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Incidenten tijdens evenementen hebben ervoor gezorgd dat ik van plan ben minder evenementen dan voorheen te gaan bezoeken komend evenementenseizoen (2010)
Descriptive Statistics N
Minimum
Maximum
Mean
Std. Deviation
Ontw_doorincidenten2010minderbezoek
238
.00
7.00
2.8277
1.60160
Valid N (listwise)
238
Ontw_doorincidenten2010minderbezoek
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
3
1.3
1.3
1.3
Volledig oneens
45
18.9
18.9
20.2
Mee oneens
85
35.7
35.7
55.9
Beetje mee oneens
29
12.2
12.2
68.1
Niet eens/niet oneens
28
11.8
11.8
79.8
Beetje mee eens
33
13.9
13.9
93.7
Mee eens
11
4.6
4.6
98.3
Volledig eens
4
1.7
1.7
100.0
238
100.0
100.0
Total
Opgesplitst naar drie categoriën: Doorincidenten2010minderbezoeknew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
162
68.1
68.1
68.1
Niet eens/niet oneens
28
11.8
11.8
79.8
Mee eens
48
20.2
20.2
100.0
Total
238
100.0
100.0
166
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
167
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.27 Intenties en bezoekgedrag 2009 Zomercarnaval:
G_ervaring09Zomercarnaval
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
nee
176
73.9
73.9
73.9
ja
62
26.1
26.1
100.0
Total
238
100.0
100.0
Ontw_bezoektkmstZomercarnaval
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
134
56.3
56.3
56.3
Ja
104
43.7
43.7
100.0
Total
238
100.0
100.0
Bavaria Cityracing G_ervaring09Bavariacityracing
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
nee
188
79.0
79.0
79.0
ja
50
21.0
21.0
100.0
Total
238
100.0
100.0
Ontw_bezoektkmstBavariacityracing
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
151
63.4
63.4
63.4
Ja
87
36.6
36.6
100.0
Total
238
100.0
100.0
168
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Dunya Festival G_ervaring09Dunyafestival
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
nee
206
86.6
86.6
86.6
ja
32
13.4
13.4
100.0
Total
238
100.0
100.0
Ontw_bezoektkmstDunyafestival
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
157
66.0
66.0
66.0
Ja
81
34.0
34.0
100.0
Total
238
100.0
100.0
Dance Parade G_ervaring09Danceparade
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
nee
161
67.6
67.6
67.6
ja
77
32.4
32.4
100.0
Total
238
100.0
100.0
Ontw_bezoektkmstDanceparade
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
140
58.8
58.8
58.8
Ja
98
41.2
41.2
100.0
Total
238
100.0
100.0
Marathon G_ervaring09Marathon
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
nee
137
57.6
57.6
57.6
ja
101
42.4
42.4
100.0
Total
238
100.0
100.0
169
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Ontw_bezoektkmstMarathon
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
91
38.2
38.2
38.2
Ja
147
61.8
61.8
100.0
Total
238
100.0
100.0
Wednesdaynightskate Ontw_bezoektkmstWednesdaynightskate
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
116
48.7
48.7
48.7
Ja
122
51.3
51.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
G_ervaring09Wednesdaynightskate
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
nee
160
67.2
67.2
67.2
ja
78
32.8
32.8
100.0
Total
238
100.0
100.0
Start Tour de France: Daar dit in 2010 de eerste keer is dat de Tour de France in Rotterdam start zijn er alleen gegevens verkregen wat betreft de intentie om dit evenement te bezoeken.
Ontw_bezoektkmstStarttourdefrance
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
109
45.8
45.8
45.8
Ja
129
54.2
54.2
100.0
Total
238
100.0
100.0
170
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De Parade: G_ervaring09Deparade
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
nee
226
95.0
95.0
95.0
ja
12
5.0
5.0
100.0
Total
238
100.0
100.0
Ontw_bezoektkmstDeparade
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
144
60.5
60.5
60.5
Ja
94
39.5
39.5
100.0
Total
238
100.0
100.0
Wereldhavendagen G_ervaring09Wereldhavendagen
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
nee
188
79.0
79.0
79.0
ja
50
21.0
21.0
100.0
Total
238
100.0
100.0
Ontw_bezoektkmstWereldhavendagen
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nee
110
46.2
46.2
46.2
Ja
128
53.8
53.8
100.0
Total
238
100.0
100.0
Geen van de evenementen: Ontw_bezoektkmstGeenvdevenementen
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Wel één van bovenstaande
227
95.4
95.4
95.4
Niets van Bovenstaande
11
4.6
4.6
100.0
Total
238
100.0
100.0
171
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.28 Resultaten media invloed
Negatieve berichtgeving in de media als gevolg van incidenten tijdens evenementen weerhouden mij ervan evenementen een volgende keer te bezoeken D_negatievemediabezoektoekomst
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
1
.4
.4
.4
Volledig oneens
13
5.5
5.5
5.9
Mee oneens
67
28.2
28.2
34.0
Beetje mee oneens
25
10.5
10.5
44.5
Niet eens/niet oneens
29
12.2
12.2
56.7
Beetje mee eens
58
24.4
24.4
81.1
Mee eens
35
14.7
14.7
95.8
Volledig eens
10
4.2
4.2
100.0
Total
238
100.0
100.0
Opgesplitst naar drie categoriën: Negatievemediabezoektoekomst
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
106
44.5
44.5
44.5
Niet eens/niet oneens
29
12.2
12.2
56.7
Mee eens
103
43.3
43.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
172
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Berichten (zowel positief als negatief) uit de media over evenementen hebben geen invloed op mijn bezoek aan evenementen. D_mediageeninvloedbezoek
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
1
.4
.4
.4
Volledig oneens
6
2.5
2.5
2.9
Mee oneens
32
13.4
13.4
16.4
Beetje mee oneens
48
20.2
20.2
36.6
Niet eens/niet oneens
36
15.1
15.1
51.7
Beetje mee eens
41
17.2
17.2
68.9
Mee eens
62
26.1
26.1
95.0
Volledig eens
12
5.0
5.0
100.0
Total
238
100.0
100.0
173
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Opgesplitst naar drie categoriën: Mediageeninvloedbezoek
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Mee oneens
87
36.6
36.6
36.6
Niet eens/niet oneens
36
15.1
15.1
51.7
Mee eens
115
48.3
48.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
Ik vind dat Rotterdam als evenementenstad positief wordt neergezet in de media D_positiefneergezetinmedia
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
.00
1
.4
.4
.4
Volledig oneens
5
2.1
2.1
2.5
Mee oneens
20
8.4
8.4
10.9
Beetje mee oneens
27
11.3
11.3
22.3
Niet eens/niet oneens
23
9.7
9.7
31.9
Beetje mee eens
57
23.9
23.9
55.9
Mee eens
90
37.8
37.8
93.7
Volledig eens
15
6.3
6.3
100.0
Total
238
100.0
100.0
174
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Opgesplitst naar drie categoriën: Positiefneergezetinmedianew
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
oneens
53
22.3
22.3
22.3
niet eens/niet oneens
23
9.7
9.7
31.9
eens
162
68.1
68.1
100.0
Total
238
100.0
100.0
175
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De berichtgeving in de media over evenementen geven mij een onveilig gevoel als ik evenementen zou gaan bezoeken D_berichtenmediaonveiliggevoel
Valid
Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Volledig oneens
23
9.7
9.7
9.7
Mee oneens
81
34.0
34.0
43.7
Beetje mee oneens
38
16.0
16.0
59.7
Niet eens/niet oneens
29
12.2
12.2
71.8
Beetje mee eens
53
22.3
22.3
94.1
Mee eens
14
5.9
5.9
100.0
Total
238
100.0
100.0
Opgesplitst naar drie categoriën: Berichtenmediaonveiliggevoel Frequency Valid
oneens
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
142
59.7
59.7
59.7
niet eens/niet oneens
29
12.2
12.2
71.8
eens
67
28.2
28.2
100.0
Total
238
100.0
100.0
176
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
177
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.29 Uitgebreide aanbevelingen n.a.v. executive summary Aanbeveling 1 Uit de regressieanalyses kwam naar voren dat de overeenstemming van het aanbod aan evenementen met de wensen en behoeften wat betreft evenementen de belangrijkste voorspeller is van het imago. Hoe meer aan de wensen en behoeften met betrekking tot evenementen wordt tegemoet gekomen hoe positiever het imago wordt. Het is dus erg belangrijk om in een stad een breed aanbod van evenementen te hebben. Uiteraard kunnen niet alle specifieke wensen en behoeften worden vervuld, maar wat wel van belang is, is dat goed in de gaten gehouden wordt wat de inwoners (in het geval van dit onderzoek zijn dit inwoners, maar hetzelfde geldt voor niet-Rotterdammers) wel en niet willen. Daarom moet ook onderzoek gedaan worden waar behoefte aan is. Welke soort evenementen wil men? Zijn er te veel of juist te weinig evenementen? Worden bepaalde doelgroepen minder aangesproken of juist meer? Omdat voorkeuren en smaak na verloop van tijd veranderen wordt aanbevolen elke drie jaar een onderzoek te doen naar veranderende smaakpatronen onder de Rotterdammers. Dit kan gedaan worden door middel van een kwantitatief onderzoek. Snel en adequaat inspelen op wensen en behoeften komt het imago ten goede. Het aanbieden van evenementen waar Rotterdammers behoefte aan hebben zorgt ervoor dat de kloof tussen het aanbod en de wensen en behoeften kleiner wordt. Wellicht betekent dit dat er meer evenementen komen of misschien evenementen moeten verdwijnen. Aanbeveling 2 Het gevoel van verbondenheid met de stad vergroten is geen eenvoudige opgave. Verbondenheid heeft te maken met trots zijn op de stad, maar vaak ook met het feit of men al dan niet in Rotterdam geboren is of hoeveel men met de stad te maken heeft (qua werk, vrije tijd en uitgaan). Het is meer een gevoel en vaak iets heel ongrijpbaars wat lastig concreet te maken is. Volgens Van der Land (2004) is gevoel van verbondenheid bij een plaats geografisch bepaald. Van der Land (2004) haalt de ‘Bindingssurvey’ (onderzoek naar binding met Rotterdam) aan, waarin naar voren komt dat het gevoel van verbondenheid van intensiteit en inhoud verandert wanneer naar woonplaats wordt gedifferentieerd. Bewoners in het centrum voelen zich meer verbonden en meer betrokken bij hun stad dan bewoners buiten het centrum. Naarmate men zich van het centrum af beweegt, treft men steeds minder mensen aan met een hoge mate van verbondenheid. Wat ook uit de survey naar voren komt is dat men zich meer verbonden en meer betrokken voelt naarmate men langer in Rotterdam woont. Dit ondersteunt de aanbeveling die hierboven zojuist gedaan is. In dit onderzoek is niet onderzocht of de woonsituatie invloed heeft op het gevoel van verbondenheid. In dit onderzoek is onderscheid gemaakt tussen wonen in het centrum en
178
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
wonen buiten het centrum. Als gekeken wordt of deze twee woonsituaties invloed hebben op het gevoel van verbondenheid, is dit niet het geval:
Coefficientsa Standardized Unstandardized Coefficients Coefficients
Model B
Std. Error
(Constant)
5.762
.073
Woonlocatie
.105
.119
t
Sig.
78.996
.000
.884
.378
Beta
1 .057
a. Dependent Variable: GevoelvanVerbondenheid Figuur 8.7 Relatie gevoel van verbondenheid met woonsituatie
Woonlocatie * Gevoelvanverbondenheidnew Crosstabulation Count Gevoelvanverbondenheidnew Total
niet verbonden/niet Niet vebonden
verbonden onverbonden
Buiten het centrum
3
1
127
131
In het centrum
0
4
78
82
3
5
205
213
Woonlocatie
Total
Figuur 8.8 Relatie gevoel van verbondenheid met woonsituatie in een kruistabel
Wellicht is dit beter te onderzoeken wanneer uit iedere wijk voldoende respondenten komen. Dit dient dan nader onderzocht te worden en is eenvoudig te organiseren via de deelgemeenten en haar wijkorganen. Een eerste stap in het vergroten van de verbondenheid zou kunnen zijn jonge (15 tot en met 30 jaar) Rotterdammers in de stad te houden qua wonen, studeren, werken en vrijetijdsbestedingen. Er moeten randvoorwaarden geschept worden om mensen in de stad te houden. Er moeten voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn in het centrum, een ruime keuze aan studiemogelijkheden waardoor jonge Rotterdammers niet uit de stad wegtrekken en er moeten voldoende mogelijkheden geschept worden voor starters op de arbeidsmarkt. Een voorbeeld van een van deze te scheppen randvoorwaarden zijn de starters-regelingen voor starters op de huizenmarkt. Door terugkoopgaranties en kortingen wordt het voor jonge Rotterdammers aantrekkelijker een woning te kopen in hun eigen stad.
179
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Aanbeveling 3 Zoals in de analyse van hoofdstuk zeven naar voren kwam, ligt er een bestuurlijke verantwoordelijkheid incidenten voorkomen. Incidenten worden in de media breed uitgemeten en kunnen leiden tot negatieve gevoelens en imagoschade. De zorgen van de gemeenteraadsfracties van GroenLinks en SP wat betreft imagoschade door aanscherping van veiligheidsmaatregelen zijn uit dit onderzoek echter onvoldoende gegrond gebleken. Uit de conclusies van het COT-rapport (opgesteld naar aanleiding van de strandrellen in Hoek van Holland) blijkt dat in alle fasen van het evenemententraject onvoldoende scherpte en alertheid was bij betrokken organisaties en diensten. Daarnaast heeft de dreiginginformatie die kort voorafgaand aan het evenement beschikbaar was, niet geleid tot een nieuwe, juiste risico-inschatting. Om de meer dan 1700 evenementen die per jaar in de stad Rotterdam plaatsvinden, veilig te laten verlopen, nemen gemeente en politie maatregelen. Zo komt de verantwoordelijkheid rond de gehele vergunningverlening van evenementen rechtstreeks onder de directeur Veiligheid te vallen. De politie heeft een commissaris-evenementen aangesteld. Op verzoek van de burgemeester wordt de personele organisatie aangepast om fouten zoals in Hoek van Holland te voorkomen. Ook komt er één evenementenkalender voor de hele regio Rotterdam-Rijnmond die inzet en bijstand van politiepersoneel tijdig inzichtelijk maakt. Daarnaast voorziet de politie vanaf 2010 samen met andere veiligheidspartners elk vergunningsplichtig evenement van een gestandaardiseerde risicobeoordeling. Alle aanbevelingen uit het COT-rapport zijn terug te vinden in bijlage 11.30. Uit dit onderzoek blijkt dat Rotterdammers achter dit aangescherpte beleid staan. Omdat incidenten imagoschade tot gevolg kunnen hebben wordt de gemeenteraad aanbevolen dit aangescherpte beleid niet in twijfel te trekken en voort te zetten. Deze aanbeveling wordt ook in een persoonlijk gesprek met de Tilburgse onderzoeker op het gebied van gemeentebeleid van Rotterdam Drs. J.J.C. van Ostaaijen gesteund. Hier ligt ook een politieke verantwoordelijkheid bij de afzonderlijke partijen zorgvuldig om te gaan met begrippen als imagoschade. In dit onderzoek is aangetoond dat imagoschade niet wordt veroorzaakt door strenge veiligheidsmaatregelen zoals in het politieke jargon wordt beweerd. Aanbeveling 4 Naast het handhaven van het beleid en het trachten te voorkomen van incidenten dient het gemeentebestuur en haar beleidsdirecties (onder andere de Directie Veiligheid) een constante afweging te maken tussen veiligheidsbeleid en imago door te luisteren naar de mening
van
Rotterdammers
in
relatie
tot
de
noodzaak
van
aanscherping
van
veiligheidsmaatregelen. Wanneer verschillende partijen in de stad geen noodzaak zien in veiligheidsmaatregelen, is dit het overwegen van een versoepeling van de maatregelen
180
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
waard. Er wordt aanbevolen de mening van de inwoners (en belanghebbenden) ten opzichte van het veiligheidsbeleid door middel van onderzoek goed in de gaten te houden. 8.4.2 Aanbevelingen voor verder onderzoek In deze paragraaf worden algemene aanbevelingen voor verder onderzoek gedaan naar aanleiding van dit onderzoek. Aanbeveling 5: Het is op dit moment niet aan te geven of als gevolg van de strandrellen het daadwerkelijke gedrag is veranderd. Een mogelijkheid om dit te achterhalen is bijvoorbeeld het daadwerkelijke bezoekersgedrag te meten na het evenementenseizoen van 2010 en dit met het gedrag van 2009 te vergelijken. Ten tijde van dit onderzoek was dit niet mogelijk. Om het gedrag dat is gemeten van 2009 te vergelijken met het gedrag van 2010 kan er na afloop van het evenementenseizoen van 2010 weer een meting worden gedaan. Op het moment dat dit onderzoek werd uitgevoerd was het alleen mogelijk te vragen naar de intenties om een evenement te bezoeken in 2010, deze bleken zeer positief te zijn (bezoekersmonitor bij evenementen). Aanbeveling 6: Een tweede aanbeveling voor verder onderzoek is dat hetzelfde onderzoek uitgevoerd kan worden, maar dan voor niet-Rotterdammers. Wanneer dit gedaan wordt is er een compleet beeld om het imago van Rotterdam als evenementenstad vast te stellen. Eventueel kan het imago dat onder Rotterdammers leeft met niet-Rotterdammers worden vergeleken. Aanbeveling 7: Om de ontwikkeling van het imago in kaart te brengen wordt aanbevolen ieder jaar een ‘imagomonitor’ uit te voeren. Dit is hetzelfde idee als de ‘veiligheidsmonitor’ waarin eens per jaar de veiligheid per wijk en stad wordt vastgelegd. Hierin komt naar voren hoe veilig een stad is. Hetzelfde kan gedaan worden voor het imago. Wanneer dit een aantal jaren wordt gedaan kunnen trends in kaart worden gebracht en eventuele terugkerende negatieve punten worden herkend en aangepakt. Dit is ook interessant met het oog op de organisatie van het WK voetbal 2018 en de Olympische spelen in 2028. Wanneer Rotterdam kan aantonen een geschikte evenementenstad te zijn met een zeer affectief imago als evenementenstad kan dit wellicht een bijdrage leveren aan de keuze voor Rotterdam als thuishaven voor grootschalig evenementen. Aangezien bleek dat de steekproef niet representatief was voor de gehele populatie beveel ik hierbij aan een dergelijk onderzoek met meer beschikbare middelen (tijd, geld, mensen) uit te voeren om tot een representatieve steekproef te komen (uit te voeren analoog aan aanbeveling 2).
181
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
11.30 Aanbevelingen COT-rapport Strandrellen Hoek van Holland Evenementen en vergunningenbeleid 1. Evenementenkalender Nader bezien dient te worden of de evenementenkalender in Rotterdam niet te vol is voor een volwaardige veiligheidszorg. Daarbij dient meer rekening gehouden te worden met de aandachts- en inspanningscurve door het jaar heen, inclusief roostering, vakanties etc 2. Directie Veiligheid De directie Veiligheid van de gemeente dient het vergunningentraject in Rotterdam te coördineren. Daarbij behoort de interdisciplinaire afweging van belangen en risico's. Een deel van deze veranderingen is al in gang gezet. Het Team Horeca en Evenementen moet weer integraal ondergebracht worden bij de directie Veiligheid. 3. Strand Hoek van Holland Het is noodzakelijk nader te bezien of en in hoeverre het strand van Hoek van Holland bestemd kan worden voor grootschalige evenementen. Daarbij dienen veiligheidsoverwegingen volwaardig in ogenschouw genomen te worden, inclusief de mogelijkheden om personen en middelen naar het strand te brengen en daarvan weg te krijgen. 4. Risicobeoordeling Voor elk vergunningplichtig evenement in Rotterdam dient een omvattende risicobeoordeling gemaakt te worden. Alle erbij betrokken diensten dienen een inschatting te maken van de risico’s en deze gezamenlijk onder leiding van de gemeente om te zetten in een integrale risicobeoordeling. 5. Vrij toegankelijke feesten Vrij toegankelijke feesten moeten onder specifieke voorwaarden mogelijk blijven. Het is zaak hiervoor een specifieke risicoanalyse op te stellen. Vrije toegankelijkheid laat de vereisten van een doeltreffende toegangscontrole onverlet. Bij de risicobeoordeling dient veel meer aandacht te worden besteed aan de organisatiegraad, planning en voorbereiding (inclusief de benutting van het internet) van de kant van potentiële ordeverstoorders. 6. Vergunningen Vergunningen dienen daadwerkelijk zes weken voor het evenement formeel afgegeven te zijn. Hierbij moet de mogelijkheid open blijven om aanvullende eisen te stellen indien noodzakelijk voor de veiligheid, of eventueel evenementen niet door te laten gaan. Voorbereidingen 1. Alcohol en drugs Bij de voorbereiding en de vaststelling van de kwalitatieve en kwantitatieve inzet van personeel en middelen dient veel meer dan nu het geval is rekening gehouden te worden met het effect van alcohol, harddrugs en farmaca op het gedrag van ordeverstoorders. Daartoe behoort ook aandacht voor de drempelverlagende werking van langdurig zowel als kortstondig gebruik van dergelijke middelen – tot en met het doorgaan met geweld tegenover politiële afschrikking.
182
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
2. Routine Ongewenste routinisering van de voorbereidingen en het opstellen van draaiboeken
moet
tegengegaan
worden.
Daartoe
dienen
de
betrokken
diensten
organisatorische en personele maatregelen te treffen, onder meer door de ervaring van de een te toetsen aan de frisse blik van de ander. Cruciaal echter is dat steeds weer een kritische houding leidend is in alle aspecten van de voorbereiding. 3. Bestuurlijke aandacht Vergunningen en draaiboeken voor evenementen waarbij een zeker risico bestaat op basis van de hiervoor omschreven risicobeoordeling, dienen in het bestuurlijk justitieel (districts)overleg of in het driehoeksoverleg van burgemeester, hoofdofficier van justitie en korpschef goedgekeurd te worden. 4. Multidisciplinair draaiboek Voor alle grote evenementen en kleine evenementen met een verhoogd risico moet een multidisciplinair draaiboek worden opgesteld. 5. Dienstenoverleg Het dienstenoverleg ter voorbereiding van een specifiek evenement dient te worden voorgezeten door de directie Veiligheid. Verlangens van een organisator mogen nooit doorslaggevend zijn. 6. Aantal bezoekers Alle betrokken diensten dienen de verwachtingen omtrent het maximaal aantal bezoekers te onderschrijven. Dit aantal moet bepaald worden op basis van objectieve gegevens. Het dient de basis te vormen voor de inzet van alle betrokken diensten. Op basis van specifieke criteria dient een eenduidige rekenmethode te worden ontwikkeld op basis waarvan de kwantitatieve en kwalitatieve inzet van personeel en middelen bij een evenement bepaald kan worden. De lijst met criteria mag niet beperkt blijven tot het aantal bezoekers en de fysieke omgeving waarin het evenement plaatsheeft. 7. Schouw De schouw voorafgaand aan het evenement dient niet langer door de verschillende diensten afzonderlijk verricht te worden. Er moet een schouwmeester komen die de uitkomsten van de integrale schouw in samenhang beoordeelt. Eventuele onvolkomenheden moeten door de schouwmeester gemeld worden aan de dossierhouder van de directie Veiligheid. 8. Alertheid Alle betrokken diensten dienen structureel alert te zijn op mogelijke gebeurtenissen voorafgaand, tijdens en na evenementen. Deze structurele alertheid komt tot gelding in het ontwikkelen van adequate scenario’s, en voldoende, serieus te nemen oefening. Organisatie 1. Bevelsstructuur De politie dient een eenduidige bevelsstructuur te hebben, ook in situaties waarin geen GBO- of DGBO-structuur opgetuigd wordt. Analoog aan deze structuren dient een structuur te worden ontwikkeld voor situaties waarin DGBO en GBO niet van toepassing is. Daarbij is volledige duidelijkheid over de commandoposities en de specifieke taken en verantwoordelijkheden van commandanten en ondercommandanten cruciaal. Op basis van
183
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
een vastgesteld functieprofiel moet worden vastgesteld wie in het district de functie van Algemeen Commandant of Operationeel Commandant moet vervullen. In deze structuur moet een expliciete koppeling worden gelegd tussen informatie en operatie. 2. Commissaris evenementen De instelling van een commissaris evenementen is een waardevol initiatief. Het is tevens noodzakelijk een functionaris te benoemen die de coördinatie tussen alle betrokken gemeentelijke en andere diensten organiseert. Het is logisch een functionaris van de directie Veiligheid hiermee te belasten. 3. Regionaal evenementenbureau De bij de politie beschikbare kennis en ervaring moet worden gebundeld in een regionaal evenementenbureau. Dit evenementenbureau moet districten adviseren en ondersteunen. Voor evenementen met een verhoogd risico moet consultatie verplicht worden gesteld. Dit evenementenbureau staat onder leiding van de evenementencommissaris. Binnen dit bureau dienen deskundigen te komen die in staat zijn om openbare orde informatie te kunnen wegen en te vertalen richting een advies met betrekking tot de operationele inzet. 4. Coördinatie De coördinatie tussen de NS en de verschillende gemeentelijke diensten vergt dringende en intensieve verbetering. De informatie-uitwisseling tussen de NS en gemeentelijke diensten, en een toereikende aan- en afvoer van grote groepen bezoekers zijn cruciaal voor de veiligheid bij evenementen. 5. Driehoek De driehoek dient duidelijkere criteria te bepalen voor de onderlinge communicatie en het fysiek bijeenkomen tijdens grootschalige ordeverstoringen. De driehoek is het aangewezen orgaan voor de onderlinge afstemming tussen de burgemeester, hoofdofficier van justitie en politie – onverlet hun eigenstandige bevoegdheden, verantwoordelijkheden en taken. In geval van grootschalige openbare ordeverstoringen is de driehoek dan ook het aangewezen orgaan voor het bepalen van onderling afgestemde beslissingen ten aanzien van de openbare ordehandhaving zowel als de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Informatie 1. Informatieprotocol Het informatieprotocol voor de verstrekking van informatie vanuit de Regionale Inlichtingen Dienst moet aangescherpt worden. De informatie zal eerder aan meer belanghebbenden moeten worden verstrekt opdat een integrale beslissing kan worden genomen over het al dan niet door laten gaan van het evenement en de daarbij behorende maatregelen. Een mondelinge verstrekking moeten direct worden gevolgd door een schriftelijke verstrekking. Vastgesteld moet worden wanneer en hoe RID informatie gedeeld wordt met de Veiligheidsregio. 2. Advies Informatie van de Regionale Inlichtingen Dienst en de Regionale Inlichtingen Organisatie over risico's en dreigingen rond evenementen moet worden voorzien van advies
184
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
over te treffen maatregelen. Deze adviestaak moet worden uitgevoerd door relevante deskundigen zoals de Voetbaleenheid of bureau Conflict- en Crisisbeheersing. Daarbij is het van belang dat een scheiding blijft bestaan tussen informatieverzameling en advisering naar aanleiding van deze informatie. Uitvoering 1. Briefings De structuur van de briefings binnen de politie dient aangescherpt te worden. De verschillende onderdelen van de risicobeoordeling en van de draaiboeken dienen veel explicieter
benoemd
en
genoemd
te
worden.
Tijdens
de
briefings
moeten
de
tolerantiegrenzen in alle helderheid aan alle functionarissen en medewerkers bekend gemaakt worden. De belangrijkste instructies moeten samen met relevant kaartmateriaal aan alle betrokkenen worden uitgereikt in een handzaam formaat. Voorafgaand aan de briefing moeten deelnemers in de gelegenheid zijn gesteld om kennis te nemen van het draaiboek. 2. Herkenbaarheid politiecommandanten Indien zij operationeel actief zijn, moeten politiecommandanten in uniform als zodanig herkenbaar zijn, tenzij dit risico’s met zich mee brengt voor het welslagen van de operatie en/of de eigen veiligheid. 3. Geweldsmiddelen Bij elke risicobeoordeling dient expliciet bepaald te worden welke geweldsmiddelen voor de politie beschikbaar zijn tijdens een evenement en welke extra geweldsmiddelen binnen welke termijn beschikbaar kunnen worden besteld. 4. Alcohol en drugs De snel toenemende verharding van het geweldsgebruik van de kant van verstoorders van de orde vergt vergaande overheidsmaatregelen die deze hoogst zorgwekkende ontwikkeling de kop indrukken. Dat begint met veel harder optreden tegen het vervoer en excessief gebruik van alcohol en het gebruik van harddrugs en farmaca voor en tijdens evenementen. De politie dient toereikende middelen tot haar beschikking te krijgen om doeltreffend te kunnen optreden tegen ordeverstoorders, die onder invloed van alcohol en drugs, niet in de laatste plaats harddrugs, zijn. Het verdient ernstige overweging arrestatie-eenheden specifiek te trainen en in te zetten voor doeltreffende arrestaties van dergelijke ordeverstoorders. Daarnaast zullen nieuwe concepten ontwikkeld moeten worden voor grootschalig politieoptreden tegenover dronken en gedrogeerde ordeverstoorders. Daarbij zal het gaan om het inzetten van een combinatie van geweldsmiddelen die de politie ter beschikking staan. 5. Inlichten Er dienen veel duidelijkere afspraken gemaakt te worden over wanneer en op welke wijze de burgemeester, de hoofdofficier van justitie en de korpsleiding geïnformeerd dienen te worden over ongewenste gebeurtenissen tijdens evenementen. Daarnaast dienen garanties en back-ups te worden georganiseerd voor het geval dat de afgesproken informatielijnen
onvoldoende
werken.
Betrokken
politiecommandanten
en
andere,
operationele functionarissen zijn gehouden zonder schroom de burgemeester, hoofdofficier van justitie en korpsleiding te informeren.
185
Rotterdam Evenementenstad?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________
6. Bestuurlijke waarnemer Bij grote evenementen of kleine evenementen met een verhoogd risico dient een bestuurlijke waarnemer van de directie Veiligheid aanwezig te zijn die beziet of het vanwege ongewenste gebeurtenissen noodzakelijk is om het bestuur, justitie en de top van de politie te informeren. Zij vormen een back-up voor de informatievoorziening aan bestuur, justitie en korpsleiding. Er mag geen concurrentie ontstaan tussen de bestuurlijke en de reguliere politiële informatielijn. 7
Back-up
Ervaringen
met
grootschalige
evenementen
tonen
aan
dat
het
communicatiesysteem overbelast kan raken en ook anderszins in gebreke kan blijven. Het is dan
ook
zaak
voor
grootschalige
evenementen
over
een
volwaardig
back-up
communicatiesysteem te beschikken. 8. Geen nieuwe bevoegdheden Er is geen behoefte aan uitbreiding van de bestaande bevoegdheden van de burgemeester, de hoofdofficier van justitie en de politie om tijdens ongeregeldheden te kunnen optreden. Het gaat er veeleer om de bestaande bevoegdheden doeltreffend te gebruiken. Of aanvullende bevoegdheden noodzakelijk zijn om adequaat op te kunnen treden tegen grote groepen ordeverstoorders die onder invloed zijn van alocohol en drugs, is onderwerp van een breder fenomeenonderzoek dat midden 2010 wordt afgerond. Nafase 1. Evaluatie Na incidenten dient zorgvuldig evaluatieonderzoek plaats te hebben. Dit behoort volgens een vast protocol te geschieden. Deze multidisciplinaire evaluatie dient gebruikt te worden bij de voorbereiding voor toekomstige evenementen. 2. Nazorg De ervaringen die zijn opgedaan met de grootschalige nazorg bij de politie, moeten worden benut voor het opstellen van een draaiboek grootschalige opvang en nazorg. De korpsleiding moet per situatie een coördinator aanwijzen die zorg draagt voor de afstemming tussen en monitoring van de activiteiten in de districten.
186