Handleiding
2.0
Crotec bv Kooikersweg 2 5223 KA ’s-Hertogenbosch Postbus 2447 5202 CK ’s-Hertogenbosch T 073 3030900
V
F 073 3030998
RoTekst 2.0
www.crotec.nl
[email protected] KvK Oost Brabant 17159294 BTW NL8129.00.005.B.01
Dé specialist in ruimtelijke informatievoorziening
Auteursrecht Deze publicatie is een uitgave van Crotec BV, ’s-Hertogenbosch (KvK Oost Brabant 1715 9294) Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze; hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Aansprakelijkheid De informatie in deze publicatie is door Crotec BV met constante zorg en naar eer en geweten samengesteld. Crotec BV sluit bij voorbaat alle aansprakelijkheid uit voor directe of indirecte schade, welke voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van de informatie, producten en diensten welke worden beschreven in deze publicatie. Merknamenrecht Alle geregistreerde merknamen welke in deze publicatie worden genoemd zijn gebruikt ten gunste van de merknaamhouder, zonder inbreuk te plegen op het merknamenrecht. Ondersteuning, service en contact Crotec BV Kooikersweg 2, ‘s-Hertogenbosch Postbus 2447 5202 CK ‘s-Hertogenbosch Nederland Telefoon: Fax: E-mail: Internet:
(073) 30 30 900 (073) 30 30 998
[email protected] http://www.crotec.nl
Crotec Helpdesk Tel: (073) 30 30 999 Email:
[email protected]
2
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Voorwoord Hartelijk bedankt voor de aanschaf van RoTekst, de door Crotec ontwikkelde creëer applicatie voor digitale ruimtelijke planteksten. RoTekst is een programma binnen het RoTotaal concept, waarmee planteksten kunnen worden gecreëerd, geïmporteerd, geëxporteerd en gearchiveerd. Sinds 1 januari 2010 zijn alle partijen die gerechtigd zijn ruimtelijke plannen op te (laten) stellen, de zogenaamde bronhouders, verplicht deze plannen digitaal te vervaardigen, uit te wisselen en te verbeelden. Deze digitale verplichting, welke bij ministeriële beschikking ‘Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008’ (Rsro) wettelijk is verankerd zorgt er ook voor dat burgers, bedrijven en instanties ruimtelijke plannen kunnen inzien en vergelijken door gebruik te maken van de landelijke internetvoorziening RO-Online (www.ruimtelijkeplannen.nl). Een digitaal plan bestaat uit een set bestanden op een computersysteem en is dus minder tastbaar dan een analoog plan. Natuurlijk zullen we nog geruime tijd gebruik maken van analoge verbeeldingen op papier, maar in geval van verschil van inzicht over de interpretatie van een plan dienen de digitale bestanden als enige juiste bron. Inhoudelijk verandert er niet zo veel. Het creëren van digitale plannen vergt wel nieuwe technische hulpmiddelen zoals RoTekst, waarmee we niet alleen de plantekst opmaak conform de norm kunnen houden, maar ook de koppeling met de plankaart kunnen realiseren. Dit vereenvoudigt het raadpleegbaar maken van de plannen. Voor u ligt de gebruikershandleiding voor versie 2.0. Dit geeft aan dat we volop bezig zijn de applicatie nog beter te maken. Wij voelen ons gesterkt door het grote aantal gebruikers en verwachten nog vele jaren samen met u verder te kunnen werken om RoTekst, mede door uw feedback, mee te laten groeien met nieuwe wensen en ideeën. Om deze wensen en ideeën kenbaar te maken wijzen we u op onze helpdesk, waarvan de bereikbaarheidsgegevens voorin dit document zijn opgenomen.
Inhoudsopgave DEEL I INLEIDING Hoofdstuk 1 1.1 1.2 Hoofdstuk 2 2.1 2.2
7 Over deze handleiding 8 Voor wie deze handleiding is bestemd ..................................... 8 Notaties .......................................................................... 8 De Gebruiker 9 Standaard Gebruiker........................................................... 9 Applicatiebeheerder ........................................................... 9
DEEL II AAN DE BASIS VAN ROTEKST Hoofdstuk 3 11 3.1 Hoofdstuk 4 12 4.1 4.2 4.2.1 Hoofdstuk 5 15 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.3 5.3.1
10
Technologie en werkomgeving De techniek en vereisten van RoTekst .................................... 11 De Digitale verplichting Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) ................................... 12 RO-Standaarden 2012......................................................... 12 Plantekst standaarden ....................................................... 13 Plantekstobjecten en metadata Over planteksten en hun structuur ........................................ 15 Plantekst objecten, wat zijn dat eigenlijk? .............................. 15 Het nut van werken met objecten ......................................... 16 Typen objecten en hun hiërarchie ......................................... 16 De plantekst metadata ....................................................... 17 Bestandsnamen van de onderdelen ........................................ 17
DEEL III INLEIDING ROTEKST Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2 6.4 6.5
19
Inleiding RoTekst 20 Werking RoTekst in vogelvlucht ............................................ 20 Aanmelden bij RoTekst ...................................................... 21 De schermen van RoTekst ................................................... 21 Het startscherm ............................................................... 21 Het hoofdscherm .............................................................. 21 Werken met toetscombinaties .............................................. 22 Help in RoTekst ................................................................ 22
DEEL IV WERKEN MET ROTEKST Hoofdstuk 7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.2 7.3
4
24
Plannen in RoTekst 25 Algemeen ....................................................................... 25 Info .............................................................................. 26 Prullenbak ...................................................................... 26 Nieuw plan ..................................................................... 28 Open plan ....................................................................... 30
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
7.4 7.5 7.5.1 7.5.2 7.5.3 7.5.4 7.5.5 7.5.6 7.5.7 7.5.8 7.5.9 7.5.10 7.6 Hoofdstuk 8 8.1 8.1.1 8.1.2 8.1.3 8.1.4 8.1.5 8.1.6 8.1.7 8.1.8 Hoofdstuk 9 9.1 9.2 9.2.1 9.2.2 9.2.3 9.2.4 9.3 9.3.1 9.3.2 9.3.3 9.3.4 9.3.5 9.3.6 9.4 9.4.1 9.4.2 9.4.3 9.4.4 9.5
Open recent document ....................................................... 31 Beheer plannen ................................................................ 32 Nieuw plan ..................................................................... 32 Importeer plan ................................................................. 32 Open plan ....................................................................... 33 Kopieer plan ................................................................... 33 Wijzig (plan)gegevens ........................................................ 35 Verplaats plan ................................................................. 35 Exporteer plan ................................................................. 36 Verwijder plan ................................................................. 40 Menu Weergave ................................................................ 41 Sluit planbeheer ............................................................... 41 Sluit RoTekst ................................................................... 42 Documenten in RoTekst 43 Plan venster .................................................................... 43 Nieuw document .............................................................. 44 Importeer document .......................................................... 45 Open Document ............................................................... 46 Kopieer document uit plan .................................................. 46 Verplaats document .......................................................... 47 Exporteer document .......................................................... 47 Verwijder document .......................................................... 48 Menu weergave ................................................................ 49 Werken met het hoofdscherm 50 Algemeen ....................................................................... 50 Taakbalken ..................................................................... 51 De taakbalk..................................................................... 51 De Objecten taakbalk ........................................................ 56 De Sjabloongroep taakbalk .................................................. 56 Opmaak taakbalk .............................................................. 57 Menubalk ....................................................................... 58 Het Bestand menu in het werkvenster .................................... 58 Het Bewerken menu .......................................................... 65 Het Invoegen menu ........................................................... 82 Het Tools /controle menu .................................................. 90 Het Beeld menu ............................................................... 97 Help............................................................................ 100 Objecten structuur venster ............................................... 101 Toevoegen van een object ................................................ 102 Wijzigen van een object ................................................... 105 Verplaatsen van een object ............................................... 107 Verwijderen van een object .............................................. 107 Tekstvenster ................................................................. 108
6
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Deel I Inleiding
Hoofdstuk 1 Over deze handleiding 1.1
Voor wie deze handleiding is bestemd Voor u ligt de Handleiding voor RoTekst versie 2.0. RoTekst maakt onderdeel uit van het RoTotaal waarbij RoTekst aan de voorkant, de creëerkant zit. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die met RoTekst werkt. Voor het opstellen van planteksten maar ook die mensen, die RoTekst moeten inrichten en beheren. U leest verderop meer over deze beide rollen. Om deze handleiding begrijpelijk te kunnen lezen wordt van elke gebruiker verwacht dat deze: •
voldoende kennis heeft van het opstellen van planteksten;
•
voldoende beheersing heeft van het besturingssysteem Windows en van tekstverwerking (bijvoorbeeld Microsoft Word).
Basis tekstverwerkingsfuncties van RoTekst die sterke gelijkenis vertonen met Word komen in deze handleiding niet uitgebreid aan de orde. Zij worden als bekend verondersteld.
1.2
Notaties Klik op Menu item uit het menu.
Attentie Gebruiker
8
Handleiding RoTekst versie 2.0
Verwijzingen naar menu items of knoppen worden met vette letters weergegeven. Attentieteksten worden in een rood kader weergegeven. Wanneer in de tekst een woord wordt gebruikt dat in de begrippenlijst voorkomt, dan wordt dit woord met een hoofdletter geschreven.
(30-01-2013)
Hoofdstuk 2 De Gebruiker 2.1
Standaard Gebruiker Gebruikers zijn de mensen die voor hun werkzaamheden in het werkveld ruimtelijke ordening gebruik maken van RoTekst. Het kan hierbij gaan om allerhande ROmedewerkers, waaronder projectleiders, planjuristen, planologen, baliemedewerkers etc. Gebruikersrechten zijn gekoppeld aan een voor elke Gebruiker unieke login. De per login ID vastgelegde Rechten worden door een Applicatiebeheerder toegekend en beheerd. Binnen dat veld van toegekende Rechten kan en mag een Gebruiker zijn projecten invoeren en wijzigen.
2.2
Applicatiebeheerder De Applicatiebeheerder is degene die de Rechten verdeelt; de basisinstellingen in het systeem zet en deze aanpast. Dat betekent dat de Applicatiebeheerder binnen het programma altijd zeer uitgebreide Rechten heeft. Hij/zij moet “overal bij kunnen”. Het beheer van RoTekst en de te verrichten instellingen geschieden veelal via de separate module RoTekstBeheer. Uiteraard zijn voor een Applicatiebeheerder met name de programmarechten van belang om bijvoorbeeld Gebruikers te kunnen toevoegen of Gebruikersprofielen te definiëren. Binnen de organisatie is de applicatiebeheerder het aanspreekpunt voor RoTekst.
Deel II Aan de basis van RoTekst
10
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Hoofdstuk 3 Technologie en werkomgeving 3.1
De techniek en vereisten van RoTekst RoTekst kan verbinding maken met SQL gerelateerde databases, bijvoorbeeld met Microsoft Sql server of Oracle. Standaard wordt RoTekst geleverd met Microsoft SQL Server Express. Dit is een gratis variant van de bekende Microsoft. SQL Server, met de beperking dat de database niet groter mag worden dan 4 Gb. Indien dit te weinig is raden wij aan om Microsoft SQL Server of Oracle te gebruiken. Voor het beheer van de database (beschikbaarheid, integriteit en back-up) is uw organisatie zelf verantwoordelijk. RoTekst is een cliënt applicatie die voor de opslag van de data gebruik maakt van een centrale database. Of u RoTekst vanuit een externe locatie (thuis) kunt gebruiken is afhankelijk van de mogelijkheden voor externe toegang tot het bedrijfsnetwerk dat uw organisatie u biedt. Planteksten gemaakt via RoTekst kunnen eenvoudig worden omgezet naar Word (rtf, doc, docx), IMRO-PT(xml, concept), en pdf. Tevens biedt RoTekst de mogelijkheid om planteksten te exporteren naar het web in html formaat. Hierbij kan eventueel gebruik worden gemaakt van zelf vormgegeven (web)templates.
Hoofdstuk 4 De Digitale verplichting 4.1
Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro)
4.2
RO-Standaarden 2012 De ROStandaarden 2012 is een pakket standaarden en richtlijnen voort bordurend op de ROStandaarden 2008 met als doel de uiteindelijke digitale beschikbaarstelling van ruimtelijke instrumenten. Hiervoor zijn de volgende onderdelen van toepassing: •
IMRO 2012 (Informatie Model Ruimtelijke Ordening 2012) bepaalt onder andere uit welke objecten een ruimtelijk instrument wordt opgebouwd en welke relaties tussen deze objecten bestaan. Een onderdeel hiervan betreft de wijze waarop plantekstobjecten aan objecten in de plankaart worden gekoppeld. De wijze waarop we IMRO 2012 moeten toepassen is per instrument in verschillende praktijkrichtlijnen uitgewerkt.
•
STRI 2012 (Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten) beschrijft de samenstelling en vormeisen van ieder ruimtelijk instrument en hoe deze objecten zijn opgeslagen in bestanden.
•
De SVBP2012 (Standaard Vergelijkbaarheid Bestemmingsplannen) geeft specifiek voor bestemmingsplannen aan hoe de structuur en verbeelding ervan moet zijn. Daarnaast geeft het document invulling aan de verschillende bestemmingen en aanduidingen die gebruikt mogen worden voor de opstelling van een bestemmingsplan met daarbij de ruimte voor specifieke aanvullingen op deze bestemmingen en aanduidingen.
Hoewel elk instrument zijn eigen samenstelling heeft, bestaat elk plan minimaal uit een planverbeelding (GML bestand) en planteksten (samenstelling van XML, HTML en PDF bestanden, al of niet aangevuld met afbeeldingen of CSS maakdefinities ).
•
12
Koppelingen maken duidelijk welke plantekst(en) bij welk geografisch object horen
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
•
-
•
Voor bestemmingsplannen moet deze koppeling in ieder geval worden toegepast bij: - bestemmingsplangebied (toelichting, (volledige) regels, vaststellingsbesluit, bijlagen en illustraties) - Enkelbestemmingen (specifiek tekstdocument met de betreffende regel (IMRO2008) , volledige regels met bladwijzers (IMRO2012)) - Dubbelbestemmingen (specifiek tekstdocument met de betreffende regel (IMRO2008) , volledige regels met bladwijzers (IMRO2012)) - Gebiedsaanduidingen (specifiek tekstdocument met de betreffende regel (IMRO2008) , volledige regels met bladwijzers (IMRO2012)) Voor andere Wro instrumenten (Structuurvisies, Gebiedsgerichte besluiten) dient eveneens een koppeling gelegd te worden op structuurvisieplanrespectievelijk besluitgebied (hoofddocumenten). Daarnaast kan gebied specifiek een verwijzing aangebracht worden met onderdelen uit de tekst die direct uitleg geven over het betreffende gebied.
Het GML bestand van het plan en de diverse plantekst bestanden vormen samen met het geleideformulier de basiscomponenten van een digitaal plan (de IMRO Dataset). Het geleideformulier omvat de verschillende documenten die de IMRO Dataset vormen. Zie het als een ‘pakbon’ bij het plan, waarin alle documenten die daartoe behoren, worden genoemd.
Onderstaande tabel geeft een voorbeeld uit de STRI2012 betreffende de naamconventie en bestandstypes als er geen gebruik wordt gemaakt van objectgerichte planteksten.
4.2.1
Plantekst standaarden
Aanvullend op de IMRO 2012 is een onderdeel opgesteld voor planteksten met hieraan verbonden de praktijkrichtlijn voor planteksten (PRPT2012). Deze aanvulling is binnen de RO Standaarden verplicht en biedt een goede basis voor de opstelling van de teksten behorende bij de ruimtelijke plannen. De belangrijkste zaken uit deze verplichte aanvulling staan toegelicht in Hoofdstuk 5.
14
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Hoofdstuk 5 Plantekstobjecten en metadata 5.1
Over planteksten en hun structuur Afhankelijk van het type Wro instrument dat wordt opgesteld zijn er diverse mogelijkheden ten aanzien van het type document. Zo zijn er planregels, toelichtingen, beleidsteksten, besluitdocumenten en nog een aantal andere documenttypen. Concreet gezien is er echter niet zo heel veel verschil in documenten en is de structuur ervan op te delen in twee types. De Regels enerzijds en de overige documenttypes anderzijds. De structuur van de documenten is als volgt: Regels
Toelichting, Beleidstekst, Besluitdocument, e.a.
Document
Document
Deel
Deel
Hoofdstuk Artikel Lid
Hoofdstuk Paragraaf Subparagraaf
Sublid
Subsubparagraaf
Subsublid
5.2
Plantekst objecten, wat zijn dat eigenlijk? Elk te identificeren hoofdstuk, artikel, lid, paragraaf, sub-, etc. van een plantekst is een object. Dit object is te koppelen aan een geometrisch bepaald vlak (een geometrisch object) en bevat de teksten die bij dat geometrische object horen. Vaste onderdelen van een plantekst object zijn de titel (hoofdstuktitel, aanhef van het lid etc.) en de daar onderliggende tekst. Optionele onderdelen van een object zijn onderliggende objecten en/of figuren en tabellen. Een artikel met daarin leden en subleden is dus ook een object, maar dan een samengesteld object.
Elk object bevat metadata, meer daarover staat nader toegelicht in paragraaf 5.3 . Tip Bij het exporteren, verwijderen of kopiëren van een object, worden de onderliggende objecten mee geëxporteerd, verwijderd of gekopieerd.
5.2.1
Het nut van werken met objecten Door te werken met objecten wordt het mogelijk geografische vlakken aan planteksten te koppelen en vice versa. Formeel verwoord hebben we het dan over het koppelen van geo-objecten aan plantekstobjecten.
5.2.2
Typen objecten en hun hiërarchie
Besluitdocument
Beleidstekst
Toelichting
Regels
Objecten zijn hiërarchische elementen, dat wil zeggen dat een bepaalde structuur gehandhaafd moet worden bij het opzetten van het document. Een aantal objecttypen komt alleen in bepaalde documenttypen voor, andere kunnen altijd voorkomen. Omdat elk object zijn niveau kent, kunt u bijvoorbeeld geen hoofdstuk in een artikel plaatsen. Wel kunt u een bijlage in een artikel plaatsen, omdat bijlagen en “overige” op elk niveau toepasbaar zijn (niet hiërarchisch). Onderstaande tabel bevat een opsomming en hiërarchie van alle IMRO 2008 en IMRO 2012 conforme plantekst objecten. Deze worden uiteraard door RoTekst ondersteund. Type object Niveau Een object bevat altijd een titel en tekst. Een object kan ook objecten van een lager niveau bevatten evenals tabellen en figuren. Document 1 X X X X Deel 2 X X X X Hoofdstuk 3 X X X X Artikel 4 X Paragraaf 4 X X X Lid 5 X SubParagraaf 5 X X X SubLid 6 X SubSubParagraaf 6 X X X SubSubLid 7 X SubSubSubParagraaf 7 X X X Overige elke X X X X Bijlage elke X X X X Bijlagen (bij doc. Type)* elke X X X X * Bijlagen bestaan in diverse vormen, zo zijn er naast toelichtingsbijlagen, ook bijlagen bij besluits- en beleidsdocumenten. Welk type bijlage in een document zit is afhankelijk van het document. Voor elk type objectbijlage geldt echter dezelfde structuur.
16
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
5.3
De plantekst metadata Om herkenbaar en identificeerbaar te zijn, worden planteksten, net als overige planbestanden voorzien van metadata. De metadata van de plantekst documenten omvat de volgende zaken: IDN Het unieke identificatienummer waaraan iedereen kan zijn wie bronhouder is van het plan, over welk plan het gaat en in welke versie het plan is. Plannaam: De uitgeschreven plannaam waarop het ruimtelijk plan betrekking heeft. Status: In welke fase en welke versie binnen die fase het plan verkeert. Type plan: Op welk type ruimtelijk plan heeft het document betrekking Verantwoordelijke overheid: Welke overheid is bronhouder van het ruimtelijk plan De belangrijkste van deze metadata is de plan-IDN, welke tevens is opgenomen in de bestandsnaam. Het IDN is beschreven door middel van een reguliere expressie, in de vorm: NL.IMRO.xxxx.yyyyyyyyyyyyyyyyyy-zzzz •
NL.IMRO. (inclusief punten) is de prefix om de IRMO codering te identificeren.
•
xxxx is de viercijferige CBS code van de gemeente
•
yyyyyyyyyyyyyyyyyy- is een tot 18 karakters grote zelf te definiëren tekst die altijd eindigt met een liggend streepje. De opbouw van deze tekst is in RoTekst vast te leggen.
• zzzz is een vrij te definiëren alfanumeriek volgnummer. De totale lengte van het Idn bedraagt maximaal 36 tekens.
5.3.1
Bestandsnamen van de onderdelen Voor elk onderdeel van ieder Wro instrument worden eisen gesteld aan de bestandsnaam. De bestandsnaam begint voor de meeste onderdelen met: •
een aanduiding van het type onderdeel als één of twee karakters gevolgd door een underscore (_),
•
dan het identificatienummer van het instrument [IDN],
•
daarna mogelijk een toevoeging als het onderdeel uit meerdere bestanden bestaat ook weer voorafgegaan door een underscore (_) en
•
een nadere tekstuele extensie van maximaal 18 alfanumerieke tekens, te bepalen door de bronhouder. De totale maximale lengte bedraagt daarmee 55 karakters. In het geval van een onderdeel van de regels (bijvoorbeeld ‘artikel 5 Groen’) zou zo’n bestandsnaam (IMRO2012) er als volgt uit kunnen zien: r_NL.IMRO.0000.ABCDEF123456abcdef-VA01.html
18
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Deel III Inleiding RoTekst
Hoofdstuk 6 Inleiding RoTekst 6.1
Werking RoTekst in vogelvlucht RoTekst is een applicatie om planteksten op te stellen die voldoen aan de eisen van de RO Standaarden. Dit houdt in dat er objectgerichte planteksten opgesteld moeten worden die gekoppeld kunnen worden aan geometrische objecten (de planverbeelding).
20
•
Deze documenten worden opgebouwd uit verschillende objecten (hoofdstukken, artikelen etc.).
•
RoTekst biedt de mogelijkheid om objecten uit eerder gemaakte plantekst documenten te kopiëren of om de objectstructuur van een document te kopiëren.
•
Als RoTekst opgestart wordt legt deze contact met de centrale database. Een netwerkverbinding is dus een vereiste. Met een VPN verbinding of gelijkwaardig is het ook mogelijk op afstand (thuis) te werken. Het gebruik wordt geregeld op basis van zogenaamde ‘floating’ licenties. Zodra RoTekst aanlogt op de database controleert deze of er een licentie vrij is en neemt die dan in gebruik.
•
Het bewaren van tekstobjecten door RoTekst geschiedt niet in folders op een harde schijf maar via opslag in een database.
•
Afhankelijk van het aantal licenties kunnen er meerdere gebruikers tegelijkertijd actief zijn in de database.
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
6.2
6.3 6.3.1
Aanmelden bij RoTekst •
Afhankelijk van de gebruikte aanmeldgegevens kan een gebruiker verschillende rechten hebben binnen de applicatie.
•
Bij het aanmelden wordt de gebruikersnaam van Windows in het veld ‘Gebruiker’ geplaatst. Wanneer deze overeenkomt hoeft de gebruikersnaam niet opnieuw ingevuld te worden.
•
Het toewijzen van wachtwoorden aan gebruikers is facultatief.
•
Het aanmaken van gebruikers en de bijbehorende rechten gebeurd in RoTekstBeheer.
De schermen van RoTekst Het startscherm Na het aanmelden opent het startscherm. Hierin bevinden zich aan de linkerkant de basisfuncties van RoTekst met betrekking tot het aanmaken van een nieuw plan, openen, importeren en archiveren van een plan. Meer over de knoppen in het startscherm in Hoofdstuk 7
6.3.2
Het hoofdscherm Wanneer een document geopend wordt komt u in het hoofdscherm van RoTekst. In dit scherm kunnen planteksten gemaakt, gelezen en bewerkt worden. Het hoofdscherm is opgedeeld in twee delen met aan de linkerzijde de objectenstructuur van het plan en aan de rechterzijde de tekst. Een uitgebreide beschrijving van het hoofdscherm in Hoofdstuk 8
6.4
Werken met toetscombinaties Tip Het aanleren van CTRL en ALT toetscombinaties is even wennen, maar het zal uw werktempo met RoTekst aanzienlijk verhogen en tegelijkertijd kans op RSI verminderen, omdat u minder muisbewegingen hoeft te maken. Door ALT kort in te drukken activeert u het menu (menu optie Bestand wordt oranje). Door vervolgens een letter in te toetsen activeert u de menu’s die met die letter beginnen. Zijn er meerder menu’s met dezelfde beginletter, dan worden ze bij herhaald indrukken om de beurt geselecteerd. Om de functie vervolgens te activeren druk u op Enter. Verder zijn een aantal (sub)functies te activeren in het tekstscherm door de CTRL knop en dan kort een karaktertoets in te drukken.
6.5
Help in RoTekst RoTekst heeft een help functie waarin de diverse functionaliteiten van het programma worden uitgelegd. De help functie is te benaderen via de F1-toets of via de menubalk onder ‘Help’.
De knoppen bovenaan het scherm bieden de volgende mogelijkheden:
22
•
De functie Verbergen kan de inhoudsopgave aan- en uitgeklikt worden om navigatie en schermgrootte aan te passen.
•
Met Terug en Volgende kan door de geactiveerde help pagina’s gebladerd worden.
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
•
Met Start wordt naar de openingspagina van het helpbestand gegaan.
•
De functie Afdrukken biedt de mogelijkheid pagina’s uit de help af te drukken.
•
De functie Opties biedt de mogelijkheid om bepaalde instellingen voor het helpscherm aan te passen.
U kunt navigeren en zoeken in de helptekst met: •
de knoppen Terug en Volgende;
•
de tabbladen Inhoud, Index en Zoeken in het linker navigatiescherm.
Deel IV Werken met RoTekst
24
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Hoofdstuk 7 Plannen in RoTekst 7.1
Algemeen Na het aanmelden opent het startscherm.
Aan de rechterzijde staan een vijftal knoppen waaruit een keuze gemaakt kan worden voor het werken met RoTekst. RoTekst werkt op Plan niveau met daarin de bijbehorende documenten. • • • • •
Nieuw plan (7.2) Open plan (7.3) Open recent document (7.4) Beheer plannen (7.5) Sluit RoTekst (7.6)
7.1.1
Info Links onderin het startscherm staan twee symbolen:
Het linksersymbool geeft de actuele versie van RoTekst weer. Bij het bevragen van het symbool verschijnt onderstaand scherm:
Deze informatie kan van belang zijn bij contact met de Crotec Helpdesk.
7.1.2
Prullenbak Het symbool is de prullenbak van RoTekst. Alle plannen die worden verwijdert komen hier terecht en zijn dus nog niet echt verwijderd. Aan de onderzijde van het prullenbakvenster staan drie knoppen: - Prullenbak leegmaken: Met deze optie worden alle plannen in de prullenbak verwijderd. Er verschijnt een venster Verwijderen uit prullenbak met de melding: Weet u zeker dat u de geselecteerde items definitief wilt verwijderen? - Geselecteerde item herstellen: Als het vinkje voor het plan staat kan een plan worden hersteld. Er verschijnt een venster Herstellen uit prullenbak met de melding: Weet u zeker dat u de geselecteerde items wilt herstellen? - Selectie verwijderen: Als het vinkje voor het plan staat is het mogelijk alleen dit plan te verwijderen. Er verschijnt een venster Verwijderen uit prullenbak met de melding: Weet u zeker dat u de geselecteerde items definitief wilt verwijderen? - Sluiten: Prullenbak venster wordt afgesloten.
26
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
7.2
Nieuw plan De optie nieuw plan opent het dialoogvenster: Nieuw plan toevoegen.
Voordat er gewerkt kan worden in het document moeten allereerst een aantal basisgegevens (metadata) geregistreerd worden. In te vullen velden zijn: Norm Met de norm wordt de basis gelegd voor uw document. Er moet ook altijd eerst een norm geselecteerd worden voordat de overige velden beschikbaar komen. Met behulp van de norm kan geput worden uit informatie zoals tekststructuren, provincie en gemeentenamen, overheidscodes en plantypes. Meer informatie over de norm is te vinden in de handleiding van RoTekstBeheer. IDN(IMRO) Het planIdn wordt in dit veld weergegeven. Delen van de planIdn worden automatisch ingevuld naar mate er meerdere velden (onder plangegevens) worden ingevuld. Om invulling te geven aan de IDN van het plan is er de optie om met behulp van een aantal kenmerken van het plan, de 18 ‘vrije’ tekens van de IDN samen te stellen. Dit gebeurt middels de functie Naamgeving. Naamgeving Hier kan het vrije gedeelte van het planidn samengesteld worden. Uit de plannaam, plancode en volgnummer kunnen kenmerken worden gehaald die terugkomen in het planidn. Het aantal N’s bepaald hoeveel tekens uit de plannaam worden overgenomen.
28
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Het aantal T’s bepaald hoeveel tekens uit de plancode worden opgenomen in het IDN. Een hoofdletter N of T betekent ook een hoofdletter in de planidn en viceversa. Bijvoorbeeld: NNNNNNNTTTTT: In de IDN worden de eerste 7 tekens gebruikt van de plannaam en de eerste 5 tekens van de plancode. Overheid Hier kan de beleidsmatig verantwoordelijke overheid worden gekozen. - Deelgemeente/ stadsdeel - Gemeentelijke overheid - Nationale overheid - Provinciale overheid Plantype Hier kan het gewenste plantype worden gekozen, de keuze is afhankelijk van de geselecteerde norm en de beleidsverantwoordelijk overheid. Plannaam Hier kan de naam van het ruimtelijke plan worden ingevuld. Afhankelijk van de gekozen naamgeving wordt een gedeelte opgenomen in de planidn. Plancode De plancode mag uit cijfers en letters bestaan. Afhankelijk van de gekozen naamgeving wordt een gedeelte opgenomen in de planidn. Voorbeeld van een plancode zou kunnen zijn: BP (bestemmingsplan) Provincie Bij het veld ‘Provincie’ kan de betrokken provinciale overheid geselecteerd worden. Indien ingesteld in RoTekstBeheer dan wordt deze informatie automatisch overgenomen. Gemeente Bij het veld ‘Gemeente’ kan de betrokken gemeentelijke overheid geselecteerd worden. Indien ingesteld in RoTekstBeheer dan wordt deze informatie automatisch overgenomen. Plaatsnaam Het veld ‘Plaatsnaam’ biedt de mogelijkheid om het betreffende dorp/stad binnen de gemeente te specificeren. Locatie Het veld ‘locatie’ geeft de mogelijkheid om een meer specifieke locatie aan te duiden waarop het plan betrekking heeft. Het kan ook van meer algemene aard zijn zoals, buitengebied, wijk x, etc.
Status Het veld ‘Status’ biedt de mogelijkheid om een plan een bepaalde status mee te geven. Keuzes hierbij zijn concept, voorontwerp, ontwerp, vastgesteld en geconsolideerd. Volgnummer Het volgnummer bestaat uit vier alfanumerieke tekens en komt terug aan het einde van het planidn. Het volgnummer wat hier wordt ingevuld kan bijvoorbeeld aangeven in welk stadium het project zich bevindt. Projectnummer In het veld ‘Projectnummer’ kan een intern registratienummer of ander gewenst kenmerk worden ingevuld. Het projectnummer is een optioneel veld. Importeer plangegevens Hiermee kunnen plangegevens (metadata) van een plan dat al in RoTekst aanwezig is worden opgehaald. Dit kan van een plan in de map archief, bron of actueel. Op deze manier hoeven bovenstaande velden niet handmatig ingevuld te worden. Let op dat het plan IDN wel uniek is anders verschijnt de melding: Plan is niet uniek! Toevoegen Met deze knop wordt het plan aangemaakt in RoTekst. Er zal automatisch gecontroleerd worden of het plan uniek is en of alle velden ingevuld zijn.
7.3
Open plan Na het aanmaken van een nieuw plan of het openen van een bestaand plan verschijnt onderstaand plannen scherm:
Dit venster toont alle plannen die in RoTekst aanwezig zijn. Dit kunnen zowel IMRO 2008 als 2012 plannen zijn, te herkennen aan de gebruikte Norm. In bovenstaand figuur worden alle actuele plannen getoond, door op het pijltje achter actueel (rechtsboven) te klikken kan ook gekozen worden voor plannen uit archief of bron. Door dubbel te
30
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
klikken of de knop selecteren te gebruiken wordt het geselecteerde plan geopend en verschijnen de bijbehorende documenten.
Sorteren Door op de kolomkoppen (Gemeente, Plannaam, IDN, etc. ) te klikken kan er alfabetisch (A-Z of Z-A) gesorteerd worden. Filter Met deze optie wordt de filter binnen het plannenvenster actief. Hiermee kan per kolom een tekst worden ingevoerd om zo gerichter naar een plan te zoeken.
Groeperen Met deze optie is het mogelijk om plannen van een zelfde gemeente te groeperen.
7.4
Open recent document Geeft een pop-up menu met de meest recent bewerkte documenten (maximaal 10 documenten) Klik op een van de geboden documenten om het te openen, na het kiezen zal RoTekst meteen het document openen.
7.5
Beheer plannen In dit scherm is het mogelijk om de planvoorraad te beheren. Ook hier geldt dat de verschillende functies benaderbaar zijn met snelknoppen of via het tekst menu.
Onderstaand worden de verschillende functies voor plannen binnen het beheer plannen venster behandeld.
7.5.1
Nieuw plan Hiermee kan een nieuw plan worden toegevoegd aan RoTekst. Er verschijnt dan een nieuw venster: Nieuw plan toevoegen. In hoofdstuk 7.1 zijn de in te vullen velden al behandeld, het nieuwe plan is dan terug te vinden in de plannenlijst.
7.5.2
Importeer plan Met deze functie kan een RoTekst of ImroPT bestand worden geïmporteerd.
Selecteer het te importeren bestand, hierna verschijnt het Importeren / kopiëren venster met de meta data van het te importeren plan. De in geel gemarkeerde velden moeten nog ingevuld worden om de import af te ronden. Het geïmporteerde plan komt op basis van cbs code in de plannenlijst.
32
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
7.5.3
Open plan Met deze functie kan een plan worden geopend. Er verschijnt dan het plan venster met daarin alle document versies die bij het plan horen. Zie ook hoofdstuk 7.3, open plan
of
7.5.4
Kopieer plan Met deze functie is het mogelijk een plan met alle daaronder liggende documenten te kopiëren. Bij het activeren van de functie verschijnt de melding: ‘Weet u zeker dat u dit plan wilt kopiëren?’ bevestiging met ja.
of Het Importeren / kopiëren venster verschijnt. Elk plan moet een unieke IDN hebben, door de plancode of volnummer te wijzigen wordt hier voor gezorgd. Na wijziging van de IDN is het pas mogelijk om op de knop kopiëren te drukken.
En verschijnt de melding:
Het plan is nu toegevoegd aan de plannenlijst met alle onderliggende documenten.
34
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Plan zonder documenten Als het plan geen documenten onder zich heeft is het niet mogelijk om het plan te kopiëren en verschijnt de melding:
7.5.5
Wijzig (plan)gegevens Met deze functie is het mogelijk de plangegevens te wijzigen uitgezonderd de norm, overheid en plantype.
of Mocht eenzelfde IDN al aanwezig zijn in RoTekst dan verschijnt er rechtsonder bij Foutmeldingen de melding: Plan is niet uniek!
7.5.6
Verplaats plan Met deze functie is het mogelijk een plan te verplaatsen naar het archief of bron of andersom. Bij het archiveren kan nog een reden worden opgegeven.
Wordt de vraag: Wilt u verder gaan met een kopie plan? met ja beantwoordt dan verschijnt er het Importeren / kopiëren venster en is er een mogelijkheid om een nieuw plan aan te maken op basis van het gearchiveerde. Wordt de vraag met nee beantwoordt dan wordt het plan alleen verplaatst zonder een kopie te maken. Met de optie verplaats naar bron wordt het plan gelijk verplaatst, er volgt geen melding. Via het menu rechtsboven naar de plannen lijst van Actueel, Archief of Bron worden gegaan.
7.5.7
Exporteer plan Bij het exporteren van plannen zijn er drie uitvoer mogelijkheden RoTekst formaat, ImroPT 2012 en Stri.
36
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Exporteer plan - RoTekst Ga op het te exporteren plan staan en selecteer de optie RoTekst, er verschijnt de Bevestigen en er verschijnt een venster: Opslaan als
Let op! Hiermee worden alle onderliggende documenten van het plan in één handeling geëxporteerd. Het onderscheid in documenten is echter alleen zichtbaar in de toevoeging achter de idn. Deze wordt willekeurig aangemaakt.
Exporteer plan - ImroPT 2012 Ga op het te exporteren plan staan en selecteer de optie ImroPT 2012, er verschijnt een venster waar het geëxporteerde bestand kan worden weggeschreven. Standaard zal er een map worden aangemaakt met hetzelfde Idn als het plan met daarin het plan als xml, beginnend met pt_.
Als er geen documenten van het plan in het veld afgerond staan dan verschijnt onderstaande melding en kan er geen uitvoer gemaakt worden.
38
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Exporteer plan – Stri Hiermee kan worden geëxporteerd naar de voor het plantype verplichte uitvoermogelijkheden. Hierbij geldt dat het document, de documenten van het plan in het veld afgerond van het plan moet voorkomen. Wordt een plan geselecteerd waarbij geen documenten in het veld afgerond staan verschijnt de melding:
Staan er wel documenten in het veld afgerond verschijnt onderstaand venster:
De inrichting van het Export Stri scherm wordt in RoTekstBeheer (hoofdstuk 7 handleiding RoTekstBeheer) geregeld. Daar kan worden ingesteld hoe een bepaald document moet worden uitgevoerd (formaat), waar op geknipt moet worden (labels) en hoe de index er uit moet komen te zien. Voor een IMRO2012 regeldocument geldt dat het één document moet zijn met bladwijzers. Voor een IMRO2008 regeldocument mag het op verschillende niveaus, in te stellen bij de labels. Bij template: niet van toepassing kan de inhoudsopgave ingesteld worden. Bij de keuze voor een template vervalt deze mogelijkheid en wordt dit geregeld met de template keuze (zie hoofdstuk 5 van RoTekstBeheer).
Stri Export Om te kunnen exporteren moet in bovenstaand scherm bij Labels het document worden aangevinkt zodat er ‘Aantal 1 van 1’ komt te staan. deze melding verschijnt als er geen label is geselecteerd.
symbool onder de kolom exporteren, betekent dat er nog niet geëxporteerd kan worden, op het symbool klikken en verschijnt een vinkje. Onder Selecteer een template kan gekozen worden voor een template. Templates kunnen worden toegevoegd via RoTekstBeheer.
Staat dit symbool in de kolom exporteren dan is het mogelijk te exporteren. De locatie van de export moet worden aangegeven waarna de melding verschijnt:
7.5.8
Verwijder plan Met deze functie is het mogelijk een plan (met onderliggende documenten) te verwijderen uit de actuele, bron of archief lijst. Selecteer het plan en activeer de optie Verwijder plan.
of
40
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Het plan is nu naar de prullenbak van RoTekst verplaatst, Hier vanuit kan het plan definitief worden verwijderd. Zie ook hoofdstuk 7.1.2
7.5.9
Menu Weergave
Toon uit magazijn Hier kan worden gekozen welke planlijst getoond moet worden. Actueel, Bron of Archief Toon Filter Met deze optie wordt de filter binnen het Beheer plannen venster actief. Hiermee kan per kolom een tekst worden ingevoerd om zo gerichter naar een plan te zoeken.
Toon Groepen Met deze optie is het mogelijk om plannen van een zelfde gemeente te groeperen. Toon snelknoppen Met deze optie verschijnt of verdwijnt onderstaande knoppenbalk
7.5.10
Sluit planbeheer Met deze functie wordt planbeheer afgesloten.
7.6
Sluit RoTekst Deze functie sluit het programma.
42
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Hoofdstuk 8 Documenten in RoTekst 8.1
Plan venster Elk plan bestaat uit een aantal documenten. Er zijn een aantal manieren om de documenten van een plan in RoTekst te bekijken. • Via Open plan: er verschijnt een lijst met plannen, via dubbel klikken of de knop selecteren kan het betreffende plan worden geopend. • Via Beheer plannen: op een plan dubbel te klikken, rechtermuisknop of via de menu optie Open plan. Het venster ‘Plan’ verschijnt.
Plangegevens
Onder plangegevens staat de meta data van het plan zoals die bij het aanmaken van het plan is ingegeven. Via de knop ‘Wijzig plangegevens’ is het mogelijk deze gegevens nog te wijzigen uitgezonderd de norm, overheid en het type plan. Actueel
In het veld actueel staan alle actuele documenten die bij dit plan horen en waar nog aan gewerkt wordt. In dit veld is het mogelijk dat er meerdere versies van een document in de lijst aanwezig zijn. Dit kunnen bijvoorbeeld verschillende versies van een regeldocument zijn. Met de rechtermuisknop wijzig document wijzigen van het versie nummer en omschrijving Afgerond
In dit veld komt de definitieve versie van het document te staan. Voor een bestemmingsplan kan hier bijvoorbeeld dus maar één regeldocument en één toelichting aanwezig zijn. Documenten zijn in dit veld niet meer te openen of te bewerken. Door het document te verplaatsen naar Actueel kan het wel worden geopend. Bovenaan het venster ‘Plan’ staat onderstaande menubalk
De verschillende functies komen hieronder aan bod.
8.1.1
Nieuw document
of Bij het aanmaken van een nieuw document verschijnt onderstaand venster. Afhankelijk van het gekozen plantype zijn er verschillende documenttype mogelijk
44
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Na bevestiging verschijnt er de melding dat het document is aangemaakt en verschijnt het document in het venster Actueel
8.1.2
Importeer document
of Deze functie geeft de mogelijkheid documenten te importeren, dit kunnen RoTekst of overige documenten zijn. Bij overig verschijnt er een ‘Import overig’ venster.
In bovenstaand venster wordt aangegeven wat het te importeren document is. Daarnaast wordt zichtbaar hoe de opmaakstijlen (koppen) uit Word zich verhouden met de Labels uit RoTekst. De labels worden geselecteerd door op het label te dubbelklikken en de juiste optie uit de combobox te selecteren.
Daarna de knop Importeren. Geïmporteerde documenten worden in het venster actueel opgenomen.
8.1.3
Open Document Een document kan op een aantal verschillende manieren worden geopend: Selecteer een document onder Actueel. - Rechtermuisknop, open document - Dubbel klikken op het document - Open document icoon - Document, open document
of
8.1.4
Kopieer document uit plan Met deze functie is het mogelijk om een document (regels, toelichting oid) van een ander plan toe te voegen aan een plan.
Werkwijze: Kies de optie Kopieer document uit plan. Het venster ‘plannen’ verschijnt. selecteer het betreffende plan documenten behorende bij dit plan verschijnen Selecteer het document dat moet worden gekopieerd Na afloop verschijnt de melding: Document is gekopieerd en is toegevoegd aan het venster Actueel.
46
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
8.1.5
Verplaats document Selecteer een document onder Actueel of Afgerond - Rechtermuisknop, Verplaats document - Verplaats document icoon - Document, Verplaats document
of Met deze functie kan een document verplaatst worden van Actueel naar Afgerond of van Afgerond naar Actueel afhankelijk vanuit welk veld (actueel of afgerond) de handeling wordt verricht. Let op! Per type plan (en Norm) is er een maximum aantal toegestane documenten. Worden er toch meer documenten naar afgerond verplaatst dan toegestaan verschijnt onderstaande melding:
8.1.6
Exporteer document Selecteer een document onder Actueel of Afgerond - Rechtermuisknop, Exporteer document - Exporteer document icoon - Document, Exporteer document
of Met deze functie kan een document uit het veld Actueel of Afgerond geëxporteerd worden naar een RoTekst formaat (xml). Bij exporteren verschijnt de melding:
Na bevestiging verschijnt de melding:
En staat het document op de aangegeven locatie.
8.1.7
Verwijder document Selecteer een document onder Actueel of Afgerond - Rechtermuisknop, Verwijder document - Verwijder document icoon - Document, Verwijder document
of Met deze functie kan een document uit het veld Actueel of Afgerond worden verwijderd uit RoTekst. Bij het verwijderen verschijnt eerst nog de melding:
48
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Opmerking: het document is nog niet echt verwijderd uit RoTekst. Het document is verplaatst naar de prullenbak van RoTekst, van daaruit kan het document definitief uit worden verwijderd of worden teruggeplaatst. Zie ook 7.1.
8.1.8
Menu weergave
Onder dit item staan twee functies die het werken en zoeken in het plan vergemakkelijken. Met Toon filter kan per kolom een tekst worden ingevoerd om zo gerichter naar een document te zoeken. Met toon snelknoppen worden de snelknoppen aan of uitgezet.
Hoofdstuk 9 Werken met het hoofdscherm Zodra een plan wordt geopend verschijnt het hoofdscherm.
9.1
Algemeen In het hoofdscherm kunnen planteksten bewerkt en de onderliggende structuur gewijzigd worden.
Het hoofdscherm bestaat uit een aantal gebieden: •
De taakbalken Uitleg over de taakbalken vindt u vanaf paragraaf 9.2
•
De menubalk Hierin zijn de meeste functies van RoTekst verwerkt. Uitleg over de menu-items vindt u vanaf paragraaf 9.3
• Het structuurvenster – links in het scherm. Dit schermdeel bevat de indeling van het document. Uitleg over de mogelijkheden in dit schermdeel vindt u vanaf paragraaf 9.4.
50
•
Door te klikken op een objecttitel krijgt u de metadata van deze objecttitel.
•
Door rechts te klikken krijgt u de object functies welke de structuur bepalen.
•
Door het slepen van een object is het te verplaatsen in de structuurboom.
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
9.2
•
Het tekstvenster – rechts beeldvullend in het scherm Dit schermdeel wordt gebruikt om planteksten in op te stellen / bewerken.
•
De Statusbalk – onderaan het tekstvenster De statusbalk bevat informatie over: •
de cursorlocatie (pagina, regel, kolom);
•
het aantal pagina’s;
•
ingeschakelde functies zoals numlock en overschrijven;
•
de visualisatiegrootte (zoominstelling).
Taakbalken Er zijn een aantal typen taakbalken te definiëren: •
De taakbalken Deze horen bij het hoofdscherm en zijn onder te verdelen in de standaard, de Objecten taakbalk en de Sjabloongroep taakbalk.
•
De opmaak taakbalk Deze taakbalk hoort bij het tekstvenster en bevat directe opmaak kenmerken voor objecttekst, zoals vet, lettertype, uitlijnen etc.
Paragraaf 9.3.5 beschrijft hoe deze balk te (de)activeren is.
9.2.1
De taakbalk Een aantal functies in de standaard taakbalk zijn vergelijkbaar met functies in Word.
Opslaan plan Slaat de wijzigingen in de geopende plantekst op; ook te activeren via het Bestand menu en de toets combinatie CTRL+S. Afdrukvoorbeeld Opent het dialoogvenster waarmee u afdrukvoorbeelden kunt bekijken. Het dialoogvenster biedt de mogelijk om de opmaak van uw tekst te beoordelen, in- en uit te zoomen op de tekst en meerdere pagina’s langs elkaar in beeld te brengen. Ook te activeren via het Bestand menu. Afdrukken Opent het standaard Windows dialoogvenster waarmee u (delen van) het plan kunt afdrukken; ook te activeren via het Bestand menu en de toets combinatie CTRL+P. Document verversen Met deze optie wordt heel het document doorlopen, de nummering van alle objecten en de daarbij horende koppen in de tekst en evt. interne verwijzingen gecontroleerd. Daarnaast wordt de tekst ook opgeslagen en weggeschreven naar de database. Nummeren
Met deze functie wordt de nummering van alle objecten en de daarbij horende koppen in de tekst en evt. interne verwijzingen gecontroleerd en eventueel gewijzigd. Als automatisch hernummeren uitstaat dan kan met deze functie het document achteraf worden genummerd. Automatisch hernummeren Met deze functie wordt de nummering van alle objecten en de daarbij horende koppen in de tekst en evt. interne verwijzingen automatisch aangepast zodra er iets in de objecten structuur wordt gewijzigd. Deze functie is uit te zetten, dit zorgt ervoor dat er na iedere wijziging niet gewacht hoeft te worden. Ongedaan maken Ongedaan maken van wijzigingen. Tevens te activeren met menu-item Bewerken en de Toets combinatie CTRL+Z.
Ongedaan maken is niet meer mogelijk als het plan is opgeslagen of de structuur of de titelregel van een object zijn aangepast. Opnieuw uitvoeren Opnieuw typen van verwijderde wijzigingen. Tevens te activeren met menu-item Bewerken en de toets combinatie CTRL+Y
Opnieuw typen is niet meer mogelijk als het plan is opgeslagen of de structuur of de titelregel van een object zijn aangepast. Knippen Verwijdert de geselecteerde tekst en plaatst een kopie hiervan op het Windows klembord; ook te activeren via het Bewerken menu en de toets combinatie CTRL+X Kopiëren Kopieert de geselecteerde tekst naar het Windows klembord; ook te activeren via het Bewerken menu en de toets combinatie CTRL+C Plakken Plakt de laatst geselecteerde tekst/afbeelding via Knippen of Kopiëren op het Windows klembord geplaatste in het document; ook te activeren via het Bewerken menu en de toets combinatie CTRL+V Verwijderen Verwijdert de geselecteerde tekst. Tevens te activeren met menu-item Bewerken en de Del en Backspace toets functies bij geselecteerde teksten. Opmaak kopiëren / plakken Met deze functie kan opmaak van een tekst gekopieerd worden naar een andere tekst. Werkwijze: ga op de tekst staan waar de opmaak van overgenomen dient te worden, activeer de functie, ga naar de tekst (evt. selecteren) welke de opmaak moet krijgen en activeer wederom de functie.
52
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Inspringen verkleinen Met inspringen verkleinen kan de linker kantlijn van de geselecteerde tekst/alinea, naar een eerdere tab-positie worden verplaatst om zo de afstand tot de linker paginarand te verkleinen. De tab kan ingesteld worden door op het linker tab icoon te drukken en vervolgens met de muis op de liniaal om de gewenste afstand aan te geven. Tijdens het verschuiven komt naast het tab icoon de tab afstand te staan. Daarnaast zijn er verschillende tab vormen mogelijk. (Links uitlijnend, rechts uitlijnend, centrerende tab., decimale tab)
Inspringen vergroten Met inspringen vergroten kan de linker kantlijn van de geselecteerde tekst/alinea, naar de volgende tab-positie worden verplaatst om zo de afstand tot de linker paginarand te vergroten. Superscript Hiermee kan een karakter hoog in de regel geplaatst worden Voorbeeld: abc Subscript Hiermee kan een karakter laag in de regel geplaatst worden. Voorbeeld: abc Link / begrip Invoegen van een link (intern), link (extern) en begrip in de tekst, op de plaats van de cursor. •
• •
Link (intern): met deze functie kan een interne tekstverwijzing aangebracht worden. Let hierbij wel op dat de verwijzing altijd naar een object in de tekst moet verwijzen. Als deze interne link aangebracht is kan er op geklikt worden waarna naar het bewuste tekstonderdeel gesprongen wordt. Link (extern): met deze functie kan een verwijzing aangebracht worden naar een ander document of een webpagina. Als deze externe link aangebracht is kan er op geklikt worden waarna de webpagina of het document wordt geopend Begrip: met deze functie kan een verwijzing aangebracht worden vergelijkbaar met de interne link. Met dien verstande dat er een pop-up wordt geopend van het bewuste tekstonderdeel.
Verwijderen Link / begrip Hiermee kan een link (intern), link (extern) en begrip binnen de geselecteerde tekst worden verwijderd. Indien geen tekst geselecteerd is, dan zullen al deze items verwijderd worden uit de tekst van het object waarin men werkt. Toevoegen automatisch veld Invoegen van een tekst veld in de tekst. Het tekst veld wordt ingevuld op de plaats van de cursor. Het betreft hier velden die betrekking hebben op de metadata van het plan. Bijvoorbeeld: het veld Plannaam, hier komt dan automatisch de naam van het plan te staan. Deze velden zijn uitermate geschikt om in het bronbestand toe te voegen. Bij elk nieuw te maken plan worden deze velden automatisch ingevuld met de juiste informatie.
Veld ‘nog in te vullen’ Invoegen van een tekstveld in de tekst welke later nog dient te worden ingevuld. Het tekstveld wordt ingevoegd op de plaats van de cursor. Toepassing hiervan geeft een melding dat nog niet alle velden ingevuld zijn wanneer RoTekst afgesloten wordt of een export wordt gemaakt. Veld verwijderen Hiermee wordt een tekst veld verwijderd. Bij het aanklikken van het veld wordt deze verwijderd, de tekst van het tekst veld blijft behouden. Markeringen Hiermee kan tekst worden gemarkeerd om aan te geven aan welke teksten nog gewerkt dient te worden. Er is een onderverdeling te maken in: • • •
Attentie Opmerking Nog in te vullen
Markering verwijderen Hiermee kan gemarkeerde tekst worden verwijderd, wel dient de gemarkeerde tekst eerst geselecteerd te worden alvorens de functie werkt. Zoeken Met deze functie kan het document worden doorzocht. Tevens te activeren met menuitem ‘bewerken’ en de toets combinatie CTRL+F Zoeken / vervangen Met deze functie kan in het document naar woorden/tekens worden gezocht en worden vervangen door iets anders. Het volgende scherm verschijnt:
Als in de tekst een woord is geselecteerd en de functie zoeken / vervangen wordt geactiveerd dan komt dit woord automatisch in het veld: ‘Zoek naar’ Daarnaast kan worden gekozen het woord in heel de tekst te vervangen of gedeeltelijk met de onderste knoppen.
54
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
De functie is tevens te activeren met menu-item ‘bewerken’ en de toets combinatie CTRL+H Spelling controleren Hiermee kan de spelling worden gecontroleerd. Gevonden woorden kunnen worden toegevoegd aan het (persoonlijke) RoTekst woordenboek. In RoTekstBeheer kan er ook een export en import van een woordenboek worden gemaakt. Zie handleiding RoTekstBeheer. Onderstaand venster verschijnt bij het oproepen van de spelling controleren. Naast het toevoegen zijn er ook opties als negeren, alles negeren of de voorgestelde optie overnemen en eventueel doorvoeren door hele document.
Wijzigingen bijhouden Hiermee worden wijzigingen in het document visueel bijgehouden. Nieuwe tekst wordt in het rood onderlijnt, wijzigingen of verwijderde tekst wordt rood doorgehaald weergegeven. De functie is ook op te roepen via Tools / controle – Wijzigingen bijhouden. Daarbij staat ook de optie om alle wijzigingen te accepteren, onderstaand scherm verschijnt:
Vorige stap Hiermee kan in het document worden terug gegaan naar de oorspronkelijke pagina / object. Volgende stap Hiermee kan vooruit gegaan worden naar het volgende object of pagina die eerder bezocht is.
Pagina Hiermee kunt u navigeren naar een pagina door het paginanummer in te vullen.
9.2.2
De Objecten taakbalk Het linkerdeel van het hoofdscherm wordt gebruikt voor de objecten structuur. Een voorbeeld van een objectstructuur kan zijn: Document, Regels, Hoofdstuk, Artikel
Via de objecten taakbalk kunnen er objecten worden toe gevoegd, wijzigen of verwijderd worden. Werkwijze: •
Ga hiervoor met de muis in het linker gedeelte van het scherm staan op de locatie waar het nieuwe object moet worden toegevoegd.
•
Met de rechtermuisknop kunt u een object toevoegen, wijzigen of verwijderen.
•
Indien u een object verwijderd, dan zullen ook alle eventuele onderliggende objecten worden verwijderd.
•
Door te slepen zijn objecten te verplaatsen.
Een uitgebreide omschrijving is terug te vinden in paragraaf 9.4
9.2.3
De Sjabloongroep taakbalk Sjabloongroep: Geeft aan met welke sjabloongroep gewerkt wordt. Als deze tekst wordt aan geklikt dan opent er een scherm waarin de sjabloongroep aangepast of opnieuw doorladen kan worden.
Opmaakstijl: Geeft aan welke opmaakstijl geselecteerd is binnen een tekstblok van een object.
56
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Indien er meerdere sjablonen tegelijk geselecteerd zijn, dan verschijnt in dit veld [Onbekend]. Onbekend verschijnt ook als een sjabloon geselecteerd is welke niet voorkomt in de lijst van gebruiker specifieke opmaakstijlen.
9.2.4
Opmaak taakbalk Voor de tekstopmaak knoppen geldt dat de onderliggende functies ingeschakeld zijn zolang in het menu onder Beeld de knoppenbalk is geactiveerd. Uitleg over de verschillende functies in paragraaf 9.3.5
9.3 9.3.1
Menubalk Het Bestand menu in het werkvenster
Opslaan Hiermee wordt het document opgeslagen in de database.
Importeer document Deze knop is bedoeld om aangeleverde documenten van buiten de RoTekst database te importeren. Er wordt onderscheid gemaakt in: •
RoTekst-formaat
• Overige formaten Onder overige formaten worden Doc of rtf formaat verstaan. Deze functies zijn vergelijkbaar met het importeren van documenten via het beheer plannenscherm. Onderstaand venster verschijnt waarin de stijl van het document kan worden gekoppeld aan een label in RoTekst.
58
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Wordt de Import uitgevoerd in een bestaand document dan zal de oorspronkelijke tekst worden vervangen door de tekst van het geïmporteerde document. Aan te raden is om binnen het plan een leeg document aan te maken en daar de import in uit te voeren.
Exporteer document Deze knop is bedoeld om een document te exporteren uit RoTekst. Er wordt onderscheid gemaakt in: •
RoTekst-formaat
• Overige formaten Binnen het tekstvenster van document is dit de enige mogelijkheid om een export te maken naar Overige formaten. De export naar overige document formaten is toegevoegd om uitwisseling naar andere tekstverwerkingspakketten mogelijk te maken. De volgende formaten zijn beschikbaar, waarbij kort toegelicht staat voor welke toepassing ze gebruikt kunnen worden. •
Adobe Pdf File Voor export naar de Adobe pdf file. Er wordt hier één bestand aangemaakt, met een prefix voor bv. Een toelichting (t_)
•
Rich Text Format (rtf) Voor uitwisseling naar tekstverwerkingspakketten zoals Open Office en Wordpad.
•
Microsoft Word 2007(docx) Voor uitwisseling naar de Microsoft Office Word 2007 of later
•
Microsoft Word 97-2003 (doc) Voor uitwisseling naar Microsoft Office Word 97 – 2003
•
Plain Text (txt) Hiermee wordt van uw tekstdocument platte tekst gemaakt. Alle opmaak wordt verwijdert. Documenten kunnen geopend worden in vrijwel alle tekstverkingsprogramma’s zoals Word, Open Office, Wordpad, kladblok e.a.
•
Plain Unicode Text (txt) Hiermee wordt van uw tekstdocument platte tekst gemaakt volgens de Unicode standaard. Alle opmaak wordt verwijdert. Documenten kunnen geopend worden in vrijwel alle tekstverkingsprogramma’s zoals Word, Open Office, Wordpad, Notepad.
•
HyperText Markup Language (html) Voor uitwisseling met webbrowsers zoals Internet Explorer, Firefox en Opera Deze documenten zijn bedoeld om te worden getoond in een webbrowser. Bewerking van deze documenten gaat het makkelijkst met behulp van speciaal hiervoor bedoelde tekstverwerkersDit kan een pdf, word, rtf of txt bestand zijn. Binnen het venster plannenbeheer en plan is het exporteren naar RoTekst formaat nog wel gewoon mogelijk.
Inhoudsopgave Via Inhoudsopgave wordt een apart scherm geopend waarin de inhoudsopgave gegenereerd kan worden. Het aanmaken van de inhoudsopgave gaat via Invoegen>Aanmaken Inhoudsopgave. De optie aanmaken Inhoudsopgave opent een scherm waarin aangegeven kan worden op welke wijze de inhoudsopgave opgebouwd moet worden.
60
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
In dit scherm wordt de keuze gegeven welke onderdelen (objecten) voor moeten komen in de inhoudsopgave. Daarnaast kan aangegeven worden op welke wijze de inhoudsopgave getoond moet worden. Hierbij wordt de keus gegeven of de inhoudsopgave moet ‘inspringen per niveau’ of ‘Alles weergeven op hetzelfde niveau. De verdere opmaak kan na het genereren van de inhoudsopgave gedaan worden door de standaard opmaak opties. Via het menu Bewerken-Opmaak-Opmaakstijlen wijzigen opent er een venster Opmaakstijlen inhoudsopgave:
Hierin kan bijvoorbeeld per object in de inhoudsopgave de inspring of kleur geregeld worden. Met wijzigingen doorvoeren komen de aanpassingen ook terug in de inhoudsopgave. Deze instellingen van de opmaakstijlen zijn vergelijkbaar met die in het standaard tekstscherm. Wanneer de inhoudsopgave klaar is moet deze opgeslagen worden en kan het scherm van de inhoudsopgave afgesloten worden. U gaat nu terug naar het tekstverwerkingsscherm.
Eigenschappen Met het menu item eigenschappen kan de metadata van het plan worden opgevraagd. Wijzigen van deze data kan alleen in het venster plan via wijzig plangegevens. Zie paragraaf 7.5.5
Pagina-instelling Opent een dialoogvenster met tabbladen om de marges, papierformaat, secties, positionering en instellingen voor de kop- en voetteksten en kolommen in te stellen of aan te passen.
62
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Tabblad Marges en PapierFormaat
Op het tabblad kunnen de marges van de pagina ingesteld worden. Hier kan aangegeven worden welk papierformaat gehanteerd moet worden en wanneer een nieuwe sectie moet beginnen. Tabblad Kop- en voettekst
Op het tabblad kop- en voettekst kan aangegeven worden of de eerste pagina een afwijkende opmaak moet hebben ten aanzien van kop- en voetteksten. Daarnaast kan de uitlijning van de kop- en voetteksten hier ingesteld worden.
Tabblad Kolommen
Op het tabblad kolommen kan aangegeven worden of er 1 of meerdere kolommen op de pagina aanwezig zijn. Daarnaast kan aangegeven worden welke breedte de kolommen moeten hebben, de witruimte tussen de kolommen en of er een lijn tussen moet staan. Als laatste kan aangegeven worden of deze opmaak van toepassing is op het gehele document of alleen een sectie ervan.
Afdrukvoorbeeld Opent een dialoogvenster waarmee u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken. Het dialoogvenster biedt de mogelijkheid om de opmaak van uw tekst te beoordelen, in- en uit te zoomen op de tekst en meerdere pagina’s tegelijk in beeld te brengen met onderstaande menubalk.
Afdrukken (CTRL+P) Opent een standaard Windows dialoogvenster waarmee u (delen van) het plan kunt afdrukken.
Sluiten Hiermee wordt het document afgesloten en wordt er terug gegaan naar het ‘plan’ venster.
64
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
9.3.2
Het Bewerken menu Dit menu item bevat alle tools om de objecten en teksten te bewerken.
Document verversen Met deze optie wordt het document nagelopen op nummering, interne verwijzingen en opgeslagen.
Nummeren Met deze functie wordt de nummering van alle objecten en de daarbij horende koppen in de tekst gecontroleerd en eventueel gewijzigd.
Ongedaan maken (CTRL+Z) Hiermee kunnen de laatste wijzigingen één voor één ongedaan worden gemaakt.
Opnieuw uitvoeren (CTRL+Y) Hiermee kunnen wijzigingen die ongedaan zijn gemaakt opnieuw getypt worden.
Knippen (CTRL+X) Hiermee kan een geselecteerde tekst worden verwijderd terwijl er een kopie op het Windows klembord wordt geplaatst.
Kopiëren (CTRL+C) Hiermee kan een geselecteerde tekst gekopieerd worden naar het Windows klembord.
Plakken (CTRL+V) Hiermee kan de laatst geselecteerde tekst die met behulp van Knippen of Kopiëren op het Windows klembord is gekopieerd op de cursorpositie in de tekst worden geplakt.
Verwijderen (Del) Hiermee kan een geselecteerde tekst verwijderd worden.
Tabel Tabel Invoegen Hiermee kan een tabel ingevoegd worden via Tabel->Invoegen>Tabel. Met deze keuze wordt een scherm geopend waarin aangegeven kan worden uit hoeveel rijen en kolommen de tabel moet bestaan.
De andere opties zijn:
Kolom links en rechts toevoegen en Rij boven en onder. Belangrijk is om met de muis in de tabel te staan. Tabel Opsplitsen Met deze functie kan een tabel worden opgesplitst. De cursor moet dan in een rij van de tabel staan waarna geselecteerd kan worden of de tabel boven of onder die rij gesplitst moet worden.
Verwijderen Hiermee kan een gehele tabel of de geselecteerde kolommen/rijen verwijderd worden. Hierbij moet de cursor in de te verwijderen tabel, kolom of rij staan. Selecteren Hiermee kan een selectie gemaakt worden van de gehele tabel, een rij in de tabel of de cel waarin de cursor staat. De functie selecteren is hetzelfde als met de muis een rij of kolom selecteren. Opties Met behulp van de tabelopties kan de tabel opgemaakt worden. De muisaanwijzer dient wel in de tabel aanwezig te zijn anders gebeurd er niets.
66
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Bovenstaand scherm verschijnt met twee tabbladen. Hierbij kunnen lijndiktes, achtergrondkleuren en tekstmarges in de cellen ingesteld worden via het tabblad Frame en Kleur. Het tabblad Hoogte en Uitlijning geeft instelmogelijkheden voor de hoogte van de cellen en de uitlijning van de tekst daarbinnen. Daarnaast kan aangegeven worden of een tabel bij een pagina einde moet worden gesplitst of dat deze in zijn geheel moeten overspringen naar de volgende pagina.
Opmaak Onder het menu item zitten onderstaande opties:
Opmaakstijl wijzigen Een plandocument is opgebouwd uit één of meerdere objecten. Een object bestaat uit een titelregel en een tekstblok. De opmaak van de titelregel wordt gekenmerkt door een stijl die dezelfde naam heeft als het objectlabel (bijvoorbeeld Artikel). De opmaak van het tekstblok kan bepaald worden door meerdere stijlen. Deze stijlen kunnen via 'RoTekstBeheer' aangemaakt worden.
Via ‘opmaakstijl wijzigen’ kan de opmaakstijl aangepast worden. De lijst onder Titelregel bevat stijlen voor de verschillende titelregels (Deze komen overeen met de gebruikte sjabloongroep). Dubbelklikken op een object in het scherm ‘Titelregel’ en het scherm ‘wijzig opmaakstijl’ verschijnt.
68
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Lettertype
Hierin kan dus voor bijvoorbeeld het objectlabel Artikel de opmaak aangepast worden. Bij de optie selecteer lettertype kan eveneens de grootte en stijl van de tekst ingegeven worden. Bevestigen met OK en daarna de optie ‘Wijzigingen doorvoeren’ en alle objecten Artikel in het document worden aangepast naar de ingestelde opmaakstijl. Bijvoorbeeld:
Paragraaf
Het tabblad paragraaf biedt de mogelijkheid om de plek van het tekstonderdeel ten opzichte van de paginaranden en de omliggende teksten in te stellen. Daarnaast kan hier aangegeven worden of een paragraaf aan het begin van de pagina moet starten. Tevens kan aangegeven worden of de opvolgende paragraaf op dezelfde pagina moet beginnen of niet. Tab’s
70
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Via dit tabblad kunnen voor een opmaakstijl de tab posities in gesteld worden. Hierbij is het maximale aantal tab posities 14. De positie van de tab kan ten opzichte van de linker kantlijn, in millimeters ingevuld worden. De volgende type tabs kunnen gedefinieerd worden. •
Decimaal
•
Gecentreerd
•
Links
•
Rechterkant
•
Rechts
Door middel van de knop 'Default tabs.' worden de tabs binnen de paragraaf op een voor ingestelde positie gezet. Door middel van een dubbel klik kan men de positie of het type tab wijzigen. Indien als positie 0 wordt ingegeven, dan is de tab niet aanwezig in de paragraaf.
Let op: Het is niet verplicht, dat de tab posities opeenvolgend zijn. Lijst Via dit tabblad kunnen voor een opmaakstyle instellingen die betrekking hebben op opsomming en lijsten ingesteld worden. Er kan een keuze gemaakt worden tussen Niet van toepassing (Nvt), Punten of Nummers. Opsomming / Nummering:
Hierbij kan gekozen worden uit de puntsgewijze opsomming of (alfa)numerieke opsomming.
Opsommings karakter Indien men gekozen heeft bij 'Opsomming / Nummering' voor punten, dan komen de secties ‘Opsommingskarakter’ en ‘Opmaak’ beschikbaar. Bullets: Via de knop ‘Bullet…’ kan uit een lijst het karakter geselecteerd worden, welke gebruikt dient te worden. Het gekozen teken zal worden weergegeven in het veld achter de ‘Bullet…’ knop. Karakter grootte: Indien bij 'Opsomming / Nummering' gekozen is voor punten, dan kan hier de grootte van de punt worden aangegeven. Nummer Formaat Wanneer voor Nummers wordt gekozen dan komen de secties ‘Opmaak nummer’ en ‘Opmaak’ beschikbaar. Nummer stijl: Hier kan de nummeropmaak gekozen worden. Er kan gekozen worden uit: •
Cijfers (1,2,3,.)
•
Kleine letters (a,b,c,...)
•
Grootte letters (A,B,C,..)
•
Romeinse letters groot (I, II, III, ..)
•
Romeinse letters klein ((i, ii, iii, ...)
Karakter er voor: Hier kan het karakter voor het nummer gekozen worden. er kan gekozen worden uit de volgende tekens: •
Nvt
•
(
•
-
•
<
•
#
•
$
Karakter er na: Hier kan het karakter na het nummer gekozen worden. er kan gekozen worden uit
72
•
Nvt
•
)
•
-
•
>
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
•
#
•
$
Beginnen met: Hier wordt het startnummer aangegeven indien begonnen wordt met nummering Herstart nummering / vervolg nummering: Wordt gebruik gemaakt van Nummers, dan kan hier aangegeven worden waar opnieuw begonnen dient te worden. Ook wanneer men een lijst in een lijst wil gebruiken (verschillende niveaus). Bij de eerste opsomming wordt aangegeven dat er opnieuw begonnen dient te worden met de nummering. Als vanzelfsprekend geldt, dat bij de opvolgende items 'vervolg nummering' geselecteerd dient te worden Opmaak Bullet/Nummer positie: Hier wordt de afstand in millimeters vanaf de linker kantlijn tot het opsommingsteken ingegeven. Tekst positie: De afstand in millimeters vanaf de linker kantlijn tot aan de tekst van de opsommingof lijst aan. Deze positie is altijd groter dan die bij 'Bullet/Nummer positie' Separatie karakter: Hier kan het karakter wat gebruikt dient te worden tussen de opsomming of lijst karakter en de tekst worden aangegeven. Er kan gekozen worden uit: •
Nvt
•
Tab
•
Spatie
Niveau: Bij de opsomming en lijsten dient het niveau van de opsomming of lijst te worden aangegeven. Door middel van het aangeven van het niveau is het mogelijk om een lijst in een lijst te creëren. De reden dat het niveau dient te worden aangegeven, heeft vooral met het doornummeren te maken. Indien men het niveau NIET aangeeft, dan wordt de nummering niet juist weergegeven. Met behulp van de knop ‘Ok’ zullen de wijzigingen van de stijl worden opgeslagen in de database en doorgevoerd in de plantekst.
Let op: Het is NIET mogelijk objecten met hetzelfde objectlabel (Stijl) een verschillend lettertype te geven. Indien er binnen de plantekst gebruik gemaakt wordt van sjablonen en men een opmaakstijl wil aanpassen die is opgenomen in de gebruikte
sjabloongroep, dan is dit niet mogelijk. Indien een gebruiker beheer rechten heeft, dan kan de desbetreffende stijl wel aangepast worden.
Tekststijlen verwijderen Met de menuoptie ‘Tekststijlen verwijderen’ kunnen de tekststijlen die meegenomen zijn uit, bijvoorbeeld de import van een Word-document worden verwijderd uit het document. Met deze optie wordt een scherm getoond met daarin alle in het document aanwezige opmaakstijlen.
Hiermee wordt de opmaak van het plan niet zichtbaar gewijzigd, wel wordt de .css file bij de export opgeschoond omdat er hier nu minder tekststijlen in worden verwerkt. Onder het menu item, Tools/controle extra opties staat standaard Automatisch onbekende stijls verwijderen aan. Standaardopmaak (tekst) Met deze menuoptie is het mogelijk ineens alle tekst van een plan te wijzigen in een bepaalde standaardtekst. Afhankelijk van waar de muis in de tekst staat zullen deze waarden als standaard worden getoond. Er verschijnt een venster met drie tabbladen. Met het eerste tabblad kan de tekststijl aangepast worden. Door op ‘Lettertype’ te klikken kan de tekststijl en tekstgrootte gezet worden. Tabblad ‘Paragraaf’ regelt de inspringing, regelafstand en uitlijning van de tekst. Met het tabblad ‘Lijst’ wordt de mate van inspring geregeld in geval van nummering of bullets. De inspringing per niveau en tussen de nummering/ bullets en de tekst kan ingesteld worden. Om de standaard opmaak te wijzigen zie ook hoofdstuk wijzig opmaakstijl. Met de knop ‘Alles toepassen’ worden de wijzigingen in het document doorgevoerd
74
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Sjabloon Een sjabloon heeft betrekking op de titelregel van een object. Ieder object met een overeenkomstig label heeft een eigen sjabloon. Deze sjablonen zijn gekoppeld aan een sjabloongroep. Met behulp van de knop ‘Sjabloon’ kan een sjabloongroep worden geselecteerd.
Indien een sjabloongroep is geselecteerd, dan zullen de titelregels van de objecten waarvoor een sjabloon is gedefinieerd overeenkomstig worden aangepast. Indien er voor een object geen sjabloon beschikbaar is dan zal het Standaardsjabloon worden toegepast.
Wanneer in RoTekstBeheer de optie ‘Lettertype Titel = tekst’ is aangevinkt, dan zal ook de tekst van objecten worden aangepast. De tekst zal dan het lettertype krijgen zoals in het sjabloon is gedefinieerd.
Stijlen naar sjabloon Met deze optie is het mogelijk om de opmaakstijlen die in het document aanwezig zijn over te nemen in een sjabloongroep waardoor de opmaakstijl ook in andere documenten te gebruiken is. Het aanmaken van een nieuwe (lege) sjabloongroep gebeurd in RoTekstBeheer.
Sjabloongroep verwijderen Met deze optie is het mogelijk een sjabloongroep die aan het document hangt te verwijderen. Let op: het is mogelijk om de actuele sjabloongroep te verwijderen, dit kan ervoor zorgen dat de opmaak van het document wijzigt!
Opmaak kopiëren/plakken Met deze functie kan opmaak van een tekst gekopieerd worden naar een andere tekst. Werkwijze: ga op de tekst staan waar de opmaak van overgenomen dient te worden, activeer de functie, ga naar de tekst (selecteren) welke de opmaak moet krijgen en activeer wederom de functie. Dit kan meerdere keren herhaald worden. Ga op de standaard tekst staan met de muis en selecteer de functie en de buffer wordt gevuld met de standaard tekst eigenschappen.
Objecten Hiermee kan een object worden toegevoegd, gewijzigd dan wel verwijderd worden. In plaats van het menu item Bewerken – Objecten kunnen onderstaande functies ook worden opgeroepen via de taakbalk of met de muis in de structuurboom, en dan rechter muisknop. Toevoegen Object Hiermee kan een object worden toegevoegd aan een document
Let er hierbij op dat wanneer bijvoorbeeld een artikel wordt toegevoegd het bovenliggende object (in dit geval hoofdstuk) geselecteerd is in de structuurboom.
Wijzigen Object Hiermee kan de opmaak en inhoud van een object gewijzigd worden.
76
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Let op bij het wijzigen van de opmaak van een object. Wanneer gebruik gemaakt wordt van een sjabloongroep wordt de ingestelde opmaak overschreven door die van de sjabloongroep wanneer die wordt doorgeladen.
Sorteren object Bij het selecteren van dit item verschijnt er een venster met alle in het document aanwezige objecten. Met behulp van de ‘+’ kan een object geopend worden, waardoor de onderliggende objecten getoond worden. Met behulp van de ‘-‘ kan een objecten weer gesloten worden, waardoor de onderliggende objecten niet langer zichtbaar zijn.
Het is dan mogelijk om objecten te verschuiven om zo de structuur aan te passen. Wanneer met de rechtermuisknop op een object wordt geklikt kunnen de onderliggende objecten gesorteerd worden.
In bovenstaand voorbeeld is met de rechtermuisknop op het object ‘Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels’ geklikt. Ik heb nu de mogelijkheid om onderliggende objecten (de artikelen) te sorteren. Sorteren van de objecten kan alfabetisch (titelregel of objecttitel) of numeriek (nummer).
Als op ‘Ok’ wordt geklikt wordt de gewenste sortering doorgevoerd. Verwijderen Object Hiermee kan het geselecteerde / actieve object worden verwijderd. Er verschijnt de melding: ‘Weet u zeker dat u dit object wilt verwijderen?’ Het toevoegen, wijzigen en verwijderen van objecten staat in paragraaf 9.4 beschreven.
78
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Link/Begrip Invoegen De optie Link/Begrip biedt de mogelijkheid om een koppeling te leggen naar andere objecten binnen de tekst of externe bestanden. De functies die hiervoor gehanteerd kunnen worden staan hieronder nader toegelicht. Invoegen van een link (intern), link (extern) en begrip in de tekst, op de plaats van de cursor. •
Link (intern): met deze functie kan een interne tekstverwijzing aangebracht worden. Let hierbij wel op dat de verwijzing altijd naar een object in de tekst moet verwijzen. Als deze interne link aangebracht is kan er op geklikt worden waarna naar het bewuste tekstonderdeel gesprongen wordt.
Wanneer deze geselecteerd is wordt de keuze voorgelegd of de link gekoppeld moet worden aan een geselecteerde tekst, het objectnummer, de objecttitel of de titelregel van het object. De link (intern) wordt geplaatst op de locatie in de tekst waar de cursor of de geselecteerde tekst staat.
•
Link (extern): met deze functie kan een verwijzing aangebracht worden naar een ander document (buiten RoTekst) of een webpagina. De Url kan bestaan uit een verwijzing naar een webpagina of een fysiek bestand. Wanneer een bestand geselecteerd wordt, wordt alleen de naam van het bestand getoond. Als deze externe link aangebracht is kan er op geklikt worden waarna de webpagina of het document wordt geopend.
Let op: Bij koppeling van bestanden wordt alleen de bestandsnaam en extensie daarvan toegevoegd. De koppeling zal pas werken nadat van het document een export is gemaakt. Het bestand waarnaar verwezen is moet daarna nog verplaatst worden naar de map waarin de export van het document staat. Alle documenten moeten in dezelfde map staan om de link (extern) te laten werken.
•
Begrip: met deze functie kan een verwijzing aangebracht worden vergelijkbaar met de interne link. Verschil hiermee is dat via het klikken op de verwijzing in de tekst niet naar het betreffende object wordt gesprongen, maar een venster wordt geopend met daarin de bijbehorende tekst.
Verwijderen Hiermee kan een link (intern), link (extern) en begrip binnen de geselecteerde tekst worden verwijderd. Indien geen tekst geselecteerd is, dan zullen al deze items verwijderd worden uit de tekst van het object waarin men werkt.
Velden Invoegen automatisch veld Invoegen van een tekst veld in de tekst. Het tekst veld wordt ingevuld op de plaats van de cursor. Het betreft hier velden die betrekking hebben op de metadata van het plan. Bijvoorbeeld: het veld Plannaam, hier komt dan automatisch de naam van het plan te staan. Deze velden zijn uitermate geschikt om in het bronbestand toe te voegen. Bij elk nieuw te maken plan worden deze velden automatisch ingevuld met de juiste informatie.
80
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Invoegen Veld ‘nog in te vullen’ Invoegen van een tekstveld in de tekst welke later nog dient te worden ingevuld. Het tekstveld, {…} met een groene kleur, wordt ingevoegd op de plaats van de cursor. Onder het menu Tools/controle, Controle lege velden paragraaf 9.3.4, geeft de mogelijkheid om te controleren op lege velden. Toepassing hiervan geeft een melding dat nog niet alle velden ingevuld zijn wanneer RoTekst afgesloten wordt of een export wordt gemaakt.
Opmerking: Het zoeken naar lege velden gaat het snelst via de optie zoeken (menu bewerken – zoeken of CTRL + F) en dan {...}
Let op!: Als er een selectie actief is komt het ‘nog in te vullen’ veld in plaats van de selectie.
Configureren Met deze optie is het mogelijk zelf velden aan te maken die handig zijn voor de gebruiker van dit document. Deze velden worden toegevoegd aan de standaard RoTekst velden, via invoegen veld automatisch kan het aangemaakte veld worden geplaatst.
Let op: De aangemaakte velden zijn alleen te gebruiken in het document waarin ze zijn aangemaakt. Veld verwijderen Hiermee wordt een tekst veld verwijderd. Bij het aanklikken van het veld en het selecteren van deze optie wordt deze verwijderd, de tekst van het tekst veld blijft behouden. Andere mogelijkheid is via rechter muisknop en dan verwijder veld.
Markeringen Hiermee kan tekst worden gemarkeerd om aan te geven aan welke teksten nog gewerkt dient te worden. Er is een onderverdeling te maken in: • • •
Attentie (gele selectie) Opmerking (paarse selectie) Nog in te vullen (groene selectie)
Markering verwijderen Hiermee kan gemarkeerde tekst worden verwijderd, wel dient de gemarkeerde tekst eerst geselecteerd te worden alvorens de functie werkt.
Zoeken (CTRL+F) Hiermee kan er gezocht worden naar specifieke (stukken) tekst.
Zoek en vervang (CTRL+H) Hiermee kan er gezocht worden naar specifieke (stukken) tekst en kan deze vervangen worden voor een andere tekst.
9.3.3
Het Invoegen menu Het menu invoegen heeft betrekking op het invoegen van elementen in de tekst. Het menu Invoegen bestaat uit onderstaande opties, komende paragrafen zal hier nader op worden ingegaan..
82
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Kop- en Voetteksten Hiermee kunnen de kop- en voetteksten ingesteld worden. De kop- en voetteksten hebben betrekking op iedere pagina van het document.
Aan: Met het vinkje achter kop- en/of voettekst wordt deze aan- of uitgezet. Tekstopmaak en positionering Men kan het lettertype en de lettergrootte instellen en ervoor kiezen om de kop- of voettekst Links, Midden of Rechts uit te lijnen. Tekst Hier kan men de uiteindelijke tekst ingeven. In de kop- en voettekst kan ook gewerkt worden met velden. Via de knop ‘Velden’ kan men een keuze maken uit de beschikbare velden. Zowel de interne velden als de eigen velden kunnen gebruikt worden. Een veld wordt in de tekstregel gekenmerkt door twee % tekens met daar tussen de naam van het veld. Met behulp van de knop 'Ok' worden de wijzigingen doorgevoerd. Met behulp van de knop 'Annuleer' worden de wijzigingen geannuleerd.
Paginanummering In hetzelfde menu als de kop- en voetteksten vindt ook de instelling van de paginanummering plaats. Men kan het lettertype en de lettergrootte instellen en ervoor kiezen om de paginanummering links, midden of rechts uit te lijnen en om deze in de kop of voettekst onder te brengen. In de templateregel kan op verschillende manieren de tekst van de paginanummering ingegeven worden. Met het # teken geeft aan waar de nummering moet komen. Het eerste # teken wordt gebruikt voor het paginanummer. Het tweede # teken wordt gebruikt voor het aantal pagina’s van het document. Bijvoorbeeld: # van # wordt 2 van 12 Beginnen met: Hier kan men aangeven met welk getal de paginanummering moet beginnen. Standaard begint de nummering met het getal 1. Met behulp van de knop 'Ok' worden de wijzigingen doorgevoerd. Met behulp van de knop 'Annuleer' worden de wijzigingen geannuleerd. Let op: Indien er geen tekst of ruimte tussen het paginanummer en het aantal pagina’s staat dan zal enkel de paginanummering zichtbaar zijn. Dit geldt ook indien de uitlijning van de paginanummering gelijk is aan die van de kop- en voettekst.
Figuur Hiermee kan een figuur toegevoegd worden in de formaten jpg/bmp/tif/wmf/png/gif. Wanneer een figuur via de verkenner is geselecteerd kan deze via ‘Openen’ toegevoegd worden aan het document. Als de figuur is toegevoegd kan deze via de rechtermuisknop in het tekstscherm verder opgemaakt worden. Hiervoor kunnen de functies ‘Figuur Opties’ en ‘Figuur schalen’ gebruikt worden. Figuur Opties Het Figuur Opties scherm is onderverdeeld in drie tabbladen zijnde Lay-out en Positie, Grootte en Afstand en Save opties.
Met deze functies kan het figuur opgemaakt en gepositioneerd worden op de pagina en tussen de tekst. De Save Opties bieden de mogelijkheid om het figuur op te slaan in de tekst of als verwijzing naar een figuur buiten de tekst.
84
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Figuur schalen De schaal van de figuur kan aangepast worden via deze functie. De grootte van de figuur wordt met vaste percentages vergroot of verkleind. Dit gaat per 10% variërend tussen de 10% van de omvang tot 100% omvang van de figuur.
Tekstvak Met behulp van deze functie kan een tekstvak toegevoegd worden aan het document. Wanneer deze is ingevoegd kan er tekst in getypt worden. Via de rechtermuisknop kunnen de ‘Tekstvak opties’ benaderd worden. Hiermee kan het tekstvak gepositioneerd worden, de grootte en afstand tot de boven- en onderliggende tekst ingesteld worden en de achtergrondkleur en het frame aangepast worden.
Link/Begrip De optie Link/Begrip biedt de mogelijkheid om een koppeling te leggen naar andere objecten binnen de tekst of externe bestanden. Invoegen van een link (intern), link (extern) en begrip in de tekst, op de plaats van de cursor. Deze functies zijn in paragraaf 9.3.2 (Link/begrip) behandeld. Verschil met de Link/Begrip bij het bewerken menu is dat hier het verwijderen van het Link/Begrip item niet mogelijk is.
Automatisch veld Invoegen van een automatisch veld in de tekst. Het tekst veld wordt ingevuld op de plaats van de cursor. Het betreft hier velden die betrekking hebben op de metadata van het plan. Bijvoorbeeld: het veld Plannaam, hier komt dan automatisch de naam van het plan te staan. Deze velden zijn uitermate geschikt om in het bronbestand toe te voegen. Bij elk nieuw te maken plan worden deze velden automatisch ingevuld met de juiste informatie.
Veld ‘nog in te vullen’ Invoegen van een tekstveld in de tekst welke later nog dient te worden ingevuld. Het tekstveld, {…} met een groene kleur, wordt ingevoegd op de plaats van de cursor.
Onder het menu Tools/controle, Controle lege velden paragraaf 9.3.4, geeft de mogelijkheid om te controleren op lege velden. Toepassing hiervan geeft een melding dat nog niet alle velden ingevuld zijn wanneer RoTekst afgesloten wordt of een export wordt gemaakt.
Bestaande planteksten De functie bestaande planteksten biedt de mogelijkheid om onderdelen van andere planteksten te kopiëren naar het werkdocument. Bij het activeren verschijnt de keus of er vanuit het huidige document, een document uit de database (Actueel/Archief/Bron) of uit een export bestand (RoTekst xml-formaat) moet worden gekozen. Huidig document Met deze optie kunnen er objecten evt. met bijbehorende tekst worden gekopieerd vanuit het bestaande (werk)document. Na selecteren van deze optie opent onderstaand scherm met de structuur van het huidige document:
In dit venster is het mogelijk om vanuit het bronbestand objecten te slepen naar het actief plan. Door de linker muis ingedrukt te houden kan een object op een willekeurige positie in het actief plan worden geplaatst. Wordt een object naar een ander niveau geplaatst dan verschijnt er een melding. Met de knop Toepassen wordt de kopieer actie afgerond. Actueel/Archief/Bron Wanneer voor Actueel/Archief/Bron wordt gekozen wordt een scherm geopend waar het plan geselecteerd kan worden met het benodigde document uit de database. Rechtsboven kan de groep (Actueel/Archief/Bron) geselecteerd worden. Bij het open
86
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
van het plan worden alle bijbehorende documenten aangegeven, rechtsboven in het scherm kan nog gekozen worden uit de actieve of afgeronde documenten.
Het benodigde document wordt geopend wanneer deze wordt geselecteerd en daarna op ‘Selecteer’ wordt geklikt. Onderstaand venster wordt geopend.
In dit venster is het mogelijk om vanuit het bronbestand objecten te slepen naar het actief plan. Door de linker muis ingedrukt te houden kan een object op een willekeurige positie in het actief plan worden geplaatst. Wordt een object naar een ander niveau geplaatst dan verschijnt de volgende melding:
Door op toepassen te klikken wordt de kopieer actie uitgevoerd. Daarnaast is het mogelijk om alleen de structuur te kopiëren, hiermee worden alleen de objecten en de bijbehorende structuur gekopieerd.
Let op: De gekopieerde objecten moeten nog wel gecontroleerd en eventueel aangepast worden aan de structuur (nummering) van het plan.
Export Met deze optie kunnen objecten worden gekopieerd uit een RoTekst bestand dat niet in de database aanwezig is. Het gaat hier om het export formaat van RoTekst: een RoTekst xml. Wanneer voor Export wordt gekozen verschijnt er de melding:
Bij bevestigen opent er een verkenner scherm waarmee naar het benodigde (RoTekst xml) document gebladerd kan worden. De xml selecteren en onderstaand venster wordt geopend:
88
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Vanuit dit scherm kan weer met de linker muisknop de verschillende objecten, evt met tekst, naar de juiste locatie in het actief plan worden gesleept. Na het aanklikken van de knop ‘Toepassen’ worden de geselecteerde tekstonderdelen toegevoegd aan het actief plan.
Let er op dat het object uit het bron plan gesleept wordt naar een categorie hoger dan waar deze terecht moet komen. Bijvoorbeeld: Bij het verplaatsen van een artikel van het bron plan naar het actieve plan wordt het artikel gesleept naar het hoofdstukobject waaronder het artikel moet komen. Wanneer het artikel gesleept wordt naar een ander artikel dan wordt deze toegevoegd als lid. Sorteren Wanneer de benodigde tekstonderdelen toegevoegd zijn aan het actieve plan, kan er gesorteerd (sorteer objecten) worden. Door te slepen (handmatig) of door (automatisch) boven het betreffende object op de rechtermuisknop te klikken (bv. op hoofdstukniveau, om de onderstaande artikelen te sorteren op bv. Alfabet of op nummer). Onderstaand scherm verschijnt.
Het sorteer objecten scherm
Nadat de tekstonderdelen toegevoegd zijn aan het werkdocument kunnen deze nog, via de boomstructuur versleept worden naar de juiste locatie binnen de tekst.
9.3.4
Het Tools /controle menu Dit menu item bevat alle tools om de objecten en teksten te controleren.
Spelling Spelling controleren Hiermee kan de spelling worden gecontroleerd. Gevonden woorden kunnen worden toegevoegd aan het (persoonlijke) RoTekst woordenboek. In RoTekstBeheer kan er ook een export en import van een woordenboek worden gemaakt. Zie handleiding RoTekstBeheer. Onderstaand venster verschijnt bij het oproepen van de spelling controleren. Naast het toevoegen zijn er ook opties als negeren, alles negeren of de voorgestelde optie overnemen en eventueel doorvoeren door hele document.
90
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Opties Met deze functie verschijnen er spellingsopties waaruit de gebruiker de spellingscontrole specifieker kan instellen.
Basisinstellingen Suggestie uit voornaamste woordenboek alleen: Wanneer deze optie wordt aangevinkt dan wordt alleen het het standaard woordenboek gebruikt. Negeer woorden IN HOOFDLETTERS: Wanneer deze optie wordt aangevinkt dan worden woorden die volledig in hoofdletters getypt zijn genegeerd. Negeer woorden met aantallen: Wanneer deze optie wordt aangevinkt worden woorden waar aantallen in vermeld staan genegeerd. Negeer internetadressen en e-mailadressen:
Wanneer deze optie wordt aangevinkt worden internetadressen en e-mailadressen genegeerd bij de spellingcontrole. Altijd correcties voorstellen: Hiermee wordt aangegeven dat bij incorrecte spelling altijd een suggestie gedaan moet worden voor een vervangende tekst Geavanceerde instellingen Negeer oneigenlijk geval: Wanneer deze optie wordt aangevinkt dan wordt oneigenlijk gebruik van woorden genegeerd. Voorbeelden hiervan zijn Nederland (zonder hoofdletter N), taBel (verkeerd gebruik hoofdletter B) De knop ‘Controleer tekst opnieuw’ geeft de mogelijkheid om de tekst opnieuw te controleren op basis van de nieuwe instellingen. Eigen woordenboek Het eigen woordenboek biedt de mogelijkheid om aanvullend op het standaard woordenboek, woorden / vakjargon toe te voegen. Hiermee wordt voorkomen dat deze woorden telkens als foutief worden aangemerkt bij de spellingcontrole. Daarnaast is het ook mogelijk om vooraf al woorden toe te voegen of te verwijderen uit het persoonlijke woordenboek met de knoppen Toevoegen en Verwijderen.
Controle lege velden Met deze functie kan worden gecontroleerd of er in het document nog velden moeten worden ingevuld. Na het uitvoeren van deze functie komt de melding:
92
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Het zoeken naar lege velden gaat het snelst via de optie zoeken (menu bewerken – zoeken of CTRL + F) en dan {...}intypen. Bij het afsluiten of exporteren van het document zal ook melding worden gemaakt als er nog velden in te vullen zijn.
Controle document Hiermee kan een controle uitgevoerd worden of de objecttitels die gehanteerd zijn bij de opstelling van het document overeen komen met de reeds beschikbare objecttitels in RoTekst.
In de objectenstructuur komen voor de objecten groene en oranje bolletjes te staan. De groene geven aan dat de objecten correct zijn opgebouwd conform de toegepaste norm. De oranje dat ze niet overeenkomen met de norm. Als er in het document oranje bollen voorkomen zal automatisch het venster Controle objecten openen.
Door middel van de knop 'Overnemen' kan men de waarde van 'Huidige - Titel' overnemen. Deze waarde wordt dan toegevoegd aan het classificatie - bestand (objecttitels). Deze functie is enkel beschikbaar indien de objecttitel niet geblokkeerd is (via RoTekstBeheer) en indien men beheerrechten heeft. Door middel van de knop ‘Fout negeren' wordt de controle/aanpassing van het geselecteerde object genegeerd. Door middel van de knop 'Wijzigingen toepassen' kan men de gewenste items van een object wijzigen. Vervolgens wordt van de overige objecten gecontroleerd of deze voldoen aan de norm of de geselecteerde classificatie. Door middel van de knop 'Controle stoppen' kan men de controle afbreken.
Indien een object gewijzigd wordt, dan worden de wijzigingen doorgevoerd in zowel de structuur als in de plantekst zelf. Eventuele verwijzingen worden niet automatisch aangepast. Indien een of meerdere objecten gewijzigd is, dan krijgt men na de controle de vraag of men de het document wil bijwerken.
Norm/tabellen De functie geeft de mogelijkheid om namen toe te voegen aan de lijst van objecttitels. Deze lijst wordt bij het aanmaken of wijzigen van tekstobjecten gebruikt voor het
94
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
invulveld objecttitel. Met behulp van de ‘+ Toevoegen’ knop kan een objecttitel worden toegevoegd. Met de ‘- Verwijderen’ knop kan een objecttitel worden verwijdert. Objecttitels die bij de controle zijn toegevoegd komen ook terug in onderstaande tabel
Wijzigingen bijhouden Inschakelen Deze functie komt ook voor in de taakbalk. Met inschakelen worden vanaf dat moment de wijzigingen bijgehouden. Is de functie actief dan kan via het menu de functie weer uitgeschakeld worden. Accepteren Met deze functie kunnen de bijgehouden wijzigingen wel of niet geaccepteerd worden. Met verwijderen doorhalingen wordt alle tekst die met delete, backspace is verwijderd doorgehaald. Met verwijderen doorhalingen worden ze definitief verwijderd
Met de optie Accepteren ingevoerde tekst kan alle tekst welke is toegevoegd in een handeling worden geaccepteerd.
Let op!: Wijzigingen in de objecten en objectenstructuur worden niet met deze functie bijgehouden.
Extra opties In dit venster kan de gebruiker wat opties aanvinken.
Voeg tekst in bij toevoegen object Met deze optie aan gevinkt verschijnt er bij het aanmaken van een nieuw object in het tekst verwerker gedeelte [Type hier u tekst]. Vraag bij wijzigen structuur Met deze optie aan gevinkt volgt er een melding: U bent bezig de structuur van het document aan te passen! Wilt u doorgaan? Automatisch hernummeren Met deze optie aan gevinkt wordt er automatisch hernummerd bij het wijzigen van de objecten structuur. Zowel de nummering van de objecten als in het tekstverwerker gedeelte wordt de nummering aangepast.
96
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Automatisch onbekende stijls verwijderen Met deze optie aangevinkt worden onbekende stijls automatisch uit de tekst verwijderd. Onbekende stijls kunnen bijvoorbeeld door het importeren van een word document in RoTekst komen. Tekst wordt dan aangegeven met de stijl onbekend. Tekststijlen zijn te verwijderen via het menu item Bewerken – Opmaak – Tekststijlen verwijderen.
9.3.5
Het Beeld menu
Afdrukweergave Door in het menu te klikken op afdrukweergave wordt de plantekst in een zogenaamde WYSIWYG (What-You-See-Is-What-You-Get) presentatie op het scherm getoond. De normaal weergave zal hiermee worden uitgeschakeld.
Normaal Door in het menu te klikken op Normaal wordt de afdrukweergave uitgeschakeld en wordt de plantekst in een standaard presentatie op het scherm getoond. De afdrukweergave zal hiermee worden uitgeschakeld.
Knoppenbalk Door in het menu te klikken op Knoppenbalk wordt de opmaak taak balk in of uit geschakeld. Voor de tekstopmaak knoppen geldt dat de onderliggende functies ingeschakeld zijn zolang de knop geactiveerd is. Lettertype Hier kan een keuze gemaakt worden uit verschillende lettertypes. Lettergrootte Hier kan een lettergrootte ingevuld worden op basis van hele getallen.
Vet (ctrl+b) Hiermee wordt de tekst vet weergegeven. Cursief(ctrl+i) Hiermee wordt de tekst cursief weergegeven. Onderstrepen (ctrl+u) Hiermee wordt de tekst onderstreept weergegeven. Links uitlijnen Hiermee wordt de tekst links uitgelijnd. Rechts uitlijnen Hiermee wordt de tekst rechts uitgelijnd. Centreren Hiermee wordt de tekst gecentreerd. Uitvullen Hiermee wordt de tekst uitgevuld over een regel Opsomming Hiermee kan de standaard instelling voor opsomming met tekens toegevoegd worden. Nummering Hiermee kan de standaard instelling voor opsomming met nummers toegevoegd worden. Dubbele Nummering Hiermee kan de standaard instelling voor opsomming met dubbele nummers toegevoegd worden. Inzoom niveau pagina Hiermee kan het inzoom niveau van de pagina aangepast worden. Standaard is dit 100% Weergeven/Verbergen Hiermee worden de niet afdrukbare tekens weergegeven. Tabstops De tabstop is de plek op de horizontale liniaal waarmee aangegeven kan worden hoe ver tekst moet inspringen of waar een tekstkolom moet beginnen. Met behulp hiervan kan de tekst uitgelijnd worden. Om de tabstops toe te voegen wordt de betreffende alinea geselecteerd en voegen we een tab toe door met de muis in de horizontale liniaal te klikken. Het soort tab kiezen we met de tab selectie knop links naast de liniaal. Links uitlijnende tab Rechts uitlijnende tab Tab voor centreren Decimale tab Lijntab
98
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Statusbalk Door in het menu te klikken op Status Balk verschijnt de statusbalk onderaan het document De statusbalk biedt inzicht in de betreffende pagina, regel en kolom waar gewerkt wordt. Daarnaast staat het zoomniveau van de pagina aangegeven en kan men zien of de ‘numlock’ toets aanstaat.
Liniaal Door in het menu te klikken op Liniaal kan de liniaal aan- of uitgezet worden. Op de liniaal kunnen de paginamarges en tabs ingesteld / aangepast worden.
Grid Door in het menu te klikken op Grid kan het Grid aan- of uitgezet worden. Wanneer een tabel ingevoegd wordt in het tekstdocument, dan wordt de arcering van de tabel niet automatisch ingevuld. Wanneer deze niet ingevuld wordt kan met behulp van de optie Grid de tabelvorm getoond worden. Als de Grid uitstaat dan zal de tabelvorm niet getoond worden.
Bladwijzer Door in het menu op bladwijzer te klikken verschijnt er in het tekstvenster voor de objecten een icoon . Hierdoor wordt zichtbaar of een tekst een object is of gewone tekst. Het icoon wordt namelijk alleen voor een object weergegeven.
In - en Uitzoomen Door in het menu te klikken op In – en Uitzoomen kan een keuze gemaakt worden uit een aantal vooraf gedefinieerde zoom niveaus.
Vorige stap Door in het menu te klikken op vorige stap wordt in de tekst venster terug gegaan naar de vorige locatie, hoe meer er geklikt wordt hoe meer stappen in de pagina terug gegaan wordt.
Volgende stap Door in het menu te klikken op volgende stap wordt in de tekst venster verder gegaan naar de volgende locatie, hoe meer stappen in de pagina terug gegaan is hoemeer stappen voorruit gemaakt kunnen worden.
Let op!: Het is geen undo functie
Gebruikersopties Door in het menu op dit item te klikken verschijnt er onderstaand scherm
In dit scherm kan de schermpositie van het RoTekst venster worden ingesteld en worden bewaard.
9.3.6
Help Informatie Hierin is de informatie met betrekking tot de gebruikte versie van RoTekst terug te vinden. Onderstaand scherm zal verschijnen. Dit scherm kan van belang zijn bij evt. problemen en het contact met de helpdesk van Crotec.
100
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Help Hierbij verschijnt er een apart venster met een help functie. Via index kan er gezocht worden op de verschillende items. Zie ook paragraaf 6.5
9.4
Objecten structuur venster Het linkerdeel van het hoofdscherm wordt gebruikt voor de objecten structuur. Een voorbeeld van een objectstructuur kan zijn: Document, Regels, Hoofdstuk, Artikel
Een tekst is dan opgebouwd uit verschillende objecten waarbij aan de linkerzijde het object staat en in het tekstvenster het object met de bijbehorende tekst. De tekst van het object is ook alleen maar te wijzigen in de objectenstructuur zoals hieronder zal worden uitgelegd. Via het linker gedeelte van het hoofdscherm is de document structuur te beheren. •
Met de rechtermuisknop kunt u een object toevoegen, wijzigen of verwijderen.
•
Indien u een object verwijderd, dan zullen ook alle eventuele onderliggende objecten worden verwijderd.
•
Door te slepen zijn objecten te verplaatsen.
9.4.1
Toevoegen van een object Werkwijze: • •
Ga hiervoor met de muis in het linker gedeelte van het scherm staan op de locatie waar het nieuwe object moet worden toegevoegd. Rechtermuisknop -> Toevoegen Object of via het menu Bewerken -> Objecten > Toevoegen
Wanneer een nieuw object wordt aangemaakt dan opent het objectscherm waarin de basis kenmerken van het object ingevoerd kunnen worden. Object:
Dit tabblad bevat de basis parameters die voor een object van belang zijn. Selecteer Titel: Hier kan men een titel voor het object selecteren. De beheerder heeft de mogelijkheid deze lijst vrij uitbreidbaar (de gebruiker kan zelf titels toevoegen) te laten of vast te zetten (de gebruiker kan alleen uit de bestaande lijst met titels selecteren). Selecteer Type: Hier dient men het type van het object te selecteren. Dit kan variëren van kenmerken over het type document tot het specifieke type tekst. Selecteer Label: Hier dient men een label te selecteren voor het object. Dit label wordt onder andere gebruikt om de inhoudsopgave te genereren, sjabloon groepen toe te passen, webpagina’s te exporteren en om niveaus aan te geven in de structuurboom. Geo Feature: Hier kan men een geo-bestemming aan het object koppelen. Bijvoorbeeld: enkelbestemming, dubbelbestemming of gebiedsaanduiding. Hiermee wordt aangegeven dat het betreffende onderdeel (object) van de tekst betrekking heeft op een specifiek onderdeel van de planverbeelding.
102
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Deze parameter is niet verplicht, maar wel noodzakelijk wanneer er een automatische koppeling gelegd gaat worden tussen de planteksten en de kaart. De koppeling zelf wordt in RoPlan gelegd.
Indien op het tabblad ‘Object’ de verplichte parameters gevuld zijn, worden de tabbladen ‘Titel’ en ‘Nummering’ zichtbaar. Specifieke document koppeling Deze koppeling zorgt ervoor dat bij het aanmaken van externe links behorende onder dit object automatisch de benodigde prefix meegegeven wordt.
Met behulp van bovenstaand scherm kan aangegeven worden naar welk type document verwezen moet gaan worden. Afhankelijk van de geselecteerde wordt de daarvoor bedoelde prefix aangemaakt. In bovenstaand voorbeeld krijgen de externe links automatisch de prefix ‘rb_’
Let op: De specifieke documentkoppeling werkt alleen wanneer de externe link direct onder het object aangemaakt wordt. Externe links die bij onderliggende objecten worden geplaatst krijgen geen prefix mee.
Titelregel: Hier kan men de titelregel van het object samenstellen. Men kan tekst invoeren. Maar het is ook mogelijk om met behulp van de knoppen een veld in te voegen. Als op de knoppen Label, Nummer, Tab en Titel wordt geklikt verschijnt ‘%Objectlabel% # %TAB% %Objecttitel%’ in de Titelregel, zie onderstaande.
Een veldnaam begint en eindigt met het % teken. Het veld wordt later door de applicatie gevuld met de bijbehorende tekst (zie ook het voorbeeld onder de titelregel). Indien men een nummer invoegt dan verschijnt het # teken. Dit teken wordt door de applicatie gevuld met het nummer van het object. Dit zal pas gebeuren wanneer de nummering aanstaat. Staat de nummering niet aan dan is het # teken in de titel zichtbaar. In de titelregel (rechter muisknop) kan men aangeven of een veld in grote of kleine letters weergegeven dient te worden. Indien de veldnaam in kleine letters wordt weergegeven dan wordt de veldwaarde met kleine letters geschreven. Indien de veldnaam in grote letters wordt weergegeven, dan wordt de veldwaarde met grote letters geschreven. Nummering: In onderstaand geval is de nummering al geregeld in het sjabloon/sjabloongroep van RoTekst.
104
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
In RoTekstBeheer kan het vinkje voor doornummering bij het object aan of uitgezet worden. (Hoofdstuk 6.2.1 RoTekstBeheer handleiding). Door het opnieuw laden van de sjabloongroep wordt de wijziging doorgevoerd. Staat doornummering van het object in RoTekstBeheer niet aangevinkt verschijnt onderstaand scherm.
Nummeren: Hier kan men het nummer van het object aan of uit zetten. Erven van ‘parent’: Hier geeft men aan of het nummer van het bovenliggende niveau moet worden meegenomen in de nummering. Type nummering: Hier kan men het type van de nummering aangeven. Bijvoorbeeld: Nummering, alfanumeriek. Vaste nummering: Hier geeft men aan of men een vast nummer wil gebruiken of niet. Dit veld wordt eveneens gebruikt om de automatische doornummering mogelijk te maken. Vast nummer: Indien men heeft aangevinkt dat men een vast nummer wenst te gebruiken, dan kan men hier het vaste nummer invoeren.
9.4.2
Wijzigen van een object Het wijzigen van een object kan op verschillende manieren • • •
Selecteer het te wijzigen object Via rechtermuisknop Wijzigen Object of via het menu Bewerken -> Objecten -> Wijzigen. Bij het wijzigen van een object worden aanvullend op de in paragraaf 9.2.3 toegelichte tabbladen een tweetal extra tabbladen weergegeven. Deze tabbladen betreffen de mogelijkheid om interne links, externe links toe te voegen.
Link Intern
Het is mogelijk om vanuit dit object een of meerdere links te leggen naar een ander object. Door middel van het aanvinken van het item 'Activeer Link' wordt de structuur ingelezen. Na het inlezen van de structuur kan men door middel van een vinkje te plaatsen bij een object, een link aanbrengen. Met de knop "Verwijder interne links" worden alle links ongedaan gemaakt. Bij het item "Aantal interne links" kan men het aantal aangebrachte links aflezen. Dit aantal is ook zichtbaar indien de structuur niet ingelezen is Link Extern
Het is mogelijk om vanuit dit object een of meerdere links te leggen naar een extern object. Hier in wordt onderscheid gemaakt in "verwijzingen te bereiken via het internet" of "verwijzingen te bereiken anders dan via het internet".
106
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)
Verwijzing (http): Deze verwijzingen dienen te worden toegevoegd aan de lijst links. Met behulp van de knop ‘+ Toevoegen’ kan een verwijzing worden toegevoegd aan de lijst. Er wordt dan een verwijzing ‘http://’ toegevoegd in deze lijst. Met behulp van dubbelklik op de verwijzing, kan men de verwijzing aanpassen. Met behulp van de knop ‘- Verwijderen‘ kan men de verwijzing verwijderen. Verwijzing: Deze verwijzingen dienen te worden toegevoegd aan de lijst rechts. Met behulp van de knop ‘+ Toevoegen’ kan een verwijzing toe gevoegd worden aan de lijst. Er wordt dan een verwijzing ‘Default’ toegevoegd in deze lijst. Met behulp van dubbelklik op de verwijzing, kan de verwijzing worden aangepast. Met behulp van de knop ‘-verwijderen‘ kan de verwijzing worden verwijderd.
9.4.3
Verplaatsen van een object In de structuur kunnen object verplaatst worden door deze te slepen naar een nieuwe locatie. Let er hierbij op dat wanneer een object van boven naar onder wordt versleept het object geplaatst moet worden op het object waaronder deze terecht moet komen. Slepen van onder naar boven werkt precies andersom. Hierbij moet het object versleept worden naar het object onder de positie waar deze terecht moet komen.
9.4.4
Verwijderen van een object Hiermee wordt het object uit de structuur verwijdert. Wanneer het object wordt verwijdert wordt de vraag gesteld of u hier zeker van bent. Ja bevestigt de handeling en verwijdert het object, Nee annuleert de handeling. Het verwijderen van een object kan op verschillende manieren • •
Selecteer het te verwijderen object Via rechtermuisknop Verwijderen Object of via het menu Bewerken -> Objecten -> Verwijderen. Let op: bij het verwijderen van een object worden onderliggende objecten ook mee verwijderd.
9.5
Tekstvenster Binnen het tekstvenster van RoTekst kunt u uw tekst aanmaken, verwijderen en aanpassen. Dit gaat voornamelijk zoals bij elke teksteditor. In het venster zelf kunt u doormiddel van de rechtermuisknop extra opties direct toepassen.
In tekst met nummering
In tekst zonder nummering
Hierboven staan twee schermen die te voorschijn komen bij het klikken in het tekstscherm met de rechtermuisknop. De linker wordt getoond wanneer een tekst met nummering wordt geselecteerd. Hier kan meteen de nummering worden aangepast door de nummering opnieuw te beginnen(Opnieuw nummeren) of door te gaan met nummeren (doorgaan met nummeren). Via opsomming en nummering kan in het optiemenu worden gekomen. De andere opties die in het scherm staan zijn allemaal snelkeuzes die hier gekozen kunnen worden, De precieze betekenis van al deze opties zijn in de vorige hoofdstukken al behandeld. De Statusbalk – onderaan het tekstvenster
De statusbalk bevat informatie over:
108
•
de cursorlocatie (pagina, regel, kolom);
•
het aantal pagina’s;
•
ingeschakelde functies zoals numlock en overschrijven;
•
de visualisatiegrootte (zoominstelling).
Handleiding RoTekst versie 2.0
(30-01-2013)